BELEIDSREGEL SUBSIDIE BUURTSTALLINGEN DEN HAAG

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag BELEIDSREGEL SUBSIDIE BUURTSTALLINGEN DEN HAAG Ons kenmerk DSO/ RIS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - krachtens de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking artikel 2, en de Algemene wet bestuursrecht artikel 4:23, het bevoegd is tot de verstrekking van subsidies; - het gewenst is ter invulling van het beleid van de gemeente Den Haag een beleidsregel vast te stellen voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van het stimuleren van de aanleg van nieuwe buurtstallingen en het gebruiksvriendelijk maken van bestaande buurtstallingen; - voor de uitvoering van de subsidieregeling ,00 beschikbaar is uit het Actieprogramma Luchtkwaliteit; gelet op: - Meerjarenprogramma Fiets 2011 t/m 2014 (RIS (RIS ); - artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking. Besluit: I. Vast te stellen de navolgende BELEIDSREGEL subsidie buurtstallingen Den Haag, luidend: Beleidsregel subsidie buurtstallingen Den Haag. II. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 29 van 2012 en met ingang van 19 juli 2012, inclusief toelichting en bijlage, terug te vinden zal zijn op de site onder risnummer III. Deze Beleidsregel heeft een tijdelijk karakter en is van kracht tot 31 december Den Haag, 10 juli 2012 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ Toelichting Algemeen Op het verstrekken van subsidies is naast de Beleidsregel subsidie buurtstallingen Den Haag de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking van toepassing. Over het algemeen zal de subsidie worden aangevraagd door natuurlijke personen. Ook rechtspersonen, zoals stichtingen, kunnen de subsidie aanvragen. Inleidende bepalingen Buurtstallingen zijn fietsenstallingen in én ten behoeve van een woonbuurt. Deze stallingen zijn voor de abonnementhouders permanent toegankelijk door middel van een sleutel of tag. Doel en subsidiabele activiteiten Goede fietsparkeervoorzieningen zijn van essentieel belang voor een succesvol fietsbeleid. Het ontbreken van goede fietsparkeervoorzieningen zet een rem op de groei van het fietsgebruik. Angst voor fietsendiefstal en vandalisme bijvoorbeeld, kunnen voor mensen redenen zijn om geen nieuwe fiets aan te schaffen of de fiets niet of minder te gebruiken. Toegankelijke en veilige buurtstallingen helpen bij het terugdringen van fietsendiefstal in woonbuurten en dragen tevens bij aan een betere kwaliteit van de openbare ruimte. Buurtstallingen zorgen voor een netter straatbeeld doordat er minder fietsen op straat staan geparkeerd. De subsidies kunnen betrekking hebben op: - Slot en toebehoren, een geautomatiseerd slot wordt aanbevolen. Een geautomatiseerd slot vereenvoudigt het beheer. Er kan bijvoorbeeld gemakkelijk worden bijgehouden wie er in de stalling is geweest en of de abonneehouders hebben betaald; - Inbraakbestendige deur. Een deur wordt inbraakbestendig veronderstelt als het hang- en sluitwerk voldoet aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen; - Fietsenrekken. Moderne fietsenrekken zijn over het algemeen comfortabel in het gebruik en kunnen bijdragen aan capaciteitsvergroting van de stalling; - Adequate verlichting; - Schilderen van de binnenruimte; - Andere door het college nader aan te geven activiteiten met betrekking tot het moderniseren van stallingen. De subsidie kan worden gebruikt voor het opknappen van bestaande stallingen en bij de realisatie/ inrichting van nieuwe stallingen. Subsidieverdeling en hoogte subsidiebedrag De subsidie wordt verstrekt op basis van volgorde van binnenkomst van de aanvragen, dit is conform het principe wie het eerst komt wie het eerst maalt. Een aanvraag is compleet als alle bescheiden genoemd onder artikel 5, lid 2 en 3 bijgevoegd zijn. Als de aanvraag niet compleet is wordt binnen drie weken contact opgenomen met de aanvrager. Met behulp van de posten genoemd bij de toelichting op subsidiabele activiteiten is onderzocht hoeveel subsidie er nodig kan zijn voor het opknappen van een buurtstalling. Het bedrag wat hieruit volgde is als maximum bedrag per fietsplaats vastgesteld.

3 DSO/ Aanvraag tot subsidieverlening Aanvraag van de subsidie geschiedt door het daartoe vastgestelde aanvraagformulier in te vullen en op te sturen naar de gemeente. Hiertoe dienen de in het formulier gevraagde bescheiden te worden meegestuurd. Met het aanvraagformulier dienen gespecificeerde offertes te worden meegestuurd. Met gespecificeerd wordt bedoeld dat de activiteiten, soort en hoeveelheid materialen, manuren en aantal vierkante meters dienen te worden benoemd. Per activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient de aanvrager minimaal 2 offertes te leveren. Dit heeft als doel de kosten van de te subsidiëren activiteiten zo laag mogelijk te houden. Onvolledig ingevulde aanvraagformulieren en/of het niet aanleveren van de gevraagde gegevens/bescheiden kunnen leiden tot afwijzing van de subsidieaanvraag. Verplichtingen voor subsidietoekenning Aan de subsidieverlening worden verplichtingen verbonden. Bij het niet naleven van de aan de subsidie verbonden verplichtingen en bij het niet uitvoeren van gesubsidieerde activiteiten kan het College ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht sancties treffen (lagere vaststelling, wijziging of intrekking van de subsidie). Subsidievaststelling Aanvraag tot vaststelling van de subsidie geschied door binnen drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden hiervoor een aanvraag bij het college in te dienen. Hiertoe dienen de in de verordening genoemde gegevens en bescheiden te worden meegestuurd.

4 DSO/ Beleidsregel subsidie buurtstallingen Den Haag Doel van de subsidie Artikel 1. Het stimuleren van de aanleg van veilige en goed toegankelijke stallingen en het veilig, goed toegankelijk en gebruiksvriendelijk maken van bestaande stallingen. Hieronder valt ook het vergroten van het aantal fietsparkeerplaatsen in bestaande stallingen. Begripsomschrijvingen Artikel 2. a. college: college van burgemeester en wethouders; b. subsidieaanvrager: eigenaar of huurder van de ruimte waarin de buurtstalling gevestigd is of wordt; c. fietsparkeerplaats de plek waar één fiets kan worden gestald; d. buurtstalling afsluitbare stalling hoofdzakelijk bestemd voor het stallen van de fiets in de eigen woonomgeving. Het minimum aantal fietsparkeerplaatsen in een buurtstalling bedraagt tien; e. Fietsparkeur een set normen die de kwaliteit van een fietsenrek garandeert (zie Subsidiabele activiteiten Artikel Voor subsidie komen de volgende activiteiten in aanmerking: a. het installeren/vernieuwen van een (geautomatiseerd) slot (en toebehoren); b. het installeren van een inbraakbestendige deur; c. het (bij)plaatsen/vernieuwen van fietsenrekken (die voldoen aan Fietsparkeur); d. het aanbrengen van een adequate verlichting; e. het schilderen van de binnenruimte van de buurtstalling. 2. Het college kan andere activiteiten of werkzaamheden aanwijzen die voor subsidie in aanmerking komen, voor zover deze bijdragen aan het realiseren van het in artikel 1 vermelde doel. Het subsidiebedrag Artikel 4. De subsidie bedraagt ten hoogste 400,00 per fietsparkeerplaats, met een maximum van ,00 per buurtstalling. Aanvraag tot subsidieverlening Artikel De subsidie wordt aangevraagd bij het college. 2. De subsidieaanvrager dient de aanvraag in met een door het college vastgesteld aanvraagformulier, dat juist en volledig ingevuld en ondertekend is.

5 DSO/ De subsidieaanvrager voegt bij het aanvraagformulier: a. een afschrift van een huurcontract; b. een verklaring waaruit blijkt dat de eigenaar van de ruimte instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd; c. een drietal foto s van de stalling; d. een begroting, betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteiten; e. gespecificeerde offertes van de te subsidiëren werkzaamheden; f. minimaal twee concurrerende offertes per activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd. 4. Indien de aanvrager eigenaar is van de ruimte waarin de fietsenstalling wordt geëxploiteerd, is het derde lid onder a en b niet van toepassing met dien verstande dat hij in dat geval een akte overlegt waaruit zulks blijkt. 5. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot 31 december 2012; subsidieaanvragen die na deze datum worden ingediend worden niet in behandeling genomen. Behandeling aanvraag Artikel 6. Aanvragen worden behandeld naar volgorde van binnenkomst en onder voorwaarde dat de aanvraag compleet is. Beslistermijn Artikel Het college beslist binnen twaalf weken na indiening van de aanvraag tot subsidieverlening. 2. Het college kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen; het college doet hiervan tijdig mededeling aan de aanvrager. Weigeringgronden Artikel 8. De subsidieverlening wordt geweigerd indien het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is. Verplichtingen voor subsidietoekenning Artikel Aan de subsidie voor een buurtstalling worden in ieder geval de volgende verplichtingen verbonden: a. de abonnementhouder heeft door middel van een sleutel of tag permanent toegang tot de stalling; b. de fietsenstalling wordt na verlening van de subsidie tenminste gedurende vijf jaar geëxploiteerd; c. de stalling wordt geregeld schoongemaakt en verkeert in een goede staat van onderhoud; d. de subsidieaanvrager verplicht zich tot het jaarlijks (voor 1 december) aanleveren van cijfers over het aantal verhuurde fietsparkeerplaatsen en actuele informatie over de buurtstalling (ter publicatie op de gemeentelijke website e. de werkzaamheden in het kader van de subsidieaanvraag worden binnen vier maanden na de datum van subsidieverlening afgerond; f. de subsidie wordt conform de ingediende begroting besteed. 2. De stallinghouder bepaalt de hoogte van het stallingtarief, maar mag maximaal drie maal het jaarabonnementstarief voor Biesieklette fietsenstallingen te Den Haag vragen. Voor 2012 heeft de gemeente dit tarief vastgesteld op 60,00 per jaar. Het tarief voor een fietsparkeerplaats in een buurtstalling mag dus niet meer dan 180,00 per jaar bedragen.

6 DSO/ Controle momenten Artikel 10. De subsidieaanvrager verplicht zichzelf mee te werken aan steekproefsgewijze controles van de gemeente, waarbij gekeken wordt of de buurtstalling dienst doet conform de door de gemeente gestelde verplichtingen. Controle door de gemeente zal in ieder geval plaatsvinden op drie momenten, te weten: 1. bij opening van de stalling of binnen twee maanden na afronding van de werkzaamheden, voor controle op uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten; 2. twee en een half jaar na subsidieverlening; 3. vier en een half jaar na subsidieverlening vindt de eindcontrole plaats. Bij iedere controle wordt gekeken of de buurtstalling nog steeds dienst doet conform de door de gemeente gestelde verplichtingen. Indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen kan de gemeente overgaan tot herziening van de subsidie (zie art. 13, lid 4). Voorschotten Artikel Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot verleend van 90% van het subsidiebedrag. 2. Uitbetaling van het voorschot vindt plaats binnen acht weken na de subsidieverlening. De aanvraag tot subsidievaststelling Artikel De subsidieontvanger dient binnen drie maanden na voltooiing van de werkzaamheden de aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college. 2. De aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college beschikbaar gesteld formulier. 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient de subsidieaanvrager te overleggen: a. een gespecificeerd overzicht van de werkelijk gemaakte kosten, betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteit(en), alsmede een duidelijke toelichting op dit overzicht in relatie tot de begroting; b. originele facturen met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden. De subsidievaststelling Artikel Na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling wordt de subsidie vastgesteld en binnen twaalf weken na ontvangst wordt het subsidiebedrag uitbetaald aan de subsidieaanvrager, onder verrekening van het uitbetaalde voorschot. 2. Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van werkelijk gemaakte kosten, betrekking hebbende op de gesubsidieerde activiteit(en), en bedraagt niet meer dan het verleende subsidiebedrag. 3. De subsidie kan, onder terugvordering van een eventueel betaald voorschot, ambtshalve op nihil worden vastgesteld indien: a. de aanvraag tot subsidievaststelling niet is ontvangen twee maanden na afronding van de werkzaamheden; b. de subsidieaanvrager de in artikel 12, lid 3 genoemde documenten niet kan overleggen. 4. Binnen vijf jaar na subsidievaststelling is het nog mogelijk om deze te herzien indien niet voldaan wordt aan de door de gemeente gestelde verplichtingen. Bij tussentijdse beëindiging van de buurtstalling kan het gesubsidieerde bedrag naar rato van het aantal verstreken maanden teruggevorderd worden door de gemeente.

7 DSO/ Werkingssfeer Artikel 14. Deze beleidsregel is van toepassing op de stad Den Haag. Slotbepaling Artikel 15. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel subsidie buurtstallingen Den Haag en treedt in werking op de dag van bekendmaking.