Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen

Transcriptie

1 mook zoetermeer groningen düsseldorf dortmund berlijn leuven parijs lyon sevilla Metro Oostlijn Amsterdam optimalisatie ontruimingsberekeningen Station Waterlooplein o p d r a c h t g e v e r r a p p o r t n u m m e r VD RA d a t u m 7 april 2016 r e f e r e n t i e JvO/JvO//VD RA v e r a n t w o o r d e l i j k e i r. N. J. v a n O e r l e o p s t e l l e r i r. N. J. v a n O e r l e j. v a n o e r l p e u t z. n l Rapportnummer VD RA d.d. 7 april 2016 peutz bv, postbus 66, 6585 zh mook, , info@peutz.nl, opdrachten volgens 'De nieuwe regeling 2011' (DNR 2011) ingeschreven kvk onder nummer lid NL-ingenieurs, iso-9001:2008 gecertificeerd

2 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 3 2 U i t g a n g s p u n t e n s t a t i o n W a t e r l o o p l e i n B e z e t t i n g / a a n w e z i g e n R e a c t i e t i j d e n L o o p s n e l h e d e n K e u z e u i t g a n g e n R e k e n m e t h o d e e n p r e s e n t a t i e r e s u l t a t e n 5 3 R e s u l t a t e n s t a t i o n W a t e r l o o p l e i n ( W L P ) R e s u l t a t e n i n t a b e l v o r m B i j l a g e : G r a f i s c h e w e e r g a v e b r a n d l o c a t i e 1 ( W L P ) B i j l a g e : G r a f i s c h e w e e r g a v e b r a n d l o c a t i e 2 ( W L P ) 8 VD RA 2

3 1 I n l e i d i n g Peutz bv heeft in een eerdere fase ontruimingsberekeningen uitgevoerd van metrostations Wibautstraat, Weesperplein, Nieuwmarkt, Waterlooplein en Centraal te Amsterdam. Deze berekeningen zijn per station uitgevoerd op basis van door opdrachtgever aangeleverde reizigersaantallen in de stations. De ontruimingstijden (RSET) zijn per station vergeleken met de beschikbaarheidsduur van de vluchtwegen in de stations (ASET). De beschikbaarheid van de vluchtroutes in de stations is per brandscenario, en per zone/sectie van het station ontleend aan de rapportages over de CFD berekeningen van FESG. In opdracht van de Gemeente Amsterdam, Metro en Tram heeft Peutz vervolgens berekeningen uitgevoerd per station van het maximale aantal reizigers dat past binnen de ASET/RSET benadering, dat wil zeggen het maximale aantal reizigers dat in het station aanwezig kan zijn die precies binnen de beschikbaarheidsduur van de verschillende gebieden in de stations kunnen ontruimen (op basis van de eerder genoemde CFD berekeningen). Bij de berekeningen van het maximale aantal reizigers, is dezelfde verdeling van de reizigers over de rijtuigen en de perrons aangehouden als in eerdere simulaties. Het aantal reizigers is in stappen verhoogd tot het aantal dat nog net veilig kan ontruimen. In aanvulling hierop is uitgegaan van een maximale bezetting van een metrotrein van 6x150 personen. In voorkomende gevallen zijn de overige (extra) personen gelijkmatig verdeeld over het perron. Door het aantal reizgers stapsgewijs te verhogen is het maximale aantal reizigers bepaald dat nog net veilig kan vluchten. Per sectie/zone is aan de hand van de CFD berekeningen bepaald of de betreffende zone nog net is ontruimd, vóórdat de vluchtroute in die zone door rook wordt geblokkeerd. Vaak is één zone maatgevend voor het maximale aantal reizigers dat nog veilig kan vluchten. VD RA 3

4 2 U i t g a n g s p u n t e n s t a t i o n W a t e r l o o p l e i n 2.1 B e z e t t i n g / a a n w e z i g e n In onderstaande tabel is de verdeling van de reizigers over rijtuigen en perron(spoor) weergegeven, die in de eerdere berekeningen is gehanteerd. totaal Wachtenden op perron Wachtenden uit defecte metro Vluchtenden uit brandende metro Vluchtenden uit metro andere zijde perron Voor de berekening van het maximale aantal reizigers is deze verdeling/verhouding aangehouden, en zijn de reizigersaantallen stapsgewijs in alle zones verhoogd. 2.2 R e a c t i e t i j d e n Voor de ontruiming is conform opgave de reactietijd (de tijd na aanvang van de brand voordat een persoon start met vluchten) ingevoerd. In de metrorijtuigen is een reactietijd variërend van 0 s (brandende bak) oplopend met 30 s voor elk volgend aangrenzende bak tot maximaal 150 s aangehouden. De aanwezigen op het perron beginnen te vluchten na 30 s. 2.3 L o o p s n e l h e d e n Voor de loopsnelheid van de aanwezigen is -conform eerdere berekeningen- uitgegaan van een snelheid van 0,94 m/s voor een horizontale vloer, overeenkomend met een gemiddelde reiziger. Voor de (maximale) doorstroomcapaciteit van trappen 1 wordt 45 pers/m.min aangehouden conform eerdere berekeningen. 2.4 K e u z e u i t g a n g e n De keuze voor welke uitgang de aanwezigen kiezen wordt in de berekeningen overgelaten aan het programma, met de beperking dat in het programma is ingesteld dat de aanwezigen niet langs het brandende rijtuig zullen vluchten. In de simulaties is geverifieerd dat er geen personen langs het brandende rijtuig vluchten, en dat er ook geen wachtrij ontstaat in een gebied direct voor het brandende rijtuig. 1 Dit geldt ook voor de (stilstaande) roltrappen VD RA 4

5 2.5 R e k e n m e t h o d e e n p r e s e n t a t i e r e s u l t a t e n De berekeningen zijn -net als de eerder in 2015 uitgevoerde berekeningen- uitgevoerd met het simulatieprogramma Pathfinder 2. De resultaten van de berekeningen zijn grafisch weergegeven voor verschillende momenten van de ontruiming, waaruit de verdeling van aanwezigen in de loop van de ontruiming is af te leiden. Voor elke berekeningen is uitgegaan van een brand op een bepaalde lokatie. De brand is verondersteld in één bak van een metrorijtuig op te treden. In de figuren met de resultaten is de brandende bak met rood aangegeven. De resultaten van de ontruimingsberekeningen zijn ook samengevat in de tabellen. In de tabellen zijn de ontruimingstijden (na aanvang brand) weergegeven van de verschillende secties in het betreffende station. In deze tabellen is van die betreffende secties ook de beschikbaarheidstijd weergegeven, zoals ontleend aan de rapportage van de CFD berekeningen door FESG. 2 Versie X64 VD RA 5

6 3 R e s u l t a t e n s t a t i o n W a t e r l o o p l e i n ( W L P ) 3.1 R e s u l t a t e n i n t a b e l v o r m Het aantal reizigers is stapsgewijs verhoogd om het maximale aantal reizigers te bepalen. Per variant is per sectie/zone aan de hand van de CFD berekeningen bepaald of de betreffende zone nog net is ontruimd, voordat de betreffende vluchtroute door rook wordt geblokkeerd. Vaak is één zone maatgevend voor het maximale aantal reizigers dat in het station aanwezig kan zijn om nog net veilig te kunnen vluchten. Het maximale aantal reizigers voor station Waterlooplein bedraagt 2140 personen In de onderstaande tabel is voor dit maximale aantal reizigers per sectie de ontruimingstijd en de beschikbaarheid van die sectie aangegeven (conform CFD berekeningen). De definitie van de gebieden, en de beschikbaarheid van deze gebieden (op basis van zicht en temperatuur) is overgenomen uit de rapportage van de CFD berekeningen van FESG. Tabel: Ontruimingstijd en beschikbaarheid vluchtroutes Waterlooplein 3 Brandlocatie 1 Brandlocatie 2 Sectie Ontruimingstijd [s] Beschikbaar [s] Ontruimingstijd [s] Beschikbaar [s] (*) Noordhal trap (maaiveld) RWA sectie RWA sectie RWA sectie RWA sectie Zuidhal trap (maaiveld) FESG rapport DEEL 2, versie 1.0 Dit rapport bevat 6 pagina's 1 bijlage: grafische weergave ontruiming Mook, 3 Invoerbestanden: VD1145: Opt_WLP1/2.pth VD RA 6

7 3.2 B i j l a g e : G r a f i s c h e w e e r g a v e b r a n d l o c a t i e 1 ( W L P ) t = 0 s, aanvang simulatie t= 360 s t= 660 s VD RA 7

8 3.3 B i j l a g e : G r a f i s c h e w e e r g a v e b r a n d l o c a t i e 2 ( W L P ) t = 0 t= 180 s t= 300 s VD RA 8