VASTSTELLINGSOVEREENKOMST BBL GRONDEN

Transcriptie

1 VASTSTELLINGSOVEREENKOMST BBL GRONDEN PARTIJEN 1. de Provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag en aldaar kantoorhoudend aan het Zuid- Hollandplein 1, te dezen op grond van artikel 176 van de Provinciewet, vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koning, de heer drs J. Smit dan wel zijn gemachtigde, de heer ir A.G.P.M. Maas, hoofd afdeling Ontwikkeling en Grondzaken; hierna te noemen: de Provincie; 2. Bureau Beheer Landbouwgronden, gevestigd te Den Haag en kantoorhoudende te Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur Bureau Beheer Landbouwgronden, drs P. de Krom, hiema te noemen BBL. Provincie en BBL hiema gezamenlijk te noemen; "Partijen". DEFINITIES Bestuursakkoord Natuur Bestuursovereenkomst Grond BBL Het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur van 20 september 2011 en de aanvullingen en uitvoeringsafspraken van respectievelijk 7 december 2011 en 8 februari Bestuursovereenkomst Grond tussen staatssecretaris van Economische Zaken en gedeputeerden Vitaal Platteland van alle provincies van 4 oktober Bureau Beheer Landbouwgronden BBL-oud gronden Gronden die met rijksmiddelen van voor 1 januari 2007 door BBL in opdracht van het rijk zijn venworven en die in de ILGbestuursovereenkomsten aan de provincies ter beschikking zijn gesteld. BBL-nieuw gronden Gronden gefinancierd vanuit het ILG die vanaf 1 januari 2007 door BBL in opdracht van de provincies zijn ven/vorven BBL-oud saldo Het saldo van de rekening courant van de BBL oud gronden. (Financieel verschil tussen de aan- en» verkopen in opdracht van de provincie van BBL oud gronden). Gebmiks- en Beschikkingsmacht De exclusieve bevoegdheid van de Provincie om opdrachten aan BBL te verstrekken tot het

2 Grond(en) Partijen vemchten van alle feitelijke en rechtshandelingen met betrekking tot de Gronden waardoor de Provincie volledige zeggenschap verkrijgt over de Gronden als ware zij eigenaar. (een)registergoed(eren) of persoonlijk(e) vermogensrecht(en) behorend tot de categorie BBLoud of BBL-nieuw. De provincie Zuid-Holland en BBL gezamenlijk. Provincie De provincie Zuid-Holland OVERWEGINGEN Met het Bestuursakkoord Natuur zijn door de provincies en het Rijk afspraken vastgelegd over de decentralisatie van het natuurbeheer. In de Bestuursovereenkomst Grond zijn vervangende en aanvullende afspraken gemaakt ten opzichte van het Bestuursakkoord Natuur voor het onderdeel grond. Eén van de aanvullende afspraken betreft de overdracht per 1 januari 2014 van de economische eigendom van de BBL-oud gronden (met uitzondering van de gronden ten behoeve van bufferzones en groenfonds) aan de provincies. Omdat de betreffende gronden in juridisch eigendom zijn bij BBL, hebben Rijk (EZ) en Provincies in de Bestuursovereenkomst Grond met elkaar afgesproken dat de afzonderiijke provincies vaststellingsovereenkomsten zullen sluiten met BBL, waarin de economische eigendom wordt vastgesteld, alsmede nadere afspraken omtrent beheer en exploitatie zullen worden gemaakt. Met onderhavige overeenkomst wordt door BBL en Pravincie uitvoering gegeven aan laatstgenoemde afspraken PARTIJEN KOMEN ALS VOLGT OVEREEN INZAKE ECONOMISCH EIGENDOM ARTIKEL 1 VASTSTELLING ECONOMISCH EIGENDOM BBL OUD EN NIEUW GRONDEN Partijen stellen vast dat economisch eigendom van de in bijlage 1.1 dd 1 januari 2013 opgenomen BBLoud gronden, alsmede alle BBL-oud gronden die in 2013 door BBL zijn venvorven en nog in eigendom zijn bij BBL, vanaf 1 januari 2014 toebehoren aan de Provincie tot het moment waarop notariële levering van deze gronden plaatsvindt. Partijen stellen vast dat economisch eigendom van de in bijlage 2 d.d. 1 januari 2013 opgenomen BBLnieuw gronden, alsmede alle BBL-nieuw gronden die in 2013 door BBL zijn venvon/en ten behoeve van de Provincie en nog in eigendom zijn bij BBL, vanaf 1 januari 2014 toebehoren aan de Provincie, voor zover dat niet al het geval was, tot het moment waarop notariële levering van deze gronden plaatsvindt. Zodra zulks mogelijk is verstrekt BBL nieuwe lijsten per 1 januari 2014, welke lijsten in de plaats treden van de hiervoor bedoelde bijlagen per 1 januari 2013.

3 ^^^''^"j^j^ HOLLAND Ter verduidelijking zijn de percelen BBL oud en nieuw dd 1 januari 2013 (bijlage 1 en 2) op kaart weergegeven (kaart I). Per 1 januari 2014 bestaan koopovereenkomsten ten behoeve van de Provincie ten name van BBL, die nog niet tot een juridische levering aan BBL hebben geleid. Deze transacties vallen echter wel onder de regels en bepalingen van de Bestuursovereenkomst Grond, evenals mogelijk andere transacties die begin 2014 ten name van BBL tot stand zijn gekomen. Partijen komen overeen dat in de loop van 2014 dergelijke aanvullende transacties tussen Partijen worden vastgelegd. Deze vastlegging zal als een onverbrekelijk onderdeel van deze overeenkomst dienen te worden beschouwd. Het recht van economisch eigendom van de Gronden omvat in ieder geval: De Provincie is volledig economisch belanghebbende tot de op bijlage 1 en 2 vermelde Gronden, als gevolg waarvan alle baten en lasten van de Gronden voor rekening en risico van de Provincie zijn. waarmee de Provincie het recht heeft deze gronden aan zichzelf of derden te laten leveren; De Provincie heeft vrijelijk Gebruiks- en Beschikkingsmacht als ware zij juridisch eigenaar, alles onder de door haar te bepalen voonvaarden en bedingen: over de op bijlage 2 vermelde BBL-nieuw gronden onder de beperkende voonvaarde dat juridische levering aan de Provincie niet eerder kan plaatsvinden dan nadat definitieve vaststelling heeft plaatsgevonden van de aan de Provincie verstrekte ILG-subsidiegelden over de op bijlage 1 en 2 vermelde Gronden onder de beperkende voorwaarde dat tot 2016 minimaal hectaren hiervan in juridisch eigendom van BBL dient te blijven. Deze hectaren zullen met ingang van 2016 in jaariijkse tranches in juridisch eigendom kunnen worden overgedragen aan de Provincie in de periode 2016 t/m Dit houdt in dat tot ha, tot ha en tot ha bij BBL moet blijven. Bij notariële levering (in opdracht van de Provincie) door BBL zal geen betaling meer door de Provincie aan BBL vereist zijn en zal: voor de BBL-oud gronden de bij BBL verantwoorde historische kostprijs ten laste van de oorspronkelijke financier worden afgeboekt; voor de BBL-nieuw gronden de bij BBL verantwoorde historische kostprijs ten laste van de Provincie worden afgeboekt; Bij notariële levering (in opdracht van de Provincie) door BBL aan een derde is de Provincie gerechtigd tot de opbrengsten van de Gronden, afkomstig van deze derde; Zonder dat er een expliciete opdrachtveriening van de zijde van de Provincie ten grondslag ligt is het BBL niet toegestaan rechtshandelingen of feitelijke handelingen le verrichten ten aanzien van de Gronden. ARTIKEL 2 BBL-OUD SALDO Partijen stellen vast dat de Provincie gerechtigd is tot een BBL-oud saldo van ,74 per 31 december 2012 en aldus een onmiddellijk opeisbare vordering heeft tot dit bedrag jegens BBL. Voor zover BBL-oud gronden in opdracht van de Provincie door BBL aan een derde worden vervreemd, zullen de verkoopopbrengsten worden toegevoegd aan het BBL-oud saldo ofwel zullen deze op verzoek van de Provincie worden gestort op rekening

4 ARTIKEL 3 NAGEKOMEN INVESTERINGEN EN OPBRENGSTEN BBL-OUD GRONDEN T.a.v. BBL-oud gronden die in eigendom bij BBL waren op 1 januari 2011 en daarna zijn vervreemd aan een derde, waarbij in de akte van levering tussen BBL en de derde een afspraak is overeengenomen die kan leiden tot een investering door of opbrengst aan BBL, stellen partijen vast dat deze investeringen en opbrengsten respectievelijk ten laste en gunste komen van de Provincie. Voor een lijst met percelen BBL oud per 1 januari 2011 wordt venvezen naar bijlage 3 en nader geduid op kaart II. ARTIKEL 4 NIEUW TE VERWERVEN GRONDEN Zonder dat er een expliciete opdrachtveriening van de zijde van de Provincie aan ten grondslag ligt is het BBL niel toegestaan rechtshandelingen of feitelijke handelingen te verrichten ten aanzien van binnen het kader van de onderhavige overeenkomst nieuw te venverven gronden. Voor onderhandelingen die bij aanvang van hetjaar 2014 al tot wederzijdse overeenstemming zijn gekomen zijn of worden afzonderiijke opdrachten verstrekt. Nieuwe venven/ingen zullen ten name van de Provincie plaatsvinden. ARTIKEL 5 KOOPPRIJS De juridische eigendom zal te zijner tijd worden geleverd zonder dat nog een aanvullende koopprijs verschuldigd zal zijn, in de wetenschap dat: Voor de overdracht van de economisch eigendom van alle BBL-oud gronden in de Bestuursovereenkomst Grond door de provincies een gezamenlijke betalingsregeling met het Rijk (ministerie van Economische Zaken) is overeengekomen. Voor de BBL-nieuw gronden de respectievelijke koopprijzen door de Provincie aan BBL werden voldaan in het kader van de tussen de Provincies en het Rijk vastgelegde financieringsafspraken in hetbo ILG ARTIKEL 6 OMZETBELASTING Indien en voor zover in deze vaststellingsovereenkomst voor de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 een levering wordt gezien, is over de verkrijging geen omzetbelasting verschuldigd. Hierbij nemen partijen aan dat enkel onroerende zaken worden overgedragen die niet kwalificeren als een bouwterrein dan wel een gebouw als bedoeld in artikel 11.1.a-1, Wet op de omzetbelasting Indien en voor zover daarentegen wél onroerende zaken worden overgedragen die kwalificeren als een bouwterrein dan wel een gebouw als bedoeld in artikel 11.1.a-1, Wet op de omzetbelasting 1968, dan zal BBL aan de Provincie een factuur uitreiken die voldoet aan de voonvaarden ex artikel 35a, Wet op de omzetbelasting 1968.

5 ^'TTTTÏ HOLLAND ZUID ARTIKEL 7 OVERDRACHTSBELASTING Indien en voor zover in deze vaststellingsovereenkomst een verkrijging wordt gezien als bedoeld in de Wet op Belastingen van rechtsverkeer, doet de Provincie een beroep op de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub c van die WeL Ingeval sprake is van de verkrijging van de economisch eigendom als bedoeld in artikel 2.2, Wet op belastingen van rechtsverkeer, die niet is neergelegd in een notariële akte of in een andere akte die ter registratie is aangeboden, maakt BBL hiervan ingevolge artikel 54, Wet op belastingen van rechtsverkeer, binnen twee weken na deze verkrijging melding bij de Belastingdienst waaronder zij ressorteert. ARTIKEL 8 FEITELIJKE LEVERING Vanaf 1 januari 2014 zijn de Gronden voor rekening en risico van de Provincie inclusief de baten en lasten die het beheer van de Gronden met zich brengt. BBL sluit, voor zoveel nodig en indien door de Provincie gewenst, af en houdt tot de juridische levering in stand alle verzekeringen met betrekking tot het belang van de Provincie als economisch eigenaar, zulks ten genoegen van de Provincie, en zijn eigen belang als juridisch eigenaar. Een lijst van de per 1 januari 2014 door BBL verzekerde objecten van Provincie is aan de onderhavige overeenkomst gehecht (bijlage4). Alle premies en kosten betreffende die verzekeringen komen ten laste van de Provincie. Op eerste verzoek van de Provincie zal BBL de relevante polissen en premiekwitanties ter inzage aan de Provincie geven, tenzij de Provincie hierover een andere afspraak maakt. De Gronden worden ter beschikking gesteld van de Provincie, die de Gronden aanvaardt in de staat waarin zij zich op heden bevinden. Met betrekking tot eventuele bodemverontreiniging wordt venvezen naar het basis onderzoek door DLG over het totaal van de BBL oud gronden (rapport Inventarisatie van BBL-oud gronden per 1 januari 2011 en 1 januari 2013, d.d. 12 april 2013). De risico's hiervan zijn per datum van aangaan van de Bestuursovereenkomst Grond voor de Provincie. ARTIKEL 9 JURIDISCHE OVERDRACHT Deze vaststellingsovereenkomst is niet bestemd tot levering in juridische eigendom van de Grond(en). Door een inschrijving van deze overeenkomst in de openbare registers zal geen overdracht van de Gronden kunnen plaatsvinden, doch deze zal pas plaatsvinden ten tijde van de hierna bedoelde leveringsakte. De akte van levering in juridische eigendom van de Grond(en) zal worden verieden voor een door de Provincie aan te wijzen notaris op een door de Provincie te bepalen tijdstip.: a. Bij de datum van levering worden de beperkende voonvaarden als genoemd in artikel 1 in acht genomen.

6 "'^TTxi^ HOLLAND ZUID b. Voor BBL-nieuw gronden voor zover het een juridische levering aan de Provincie betreft niet eerder plaatsvinden dan nadat definitieve vaststelling heeft plaatsgevonden van de aan de Provincie verstrekte ILG-subsidie gelden. De Provincie is bevoegd te verlangen dat de juridische levering, geheel of gedeeltelijk, niet aan hem maar aan één of meer door hem aan te wijzen personen plaatsvindt, mits de Provincie alle voor hem uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen jegens BBL nakomt. In de akte van levering zal melding gemaakt worden van de onderhavige akte en van de hierin opgenomen bepalingen, bedingen en voonvaarden. Bijkomstige bepalingen, die niet op de juridische levering betrekking hebben, kunnen worden weggelaten. ARTIKEL 10 VERPLICHTINGEN BBL 1. BBL is verplicht bij de levering in juridische eigendom aan de Provincie of de door deze aan te wijzen derde(n) een recht van eigendom te leveren dat: A. onvoonvaardelijk en niet ondenverpen is aan inkorting, ontbinding of aan welke vernietiging dan ook; B. niet bezwaard is met beslagen of rechten van hypotheken of inschrijvingen daarvan; C. niet bezwaard is met kwalitatieve verplichtingen en erfdienstbaartieden, behoudens de verplichtingen en erfdienstbaarheden die reeds bestonden ten tijde van verkrijging door BBL, of op schriftelijk verzoek van de Provincie door BBL nadien zijn bedongen of gevestigd dan wel op schriftelijk verzoek van het voormalig ministerie van LNV (voor BBL oud bezit voor 1 januari 2007) zijn bedongen of gevestigd; D. niet belast is met andere bijzondere lasten en beperkingen, behoudens de lasten en beperkingen die reeds bestonden ten tijde van vericrijging door BBL of met toestemming van de Provincie nadien zijn ontstaan dan wel op schriftelijk verzoek van het voormalig ministerie van LNV (voor BBL oud bezit voor 1 januari 2007) zijn ontstaan. 2. BBL zal de oppervlakte bewaken die conform de gefaseerde levering van de Gronden overeenkomstig artikel 1 op naam van BBL moeten blijven staan en zal hierover per kwartaal aan de Provincie rapporteren. 3. BBL is verplicht, op eerste verzoek van de Provincie, om alle beschikbare informatie te leveren/alle dossiers beschikbaar te stellen aangaande de Gronden. 4. BBL is verplicht om in haar jaariijkse R&V BBL de economische eigendom van de Provincie die Gronden op naam van BBL hebben staan apart per Provincie in beeld te brengen. ARTIKEL 11 AANVAARDING LASTEN EN BEPERKINGEN De Provincie aanvaardt alle lasten en beperkingen ten aanzien van de Gronden die reeds bestonden ten tijde van verkrijging door BBL of nadien op verzoek van de Provincie zijn ontstaan, dan wel op schriftelijk verzoek van het voormalig ministerie van LNV, voor BBL oud bezit voor 1 januari zijn ontstaan.

7 ARTIKEL 12 AANSPRAKEN 1. Voor zover de levering daarvan niet reeds heeft plaatsgehad, levert BBL bij deze aan de Provincie, die aanvaardt, alle aanspraken die BBL nu of te eniger tijd kan doen gelden ten aanzien van derden, waaronder begrepen architecten, constmcteurs, bouwers, aannemers, onderaannemers, installateurs en/of leveranciers van het areaal, of gedeelte(n) daarin/daarvan, alsmede de rechten uit eventuele premieregelingen, garantieregelingen en garantiecertificaten, alles voor zover deze regelingen overdraagbaar zijn en zonder dat BBL tot enige vrijwaring gehouden is. 2. De Provincie is thans bevoegd om de economische overdracht van de betreffende rechten te beweri<stelligen door mededeling te doen aan de personen jegens wie die rechten kunnen worden uitgeoefend. ARTIKEL 13 BEVOEGDHEDEN PROVINCIE / ONHERROEPELIJKE MEDEWERKING BBL De Provincie heeft de volledige zeggenschap over de registergoederen. Gelet hierop zijn partijen overeengekomen dat: 1. BBL zich ertoe verplicht, met inachtneming van het gestelde in artikel 9 (juridische overdracht) om medewerking te verlenen om voor rekening van de Provincie, desgewenst de registergoederen om niet aan de Provincie (als economisch gerechtigde) of aan een door de Provincie aan te wijzen derde tegen het door de Provincie met de derde overeengekomen bedrag te vervreemden. Met dien verstande dat overheden gehouden zijn om marktconform te opereren. 2. De Provincie dient minimaal een maand voor de beoogde datum van vervreemding, aan BBL kennis te geven van haar voornemen om de juridische eigendom van de registergoederen te (doen) leveren. 3. De medewerking van BBL vormt een onverbrekelijk bestanddeel van de onderhavige vaststellingsovereenkomst en strekt uitsluitend in het belang van de Provincie. Uit dit belang volgt dat zij niet zal eindigen door de herroeping door BBL. 4. Indien op enig moment mocht blijken dat op één of meer van de registergoederen één of meer beslagen mochten zijn gelegd, dan is BBL verplicht om voor zijn rekening en risico binnen twee maanden na het leggen van het beslag zich maximaal in te spannen het beslag te doen opheffen, zodat de Gronden vrij van beslag kunnen worden vervreemd. ARTIKEL 14 OPSCHORTENDE EN ONTBINDENDE VOORWAARDE Deze overeenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voonvaarde dat iedere afzonderlijke Provincie definitief heeft ingestemd met (de financiële gevolgen van) de Bestuursovereenkomst Grond en onder de ontbindende voonvaarde dat ontbonden kan worden indien niet iedere afzonderiijke provincies definitief instemt met de Bestuursovereenkomst Grond. INZAKE OPDRACHTVERLENING ARTIKEL 15

8 OPDRACHT BEHEER, VERWERVING / VERVREEMDING / RUILING / VERWANTE WERKZAAMHEDEN De Provincie en BBL stellen vast dat door Provincie aan BBL opdracht(en) verstrekt kunnen worden. Indien de Provincie dergelijke opdrachten gaat verienen zal dit in een separate overeenkomst tussen Provincie en BBL vastgelegd worden. Voor hetjaar 2014 zijn tussen de Provincie en BBL afspraken vastgelegd. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend, te te. op op de Commissaris van de Koning in de Provincie Zuid-Holland namens deze, Bureau Beheer Landbouwgronden namens deze, Drs. P. de Krom Directeur Bureau Beheer Landbouwgronden,