Tweede Kamer der Staten Generaal
|
|
- Joachim de Vos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar Alternatieve sancties Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 15 april 1993 Tijdens de uitgebreide commissievergadering van 14 september 1992 over alternatieve sancties diende het Tweede Kamerlid mevrouw Soutendijk-van Appeldoorn een motie in waarin de regering wordt gevraagd: a) beargumenteerd aan te geven of het systeem van de automatische vervroegde invrijheidstelling zich in haar optiek wel verdraagt met een systeem waarin het gedrag van de gedetineerde een grote rol speelt. b) bij toekomstige wetswijziging uitdrukkelijk acht te slaan op het bovenstaande. 1 Op 3 november 1992 heeft uw Kamer de motie aangenomen. Ter gelegenheid van de behandeling van de Justitiebegroting op 10 december 1992 werd de motie vanuit de Kamer in die zin toegelicht dat de regering gevraagd wordt te onderzoeken in hoeverre vervroegde invrijheidstelling (VI) kan worden vervangen door een invrijheidstelling die verdiend wordt en dit in relatie tot de mogelijkheid om het laatste gedeelte van de vrijheidsstraf om te zetten in een extramurale executie modaliteit. Naar aanleiding van de motie informeren wij u als volgt. 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2. Wij onderscheiden drie hoofdlijnen in de wijze waarop een koppeling gelegd wordt tussen gedrag en de (verdere) tenuitvoerlegging van de straf: a. In het geval dat de gedetineerde tijdens de tenuitvoerlegging van zijn vrijheidsstraf geen gevaar meer vormt voor de samenleving en gemotiveerd is actief te werken aan de voorbereiding op zijn terugkeer in de maatschappij, bestaat de mogelijkheid dat hij de laatste fase van de detentie, wanneer de terugkeer in de samenleving aanstaande is, in extramurale vorm ondergaat. Met deze wijze van executie wordt voorzichtig omgegaan; toepassing ervan vindt slechts in beperkte mate plaats. De wettelijke basis voor extramurale vormen van executie zal F ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1993
2 gelegd worden in een voorstel voor een penitentiaire beginselenwet dat op ons ministerie voorbereid wordt. b. In het geval de gedetineerde zich tijdens de detentie normconform gedraagt maar hij niet bereid is zich extra in te spannen, komt hij niet voor een extramurale executiemodaliteit in aanmeking. c. Indien de gedetineerde zich tijdens de tenuitvoerlegging van de straf ernstig misdraagt kan dit tot uit of afstel van zijn VI leiden. In het onderstaande zullen wij op de hoofdlijnen ingaan. a. Extramurale Executiemodaliteit Bij de extramurale executiemodaliteiten hebben wij te maken met een vorm van tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen waarbij het klassieke concept van de gevangenisstraf, bestaande uit fysiek ingesloten zijn in een inrichting, is aangevuld met «het onder een regime gesteld zijn.» Hierbij wordt de fysieke beveiliging vervangen door beveiliging die in belangrijke mate is gestoeld op een actieve en coöperatieve deelname van de gedetineerde aan een penitentiair programma, gericht op zijn maatschappelijke (re-)integratie. De legitimatie voor deze executiemodaliteit wordt gevonden in de opdracht aan het gevangeniswezen om de gedetineerde voor te bereiden op zijn terugkeer in de samenleving. Na een zorgvuldige selectiepro cedure te hebben doorlopen kunnen gedetineerden door middel van een geleidelijk verlopende overgang van vrijheidsbeneming binnen de inrichting naar vrijheidsbeperking buiten de inrichting, werken aan hun (re-)integratie in de maatschappij. Om deze reden is ervoor gekozen de extramurale executie te plaatsen in de detentiefase die direct voorafgaat aan de Vl of ontslagdatum. Met betrekking tot de eisen die aan (het gedrag van) de gedetineerde gesteld worden, moge het volgende dienen. De gedetineerde kan op grond van het niveau van functioneren in een gesloten inrichting en het door hem getoonde verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van relatieve vrijheden in aanmerking komen voor een extramurale vorm van executie. Daaronder wordt begrepen dat hij onder een regime gesteld wordt waarbij hij niet langer zijn hoofdverblijf in een strafinrichting heeft. In het kader van extramurale executie verplicht de gedetineerde zich tot nakoming van een stringent stelsel van verplichtingen. Het is niet voldoende dat hij zich «goed gedraagt», van hem wordt een actieve inzet verwacht bij het penitentiaire programma dat hem wordt geboden. Daaronder verstaan wij dat de deelnemer positief gedrag en een goede motivatie toont om zich maatschappelijk te (re-)integreren bijvoorbeld door het halen van diploma's of het opdoen van arbeidservaring. Op de uitvoering van de verplichtingen is controle en in het geval dat de deelnemer zich niet aan de afspraken houdt, wordt hij onverbiddelijk teruggeplaatst naar een gesloten penitentiaire inrichting. Deze beslissing kan snel - zonder tussenkomst van openbaar ministerie of rechter - worden genomen. Een langdurige procedure zoals bij de regeling van de onbetaalde arbeid ten algemenen nutte (dienstverlening) is daarbij niet noodzakelijk. Mede gelet op de hiervoor genoemde stringente selectiecriteria vindt extramurale executie van vrijheidsstraffen thans op zeer bescheiden schaal plaats. De periode die men aan een extramuraal executieproject deelneemt is afhankelijk van de gekozen modaliteit en bedraagt thans, in tegenstelling tot de in de Kamer gehoorde opvatting dat zij jaren kan omvatten, maximaal vijf maanden: * In het kader van de zgn. dagdetentie zijn in Rotterdam en in Groningen respectievelijk 15 en 10 plaatsen beschikbaar. In Arnhem en Hoorn worden voorbereidingen getroffen voor nog eens elk 10 plaatsen.
3 De maximumtermijn van verblijf is 6 weken. In 1990 is het evaluatie rapport over dagdetentie verschenen en sindsdien vormt het een onderdeel van de extramurale executievormen. * In Helmond is het RETour-project gestart. Het biedt plaats aan 7 jongeren. Door de deelnemers, die gedurende het project in een pand in Helmond wonen, worden op vrijwillige basis verplichtingen aangegaan met betrekking tot gedrag en dag en avondinvulling. Op de uitvoering van deze verplichtingen die bestaan uit werk, scholing of een combinatie van beide, vindt controle plaats. Niet-naleving van de verplichtingen leidt tot onmiddellijke terugplaatsing naar het huis van bewaring. De periode waarin men aan het project deelneemt, is afhankelijk van de lengte van de opgelegde straf met een maximum van 5 maanden. Het gaat in casu om een tweejarig experiment dat na afloop zal worden geëvalueerd. Bovengenoemde legitimatie, de voorgestelde positie aan het eind van de detentie en het feit dat de verantwoordelijkheid van de minister c.q. staatssecretaris van Justitie zich ook uitstrekt over deelnemers aan extra murale executiemodaliteiten onderstrepen dat extramurale executiemo daliteiten het karakter van straf hebben behouden. 2 b. Vervroegde invrijheidstelling 2 Zie het rapport «Herziening differentiatie stelsel gevangeniswezen», ministerie van Justitie, oktober De veroordeelde tot vrijheidsstraf waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte ten hoogste een jaar bedraagt, wordt vervroegd in vrijheid gesteld wanneer de vrijheidsbeneming ten minste zes maanden heeft geduurd en van het alsdan nog ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf een derde gedeelte is ondergaan Bij een tijdelijke vrijheidsstraf waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte meer dan een jaar bedraagt wordt de veroordeelde vervroegd in vrijheid gesteld wanneer hij twee derde gedeelte daarvan heeft ondergaan. ' Zie bijlage 1 waarin een samenvattend overzicht is opgenomen van de jurispru dentie die sedert 1 januari 1987 door de penitentiaire kamer van het gerechtshof te Arnhem is gevormd. De wettelijke regeling van de vervroegde invrijheidstelling is op 1 januari 1987 in werking getreden. 3 Voordien werd gesproken over voorwaardelijke invrijheidstelling. In de laatste jaren die aan de invoering van de huidige regeling voorafgingen kon de voorwaardelijke invrijheid stelling als vanzelfsprekend beschouwd worden. In de praktijk bleek «goed gedrag» tijdens detentie geen voorwaarde meer te zijn om voor voorwaardelijke invrijheidstelling in aanmerking te komen. Normconform gedrag in de penitentiaire inrichting was voor gedetineerden voldoende om de invrijheidstelling niet in gevaar te brengen. Onder invloed van de jurisprudentie van het gerechtshof te Arnhem (het enige rechterlijke college dat over het uitstellen of achterwege laten van de invrijheid stelling oordeelt) bleek zelfs de marge om de invrijheidstelling niet toe te kennen op grond van gebleken negatief gedrag van de gedetineerde, zeer smal te zijn geworden. Daar kwam bij dat slechts in een beperkt aantal gevallen een overtreding van de bij de invrijheidstelling opgelegde voorwaarde(n) ook daadwerkelijk leidde tot de beslissing dat het voorwaardelijk geworden strafdeel alsnog moest worden ondergaan. Deze toepassingspraktijk vormde de aanleiding de voorwaardelijke invrij heidstelling te transformeren tot het huidige systeem van vervroegde invrijheidstelling. Hiermee werd het beleid en de relevante jurisprudentie van de penitentiaire kamer van het Gerechtshof te Arnhem gecodificeerd en werd de invrijheidstelling als recht geformuleerd waarvan slechts op limitatief in de wet omschreven gronden kan worden afgeweken. Uit de sedert de invoering van de vervroegde invrijheidstelling ontwikkelde juris prudentie van het gerechtshof te Arnhem kan worden afgeleid dat de lijn van de oude regeling onder de vigerende regeling is voortgezet: de invloed van het gedrag van de gedetineerde op zijn vervroegde invrij heidstelling blijft marginaal. Indien een gedetineerde «zijn tijd gewoon uitzit» brengt de huidige jurisprudentie met zich mee dat er geen aanleiding is hem zijn invrijheidstelling te onthouden. 4 Wel brengt deze houding mee dat hij niet in aanmerking komt voor een regime waarbij zijn hoofdverblijf buiten de inrichting ligt. De Kamer heeft verzocht te onderzoeken of vervroegde invrijheid stelling kan worden vervangen door een invrijheidstelling die wordt verdiend en dit in relatie tot de mogelijkheid om het laatste gedeelte van de vrijheidsstraf om te zetten in een extramurale modaliteit.
4 Met de Kamer zijn wij van mening dat er behoefte is aan instrumenten die het gedrag van gedetineerden kunnen beïnvloeden. Tevens menen wij dat de huidige Vl-regeling daarvoor slechts beperkte mogelijkheden biedt. Bij brief van 19 januari 1993 over de gijzelingsproblematiek bij het gevangeniswezen, werd reeds aangegeven dat het automatisme bij de vervroegde invrijheidstelling in die zin gewijzigd zou moeten worden dat zeer ernstige misdragingen tijdens de tenuitvoerlegging van de gevange nisstraf van invloed moeten zijn op het tijdstip dat iemand in vrijheid wordt gesteld. Langs de volgende twee sporen trachten wij dit doel te bereiken. Het eerste spoor bestaat uit een aangescherpt vorderingsbeleid van het openbaar ministerie dat er op neerkomt dat vaker dan thans het geval is, bij ontvluchtingen die gepaard gaan met delicten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, een vordering tot uit of afstel van vervroegde invrijheidsteüing bij de penitentiaire kamer van het gerechtshof te Arnhem ingediend zal worden. Het tweede spoor bestaat uit een wetsvoorstel dat op 5 april jl. bij uw Kamer is ingediend en dat beoogt de invloed van het gedrag van de gedetineerde op zijn vervroegde invrijheidstelling verder te vergroten. Dit wetsvoorstel creërt voor de rechter de mogelijkheid om op negatief gedrag tijdens de tenuitvoerlegging - waaronder ontvluchting en het niet terugkeren van verlof worden gerekend - te reageren met uitstel of achterwege laten van vervroegde invrijheidstelling. De verdere discussie rond de vervroegde invrijheidstelling zou onzes inziens moeten leiden tot een heroverweging van het systeem van straf toemeting. Wij overwegen voor te stellen de regeling van vervroegde invrijheidstelling zodanig aan te passen dat het automatisme wordt afgeschaft en vervangen wordt door een systeem waarbij dit is voorbe houden aan daarvoor door hun gedrag in aanmerking komende gedeti neerden. In dit systeem, waar vervroegde invrijheidstelling in beginsel mogelijk is nadat het grootste deel van de straf is ondergaan, zou het tijdstip van invrijheidstelling, afhankelijk van het gedrag van de gedeti neerde, zowel vervroegd als uitgesteld kunnen worden, vanzelfsprekend binnen de duur van de door de rechter opgelegde straf. Een dergelijk systeem legt wel een extra druk op de capaciteit van het gevangenis wezen. Ontwikkelingen van de afgelopen drie jaren laten zien dat de vraag naar capaciteit van het gevangeniswezen veel sterker gegroeid is dan in de prognoses was voorzien. Dit brengt met zich mee dat mogelijke capaciteits-effecten van de voorgestelde aanscherping van de vervroegde invrijheidstelling niet binnen de huidige planning opgevangen kunnen worden. Of dit zal leiden tot een extra verzoek om financiële middelen ten behoeve van meer celruimte zal onderzocht worden door een inmiddels ingestelde werkgroep die een integrale prognose van de behoefte aan capaciteit voor de eerstkomende vier jaar zal opstellen. Zoals wij u reeds aankondigden bezinnen wij ons ten principale op het beleid ten aanzien van het gevangeniswezen. De uitkomsten ervan zullen neergelegd worden in een nieuwe nota over het gevangeniswezen. In deze beleidsnota, die wij u in de tweede helft van het jaar hopen aan te
5 bieden, zal de positie van de vervroegde invrijheidstelling in een bredere context geplaatst worden en zal nader op de vorm en inhoud ervan worden ingegaan. De Minister van Justitie, a.i. R. F. M. Lubbers De Staatssecretaris van Justitie, A. Kosto
6 BIJLAGE Overzicht van de relevante jurisprudentie van de penitentiaire kamer van het Hof in Arnhem.' In artikel 15a, lid 1 sub a, b en c Sr. zijn de gronden opgenomen die tot uitstel of afstel van VI kunnen leiden. Deze uitstelgronden luiden, kort samengevat: a betrokkene is op grond van gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis van de geestvermogens in een justitiële tbs-inrichting opgenomen en behoeft verdere verpleging; b betrokkene is veroordeeld voor misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat is begaan na aanvang van de tenuitvoer legging van zijn straf; c betrokkene heeft zich anderszins zeer ernstig misdragen na aanvang van de tenuitvoerlegging van zijn straf. VI zaken sedert 1987 Nummer Instantie Grond Beslissing 1987 VI 3/87 2 VI 4/87 VI 5/87 VI 6/87 VI 7/87 VI 8/ VI 1/88 VI 2/88 VI 3/ VI 1/89 VI 2/89 VI 3/89 VI 4/89 VI 5/89 VI 6/89 VI 7/89 VI 8/ VI 1/90 VI 2/90 VI 3/90 VI 4/90 VI 5/90 VI 6/90 gedetmeerde gedetineerde gedetineerde ovj Den Haag ovj Den Haag ovj Amsterdam pg Hof Den Haag ingetrokken ovj Groningen ovj Breda ovj Haarlem ovj Amsterdam pg Hof Den Haag ovj Amsterdam ovj Arnhem ovj Haarlem vervallen ovj Arnhem schadeverg wegens vord. niet verlenen schadevergoeding Vl-berek. «oude meth.» 15a, lid 1, sub a 15a, lid 1, sub b en a 15a, lid 1,subb 15a, lid 1, sub a 15a, lid 1, sub a en c afgew. vervallen afgew. uitstel uitstel 2 j. VI achterw. ogv a; afgew. ogv b VI achterwege uitstel 3 mnd. uitstel 1 mnd. n.o. 3, te laat afgew. uitstel 2 mnd. uitstel 2 j. 4 sub a: ged. toeg. sub c: voor term. toegew. toegew. 15a, lid 1, sub b ged toegew Over 1990 zijn geen zaken bij het Hof Arnhem aanhangig gemaakt. Zeer ernstig misdragen 1 Mede gebaseerd op einddoctoraalscriptie van Z. J. Rittersma, «V.I., Vervroegd op Straat? Of Voorwaardelijk de vrijheid in?, Utrecht, De inhoud van de eerste twee beslis singen was niet meer te achterhalen. 3 Niet ontvankelijk. 4 Zelfde persoon als in zaak VI 8/87. De relevante jurisprudentie van het Hof Arnhem laat zien dat het Hof in de loop der jaren het begrip «zeer ernstige misdraging» op een herkenbare, vaste wijze heeft uitgelegd. Analoog aan de onder b genoemde uitstelgrond begrijpt het Hof alleen de feiten onder «zeer ernstig misdragen» indien daarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Het Hof komt tot haar opvatting via op grond van de volgende a contrario redenering: «Een andere opvatting (dan dat het om feiten moet 6
7 gaan waarvoor voorlopige hectenis is toegelaten) zou immers tot de consequentie leiden dat indien ter zake van deze mishandeling wel eeri vervolging zou zijn ingesteld en deze vervolging tot een onherroepelijke veroordeling zou hebben geleid, die veroordeling niet zou kunnen leiden tot het achterwege blijven van de vervroegde invrijheidstelling.»
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 53 Besluit van 28 januari 2000 tot openstelling van het recht op een socialezekerheidsuitkering voor personen die deelnemen aan een penitentiair
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994-1995 23 900 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1995 ADVIES RAAD VAN
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties
ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTitel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11
Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieQ&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)
Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enige andere wetten in verband met de eigen bijdrage
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke
Nadere informatieTijdelijk verlaten van de inrichting
Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 513 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde invrijheidstelling in een
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 394 Besluit van 16 augustus 2006, tot wijziging van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid in verband met de openstelling
Nadere informatieGelet op artikel 21b, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van
Besluit van houdende aanwijzing van zittingsplaatsen van rechtbanken en gerechtshoven (Besluit zittingsplaatsen gerechten) Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2012, nr., Gelet
Nadere informatieDatum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieScriptie De voorwaardelijke invrijheidstelling: het niet naleven van bijzondere voorwaarden
Scriptie De voorwaardelijke invrijheidstelling: het niet naleven van bijzondere voorwaarden Mélanie Janssen Ressortsparket Arnhem 27 mei 2011 te Arnhem De voorwaardelijke invrijheidstelling: het niet naleven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking
Nadere informatieADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling
ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van
Nadere informatieAlgemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.
DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken
Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieBeoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) hem geen uitstel van betaling voor onbepaalde tijd verleent ten aanzien van de aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 745 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht in verband met de herijking van de wijze van de tenuitvoerlegging
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de eginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en enkele andere strafrechtelijke
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Nadere informatieDatum 2 maart 2010 Onderwerp Kamervragen van het lid Van Velzen (SP) over de uitvoering van penitentiaire programma's
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie-
Nadere informatieAangenomen en overgenomen amendementen
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek
Nadere informatieBrief aan de minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus EH Den Haag
Advies over het conceptwetsvoorstel Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering
Nadere informatie2. ACHTERGROND VAN DE WET VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING
2. ACHTERGROND VAN DE WET VOORWAARDELIJKE INVRIJHEIDSTELLING 2.1 Inleiding Al sinds de invoering van het Wetboek van Strafrecht in 1886 is de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling hierin opgenomen.
Nadere informatie34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016
34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:9296
ECLI:NL:RBDHA:2017:9296 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer C/09/531370 / KG ZA 17/527 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 30 Wet van 31 januari 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Penitentiaire beginselenwet, de eginselenwet verpleging ter beschikking
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 62b 24 263 Vaststelling van een Penitentiaire beginselenwet en daarmee verband houdende intrekking van de Beginselenwet gevangeniswezen met
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 486 (R1994) Goedkeuring van het op 12 mei 2011 te s-gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf
Nadere informatieEuropees Arrestatiebevel
Europees Arrestatiebevel Managementgegevens over de periode: Het jaar 009 Inhoudsopgave Gevraagde wettelijke gegevens op basis van artikel 70 van de Overleveringswet pagina. Het aantal ontvangen EAB's
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure
Nadere informatieStelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering
Nadere informatieWetboek van Strafrecht
Wetboek van Strafrecht (Tekst geldend op: 27-08-2014) Wet van 3 maart 1881 Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 418 Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de normering van de vergoeding
Nadere informatieDatum 29 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de leegstand en het personeelstekort bij de PI Haaglanden
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)
Nadere informatieTBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest
K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 24 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:
Nadere informatieStrafuitvoeringsrechtbanken
Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter
Nadere informatieStelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 551 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een rechterlijke vrijheidsbeperkende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 627 Wijziging van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1 Kamerstukken II 2001/2002, 28 192,
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221
Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een
Nadere informatieAan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
!!1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 1 februari 2016 Onderwer Antwoorden Kamervragen over uitlevering
Nadere informatieRapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277
Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische
Nadere informatieDe uitvoering van het jeugdstrafrecht
Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze
Nadere informatieRapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148
Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieY.A.J.M. van Kuijck, waarnemend algemeen voorzitter
Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 13 februari 2006 kenmerk : CR35/1035453/06/AvdH/TvV betreft : advies over het onderwijs in de p.i.-en Mijnheer de minister, Bij de toezichtbezoeken
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Rechtspraak
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De Minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 2030 2500 EH DEN HAAG Datum 5juli208 Uw kenmerk 2254685 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp Advies over
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties
Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994±1995 24 257 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming
Nadere informatieDatum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieB E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 17 februari 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1764/RO Uw kenmerk: 5633273/09/6 Onderwerp:
Nadere informatieAanwijzing Voorwaardelijke Invrijheidstelling
JU Aanwijzing Voorwaardelijke Invrijheidstelling Categorie: Executie Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressant: Hoofden van de
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 365 Wet van 7 september 2000 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de
Nadere informatieRapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.
Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt
Nadere informatieAdvies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal
De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieRapport. Datum: 16 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/454
Rapport Datum: 16 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/454 2 Klacht Op 1 juli 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer T., ingediend door de heer mr. H. Gaasbeek, advocaat te Haarlem,
Nadere informatiePRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME
PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME Telefoon: 472841 fax :(597)475266 e-mail : secretariaat@oresident.nov.sr Aan: De Voorzitter van De Nationale Assemblee, Mw. Drs. Jennifer Simons ons kenmerk: secpres/0268/14
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 439 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met loondoorbetaling door de werkgever bij ziekte van
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,
Nadere informatie-------------------------------------------------------------------- ------
(Tekst geldend op: 15-12-2014) -------------------------------------------------------------------- ------ Wet van 3 maart 1881 Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
Nadere informatiebetreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
nummer: 14/1038/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat
Nadere informatiede Rechtspraak Raad voor de rechtspraak
De minister voor Rechtsbescherming drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag doorkiesnummer e-mail ons uw onderwerp 13 juni 2018 088-361
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA
Nadere informatieJURISPRUDENTIE STRAFRECHT. Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop
JURISPRUDENTIE STRAFRECHT Uitspraken 10 februari 2015 Paul Verloop HR uitspraken 10 februari 2015 Beslissingen voorlopige hechtenis (Cassatie in het belang der wet) HR:2015:247 HR:2015:255 HR:2015:256
Nadere informatieOPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. Den Haag. Postbus 20305, 2500 EH. Prins Clauslaan AJ Den Haag
1 OPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid Directie Wetgeving t.a.v mw. A.G. van Dijk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Prins
Nadere informatie