Wat maakt familiebedrijven succesvol?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat maakt familiebedrijven succesvol?"

Transcriptie

1 Wat maakt familiebedrijven succesvol? 20 jaar wetenschappelijk onderzoek naar familiebedrijven Johan Lambrecht en Wouter Broekaert Studiecentrum voor Ondernemerschap, Hogeschool-Universiteit Brussel Onderzoek in opdracht van Acerta en Bank Van Breda Mei 2011

2 Inhoudstafel Ten geleide... 1 DEEL 1: DATAVERZAMELING... 3 DEEL 2: MAATSTAVEN VOOR SUCCES... 5 Financiële maatstaven... 5 Afbakening... 5 Populariteit... 6 Voordelen... 7 Nadelen... 7 Welzijnsmaatstaven... 9 Afbakening... 9 Populariteit Voordelen Nadelen Overleving Afbakening Populariteit Voordelen Nadelen Multidimensionale maatstaven Besluit DEEL 3: DETERMINANTEN VAN SUCCES Valkuilen Financiële middelen Externe financiering Cashflow Familiale inbreng Investeringen Overzicht Menselijk kapitaal... 29

3 Ondernemerskarakter Mannelijke versus vrouwelijke ondernemers Opleidingsniveau ondernemer Leeftijd / ervaring ondernemer Rol van de levenspartner Familiaal sociaal kapitaal Conflictmanagement Human resources beleid Overzicht Strategie Sector Locatie Internationalisatie Diversificatie Milieubewust ondernemen Innovatie Strategische planning Marketing Overzicht Corporate governance Familiale aandeelhouders Raad van bestuur Management Cumul Overzicht DEEL 4: OVERKOEPELEND MODEL Methodologie Resultaten DEEL 5: AANBEVELINGEN LITERATUURLIJST... 96

4 1 Ten geleide Familiebedrijven. Zij vormen de oudste ondernemingsvorm. Het is dan ook verrassend dat zij een relatief jonge wetenschappelijke discipline uitmaken. Pas eind jaren tachtig van de vorige eeuw lanceerde het Amerikaanse Family Firm Institute het wetenschappelijke tijdschrift Family Business Review. Dat tijdschrift was het eerste dat zich volledig toelegde op familiebedrijven. Sinds dan is het onderzoek naar familiebedrijven wereldwijd in een stroomversnelling geraakt. Onderzoekers formuleren vaak, op basis van hun onderzoek, concrete aanbevelingen die de kans op een succesvol familiebedrijf zouden moeten verhogen. Na twintig jaar familiebedrijvenonderzoek is het een uitgelezen moment om na te gaan in hoeverre familiebedrijven in Vlaanderen de aanbevelingen toepassen en of die daadwerkelijk tot succes leiden. Zijn er dan nog niet voldoende publicaties, zoals managementboeken, verschenen die het recept voor bedrijfssucces voorschrijven? Ten eerste zijn familiebedrijven anders. Een familiebedrijf is bovenal een systeem of een geheel, dat bestaat uit de interagerende onderdelen bedrijf, familie en individuele familieleden. Ten tweede wemelen de geroemde managementboeken van de waanideeën. Het meest voorkomende waanidee is wat Rosenzweig (2007) het halo-effect noemt. Er is sprake van een halo-effect wanneer een conclusie is gebaseerd op een element dat niet of nauwelijks ter zake doet. In de managementboeken blijkt het halo-effect uit het feit dat de zogenaamde succesfactoren niet anders zijn dan toekenningen gebaseerd op succes. Hun auteurs selecteren eerst succesvolle bedrijven op basis van vooral financiële bedrijfsprestaties. Vervolgens observeren ze wat ze in die bedrijven aantreffen en die geobserveerde kenmerken (bijvoorbeeld een sterke bedrijfscultuur, focussen, nederig leiderschap, ) worden dan verheven tot succesfactoren. Wanneer dezelfde bedrijven met dezelfde nederige bedrijfsleider een paar jaar later klappen krijgen, wordt er geschreven dat er iets schort aan de leiderschapsstijl van de bedrijfsleiding. Het verhaal wordt gewoon aangepast op basis van de financiële prestaties die dan worden waargenomen. Managementboeken beschrijven dus veeleer succes dan dat ze het verklaren. Wij hebben ons in dit onderzoek gehoed voor de valkuil van het halo-effect door eerst mogelijke succesfactoren in kaart te brengen en daarna te onderzoeken of ze leiden tot succes in familiebedrijven. Het onderzoeksrapport bestaat uit vijf delen. Eerst leggen we onze werkwijze uit. Daarna passeren de maatstaven voor succes en de determinanten van succes de revue. We eindigen met een overkoepelend model en aanbevelingen voor familiebedrijven.

5 2 In deze inleiding richten we graag een woord van oprechte dank tot iedereen die ons met raad en daad heeft bijgestaan. Een aantal personen en instellingen noemen we bij naam. Zonder hen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. In de persoon van Karel Plasman en van Carlo Henriksen danken we respectievelijk Acerta en Bank J.Van Breda & C voor de financiële ondersteuning v an dit onderzoek. We danken de leden van het begeleidingscomité, Bert Hens van Acerta en Tom Meyvisch van Bank J.Van Breda & C, die een opbouwend kritisch klankb ord waren. Tot slot vermelden we in het bijzonder de 251 bedrijfsleiders die de grootschalige enquête invulden en de zes leidinggevenden van familiebedrijven die ons een persoonlijk interview gaven. Zij maakten tijd vrij om hun kennis en ervaring met ons te delen. Mag de inbreng van al die personen bijdragen tot de duurzaamheid van onze familiebedrijven en het onderzoek naar familiebedrijven verder bevorderen. Johan LAMBRECHT en Wouter BROEKAERT Mei 2011

6 3 DEEL 1: DATAVERZAMELING Onderzoeken welke de mogelijke succesfactoren zijn voor familiebedrijven is onbegonnen werk wanneer er geen degelijke leidraad gebruikt wordt. Wij kozen er daarom voor om het wetenschappelijke tijdschrift Family Business Review te benutten als basis voor deze studie. Sinds zijn ontstaan in 1988 is het tijdschrift uitgegroeid tot de toonaangevende referentie op het vlak van wetenschappelijk onderzoek naar het reilen en zeilen van familiebedrijven. In een eerste stap stelden we, samen met masterstudent Tom Libbrecht, een lijst samen met daarin een overzicht van alle Family Business Review-artikels verschenen van maart 1988 tot en met maart Na het verwijderen van editoriale stukken, interviews en boekbesprekingen hielden we 482 studies over. Vervolgens bepaalden we de criteria die we zouden hanteren voor de uiteindelijke selectie: De studie dient een empirisch deel te bevatten waarin het eigen onderzoek van de auteurs beschreven wordt. Loutere overzichten van de bestaande literatuur of loutere theoretische modellen vallen buiten dat kader. De studie dient gericht te zijn op het analyseren van factoren die een directe impact kunnen hebben op het succes van een familiebedrijf (primaire verklarende variabelen). Ook studies die de determinanten van primaire variabelen onderzoeken (secundaire verklarende variabelen) komen in aanmerking. Zo kan de risicobereidheid van de bedrijfsleider een impact hebben op het succes van het bedrijf (primaire verklarende variabele), terwijl die risicobereidheid op haar beurt kan beïnvloed worden door de aanwezigheid van familieleden in het bedrijf (secundaire verklarende variabele). De empirische analyse binnen een artikel dient een zekere mate van veralgemening mogelijk te maken. Concreet houdt dat in dat vooral statistische analyses in aanmerking komen, gebaseerd op een voldoende grote steekproef. Casestudy s of onderzoek van zeer specifieke situaties vallen daar bijvoorbeeld niet onder, evenmin als beschrijvende artikels vanuit de persoonlijke ervaring van de auteurs. Aan de hand van die richtlijnen maakten we een eerste selectie van ruim 40 artikels met primaire verklarende variabelen. We baseerden ons daarvoor in de eerste plaats op de abstracts en de samenvattingen van de artikels. Wanneer op basis daarvan niet duidelijk was of het artikel in aanmerking kwam, werd de inhoud meer in detail bekeken vooraleer te beslissen of we het al dan niet zouden opnemen.

7 4 Vervolgens werden alle geselecteerde studies een eerste maal verwerkt en gestructureerd tot een voorlopige literatuurstudie. Wanneer wij in deze studie spreken over een (significant) verband tussen verschillende variabelen, dan gaat het steeds over verbanden die met een betrouwbaarheid van 95 procent of meer kunnen worden aangetoond. Als het gaat over een lagere betrouwbaarheid, dan wordt dat steeds expliciet vermeld. Zoniet spreken wij over variabelen waartussen volgens een bepaalde studie geen verband is waargenomen. Met de ervaring uit die eerste verwerking in het achterhoofd onderwierpen we vervolgens de lijst met afgewezen artikels aan een tweede kritisch onderzoek. Een aantal daarvan werd bij nader inzien toch als relevant beschouwd, wat het totaal op 52 geselecteerde en verwerkte Family Business Review-artikels met primaire verklarende variabelen bracht. Volgende stap bestond uit het verder uitbouwen en onderbouwen van de verzamelde informatie. Daarvoor gebruikten we in de eerste plaats artikels uit Family Business Review die de invloed van secundaire verklarende variabelen onderzoeken. In tweede instantie verruimden we ons blikveld door ook andere bronnen aan te boren, gaande van andere wetenschappelijke tijdschriften tot boeken en artikels. Om de realiteit in Vlaanderen te kunnen vergelijken met de literatuur ter zake, is het noodzakelijk inzicht te krijgen in hoe Vlaamse familiebedrijven zelf aankijken tegen de succesmaatstaven en -determinanten. Daartoe werd een schriftelijke enquête opgesteld, die vervolgens samen met een introductiebrief per post verstuurd werd naar circa Vlaamse familiebedrijven. In totaal werden er 251 ingevulde enquêtes naar ons teruggestuurd. De statistische verwerking van de gegevens gebeurde met behulp van de softwarepakketten-sas en -SPSS. Als laatste deel van het onderzoek voerden wij gesprekken met zes leidinggevenden van familiebedrijven. Wij peilden hun mening over de voornaamste bevindingen die zowel uit de literatuurstudie als uit de enquête naar voor komen. Volgende gespreksthema s werden aangekaart: mogelijke maatstaven voor succes, de belangrijkste determinanten van succes en de invloed van onderzoek naar familiebedrijven of management op hun wijze van leiding geven. Dergelijke individuele gesprekken laten uiteraard niet toe algemeen geldende conclusies te trekken. Ze maken het echter wel mogelijk om dieper en kritischer in te gaan op bepaalde zaken uit de literatuur en de enquête. De keuze van de gesprekspartners zorgt er bovendien voor dat de resultaten van de studie vanuit verschillende invalshoeken belicht worden.

8 5 DEEL 2: MAATSTAVEN VOOR SUCCES Een definitie opstellen van succes waarover iedereen het eens kan zijn, is een moeilijke, zoniet onmogelijke zaak. Toch moeten we het begrip werkbaar maken indien we tot betekenisvolle conclusies willen komen over zijn verklarende factoren. In dit deel delen we mogelijke maatstaven voor succes in drie categorieën in. Allereerst bekijken we financiële maatstaven. Vervolgens richten we onze aandacht op welzijnsmaatstaven en op overleving of leeftijd van het bedrijf als maatstaven voor succes. Ten slotte komen multidimensionale maatstaven aan bod en trekken we een besluit. Financiële maatstaven Afbakening Van alle soorten maatstaven voor succes worden degene die we kunnen groeperen onder de noemer financiële maatstaven het vaakst gebruikt. Doorgaans gaat het om kerncijfers van de onderneming zoals die in de jaarrekening terug te vinden zijn. De vlag dekt echter een ruime lading. In de eerste plaats kijkt men naar het resultaat van de onderneming, met andere woorden de winst of het verlies op het einde van het boekjaar, of hoe dat geëvolueerd is ten opzichte van het verleden. Ook daarvan afgeleide indicatoren zoals het resultaat tegenover de omzet of tegenover het eigen vermogen kunnen worden gebruikt om succes of bedrijfsprestaties te beoordelen. In de tweede plaats kan succes gemeten worden aan de hand van de omzetcijfers zelf, de groei daarvan of door het marktaandeel van het bedrijf als standaard te nemen. Daarnaast kan de omvang van het personeelsbestand een aanduiding geven van de gezondheid van de onderneming. Andere financiële succesmaatstaven die we in de literatuur terugvinden, zijn ratio s die de schuldgraad en de liquiditeit van de onderneming meten. Voorts kan informatie over de cashflow dienst doen als maatstaf. Beursgenoteerde bedrijven beschikken ten slotte over een bijkomende mogelijkheid, met name het analyseren van de koerswijzigingen van het aandeel.

9 6 Populariteit Van de 52 geselecteerde artikels zijn er 29 die succes uitsluitend uitdrukken door middel van een of meerdere van bovengenoemde financiële maatstaven (zie Figuur 1). Daarnaast zijn er 11 artikels waarin een combinatie gebruikt wordt van financiële maatstaven en van een van de alternatieven die we hierna bespreken. Die bevinding ligt in lijn met ander onderzoek, dat eveneens vaststelt dat er een sterke voorkeur bestaat om groeivoeten en winstcijfers te hanteren als maatstaven voor succes (Maltz, Shenhar en Reilly, 2003). Figuur 1: Maatstaven voor succes Financieel Overleving Welzijn Financieel + overleving 5 Financieel + welzijn 4 Financieel + overleving + welzijn Aantal studies Visie van Vlaamse ondernemers Ook voor ons eigen onderzoek gingen wij na hoe geschikt de ondernemers verschillende ende mogelijke maatstaven voor succes vinden. We vroegen hun om de geschiktheid te beoordelen op een schaal van 1 tot 7, gaande van Niet geschikt tot Zeer geschikt. In de top vijf vinden we twee financiële maatstaven weer. De omvang van de winst komt op de vierde plaats met een gemiddelde score van 5,6. De winst wordt gevolgd door de financiële waarde van de onderneming, met een gemiddelde van 5,5. Ook in de persoonlijke gesprekken met bedrijfsleiders kwam winst als belangrijk naar voor, zij het veeleer als noodzakelijk instrument om andere doelstellingen zoals het voortbestaan of de groei van het bedrijf te helpen verzekeren.

10 7 Bij de maatstaven die relatief laag scoren vinden we onder meer de omvang van het personeelsbestand weer, die als weinig geschikt wordt ervaren om succes te beoordelen, getuige de gemiddelde score van 3,8. Voordelen De aantrekkingskracht van financiële maatstaven als waardemeter voor succes ligt voor een groot deel in het objectieve karakter ervan. Voor begrippen als winst, omzet en personeelsbestand zijn duidelijke definities voorhanden, zodat het voor iedereen gemakkelijk na te gaan is wat er precies mee bedoeld wordt. De verregaande uniformiteit van de definities zorgt er bovendien voor dat cijfers van verschillende ondernemingen, sectoren en zelfs landen vergelijkbaar zijn. Dat is niet alleen van belang binnen eenzelfde studie, maar het zorgt er ook voor dat men verschillende onderzoeken, eventueel met betrekking tot verschillende tijdsperiodes, naast elkaar kan leggen. Een tweede voordeel is veeleer van praktische aard, maar is daarom niet minder belangrijk. Het heeft met name betrekking op de beschikbaarheid van financiële data. Van veel ondernemingen zijn de jaarrekeningen, of toch minstens de belangrijkste kengetallen, gemakkelijk terug te vinden. Bovendien worden die op regelmatige basis verzameld in allerlei databanken, die voor het publiek beschikbaar worden gesteld. Vaak volstaan enkele muisklikken om duizenden gegevens op te halen, klaar voor verwerking. Dat verregaande gebruiksgemak versterkt de populariteit van dat soort maatstaven. Nadelen Tegenover die voordelen staan echter ook een aantal nadelen. Een eerste belangrijk nadeel van financiële maatstaven is dat zij vooral een beeld geven van het verleden en hoogstens iets kunnen zeggen over de kortetermijnprestaties van een onderneming (Maltz e.a., 2003). Zoals de klassieke waarschuwing bij beleggingsproducten leert, zijn rendementen uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Bovendien mogen de verschillende maatstaven dan wel objectief berekend kunnen worden, de keuze wélke financiële maatstaven te gebruiken blijft grotendeels subjectief. Veel ervan zijn inherent beperkt in hetgeen zij ons kunnen leren. De omzet en zelfs het marktaandeel geven bijvoorbeeld een indicatie van de grootte en het belang van de onderneming in de markt. Zij zeggen echter niets over de duurzaamheid daarvan of zelfs maar over de (financiële) gezondheid van het

11 8 bedrijf. Winstcijfers bieden iets meer informatie, maar ook zij tonen maar een beperkt deeltje van het totaalbeeld. Hetzelfde geldt voor allerhande boekhoudkundige ratio s. Van financiële maatstaven wordt vaak de evolutie in de tijd bestudeerd. Dergelijke groeicijfers, zij het van de winst, de omzet of het marktaandeel, zijn geliefkoosde waardemeters voor succes. Toch dragen ook zij de reeds aangehaalde nadelen met zich mee. Bovendien moeten we vraagtekens durven plaatsen bij de alomtegenwoordige veronderstelling dat groter ook meteen beter is en dat groei dus inherent positief is. Groeicijfers kunnen wel degelijk een goede indicatie zijn dat de onderneming goed presteert, maar andere factoren kunnen minstens even belangrijk zijn. Vaak hebben kleine familiebedrijven dan ook niet de ambitie om te groeien, wat groeicijfers voor hen tot ongeschikte succesmaatstaven maakt (Hienerth en Kessler, 2006). In zijn boek Small Giants ( Kleine Reuzen ) heeft Burlingham (2005) veertien Amerikaanse bedrijven beschreven die er bewust voor gekozen hebben niet te groeien omdat zij hun tijd en middelen wilden besteden aan andere prioriteiten. De geselecteerde groep is zeer divers qua doelmarkt, omvang en ouderdom. De kleine reuzen hebben één ding gemeen; zowel vriend als vijand is het erover eens dat zij bijzonder succesvol zijn. Kenmerkend voor die ondernemers is hun passie voor wat ze doen. Dat is ook nodig, gezien het feit dat zij lange tijd tegen de stroom hebben moeten oproeien. In alle gevallen hebben zij immers hun naaste omgeving, hun medewerkers en zelfs zichzelf ervan moeten overtuigen dat groei geen noodzaak is. Zij hebben zich consequent afgevraagd wat hun eigenlijke doel was, waarom ze hun bedrijf hadden opgebouwd en waarom ze het willen behouden. Vervolgens hebben zij hun prioriteiten vastgelegd. Voor sommige ondernemers is het van het grootste belang dat zij een persoonlijke en langdurige relatie kunnen opbouwen met elk van hun werknemers. Anderen plaatsen een uitzonderlijke dienstverlening aan de klanten of aan de lokale gemeenschap bovenaan het verlanglijstje. Nog anderen waren zo druk bezig met uitbreiden dat ze uiteindelijk beseften dat hun hele leven alleen nog maar bestond uit stress. Zij gooiden het roer om teneinde weer te kunnen genieten van waar ze mee bezig waren en een gezonde balans met hun gezinsleven terug te vinden. Wat ook hun oorspronkelijke drijfveer was, elk van hen kwam tot de conclusie dat groei veeleer een belemmering was voor het verwezenlijken van hun passie dan een stimulans (Burlingham, 2005). Bijna alle ondernemers die wij spraken, schoven groei naar voor als een van de doelstellingen van het bedrijf maar allen beklemtoonden ze eveneens dat dat op een geleidelijke en stabiele manier moet gebeuren. Eén ondernemer wees er bovendien op dat groei er niet toe mocht leiden dat de strategie van het bedrijf, dat gefocust is op een nichemarkt, in gevaar wordt gebracht.

12 9 Welzijnsmaatstaven Afbakening Een van de grootste nadelen van de hiervoor aangehaalde financiële maatstaven als waardemeters voor succes is dat ze met een zeer enge blik naar het begrip succes kijken. Ze geven weliswaar een indicatie van het financiële bedrijfssucces, maar houden geen rekening met andere mogelijke doelstellingen van de ondernemers in kwestie. Succes gaat in realiteit echter veel verder dan "veel geld verdienen". De financiële maatstaven die in de voorgaande sectie aan bod kwamen, focussen zich vooral op de materiële kant van de zaak. In wezen zijn zij echter slechts instrumenten die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van andere doelstellingen. In de eerste plaats heeft de ondernemer zelf bepaalde doelstellingen. Sommige bedrijfsleiders zullen de mate van persoonlijk succes inderdaad afmeten aan de omvang en waarde van hun onderneming. Er zijn echter ook een heleboel andere, meer persoonlijke doelstellingen die een rol kunnen spelen. Waar de financiële ratio's vooral de welvaart weerspiegelen, zijn er andere maatstaven die veeleer het welzijn van de betrokkenen trachten te vatten. De mate waarin de ondernemer erin slaagt zijn aanzien en reputatie uit te bouwen kan dan van belang zijn. Dat kan gaan van de erkenning die hij krijgt van zijn gezin en zijn familie tot het opbouwen van een internationale reputatie. Het verwerven van invloed, op ondernemers- of politiek vlak, kan een andere doelstelling zijn. Een andere ondernemer zal dan weer andere prioriteiten stellen en zijn succes in de eerste plaats afmeten aan het evenwicht dat hij kan behouden tussen zijn bedrijfsactiviteiten en de tijd die hij kan besteden aan zijn gezin (Burlingham, 2005). Daarmee komen we bij een tweede groep personen waarop het functioneren van de onderneming een impact kan hebben en wier mening dus van belang kan zijn bij het beoordelen van succes, namelijk de familie. Vooral bij familiebedrijven, waar er een financiële en emotionele verwevenheid van familie en onderneming is, is het oordeel van de familieleden zinvol. Niet alleen de jaarlijkse winst of de omzetgroei zal hen bezighouden, maar ook andere zaken. De continuïteit is daar één van, zoals we later zullen zien. Ook het publieke imago van de onderneming kan zwaar doorwegen, zeker wanneer de familienaam tegelijkertijd de bedrijfsnaam is. Ten slotte is er nog de goede verstandhouding binnen de familie. In hoeverre kan men immers spreken van een succesvol familiebedrijf wanneer dat weliswaar veel geld binnenbrengt, maar wanneer de onderlinge familierelaties er verstoord zijn door conflicten? Een derde groep belanghebbenden zijn de niet-familiale werknemers van het bedrijf. Ook zij maken integraal deel uit van de onderneming. Het is dus niet onlogisch dat

13 10 ook hun mening telt bij de beoordeling of het bedrijf al dan niet succesvol is. Bepaalde doelstellingen van de werknemers zullen overeenstemmen met die van de ondernemer en die van de ondernemersfamilie, maar andere zullen verschillend zijn. Zij zullen wellicht continuïteit van de onderneming, verloning en arbeidsomstandigheden verkiezen boven omzet, winstgevendheid of koersstijgingen, alhoewel continuïteit en verloning een indirect gevolg kunnen zijn van winstgevendheid. Populariteit In de archieven van Family Business Review hebben we slechts twee artikels teruggevonden die zich wagen aan een welzijnsdefinitie van succes (zie Figuur 1). Nog vier andere studies combineren financiële maatstaven met welzijnsmaatstaven. Ten slotte vonden we eveneens twee artikels die drie maatstaven, waaronder welzijn, combineren. In een eerste studie, uit 2000, stelde Sorenson twee welzijnsmaatstaven op. De ene geeft de voldoening weer die de werknemers uit hun job halen, terwijl de andere hun toewijding aan en verbondenheid met het bedrijf meet. De tweede studie die zich op welzijn richt, uit 2003 (Danes en Olson), paste onder meer de AGPAR-test aan om de functionele integriteit van de familie te meten. Oorspronkelijk is de AGPAR-test een snelle, medische test die een aantal basisfunctionaliteiten van pasgeborenen nagaat. In de context van familiebedrijven gebruikten de auteurs hem om te kijken hoe de familie scoorde op het vlak van aanpassing (Adaptation), groei (Growth), partnerschap (Partnership), genegenheid (Affection) en vastberadenheid (Resolve). Daarenboven gingen zij na in welke mate de belangrijkste familiale doelstelling gehaald werd. De beperkte mate waarin welzijnsmaatstaven in de literatuur onderzocht worden, is echter niet in overeenstemming met het belang dat ondernemers er zelf aan hechten. In een enquête bij ruim 600 Amerikaanse kmo s peilden Tagiuri en Davis (1992) wat de zaakvoerders zelf als belangrijkste ondernemingsdoelstellingen vooropstelden. Op de eerste plaats komt daarbij weliswaar de winst, maar die wordt gevolgd door het verlenen van een uitstekende kwaliteit en dienstverlening aan de klanten, de tevredenheid van de werknemers, en het ervaren van een persoonlijke uitdaging en onafhankelijkheid.

14 11 Visie van Vlaamse ondernemers Ook uit ons eigen onderzoek blijkt het belang van welzijnsmaatstaven. In de top vijf van meest geschikte parameters om succes te meten, staat de mate van loyaliteit van de klanten op de tweede plaats, met een gemiddelde score van 5,75 op 7. Op de derde plaats, en dus nog vóór winst als succesmaatstaf, staat de mate van loyaliteit van de eigen werknemers, met een score van 5,74. Het vernoemen van klantenloyaliteit als een zeer geschikte maatstaf voor succes strookt met ander onderzoek. Zo beschouwen bedrijfsleiders in een recente studie naar het economische belang van familiebedrijven in België het creëren van een hoge mate van klantenloyaliteit als de voornaamste doelstelling en uitdaging (Lambrecht en Molly, 2011). Ook tijdens onze interviews haalde een ondernemer aan dat hij ervoor past zijn gezinsleven ondergeschikt te maken aan de behoeften van het bedrijf, terwijl een andere leidinggevende succes mede afmeet aan het groepsgevoel binnen de onderneming. Voordelen Het grote voordeel van succesomschrijvingen die aandacht besteden aan de welzijnsdimensie is dat zij veel beter aansluiten bij de realiteit dan enge financiële maatstaven. Een bedrijf als zodanig heeft geen drijfveren en geen eigen doelstellingen. Het bedrijf is wel een instrument dat kan helpen om bepaalde doelstellingen van de betrokkenen, meer specifiek de ondernemer, zijn familie en de werknemers, te verwezenlijken. Welzijnsmaatstaven geven een evenwichtiger beeld van die realiteit door rechtstreeks de kern van de zaak te peilen. Nadelen Dat er ook nadelen aan verbonden zijn, blijkt reeds uit het beperkt aantal studies dat van een welzijnsmaatstaf gebruik maakt. Het voornaamste nadeel is maar al te duidelijk. De weg van een theoretisch welzijnsconcept naar een uiteindelijke operationele "successcore" is lang en vol gevaren. Als men rekening wil houden met alle belanghebbenden moeten er immers zeer veel gegevens verzameld worden, bij veel verschillende personen. Die gegevens zijn niet zomaar beschikbaar, waardoor de verzameling ervan veel tijd en geld kost. Eenmaal dat achter de rug is, volgt de moeilijkste taak, namelijk alle informatie samenvoegen en die op een of andere manier omvormen tot een eindscore.

15 12 Aangezien welzijn voor een groot deel individueel bepaald is, is het hele proces doordrongen van subjectiviteit. Dat gaat van de keuze en formulering van de vragen tot het categoriseren en wegen van de resultaten. Het is onmogelijk om tot een eindresultaat te komen waarmee iedereen het volledig eens is. De legitimiteit van verdere conclusies komt daardoor in het gedrang en het gebruik van welzijnsmaatstaven voor succes beperkt bovendien de kans dat andere onderzoekers eenzelfde aanpak zullen hanteren. De mogelijkheden om de resultaten uit verschillende onderzoeken met elkaar te vergelijken, slinken dus aanzienlijk.

16 13 Overleving Afbakening Een derde mogelijkheid om het succes van een onderneming te meten, is te kijken naar haar leeftijd. Oud en eerbiedwaardig zijn twee adjectieven die goed samen lijken te gaan en een bedrijf dat kan terugvallen op een lange geschiedenis kan doorgaans rekenen op een zekere mate van respect. Voor familiebedrijven kunnen we niet enkel kijken naar het aantal jaren dat verstreken is sinds de oprichting, maar ook naar het aantal generaties dat reeds aan het roer stond. De overgang van de ene naar de andere generatie ontsluit immers nieuwe beloftevolle wegen, maar houdt ook grote risico s in. Populariteit Financiële succesmaatstaven worden in populariteit gevolgd door leeftijds- of overlevingsmaatstaven. Van de 52 geselecteerde artikels vonden wij er tien die onderzoeken waardoor de overleving van het familiebedrijf beïnvloed wordt (zie Figuur 1). Daarnaast gebruiken nog zeven andere studies overleving van de onderneming in combinatie met andere maatstaven voor succes. Visie van Vlaamse ondernemers In ons eigen onderzoek prijkt het voortbestaan van het bedrijf op de eerste plaats, met een gemiddelde score van 5,8 op 7. De bedrijfsleiders van wie wij antwoorden ontvingen, vinden die maatstaf met andere woorden het meest geschikt om succes te beoordelen. De continuïteit van de onderneming verzekeren is ook voor onze gesprekspartners een belangrijke overweging. Of die continuïteit ook betekent dat het bedrijf in familiehanden moet blijven, daarover zijn de meningen verdeeld. Sommigen vinden dat wel degelijk belangrijk, maar voor anderen is het geen prioriteit en zou het bedrijf bijvoorbeeld ook mogen overgenomen worden door de werknemers.

17 14 Voordelen Twee voordelen van een leeftijdsmaatstaf springen in het oog. In de eerste plaats is er de praktische kant van de zaak. Het is doorgaans relatief eenvoudig om de leeftijd van een onderneming, en zelfs in welke generatie die zich bevindt, te achterhalen. Meestal is er op dat gebied ook weinig voer voor discussie. Een tweede argument dat pleit voor het gebruik van leeftijd als waardemeter voor succes is dat de voorstanders zich gesterkt weten door de feiten, toch waar het gaat over het verleden. Nadelen Wat we hiervoor aanhaalden als voordeel geeft echter meteen ook aan wat een groot minpunt is van leeftijd als succesmaatstaf. De ouderdom van een bedrijf zegt enkel iets over het verleden. Niets garandeert dat het succes uit het verleden kan verdergezet worden in de toekomst. Uit de leeftijd alleen kan niet afgeleid worden of en hoe het bedrijf zich heeft aangepast aan de markt van morgen. Het probleem gaat nog verder, in die zin dat de leeftijd niets zegt over de toestand waarin de onderneming zich nu bevindt. Een hoge leeftijd is een mogelijk, maar geen noodzakelijk gevolg van een succesvol verleden. Het is een vage, indirecte indicator waar moeilijk een waardeoordeel aan kan gekoppeld worden. Zelfs wanneer we leeftijd als succesmaatstaf aanvaarden, kunnen we er relatief weinig mee aanvangen. Van een bedrijf dat dubbel zoveel winst maakt als een concurrent kunnen we tenminste stellen dat het meer succes boekt. Hetzelfde zeggen van een onderneming die dubbel zo oud is, is echter al een ander paar mouwen.

18 15 Multidimensionale maatstaven Uit het voorgaande blijkt dat succes op verschillende manieren kan weergegeven worden. Men kan drie grote richtingen uit door respectievelijk te kijken naar het financiële plaatje, naar het welzijn van diverse belanghebbenden of naar de overleving van de onderneming. Daarenboven kan men ook binnen elke categorie kiezen uit een brede waaier van mogelijke maatstaven, elk met hun eigen voor- en nadelen. Diverse auteurs adviseren dan ook om verschillende maatstaven met elkaar te combineren, om zo tot een realistischer beeld van het succes van een bedrijf te komen. Afgaan op één enkele indicator is onvoldoende, ook als we de onenigheid over welke dan wel de meest geschikte zou zijn buiten beschouwing laten (Daily en Dollinger, 1992). Westhead en Howorth (2006) wijzen er wel op dat de interpretatie van diverse maatstaven niet altijd even eenvoudig is, zelfs als het gaat over louter financiële gegevens. Bovendien kunnen er sectorverschillen zijn, waardoor een uniforme interpretatie niet altijd wenselijk is. Ten slotte is het aan te raden om bij de opstelling van de uiteindelijke, multidimensionale maatstaf rekening te houden met de prestaties van de concurrenten alvorens tot een eindoordeel te komen (Daily en Dollinger, 1992; Rosenzweig, 2007; Sciascia en Mazzola, 2008; Barnett, Eddleston en Kellermanns, 2009). Geen enkele onderneming werkt immers in een vacuüm, waardoor relatieve maatstaven, waarbij het eigen succes vergeleken wordt met dat van de belangrijkste concurrenten, een vollediger beeld geven van de realiteit. Maltz e.a. (2003) gaan nog een stap verder en stellen dat er geen unieke succesindicator bestaat die voor alle ondernemingen geschikt is. Volgens hen moet elk bedrijf, op basis van zijn strategie, de omgeving en de sector waarin het werkzaam is, diverse factoren op een verschillende manier wegen en combineren. In de meeste van de door ons onderzochte publicaties nemen de auteurs het advies ter harte door meerdere potentiële maatstaven voor succes met elkaar te combineren. Het merendeel daarvan blijft echter binnen eenzelfde categorie, waarbij bijvoorbeeld diverse financiële maatstaven worden samengevoegd. Ook voor de onderzoekers die over de categorieën heen werken, blijven financiële parameters steeds een vast bestanddeel. In vijf studies worden die gecombineerd met overlevingsmaatstaven, terwijl vier andere publicaties de combinatie maken met welzijnsmaatstaven. In slechts twee artikels worden succesmaatstaven uit elk van de drie dimensies gebruikt.

19 16 Besluit Succes is een gecompliceerd begrip, waarvoor geen perfecte manier bestaat om het te operationaliseren. Men moet steeds een afweging maken tussen twee uitersten. Aan de ene kant moet de realiteit zo goed mogelijk gevat worden. Aan de andere kant moet de uiteindelijke maatstaf gemakkelijk te hanteren en te verzamelen zijn. Een combinatie van verschillende succesmaatstaven lijkt de aangewezen oplossing te zijn. Nadelen van de ene indicator kunnen dan worden gecompenseerd door voordelen van de andere. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de drie grote categorieën van potentiële succesmaatstaven, met hun voor- en nadelen. Tabel 1: Voor- en nadelen van succesmaatstaven Voordelen Nadelen Financieel - Objectief, uniform - Gemakkelijk beschikbaar - Nadruk op korte termijn - Beperkt beeld van prestaties - Vooroordeel t.a.v. groei Welzijn - Breed beeld van prestaties - Moeilijk beschikbaar - Subjectief, niet uniform Overleving - Gemakkelijk beschikbaar - Verleden goedgekeurd door de markt - Geen indicatie van toekomst Onze eigen empirie leert dat familiebedrijven volgende maatstaven voor succes het meest geschikt vinden: Voortbestaan van het bedrijf: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 5,81 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 5,70 / 7 Mate van klantenloyaliteit: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 5,75 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 5,46 / 7 Mate van werknemersloyaliteit: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 5,74 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 5,54 / 7 Omvang winst: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 5,59 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 4,94 / 7

20 17 Financiële waarde van het bedrijf: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 5,53 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 5,24 / 7 Volgende maatstaven worden het minst geschikt bevonden: Omvang van het familiaal privévermogen: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 4,15 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 4,36 / 7 Groei van het familiaal privévermogen: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 4,12 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 4,22 / 7 Aantal werknemers: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 3,77 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 4,22 / 7 Groei van het aantal werknemers: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 3,69 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 3,92 / 7 Tewerkstelling van familieleden: o Gemiddelde geschiktheidsscore: 2,75 / 7 o Gemiddelde successcore bedrijf: 3,62 / 7

21 18 DEEL 3: DETERMINANTEN VAN SUCCES Stafford, Duncan, Dane en Winter (1999) geven al aan dat de duurzaamheid van een familiebedrijf niet afhangt van een enkele variabele, maar dat die onderhevig is aan een complex samenspel van factoren. Er zijn natuurlijk de middelen die meespelen, zowel de activa en schulden van het bedrijf als het menselijke kapitaal van werknemers en eigenaars. Daarnaast is de strategie van belang en tot slot onderscheiden de auteurs nog het beslissingsproces en de structuur van de onderneming. Eerst staan we even stil bij de valkuilen voor het verklaren van succes. Valkuilen Vooraleer te beginnen met het verzamelen en analyseren van allerlei factoren die een invloed kunnen uitoefenen op het al dan niet succesvol functioneren van een bedrijf is het belangrijk even in te zoomen op een aantal valkuilen. In zijn boek The Halo Effect gaat Rosenzweig (2007) uitgebreid in op een aantal veel voorkomende onderzoeks- en interpretatiefouten, waarvan het halo-effect het meest voorkomende waanidee is. Een halo-effect speelt vooral wanneer men bedrijfsprestaties tracht te verklaren op basis van factoren die niet op een objectieve manier meetbaar zijn maar die minstens gedeeltelijk afhangen van een subjectieve perceptie. Voorbeelden daarvan zijn de bedrijfscultuur, de bedrijfswaarden en de leiderschapsstijl van de bedrijfsleider. Rosenzweig (2007) argumenteert dat de waarde die aan dergelijke variabelen wordt toegekend sterk wordt beïnvloed door hoe succesvol het bedrijf lijkt. Bedrijven die in het verleden sterke cijfers konden voorleggen, krijgen als het ware een halo om zich heen. Het licht van die stralenkrans kleurt op zijn beurt alle componenten die samen de onderneming laten functioneren, en verandert dus ook hoe ze waargenomen worden. Werknemers en bedrijfsleiders van goed presterende bedrijven zullen dan ook van mening zijn dat ze een goede bedrijfscultuur en een uitstekend leiderschap bezitten. Bij slecht functionerende bedrijven zal de waardering van die zaken echter dalen. De waarde die we op dat moment bekomen voor leiderschapskwaliteiten is dus het gevolg van de bedrijfsresultaten van voorgaande jaren en niet noodzakelijk de oorzaak van huidige of toekomstige bedrijfsresultaten. Daarmee samenhangend waarschuwt Rosenzweig (2007) eveneens voor het gevaar om correlatie of samenhang te verwarren met oorzakelijkheid. Zoals hierna zal blijken, gebeuren de meeste empirische analyses op basis van een momentopname.

22 19 De verzameling van dat soort gegevens is doorgaans een stuk eenvoudiger dan wanneer men over meerdere jaren heen wil werken. Met die statische gegevens kunnen onderzoekers weliswaar verbanden vaststellen tussen X en Y maar zij kunnen geen uitspraken doen over de kip en het ei, of X de oorzaak is van Y of andersom. Ook bij de selectie van de bedrijven moeten onderzoekers enige voorzichtigheid in acht nemen. Het heeft weinig zin alleen te kijken naar succesvolle voorbeelden. Wanneer we de mogelijke impact van verklarende variabelen willen inschatten, is het noodzakelijk dat we ook de situatie bekijken in bedrijven die het niet goed doen, zodat beide groepen met elkaar kunnen vergeleken worden (Rosenzweig, 2007). De laatste waarschuwing van Rosenzweig (2007) is dat we niet de illusie mogen creëren dat onderzoek naar bedrijfsprestaties onfeilbare en pasklare antwoorden kan opleveren. Er is geen yellow brick road die de bedrijfsleider met zekerheid naar succes voert. Wat onderzoek wel kan doen, is ondernemers op weg helpen en hun suggesties aanreiken.

23 20 Financiële middelen Financieel kapitaal is wellicht het meest voor de hand liggende hulpmiddel voor elke onderneming. Aan de basis van het functioneren van elke onderneming ligt het beschikbare geld en het beleid om daarmee om te springen. Om na te gaan welke financieringsfactoren een potentiële impact kunnen hebben op het succes van een bedrijf bekijken we achtereenvolgens wat de literatuur te vertellen heeft over de impact van zowel externe als intern gegenereerde financiering. We bekijken ook wat er gebeurt indien die middelen gebruikt worden om investeringen te financieren. Externe financiering Stimulans Door externe financieringsbronnen aan te spreken, kan een bedrijf zijn financiële basis drastisch uitbreiden. Met de bijkomende werkmiddelen kunnen investeringen gefinancierd en mensen aangeworven worden. Als de onderneming erin slaagt met de externe middelen meer toegevoegde waarde te creëren dan wat ze als kostprijs, onder de vorm van rente, moet betalen dan kan dat de bedrijfsprestaties alleen maar positief beïnvloeden. Toch is er in de literatuur relatief weinig empirische steun te vinden voor de veronderstelde stimulerende werking van externe financiering. Bevestiging vinden we bijvoorbeeld bij Rutherford, Muse en Oswald (2006) die de situatie bij 934 Amerikaanse familiebedrijven onderzochten. Zij gingen na wat de relatie is tussen de schuldgraad van het bedrijf, met andere woorden de verhouding van vreemd vermogen tot eigen vermogen, en een aantal succesmaatstaven, waaronder de omzet en de groei van het bedrijf. Hun resultaten wijzen op een positieve samenhang, wat kan duiden op het nut van externe financiering. Ook Gallo en Vilaseca (1996) vertrokken vanuit de schuldgraad en analyseerden het belang ervan bij 104 Spaanse familiebedrijven. Alhoewel zij verschillende prestatiemaatstaven verzamelden, vinden zij voor slechts één ervan, namelijk het rendement op het eigen vermogen, een betekenisvol, positief verband met de schuldgraad. Kritische bedenkingen Dat er weinig consensus bestaat over de relatie tussen schulden en bedrijfsprestaties blijkt wanneer we de resultaten van de hiervoor aangehaalde

24 21 studies leggen naast het onderzoek van Molly, Laveren en Deloof (2010) bij 262 Vlaamse familiale kmo s. Zij bestudeerden gegevens van 1991 tot en met 2006 en komen tot de conclusie dat er een negatief verband bestaat tussen de schuld ten opzichte van het totaal vermogen enerzijds en de winst van de bedrijven anderzijds. Martinez, Stohr en Quiroga (2007) berekenden dan weer voor 175 beursgenoteerde Chileense bedrijven de verhouding van de langetermijnschuld ten opzichte van het totaal vermogen en dat over een periode van 10 jaar ( ). Vervolgens gingen zij na wat de invloed daarvan is op het rendement op het eigen vermogen, het rendement op de totale activa en op een variant van Tobins Q 1 die ze gebruikten als indicator voor de marktresultaten. Voor elk van die drie succesmaatstaven vinden de auteurs een negatief verband met de hoeveelheid langetermijnschulden. In het merendeel van de geselecteerde gevallen vinden onderzoekers echter een positief noch negatief verband, maar gewoon geen verband. Braun en Sharma (2007), die de resultaten van 84 beursgenoteerde Amerikaanse familiebedrijven in 2001 en 2002 bestudeerden, bekeken de verhouding van de schulden ten opzichte van het totaal vermogen. Vervolgens gingen zij na of er een relatie is met het aandeelhoudersrendement, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Kowalewski, Talavera en Stetsyuk (2010) gebruikten dezelfde schuldenindicator met gelijkaardige resultaten. Bij de 217 Poolse bedrijven die zij onderzochten, vinden zij evenmin een verband met het rendement op het eigen vermogen of met het rendement op het totaal vermogen. Gallo en Vilaseca (1996), die we hiervoor reeds aanhaalden, bekeken niet alleen het rendement op het eigen vermogen maar onderzochten ook andere prestatiemaatstaven zoals de leeftijd van de onderneming, het rendement op verkopen, de omzet, de activa of het aantal werknemers in het bedrijf. Tussen geen van die indicatoren en de schuldgraad vinden zij echter een verband. Ook de resultaten van Rowe, Haynes en Bentley (1993) wijzen in dezelfde richting. Op basis van de gegevens van 620 Amerikaanse gezinnen die thuis een zelfstandig bedrijf hebben, kunnen ook zij geen effect ontdekken van het totaal geleende kapitaal op het netto-inkomen van de ondernemers. 1 Tobins Q = Beurswaarde bedrijf Activa bedrijf.

25 22 Kapitaaltoegang Een bijkomend element waarmee we in de hele discussie moeten rekening houden, is de vraag of het aantrekken van voldoende externe financiering wel een haalbare kaart is voor jonge of familiale ondernemingen. Bij zijn zoektocht naar marktimperfecties ging Holtz-Eakin (1995, 2000) onder meer dieper in op de imperfecties van de kapitaalmarkt. Hij bestudeerde met name of startende ondernemers te maken krijgen met belemmeringen op de kapitaalmarkt. Hij besluit dat starters wel degelijk worden geconfronteerd met informatieasymmetrie, omdat het voor een bankier niet altijd eenvoudig is om de situatie van een startende onderneming correct in te schatten. De starter heeft een beter zicht op zijn onderneming dan de kredietverschaffer. Ook Manigart en Fockaert (2008) vernoemen de informatiekloof als een imperfectie van de kapitaalmarkt. Naast de informatieasymmetrie beschouwen zij als informatiekloof het feit dat ondernemers niet altijd op de hoogte zijn van het gamma van financieringsmogelijkheden en dat externe financiers het moeilijk hebben om echt waardevolle investeringskansen te vinden. Rutherford e.a. (2006) gingen in hun onderzoek bij Amerikaanse familiebedrijven na of het gebrek aan externe financiering een belangrijk beletsel vormt voor de ontwikkeling van jonge bedrijven. Zij vertrokken daarbij vanuit de hypothese dat jonge en kleine familiebedrijven minder externe schulden aangaan en trager groeien dan andere ondernemingen. De reden daarvoor kan buiten het bedrijf liggen; het kan bijvoorbeeld moeilijkheden ondervinden om externe financiering aan te trekken. Er kan echter ook een interne motivatie spelen wanneer de bedrijfsleiding gewoonweg minder bereid is extern kapitaal, en dus externe controle, aan te trekken. Om die hypothese te testen, onderzochten zij de relatie tussen de schuldgraad van het bedrijf enerzijds en het aantal werknemers en de leeftijd van het bedrijf anderzijds. Zij vinden tussen geen van beide een significant verband. De resultaten geven dus geen indicatie dat jonge of kleinere bedrijven speciale moeilijkheden ondervinden om externe financiering te bekomen. Ook andere onderzoekers nuanceren de impact van financieringsbeperkingen. Zij wijzen erop dat veel beginnende ondernemers gewoon geen externe fondsen zoeken of nodig hebben (Kim, Aldrich en Keister, 2006). Shane (2008) spreekt in dat opzicht zelfs van 60 procent van alle starters. Fluck, Holtz-Eakin en Rosen (1998) komen tot gelijkaardige conclusies. Zij bestudeerden de evolutie van de financieringswijze van jonge bedrijven in de Amerikaanse staat Wisconsin. Volgens hun studie stijgt aanvankelijk het aandeel van de financiering door vertrouwelingen (insiders zoals de starter zelf, vrienden, familie en zakenpartners) in het financieringsbedrag van een nieuwe kleine onderneming. Tussen het tweede en negende levensjaar van de onderneming daalt echter het

26 23 aandeel van de financiering door vertrouwelingen en stijgt het aandeel van de externe financiering. Vooral bankleningen krijgen dan een groter gewicht in het totale financieringsbedrag (Shane, 2008). Fluck e.a. (1998) schrijven die evolutie van de financieringswijze van jonge bedrijven toe aan een combinatie van de reputatiegebonden theorie en de monopolieuitleners theorie. In het begin heeft de starter een relatie met één financiële instelling. Die monopolie-uitlener probeert winst te puren uit zijn relatie met de starter. Zo rekent hij hoge interestbetalingen aan, die de starter kunnen verhinderen om voldoende externe financiering aan te trekken. De nieuwe ondernemer is voor zijn project bijgevolg aangewezen op financiering van vertrouwelingen. Het aandeel van interne financiering neemt toe, terwijl dat van externe financiering krimpt. Na verloop van tijd ontwikkelt het jonge bedrijf een reputatie in de markt, waardoor andere financiers bereid zijn om middelen te verstrekken. Het monopolie van de oorspronkelijke externe financier wordt doorbroken. Een bijkomende factor die het hoge aandeel van de spaarmiddelen in de aanvangsjaren verklaart, houdt verband met de sterkere controle die de starter over zijn nieuwe bedrijf wil hebben (Blumberg en Letterie, 2008). Visie van Vlaamse ondernemers Voor de respondenten van de enquête heeft het verwerven van schuldfinanciering, bijvoorbeeld bankkrediet, een positieve bijdrage gehad tot het succes van hun bedrijf. Op een mogelijke schaal van -3 (sterk negatieve impact) tot +3 (sterk positieve impact) bedraagt het gemiddelde 1,5 (zie Figuur 2). Figuur 2: Schuldfinanciering 40% 30% 20% 10% 0% Het verkrijgen van aandelenfinanciering is voor minder respondenten van toepassing en scoort met gemiddeld 0,8 ook lager, zij het nog steeds positief. Figuur 3 toont, op een schaal van -3 tot +3, hoe de respondenten de impact van aandelenfinanciering op het succes inschatten.

27 24 Figuur 3: Aandelenfinanciering 50% 40% 30% 20% 10% 0% Cashflow Een potentiële succesfactor die we in de geselecteerde Family Business Reviewartikels niet terugvinden is de cashflow. Dat is ietwat verbazend aangezien aan de schuldgraad van een onderneming, wat we in de vorige sectie toelichtten, wel veel aandacht wordt besteed. De cashflow, de som van de niet-kaskosten (bijvoorbeeld afschrijvingen) en de nettowinst, vormt voor een bedrijf een aanvulling of zelfs een alternatief voor het aanspreken van extern kapitaal en geeft als zodanig een indicatie van de interne financieringsmogelijkheden (Oliveira en Fortunato, 2006). López- Gracia en Sánchez-Andújar (2007) tonen de wisselwerking tussen cashflow en schulden treffend aan in hun onderzoek bij 858 Spaanse middelgrote bedrijven (van 1997 tot en met 2004). Daaruit komt een duidelijk negatief verband tussen beide naar voor, en dat zowel voor familiebedrijven als voor niet-familiebedrijven. Toch kan vooral voor familiale ondernemingen en kleine bedrijven het onderscheid tussen interne en externe financiering van groot belang zijn. Oliveira en Fortunato (2006) argumenteren dat niet alle bronnen van financiële middelen overal en voor alle soorten bedrijven even gemakkelijk beschikbaar zijn. In een land zoals België is de beursmarkt volgens hen relatief weinig ontwikkeld, zodat de financiële markt er meer bank-georiënteerd is. En daar wringt nu net de schoen voor sommige kleinere bedrijven. De informatie die de bank bezit over een klein bedrijf kan dermate beperkt zijn dat het voor die bank moeilijk wordt om het risico en het potentieel van de ontlener in te schatten. Daar komt nog bovenop dat kleine bedrijven vaak weinig activa bezitten die ze als onderpand voor bankleningen kunnen gebruiken. De combinatie van beide factoren kan ervoor zorgen dat kleine bedrijven minder een beroep kunnen doen op bankfinanciering en dus ook sterker afhankelijk zijn van interne financiering dan dat voor hun grotere concurrenten het geval is.

28 25 Teneinde die hypothese te testen, analyseerden Oliveira en Fortunato (2006) de gegevens van Portugese bedrijven, gaande van 1990 tot Zij vinden een significant positieve relatie tussen de cashflow en de groei van een onderneming, uitgedrukt in aantal werknemers. Een lage cashflow blijkt dus wel degelijk een groeibeperkende factor te zijn. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat de negatieve impact van een lage cashflow een stuk groter is voor kleine (minder dan 50 werknemers) en jonge bedrijven (ten hoogste 10 jaar oud) dan voor hun grotere en oudere tegenhangers. Jonge en kleine bedrijven hebben dus met andere woorden meer te lijden onder de eerder aangehaalde financieringsbeperkingen. Familiale inbreng Stimulans Financiële middelen uit eigen zak of afkomstig van familieleden zijn vaak een eerste en belangrijke bron van financiering. Een studie van de Artevelde Hogeschool bij 548 starters in België, in opdracht van het ondernemingsloket Eunomia, leert dat 77 procent eigen middelen in de nieuwe zaak stopte ( Starters vallen nog altijd over papierberg, 27 juni 2007). Ook uit de START-enquête 2007 van het Steunpunt Ondernemen en Internationaal Ondernemen blijkt dat bijna alle starters (94,6 procent) in Vlaanderen eigen middelen inzetten voor hun nieuwe zaak (Manigart en Fockaert, 2008). Toch vonden we in Family Business Review slechts twee studies terug die de impact daarvan nagaan op het succes van de onderneming. Op basis van enquêtes bij Amerikaanse familiebedrijven stelden Rutherford e.a. (2006) vast welk percentage van het familiaal vermogen in het bedrijf wordt geïnvesteerd. Na analyse van de cijfers komen zij tot de conclusie dat er een positief verband bestaat tussen die familiale inbreng en diverse succesmaatstaven. Hoe hoger het percentage familiale middelen waaruit de onderneming kan putten, hoe hoger de omzet en de groei van de onderneming is en hoe meer werknemers zij in dienst neemt. Kritische bedenkingen Een tweede studie, eveneens bij Amerikaanse familiebedrijven, vindt echter minder aanwijzingen voor de stimulerende invloed van eigen kapitaal op het succes. Danes, Stafford, Haynes en Amarapurkar (2009) gebruikten de gegevens over het netto familiaal vermogen (zonder schulden) en het netto bedrijfsvermogen (activa zonder schulden) om te onderzoeken of die verband houden met de inkomsten van het familiebedrijf of met het zakelijk succes zoals dat door de respondenten zelf wordt

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen Onderzoek over de planning van de bedrijfsoverdracht uitgevoerd met de steun van Agentschap Ondernemen: Executive summary Prof. dr. Tensie Steijvers drs. Ine Umans Universiteit

Nadere informatie

Familiebedrijven presteren beter dan andere ondernemingen. Van onschatbare waarde(n) - Nieuw onderzoek 2017

Familiebedrijven presteren beter dan andere ondernemingen. Van onschatbare waarde(n) - Nieuw onderzoek 2017 Familiebedrijven presteren beter dan andere ondernemingen. waarde(n) - Nieuw onderzoek 2017 Nieuw onderzoek naar WAARDEOVERDRACHT bij familiebedrijven Erasmus centre for family Business, BDO en Rabobank.

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

MKB investeert in kennis, juist nu!

MKB investeert in kennis, juist nu! M201016 MKB investeert in kennis, juist nu! drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, september 2010 MKB investeert in kennis, juist nu! MKB-ondernemers blijven investeren in bedrijfsopleidingen,

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Familiebedrijven en de crisis

Familiebedrijven en de crisis Onderzoeksrapport Oktober 2009 Familiebedrijven en de crisis Prof. Dr. Johan Lambrecht Prof. Dr. Vincent Molly Familiebedrijven en de crisis 1. Inleiding Naar aanleiding van de huidige financiële-economische

Nadere informatie

Fundamental Analyser (Bron: Reuters)

Fundamental Analyser (Bron: Reuters) (Bron: Reuters) Deze informatie is afkomstig van derden in de zin van artikel 24.8 en 24.9 van de Algemene Voorwaarden van BinckBank en is dus niet afkomstig van BinckBank. Deze informatie is indicatief

Nadere informatie

in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides

in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides in 12 slides Code Buysse II, samengevat in 12 slides 1 Governance principes De ondernemers hebben hun bedrijf nog niet in een vennootschapsstructuur ondergebracht. De ondernemers activeren een raad van

Nadere informatie

The digital transformation executive study

The digital transformation executive study The digital transformation executive study De noodzaak van transformatie voor kleine en middelgrote producerende bedrijven Technologie verandert de manier waarop kleine en middelgrote bedrijven zakendoen.

Nadere informatie

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

M200616. De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB M200616 De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB dr. J.M.P. de Kok drs. J.M.J. Telussa Zoetermeer, december 2006 Prestatieverhogend HRM-systeem MKB-bedrijven met een zogeheten 'prestatieverhogend

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5 Bij de beoordeling van de dossiers wordt rekening gehouden met de omvang en het type

Nadere informatie

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA Management control: GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 34 Jake Foster: beeld Verantwoordelijkheidscentra vormen binnen veel organisaties een essentieel onderdeel

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Hfst 6 : Solvabiliteit

Hfst 6 : Solvabiliteit Hfst 6 : Solvabiliteit De financiële draagkracht op LT wordt bekeken. Belangrijk voor de relatie tussen een onderneming en haar financiële instelling(en). 3 aspecten van solvabiliteit: 1. Statische solvabiliteit:

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Enquête rond het familiebedrijf in België

Enquête rond het familiebedrijf in België www.pwc.be Enquête rond het familiebedrijf in België December 2010 Kernbevindingen 1. 1 op 2 respondenten ziet overheidsbeleid en regulering als één van de voornaamste externe uitdagingen voor hun onderneming.

Nadere informatie

Niet familiale managers in het. familiebedrijf

Niet familiale managers in het. familiebedrijf Niet familiale was het bijzonder boeiend en actueel onderwerp van de 9de dag van het georganiseerd door IFB (Instituut voor het Familiebedrijf) en bezieler Prof. Jozef Lievens. Deze dag van het is dan

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012

Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012 Duurzame inzetbaarheid in de HR praktijk Onderzoeksrapport 2012 Zicht krijgen op duurzame inzetbaarheid en direct aan de slag met handvatten voor HR-professionals INHOUDSOPGAVE 1. Duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken

Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken Assessment centers: wanneer wel, wanneer niet? Jo Verbeken Assessment Wanneer wel Wanneer niet? Jo Verbeken 8 december 2011 2 Overzicht De assessment center methode Gedragsgerichte functieclassificatie

Nadere informatie

Familiebedrijven en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen

Familiebedrijven en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Familiebedrijven en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Door: Dr. Lonneke Roza (Onderzoeker Maatschappelijk Betrokken Ondernemen) Deze paper is deels gebaseerd en soms vrij vertaald vanuit het werk van

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Missionstatement en core values

Missionstatement en core values Missionstatement en core values Inhoud 1 Het formuleren van missionstatement en core values... 1 2 Het maken en uitdragen van missie en kernwaarden... 5 1 Het formuleren van missionstatement en core values

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Klant. Pensioen life cycle indicators

Klant. Pensioen life cycle indicators Pensioen life cycle indicators Klant Rapport om een gefundeerde keuze te maken tussen verschillende premiepensioenproducten. Gebaseerd op analyses op het gebied van beleggingsbeleid, duurzaamheid, rendement

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Het besturen van een familie en een bedrijf

Het besturen van een familie en een bedrijf Het besturen van een familie en een bedrijf Een familiebedrijf runnen is als jongleren. De doelstellingen van het bedrijf groei en goede resultaten realiseren moeten worden afgewogen tegen de behoeften

Nadere informatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie Feike Sijbesma, CEO Royal DSM In de loop der tijd is het effect van bedrijven op de maatschappij enorm veranderd. Vijftig tot honderd

Nadere informatie

We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt?

We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt? Hfst 7: Rentabiliteit We gaan de winstgevendheid van een onderneming analyseren. DOEL: - hoe verliezen oplossen? - financieren met VV vanuit rentabiliteitsstandpunt? Goede rentabiliteit heeft ook z n invloed

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

ETION Waardenrapport van Vlaamse ondernemingen. Oktober 2015

ETION Waardenrapport van Vlaamse ondernemingen. Oktober 2015 ETION van Vlaamse ondernemingen Oktober 2015 45% van de ondervraagde ondernemingen benoemt expliciet haar waarden 8 op de 10 ondernemingen besteedt aandacht aan waarden In 94% van de ondernemingen bepaalt

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven

Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven Bijna 7 Belgische werknemers op 10 hebben een goed evenwicht tussen werk en privéleven Een goed evenwicht tussen werk en privéleven bij werknemers heeft een positieve invloed op de resultaten van het bedrijf.

Nadere informatie

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1.1. Onzekerheid van materieel belang Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op Toelichting X bij de financiële overzichten.

Nadere informatie

Samenvatting mediapartners Shopping2020

Samenvatting mediapartners Shopping2020 Samenvatting eindrapport expertgroep Online Ondernemen Webwinkeliers te optimistisch over overlevingskansen. Op basis van data van de Kamer van Koophandel (N=26.250), een online enquête (N=500) en interviews

Nadere informatie

VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK

VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK Management accounting & control: VASTSTELLING EN INTERPRETATIE VAN TAAKSTELLINGEN RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK Taakstellingen ( targets ) vormen een belangrijk onderdeel van management control systemen.

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering

BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering BEDRIJFSECONOMISCHE WETENSCHAPPEN master in de toegepaste economische wetenschappen: accountancy en financiering 2011 2012 Masterproef Private familiebedrijven en de keuze van financiering Promotor : Prof.

Nadere informatie

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen

duurtijd van de opleiding en de arbeidstijd. Hierbij stellen we dat het, gegeven deze regelgeving, allicht niet evident is voor werkgevers om tegen Samenvatting 5 Dit boek bekijkt kritisch de veralgemening van duaal leren in het arbeidsgericht secundair onderwijs (SO) in Vlaanderen, op basis van de beschikbare economische en sociologische wetenschappelijke

Nadere informatie

Samen uw risicoprofiel bepalen - Natuurlijke personen

Samen uw risicoprofiel bepalen - Natuurlijke personen Samen uw risicoprofiel bepalen - Natuurlijke personen Elke belegger staat voor de moeilijke keuze om zijn portefeuille samen te stellen uit de diverse mogelijke beleggingsvormen (beleggingsfondsen, aandelen,

Nadere informatie

M Ondernemerschap en strategie in het MKB

M Ondernemerschap en strategie in het MKB M200609 Ondernemerschap en strategie in het MKB drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2006 Ondernemerschap en strategie in het MKB Vernieuwing staat niet hoog in het vaandel van ondernemers in het MKB.

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN

EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN EXTERNAL INVESTORS IN PRIVATE FAMILY FIRMS AN EXPLORATORY STUDY OF FAMILY FIRM HETEROGENEITY JEROEN NECKEBROUCK, SOPHIE MANIGART & MIGUEL MEULEMAN Overzicht Controle in het familiebedrijf Governance en

Nadere informatie

9 tekenen van een naderend faillissement.

9 tekenen van een naderend faillissement. 9 tekenen van een naderend faillissement Graydon epaper 9 tekenen van een naderend faillissement. 9 tekenen van een naderend faillissement 2 Inhoud Inleiding 3 Check deze 9 signalen 4 Signaal 1. De liquiditeitsratio

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2

EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER. Deel 2 Master Executive in Wedding Management EEN EIGEN ONDERNEMING STARTEN ALS WEDDING PLANNER Deel 2 [LES 2] Event & Media Education. Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van kopiëren of verspreiding van de

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ?

Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen wat te doen bij weigeringsbeslissing RSZ? Inleiding 1. Nieuwe werkgevers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, voor de eerste zes werknemers die zij aanwerven

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

Website Performance Rapport 2013: E-COMMERCE

Website Performance Rapport 2013: E-COMMERCE Website Performance Rapport 2013: E-COMMERCE E-commerce sites behoren als categorie tot de sites met de slechtste performance, ondanks het feit dat beschikbaarheid en performance rechtstreeks impact hebben

Nadere informatie

BIJLAGE 1: Kader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, 1, van het besluit

BIJLAGE 1: Kader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan, zoals vermeld in artikel 4, 1, van het besluit Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2013 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Werkstress is fysieke, mentale of sociale spanning die voortkomt uit werk. Werkstress kan nadelige

Werkstress is fysieke, mentale of sociale spanning die voortkomt uit werk. Werkstress kan nadelige SAMENVATTING Werkstressisfysieke,mentaleofsocialespanningdievoortkomtuitwerk.Werkstresskannadelige gevolgenhebbenvoorwerknemers,organisatiesendemaatschappijinhetalgemeen.opindividueel niveauhangtwerkstresssamenmetdepressie,angstenburnoutenmetfysiekegezondheidsrisico

Nadere informatie

Focus Workshop 2 daagse

Focus Workshop 2 daagse Focus Workshop 2 daagse Doelstelling Het is onze passie om bedrijven te ondersteunen in hun groei en andere ondernemers te helpen hun dromen te realiseren. HaRvest is ontstaan van uit onze overtuiging

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties 1. Waarom bent u als ondernemer verplicht om van elke financiële handeling een bewijsstuk te hebben? A. Op deze wijze kunt u

Nadere informatie

Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen

Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Evaluatie van de activeringsplicht van oudere werklozen Auteur: Joost Bollens 1 Abstract In de loop van mei 2009 werd in Vlaanderen de zogenaamde systematische aanpak van de VDAB (de Vlaamse Dienst voor

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1

Inhoud. Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 Lijst van tabellen... Lijst van figuren... Inleiding... xv xix xxi HOOFDSTUK 1 FINANCIËLE ANALYSE: INLEIDING... 1 1.1. Onderneming, toegevoegde waarde en belanghebbenden... 2 1.2. Rol van de financiële

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie

Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie Ondernemerschap in Vlaanderen: een vergelijkende, internationale studie De Global Entrepreneurship Monitor (GEM) is een jaarlijks onderzoek dat een beeld geeft van de ondernemingsgraad van een land. GEM

Nadere informatie

Doe veilig zaken het is gedekt!

Doe veilig zaken het is gedekt! Doe veilig zaken het is gedekt! Vooruitgang brengt altijd risico s met zich mee Frederick B. Wilcox Waar ligt u s nachts wakker van? Zorgen over niet betaald worden? Geen bankkrediet verkrijgen? Cashflow

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

M200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer

M200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer M200704 Markt- en klantgerichtheid in het MKB drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, februari 2007 Markt- en klantgerichtheid in het MKB In de rapportage beschrijft EIM drie indicatoren om de klant- en marktgerichtheid

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie

Medewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0)

Medewerkersonderzoek. Meting november Uw projectmanager Meike Post. Samenvatting 't Dijkhuis. E: T: +31 (0) Medewerkersonderzoek Samenvatting Meting november 2016 Uw projectmanager Meike Post E: meike.post@effectory.com T: +31 (0)20 30 50 100 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg Samenvatting Scores Scores op de

Nadere informatie

UW BEDRIJF FINANCIEREN

UW BEDRIJF FINANCIEREN UW BEDRIJF FINANCIEREN BEDRIJFSFINANCIERING Zonder financiering kan een onderneming niet bestaan. Of het nu gaat om de omvang van het eigen vermogen of de ontwikkeling van uw werkkapitaal: de wijze waarop

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

De impact van HR op de business. Jaap Paauwe, Job Hoogendoorn en HR compliance

De impact van HR op de business. Jaap Paauwe, Job Hoogendoorn en HR compliance De impact van HR op de business Jaap Paauwe, Job Hoogendoorn en HR compliance Inhoudsopgave Heeft HR impact op de business? (interview met Jaap Paauwe) Certificering HR is must (interview met Job Hoogendoorn)

Nadere informatie

Tekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1

Tekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1 ijlage Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2 Nummer Termen T* toetsterm 1 Eindterm 5a: De personen zijn in staat met betrekking tot financiële instrumenten uit te leggen aan de consument waarom

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

MEMO Crowdfunding Algemeen

MEMO Crowdfunding Algemeen MEMO Crowdfunding Algemeen Introductie Door middel van deze memo willen wij u graag nader informeren over (de mogelijkheden van) crowdfunding. Crowdfunding heeft zich de afgelopen jaren in Nederland ontwikkeld

Nadere informatie

Benchmarkmodel. Bedrijf XYZ. eindresultaten klanten beleid. Analyse en leggen verbanden. Kwaliteit Tevredenheid Kosten. Waardering.

Benchmarkmodel. Bedrijf XYZ. eindresultaten klanten beleid. Analyse en leggen verbanden. Kwaliteit Tevredenheid Kosten. Waardering. Benchmarken In feite is benchmarken meten, vergelijken, leren en vervolgens verbeteren. Dit kan op zeer uiteenlopende gebieden. Van de behandelresultaten van een zorgmedewerker tot de resultaten van het

Nadere informatie

Familiebedrijfskunde is. inmiddels een volwassen. discipline en bevordert de. integratie van disciplines. uit verschillende terreinen

Familiebedrijfskunde is. inmiddels een volwassen. discipline en bevordert de. integratie van disciplines. uit verschillende terreinen Familiebedrijfskunde is inmiddels een volwassen discipline en bevordert de integratie van disciplines uit verschillende terreinen Financiële planning is een cruciale succes factor voor de continuïteit

Nadere informatie

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa

Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie voor de media Klantgerichtheid is de belangrijkste aanjager voor economische groei in Europa Voor nadere informatie, neem contact op met: Wilma Buis Algemeen Directeur van Mercuri Urval b.v. Tel: 033 450 1400 of 06 5025 3038 wilma.buis@mercuriurval.com Onderzoek Mercuri Urval achtergrondinformatie

Nadere informatie

Zuinige Superinnovatoren. Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. Prof.Dr. Dries Faems

Zuinige Superinnovatoren. Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. Prof.Dr. Dries Faems Deelrapport Noord-Nederlandse Innovatiemonitor Prof.Dr. Dries Faems d.l.m.faems@rug.nl 1. INLEIDING 1.1 SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen)

EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen) BIJLAGE A1: VRAGENLIJST BANKEN EZ Microkrediet Onderzoek (aanbodzijde - Financiële instellingen) 1 Hoeveel aanvragen voor bedrijfskrediet (dus niet consumentenkrediet of persoonlijke leningen) tot 25.000

Nadere informatie

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf

Inleiding. Morgen. Whitepaper: Betrokkenheid in bedrijf Inleiding Geld verdienen. Voor de medewerker en het bedrijf belangrijke behoeften. Met een arbeidsrelatie vinden zij elkaar. De deal is rond, beide tevreden. Of nog niet? De wijze waarop de werkzaamheden

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie