TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 Jaarbericht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 Jaarbericht"

Transcriptie

1 TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 Jaarbericht Maart 2017

2 TPRA-monitor dekkingsgraden Jaarbericht 2016 Over deze monitor: Eens per jaar publiceert TPRA een jaarbericht over de dekkingsgraden. Dit bericht is een aanvulling op de driemaandelijkse dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van de nominale dekkingsgraad van Nederlandse pensioenfondsen in elk afzonderlijk kwartaal gevolgd worden. Deze monitor beschrijft de ontwikkeling van de financiële stand van zaken gedurende het verslagjaar Naast algemene ontwikkelingen zet de monitor de prestaties van de ondernemingspensioenfondsen af tegen de prestaties van de bedrijfstakpensioenfondsen en geeft de monitor een overzicht van goed en minder goed presterende fondsen. De resultaten zijn gebaseerd op de publiek beschikbare informatie over dekkingsgraden. The Pension Rating Agency verzamelt deze gegevens op maandbasis. Deze monitor is autonoom uitgevoerd door The Pension Rating Agency in februari Deze monitor is een uitgave van: The Pension Rating Agency B.V. Prinsengracht KG Amsterdam Hoewel de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht bij de samenstelling van deze publicatie, aanvaardt The Pension Rating Agency B.V. geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele onvolkomendheden of onjuistheden. In voorkomende gevallen zullen deze in een latere uitgave worden gerectificeerd en/of aangevuld. The Pension Rating Agency B.V Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming vooraf van The Pension Rating Agency B.V. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 2

3 Inhoudsopgave Algemene stand van zaken... 4 Nominale dekkingsgraad versus beleidsdekkingsgraad... 6 Risicoklassen en volatiliteit... 9 Pensioenfondsen met de meest stabiele dekkingsgraad Pensioenfondsen met de meest grillige dekkingsgraad Ontwikkelingen per groep fondsen De Grote De overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Conclusie Bijlage: Onderzoekspopulatie TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 3

4 Algemene stand van zaken Voor de Nederlandse pensioenfondsen was 2016 een bewogen jaar. Brexit en de Amerikaanse verkiezingsstrijd zorgden voor grote onzekerheid op de internationale financiële markten. In Nederland presenteerde de SER verschillende alternatieven voor een ingrijpende hervorming van het pensioenstelsel, wat naar verwachting de komende jaren de basis zal leggen voor kabinetsinitiatieven op dit vlak. De consolidatiegolf in pensioenland ging intussen door. De extra impuls die hieraan gegeven werd door nieuwe spelers op de pensioenmarkt, de Algemene Pensioenfondsen (APF en) bleef in 2016 nog beperkt en krijgt wellicht in het komende jaar meer gestalte. Het grootste en meest directe gevolg voor deelnemers was het feit dat dalende rentestanden aan het begin van het jaar zorgden voor een keldering van de dekkingsgraden van vrijwel alle fondsen. In februari bereikte de gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen zelfs een historisch dieptepunt. Hierdoor kwamen veel (grote) pensioenfondsen gevaarlijk dicht bij hun kritische dekkingsgraad, wat kortingen op de pensioenaanspraken voor miljoenen Nederlanders onvermijdelijk zou hebben gemaakt. Door een abrupt herstel in het laatste kwartaal is dit scenario voorlopig afgewend was tevens het eerste jaar waarin The Pension Rating Agency (TPRA) een dekkingsgradenmonitor over elk kwartaal heeft uitgebracht. De monitor heeft bijgedragen aan het transparanter maken van de financiële ontwikkeling van de Nederlandse pensioenfondsen. Het aantal fondsen dat de nominale dekkingsgraad maandelijks publiceert is in 2016 niet verder gedaald en geluiden rondom het onvolledige en minder actuele inzicht van beleidsdekkingsgraden geven zelfs hoop voor een verdere stijging van het aantal fondsen dat actuele informatie publiceert. Ook de online dekkingsgradentool (zie dekkingsgraden.tpra.nl) met de meest actuele dekkingsgraden van alle pensioenfondsen en de publicatie van kwartaalcijfers van individuele pensioenfondsen door DNB hebben daaraan bijgedragen. Verschillende marktinitiatieven hebben deze informatie gebruikt om ook een bijdrage te leveren aan het bevorderen van transparantie onder pensioenfondsen. Concreet blijkt dat eind 2016 de gemiddelde dekkingsgraad van de onderzoekspopulatie, bestaande uit meer dan 125 pensioenfondsen, 106,3 bedroeg. Begin 2016 lag dat gemiddelde op 106,8. Dit betekent dat de gemiddelde nominale dekkingsgraad, ondanks de grote financiële klappen die de pensioenfondsen in het eerste kwartaal moesten incasseren, slechts daalde met 0,5%. Het resultaat over 2016 levert uiteindelijk een beeld van financiële stabiliteit op. Achter deze algemene ontwikkeling gaan tussen verschillende individuele pensioenfondsen echter grote verschillen schuil. De hoogst genoteerde stijging ten opzichte van eind 2015 bedroeg 8%. De sterkste daling bedroeg 17%. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 4

5 Sommige groepen fondsen maakten wat betreft de dekkingsgraden gemiddeld gezien een spannender jaar door dan hun collega s. Vooral bij de Grote 5 waren dalingen in het eerste kwartaal en stijgingen in het vierde kwartaal bovengemiddeld hoog. Bij de ondernemingspensioenfondsen was het dekkingsgradenverloop in 2016 doorgaans ook grilliger dan bij de bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen die niet tot de Grote 5 behoren. 110,0 Dekkingsgraden kwartaalverloop ,0 100,0 95,0 90,0 85,0 Q Q Q Q Q Big 5 BPF/BRF OPF Totaal Dekkingsgradenmutaties per kwartaal ,0 6,0 4,0 2,0 0,0-2,0-4,0-6,0-8,0 Q Q Q Q Big 5 BPF/BRF OPF Totaal TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 5

6 Bij alle soorten fondsen waren het tweede en derde kwartaal relatief rustig in termen van dekkingsgraadontwikkelingen. Per saldo bleef de nominale dekkingsgraad van de fondsen vrijwel gelijk tussen eind maart en eind september. De stabiliteit van de gemiddelde dekkingsgraad gedurende Q2 en Q3 is opmerkelijk aangezien de rentecurve in deze kwartalen wel verder daalde. Ook het voorspoedige herstel in het vierde kwartaal, waarin de gemiddelde dekkingsgraad min of meer terugkeerde naar de stand van eind 2015, is opvallend te noemen. Ondanks een welkome stijging ten opzichte van de voorgaande kwartalen, was de rentestand eind 2016 immers nog aanzienlijk lager dan het jaar daarvoor het geval was. Op een enkele uitzondering na hebben de fondsen in de loop van 2016 niet gegrepen naar het kortingswapen om de dekkingsgraad te stabiliseren of te verhogen. Dit wijst erop dat de fondsen over het algemeen een succesvol beleggingsbeleid hebben gevolgd na het slecht verlopen eerste kwartaal en naar alle waarschijnlijk goede beleggingsrendementen hebben behaald. 2,5 Rentecurves kwartaalverloop ,0 1,5 Rente in % 1,0 0,5 0, ,5 Looptijd in jaren Q4-15 Q1-16 Q2-16 Q3-16 Q4-16 Bron: DNB. Nominale dekkingsgraad versus beleidsdekkingsgraad In tegenstelling tot TPRA publiceert DNB niet de nominale (actuele) dekkingsgraad van pensioenfondsen, maar de beleidsdekkingsgraad, oftewel het gemiddelde van de 12 meest recente maandelijkse nominale dekkingsgraden van een fonds. De beleidsdekkingsgraad werd in januari 2015 ingevoerd als de beleidsbepalende financiële graadmeter bij fondsen, waarop herstelplannen en beslissingen ten aanzien van indexaties en kortingen gebaseerd dienen te worden. Sinds de invoering heeft deze beleidsdekkingsgraad voornamelijk een te rooskleurig beeld gegeven van de financiële situatie van de pensioenfondsen. Dit komt doordat de gemiddelde nominale dekkingsgraad sinds eind januari 2014 (het eerste meetmoment dat werd TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 6

7 opgenomen bij de berekening van de beleidsdekkingsgraden) gedurende meer dan twee jaar vrijwel consequent daalde. De beleidsdekkingsgraad liep continue achter in het weergeven van die neerwaartse ontwikkeling. In 2016 is bij de meeste fondsen de beleidsdekkingsgraad in de loop van Q4 voor het eerst op een lager niveau dan de (actuele) nominale dekkingsgraad terecht gekomen. Dit wordt veroorzaakt door het specifieke verloop van de nominale dekkingsgraden in 2016, die gemiddeld genomen eerst daalden, vervolgens twee kwartalen min of meer gelijk bleven en vervolgens stegen. Hierdoor geeft de beleidsdekkingsgraad nu voor het eerst niet meer een te rooskleurig, maar juist een te (zij het zeer licht) negatief beeld van de financiële situatie van de meeste pensioenfondsen. De beleidsdekkingsgraad wordt door DNB gehanteerd om herstelplannen af te dwingen bij fondsen waarvan de beleidsdekkingsgraad onder het niveau van de vereiste dekkingsgraad ligt (afhankelijk van de risico s die het fonds loopt ligt die doorgaans tussen de 110 en 130). DNB gebruikt de beleidsdekkingsgraad ook om te bepalen of het fonds voldoet aan de minimale solvabiliteitseis uitgedrukt in het minimaal vereiste vermogen, wat zich vertaalt in de minimaal vereiste dekkingsgraad. Deze ligt bij de meeste fondsen op 104,2. Is de beleidsdekkingsgraad lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad, dan heeft het fonds een dekkingstekort. Als een fonds zich vijf jaren achtereen in een situatie van dekkingstekort bevindt, dan volgt een onvoorwaardelijke serie kortingen van de opgebouwde pensioenen. Verder vormt de beleidsdekkingsgraad voor DNB als toezichthouder de wettelijke leidraad bij het toestaan van indexaties door fondsen. De eis dat pensioenfondsen alleen toekomstbestendig mogen indexeren, houdt in dat een beleidsdekkingsgraad van op zijn minst 110 benodigd is om gedeeltelijke indexaties te mogen doorvoeren. Pas bij een beleidsdekkingsgraad van 126,5 of in sommige gevallen zelfs van 130 is volledige indexatie van pensioenaanspraken toegestaan. Door het achterlopen van de beleidsdekkingsgraad op de actuele financiële situatie van een fonds, kampen fondsen herhaaldelijk onterecht wel of niet met een dekkingstekort. Het komt eveneens regelmatig voor dat fondsen wel mogen indexeren, terwijl hun actuele nominale dekkingsgraad uitwijst dat een dergelijke korting niet toekomstbestendig is, of dat zij juist niet mogen indexeren terwijl hun actuele financiële staat wel voldoende is. Deze ongerijmdheden, veroorzaakt door de beleidsdekkingsgraad, komen helder naar voren in een vergelijking tussen de beleidsdekkingsgraden en nominale dekkingsgraden van fondsen in Op basis van de beleidsdekkingsgraad had begin 2016 slechts 27% van de fondsen een dekkingstekort, terwijl 41% van de fondsen toen een nominale dekkingsgraad had die onder het minimaal vereiste niveau lag. Eind december had 38% van de fondsen een nominale dekkingsgraad die lager was dan het minimale niveau van 104,2. Maar het percentage fondsen dat officieel (op basis van hun beleidsdekkingsgraad) een dekkingstekort had, was inmiddels opgelopen tot maar liefst 63%. Het percentage fondsen met een nominale dekkingsgraad die toekomstige indexatie mogelijk zou kunnen maken (hoger dan 110) lag zowel aan het begin als aan het einde van het jaar op 27%. Kijkend naar de beleidsdekkingsgraden gold dit echter voor 38% van de fondsen op 1 januari, en voor maar 19% van de fondsen op 31 december van TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 7

8 Verschil tussen de beleidsdekkingsgraad en nominale dekkingsgraad per kwartaal ,0 4,0 2,0 0,0 Q Q Q Q Q ,0-4,0-6,0 Big 5 BPF/BRF OPF Totaal Bovenstaande vergelijkingen tussen de beleidsdekkingsgraden en nominale dekkingsgraden zijn niet gebaseerd op onderzoekspopulaties van dezelfde omvang. Beide resultaten maken echter zichtbaar dat beleidsbepaling op basis van de beleidsdekkingsgraad fors kan afwijken van conclusies op basis van de nominale dekkingsgraad. Eind 2015 kampte namelijk een veel kleiner deel van de populatie met een dekkingstekort (volgens de beleidsdekkingsgraad) dan op basis van de actuele stand geconcludeerd zou zijn. Eind 2016 was dat omgekeerde het geval. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 8

9 Risicoklassen en volatiliteit De dekkingsgraad van een pensioenfonds is maandelijks aan grotere of kleinere schommelingen onderhevig. De beleidsdekkingsgraad is ontwikkeld om de waan van de dag, veroorzaakt door zulke schommelingen, niet leidend te laten zijn bij belangrijke financiële beslissingen van pensioenfondsen. Bij sommige fondsen zijn die schommelingen echter veel heviger dan bij andere fondsen, waardoor aan eenzelfde stand van de beleidsdekkingsgraad niet dezelfde zekerheid kan worden ontleend. De mate waarin de dekkingsgraad schommelt, wordt niet duidelijk als alleen naar de beleidsdekkingsgraad wordt gekeken. De hevigheid van maandelijkse schommelingen van de dekkingsgraad kan gezien worden als risicomaat voor de financiële stabiliteit van een pensioenfonds. Vanuit een uitgangspositie waarbij de dekkingsgraad bijvoorbeeld 104,2 is (het minimaal vereiste niveau), kan een zeer volatiel fonds de maand (of het kwartaal) daarna met een flink dekkingstekort te maken krijgen, of juist in een veel comfortabelere positie terechtkomen. De richting en omvang van de ontwikkeling van rentestanden en valuta- en aandelenkoersen is doorgaans onvoorspelbaar, zowel op korte als langere termijn. Bij fondsen met een dekkingsgraad die zeer gevoelig is voor zulke ontwikkelingen, geeft de huidige stand van de nominale dekkingsgraad daarom weinig zekerheid over de financiële perspectieven van het fonds. Bij fondsen waarvan de dekkingsgraad minder gevoelig is voor marktontwikkelingen, zijn die perspectieven veel zekerder en beter af te lezen aan de nominale dekkingsgraad. De nominale dekkingsgraad koppelen aan de volatiliteit geeft meer inzicht in de financiële perspectieven van een pensioenfonds dan de beleidsdekkingsgraad. Dat heeft twee redenen. Ten eerste geeft de nominale dekkingsgraad de actuele uitgangspositie weer die kan verbeteren of verslechteren, terwijl de beleidsdekkingsgraad een te rooskleurig of te negatief beeld kan schetsen van de uitgangssituatie. Immers, in het voorgaande jaar kan de dekkingsgraad een neerwaartse of een opwaartse lijn hebben vertoond. Die trend in het recente verleden zegt niets over de nabije toekomst. Ten tweede zegt de beleidsdekkingsgraad weinig over de stabiliteit van de financiële situatie, zelfs wanneer deze vergeleken wordt met de actuele nominale dekkingsgraad. Ook wanneer een fonds een zeer grillig dekkingsgradenverloop kent, kunnen de beleidsdekkingsgraad en nominale dekkingsgraad op een willekeurig moment toevalligerwijs precies aan elkaar gelijk zijn. Dat is namelijk het geval als verschillende ontwikkelingslijnen van de nominale dekkingsgraad en beleidsdekkingsgraad elkaar kruisen. De hier gehanteerde volatiliteitsmaat van de nominale dekkingsgraad heeft, net als de beleidsdekkingsgraad, betrekking op de 12 laatste maandelijkse dekkingsgraden. In plaats van de gemiddelde waarde (de beleidsdekkingsgraad) van die 12 maandelijkse dekkingsgraden, geeft de volatiliteit hiervan de standaardsdeviatie (gemiddelde afwijking) weer ten opzichte TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 9

10 van die gemiddelde waarde. De volatiliteit wordt altijd weergegeven als een positief getal. Een fonds krijgt een score op de volatiliteit als in de database van TPRA minimaal 10 maandelijkse nominale dekkingsgraden bekend waren. In totaal betreft dit 110 pensioenfondsen. De fondsen zijn vervolgens ingedeeld in vijf risicoklassen van gelijke omvang op basis van hun dekkingsgradenvolatiliteit. De laagst scorende 20% behoren tot risicoklasse 1, de hoogst scorende 20% tot risicoklasse 5. De fondsen daartussen vallen in de risicoklassen 2, 3 of 4. Hoe hoger de risicoklasse, hoe grilliger het maandelijkse verloop van de dekkingsgraad en hoe onvoorspelbaarder de financiële vooruitzichten van het fonds. De onvoorspelbaarheid en grilligheid hangen doorgaans samen met de omvang van het openstaande renterisico (in duration jaren ). TPRA heeft eerder de volatiliteit van de dekkingsgraden vastgesteld voor (de 12-maands periodes voorafgaand aan) het einde van elk kwartaal van 2016 (zie TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016-I, 2016-II, 2016-III en 2016-IV). Omdat de omvang van de schommelingen in sterke mate afhankelijk is van de ontwikkelingen op financiële markten, is het van belang om zowel een absolute maat in de vorm van de dekkingsgradenvolatiliteit als een relatieve maat in de vorm van risicoklassen te beschouwen. De absolute maat geeft weer of er een stijging of daling is geweest van de beweeglijkheid van de dekkingsgraad. Aan de hand van de risicoklasse kan worden afgelezen hoe grillig de maandelijkse dekkingsgraden van een fonds zijn vergeleken met die van andere pensioenfondsen. De relatieve maat is van belang omdat de externe marktontwikkelingen waar alle fondsen mee te kampen hebben, en die invloed hebben op de dekkingsgradenvolatiliteit, van kwartaal tot kwartaal in hevigheid kunnen verschillen. De indeling in risicoklassen corrigeert deels voor het effect daarvan. Individuele pensioenfondsen kunnen bijvoorbeeld bij een gelijkgebleven volatiliteitsscore terechtkomen in een hogere risicoklasse dan het kwartaal of jaar daarvoor. Dat kan gebeuren wanneer voldoende andere fondsen (opgenomen in de onderzoekspopulatie) hun dekkingsgradenvolatiliteit zagen dalen in dezelfde periode. Wisselingen van risicoklasse geven een mogelijke indicatie voor afwijkend gevoerd beleid, bij het betreffende fonds zelf of bij een significant aantal peers. Een verandering van de volatiliteit an sich, wanneer deze niet vergeleken wordt met de verandering bij andere fondsen, kan ook duiden op een stabilisering van of toegenomen onrust op de rente- en aandelenmarkt. Op zich is dat een interessante waarneming, maar niet per definitie een indicator voor afwijkend beleid. Onderstaande figuur beschrijft de onder- en bovengrenzen van de risicoklassen. Risicoklasse Beschrijving Ondergrens Bovengrens 1 Zeer stabiele dekkingsgraad Stabiele dekkingsgraad 1,37 1,70 3 Neutraal 1,70 2,15 4 Beweeglijke dekkingsgraad ,55 5 Zeer beweeglijke dekkingsgraad 2,55 - TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 10

11 De gemeten dekkingsgradenvolatiliteiten over 2016 varieerde van 0,26% (Nederlandse Groothandel) tot 4,23% (Unilever Progress). Dat zijn relatief lage waarden ten opzichte van de waargenomen volatiliteiten aan het einde van voorgaande kwartalen. Elk kwartaal daalden de hoogste volatiliteitswaarden, evenals de grenswaarden van de vijf risicoklassen, gestaag. De oorzaak is dat de dekkingsgraden van alle fondsen in de laatste drie kwartalen van 2016 doorgaans minder schommelden dan in de corresponderende kwartalen in Dat geldt zelfs voor Q4, ondanks het feit dat de dekkingsgraden in het laatste kwartaal van 2016 aanzienlijk zijn gestegen. Omdat de gemeten volatiliteit, op vergelijkbare wijze als de beleidsdekkingsgraad, een voortschrijdend 12-maands gemiddelde vertegenwoordigt, zorgde de toegenomen dekkingsgradenstabiliteit in 2016 voor lagere volatiliteiten. Deze algehele verlaging van de dekkingsgradenvolatiliteiten kan twee verschillende oorzaken hebben. De eerste mogelijke oorzaak is dat in 2016 de rentestanden en beurskoersen minder schommelden (maand op maand) dan in 2015 het geval was of dat beleggingsrendementen dalende rentestanden compenseerden. De tweede mogelijkheid is dat veel pensioenfondsen hun risicobeleid hebben aangepast om minder gevoelig te worden voor rente- en marktschommelingen. Een onderliggende oorzaak voor deze toegenomen stabiliteit is in dat geval voornamelijk de grotere mate waarin Nederlandse pensioenfondsen in 2016 hun renterisico zijn gaan afdekken. TPRA heeft vooralsnog geen onderzoek gedaan naar de oorzaken van de dalende volatiliteitstrend. Vandaar dat in dit rapport niet kan worden aangegeven welke verklaring de meest juiste is. Dat heeft deels te maken met het ontbreken van maandelijkse informatie over de verandering van de voorzieningen van pensioenfondsen, die meestal een vrij accuraat en isoleerbaar beeld geven van rente-effecten, terwijl veranderingen van de dekkingsgraden een gecombineerd resultaat zijn van onder andere rente-effecten, beleggingsresultaten (die door middel van fondsbeleid in meer of mindere mate gematched kunnen zijn aan het renterisico om rente-effecten te compenseren) en kasstromen. Pensioenfondsen met de meest stabiele dekkingsgraad Vier van de vijf fondsen met de meest stabiele dekkingsgraad aan het einde van 2016 zijn bedrijfstakpensioenfondsen. Als enige ondernemingspensioenfonds staat AZL in deze lijst van vijf. De laagste volatiliteiten werden gemeten bij Nederlandse Groothandel en bij Groothandel in Textiel. De zeer geringe beweeglijkheid van de dekkingsgraad van Nederlandse Groothandel is het resultaat van het feit dat het overgrote deel van de pensioenvoorzieningen van dit fonds (alle pensioenaanspraken opgebouwd tot 2013) zijn herverzekerd en onder een garantiecontract vallen. Aan het einde van het eerste kwartaal was ondernemingspensioenfonds AVEBE met een volatiliteit van 1,2% nog het fonds met de meest stabiele gemeten dekkingsgraad. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 11

12 Pensioenfonds December 2016 December 2015 Standaard deviatie Risicoklasse (volatiliteit) Nederlandse Groothandel 103,7 104,9 0,3 1 Groothandel in Textiel 99,8 102,1 0,4 1 Recreatie 96,5 98,2 0,6 1 AZL 99,2 101,9 0,7 1 Reisbranche 97,7 101,0 0, Minst volatiele dekkingsgraden Nederlandse Groothandel Groothandel in Textiel Recreatie AZL 100 Reisbranche 90 Pensioenfondsen met de meest grillige dekkingsgraad De top-5 aan de andere kant van het volatiliteitsspectrum wordt voornamelijk bevolkt door ondernemingspensioenfondsen, uitgezonderd het bedrijfstakpensioenfonds voor de Schilders. Zowel Unilever Progress als Unilever Forward bevinden zich in deze top 5. Datzelfde gold aan het einde van Q3, met dit verschil dat Forward toen de lijst aanvoerde. Nu is dat Progress en staat Forward op de vijfde positie. Beide fondsen zagen hun volatiliteit gedurende het laatste kwartaal met enkele procentpunten dalen. In de dekkingsgradenmonitor van Q1 kwamen Unilever Progress en Schilders ook voor in de lijst van fondsen met de sterkste grilligheid van de dekkingsgraad. Toen stond Unilever Progress bovenaan met een volatiliteit van 8,8% en Schilders onderaan de top-5 met een volatiliteit van 6,2%. De dekkingsgradenvolatiliteit van deze twee fondsen is in de loop van negen maanden derhalve gedaald naar respectievelijk 4,2% en 3,7%. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 12

13 Pensioenfonds December 2016 December 2015 Standaard deviatie Risicoklasse (volatiliteit) Unilever Progress 130,0 129,0 4,2 5 Chemours 119,7 111,7 4,0 5 Heineken 105,0 103,0 3,7 5 Schilders 105,2 104,1 3,7 5 Unilever Forward 142,0 159,0 3, Meest volatiele dekkingsgraden Unilever Progress Chemours Heineken Schilders 100 Unilever Forward 90 De fondsen in de top-5 met de hoogste dekkingsgradenvolatiliteit hebben gemiddeld beter gepresteerd over het gehele jaar 2016 dan de vijf fondsen met de minst beweeglijke dekkingsgraden. Het cumulatieve jaarresultaat van grote maandelijkse schommelingen kan in principe variëren van zeer positief tot zeer negatief, of zelfs gelijk zijn aan 0. Het is denkbaar dat het in 2016 uiteindelijk gemiddeld genomen gunstig was voor fondsen om een hoge volatiliteit toe te laten. Uit onderstaande grafiek blijkt echter dat, wanneer er naar de totale onderzoekspopulatie wordt gekeken, er in 2016 geen statistisch significant en eenduidig verband was tussen de hoogte van de volatiliteit en het jaarresultaat. Vergeleken met de fondsen die de meest stabiele dekkingsgraad hebben, hebben de fondsen in deze top-5 tevens hogere dekkingsgraden. Dat gold doorgaans ook aan het begin van TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 13

14 Volatiliteit afgezet tegen dekkingsgraadmutatie R² = 0,0382 Mutatie dekkingsgraad in % 0 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4, Wanneer we de volatiliteit afzetten tegen de dekkingsgraad aan het begin van 2016, voor alle fondsen waarvoor we die beide gegevens beschikbaar hebben (101 in totaal), vinden we wederom geen statistisch significant verband tussen die twee waarden. We kunnen derhalve niet concluderen dat fondsen met een hogere dekkingsgraad aan het begin van 2016 over het algemeen een riskanter beleggingsbeleid hebben gevoerd. 180 Volatiliteit afgezet tegen dekkingsgraad primo R² = 0, ,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 14

15 Ontwikkelingen per groep fondsen Gedurende geheel 2016 hadden ondernemingspensioenfondsen gemiddeld gezien de hoogste dekkingsgraad en de Grote 5 gemiddeld de laagste. Eind 2016 was de gemiddelde nominale dekkingsgraad van de ondernemingspensioenfondsen 108,1. De bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen (exclusief de vijf grootste) kwamen gemiddeld uit op 103,5. De Grote 5 bleven gemiddeld steken op 99,3. De verhouding tussen de Grote 5, de overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen en de ondernemingspensioenfondsen is in termen van gemiddelde dekkingsgraad vrijwel onveranderd gebleven ten opzichte van eind Dat komt doordat het gemiddelde jaarresultaat van de verschillende soorten fondsen elkaar nauwelijks ontliep. De gemiddelde dekkingsgraadmutatie over 2016 van zowel de Grote 5 als van ondernemingspensioenfondsen was zelfs 0,0%. Per saldo hadden de overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen een gemiddeld negatief dekkingsgradenresultaat. Maar deze was van minieme omvang, namelijk -0,2%. Een verdere vergelijking van de groepen fondsen en een aparte bespreking per groep, kan toch verschillende inzichten opleveren. Hoewel de jaarresultaten van de verschillende groepen zeer op elkaar lijken en 2016 per saldo een verwaarloosbaar effect had op hun gemiddelde dekkingsgraad, is de manier waarop die resultaten bereikt zijn wel verschillend per groep. De diepe val van de dekkingsgraden van de Grote 5 in het eerste kwartaal en hun sterke herstel in het vierde kwartaal, waren aanzienlijk gepronunceerder dan gemiddeld genomen het geval was bij de andere soorten fondsen. Dat leverde een spannend jaar op voor de deelnemers van Nederlands grootste pensioenfondsen, zeker gezien het feit dat vier van deze fondsen op het dieptepunt van het jaar gevaarlijk dichtbij de kritische dekkingsgraad kwamen. Iets soortgelijks kon doorgaans niet gezegd worden van de fondsen die behoren tot de andere twee genoemde categorieën. In algemene zin blijven de Grote 5, de Overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen en de Ondernemingspensioenfondsen groepen met een duidelijk verschillende uitgangspositie. Ze verschillen in (de gemiddelde) omvang van het belegd vermogen, in aard en samenstelling (door bijvoorbeeld het aantal aangesloten werkgevers) en hebben verschillende verhoudingen met onder andere hun sponsors. In elke groep zijn in 2016 veel wijzigingen in de posities van de fondsen geweest. Het zijn juist deze wijzigingen in posities die de verschillen tussen pensioenfondsen (in beleid of risicoprofiel van het deelnemersbestand) zichtbaar maken en bijdragen in inzicht in het functioneren van het eigen beleid van een pensioenfonds. De resultaten van de drie groepen in termen van best en slechtst presterende fondsen worden achtereenvolgens besproken. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 15

16 De Grote 5 De positieve ontwikkelingen in Q4, waarin de Grote 5 het beste presteerde van de drie groepen, betekenden goed nieuws voor de miljoenen deelnemers van de vijf grootste pensioenfondsen van Nederland. Voorafgaand aan dat herstel leek het zeer waarschijnlijk dat ABP, Zorg & Welzijn, Metalektro en Metaal & Techniek in 2017 kortingen zouden moeten doorvoeren op de pensioenaanspraken. Dat kwam voornamelijk doordat het eerste kwartaal van 2016 zulke slechte resultaten had opgeleverd voor deze fondsen, die zich ook aan het begin van 2016 al in een financieel vrij precaire positie bevonden. De directe noodzaak om te korten was er aan het einde van 2016 niet meer. Maar de situatie van deze fondsen is nu vergelijkbaar aan de (vrij precaire) situatie zoals die was aan het begin van Op Bouwnijverheid na, hebben deze fondsen nog altijd een dekkingstekort. Grote 5 December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) ABP 96,6 97,2-0,6 4 Bouwnijverheid 110,3 108,9 1,4 3 Metaal & Techniek 97,2 97,3-0,1 3 Metalektro 96,2 96,1 0,1 3 Zorg & Welzijn 96,3 97,0-0,7 4 De dekkingsgraad van Bouwnijverheid is verder uitgelopen op die van de andere grote fondsen, omdat het fonds voor de bouwsector het beste jaarresultaat boekte. Door de behaalde stijging van 1,4%, eindigde dit fonds het jaar 2016 met een dekkingsgraad die perspectief biedt op (weliswaar zeer beperkte) indexatiemogelijkheden. De rangorde van deze vijf fondsen is dezelfde als aan het begin van het jaar. Zorg & Welzijn is drie kwartalen lang de hekkensluiter van de Grote 5 geweest, maar heeft nu die discutabele eer weer overgedragen aan Metalektro. Een andere interessante ontwikkeling bij de Grote 5 is dat, sinds Q4, ABP en Zorg & Welzijn niet meer behoren tot de hoogste risicoklasse. Dat kan betekenen dat zij, vergeleken met andere pensioenfondsen in de onderzoekspopulatie, hun renterisico-afdekking ten opzichte van 2015 meer hebben versterkt. De overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen De bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen die niet behoren tot de Grote 5 hadden in 2016 een minder grillig dekkingsgradenverloop dan de andere groepen fondsen. Dat blijkt uit het feit dat de gemiddelde kwartaalmutaties van deze groep in drie van de vier kwartalen het kleinst waren. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de relatief hoge risico-aversie in het beleggingsbeleid van deze groep fondsen. De overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen zijn oververtegenwoordigd in de lagere risicoklassen. Voor 45 van deze fondsen is de risicoklasse vastgesteld. Daarvan behoort 27% tot de laagste risicoklasse 1 en 24% tot risicoklasse 2. Slechts 16% kan gerekend worden tot risicoklasse 4 en 11% tot risicoklasse 5. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 16

17 In de top-5 van deze groep, samengesteld op basis van de stand van de dekkingsgraad aan het einde van Q4, staat het beroepspensioenfonds Medisch Specialisten bovenaan. Het fonds Huisartsen (dat eind 2015 een dekkingsgraad had van 130) ontbreekt hier omdat de nominale dekkingsgraad van eind december nog niet bekend was toen het dataverzamelingsproces werd gesloten. Het beroepspensioenfonds Tandartsen is wel vertegenwoordigd in deze top-5. Van de drie bedrijfstakpensioenfondsen in deze lijst is Baksteenindustrie de top-5 binnengekomen dankzij een sterke stijging van de dekkingsgraad in het vierde kwartaal. Alle fondsen in deze lijst hebben goed gepresteerd in 2016 en hebben het jaar afgesloten met een hogere dekkingsgraad dan waarmee zij het jaar begonnen. Hoogste 5 BPF/BRF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Medisch Specialisten 121,3 118,7 2,6 3 Dranken 111,0 109,4 1,6 2 Openbare bibliotheken 111,0 109,0 2,0 3 Baksteenindustrie 110,3 108,9 1,4 3 Tandartsen 109,8 108,0 1,8 2 In de bodem-5 staan momenteel enkel bedrijfstakpensioenfondsen, waaronder het niet verplichtgestelde fonds PNO Media. De eindejaarsdekkingsgraad van het beroepspensioenfonds Verloskundigen (de hekkensluiter van de afgelopen kwartalen) is nog niet accuraat vastgesteld. Dat komt door de visuele vorm waarin dit fonds zijn dekkingsgradenverloop presenteert. Uit de door Verloskundigen gepubliceerde grafieken blijkt wel dat deze dekkingsgraad ongeveer 84% bedroeg. De dekkingsgraad van het fonds Verloskundigen is onder andere zo laag vanwege zijn zeldzame beleid van onvoorwaardelijk indexeren, waardoor dit fonds in tegenstelling tot vrijwel alle andere Nederlandse pensioenfondsen nauwelijks een indexatie-achterstand heeft. Indien Verloskundigen wordt meegerekend in de bodem-5, dan valt het fonds Apotheken (medewerkers) hier net buiten. Apotheken (medewerkers) was gedurende 2016 één van de meest volatiele en slechtst presterende pensioenfondsen. De andere fondsen in deze bodem-5 presteerden ook relatief slecht in 2016 en zagen hun dekkingsgraad dalen ten opzichte van eind Bij het laagst genoteerde fonds, het bedrijfstakpensioenfonds Agrarisch, is de dekkingsgraad tot beneden de 90 gezakt. Omdat dit fonds tot de laagste risicoklasse behoort, lijken de perspectieven op financieel herstel voorlopig zeer gering. De kans dat dit fonds binnen afzienbare termijn de pensioenaanspraken zal moeten korten is daarom zeer groot. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 17

18 Laagste 5 BPF/BRF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Agrarisch 89,5 91,8-2,4 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf Banden- en Wielenbrache 95,0 98,4-3,4 3 95,2 96,7-1,5 1 PNO Media 95,4 97,2-1,8 3 Apotheken (medewerkers) 96,0 101,2-5,2 5 Het bedrijfstakpensioenfonds Architectenbureaus heeft binnen deze groep het beste gepresteerd in De dekkingsgraadstijging van Architectenbureaus was bijna twee keer zo hoog als die van het fonds Rijn- en Binnenvaart, de nummer 2 op deze lijst van grootste stijgers. Als één van de weinige bedrijfstakpensioenfondsen behoort Architectenbureaus tot risicoklasse 5. Door zijn goede jaarresultaat heeft dit fonds, op basis van de nominale dekkingsgraad, geen dekkingstekort meer. Hetzelfde geldt voor het bedrijfstakpensioenfonds Openbaar Vervoer. De andere drie fondsen in deze lijst bevonden zich aan het begin van het jaar al in relatief veilig financieel vaarwater. Het enige beroepspensioenfonds in de lijst van grootste stijgers is Medisch Specialisten, het fonds dat onder bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen de ranglijst aanvoert in termen van de stand van de dekkingsgraad. Medisch Specialisten is ook het enige fonds van deze vijf dat momenteel indexatiemogelijkheden heeft. Grootste stijgers BPF/BRF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Architectenbureaus 105,6 100,2 5,4 5 Rijn- en Binnenvaart 109,3 106,5 2,8 4 Medisch Specialisten 121,3 118,7 2,6 3 Openbaar Vervoer 105,5 103,2 2,3 3 Woningcorporaties 109,5 107,4 2,1 4 De verliezen die de vijf minst presterende bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen in 2016 hebben geleden, variëren tussen -5,2% en -2,4%. De grootste achteruitgang vond plaats bij Apotheken (medewerkers). Beroepspensioenfondsen ontbreken in deze lijst van grootste dalers. Op het nieuwe fonds Zuivel na, begonnen deze fondsen het jaar al met een dekkingstekort. Dit tekort is in 2016 aanzienlijk groter geworden. Zuivel bevindt zich, ondanks het slechte jaarresultaat, nog net buiten deze gevarenzone. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 18

19 Grootste dalers BPF/BRF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Apotheken (medewerkers) 96,0 101,2-5,2 5 Zuivel 106,9 111,4-4,5 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 95,0 98,4-3,4 3 Reisbranche 97,7 101,0-3,3 1 Houtverwerkende industrie en Jachtbouw 97,9 100,3-2,4 3 Ondernemingspensioenfondsen De meeste pensioenfondsen behoren tot de groep ondernemingspensioenfondsen. Doordat zij de meerderheid vormen in de onderzoekspopulatie, is het niet verwonderlijk dat binnen deze groep zich de grootste verschillen voordoen. Zo is het dekkingsgradenverschil tussen het hoogst- en laagstgenoteerde ondernemingspensioenfonds 47,3%. Bij de Grote 5 is dit verschil 14,1% en bij de overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen 31,9%. Ook de jaarprestaties variëren het meest bij de ondernemingspensioenfondsen. Een vergelijking tussen de jaarmutaties van het best en slechts presterende ondernemingsfonds levert een prestatiegat (uitgedrukt in procentpunten) op van 25%. Bij de Grote 5 was het verschil tussen deze mutatieuitersten slechts 2,1%, bij de overige bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen 11,3%. Vanwege de grote diversiteit binnen de groep ondernemingspensioenfondsen is het moeilijk om te generaliseren over deze groep. Toch valt op dat deze fondsen er qua dekkingsgraad gemiddeld doorgaans beter voorstaan dan de andere fondsen. De vijf hoogstgenoteerde ondernemingspensioenfondsen zijn tevens de hoogstgenoteerde fondsen in de gehele onderzoekspopulatie. De twee Unilever-fondsen, Forward en Progress, voeren de ranglijst aan. Opvallend aan koploper Unilever Forward is dat dit tevens het fonds is dat in 2016 het slechtst heeft gepresteerd van alle fondsen. Het fonds ING heeft een hogere nominale dekkingsgraad dan Progress. Deze is echter buiten de ranglijst gehouden, omdat de dekkingsgraad die ING publiceert berekend is op basis van de marktrente in plaats van tegen de door DNB gedefinieerde Ultimate Forward Rate (UFR) voor lange looptijden. Deze zogenaamde economische dekkingsgraad is niet goed te vergelijken met de dekkingsgraden in dit rapport. De door ING gerapporteerde dekkingsgraad voor december 2016 is 135,1. Deze zou nog hoger zijn indien deze was berekend met behulp van de UFR, aangezien de huidige marktrente lager i dan de UFR. Net als ING hebben alle fondsen die wel in deze top-5 lijst zijn opgenomen ruime indexatiemogelijkheden. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 19

20 Hoogste 5 OPF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Unilever Forward 142,0 159,0-17,0 5 Unilever Progress 130,0 129,0 1,0 5 Delta Lloyd 126,9 125,5 1,4 2 IBM 125,5 124,0 1,5 3 Provisum 123,7 124,6-0,9 4 De laagst scorende ondernemingspensioenfondsen staan er gemiddeld iets beter voor dan de laagst scorende bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen. Ook bij deze fondsen zijn de dekkingstekorten echter groot. Qua risicoklasse verschillen deze fondsen veel van elkaar. Vier van de vijf kenden een daling van de dekkingsgraad in Dat geldt niet voor het pensioenfonds ANWB. Dat fonds kon over 2016 juist een kleine stijging noteren. Hierdoor is ANWB niet meer het ondernemingspensioenfonds met de laagste dekkingsgraad. Dat was het nog wel bij aanvang van het jaar. Momenteel is MN Services, het pensioenfonds van de gelijknamige pensioenuitvoerder, het ondernemingspensioenfonds dat het laagst genoteerd staat. Aan het einde van het derde kwartaal was het zeer volatiele fonds CRH nog de hekkensluiter. Door een goed herstel van 8,7% in het laatste kwartaal is CRH die positie nu ontstegen, maar staat het nog wel in de bodem-5. Laagste 5 OPF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) MN Services 94,7 95,0-0,3 nb ANWB 94,9 94,0 0,9 2 Ten Cate 97,3 97,7-0,4 4 CRH 97,4 99,4-2,0 5 Rockwool 98,0 101,7-3,7 1 Vergeleken met de bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen behoren de pensioenfondsen van ondernemingen vaak tot de hogere risicoklassen. Meer dan een kwart van de ondernemingspensioenfondsen bevindt zich in risicoklasse 5 (en 21,5% in risicoklasse 4), terwijl slechts 15% zich bevindt in in risicoklasse 1 (en 17% in risicoklasse 2). Dat kan te maken hebben met de sterke band die deze fondsen vaak hebben met hun (enkelvoudige) sponsor. Deze sponsoren zijn regelmatig bereid gevonden om geld bij te leggen wanneer bij het fonds tekorten worden opgelopen. Hierdoor kunnen ondernemingspensioenfondsen het zich vaker veroorloven om een relatief riskant beleggingsbeleid te voeren met het oog op het vergroten van het indexatiepotentieel. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 20

21 Ondanks de relatief hoge dekkingsgradenvolatiliteiten in deze groep, is de gemiddelde jaarmutatie nagenoeg nul. Hierachter schuilen echter wel zeer grote verschillen tussen de verschillende ondernemingspensioenfondsen. De drie beste jaarprestaties van alle Nederlandse pensioenfondsen in 2016 werden behaald door de ondernemingspensioenfondsen Chemours, Deutsche Bank en Sportfondsen. Deze fondsen hebben daardoor nu goede indexatiemogelijkheden. De twee andere fondsen in de top-5 van grootste stijgers onder de ondernemingspensioenfondsen, Archimedes (het fonds van Kuwait Petroleum en Gunvor) en SNS REAAL, moesten alleen het bedrijfstakpensioenfonds Architectenbureaus voor zich dulden in termen van het beste jaarresultaat. Grootste stijgers OPF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Chemours 119,7 111,7 8,0 5 Deutsche Bank 118,3 111,2 7,1 3 Sportfondsen 121,9 115,2 6,7 nb Archimedes 107,0 101,9 5,1 5 SNS REAAL 112,4 108,8 3,6 3 De dekkingsgraaddalingen in het jaar 2016 waren bij sommige ondernemingspensioenfondsen eveneens fors. Dit was in het bijzonder het geval bij Unilever Forward. De dekkingsgraaddaling bij Unilever Forward was met 17% meer dan drie keer zo groot als die bij het fonds Apotheken (medewerkers) dat het op-één-na slechtst presterende pensioenfonds was in Unilever Forward, dat ondanks deze extreme verslechtering van de financiële positie nog steeds het hoogst genoteerde fonds in de onderzoekspopulatie is wat betreft de eindstand van de dekkingsgraad, is tevens het fonds met de hoogst gemeten dekkingsgradenvolatiliteit over Behalve door Unilever Forward, werden bij de ondernemingspensioenfondsen de slechtste jaarresultaten behaald door NIBC, Sligro en twee CDC-fondsen. Deze twee laatste, NN CDC en ING CDC, komen beide voort uit het fonds van ING. Bij hun oprichting in 2014 begonnen zij met dezelfde financiële uitgangspositie en een zeer vergelijkbaar beleggingsbeleid. Hierdoor hadden deze twee fondsen zowel aan het begin (106) als aan het einde van 2016 (110) dezelfde dekkingsgraad en was het kwartaalverloop van hun dekkingsgraden ook nagenoeg gelijk. Grootste dalers OPF December 2016 December 2015 Mutatie Risicoklasse (volatiliteit) Unilever Forward 142,0 159,0-17,0 5 NIBC 101,6 105,8-4,2 1 Sligro 109,0 113,0-4,0 1 NN CDC 106,0 110,0-4,0 2 ING CDC 106,0 110,0-4,0 2 TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 21

22 Conclusie Het jaar 2016 was voor Nederlandse pensioenfondsen als een stormachtige en bloedstollende voetbalwedstrijd, waarin het regent van de gele kaarten en ballen op de paal, het weer gaandeweg flink omslaat, het publiek de wanhoop nabij raakt en waaraan de scheidsrechter zijn handen vol heeft. En toch eindigt de wedstrijd zoals die begonnen is, op 0-0. De spelers en toeschouwers komen beduusd het stadion uit. Tijdens het middenstuk zat de wedstrijd weliswaar op slot, maar door het dramatisch verlopen begin en het dynamische en euforische einde, zal 2016 vele fondsbestuurders en belanghebbenden nog lang heugen. De eerste drie kwartalen stonden in het teken van dalende rentestanden. De effecten hiervan op de dekkingsgraden lieten echter een bijzonder verloop zien. In het eerste kwartaal ontkwam geen enkel fonds aan een daling van de dekkingsgraad. In de twee kwartalen daarop wisten de meeste fondsen hun dekkingsgraad toch vrijwel stabiel te houden en wisten sommige fondsen zelfs hun financiële positie te verbeteren. Toen de rente weer steeg in het vierde kwartaal, herstelde de dekkingsgraad van de meeste fondsen zich tot nagenoeg het niveau van eind De noodzaak om de pensioenaanspraken van miljoenen Nederlanders te korten leek na het slecht verlopen eerste kwartaal zeer nabij. De grootste fondsen, ABP, Zorg & Welzijn en de fondsen voor de metaalindustrie kwamen gevaarlijk dichtbij de kritische ondergrens van hun dekkingsgraad. Hetzelfde gold voor tientallen andere pensioenfondsen. Deze noodzaak werd op de valreep vermeden, dankzij het sterke herstel van de dekkingsgraden in het vierde kwartaal. De gemiddelde nominale dekkingsgraad was aan het einde van het jaar 106,3. Dit betekent een daling van -0,5% ten opzichte van het jaar daarvoor. Bij de Grote 5 en de overige bedrijfstaken beroepspensioenfondsen ligt het gemiddelde een stuk lager, op respectievelijk 99,3 en 103,5. Die cijfers liggen in beide gevallen onder het minimaal vereiste niveau. Veel fondsen zijn dus nog niet uit de financiële problemen, dus blijft het gevaar van kortingen enigzins op de loer liggen en lijken de kansen op pensioenindexatie voor miljoenen Nederlanders nog ver weg. Een interessante maar verwarrende rol in het dekkingsgradenverhaal was in 2016 weggelegd voor de beleidsdekkingsgraad, de door DNB gepubliceerde 12-maandsmiddeling die fondsen moeten hanteren als leidraad voor belangrijke financiële beslissingen. Tot aan het vierde kwartaal liep deze middeling achter op de neerwaartse ontwikkeling en gaf de beleidsdekkingsgraad een positiever beeld van de financiële stand van zaken dan daadwerkelijk het geval was. Eind 2016 gaf de beleidsdekkingsgraad echter voor het eerst een te negatief beeld van de actuele situatie. Hierdoor kunnen deelnemers moeilijker inschatten hoe hun pensioenfonds er precies voor staat in financiële termen. TPRA geeft er de voorkeur aan om de actuele nominale dekkingsgraden van fondsen te tonen. De soms sterke schommelingen hierin kunnen uitgedrukt worden in termen van de TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 22

23 dekkingsgraadvolatiliteit, die per fonds en ook per groep fondsen verschilt. Tezamen met de actuele dekkingsgraad geeft de volatiliteitsscore ons inziens een helder beeld van de financiële vooruitzichten van een pensioenfonds. De dekkingsgradenmonitoren die TPRA voor 2016 heeft geschreven, hebben van kwartaal tot kwartaal het dekkingsgradenverloop in kaart gebracht. De koplopers en hekkensluiters, de grootste stijgers en grootste dalers per fondsgroep werden hierdoor steeds bekend gemaakt. Ook de grilligheid van het dekkingsgradenverloop werd gemeten en uitgedrukt in volatiliteitsscores en risicoklassen, een grilligheid die sterk verschilde per fonds maar in de loop van het jaar in algemene zin afnam. In 2017 gaat TPRA hiermee door. Zo kunnen alle belanghebbenden toegang houden tot inzichten in de meest actuele financiële ontwikkelingen bij de Nederlandse pensioenfondsen. TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 23

24 Bijlage: Onderzoekspopulatie In dit jaarbericht zijn alle pensioenfondsen meegenomen die hun nominale dekkingsgraad van eind 2016 publiek beschikbaar stelden via een website of deze direct aan TPRA kenbaar hebben gemaakt via Onderstaand volgt de lijst met pensioenfondsen die zijn ingesloten in het onderzoek. Fondsen in onderzoekspopulatie ABP Groothandel in Textiel Randstad Achmea Hagee Recreatie AFM Haskoning Reisbranche Agrarisch Heineken Rijn- en Binnenvaart Alliance Hewlett-Packard Rockwool ANWB Honeywell SABIC APF Hoogovens Sanoma APG Horeca & Catering SCA Apotheken (medewerkers) Houthandel Schilders Archimedes Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie Architectenbureaus Huntsman Rozenburg Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf Astellas IBM Shell AT&T IKEA Sligro AVEBE ING CDC Smurfit Kappa AZL Kas Bank SNS REAAL Baksteenindustrie KLM Algemeen Spoorwegen Ballast Nedam KLM Cabinepersoneel Sportfondsen Banden- en Wielenbranche KLM Vliegend Personeel Staples Betonproductenindustrie Koninklijke Cosun Tandartsen Blue Sky Group Koopvaardij Ten Cate Bouwnijverheid KPN (algemeen) Thales British American Tobacco Landbouw TNO Campina Loodsen TNT Express Chemours Medisch Specialisten TOTAL Cindu Mercer Trespa Coop Metaal & Techniek Unilever Forward CRH Metalektro Unilever Progress Delta Lloyd Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Unisys Detailhandel MN Services Urenco TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 24

25 Deutsche Bank Molenaars UWV DHV Nederlandse Groothandel Van Lanschot Dierenartsen NIBC Vervoer Douwe Egberts NN CDC Waterbouw Dow Notariaat (medewerkers) Will Niemeijer Dranken Notarieel Witteveen Bos DSM Openbaar Vervoer Wolters Kluwer Ecolab Openbare Bibliotheken Woningcorporaties Equens Personeelsdiensten Zoetwarenindustrie ERIKS PGB Zorg & Welzijn Forbo Philips Zorgverzekeraars Gasunie PNO Media Zuivel Grontmij PostNL Groothandel in Levensmiddelen Provisum TPRA Monitor dekkinggraden 2016 Jaarbericht 25

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2017 I

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2017 I TPRA-monitor Dekkingsgraden 2017 I Mei 2017 TPRA-monitor dekkingsgraden Over deze monitor: TPRA publiceert elk kwartaal de dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van de nominale dekkingsgraad van

Nadere informatie

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 IV

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 IV TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 IV Maart 2017 TPRA-monitor dekkingsgraden Over deze monitor: TPRA publiceert elk kwartaal de dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van de nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

TPRA-monitor Dekkingsgraden II <Titel> <Ondertitel>

TPRA-monitor Dekkingsgraden II <Titel> <Ondertitel> TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 II Augustus 2016 TPRA-monitor dekkingsgraden Over deze monitor: TPRA publiceert elk kwartaal de dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van

Nadere informatie

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 III. <Titel> <Ondertitel>

TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 III. <Titel> <Ondertitel> TPRA-monitor Dekkingsgraden 2016 III November 2016 TPRA-monitor dekkingsgraden Over deze monitor: TPRA publiceert elk kwartaal de dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van

Nadere informatie

Dekkingsgraad Nederlandse pensioenfondsen in 2e kwartaal 2015

Dekkingsgraad Nederlandse pensioenfondsen in 2e kwartaal 2015 Dekkingsgraad Nederlandse pensioenfondsen in 2e kwartaal 2015 Bron cijfers: De Nederlandsche Bank Beleidsdekkingsgraad: de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen 12 maanden. dekkingsgraad: dekkingsgraad

Nadere informatie

Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven?

Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven? Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven? December 2015 TPRA: Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven? 1 Waar is de nominale dekkingsgraad gebleven? Over dit onderzoek: Deze publicatie is een reactie

Nadere informatie

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen.

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen. Van het SPAN bestuur In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds. En er is goed nieuws over de indexatie per 1 januari 2015!

Nadere informatie

TPRA-monitor Dekkingsgraden IV <Titel> <Ondertitel>

TPRA-monitor Dekkingsgraden IV <Titel> <Ondertitel> TPRA-monitor Dekkingsgraden 2015 IV Maart 2016 TPRA-monitor dekkingsgraden Over deze monitor: TPRA publiceert elk kwartaal de dekkingsgradenmonitor waarin de ontwikkelingen van de

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen.

Voor alle duidelijkheid: deze nieuwsbrief informeert u uitsluitend over de pensioenregeling(en) die onder het beheer van SPAN vallen. Van het SPAN bestuur In deze nieuwsbrief geven wij u informatie over de financiële situatie en andere belangrijke ontwikkelingen binnen het fonds. En er is goed nieuws over de indexatie per 1 januari 2014!

Nadere informatie

Vragen aan het bestuur kunt u altijd stellen via de mailbox of door een van de bestuursleden direct te benaderen.

Vragen aan het bestuur kunt u altijd stellen via de mailbox of door een van de bestuursleden direct te benaderen. Van het SPAN bestuur Het SPAN bestuur beseft dat er veel communicatie omtrent de pensioenregelingen plaatsvindt binnen AT&T en richting de medewerkers. Deze nieuwsbrief informeert u met name over de huidige

Nadere informatie

Z-score 2010 en P-toets

Z-score 2010 en P-toets Z-score 2010 en P-toets 2006-2010 FONDS z-score 2009¹ P-toets 2005-z-score 2009 2010, cijfers (inclusief DNB 1,28)¹ P-toets 2006-2010, cijfers DNB P-toets 2006-2010 (inclusief 1,28) ABP, Pensioenfonds

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds

Jaarbericht Terugblikken en vooruitkijken. delta lloyd pensioenfonds delta lloyd pensioenfonds Jaarbericht 2010 Terugblikken en vooruitkijken In dit Jaarbericht leest u wat er in 2010 bij het pensioenfonds gebeurde. We gaan wat dieper in op onze beleggingen en andere financiële

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Voorwoord 2013 was een bijzonder jaar. Het was het eerste jaar samen voor het Pensioenfonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur

Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur Vastgoedbeleggingsresultaten van Nederlandse pensioenfondsen: internationale diversificatie stelt teleur Veel Nederlandse pensioenfondsen hebben in de afgelopen jaren hun vastgoedportefeuilles opnieuw

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen. Amsterdam, 24 september 2010

Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen. Amsterdam, 24 september 2010 Pensioen- en Vermogensbeheer Ageing giants of Sinking giants Falen is de echte shortfall van pensioenfondsen Amsterdam, 24 september 2010 Jelles van As First Pensions 1 Inhoud 1. Activiteiten van pensioenfondsen

Nadere informatie

Extra informatie pensioenverlaging

Extra informatie pensioenverlaging Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over?

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over? Nieuwsbrief oktober 2015 Herstelplan In de nieuwsbrieven van juli (over o.a. het nieuwe Financieel ToetsingsKader nftk ) en augustus 2015 (over beleggen) informeerden we u al eerder over de eisen die De

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen

DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen DNBulletin DNBulletin: Pensioenfondsen gaan in herstelplannen uit van hoge rendementen Datum 18 mei 2017 Thema Pensioenen Pensioenfondsen verwachten uit hun financiële tekorten te komen door hoge rendementen

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Verkort jaarverslag

Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag 2014 1 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Hoe deed ons pensioenfonds het in 2014? Waar hield het bestuur zich mee bezig? En wat waren

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 122,1% naar 122,8% Beleggingsrendement is 3,0%, obligaties stegen

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 117,0% naar 116,3%; Het beleggingsrendement is 3,5% in het vierde

Nadere informatie

Persbericht. Huidige pensioenregels leiden tot stagnatie herstel

Persbericht. Huidige pensioenregels leiden tot stagnatie herstel Persbericht Datum 20 oktober Embargo tot 20 oktober tot 00.01 uur Huidige pensioenregels leiden tot stagnatie herstel PMT onderschrijft het WRR conclusie pensioenstelsel in Nederland is te gevoelig De

Nadere informatie

Verlaging per 1-4-2014 (voorlopig) 99% 2% n.n.b. Voorlopige dekkingsgraad. 94,3% 6,2% 0,0% 88% 7% n.n.b. 93,6% 5,6% 2,2% 95,4% 2,8% 0,4%

Verlaging per 1-4-2014 (voorlopig) 99% 2% n.n.b. Voorlopige dekkingsgraad. 94,3% 6,2% 0,0% 88% 7% n.n.b. 93,6% 5,6% 2,2% 95,4% 2,8% 0,4% Overzicht bijgewerkt tot 07-03-2013, 15.00 uur. Aanvullingen zullen in blauw worden toegevoegd. 1. Stichting Pensionfonds ABP 96,0% 0,5% 1,6% (zie toelichting) Kortingspercentage voor april 2014 louter

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

TPRA Rating Report Regelingen 2017 Demo Regeling X

TPRA Rating Report Regelingen 2017 Demo Regeling X TPRA Rating Report Regelingen 2017 Demo Regeling X TPRA Rating Report Regelingen 2017 Demo Over het TPRA Rating Report Regelingen 2017: Dit rapport biedt een gedetailleerde analyse van de kwaliteit van

Nadere informatie

Verlaging per 1-4-2014 (voorlopig) 99% 2% n.n.b. Voorlopige dekkingsgraad. 94,3% 6,2% 0,0% 88% 7% n.n.b. 93,6% 5,6% 2,2% 95,4% 0,0% 2,8%

Verlaging per 1-4-2014 (voorlopig) 99% 2% n.n.b. Voorlopige dekkingsgraad. 94,3% 6,2% 0,0% 88% 7% n.n.b. 93,6% 5,6% 2,2% 95,4% 0,0% 2,8% Overzicht bijgewerkt tot 19-02-2013, 10.00 uur. Aanvullingen zullen in blauw worden toegevoegd. Pensioenfonds 1. Stichting Pensionfonds ABP 96,0% 0,5% 1,6% (zie toelichting) Kortingspercentage voor april

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 120,5% naar 117,4%; Het beleggingsrendement is 8,6% in het eerste

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen? Veelgestelde vragen DE KORTINGEN Gelden de kortingen op het pensioen per 1-9-2016 en 1-3-2017 voor beide regelingen? Ja, de kortingen gelden zowel voor de middelloon als de CDC regeling, ongeacht het afgesproken

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

CRISISPLAN - SAMENVATTING

CRISISPLAN - SAMENVATTING CRISISPLAN - SAMENVATTING MAATREGELEN ALS DE FINANCIËLE POSITIE IN GEVAAR IS 1 juli 2015 Inleiding Dit crisisplan beschrijft wat het Algemeen Bestuur gaat doen als het Pensioenfonds in een crisissituatie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 107% Belegd vermogen 81,9 miljard Rendement derde kwartaal 9,1% Premie- en indexatiebesluit in vierde kwartaal Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft in

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Uit de landelijke pers: Economie groet met 2,1% Voorzichtig herstel aantal banen Herstel uitzendmarkt Werkloosheid blijft afnemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Randstad heeft medio februari 2014 moeten besluiten tot het doorvoeren van een pijnlijke maatregel. Om de

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. 9 Financieel crisisplan. 9.1 Inleiding. 9.2 Beschrijving crisissituatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. 9 Financieel crisisplan. 9.1 Inleiding. 9.2 Beschrijving crisissituatie 9 Financieel crisisplan 9.1 Inleiding SPAN heeft als doel om de pensioenregeling van AT&T Global Network Services Nederland B.V. (hierna AT&T of ) zoals die gold tot 1 januari 2014 uit te voeren. Het primaire

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2018 bedroeg 119,9%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2018 bedroeg 1,4%. Het pensioenvermogen per 30

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Eerste kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

134 De Pensioenwereld in 2015

134 De Pensioenwereld in 2015 14 134 De Pensioenwereld in 2015 Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 135 Het nieuwe FTK: oude wijn in nieuwe zakken? Auteurs: Gijs Hoedemaker, Machiel Koper en Alexander van Stee Na de crisis leek er een

Nadere informatie