Bodemdaling Groningen op basis van InSAR waarnemingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bodemdaling Groningen op basis van InSAR waarnemingen"

Transcriptie

1 Bodemdaling Groningen op basis van InSAR waarnemingen NAM EP Juli 2008

2 Inhoudsopgave 1 Introductie Methodologie Data en gebiedsbegrenzing Meettechnieken InSAR Waterpassingen Opzet voor vergelijking InSAR en waterpasmetingen Deformatie schattingen uit InSAR waarnemingen Deformatie schattingen uit waterpassingen Correlatie coëfficiënt en toetsgrootheden Vergelijking InSAR en waterpassingen Overzicht Overzicht Geschatte bodembeweging Op evaluatie locaties Per peilmerk Conclusies

3 1 Introductie In de periode van 1 oktober 2003 tot 1 oktober 2007 is in een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) en Technische Universiteit Delft (TU Delft) het Fundamenteel onderzoek Radar Interferometrie uitgevoerd. Dit onderzoek vond plaats in het kader van de Regeling Technologische Samenwerking, en werd ondersteund met een subsidie van SenterNovem, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. In dit onderzoek is de toepasbaarheid van radar interferometrie voor het schatten van de bodemdaling als gevolg van de gaswinning onderzocht. Het kwantificeren van de nauwkeurigheid van radar interferometrie is cruciaal voor de operationele inzetbaarheid van InSAR voor het monitoren van de bodemdaling. Omdat de bodemdaling in de orde van millimeters per jaar is, en zich uitstrekt over een groot gebied, is het schatten en scheiden van de foutenbronnen (onder andere topografie en atmosferisch signaal) van groot belang. Daarom wordt een netwerk van meetpunten met coherente fase waarnemingen gebruikt, de zogenaamde Persistent Scatterers (PS). Aangezien deze PS voornamelijk de bebouwing volgen, is de dichtheid in het landelijk gebied (0-25 PS/km 2 ) lager dan in het stedelijk gebied (> 100 PS/km 2 ). De gemiddelde dichtheid in het gebied dat onderhevig is aan bodemdaling is echter hoog genoeg (~40 PS/km 2 ) om het signaal van de bodemdaling te schatten. De precisie (1-sigma) van een enkele PS-InSAR deformatie schatting is ongeveer 3-5 millimeter. Om de betrouwbaarheid van de techniek te bepalen zijn de deformatie schattingen op basis van waarnemingen uit onafhankelijke, overlappende satellietbanen vergeleken, zie ref. [1]. Hieruit is gebleken dat de gemiddelde bodemdaling in de periode millimeter per jaar of minder verschilt tussen de verschillende banen. Figuur 1: Geschatte deformatie (mm) per peilmerk locatie uit PS-InSAR waarnemingen in de periode december 2003 tot en met december 2007 (Envisat). Per peilmerk locatie is de deformatie geschat uit het gewogen gemiddelde van de PS binnen een straal van één kilometer. 2

4 Aansluitend is een vergelijking uitgevoerd met de bodemdaling berekend uit waterpassingen tot Hierbij is rekening gehouden met de meetonnauwkeurigheid van beide technieken, het feit dat beide technieken niet dezelfde meetpunten gebruiken (verschillende meetpunten kunnen deformeren als gevolg van verschillende oorzaken: gaswinning, ondiepe compactie etc.), en de hogere ruimtelijke dichtheid van PS-InSAR ten opzichte van waterpassingen, waardoor beide datasets nooit 100% identieke resultaten zullen opleveren. De correlatie tussen de bodemdaling berekend uit waterpassingen en PS-InSAR is 94%, indien aanwezige ruimtelijke trends en uitschieters uit beide technieken worden verwijderd. Dit is nagenoeg gelijk aan de correlatie die middels simulaties berekend is voor het bepalen van de bodembeweging uit onafhankelijke waterpas projecten. Deze simulaties zijn slechts gebaseerd op verschillen door meetonnauwkeurigheid; additionele verschillen ten gevolge van peilmerk instabiliteit zou de correlatie tussen onafhankelijke waterpassingen verder negatief beïnvloeden. De hoge correlatie tussen deformatie schattingen uit PS-InSAR en waterpassingen suggereert dat InSAR geschikt is als alternatieve techniek voor het monitoren van bodemdaling. Naast het reduceren van veiligheidsrisico s (meten vanuit de ruimte in plaats van meten langs drukke wegen), is de hogere ruimtelijke en temporele dichtheid (meetfrequentie) een voordeel ten opzichte van de conventionele waterpassingen. Dit rapport is het vervolg op de bijlage (ref. [2]) bij het meetplan Groningen dd. 31 oktober 2007 (ref. [3]). In deze bijlage is een vergelijking uitgevoerd tussen deformatie schattingen uit InSAR en waterpassingen in de opeenvolgende tijdsperiodes tussen de grote waterpassingen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er een sterke overeenkomst is tussen beide technieken, waarbij rekening dient te worden gehouden met een eventuele kleine ruimtelijke trend (kanteling) in de deformatie schattingen. In dit rapport wordt de vergelijking van de bodembeweging uit waterpasmetingen en InSAR waarnemingen voor de epoches 1993, 1998, 2003 en 2006 verder uitgewerkt. Tevens wordt de bodembeweging gerapporteerd in de periode vanaf december 2003 tot 1 januari 2008, gebaseerd op Envisat InSAR waarnemingen. Figuur 1 toont de deformatie schattingen per peilmerk locatie. De intentie van dit rapport is om aan te tonen dat InSAR een alternatieve techniek is voor het monitoren van bodemdaling en daarmee samenhangend, het calibreren van de prognoses. De grote waterpassing van 2008 zal in juni 2008 beginnen en naar verwachting in december 2008 worden voltooid. Door middel van extrapolatie is ook de bodemdaling geschat in de periodes die samenvallen met de twee grote waterpassingen (de gemiddelde meetdatum is respectievelijk juni 2003 en september 2008), zie Figuur 2. In dit document worden de stappen voor de berekening van de bodembeweging en de vergelijking met waterpassingen toegelicht. Hoofdstuk 2 beschrijft de methodologie voor de vergelijking van de geschatte bodembeweging uit InSAR en waterpassingen. Vervolgens worden de resultaten voor de periode getoond in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 behandelt de deformatie schattingen voor de periode , en geeft uitleg over het bijgevoegde bestand met de deformatie schattingen. 3

5 Figuur 2: Geschatte deformatie (mm) per peilmerk locatie uit PS-InSAR waarnemingen in de periode juni 2003 tot september 2008 (Envisat). De deformatie in de periode januariseptember 2008 is bepaald door middel van extrapolatie op basis van de gemiddelde PS snelheden in de periode Per peilmerk locatie is de deformatie geschat uit het gewogen gemiddelde van de PS binnen een straal van één kilometer. 4

6 2 Methodologie Dit hoofdstuk beschrijft de methodologie die gebruikt is voor de vergelijking van de geschatte bodembeweging uit InSAR en waterpasmetingen. Deze vergelijking is gebaseerd op de integratie van twee geodetische meettechnieken, met elk hun eigen meetnauwkeurigheid. Achtereenvolgens worden de beschikbare data, de gebiedsbegrenzing, de karakteristieken en precisie van de meettechniek, en de vergelijkingsmethode toegelicht. In de InSAR techniek wordt gebruikt gemaakt van een tijdserie van radar opnames van een satelliet. Uit de fase waarnemingen van de Persistent Scatterers wordt de bodembeweging geschat. InSAR is een relatieve techniek, zowel in ruimte als in tijd. Waterpassen is eveneens een relatieve techniek, alhoewel de peilmerken gekoppeld zijn aan een referentie datum, het NAP. De waarnemingen zijn de hoogteverschillen tussen peilmerken, die in opeenvolgende epochen gemeten worden. 2.1 Data en gebiedsbegrenzing Fase waarnemingen van de ERS en Envisat satelliet zijn gebruikt voor het schatten van de bodembeweging. Figuur 3 laat de verdeling van acquisities in de tijd zien van de klimmende (487) en dalende (380) banen die de gehele bodemdalingskom van Groningen bedekken. De radarbeelden in de periode zijn opgenomen door ERS-1 en ERS-2. Vanaf 21 december 2003 zijn vrijwel iedere 35 dagen radarbeelden opgenomen door Envisat voor track 380. Deze rapportage bestrijkt de periode tot en met 30 december In totaal zijn er 41 Envisat acquisities, waarvan 40 interferogrammen zijn gevormd. Vanwege voorrang aan commerciële partijen tijdens het onderzoeksproject in de periode , zijn er voor track 487 van Envisat nog niet voldoende opnamen voor een betrouwbare PS-InSAR analyse. Vanaf januari 2008 zijn de beelden door NAM als commerciële partij aangevraagd, waardoor de opnamefrequentie is verhoogd (in de periode is een tijdserie van 13 beelden opgebouwd). Figuur 3: ERS en Envisat acquisities in de periode

7 In de tijdsperiode waarin ERS en Envisat operationeel zijn, zijn drie grote waterpassingen uitgevoerd in het Groningen gebied: in 1993, 1998 en Een kleine waterpassing is uitgevoerd in Dit rapport spitst zich toe op het Groningen gasveld. De begrenzing van het gebied is gekozen op 10 kilometer afstand van het Gas Water Contact (GWC) van het Groningen gasveld, zie Figuur 4. Figuur 4: Het Groningen onderzoeksgebied, inclusief profiel lijnen. Het Gas Water Contact is weergegeven met een groene lijn. 2.2 Meettechnieken Om de deformatie schattingen tussen InSAR en waterpassen te vergelijken, is de precisiebeschrijving van beide technieken nodig. In deze paragraaf worden achtereenvolgens de karakteristieken van InSAR en waterpassen als meettechniek beschouwd InSAR De kracht van PS-InSAR ligt in de ruimtelijke en temporele dichtheid van deformatieschattingen, gebruikmakende van natuurlijke, d.w.z. niet speciaal voor dit doel geconstrueerde, objecten in het terrein. De opname frequentie vanuit een enkele satellietbaan is 35 dagen; de PS dichtheid varieert van 0-25 PS/km 2 in het landelijke gebied tot meer dan 100 PS/km 2 in het stedelijke gebied. Wat betreft de precisie wordt een onderscheid gemaakt tussen eerste orde PS en twee orde PS. De eerste orde PS zijn de objecten met de hoogste precisie. Ze zijn geselecteerd op basis van hun consistente reflectiepatroon, op basis van de genormaliseerde amplitude dispersie (standaard afwijking van de sterkte van de reflectie in de tijd gedeeld door de gemiddelde reflectie), die gerelateerd is aan de precisie van de fasewaarnemingen. De fasewaarnemingen van de eerste orde PS worden gebruikt om de atmosferische verstoringen te schatten. Vervolgens wordt het PS netwerk verdicht met tweede orde PS. Figuur 5 toont de precisie van de 6

8 bodemdalingssnelheden ten opzichte van het centrale referentie punt in mm/jaar (links) en de relatieve precisie van deformatie schattingen per epoche in mm (rechts). Figuur 5: Precisie van de Envisat waarnemingen die gebruikt zijn om de bodembeweging in de periode te schatten. Links: precisie van de PS snelheden (mm/jaar) ten opzichte van de referentie PS. Rechts: de precisie van PS deformatie schattingen (mm) van tweede orde netwerk PS ten opzichte van de dichtstbijzijnde PS in het eerste orde netwerk (rechts). De relatieve precisie van deformatie schattingen is onafhankelijk van de keuze van het referentiepunt, maar wordt lager naarmate de afstand tussen de PS toeneemt. Het referentie punt ligt in het midden van het beeld, in het overlappende gedeelte van de zwarte lijnen. Gezien de data dimensies (meer dan PS voor een enkele track), zijn alleen de PS met de hoogste relatieve precisie (< 5 mm) geselecteerd. Verder heeft op basis van de PS dichtheid een verdere data reductie plaatsgevonden die maximaal 1 PS per 100x100 meter oplevert. Tevens zijn door middel van een datasnooping procedure uitschieters uit de data verwijderd. Figuur 6 toont de PS dichtheid na data reductie. Uit de analyse van meerdere ERS tracks is gebleken, dat er over een afstand van 100 kilometer ruimtelijke trends van maximaal enkele millimeters per jaar in de geschatte deformatiesnelheden kunnen zitten, vooral in de oost-west richting. De aanwezigheid van trends is overigens niet beperkt tot InSAR: ook de geschatte hoogtes uit waterpassingen kunnen onderhevig zijn aan ruimtelijke trends door foutenvoortplanting in het waterpasnetwerk. Aangezien een enkele InSAR track een gebied van 100 bij 100 kilometer beslaat, is het mogelijk om de ruimtelijk trends te schatten uit de data zelf. Voorwaarde hiervoor is dat het merendeel van het door de InSAR track bedekte gebied stabiel is, of dat stabiel veronderstelde regio s kunnen worden geïdentificeerd. De trend in de Envisat deformatie schattingen in de periode is bepaald op basis van de gemarkeerde gebieden in Figuur 7. 7

9 Figuur 6: PS dichtheid van de Envisat track na data reductie en datasnooping. De dichtheid in de landelijke gebieden is 0-10 PS/km 2, en bijna 100 PS/km 2 in de stedelijke gebieden. Figuur 7: Het rood omlijnde gebied is het stabiel veronderstelde gebied dat gebruikt is om een eventuele trend uit de InSAR deformatie schattingen te verwijderen. 8

10 2.2.2 Waterpassingen Voor de waterpassingen is een vrije netwerk vereffening uitgevoerd per epoche (met de software MOVE3). Per epoche is getest op uitschieters, maar identificatiefouten en autonome bewegingen van peilmerken kunnen niet worden gedetecteerd. In de vrije netwerk vereffening wordt één peilmerk als basis vastgehouden. Als alleen de varianties van de geschatte hoogtes worden beschouwd, dan lijkt het alsof de precisie slechter wordt naarmate een peilmerk verder verwijderd is van het referentie peilmerk, zie Figuur 8. Echter, de precisie van de geschatte hoogtes wordt beschreven door de gehele variantie-covariantie matrix. De precisie van de geschatte hoogteverschillen is onafhankelijk van het referentie peilmerk, zie Figuur 9. Figuur 8: Standaardafwijking (mm) van de geschatte peilmerkhoogtes voor de waterpassing van De precisie van de geschatte hoogtes neemt af naarmate de afstand tot het referentie peilmerk (000A2080) groter wordt. De relatieve precisie in het netwerk is echter onafhankelijk van de keuze van het referentie peilmerk, zie Figuur 9. 9

11 Figuur 9: Standaardafwijking (mm) van de geschatte hoogteverschillen in het waterpasnetwerk van De precisie van de geschatte hoogteverschillen is onafhankelijk van het referentiepunt (000A2080). 2.3 Opzet voor vergelijking InSAR en waterpasmetingen De vergelijking tussen de bodembeweging berekend uit InSAR en waterpasmetingen is gedaan op puntniveau. De geschatte bodembeweging voor de periode is berekend op bestaande peilmerk locaties, zie hoofdstuk 4. De vergelijking van de waterpas campagnes zijn uitgevoerd op locaties langs profiel lijnen (de evaluatie locaties), zie Figuur 4. Deze profiel lijnen snijden elkaar in het diepste punt van de bodemdalingskom, zoals is gerapporteerd in ref. [4]. Om de deformatie schattingen uit PS-InSAR en waterpassingen direct te kunnen vergelijken, zijn de PS-InSAR deformatie schattingen geconverteerd van de satelliet kijkrichting naar de verticaal, onder de aanname dat er geen horizontale deformatie is. De fout die gemaakt wordt door de horizontale component te verwaarlozen ligt in de orde van 1 mm per jaar. Dit is in de orde van de precisie van de deformatie schattingen, maar geeft wel aan dat een combinatie van beelden uit de klimmende en dalende banen veel krachtiger is, zowel voor de betrouwbaarheid als de oplosbaarheid van ruimtelijke componenten Deformatie schattingen uit InSAR waarnemingen De deformatie schattingen worden berekend per periode die overbrugd wordt door de waterpassingen. De temporele data dichtheid van InSAR is echter veel groter dan die van de 10

12 waterpassingen. Hiervan wordt gebruik gemaakt door een constante bodemdalingssnelheid te bepalen voor het Groningen gebied per evaluatie periode. De aanname van lineaire bodemdaling is gebaseerd op de historische waterpasresultaten voor Groningen. De bodemdaling in de periode verloopt bij benadering lineair. Figuur 10 laat het verloop van de bodemdaling in het diepste punt van de bodemdalingskom zien, vanaf de start van de gaswinning. In periodes van minder dan 10 jaar is deze bij benadering lineair. Figuur 11 toont het verschil tussen de bodemdaling berekend uit het verschil op begin en eindtijdstip en de bodemdaling berekend op basis van een lineaire snelheid, in periodes van 5 jaar. De verschillen zijn minder dan 1 millimeter, wat ruim binnen de meetnauwkeurigheid valt. Figuur 10: Bodemdaling (mm) in het diepste punt van de bodemdalingskom, gebaseerd op de rapportage van 2003 ( ). Figuur 11: Verschil in bodemdaling (mm) tussen begin en eind tijdstip en de bodemdaling berekend op basis van een lineaire snelheid, in de periodes (links) en (rechts). Indien de bodemdaling niet lineair verloopt, is dit geen belemmering voor het schatten van deformatie uit InSAR waarnemingen. In dit geval kunnen deformatie schattingen op de gewenste 11

13 tijdstippen worden gebruikt om de bodembeweging te bepalen. De precisie van InSAR deformatie schattingen kan echter worden geoptimaliseerd door gebruik te maken van de opname dichtheid en model aannames toe te passen in (begrensde) periodes. Bijvoorbeeld: door de aanname van een lineaire snelheid in een bepaalde periode toe te passen, kan de bodembeweging met een hogere precisie bepaald worden, dan wanneer de deformatie schattingen op twee tijdstippen (met een grotere onzekerheid dan de lineaire snelheid) van elkaar afgetrokken worden. Opgemerkt dient te worden, dat de bodemdalingskom van het Groningen gasveld in het zuiden overlapt met twee kleinere bodemdalingskommen als gevolg van de zoutwinning in Veendam en Heiligerlee, zie Figuur 12. De bepaling van de bodemdaling als gevolg van de zoutwinning vereist een andere analyse methode, die het gedrag van de bodemdaling in de tijd analyseert aan de hand van alternatieve hypothesen. Tevens is de optimalisatie van de PS dichtheid in het landelijk gebied van groter belang voor het schatten van de vorm van de kleine bodemdalingskommen. Het schatten van de bodemdaling in de zoutwinningsgebieden valt buiten deze rapportage. Figuur 12: Gemiddelde bodemdaling (mm/jaar) in de periode december 2003 tot en met december 2007 (geen datasnooping toegepast). De bodemdalingskommen als gevolg van zoutwinning (omcirkeld) in Veendam en Heiligerlee overlappen de bodemdalingskom van het Groningen gasveld. 12

14 In deze rapportage is per evaluatie locatie op de profiel lijnen het gewogen gemiddelde berekend van de deformatie per periode ( , en ) voor de peilmerken en PS die op minder dan één kilometer afstand van de locaties liggen. Hierbij is rekening gehouden met de correlaties tussen de deformatie schattingen. Tevens is de mediaan van de deformatie schattingen per evaluatie locatie berekend. De mediaan heeft als voordeel dat deze minder gevoelig is voor eventuele autonome bewegingen. In tegenstelling tot het gewogen gemiddelde refereert de mediaan naar één enkele PS. Figuur 3 toont dat het aantal beelden en de bemonsteringsperiode van track 380 en 487 niet gelijk is. Het aantal acquisities van track 380 en 487 is respectievelijk 73 en 33. Dit heeft gevolgen voor de precisie van de geschatte deformatie door de manier waarop atmosferische verstoringen in PS-InSAR geschat worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat atmosferisch signaal ongecorreleerd is in de tijd. De atmosfeer in de master acquisitie van de tijdserie wordt geschat uit het gemiddelde van de interferogrammen. Hierdoor is de schatting van de atmosfeer in een kleine tijdserie vaak minder nauwkeurig. Verder is de monitoringsperiode van track 380 (jun 2002 dec 2003) langer dan die van track 487 (apr 1993 sep 2002). Door de langere monitoringsperiode heeft de geschatte bodemdalingssnelheid een hogere precisie Deformatie schattingen uit waterpassingen De deformatie schatting per peilmerk wordt bepaald uit het verschil in hoogte tussen twee waterpassingen, waarbij opeenvolgende epochen als ongecorreleerd worden beschouwd. In alle vrije netwerk vereffeningen ( ) is hetzelfde referentie peilmerk gekozen: het ondergrondse merk 000A2080 (zie hoofdstuk 3 voor de onderbouwing van de keuze voor dit referentiepunt). Ook voor de waterpassingen wordt een gewogen gemiddelde berekend per evaluatie locatie (het betreft telkens één of enkele peilmerken). Evenals bij de InSAR deformatie schattingen wordt hier rekening gehouden met de covarianties tussen de hoogte schattingen binnen een epoche Correlatie coëfficiënt en toetsgrootheden De overeenkomst tussen de deformatie schattingen uit waterpassingen en InSAR wordt op twee manieren bepaald: door middel van de correlatie coëfficiënt en de toetsgrootheden. De toetsgrootheden worden per evaluatie locatie bepaald. Zij worden berekend uit de sluittermen, t, tussen de deformatie schattingen d PSI en d lev van beide technieken en hun precisie: d T t = B y = y 2 d lev 0 σ 2 PSI σ PSI 0 [ 1 1] ; Q = De toetsgrootheden worden als volgt berekend: T T 1 ~ 2 q= 1 = t Qt t χ (1,0). De histogrammen van de toetsgrootheden worden vergeleken met hun theoretische chi-kwadraat verdeling. lev. 13

15 3 Vergelijking InSAR en waterpassingen Dit hoofdstuk toont de deformatie schattingen voor waterpassingen en InSAR op de evaluatie locaties voor de periodes en Naast een overzicht, een scatterplot en het histogram van de toetsgrootheden, worden vier profielen getoond. De deformatie schattingen uit de waterpasmetingen zijn gebaseerd op de vrije netwerk vereffeningen per epoche. De correlatie tussen deformatie schattingen uit PS-InSAR en waterpassingen is tevens bepaald uitsluitend voor de peilmerken die zowel mathematisch als fysisch stabiel zijn aangemerkt, zie ref. [5]. Hierdoor ontstaat een consistentere set meetpunten voor de vergelijking met PS-InSAR. Alhoewel PS-InSAR en waterpassen beide relatieve technieken zijn en als zodanig geïnterpreteerd dienen te worden, is het niet wenselijk dat de gerapporteerde deformatie een stijging suggereert in de stabiel veronderstelde gebieden. Om deze reden is een analyse van de peilmerkbewegingen uitgevoerd in het Groningen gebied voor de periode Het minst dalende primaire peilmerk uit deze analyse is punt 000A2080, het ondergrondse merk bij Gasselte. Uit correspondentie tussen NAM, SodM en RWS uit 1999 is echter gebleken dat de stabiliteit van punt 000A2080 in twijfel wordt getrokken, gebaseerd op de geschatte peilmerk hoogtes in de epochen 1987, 1993 en In de figuren behorende bij deze correspondentie is verschil in deformatie tussen de ondergrondse merken 000A2080 en 000A2070 met name zichtbaar in de periode , zie ook de bodembeweging bepaald op basis van de hoogtes uit de vrije netwerkvereffeningen in Figuur 15 tot en met Figuur 18. Beide ondergrondse merken zijn echter ook aangemeten in de waterpassing van het Lauwersmeer gebied in Een dalende lijn in de geschatte deformatie in de periode (-11 mm, σ 4.7 mm) wordt niet bevestigd door de geschatte deformatie in de periode (-2 mm, σ 4.6 mm) en (+ 4 mm, σ 7.8 mm). Er zijn meerdere epoches nodig om met een voldoende significantie niveau te kunnen bepalen of 000A2080 instabiel is. Aangezien punt 000A2080 een lange historie heeft voor de bodemdalingsmetingen in het Groningen gebied, en dit ondergrondse merk het minst dalende primaire peilmerk is, wordt 000A2080 als referentiepunt aangehouden. 14

16 3.1 Overzicht Figuur 13: Bodembeweging in de periode , bepaald uit InSAR en waterpasmetingen (bolletjes), scatterplot (midden) en toetsgrootheden (rechts). De bodembeweging uit de waterpasmetingen is berekend door middel van vrije netwerk vereffeningen per epoche. De correlatie coëfficiënt is berekend voor (0.74, zwart) en na (0.87, rood) peilmerk selectie (selectie van mathematisch en fysisch stabiele peilmerken). 3.2 Overzicht Figuur 14: Bodembeweging in de periode , bepaald uit InSAR en waterpasmetingen (bolletjes), scatterplot (midden) en toetsgrootheden (rechts). De bodembeweging uit de waterpasmetingen is berekend door middel van vrije netwerk vereffeningen per epoche. De correlatie coëfficiënt is berekend voor (0.81, zwart) en na (0.94, rood) peilmerk selectie (selectie van mathematisch en fysisch stabiele peilmerken). 15

17 3.3 Profielen Figuur 15: Profiel 1. Links: bodembeweging , bepaald uit de vrije netwerk vereffeningen van de waterpassingen. Midden: deformatie schattingen (mm) bepaald uit InSAR (grijs) en waterpasingen (zwart) op de evaluatie locaties langs het profiel. Rechts: deformatie schattingen Figuur 16: Profiel 2. Links: bodembeweging , bepaald uit de vrije netwerk vereffeningen van de waterpassingen. Midden: deformatie schattingen (mm) bepaald uit InSAR (grijs) en waterpasingen (zwart) op de evaluatie locaties langs het profiel. Rechts: deformatie schattingen

18 Figuur 17: Profiel 3. Links: bodembeweging , bepaald uit de vrije netwerk vereffeningen van de waterpassingen. Midden: deformatie schattingen (mm) bepaald uit InSAR (grijs) en waterpasingen (zwart) op de evaluatie locaties langs het profiel. Rechts: deformatie schattingen Figuur 18: Profiel 4. Links: bodembeweging , bepaald uit de vrije netwerk vereffeningen van de waterpassingen. Midden: deformatie schattingen (mm) bepaald uit InSAR (grijs) en waterpasingen (zwart) op de evaluatie locaties langs het profiel. Rechts: deformatie schattingen

19 4 Geschatte bodembeweging De bodemdaling in de periode wordt geschat op basis van de beschikbare Envisat acquisities tot 1 januari De vergelijking met de waterpasresultaten van 2003 en 2006 wordt gedaan op basis van evaluatie locaties langs de profiel lijnen. De rapportage van de PS-InSAR deformatie schattingen in de periode wordt echter gedaan per peilmerk locatie, waarbij alle peilmerken uit de waterpassingen in de periode zijn gebruikt. 4.1 Op evaluatie locaties In 2006 is een kleine waterpassing uitgevoerd in het westelijke gedeelte van het Groningen bodemdalingsgebied. De geschatte deformatie op basis van de vrije netwerk vereffeningen van de waterpas metingen in 2003 en 2006 is vergeleken met de deformatie schattingen uit Envisat waarnemingen, die vanaf december 2003 beschikbaar zijn. Figuur 19 toont de deformatie schattingen uit PS-InSAR en waterpassingen in de periode Ook de profielen zijn berekend, zie Figuur 20. De overlap van de kleine waterpassing in 2006 met het Groningen bodemdalingsgebied is minimaal, maar de geschatte deformatie uit beide technieken komen overeen binnen de precisie marges. Figuur 19: Deformatie schattingen (mm) uit PS-InSAR en waterpassingen (bolletjes) in de periode PS-InSAR deformatie schattingen zijn gebaseerd op Envisat waarnemingen. De deformatie schattingen op basis van waterpassingen zijn berekend uit de vrije netwerk vereffeningen van 2003 en De geschatte bodembeweging is relatief, ten opzichte van het referentiepunt 000A2010 (Westernieland). 18

20 Figuur 20: Links: bodembeweging , bepaald uit de vrije netwerk vereffeningen van de waterpassingen. Rechts: deformatie schattingen voor profiel 1 in de periode voor waterpassen (zwart) en PS-InSAR (grijs). De PS-InSAR schattingen zijn gebaseerd op Envisat waarnemingen. 4.2 Per peilmerk De PS-InSAR deformatie schattingen per peilmerk locatie zijn bepaald voor alle gebruikte peilmerken in de vrije netwerk vereffeningen voor de jaren 1993, 1998, 2003 en De schattingen per peilmerk worden gegeven voor de periode waarin satelliet acquisities beschikbaar zijn: tot en met Tevens wordt de gemiddelde bodembeweging in millimeters per jaar gerapporteerd, om te kunnen corrigeren voor de het tijdsverschil met de waterpas epochen. De geschatte deformatie is gerapporteerd in het bijgevoegde excel bestand. Dit bestand heeft de volgende indeling: A. track, B. sensor, C. begin tijdstip, D. eind tijdstip, E. puntnummer, F. X (RD,m), G. Y (RD,m), H. deformatie (mm), gewogen gemiddelde per peilmerk locatie, I. standaard afwijking (mm), gewogen gemiddelde per peilmerk locatie, J. gemiddelde bodembeweging (mm/jaar), gewogen gemiddelde per peilmerk locatie. K. deformatie (mm), mediaan per peilmerk locatie, L. standaard afwijking (mm), mediaan per peilmerk locatie, M. gemiddelde bodembeweging (mm/jaar), mediaan per peilmerk locatie. Zowel het gewogen gemiddelde van de PS-InSAR deformatie schattingen binnen een straal van één kilometer van de peilmerk locaties, als de mediaan van de deformatie schattingen is 19

21 gerapporteerd. Figuur 21 toont de geschatte bodembeweging in de waarnemingsperiode van Envisat, gebaseerd op het gewogen gemiddelde per peilmerk locatie. Figuur 21: Geschatte deformatie (mm) uit PS-InSAR waarnemingen per peilmerk locatie in de periode december 2003 tot en met december

22 5 Conclusies De correlatie tussen deformatie schattingen uit waterpassingen en PS-InSAR is maximaal 0.81, indien deformatie schattingen uit waterpassingen gebaseerd zijn op vrije netwerk vereffeningen per epoche. Identificatie fouten en autonome bewegingen (onstabiele peilmerken) zijn niet opgespoord en verwijderd. Indien een selectie wordt uitgevoerd van de mathematisch en fysisch stabiele peilmerken, verbetert de correlatie coëfficiënt tot 0.94 ( ). In deze vergelijking is geen trend verwijderd uit de PS-InSAR data ten opzichte van de deformatie schattingen uit de waterpasdata. De hoge correlatie met de waterpasmetingen suggereert dat PS-InSAR een alternatieve techniek is voor het bepalen van de bodembeweging als gevolg van de gaswinning, zeker gezien het feit dat de correlatie van bodemdaling bepaald uit waterpasmetingen in dezelfde orde ligt (onzekerheid in de waterpasmetingen zelf). Het is de intentie van NAM om PS-InSAR in de toekomst in te zetten voor het calibreren van de bodemdalingsprognoses op basis van geomechanische modellen. Evenals in de huidige situatie gebeurt, zullen de bodemdalingscontouren worden berekend op basis van de gecalibreerde prognoses. Aangezien de temporele acquisitie dichtheid van Envisat vergelijkbaar is met ERS in de periode , wordt een correlatie in de orde van 0.81 verwacht met de geschatte deformatie uit de vrije netwerk vereffeningen. Indien een geodetische vereffenings- en toetsingsmethodiek integraal wordt toegepast op alle waterpas epochen, wordt een correlatie van 0.94 verwacht tussen deformatie schattingen uit PS-InSAR en waterpassingen (geoptimaliseerd voor een eventuele spatiële trend in beide meettechnieken, welke voor PS-InSAR door de grote ruimtelijke bedekking onafhankelijk geschat kan worden). 21

23 Referenties 1 V.B.H. Ketelaar, F.J. van Leijen, P.S. Marinkovic and R.F. Hanssen, Multi-track PS-InSAR datum connection, IEEE International Geoscience and Remote Sensing Symposium (IGARSS), Barcelona, Spain, July V.B.H. Ketelaar, The applicability of PSI for subsidence monitoring, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., L. Zeijlmaker, Meetplan Groningen, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., S.S. Schoustra, Waterpassing Noord Nederland 2003, NAM-rapport EP , S.S. Schoustra, Stabiele peilmerken Groningen, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.,

[Hanssen, 2001] R F Hanssen. Radar Interferometry: Data Interpretation and Error Analysis. Kluwer Academic Publishers, Dordrecht 2001.

[Hanssen, 2001] R F Hanssen. Radar Interferometry: Data Interpretation and Error Analysis. Kluwer Academic Publishers, Dordrecht 2001. Hoe werkt het? Beeldvormende radar maakt het mogelijk om dag en nacht, ook in bewolkte omstandigheden, het aardoppervlak waar te nemen vanuit satellieten. De radar zendt duizenden pulsen per seconde uit,

Nadere informatie

Meetregister Noord Nederland 2014

Meetregister Noord Nederland 2014 Meetregister Noord Nederland 2014 Rapportage behorende bij de meetplannen Noord Nederland 2013 en 2014 30 juli 2015 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201507207215 1 Samenvatting

Nadere informatie

PS-InSAR-analyse van de bodemdaling in Noordwest-Friesland

PS-InSAR-analyse van de bodemdaling in Noordwest-Friesland TNO-rapport TNO-034-UT-2009-02318/A PS-InSAR-analyse van de bodemdaling in Noordwest-Friesland Advies groep Economische Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 30 256 42 56 F +31

Nadere informatie

2015 Waddenzee. A) Algemene gegevens A1.1) Naam indiener. Formulier actualisenng meetplan ex a/t/jce/ 30 lid 6 Mijnbouwbesluit. Onderwerp.

2015 Waddenzee. A) Algemene gegevens A1.1) Naam indiener. Formulier actualisenng meetplan ex a/t/jce/ 30 lid 6 Mijnbouwbesluit. Onderwerp. Formulier actualisenng meetplan ex a/t/jce/ 30 lid 6 Mijnbouwbesluit Dit formulier dient ervoor om te zorgen dat de aanvraag om Instemming voldoet aan de eisen die de IVIIjntKiuwwet en IVIijnbouwbeslult

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Twente Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Twente 2015

Meetregister bij het meetplan Twente Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Twente 2015 Meetregister bij het meetplan Twente Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Twente 2015 18 december 2015 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201512251534 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Rapport: Analyse bodemdaling winningsvergunning Veendam 2012

Rapport: Analyse bodemdaling winningsvergunning Veendam 2012 Rapport: Analyse bodemdaling winningsvergunning Veendam 2012 projectnr. 0257711.00 revisie 01 22 maart 2013 auteur(s) Opdrachtgever Nedmag Industries Mining & Manufacturing B.V. Postbus 241 9640 AE Veendam

Nadere informatie

NEDERLAND IN BEWEGING - Aardobservatie, NAP, bodemdaling - Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen DEOS TU Delft en NCG-KNAW

NEDERLAND IN BEWEGING - Aardobservatie, NAP, bodemdaling - Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen DEOS TU Delft en NCG-KNAW NEDERLAND IN BEWEGING - Aardobservatie, NAP, bodemdaling - Prof.dr.ir. P.J.G. Teunissen DEOS TU Delft en NCG-KNAW Nederland-Waterland Nederland is beroemd om zijn strijd tegen het water. Het ontstaan van

Nadere informatie

Hoogte in de Lage Landen: AHN3 Tecchnische ontwikkeling hoogteverandering

Hoogte in de Lage Landen: AHN3 Tecchnische ontwikkeling hoogteverandering Hoogte in de Lage Landen: AHN3 Tecchnische ontwikkeling hoogteverandering Ramon Hanssen, M. Caro Cuenca, C.Tiberius, P. Mahapatra, S. Samiei Esfahany, H. van der Marel 1, P. Dheenathayalan, L. Chang, A.

Nadere informatie

Aan: Vereniging BOS/D. Spoorsingel 2, 2613 BD Delft. Delft, 26 november Geacht bestuur BOS/D,

Aan: Vereniging BOS/D. Spoorsingel 2, 2613 BD Delft.   Delft, 26 november Geacht bestuur BOS/D, Aan: Vereniging BOS/D Spoorsingel 2, 2613 BD Delft e-mail: info@bosd.nl Delft, 26 november 2017 Geacht bestuur BOS/D, Zowel als medebewoner van het Spoorzonegebied en op basis van mijn expertise als hoogleraar

Nadere informatie

Deformatiemeting met PS-InSAR en peilmerken

Deformatiemeting met PS-InSAR en peilmerken Deformatiemeting met PS-InSAR en peilmerken analyse van het verschil in deformatiesnelheid Stageverslag van Bas van Goor Deformatiemeting met PS-InSAR en peilmerken Analyse van het verschil in deformatiesnelheid

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Waddenzee Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Lauwersmeer 2011

Meetregister bij het meetplan Waddenzee Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Lauwersmeer 2011 Meetregister bij het meetplan Waddenzee Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Lauwersmeer 2011 30 maart 2012 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201201207051 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Addendum Bodemdalingsmodellering & analyse bij Uitvoering beheerscyclus M&R protocol Barradeel II over het jaar 2015

Addendum Bodemdalingsmodellering & analyse bij Uitvoering beheerscyclus M&R protocol Barradeel II over het jaar 2015 Addendum Bodemdalingsmodellering & analyse bij Uitvoering beheerscyclus M&R protocol Barradeel II over het jaar 2015 Voorbereiding: Well Engineering Partners B.V., Hoogeveen Auteur: Versie: 2 (definitief)

Nadere informatie

Monitoring effecten van bodemdaling op Oost-Ameland september Bodemdaling. Harry Piening, Wim van der Veen, Rob van Eijs

Monitoring effecten van bodemdaling op Oost-Ameland september Bodemdaling. Harry Piening, Wim van der Veen, Rob van Eijs 1 Bodemdaling Harry Piening, Wim van der Veen, Rob van Eijs 9 10 Inhoudsopgave 1 Bodemdaling 9 1.1 Inleiding 12 1.2 Beschrijving van de winning 12 1.2.1 Gasvelden en locaties 12 1.2.2 Geologie 13 1.2.3

Nadere informatie

Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet

Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet Assessment of Subsidence based on Production Scenario Basispad Kabinet June 2018 By Dirk Doornhof and Onno van der Wal EP201806209337 Dit rapport is een weerslag van een voortdurend studie- en dataverzamelingsprogramma

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2017 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2017

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2017 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2017 Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2017 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2017 20-4-2017 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201703201664 Doc.nr. EP201703201664

Nadere informatie

A) Algemene gegevens A1.1) Naam aanvrager

A) Algemene gegevens A1.1) Naam aanvrager Formulier actualisering meetplan ex artikel 30 lid 6 Mijnbouwbesluit Dit formulier dient ervoor om te zorgen dat de aanvraag om Instemming voldoet aan de eisen die de Mijnbouwwet en Mijnbouwbesluit aan

Nadere informatie

Bodemdalingskaart.nl. Challenge the future

Bodemdalingskaart.nl. Challenge the future Bodemdalingskaart.nl bodemdalingskaart.nl een geodetische uitdaging Ramon Hanssen Hoogleraar Geodesie en Satelliet-aardobservatie, TU Delft Freek van Leijen, Hans van der Marel, Lu Shaoqing, Martijn Baas,

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Zuid-Holland 2010 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Zuid-Holland 2011

Meetregister bij het meetplan Zuid-Holland 2010 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Zuid-Holland 2011 Meetregister bij het meetplan Zuid-Holland 2010 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Zuid-Holland 2011 26 maart 2012 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201201206442 Page

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Noord-Holland Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Noord-Holland 2012

Meetregister bij het meetplan Noord-Holland Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Noord-Holland 2012 Meetregister bij het meetplan Noord-Holland Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Noord-Holland 2012 08 januari 2013 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201211244395 Inhoud

Nadere informatie

Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag

Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag Vermilion Informatieavond aardgasproductie Langezwaag Datum: 27 Januari 2015 Plaats: Café De Knyp, De Knipe Inleiding De informatieavond vond plaats in het café De Knyp te De Knipe. De avond werd geopend

Nadere informatie

Noord-Holland. A) Algemene gegevens A1.1) Naam aanvrager

Noord-Holland. A) Algemene gegevens A1.1) Naam aanvrager Fqpjiulier aanvraag instemminp meetplan ex artikel 41 lid 1 Mijnbouwwet (Mw) iuncto artikel 30 Miinbouwbesluit (Mb) Dit formulier dient ervoor om te zorgen dat de aanvraag om instemming voldoet aan de

Nadere informatie

Statusrapport 2015 en Prognose tot het jaar 2080. December 2015

Statusrapport 2015 en Prognose tot het jaar 2080. December 2015 Statusrapport 2015 en Prognose tot het jaar 2080 December 2015 2 Status rapport 2015 en Prognose tot het jaar 2080 Bodemdaling door aardgaswinning NAM-velden in Groningen, Friesland en het noorden van

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Geodetische toevalsnetwerken:

Geodetische toevalsnetwerken: Geodetische toevalsnetwerken: ontwikkelingen in deformatiemetingen met satelliet-radarinterferometrie en de permanent-scatterers-methode Dr.ir. R.F. Hanssen TU Delft, Afdeling Geodesie 1. Introductie Deformatiemetingen

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

MEMO Analyse van de a.d.h.v. LiDAR gemeten verandering in wadplaathoogte in Pinkegat en Zoutkamperlaag

MEMO Analyse van de a.d.h.v. LiDAR gemeten verandering in wadplaathoogte in Pinkegat en Zoutkamperlaag MEMO Analyse van de a.d.h.v. LiDAR gemeten verandering in wadplaathoogte in Pinkegat en Zoutkamperlaag Versie 2; 30-3-2017, aanvulling op versie 1 (30-12-2016) met meer profielen en vergelijk controlegrids.

Nadere informatie

Werkwijze Waterpassing Versie 4.4

Werkwijze Waterpassing Versie 4.4 Werkwijze Waterpassing Versie 4.4 Sweco Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden Inhoud 1. Inleiding 3 2. Codering in het veld 3 3. Nieuw MOVE3 Project maken 3 4. Opties 4 5. Default Standaardafwijkingen

Nadere informatie

Bodemdaling door Aardgaswinning

Bodemdaling door Aardgaswinning Statusrapport 2010 en Prognose tot het jaar 2070 September 2010 Bodemdaling door Aardgaswinning NAM-gasvelden in Groningen, Friesland en het noorden van Drenthe EP Document Nummer: EP201006302236 Document

Nadere informatie

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5 Van : Aan : Copy : (WEP) Datum : 7 juni 2018 Onderwerp : Voorziene bodemdaling bij afbouwen van pekelproductie uit de Nedmag pekelcluster ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 3 Metingen Meetmethode Instrumentarium en uitvoering Afwijkingen ten opzichte van de vorige meting 6

1 Inleiding 2. 3 Metingen Meetmethode Instrumentarium en uitvoering Afwijkingen ten opzichte van de vorige meting 6 Inhoud Blz. 1 Inleiding 2 2 Ontwerp en inrichting van het meetnet 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Meetnetontwerp 3 2.2.1 Aansluitpunten 3 2.2.2 Kringen en trajecten 3 2.2.3 Puntdichtheid 3 2.2.4 Secundair optische

Nadere informatie

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Geo-informatie en ICT De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Versie 1.3 28 januari 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq

Nadere informatie

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert

GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert GridPix: Development and Characterisation of a Gaseous Tracking Detector W.J.C. Koppert Samenvatting Deeltjes Detectie in Hoge Energie Fysica De positie waar de botsing heeft plaatsgevonden in een versneller

Nadere informatie

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Vastlegging nul situatie. Meetresultaten. Rapport: EP200612204999

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Vastlegging nul situatie. Meetresultaten. Rapport: EP200612204999 Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Vastlegging nul situatie Meetresultaten Rapport: EP200612204999 Nederlandse Aardolie Maatschappij BV December 2006 INHOUDSOPGAVE 1. INTRODUCTIE...3

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Leeuwarden West. VERMILION Oil & Gas Netherlands B.V.

Meetregister bij het meetplan Leeuwarden West. VERMILION Oil & Gas Netherlands B.V. Meetregister bij het meetplan Leeuwarden West Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing 2006 VERMILION Oil & Gas Netherlands B.V. documentnr. 17690-162833 revisie 00 1 november 2006 Opdrachtgever VERMILION

Nadere informatie

1 Inleiding 3. 3 Metingen 8 3.1 Meetmethode 8 3.2 Instrumentarium en uitvoering 8 3.3 Afwijkingen ten opzichte van de vorige meting 8

1 Inleiding 3. 3 Metingen 8 3.1 Meetmethode 8 3.2 Instrumentarium en uitvoering 8 3.3 Afwijkingen ten opzichte van de vorige meting 8 projectnr. 17690-05557 maart 2004, revisie 01 05557_rap01_NEDMAG_180304.doc Rapportage bodemdaling concessie (winningsvergunning) Veendam Analyse van de nauwkeurigheidswaterpassing 2004 op basis van een

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2014 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2014

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2014 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2014 Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2014 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Ameland 2014 26-05-2014 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201404210659 Doc.nr. EP201404210659

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations...3. Bijlage 1: Overzichtstekening. Bijlage 2: Grafieken

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations...3. Bijlage 1: Overzichtstekening. Bijlage 2: Grafieken Maandelijkse rapportage GPS monitoring, April 214 Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer (1 juni 213-3 april 214) Projectnr. 247164 21 mei 214, revisie Inhoud Blz. 1 Inleiding...2 2 Meetopzet...2

Nadere informatie

Meetrapport monitoring paalfundering v. 1.5

Meetrapport monitoring paalfundering v. 1.5 Meetrapport monitoring paalfundering v. 1.5 Object: Genieweg 21 t/m 23 1566 NJ ASSENDELFT Objectcode: 1566NJ-21tm23 Rapportdatum: 19-3-2014 Gemeente Zaanstad 1. Meetprotocol Deskundigheid personeel De

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2014 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

Opdrachtgever. Frisia Zout B.V. Lange Lijnbaan NW HARLINGEN. datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave

Opdrachtgever. Frisia Zout B.V. Lange Lijnbaan NW HARLINGEN. datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave Meetregister bij het meetplan Barradeel en Barradeel II Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Barradeel en Barradeel II 2007 documentnr. 78137-10.rap revisie 01 29 mei 2008 Opdrachtgever Lange

Nadere informatie

ONDERWERP Addendum gebouwschade i.r.t. bodemdaling en waterhuishouding onderzoeksgebied Groningen-West e.o

ONDERWERP Addendum gebouwschade i.r.t. bodemdaling en waterhuishouding onderzoeksgebied Groningen-West e.o ONDERWERP Addendum gebouwschade i.r.t. bodemdaling en waterhuishouding onderzoeksgebied Groningen-West e.o DATUM 24-11-2015 VAN Drs. B.D. (Bart) de Jong AAN NAM Assen, t.a.v. de heer J. van den Dool 1.1

Nadere informatie

Meetnetten voor de bepaling van bodemdaling door delfstofwinning

Meetnetten voor de bepaling van bodemdaling door delfstofwinning Meetnetten voor de bepaling van bodemdaling door delfstofwinning projectnr. 177768 revisie 00 7 februari 2008 Opdrachtgever Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische zaken Prinses Beatrixlaan

Nadere informatie

Geodetische basis voor Mijnbouw

Geodetische basis voor Mijnbouw Geodetische basis voor Mijnbouw Industrieleidraad Versie 1.0 Technisch Platform Bodembeweging Inhoudsopgave 1 Inleiding en kader van de leidraad 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Doel van de leidraad 6 1.3 Geldingsbereik

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding

Nadere informatie

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2008 NAM B.V.

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2008 NAM B.V. Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2008 NAM B.V. EP Document Nummer.: EP200903207091 Owner: EPE-T-D Revision No.: 1 Document Date:

Nadere informatie

Hierbij bieden wij u het rapport Recent developments on the Groningen field in 2015 aan (rapportnummer TNO-2015 R10755, dd. 28 mei 2015).

Hierbij bieden wij u het rapport Recent developments on the Groningen field in 2015 aan (rapportnummer TNO-2015 R10755, dd. 28 mei 2015). Retouradres: Postbus 80015, 3508 TA Utrecht Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus 20401 2500 EC DEN HAAG 2500EC Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2016 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen

Nadere informatie

Regelmatig worden de monitoringprogramma s geëvalueerd. Op dit moment wordt gewerkt

Regelmatig worden de monitoringprogramma s geëvalueerd. Op dit moment wordt gewerkt Samenvatting 2 In het kader van de Monitoring Watershakundige Toestand des Lands (MWTL) wordt door RIKZ het monitonngprogramma Ligging Kust en Zeebodem uitgevoerd. Dit meetprogramma heeft als doel de veranderingen

Nadere informatie

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI Aardbevingen en gaswinning Bernard Dost KNMI Aardbevingen in Nederland (1300-2013) Natuurlijke aardbevingen Rood: 1980-2013 Roze: 1904-1980 Licht roze: 1986

Nadere informatie

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007-2012 NAM B.V.

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007-2012 NAM B.V. Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007-2012 NAM B.V. EP Document Nummer.: EP201306203527 Owner: UIO/T/DL Revision No.: Status:

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2015 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Schiermonnikoog 2015

Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2015 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Schiermonnikoog 2015 Meetregister bij het meetplan Waddenzee 2015 Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Schiermonnikoog 2015 19052015 Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Documentnummer: EP201505206801 1 Inhoud 1

Nadere informatie

Monitoring effecten van bodemdaling op Ameland-Oost 1. Bodemdaling

Monitoring effecten van bodemdaling op Ameland-Oost 1. Bodemdaling Monitoring effecten van bodemdaling op Ameland-Oost 1. Bodemdaling Door de winning van koolwaterstoffen uit de gasvoerende gesteentelagen zal de druk in de poriën van het gesteente verminderen waardoor

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage GPS monitoring, Maart 2014 Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer (1 juni maart 2014)

Maandelijkse rapportage GPS monitoring, Maart 2014 Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer (1 juni maart 2014) Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer (1 juni 213-31 maart 214) projectnr. 247164 revisie 14 april 214 Opdrachtgever Taqa Energy B.V. Postbus 1155 252 AN 's-gravenhage datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig)

1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig) 1-D model voor interne grenslagen voor water en land (voorlopig) Job Verkaik KNMI, Postbus 21, 373 AE De Bilt. Tel: 3 226 6. Fax: 3 22 61. e-mail: job.verkaik@knmi.nl November, 1999 1 Inleiding In het

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Meetkundige Dienst

Meetkundige Dienst Notitie Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Meetkundige Dienst Aan Monitoring Maas projectgroep Van Ardis Bollweg Marc Crombaghs Regine Brügelmann Erik de Min Doorkiesnummer

Nadere informatie

Correla'e tussen leidingbreuk en satellietme'ngen van bodem- daling

Correla'e tussen leidingbreuk en satellietme'ngen van bodem- daling Correla'e tussen leidingbreuk en satellietme'ngen van bodem- daling Jurjen den Besten (Oasen), Jos Maccabiani, Hanno Maljaars (Hansje Brinker BV) Radarsatellieten kunnen zeer nauwkeurig meten waar en hoe

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

G0N11C Statistiek & data-analyse Project tweede zittijd

G0N11C Statistiek & data-analyse Project tweede zittijd G0N11C Statistiek & data-analyse Project tweede zittijd 2014-2015 Naam : Raimondi Michael Studierichting : Biologie Gebruik deze Word-template om een antwoord te geven op onderstaande onderzoeksvragen.

Nadere informatie

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat blad 1 van 2 Inhoud Blz. 1 Inleiding... 3 2 Meetopzet... 3 3 Levering... 3 4 Conclusie... 3 5 GPS stations... 3 Bijlagen: Bijlage 1: Overzichtstekening Bijlage 2: Grafieken Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ)

Nadere informatie

Kadaster Materiebeleid GEO. Handleiding kadastrale metingen met GPS. Aanvullingen op de HTW 1996 3.1. Materiebeleid GEO / PPB. Versie.

Kadaster Materiebeleid GEO. Handleiding kadastrale metingen met GPS. Aanvullingen op de HTW 1996 3.1. Materiebeleid GEO / PPB. Versie. Kadaster Materiebeleid GEO Aanvullingen op de HTW 1996 Auteur(s) Materiebeleid GEO / PPB Materiebeleid GEO 2 van 7 Aanvullingen op de HTW 1996 Opdrachtgever Kadaster Materiebeleid GEO Status Definitief

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Interpretatie van de data

Interpretatie van de data Interpretatie van de data De volgende paragraaf geeft verdere uitleg over de interpretatie van de grafieken en tabellen met fictieve data die gebruikt worden in dit document. PROM pre score In Tabel 1

Nadere informatie

Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007

Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Herstel laseraltimetrie projecten Projectgebieden Oosterschelde 2001, Oosterschelde 2007, Westerschelde 2006 en Westerschelde 2007 Herstel laseraltimetrie

Nadere informatie

1 Inleiding... 2. 2 Meetopzet... 2. 3 Levering... 2. 4 Conclusie... 2. 5 GPS stations... 2

1 Inleiding... 2. 2 Meetopzet... 2. 3 Levering... 2. 4 Conclusie... 2. 5 GPS stations... 2 Inhoud Blz. 1 Inleiding... 2 2 Meetopzet... 2 3 Levering... 2 4 Conclusie... 2 5 GPS stations... 2 Bijlagen: Bijlage 1: Overzichtstekening Bijlage 2: Grafieken Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in Excelformaat

Nadere informatie

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging.

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging. Staatstoezicilt op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG Bezoekadres

Nadere informatie

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland

De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Ministerie van Verkeer en Waterstaat Meetkundige Dienst De Grids van het Actueel Hoogtebestand Nederland Versie 1.0 19 juli 2002 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Meetkundige Dienst De Grids van het

Nadere informatie

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat Inhoud Blz. Inleiding... 2 2 Meetopzet... 2 3 Levering... 2 4 Conclusie... 2 5 GPS stations... 2 Bijlagen: Bijlage : Overzichtstekening Bijlage 2: Grafieken Bijlage 3: Ruwe meetdata XYZ) in ETRS89 in Excelformaat

Nadere informatie

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda

Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Bourtange zoutpijler Bourtange Legenda Zoutpijlers mogelijk geschikt voor cavernes >300m hoog Mogelijk geschikt voor aanleg lage cavernes 0 15 30 60 km Voorwoord Dit informatieblad geeft een technische-geologisch

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 3 oktober 006 Deel I Toevallige veranderlijken Steekproef Beschrijving van gegevens Histogram Gemiddelde en standaarddeviatie

Nadere informatie

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING

ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Rapport aan Dienst der Kustwegen betreffende ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Dit rapport beschrijft de analyse resultaten van de windsnelheidgegevens voor de meteopaal

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan Slootdorp

Meetregister bij het meetplan Slootdorp Meetregister bij het meetplan Slootdorp Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing Slootdorp-Middenmeer 2005 projectnr.17690-150598 revisie 01 8 november 2005 Opdrachtgever Vermilion Oil & Gas Netherlands

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus EC DEN HAAG 2500EC. Geachte heer Jongerius,

Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus EC DEN HAAG 2500EC. Geachte heer Jongerius, Retouradres: Postbus 80015, 3508 TA Utrecht Ministerie van Economische Zaken Directie Energiemarkt T.a.v. de heer P. Jongerius Postbus 20101 2500 EC DEN HAAG 2500EC Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007 NAM B.V.

Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007 NAM B.V. Gaswinning vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Resultaten uitvoering Meet- en regelcyclus 2007 NAM B.V. EP Document Nummer.: EP200803216458 Owner: EPE-T-D Revision No.: Final revision

Nadere informatie

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014 CPB Achtergronddocument Schatting effect btw-verhoging op inflatie Behorend bij de Macro Economische Verkenning 4 7 september Martin Mellens Centraal Planbureau M.C.Mellens@cpb.nl Jonneke Dijkstra Centraal

Nadere informatie

1 Inleiding Meetopzet Toelichting grafieken GPS stations Levering Conclusie...3. Bijlagen:

1 Inleiding Meetopzet Toelichting grafieken GPS stations Levering Conclusie...3. Bijlagen: Inhoud Blz. Inleiding... Meetopzet... Toelichting grafieken... 4 GPS stations... 5 Levering... 6 Conclusie... Bijlagen: Bijlage : Overzichtstekening Bijlage : Grafieken Bijlage : Ruwe meetdata (XYZ) in

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 6 mei 2010 1 1 Introductie De Energiekamer

Nadere informatie

Meetregister bij het meetplan 2006 BP Nederland Energie B.V. Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing 2006

Meetregister bij het meetplan 2006 BP Nederland Energie B.V. Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing 2006 Meetregister bij het meetplan 26 BP Nederland Energie B.V. Rapportage van de nauwkeurigheidswaterpassing 26 Winningvergunning Bergen -Alkmaar projectnr. 1769-159677 revisie 15 augustus 26 Opdrachtgever

Nadere informatie

Rapportage GPS monitoring Bergermeer Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer 1 juni - 31 oktober 2013

Rapportage GPS monitoring Bergermeer Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer 1 juni - 31 oktober 2013 Resultaten monitoring bodembeweging Bergermeer 1 juni - 31 oktober 213 projectnr. 247164 revisie 5 november 213 Opdrachtgever Taqa Energy B.V. Postbus 1155 252 AN 's-gravenhage datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie 1 Inleiding In de CPB Policy Brief over de positie van de middeninkomens op de woningmarkt (CPB, 2016) spelen subsidies in de verschillende segmenten van de woningmarkt een belangrijke rol als verklaring

Nadere informatie

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Recreatie Noord-Holland NV

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE Recreatie Noord-Holland NV RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP SPAARNWOUDE 2011 22 juni 2012 SAMENVATTING Het totaal aantal bezoeken aan Spaarnwoude was in 2011 iets hoger dan in 2010. Gedeeltelijk heeft die toename

Nadere informatie

1. Statistiek gebruiken 1

1. Statistiek gebruiken 1 Hoofdstuk 0 Inhoudsopgave 1. Statistiek gebruiken 1 2. Gegevens beschrijven 3 2.1 Verschillende soorten gegevens......................................... 3 2.2 Staafdiagrammen en histogrammen....................................

Nadere informatie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast

Nadere informatie

1. Algemene meteorologische situatie

1. Algemene meteorologische situatie Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid

Nadere informatie

Zeespiegelmonitor 2018

Zeespiegelmonitor 2018 Zeespiegelmonitor 2018 Wat is de aanleiding van dit rapport? Jaarlijks rapporteren Deltares en HKV met de Zeespiegelmonitor over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust. De zeespiegel en het getij

Nadere informatie

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3

1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3 Herberekening behoefte aan zandsuppletie ter compensatie van bodemdaling door gaswinning uit Waddenzee velden vanaf de mijnbouwlocaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Z.B. Wang Deltares, 2009 Inhoud

Nadere informatie

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011

RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatieschap het Twiske AB 05-12-2012 Agendapunt 3b mededeling recreatiemonitor, aantal bezoeken 2011 BIJLAGE RECREATIEMONITOR: AANTAL BEZOEKEN RECREATIESCHAP HET TWISKE 2011 Recreatie Noord-Holland

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Inleiding. Eisen. Bomenbuurt, Den Haag. Projectnummer aa Dienst Stedelijke Ontwikkeling. - ir. R.N. Beekman

Inleiding. Eisen. Bomenbuurt, Den Haag. Projectnummer aa Dienst Stedelijke Ontwikkeling. - ir. R.N. Beekman Project Bezonningsstudie bestemmingsplan Bomenbuurt, Den Haag Onderwerp Erratum R810129aaA2 Projectnummer Datum 810129aa 13.12.2012 Opdrachtgever Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling Opbergcode

Nadere informatie

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat

1 Inleiding Meetopzet Levering Conclusie GPS stations Bijlage 3: Ruwe meetdata (XYZ) in ETRS89 in Excelformaat Inhoud Blz. 1 Inleiding... 2 2 Meetopzet... 2 3 Levering... 2 4 Conclusie... 2 5 GPS stations... 2 Bijlagen: Bijlage 1: Overzichtstekening Bijlage 2: Grafieken Bijlage 3: Ruwe meetdata XYZ) in ETRS89 in

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie