Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN?"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN : COMPLEMENTAIR OF CONCURRENTEN? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door TOPCU EMINE Promotor : Prof. Dr. Brice De Ruyver Commissaris : Dr. Karen Verpoest 1

2 Inhoudsopgave VOORWOORD... 5 INLEIDING... 6 DEEL 1 : DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES... 7 Hoofdstuk 1 : De Bendecommissie I ( )... 7 Afdeling 1 : Vaststellingen... 7 Afdeling 2 : Voorstellen... 9 Afdeling 3 : Pinksterplan I Hoofdstuk 2 : Commissie Mensenhandel ( ) Afdeling 1 : Inleiding Afdeling 2 : Vaststellingen en voorstellen Hoofdstuk 3 : Commissie Dutroux ( ) Afdeling 1 : Inleiding Afdeling 2 : Vaststellingen Afdeling 3 : Aanbevelingen Hoofdstuk 4 : Bendecommissie II Afdeling 1 : Het verslag van de Bendecommissie II DEEL 2 : HET OCTOPUSAKKOORD Hoofdstuk 1 : Algemeen Hoofdstuk 2 : Inhoud Hoofdstuk 3 : De hervorming van de justitie Afdeling 1 : De hervorming van het openbaar ministerie Doelstelling 1 : Versterking van de parketten van eerste aanleg De horizontale integratie van het openbaar ministerie Horizontale mobiliteit van de parketmagistraten Raad van de procureurs des Konings Doelstelling 2 : De verticale integratie van het openbaar ministerie Doelstelling 3 : De uitbouw van het college van procureurs-generaal Doelstelling 4 : De oprichting van een federaal parket Afdeling 2 : Oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie Situering Organisatie en de bevoegdheden Hoofdstuk 4 : Hervorming van de politie

3 Afdeling 1 : Algemeen Afdeling 2 : Geïntegreerde politiezorg op twee niveaus Afdeling 3 : Samenwerking tussen de twee niveaus Deel 3 : HET FEDERAAL PARKET Hoofdstuk 1 : De oprichting van het federaal parket Hoofdstuk 2 : De samenstelling van het federaal parket Hoofdstuk 3 : De leiding van het federaal parket : De federale procureur Afdeling 1 : De positie van de federale procureur Afdeling 2 : De verhouding tussen de Minister van Justitie en de federale procureur Afdeling 3 : Controlemechanismen ten aanzien van de federale procureur Hoofdstuk 4 : De bevoegdheden van het federaal parket Afdeling 1 : De uitoefening van de strafvordering Afdeling 2 : De coördinatie van de uitoefening van de strafvordering en het vergemakkelijken van de internationale samenwerking Afdeling 3 : Het toezicht op de algemene en bijzondere werking van de federale politie Afdeling 4 : Bijkomende bevoegdheden van het federaal parket Hoofdstuk 5 : De delegatie en de detachering Afdeling 1 : Delegatie Afdeling 2 : Detachering Afdeling 3 : Pool van magistraten Hoofdstuk 6 : De verhouding van het federaal parket tot de federale politie Afdeling 1 : Een aparte gerechtelijke dienst voor het federaal parket Afdeling 2 : Een vaste politiecapaciteit voor het federaal parket DEEL 4 : HET INJUNCTIERECHT VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Hoofdstuk 1 : Het positief injunctierecht Hoofdstuk 2 : Het negatief injunctierecht Hoofdstuk 3 : Negatieve injuncties met een algemene strekking? DEEL 5 : DE LOKALE PARKETTEN Hoofdstuk 1 : Inleiding Hoofdstuk 2 : De interne organisatie van de lokale parketten Hoofdstuk 3 : De procureur des Konings Afdeling 1 : De materiële bevoegdheid van de procureur des Konings Afdeling 2 : De territoriale bevoegdheid van de procureur des Konings Afdeling 3 : De relatie van de procureur des Konings met de politiediensten

4 DEEL 6 : DE SPANNINGEN TUSSEN HET FEDERAAL PARKET EN DE LOKALE PARKETTEN Hoofdstuk 1 : De conflicten betreffende de behandeling van de zaak Afdeling 1 : Hypothese 1 Er is nog geen opsporings- of gerechtelijk onderzoek en het federaal parket krijgt kennis van een strafbaar feit Afdeling 2 : Hypothese 2 Er werd reeds door één of meer parketten van eerste aanleg een opsporingsonderzoek gestart, en vervolgens blijkt dat er redenen zijn om de zaak op federaal niveau te behandelen Afdeling 3 : Het overleg tussen de federale procureur en de lokale procureur des Konings Afdeling 4 : Een primauteit voor het federaal parket en het evocatierecht Hoofdstuk 2 : De nietigheden tussen het federaal parket en de lokale parketten Hoofdstuk 3 : De mogelijke desorganisatie van de lokale parketten door detachering en delegatie Hoofdstuk 4 : De verhouding tussen het federaal parket en de onderzoeksrechter/onderzoeksgerechten Afdeling 1 : Inleiding Afdeling 2 : Hypothese 1 Er loopt enkel één gerechtelijk onderzoek Afdeling 3 : Hypothese 2 Er lopen meerdere gerechtelijke onderzoeken, waarbij meerdere onderzoeksrechters zijn betrokken DEEL 7 : EVALUATIE VAN DE SPANNINGEN Afdeling 1 : De uitoefening van de strafvordering Afdeling 2 : De coördinatie van de uitoefening van de strafvordering Afdeling 3 : Delegatie en detachering Afdeling 4 : Deelname van de federale procureur aan de vergaderingen van het college van procureurs-generaal en raad van de procureur des Konings CONCLUSIE : CONCURRENTEN OF COMPLEMENTAIR? BIBLIOGRAGIE

5 VOORWOORD Deze masterproef kwam tot stand in het kader van de opleiding Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Gent. Dit is het eindresultaat van maanden aan een stuk opzoeken, selecteren en analyseren. Uiteraard zou het mij niet gelukt zijn zonder de steun van enkele personen die mij dag en nacht bijstonden. Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. Brice De Ruyver bedanken voor al zijn hulp. Hij gaf mij de nodige begeleiding en ondersteuning. Zonder zijn steun en positieve benadering had ik mijn masterproef niet tot een goed einde kunnen brengen. Daarnaast wil ik mijn ouders, mijn zussen en mijn vrienden bedanken voor hun eindeloze steun en vertrouwen in mij. Alles werd een groot stuk gemakkelijker dankzij hen. Verder wil ik iedereen bedanken die mij telkens de nodige duw in de rug gaf op weg naar een diploma. Bedankt iedereen.. Emine Topcu 5

6 INLEIDING Lange tijd werd de strafrechtsbedeling in België geconfronteerd met allerlei moeilijkheden door de versnippering van het gerechtelijk apparaat. Zevenentwintig gerechtelijke arrondissementen zorgden voor een frustrerende vertraging van het opsporing en vormden een belemmering voor de optimale werking van de lokale parketten. De strafrechtsbedeling kende daarnaast een hoop gebreken en zorgde voor scherpe kritiek. Deze gebreken en mankementen waren het resultaat van jarenlange verwaarlozing van het justitie door de politici 1. De actoren waren overbelast en konden er niet in slagen om een samenhangend en consistent afhandelingsbeleid op gang te zetten 2. De stijgende criminaliteit kon hierdoor niet tegengehouden worden. Op die manier kwamen we in een toestand die we reeds lange tijd kennen in ons land, namelijk de gerechtelijke achterstand. Als gevolg hiervan ontstond bij de burger uiteraard wantrouwen in de doelmatigheid en rechtmatigheid van de strafrechtsbedeling 3. Het is niet verwonderlijk dat het openbaar ministerie in grote mate werd geraakt door de kritieken aangezien het een centrale positie heeft in de strafrechtsbedeling. Het overgroot deel van de reacties kwamen van de parlementaire onderzoekscommissies die duidelijk maakten dat er nood was aan een hervorming. Vooral de Dutroux-affaire bracht het justitie en strafrechtsbedeling naar de top van het politieke agenda. De ontsnapping van Dutroux Nihoul in 1998 werd de laatste druppel die het emmer deed overlopen. In versnelde tempo kwam het Octopusakkoord tot stand die zowel in een hervorming voor de politie als een hervorming voor het gerecht voorzag. Vooral met de hervormingen van het gerecht en in het bijzonder met de oprichting van het federaal parket probeerde de wetgever een soelaas te bieden aan het disfunctioneren van de strafrechtbedeling. In dit werk zal ik proberen de weg naar het Octopusakkoord te schetsen door de parlementaire onderzoekscommissies uiteen te zetten die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming ervan. Vervolgens zal ik het federaal parket en de lokale parketten behandelen. Verder zal ik enkele knelpunten behandelen die naar voor komen in de literatuur omtrent de samenwerking tussen de lokale parketten en het federaal parket. In een evaluatie zullen de mogelijke spanningen getoetst worden aan de realiteit. Ten slotte zal ik in de conclusie een antwoord geven op de vraag of het federaal parket en de lokale parketten complementair werken of elkaars concurrenten zijn. 1 T. VAN PARYS en S. DE CLERCK, Justitiebeleid , 18 mei 1999, Inleiding ; C. ELIAERTS, De ondraaglijke lichtheid van het strafbeleid: een terugblik, Panopticon 1997,(1) 3. 2 D. VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002, VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002, 4. 6

7 DEEL 1 : DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES Hoofdstuk 1 : De Bendecommissie I ( ) 1. De tweede helft van de jaren tachtig was een woelige periode. De Bende van Nijvel pleegde moordende overvallen tussen de jaren 1982 en 1985 op de warenhuizen Colruyt en Delhaize. Het onderzoek naar de aanslagen faalde en hierdoor kwam de slechte werking van politie en justitie in het daglicht. Dit gaf aanleiding tot de instelling van een parlementair commissie die belast was met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt 4, namelijk Bendecommissie I 5. De opdracht van deze commissie bestond erin om de wijze te onderzoeken waarop in België de bestrijding van het banditisme en terrorisme gebeurt, na te gaan welke diensten bij deze bestrijding betrokken zijn, welke de bevoegdheden zijn van deze diensten en welke hun verantwoordelijkheden zijn, welke de wijze is waarop deze diensten informatie verzamelen, hoe deze diensten werken en hoe zij gestructureerd zijn, over welke middelen deze diensten beschikken en hoe de werking van deze diensten wordt gecoördineerd Deze commissie bracht eerst een verslag op 3 april 1990 en een eindrapport op 2 mei Zij wees op het feit dat het politiebeleid het dieptepunt had bereikt en dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel een heleboel lacunes vertoonde. Afdeling 1 : Vaststellingen 3. De Bendecommissie I bracht volgende algemene bevindingen met betrekking tot de politie naar voren : Politieoorlog : gebrekkige coördinatie tussen de politiediensten Lacune in de werking van politiediensten en inlichtingendiensten omdat ze het eigen belang vaak boven het algemeen belang stellen. Grote wantrouwen en onenigheid binnen de korpsen. Gebrekkige communicatie en coördinatie binnen de politiediensten en magistratuur. Autonome optreden van de politiediensten door de strakke indeling van de arrondissementen. De coördinatie die slecht verloopt doordat politiediensten vaak op eigen initiatief onderzoeksdaden stellen. Dit leidt tot parallelle opsporingen en informatieverwarring VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, , 7. 5 Parlementair onderzoek naar de wijze waarop bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heren VAN PARYS en LAURENT, Parl. St.Kamer , nr.59/ Voorstel tot instelling van een onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt, Parl. St. Kamer 1988, nr. 59/4. 7 Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/10. 7

8 Gerecht en politie beschikken niet over de nodige middelen om weerstand te bieden aan de georganiseerde misdaad Gebrek aan een wettelijke regeling bijzondere opsporingstechnieken. Te weinig permanenties bij de politiediensten. Het gevolg is dat ze niet snel genoeg ter plaatse kunnen komen ingeval van een misdrijf. Nationaal politiealarm werkt onvoldoende. Groot gebrek aan goede bewapening, voertuigen en communicatiemiddelen 8. Het gebrek aan middelen voor een onderzoeksrechter : geen logistieke ondersteuning zoals informatica, telefax en vergaderruimte. Er is personeelstekort Uit de vaststellingen kan worden afgeleid dat deze commissie vooral aandacht heeft besteed aan de slechte werking en de organisatie van de politiediensten. Enerzijds omdat er op vlak van misdaadbestrijding geen alomvattende regeling werd getroffen en anderzijds omdat de bestaande maatregelen telkens werden genomen naar aanleiding van een voorval, hebben de politiediensten te maken met een groot onmacht tegen georganiseerde misdaad De commissie stelde vast dat de politiediensten onnauwkeurig en nonchalant te werk gingen bij de gerechtelijke onderzoeken. De gebruikte methoden waren onaangepast en de deskundigenonderzoeken verliepen niet zoals verwacht. De bewijsstukken gingen verloren door slordigheid en de plaats van de misdaad werd onvoldoende beschermd opdat de sporen niet zouden verdwijnen. Het gebrek aan communicatie en coördinatie binnen de politiediensten heeft geleid tot afwezigheid van eenheid van het onderzoek. Eenheid van onderzoek zou tot stand komen als het onderzoek gevoerd zou worden door één bepaald persoon of een groep personen die dan op hun beurt alle informatie zouden centraliseren. In het geval van Bende van Nijvel verliep het onderzoek niet op die manier. Alle onderzoeksdaden werden verricht door allerlei politiediensten zonder centralisatie van de gegevens. Eén van de meest absurde gevolgen hiervan was dat eenzelfde getuige of verdachte door meerdere politiediensten werd ondervraagd 11. Wat de slachtoffers betreft kwam de commissie tot de vaststelling dat er geen aandacht was voor nazorg. Zij zouden de mogelijkheid moeten krijgen om naar de onderzoeksrechter te gaan om specifieke onderzoekdaden te kunnen vragen. De commissie vond ook dat het nodig was om de slachtoffers te informeren over de vorderingen in het onderzoek Naast de vaststellingen van de commissie over de politie, zijn ook enkele minpunten van het openbaar ministerie vermeld in het rapport. De gebreken van het openbaar ministerie zijn 8 B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/ L. ARNOU, Strafrechtspleging voor de 21ste eeuw. Beknopt overzicht van de inhoud en de beleidsvoorstellen van de bendecommissie, R.W , Parlementair onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme georganiseerd wordt. Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Van Parys en Laurent, Parl.St. Kamer , nr. 59/8, 174 ; M. ROELS, Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux, masterproef Rechten Universiteit Gent, , F. VERHOEST, Politiek verspilde veel tijd na de eerste Bende-commissie. Pijnpunten van Justitie en Politie waren in 1990 al bekend, De Standaard, 14 april

9 eerder als bijkomende elementen vermeld aangezien meer aandacht werd besteed aan de politie. 7. Toch werden enkele knelpunten naar voren gebracht die later in het Octopusakkoord uitgebreid aan bod zouden komen: Er bestonden ernstige problemen in de verhouding tussen het openbaar ministerie en de politiediensten. Het openbaar ministerie beschikte over onvoldoende middelen om effectief gezag te kunnen uitoefenen op de opsporing. De leiding en het toezicht dat openbaar ministerie uitoefende op de politiediensten was niet voldoende. Er was geen sprake van informatie-uitwisseling of communicatie tussen de parketten en de politiediensten. De gebrekkige coördinatie tussen de verschillende parketten van eerste aanleg 13. Afdeling 2 : Voorstellen 8. De commissie heeft naast haar vaststellingen ook een reeks voorstellen gedaan om aan de benoemde gebreken tegemoet te kunnen komen. Met betrekking tot de tekortkomingen van de politiediensten heeft de commissie verscheidene aanbevelingen naar voren gebracht. Wat het disfunctioneren van het openbaar ministerie betreft bevat het verslag geen duidelijke oplossing. De verklaring hiervoor is waarschijnlijk het feit dat de organisatie van het openbaar ministerie als instelling geen belangrijke plaats had in het onderzoek van de Bendecommissie I. Toch vermeldde de commissie in het verslag dat het opsporings- en vervolgingsbeleid politiek van aard was zodat de verantwoordelijkheid ervoor bij de uitvoerende macht lag en dat enkel minister van Justitie verantwoordelijk was voor het gevoerde strafrechtelijk beleid De voorstellen van de commissie waren 15 : Demilitariseren van de Rijkswacht. Een functionele begroting opstellen in plaats van een begroting per korps. Een veiligheidscomité als overlegforum tussen de bevolking, het gerecht en de politie. Een nationale beleidsformulering als kader voor het beleid van de arrondissementele en provinciale comités. Herverdeling van de taken van de politie. Een extern controleorgaan voor een toezicht op alle politieambtenaren. 13. VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002, 7; Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, nr.59/8, , en D VAN DAELE., C.FIJNAUT en R. VERSTRAETEN, De hervorming van het openbaar ministerie : een rechtsvergelijkend commentaar op de totstandkoming, inhoud en draagwijdte van het Octopus-akkoord, 1999, 273 ;. VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002, Verslag namens de onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme wordt georganiseerd, Parl. St. Kamer 1988, 59/8, 59/9 en 59/10. 9

10 Een wettelijke regeling voor onderzoekstechnieken uitwerken. Een hervorming van de opleiding van politiemensen. De commissie meende dat de opleiding van de gemeentepolitie onvoldoende gestructureerd was. Daarnaast vond ze dat de opleiding van de Rijkswacht te veel gericht was op ordehandhaving, terwijl de opleiding van de gerechtelijke politie onvoldoende was. Het oprichten van een wetenschappelijke politie. De leden zouden mensen zijn met wetenschappelijke achtergrond. Nationaal Instituut voor Criminalistiek oprichten. Dit instituut zou dan een nationale ondersteuningsdienst zijn met als taak logistieke steun te geven aan de wetenschappelijke politie, het centraliseren van de gegevens en het voorlichten van de minister van Justitie bij het uitwerken van zijn beleid. Een wettelijke basis voor het opsporingsonderzoek uitwerken. Opleggen van stageperiode aan onderzoekmagistraten aangezien de onderzoeksrechter zelf alle beslissingen neemt in een onderzoek waardoor hij zoveel mogelijk up-to-date moet zijn. De dubbele hoedanigheid van onderzoeksrechter afschaffen. De onderzoeksrechter zou zijn hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie verliezen om zijn onafhankelijkheid te vrijwaren. Verder zou hij alleen de rechter van het onderzoek zijn met grote controle op de wettigheid van het onderzoek. Een wettelijke regeling van de taakomschrijving en de bevoegdheidsafbakening van de Staatsveiligheid. Een dwingende gedragscode zal bepalen hoe de mededelingen van de leden van de Staatsveiligheid moeten gebeuren aan de gerechtelijke instanties. Een wettelijke basis voor het opsporingsonderzoek uitwerken. De invoering van nationale magistraten. De commissie wilt op die manier aan de versnippering van het gerechtelijk apparaat over zevenentwintig gerechtelijke arrondissementen verhelpen. Afdeling 3 : Pinksterplan I 10. De vaststellingen van de Bendecommissie I waren zodanig frappant dat de toenmalige regering Martens ( 90) al snel reageerde met een regeringsmededeling, Pinksterplan I genaamd 16. Het Pinksterplan met als uitgangspunten ordehandhaving, veiligheid van de burgers en beteugeling van misdrijven steunde op vier belangrijke principes : 1) Aanpak van de structurele en institutionele problemen en de problemen inzake mentaliteit. 2) Samenhang 3) Democratische vrijheden, doorzichtigheid, doeltreffendheid en verantwoordelijkheid. 4) Klemtoon op het kwalitatieve aspect Regeringsmededeling, Brussel, 5 juni 1990 ; C. FIJNAUT en K. LAUWAERT., Het Belgische politiewezen; wetgeving, beleid, literatuur, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1995, B. DE RUYVER., Strafrechtelijk beleid, ,

11 11. Het plan omvatte daarnaast de maatregelen om deze uitgangspunten te realiseren. De maatregelen kunnen onderverdeeld worden in vijf groepen : 1) Hervormingen betreffende de overheden die bevoegd zijn inzake politie. 2) Hervormingen betreffende de organisatie van de politie- en inlichtingendiensten. 3) Controle over de politie- en de inlichtingendiensten. 4) Reorganisatie van de wetenschappelijke politie. 5) Hervormingen betreffende de doeltreffendheid van de rechtspraak inzake de rechten van de mens en de democratische vrijheden Het Pinksterplan I omvatte twee luiken, namelijk luik politie en luik justitie. In elk luik bracht het plan enkele belangrijke maatregelen naar voor die moeten worden genomen om de gebrekkige werking te verhelpen, zoals aangegeven door het verslag van de onderzoekscommissie. Voor het luik politie bevatte het plan volgende maatregelen 19 : Invoeren van Wet op het politieambt (WPA) voor meer transparantie en duidelijkheid aan de werking van politiediensten. Demilitarisering van de rijkswacht. Integratie van statuut rijkswacht en gerechtelijke politie. Werken aan opleiding en uitrusting : om ervoor te zorgen dat de gemeentepolitie de gewenste diensten kan verzekeren. Gemeenschapsgerichte politie : onderlijnen van het belang van een nauw contact tussen bevolking en politie. Algemene politie steundienst (APSD) creëren om de samenwerking van de politiediensten te ondersteunen. 13. Aangezien de positie, organisatie en de taak van het openbaar ministerie weinig aandacht kreeg door de onderzoekscommissie, was het ook geen belangrijke thema in het regeringsprogramma. De regering liet de organisatie en de werking van het openbaar ministerie grotendeels ongemoeid. Haar argument hiervoor was dat haar repressieve instellingen over het algemeen goed zijn opgevat maar dikwijls slecht worden geïnterpreteerd en verkeerd aangewend. Toch kon men enkele maatregelen terugvinden : Dienst strafrechtelijk beleid (DSB) instellen die de minister van Justitie zowel zou bijstaan bij het dragen van zijn verantwoordelijkheid voor het strafrechtelijk beleid dat hij met medewerking van het college van procureursgeneraal moet ontwikkelen, als bij het uitoefenen van enige controle op het openbaar ministerie. 18 B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, ,

12 De beperking van de benoemingstermijn van de procureurs-generaal tot een termijn van tien jaar, onder meer op grond van de overweging dat een zekere mobiliteit bij de uitoefening van deze en andere functies zou bijdragen tot een goed beheer van de betrokken diensten. Instellen van het vijhoeksoverleg om ook de gezagspositie van het openbaar ministerie ten opzichte van de politiediensten te versterken Helaas verliep de implementatie van het Pinksterplan I op het niveau van justitie niet even snel als bij politie. De toenmalige minister van Binnenlandse zaken L. Tobback deed de nodige inspanningen om het plan in werkelijkheid om te zetten. Daarentegen nam de minister van Justitie niet de verwachte initiatieven om in het plan voorgestelde maatregelen waar te maken. De uitvoering van het luik justitie ging hierdoor heel traag vooruit 21. Om hieraan tegemoet te komen kwam op 14 juni 1993 het Meerjarenplan voor justitie tot stand 22. De bedoeling van betrokken plan was niet een definitieve oplossing bieden voor de gerechtelijke achterstand. De beoogde doelstellingen waren eerder de structurele, institutionele en mentaliteitsproblemen aanpakken die door de Bende-commissie werden vastgesteld 23. Het Meerjarenprogramma bouwde verder op de maatregelen van het Pinksterplan maar voegde daarnaast ook enkele nieuwe maatregelen hieraan toe. De bedoeling was enkele belangrijke doelstellingen bereiken, namelijk efficiënt werkend gerecht, minder straffeloosheid, meer veiligheid, eerbied voor de slachtoffers en een kwaliteitsvolle justitie in een waardige werkomgeving. Als aanvullende maatregelen kunnen worden vermeld 24 : Veiligheidskorps : om de veiligheidsmaatregelen in de strafinrichtingen en de gerechtsgebouwen te verscherpen en aan te vullen. Dit veiligheidscorps zou moeten instaan voor de controle van de toegang tot de strafinrichtingen, de controle van de toegang tot de gerechtsgebouwen en de interne veiligheid in deze gebouwen, de overbrenging van illegale vreemdelingen. Penitentiair beleid : het probleem van de overbevolking van de gevangenissen werd onderstreept. Vorming en werving magistraten : nood aan geschoolde magistraten voor kwaliteitsvolle justitie. 20 D VAN DAELE., C.FIJNAUT en R. VERSTRAETEN, De hervorming van het openbaar ministerie : een rechtsvergelijkend commentaar op de totstandkoming, inhoud en draagwijdte van het Octopus-akkoord, 1999, B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , 137 ; B. DE RUYVER, De reorganisatie van de reguliere politiediensten in het licht van de parlementaire onderzoekscomissies Dutroux- en Bende van Nijvel, in C. FIJNAUT, B. DE RUYVER en F. GOOSSENS, De reorganisatie van het politiewezen, Leuven, Universitaire Pers, 1999, Ministerie van justitie, Meerjarenprogramma voor justitie, 14 juni M. ROELS, Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux, masterproef Rechten Universiteit Gent, , B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, ,

13 Hoofdstuk 2 : Commissie Mensenhandel ( ) Afdeling 1 : Inleiding 15. Het boek Ze zijn zo lief, meneer van Knack-journalist Chris Destoop gaf aanleiding tot de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie 25. In zijn boek sprak Destoop over talrijke aanklachten over het bestaan van vrouwenhandel en beschreef daarbij de internationale vrouwenhandel van binnenuit. Vooral de daden van Bende van de Miljardair vanuit Rotterdam stonden hierbij centraal. De zogenaamde Commissie mensenhandel die in 1993 kwam was belast met het onderzoek naar een structureel beleid met het oog op de bestraffing en uitroeiing van de mensenhandel. De commissie was van mening dat de bestaande wetten onvoldoende waren om dit fenomeen te bestrijden. Er moest een structurele aanpak komen aangezien het misdrijf zelf ook structureel van aard was. Daarom was het nodig om de wetgeving aan te passen zodat het misdrijf mensenhandel erin kon worden opgenomen 26. Afdeling 2 : Vaststellingen en voorstellen 16. De bevindingen van de Commissie mensenhandel waren gelijkaardig aan de vaststellingen van Bendecommissie I. Ook deze commissie kwam tot besluit dat zowel de politiediensten als het gerecht faalden bij het onderzoek van het misdrijf. De gebrekkige informatie uitwisseling tussen de politiediensten onderling en tussen de politiediensten en het parket was één van de belangrijkste bevindingen van de commissie. Daarnaast gingen politiediensten onnauwkeurig te werk en maakten geen onderscheid tussen de belangrijke en minder belangrijke zaken. Op die manier ontstond er nog een andere probleem namelijk gebrek aan capaciteit De territoriale beperking van de bevoegdheid van de gerechtelijke diensten kan in sommige gevallen uitgroeien tot een grote probleem. Dit is het geval als het misdrijf territoriaal zeer verspreid is of als het internationaal georganiseerd is. Het voorstel van de commissie was dan op algemene wijze de territoriale bevoegdheidsomschrijving van de parketmagistraten en de onderzoeksrechters te onderzoeken De commissie maakte in haar verslag duidelijk dat de middelen van de justitie onvoldoende zijn. De uitrusting, organisatie en de personeelsbezetting van de justitie moesten aangepast worden om de mensenhandel op een efficiënte manier te bestrijden. Daarnaast 25 C. DE STOOP, Ze zijn zo lief, meneer. Over vrouwenhandelaars, meisjesballetten en de Bende van de miljardair, Leuven, Kritak, 1992, 284 p. 26 B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , M. ROELS, Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux, masterproef Rechten Universiteit Gent, , Parlementair onderzoek naar een structureel beleid met het oog op de bestraffing en de uitroeiing van de mensenhandel, Parl.St.,Kamer , nr. 673/7,

14 dienden er volgens de commissie meer middelen vrijgemaakt worden om de magistratuur te wapenen tegen dergelijke misdaden Bij de analyse van lopende onderzoeken is gebleken dat de coördinerende en stimulerende rol van de nationale magistraat vrij beperkt was. Deze situatie moest volgens de commissie gewijzigd worden Verder bracht de commissie volgende bevindingen en aanbevelingen naar voren 31 : Aanbevelingen met betrekking tot de politieorganisatie : o Oprichten van een dienst belast met intern toezicht. o Grondige hervorming van het tuchtrecht van de politiediensten. o Politieagenten zijn vaak hulpeloos door onvoldoende kennis van georganiseerd misdaad. Daarom is er nood aan bijscholing en rotatiesysteem. o Tewerkstellen van vrouwen in de zedenbrigades. o De verantwoordelijkheid van de politie om de gemeentelijke belastingen op te halen veroorzaakt problemen. De commissie pleit om voor deze belastingen enkel administratieve diensten in te schakelen. Heroriëntering gerechtelijk en strafrechtelijk beleid : o Wijziging van strafwet om mensenhandel als specifiek misdrijf te erkennen. o Sociaalrechtelijke aanpak van prostitutie is noodzakelijk. o Systematische aanpak van de achterliggende immobiliënsector aangezien het een belangrijk aspect van het probleem vormt. o Werken met spijtoptanten promoten. o Nieuwe politietechnieken, onder andere efficiënt werkend telefoontap uitwerken. 21. De bevindingen en de aanbevelingen van de Commissie mensenhandel waren van die aard dat ze niet zonder gevolgen konden blijven. De commissie maakte duidelijk dat de wetgeving helemaal niet voldoende was om de georganiseerde misdaad te kunnen bestrijden en creëerde een wetsontwerp om hieraan tegemoet te komen. Door de groeiende aandacht voor het fenomeen werd het wetsontwerp van de commissie omgetoverd tot een wet, namelijk de wet tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie 32. Door deze wet kreeg het 29 Parlementair onderzoek naar een structureel beleid met het oog op de bestraffing en de uitroeiing van de mensenhandel, Parl.St.,Kamer , nr. 673/7, 92, B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , Parlementair onderzoek naar een structureel beleid met het oog op de bestraffing en de uitroeiing van de mensenhandel, Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door mevrouw MERCKX-VAN GOEY en mevrouw DE T SERCLAES, Parl. St. Kamer , nr. 673/7-91/ Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie, B.S. 24 april 1995, gewijzigd door de Wet van 10 augustus 2005 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers, B.S. 2 september

15 Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) de opdracht om het beleid inzake mensenhandel te stimuleren, te coördineren en op te volgen 33. Hoofdstuk 3 : Commissie Dutroux ( ) Afdeling 1 : Inleiding 22. Alles begon in 1995 toen jonge meisjes één voor één begonnen te verdwijnen in ons land. De politie slaagde er niet in om sporen van de dader te vinden, de ouders wachtten wanhopig op goed nieuws en politici deed alweer niet de nodige om hier een verandering aan te brengen. Toch kwam een dag waarop België goed werd wakker geschud. Op 15 augustus 1996 werd de dader gevonden en er kwam een eind aan deze onduidelijkheid. Twee jonge meisjes werden getroffen in de kelder van ene Marc Dutroux nadat ze lange tijd seksueel misbruikt werden. Dutroux werd urenlang ondervraagd en uiteindelijk bekende hij een tijdje geleden nog andere meisjes ontvoerd en misbruikt te hebben in dezelfde kelder. Helaas was het voor hen te laat. De lichamen van vier meisjes werden gevonden in de tuin van een huis van Dutroux en bij één van zijn vrienden. 23. Deze feiten waren zodanig wreed en shockend waardoor de onvrede bij de bevolking heel snel toenam. Er heerste in ons land een sfeer van verontwaardiging en frustratie. Alsof al deze ellende nog niet genoeg was kwam er in september 1996 een wrakingsverzoek door de advocaat van Dutroux tegen de onderzoeksrechter Connerotte en de openbare aanklager Bourlet 34. De feiten die aanleiding gaven tot deze handeling vonden plaats op een spaghetti avond georganiseerd door een vzw die de ouders van de slachtoffers bijstond. Zowel Connerotte als Bourlet waren daar aanwezig. Toch spraken ze heel de nacht niet over de twee meisjes die gered werden uit Dutroux zijn kelder. 24. De advocaat van Dutroux was hier helemaal niet blij mee en vond dat de aanwezigheid van beide magistraten op betrokken benefietavond het recht op een eerlijk proces van zijn cliënt in gedrang bracht. Hij was van mening dat de magistraten hun onpartijdigheidsplicht hadden geschonden 35. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie gaf de advocaat gelijk en haalde Connerotte onmiddellijk van de zaak af. Dit zorgde bij de bevolking voor een nieuwe frustratie omdat ze, in tegenstelling tot de advocaat van Dutroux, wel geloofden in de rechtvaardigheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksrechter Connerotte. De beslissing van Cassatie was voor de burger dan ook nogmaals het bewijs dat rechters en politici de waarheid wouden verdoezelen en desnoods 33 B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , X, Dossier de zaak-dutroux, 35 F. VANDENBUSSCHE, Meisjes verdwijnen niet zomaar. De zaak-dutroux: het falen van de Belgische justitie en politie, Antwerpen, Kosmos, 1996,

16 misdadigers, de ware schuldigen, een hand boven het hoofd hielden 36. De onrust en onvrede bij de burger werd alsmaar groter. De scholieren kwamen op straat, gerechtsgebouwen werden besmeurd, ruiten werden ingegooid, wilde stakingen braken uit en verkeersknooppunten werden bezet om het ongenoegen te uiten 37. Zelfs de koning heeft zich in het debat gemengd, wat nooit eerder gezien was in de Belgische grondwettelijke geschiedenis 38. Op 18 oktober organiseerde koning Albert II een rondetafelconferentie met de ouders. De burgers hadden geen vertrouwen meer in de politiek en het gerecht. De koning was dan de enige die de dialoog met de samenleving nog kon herstellen via contact met de ouders. Deze laatste was immers de enige spreekbuis die de bevolking nog erkende Uiteindelijk leidde de onvrede en de verontwaardiging bij de bevolking tot de Witte Mars op 20 oktober De ouders van de verdwenen meisjes speelden een cruciale rol in deze beweging. Duizenden mensen kwamen op straat om hun ongenoegen te uiten over het gerecht en de werking van de politie bij de onderzoeken naar de verdwenen meisjes. De afschuw over wat er met de slachtoffers gebeurd was, de revolte ten aanzien van het staatsapparaat, de walging ten aanzien van de macht en de solidariteit met de ouders bracht zo n driehonderdduizend mensen vanuit de meest diverse groepen van de samenleving massaal op straat om deze maatschappij en haar politiek systeem te verwerpen 40. De onvrede van de bevolking groeide mee met de achteruitgang van hun vertrouwen in rechtvaardigheid van het gerecht. Belangrijke dossiers raakten niet uitgeklaard, kinderdoders werden niet tijdig bestraft en kleine criminelen mochten ongehinderd hun gang blijven gaan 41. Het feit dat deze keer kinderen slachtoffers werden van dergelijke gruweldaden heeft de burger diep geraakt. Heel veel mensen konden zich identificeren met de ouders van de verdwenen meisjes. Het is dan ook niet onlogisch dat de actie zo veel mensen op de straat kon brengen. Afdeling 2 : Vaststellingen 26. De schok die de zaak-dutroux teweegbracht en de commotie die hierbij ontstond naar aanleiding van al dan niet terechte beweringen omtrent het falen van politie en justitie in deze zaak, leidden tot de instelling van de commissie die werd belast met het parlementair onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak Dutroux-Nihoul en consorten 42. De commissie toonde opnieuw aan dat het juridisch onderzoek naar de verdwijningen vol lacunes zat. Zoals bleek uit de verslagen van de vorige 36 D.J. EPPINK, Dutroux één jaar na de schok. Mentale revolutie kent beperkte gevolgen. Vernieuwingsklimaat verzandt deels in lange mars door instituties, De Standaard, 11 augustus 1997 ; P. PONSAERS en S. DE KIMPE, Consensusmania. Over de achtergronden van de politiehervorming, Leuven, Acco, 2001, E.R. MULLER en C.P.M. CLEIREN, Rechterlijke macht. Studies over rechtspraak en rechtshandhaving in Nederland, Deventer, Kluwer, 2007, C. VAN DEN WYNGAERT, De naweeën van het spaghetti-arrest van 14 oktober 1996, Panopticon 1997, (72) D.J. EPPINK, Dutroux één jaar na de schok. Mentale revolutie kent beperkte gevolgen. Vernieuwingsklimaat verzandt deels in lange mars door instituties, De Standaard, 11 augustus P. DELTOUR, Het ongemak van een tegenmacht, Vl. Jurist 1998, (6) D. VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002, 9 ; D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie : een status questionis, T. Strafr. 2001, afl.2,

17 commissies bracht de Commissie Dutroux weer enkele belangrijke problemen en tegenstellingen aan het licht. De Belgische politiek werd hierdoor genoodzaakt een grondige analyse van de politie en het gerecht te maken. Aan de hand van cruciale hervormingen moest het vertrouwen van de burger terug gewonnen worden. De aanbevelingen van de commissie waren geen nieuwe zaken. Reeds voordien hebben de parlementaire onderzoekscommissies aanbevelingen gedaan die terugkwamen bij commissie Dutroux. Dit toont aan dat ook de Commissie Dutroux geconfronteerd werd met de klassieke pijnpunten van de Belgische strafrechtsbedeling. De commissievoorzitter Marc Verwilghen maakte dit duidelijk in een interview : Hadden regering en parlement werk gemaakt van wat begin 1990 al in de eerste Bendecommissie werd voorgesteld dan ware de Commissie Dutroux wellicht overbodig geweest 43. De Commissie Dutroux heeft geopteerd voor een hertekening van het politielandschap en heeft zich in één beweging uitgesproken voor een ingrijpende reorganisatie van het justitieapparaat als conditio sine qua non voor het welslagen van de politieorganisatie. Als gezagsafhankelijke en uitvoerende instantie is elke politieorganisatie voor de efficiëntie en performantie van haar optreden aangewezen op een behoorlijke aansturing door de bestuurlijke en gerechtelijke gezagsautoriteiten De volgende vaststellingen kwamen in het rapport van de Commissie Dutroux naar voren 45 : Vaststellingen met betrekking tot de politie : o Rivaliteit tussen de verschillende politiediensten, la guerre des polices. o Problemen in verband met bijzondere opsporingsmethoden en informanten. Vaststellingen met betrekking tot justitie : o Slachtoffer : De slachtoffer is onvoldoende erkend. Inzagerecht in dossiers is niet erkend als elementair recht. o Gerechtelijke instanties : Verschillende echelons opereren los van elkaar en binnen een zelfde echelon, beperking tot eigen arrondissement. Dit leidt tot het ontbreken van centrale gegevens. Hierdoor is het parket volledig aangewezen op gegevens van politie en heel wat inzichten gaan hierdoor verloren. Er is nood aan nationaal magistraat. De parketten hebben zwakke interne organisatie en hun actieradius is beperkt tot eigen arrondissement. Daarnaast is er afwezigheid van informatie-uitwerking. Daarbij werken ze te veel case-gericht B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , ; M. VERWILGHEN, Ter wille van de meisjes, Knack, 16 april 1997, B. DE RUYVER, Het voorstel van de parlementaire onderzoekscommissie Dutroux : genese en krachtlijnen, Panopticon 1998 (3), B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, , D. VAN DAELE, Openbaar ministerie en strafrechtelijk beleid, Antwerpen,Intersentia, 2002,

18 Afdeling 3 : Aanbevelingen 28. Commissie Dutroux onderlijnde in haar aanbevelingen dat de parketten van eerste aanleg een heel belangrijke rol spelen bij de opsporing en de vervolging. De commissie achtte het dan ook cruciaal dat deze parketten zouden worden gemoderniseerd, waarbij met name aansluiting zou moeten worden gezocht bij de beginselen van modern management. Dit zou een responsabilisering van de korpschef van de parketten met zich meebrengen. Zij staan in belangrijke mate in voor de organisatie en het functioneren van hun parket. Parallel aan deze responsabilisering dient volgens de commissie echter ook de taak van de parketten-generaal te worden geherdefinieerd. Zij moeten immers instaan voor de bewaking van de kwaliteit van het optreden van de parketten van eerste aanleg enerzijds en voor de implementatie van het strafrechtelijk beleid door deze parketten anderzijds. Opmerkelijk is dat de commissie er zonder een grondige argumentatie voor pleitte om het ambt van openbaar ministerie in graad van hoger beroep te laten uitoefenen door de parketten van eerste aanleg Enkele andere aanbevelingen zijn 48 : Met betrekking tot politie: o Wettelijke regeling bijzondere opsporingsmethoden. o Geïntegreerde politiezorg op twee niveaus (federaal en lokaal). o Ontwikkeling van anti-corruptiestrategieën. Met betrekking tot justitie : o Externe audit naar efficiëntie en middelen voor de gerechtelijke diensten. o Aanpassing strafrechtelijk beleid : strafrecht als ultima ratio en onderwerping aan een openbaar debat in het parlement. Het strafrechtelijk beleid moet zowel gericht zijn op de fenomeen als op de strafrechtelijke kwalificatie ervan. Daarnaast moet er sprake zijn van een tweeledig beleid, waarbij enerzijds structureel preventieve maatregelen moeten worden genomen, en anderzijds repressief anti-corruptiebeleid moet worden gevoerd op niveau van tuchthandhaving en strafrechtshandhaving. 47 Parlementair onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in Dutroux-Nihoul en consorten. Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heer Renaat Landuyt en mevrouw Nathalie de T Serclaes, Parl. St. Kamer , nr.713/6, ; D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie : een status questionis, T. Strafr. 2001, afl.2, B. DE RUYVER, Strafrectelijk beleid, ,

19 Hoofdstuk 4 : Bendecommissie II Afdeling 1 : Het verslag van de Bendecommissie II 30. In de tweede helft van de jaren negentig had ons land alweer te maken met wrede aanslagen. Naast de zaak-dutroux liet het onderzoek naar de aanslagen die werden toegeschreven aan de bende van Nijvel de gemoederen beroeren. Dit leidde tot de instelling van een parlementaire onderzoekscommissie, namelijk de Bendecommissie II Het verslag van de commissie dat op 14 oktober 1997 gepubliceerd werd bevatte vaststellingen die intussen al gekend waren. Ook deze commissie wees op het feit dat het openbaar ministerie onvoldoende toezicht en leiding uitoefent op het optreden van de politiediensten 50. Daarnaast stelde zij vast dat het bestaan van zevenentwintig gerechtelijke arrondissementen tot een grote opdeling van het strafrechtelijk onderzoek leidde. Daarom was de commissie van mening dat dossiers die wegens hun grensoverschrijdende karakter of wegens andere specifieke kenmerken, de werkingsmiddelen of zelfs de bijzondere opleidingsgraad van de plaatselijke parketmagistraten overstijgen, op het federale niveau behandeld moeten kunnen worden 51. De commissie pleitte voor de instelling van een gestructureerd federaal parket. De leiding van het federaal parket zou berusten bij een federaal-procureur die niet onder het gezag van het college van procureurs-generaal zou staan. Naast de federale procureur zouden ook de nationale magistraten in het federaal parket zitten. Het verslag kende de laatstgenoemden twee soorten taken toe, namelijk coördinatieopdrachten uitvoeren en belast worden met bepaalde dossiers waarbij ze zouden werken onder het gezag van de federale procureur-generaal. Ten aanzien van de gecoördineerde federale behandeling dienden er volgens de commissie eenvormige richtlijnen van het college van procureurs-generaal te komen. Binnen deze richtlijnen zouden dan zowel de procureur des Konings als de territoriaal bevoegde procureur-generaal het initiatief tot een gecoördineerde federale behandeling kunnen nemen. De eigenlijke beschikking tot gecoördineerde federale behandeling zou worden genomen, hetzij door de kamer van inbeschuldigingstelling-voor zover het gaat om lopende gerechtelijke onderzoeken in verschillende gerechtelijke arrondissementen van een zelfde ressort-, hetzij door het Hof van Cassatie, ingeval het om lopende gerechtelijke onderzoeken gaat die over meerdere ressorten verspreid zijn Tot slot voorzag de commissie in het doortrekken van de federale behandeling naar de onderzoeksrechter. Ter zake zou ofwel worden overgegaan tot de aanwijzing van een federale 49 D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie : een status questionis, T. Strafr. 2001, afl.2, D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie : een status questionis, T. Strafr. 2001, afl.2, Parlementair onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Renaat Landuyt en Jean-Jacques Viseur, Parl. St. Kamer , nr.573/7,51 en 53 ; C. FIJNAUT, D. VAN DAELE en R. VERSTRAETEN, De hervorming van het openbaar ministerie : een rechtsvergelijkend commentaar op de totstandkoming, inhoud en draagwijdte van het Octopus-akkoord, 1999,

20 onderzoeksrechter ad hoc, hetzij tot een zogenaamde pool van federale onderzoeksrechters 52. DEEL 2 : HET OCTOPUSAKKOORD Hoofdstuk 1 : Algemeen 32. Uit het voorgaande is gebleken dat er sinds het begin van de jaren negentig door de parlementaire onderzoekscommissies talrijke voorstellen werden gedaan met het oog op de verbetering van de organisatie en het functioneren van het openbaar ministerie en de politiediensten 53. Maar de boswandeling van Dutroux te Neufchâteau op 23 april 1998 had ervoor gezorgd dat een echte hervorming kwam. Het bracht een ware stroomversnelling op gang en deed de politieke partijen beseffen dat justitie en politie dringend moesten worden aangepakt 54. De dag waarop hij onder toezicht van twee rijkswachters van Aarlen naar Neufchâteau werd overgebracht om zijn dossier te bekijken, slaagde hij er in om te ontsnappen. Gelukkig werd hij nog dezelfde dag gevangen en terug achter de tralies gezet doch het kwaad was intussen geschied 55. De bevolking had weer te kampen met frustratie. Het was onbegrijpelijk hoe zoiets kon gebeuren. Uiteindelijk leidde de ontsnapping van Dutroux tot het ontslag van twee belangrijke ministers. minister van Binnenlandse zaken Johan Vande Lanotte en minister van Justitie Stefaan De Clerck boden allebei hun ontslag aan. Kort na de eerste golf van ontslagen heeft Willy Deridder, generaal van de rijkswacht ook zijn ontslag aangeboden. Via het ontslag van deze drie kopstukken werd het thema van de politieke verantwoordelijkheid terug vooraan op de agenda gezet 56. De vervanging van deze ministers moest zo snel mogelijk gebeuren. Dit gebeurde ook en beide ministers werden vervangen door Louis Tobback voor Binnenlandse Zaken en Tony Van Parys voor Justitie. 33. De ontsnapping van Dutroux op 23 april 1998 leidde tot de koppeling van het dossier aangaande de hervorming van justitie aan de politiehervorming 57. Na de boswandeling die als 52 Parlementair onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de Bende van Nijvel. Verslag namens de onderzoekscommissie uitgebracht door de heren Renaat Landuyt en Jean-Jacques Viseur, Parl. St. Kamer , nr.573/7, 53 en D. VAN DAELE, De hervorming van het openbaar ministerie : een status questionis, T. Strafr. 2001, afl.2, C.V., Politiediensten lossen elkaar af met eisenbundels, Gazet van Antwerpen, 8 mei 1999; B. DE GROOTE, De Octopus van Octopus. Hoge Raad voor de Justitie: schoonmoeder of paus, AJT , (761) 761; E. DONCKIER, Oplossing komt na crisis, Gazet van Antwerpen, 26 mei 1998; B. DE RUYVER, Politiehervorming is niet af, De Standaard, 13 juni X, Dossier de zaak-dutroux, ; P. PONSAERS en S. DE KIMPE, Consensusmania. Over de achtergronden van de politiehervorming, Leuven, Acco, 2001, 223 ; M. ROELS, Men zou in dit land bijna om een ramp smeken: Justitie- en politiehervorming naar aanleiding van de zaak-dutroux, masterproef Rechten Universiteit Gent, , L. HUYSE en A. VERDOODT, Dertig jaar justitiebeleid. Kroniek van een aangekondigde crisis, Panopticon 1999, afl. 1, (3) B. DE RUYVER, Strafrechtelijk beleid, ,

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE

HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE CONSEIL SUPERIEUR DE LA JUSTICE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE INLEIDING De HRJ heeft een drievoudige opdracht die sinds 2 augustus 2000 effectief uitgeoefend wordt: Een bepalende rol spelen in het benoemingsbeleid bij de magistratuur, op

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht)

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-09 De Octopushervorming: 10 jaar later (Luik politie en Luik Gerecht) Masterproef van de opleiding master in de rechten Ingediend door Ann

Nadere informatie

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.)

DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN. Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) DE REORGANIS ATIE VAN HET POLITIEWEZEN Cyrille Fijnaut, Brice De Ruyver en Franky Goossens (red.) Universitaire Pers Leuven 1999 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoud 7 Cyrille Fijnaut TIEN JAAR (DISCUSSIE

Nadere informatie

Publicaties Dirk Van Daele (2004)

Publicaties Dirk Van Daele (2004) 1 Publicaties Dirk Van Daele (2004) I. BOOKS 1. FIJNAUT, C., GOOSSENS, F., HUTSEBAUT, F. en VAN DAELE, D., Het Belgische politiewezen. Wetgeving - Beleid - Literatuur inzake politie, bestuur en justitie,

Nadere informatie

De Hoge Raad voor de Justitie: impact op het strafrechtelijk beleid? Adviesbevoegdheid HRJ

De Hoge Raad voor de Justitie: impact op het strafrechtelijk beleid? Adviesbevoegdheid HRJ Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 De Hoge Raad voor de Justitie: impact op het strafrechtelijk beleid? Adviesbevoegdheid HRJ Masterproef van de opleiding Master in de

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie Patrick Vandenbruwaene Advocaat-generaal Hof van Beroep Antwerpen Studiedag 10 juni 2010 Waarom : Beeldvorming gerechtelijke arrondissementen Bevolkingscijfers

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie

Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie C a h i e r s P o l i t i e s t u d i e s J a a r g a n Politie en parlementaire controle in België en Nederland De stille kracht van de parlementaire democratie Paul Ponsaers & Elke Devroe 1. De parlementaire

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen

Voorstel van resolutie. betreffende een meer doeltreffende preventie van vrouwelijke genitale verminking in Vlaanderen stuk ingediend op 1680 (2011-2012) Nr. 1 19 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van resolutie van de dames Marijke Dillen, Gerda Van Steenberge en Linda Vissers en de heren Frank Creyelman, Filip Dewinter,

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING

INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING Onderzoek naar de modaliteiten voor Belgische participatie in internationale politiesamenwerkingsprojecten van regionale omvang Onderzoekers Serge BRAMMERTZ Stefan DE

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen.

Het doel is dus de financiële middelen rechtstreeks te verdelen naar de niveaus waar de verantwoordelijkheid wordt opgenomen. Op donderdag 8 oktober organiseerde het Vlaams Pleitgenootschap een paleisdispuut over de gerechtelijke hervorming. Sprekers waren Minister van Justitie Stefaan De Clerck, de heer Ghislain Londers, Eerste

Nadere informatie

De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid)

De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid) Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-2012 De twee ambtstermijnen van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (gefocust op het opsporings- en vervolgingsbeleid) Masterproef

Nadere informatie

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 Inhoudstafel Woord vooraf... 11 Inleiding en methodologie... 15 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 2 Onderzoeksteam... 17 2.1 Kernteam UGent... 17 2.2 Expertengroep... 17 2.3 Begeleidingscomité...

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Richtlijn van de Minister van Justitie Omzendbrief nr. COL 10/2004 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 30 april

Nadere informatie

Strategische doelstelling

Strategische doelstelling Naar een nieuw Openbaar Ministerie in samenspraak met de politie Strategische doelstelling Een strafrechtelijk optreden moet maatschappelijk relevant zijn D.w.z. : Beteugeling strafbaar feit: I Binnen

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, le 27 février 2004. Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer de

Nadere informatie

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten STORME, LEROY, VAN PARYS Advocatenassociatie cvba Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten Christiaan Beyaert c.beyaert@storme-law.be Kristiaan Vandenbussche k.vandenbussche@storme-law.be

Nadere informatie

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005.

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september 2004- juni 2005. 1 1. INLEIDING 3 2. BEVOEGDHEDEN 3 3. LEDEN 4 4. VERGADERINGEN 4 5. ACTIVITEITEN 4 6. BESLUIT EN OVERWEGINGEN 5 2 1.

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 2013 Gevolgen op gerechtelijk vlak Als gevolg van het treinongeval heeft de Procureur des Konings een strafdossier geopend

Nadere informatie

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? INLEIDING Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting? Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting werd in 1999

Nadere informatie

Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel

Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel B Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel Richtlijn van de Minister van Justitie Deze richtlijn wil leiden tot een coherenter opsporings-

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/020 BERAADSLAGING NR. 15/007 VAN 3 MAART 2015 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

Het beleid van het OM inzake witwassen in de parketten Antwerpen en West-Vlaanderen

Het beleid van het OM inzake witwassen in de parketten Antwerpen en West-Vlaanderen Het beleid van het OM inzake witwassen in de parketten Antwerpen en West-Vlaanderen Deleu Samuel eerste substituut-procureur des Konings, sectieverantwoordelijke Ecofin parket West-Vlaanderen De Winter

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/5 Advies nr 17/2012 van 10 mei 2012 Betreft: Adviesaanvraag inzake het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET.

SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 SAMENWERKING TUSSEN POLITIE EN PARKET. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Shari De Roose 01105413 Promotor:

Nadere informatie

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 20.1.2014 2014/2006(INI) ONTWERPVERSLAG over evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, 6 maart 2001. Omzendbrief nr. COL 3/2001 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET. 1 08.08.2016 20 JULI 1971 KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN EEN NATIONAAL COMITE VOOR DE VEILIGHEID DER BURGERLIJKE LUCHTVAART EN VAN PLAATSELIJKE COMITES VOOR DE VEILIGHEID DER LUCHTHAVENS

Nadere informatie

Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? STELLINGEN PROJECT: POLITIËLE SCHADEBEMIDDELING EN POLITIE

Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? STELLINGEN PROJECT: POLITIËLE SCHADEBEMIDDELING EN POLITIE Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? Sigrid Van Grunderbeeck Wim D haese Congres Restorative Policing - Blankenberge 14-15 mei 2009 STELLINGEN Politie moet zich afhouden

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie

Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Het historisch dunne vernis van de gemeentelijke autonomie Prof. dr. Elke Devroe Universiteit Leiden 1 Introductie Actueel: Roep naar grotere zones Historische reminder Belang van de gemeentelijke autonomie

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie

Twee eeuwen. Openbaar Ministerie Twee eeuwen Openbaar Ministerie Met dank aan Napoleon Slechts drie jaar heerste Napoleon Bonaparte over Nederland. Toch heeft deze korte periode belangrijke sporen nagelaten in ons dagelijkse leven. Zo

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Brussel, 14 december 1998. College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

DE INVLOED VAN DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES OP HET STRAFRECHTELIJK BELEID IN BELGIË

DE INVLOED VAN DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES OP HET STRAFRECHTELIJK BELEID IN BELGIË DE INVLOED VAN DE PARLEMENTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIES OP HET STRAFRECHTELIJK BELEID IN BELGIË Aantal woorden: 35 429 Stéphanie Van Lancker Studentennummer: 01102356 Promotor: Prof. dr. Brice De Ruyver Commissaris:

Nadere informatie

(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX

(plaats & XX XX XXXX datum) De vrederechter van het kanton XXX (plaats & XX XX X datum) De vrederechter van het kanton Geachte vrederechter, Betreft: voorlopig bewind Het is u bekend dat ik bij vonnis van als voorlopig bewindvoerder aangesteld werd voor De beschermde

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Voorwoord...5. Inhoudsopgave...7. Lijst Van Tabellen Inleiding Methodologie...19

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Voorwoord...5. Inhoudsopgave...7. Lijst Van Tabellen Inleiding Methodologie...19 Inhoudsopgave Voorwoord...5 Inhoudsopgave...7 Lijst Van Tabellen...13 Inleiding...15 Methodologie...19 1. Procesbegeleiding op het parket van eerste aanleg te Antwerpen...19 2. Gestructureerde schriftelijke

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 12/99 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 12/99 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL Brussel, 3 juni 1999. Omzendbrief nr. COL 12/99 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer / Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer / Mevrouw

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE PUBLIC ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4 NOTA van: van het voorzitterschap aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure. Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0359 (COD) 9316/17 NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: 14875/16 Betreft: het voorzitterschap het Coreper / de Raad JUSTCIV

Nadere informatie

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw

Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw De politiezone Politiereglementen Gemeentelijke administratieve sancties Isabelle Vincke 12-12-2012 Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale asbl Vereniging van de Stad

Nadere informatie

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD

DUUR VAN DE OPLEIDING. 1. Opleidingsmodules : min 320 uren 2. Opleidingsstage : nihil INHOUD FUNCTIONELE OPLEIDING GERECHTELIJKE POLITIE VOOR HET BASIS- MIDDEN- EN OFFICIERENKADER VAN DE LOKALE EN FEDERALE POLITIE Luik 1 (artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 december 2005 betreffende de

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 De bijzondere opsporingsmethoden.book Page 3 Thursday, June 23, 2011 10:40 AM DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 HOOFDSTUK 1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE WETGEVING... 17 1. De wet van 6 januari

Nadere informatie

College van Procureurs-Generaal

College van Procureurs-Generaal Openbaar Ministerie College van Procureurs-Generaal Voorzitter U' Postbus 20B05 2500 EH Den Haag Prins Olauslaan IB D' 2505 AJ Den Haag, Minister van Veiligheid en Justitie Telefoon+31 (0)70 233 3B 00

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 9 Deel I Wetgeving 11 1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 12 Titel I. Rechten en vrijheden. 12 2. De gecoördineerde Grondwet

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen

Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen INHOUD Deel 1 De Openbare Orde Wat orde in de wanorde van begrippen HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 1. Inleiding 1 2. De openbare orde 1 3. Openbare overlast en administratieve sancties 5 4. Materiële

Nadere informatie

SYNTHESEVERSLAG OVER DE EVALUATIE VAN DE MAGISTRATEN

SYNTHESEVERSLAG OVER DE EVALUATIE VAN DE MAGISTRATEN 1 SYNTHESEVERSLAG OVER DE EVALUATIE VAN DE MAGISTRATEN (goedgekeurd door de Algemene vergadering op 26 februari 2003) 1. De doelstellingen van de wet zijn dubbelzinnig De wet van 22 december 1998 voegde

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art.

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art. INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDEN) Ten gevolge van de problemen met PolDoc: maak soms gebruik van het nieuwe platform PolDMS (te raadplegen via Portal) Domein 1 : Bestuurlijke politie

Nadere informatie

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport

Nadere informatie

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding)

Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) Internationale samenwerking in strafzaken (basisopleiding) ref.: INT-044 Doelgroep Tweedejaars gerechtelijke stagiairs (voor wie deze opleiding verplicht is) Magistraten van de parketten van eerste aanleg

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM)

Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Evaluatie van veiligheidsbeleid en veiligheidsplannen integraal en geïntegreerd? Beschouwingen vanuit het openbaar ministerie (OM) Ivo Carmen Procureur des Konings te Leuven Antwerpen 22 februari 2011

Nadere informatie

EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET

EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET EVALUATIE ANTIRACISMEWET ANTIDISCRIMINATIEWET BRUSSEL 26 FEBRUARI 2016 INHOUD 1 INHOUD ANDERE ACTOREN / PROCEDURES MELDINGEN EN DOSSIERS 2003-2014 2 VERDELING PER DISCRIMINATIEGROND VERDELING PER MAATSCHAPPELIJK

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2003 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

Geachte voorzitter, Geachte openingsredenaar, Mijnheer de procureur-generaal, Hooggeachte vergadering,

Geachte voorzitter, Geachte openingsredenaar, Mijnheer de procureur-generaal, Hooggeachte vergadering, Geachte voorzitter, Geachte openingsredenaar, Mijnheer de procureur-generaal, Hooggeachte vergadering, Eerst wil ik een tweetal gedachten toevoegen aan de openingsrede. In één neem ik een andere positie

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

HAALT VEEL UIT WEINIG 2018

HAALT VEEL UIT WEINIG 2018 HAALT VEEL UIT WEINIG 2018 NATIONAAL INSTITUUT VOOR CRIMINALISTIEK EN CRIMINOLOGIE VILVOORDSESTEENWEG 100, 1120 BRUSSEL TEL. +32 (0)2 240 05 00 NICC-INCC@JUST.FGOV.BE WWW.NICC.FGOV.BE FEDERALE OVERHEIDSDIENST

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Kaas met gaten of gaten met kaas

Kaas met gaten of gaten met kaas Kaas met gaten of gaten met kaas Wat blijft nog over van het beroepsgeheim? Sofie Royer Instituut voor strafrecht 19 februari 2018 De Morgen De Standaard De Standaard Art. 458 Sw. Geneesheren, heelkundigen,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

POLITIE IN DE STAAT. Bestuursrechtelijke beschouwingen over functie en organisatie van de politie

POLITIE IN DE STAAT. Bestuursrechtelijke beschouwingen over functie en organisatie van de politie 97 U 5 2 3 7 POLITIE IN DE STAAT Bestuursrechtelijke beschouwingen over functie en organisatie van de politie Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de rechtsgeleerdheid Proefschrift ter verkrijging

Nadere informatie

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2. DEONTOLOGIE Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie en houdende de Deontologische Code voor de openbare mandatarissen 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING Artikel 1

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Panelgesprek: «Glocalisation» onder leiding van Prof. Elke Devroe:

Panelgesprek: «Glocalisation» onder leiding van Prof. Elke Devroe: Panelgesprek: «Glocalisation» onder leiding van Prof. Elke Devroe: Thema 1 Opleiding en training: Thema 2 COP in Europe: D. Van Nuffel (België) & C. Vandervijver (Nederland) Thema 3 Global crime: A. Duchatelet

Nadere informatie

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( )

( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld ( ) Doel Wanneer Wat/wie Nieuwe Gemeentewet Art. 134bis Herhuisvesting van daklozen ( ) binnen een termijn van 6 maand te rekenen vanaf de dag waarop de burgemeester de eigenaar op de hoogte heeft gesteld

Nadere informatie

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. U bent getuige Inleiding U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. Deze brochure informeert u in grote lijnen over wat van u

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

R A P P O R T Nr

R A P P O R T Nr R A P P O R T Nr. 115 --------------------------------- IAO Rapport over het tijdvak 1 juni 2016-31 mei 2019, uitgebracht door de Belgische regering overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van het

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 30 september 2013 ADVIES 2013-46 met betrekking tot de toegang tot notulen van de SIOD (CTB/2013/80)

Nadere informatie

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2004 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ]

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken [ Gegevens 2005 ] Notariaat Met dank aan

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Steven Lierman Referendaris bij het Hof van Cassatie Deeltijds docent UA Rampenbestrijding is geen eenduidig begrip Nieuwe uitdagingen in een risicomaatschappij

Nadere informatie

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21

INLEIDING Afdeling 1. Algemeen kader Ontstaan en doelstellingen van het onderzoek... 21 INHOUDSTAFEL INLEIDING........................................................ 11 HOOFDSTUK 1 WERKWIJZEN EN OPTREDEN VAN DE POLITIEDIENSTEN IN HET RAAM VAN DE BEHEERSING VAN DE PROSTITUTIE EN DE STRIJD

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/206 BERAADSLAGING NR. 16/092 VAN 4 OKTOBER 2016 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie