Master of Clinical Language, Speech and Hearing Sciences

Transcriptie

1 Taalwetenschap Master of Clinical Language, Speech and Hearing Sciences Heb jij, vanuit (para)medisch/klinisch of taalwetenschappelijk perspectief, affiniteit met Taalstoornissen (m.n. taalontwikkelingsstoornissen bij kinderen en afasie bij ouderen) Spraakstoornissen (zoals bijvoorbeeld bij schisis, of stotteren) Stemstoornissen (zoals bijv. bij beroepssprekers, zangers, gelaryngectomeerden ) Gehoorstoornissen (zoals bij dove kinderen, of na lawaaitrauma ) Slikstoornissen (zoals bij neurologische patiënten, of na operaties in het hoofd-/halsgebied )? en wil jij, als academische professional de zorgverlening op deze gebieden wetenschappelijk onderbouwen? de kennis ontwikkelen door middel van wetenschappelijk onderzoek? de zorg innoveren door nieuwe kennis uit de wetenschap te implementeren in de zorgpraktijk? Kies dan nu voor de academische master : Clinical Language, Speech and Hearing Sciences en word Logopediewetenschapper / Klinisch Linguïst. Belangrijkste kenmerken: Universitair master-programma gedragen door de disciplines Taalwetenschap en Geneeskunde/Foniatrie. Te volgen in deeltijd (2 jaar) of voltijd (1 jaar). Aanvang in september 2008; premaster-programma voor houders van een HBO-diploma logopedie (30 EC s,1 jaar deeltijd) start in september

2 Instroom De Master Clinical Language Speech & Hearing sciences (CLSH) staat open voor studenten met een HBO-diploma logopedie en studenten met een universitaire bachelor-graad. HBO-ers moeten voorafgaand aan het masterprogramma een premaster-traject doorlopen. Dit omvat 30 EC s aan fundamentele cursussen op het gebied van de taalwetenschap en de pathofysiologische aspecten van taal-, spraak, gehoor, en slikstoornissen. Een universitaire bachelor-graad in onder meer taalwetenschap, taal- en cultuurstudies, communicatie- en informatiewetenschappen, een talenopleiding, psychologie of een andere gedragswetenschap, en biomedische wetenschappen geeft in principe directe toegang tot de master CLSH. Het is wel noodzakelijk dat instromers vanuit universitaire BA s een herkenbare belangstelling voor het beoogde werkveld hebben. De toelatingscommissie toetst dit onder andere aan de hand van de invulling van de vrije keuzeruimte in de bacheloropleiding. Programma Het programma bestaat uit twee delen: (1) een op algemene vakinhoudelijke competenties gericht, cursorisch gedeelte; (2) een grondige praktische kennismaking met het (toegepast) wetenschappelijk onderzoek binnen het (interdisciplinaire) domein van studie. In de eerste component maakt de student kennis met actuele inzichten en discussies in klinische relevante delen van de taalwetenschap. Daarnaast wordt aan de hand van gepubliceerde studies gereflecteerd op de mogelijkheden en beperkingen van medisch-wetenschappelijk en klinisch-taalwetenschappelijk onderzoek over stem-, spraak-, taal-, gehoor- en slikstoornissen, hun diagnose en behandeling. De begeleiding ligt in de handen van binnen- en buitenlandse experts. Er wordt gebruik gemaakt van activerende onderwijsvormen. Studenten moeten papers schrijven en presentaties geven voor de docent en hun medestudenten. Gemiddeld is er 4-5 uur contactonderwijs per week (voornamelijk op vrijdagen). Daarnaast is ongeveer 16 uur nodig voor zelfstudie. Voltooiing van de eerste component is een voorwaarde voor instromen in de tweede component. Hier neemt het opzetten en uitvoeren van een experimentele studie de belangrijkste plaats is. Op basis van deze studie wordt de masterthesis geschreven, die in principe het formaat heeft van een artikel dat kan worden aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift. Het programma biedt ook de mogelijkheid een wetenschappelijke stage te volgen, al dan niet in samenhang met het afstudeerwerkstuk. 2

3 Het programma in schema Premaster (1 jaar half-time; 4 cursussen van elk 7.5 EC) (1) Van Taal naar Theorie (inleiding in de algemene taalwetenschap) (2) Spreken en Verstaan (inleiding in de fonetiek) (3) Inleiding tot de Pathofysiologie van Stem-, Spraak-, Gehoor- en Slikstoornissen (4) Statistiek Master Het masterprogramma kan in deeltijd, en (in overleg met de coördinatoren) voltijds gevolgd worden. Hieronder staat het schema voor het deeltijdprogramma (2 jaren, elk 30 EC s). jaar 1 4 cursussen van elk 7.5 EC: (1) Meten, evalueren en kwantificeren 5 blokonderdelen, waarvan 2 voor stem, 1 voor spraak, 1 voor gehoor, en 1 voor slikken. (2) Wetenschappelijke benadering van de stem-, spraak-, gehoor- en slikpathologie 5 blokonderdelen, waarvan 1 voor stem, 1 voor spraak, 1 voor slikken, 1 voor gehoor, en 1 voor opmaak van onderzoeksvoorstel aan de hand van reëel voorbeeld van NWO-onderzoeksaanvraag (3) Neurolinguïstiek (4) Psychology of Speech Production and Perception jaar 2 toegangseis: alle cursussen van Master 1 moeten behaald zijn. (1) Keuze-onderdeel (7,5 EC s) (a) Wetenschappelijke stage; of (b) Keuzecursus, bijvoorbeeld Language Acquisition; Capita Selecta in Phonetics; Psychophysics of Speech Perception ; andere mastercursus TLW; externe cursus UU (bv. van Pedagogiek, Psychologie); externe cursus buiten UU. De Examencommissie dient haar goedkeuring te verlenen. Voor studenten vanuit een universitaire bachelor-opleiding wordt een stage, conform de richtlijnen van de Vereniging voor Klinische 3

4 Linguïstiek geadviseerd, om enige klinische ervaring op te doen. Voor studenten vanuit HBO Logopedie wordt de voorkeur gegeven aan een cursus, om meer theoretische verdieping op te doen. Desgewenst kan het keuze-onderdeel ook in het eerste jaar gevolgd worden. (2) Cursus Methoden van Experimenteel Onderzoek (3,75 EC s) (3) Methodologische voorbereiding van eigen wetenschappelijk onderzoek (3.75 EC s): Niet-cursorisch onderwijs, in samenspraak met begeleider, culminerend in openbare presentatie van de onderzoeksopzet van het Masterthesisonderzoek, met aansluitende discussie daarover. (4) Masterthesis Eigen onderzoek, begeleid door docent of gastdocent, resulterend in engelstalig publicabel artikel (15 EC s) Eisen: methodologische voorbereiding moet succesvol zijn afgesloten. 4

5 Werkveld De logopediewetenschapper / klinisch linguïst zal onder meer werkzaam kunnen zijn in : onderzoeksinstituten zoals NIVEL, CBO, universitaire afdelingen (eventueel in het kader van een promotietraject); academische ziekenhuizen, revalidatiecentra, instituten voor dove en slechthorende kinderen, instellingen voor speciaal onderwijs etc. waar een logopedisch team aanwezig is, en waar ontwikkelwerk wordt verricht, c.q. in samenwerking met medische departementen zoals neurologie, oncologie, foniatrie, psychiatrie, geriatrie etc. hogescholen, als docent zorginstellingen, als beleidsmedewerker kwaliteitszorg. De activiteiten van de logopediewetenschapper / klinisch linguïst kunnen onder meer bestaan uit : research & development ten behoeve van de gezondheidszorg, het speciaal onderwijs en de revalidatie, op het gebied van functionele analyse, diagnose, en behandeling van verbale communicatiehandicaps die voorvloeien uit dysfuncties op het gebied van stem, spraak, taal en gehoor, alsmede slikstoornissen; advisering aan individuele professionals en instellingen op het gebied van diagnose, behandeling en revalidatie van stem, spraak, taal-, gehoor- en slikstoornissen; beleid en advisering m.b.t. zorgvoorzieningen voor mensen met een stem-, spraak-, taal- of gehoorsstoornis, zoals dyslexie, specifieke taalontwikkelingsstoornis, en afasie; analyse van complexe casus op het terrein van taal-, spraak-, stemgehoor-, en slikstoornissen, alsmede het ontwikkelen en implementeren van behandelingstrajecten en de klinische en wetenschappelijke evaluatie daarvan. Contact en informatie: Prof. dr. P.H. Dejonckere Universitair Medisch Centrum Utrecht Ph.Dejonckere@umcutrecht.nl Dr. H. Quené UU Opleiding Taalwetenschap Hugo.Quene@let.uu.nl 5