BIJLAGE ± Midden-Delfland. A4 Midden-Delfland. Bestemmingsplan. adviseurs ruimtelijke ordening
|
|
- Erik van den Brink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BIJLAGE ± Midden-Delfland A4 Midden-Delfland Bestemmingsplan adviseurs ruimtelijke ordening
2 Gemeente Midden-Delfland A4 Midden-Delfland bestemmingsplan identificatie identificatiecode: NL.IMRO.1842.bpA4MD12-vo01 projectnummer: planstatus datum: status: concept voorontwerp ontwerp vastgesteld projectleider: mw. mr. C.T. Ploeger RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 gecertificeerd door Lloyd's -RBOI 3000 AD Rotterdam conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: BNSP telefoon (010) info@rboi.nl
3 RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.
4 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Ligging plangebied Vigerend bestemmingsplan Planvorm Leeswijzer 9 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke planbeschrijving Inleiding Voorgeschiedenis Tracébesluit A4 Delft-Schiedam 13 Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving Algemeen Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangsrecht en slotregels 18 Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid 19 Hoofdstuk 5 Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusie 25 Hoofdstuk 6 Milieuonderzoek Inleiding Bodem Water Ecologie Archeologie Externe veiligheid Planologisch relevante leidingen Geluidhinder Luchtkwaliteit 39 Adviesbureau RBOI
5 4 Regels 41 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 43 Artikel 1 Begrippen 43 Artikel 2 Wijze van meten 46 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 47 Artikel 3 Agrarisch 47 Artikel 4 Natuur 48 Artikel 5 Verkeer 49 Artikel 6 Verkeer - Rijksweg 50 Artikel 7 Leiding - Gas 51 Artikel 8 Leiding - Hoogspanningsverbinding 53 Artikel 9 Leiding - Leidingstrook 54 Hoofdstuk 3 Algemene regels 57 Artikel 10 Antidubbeltelregel 57 Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 58 Artikel 12 Algemene wijzigingsregels 59 Artikel 13 Overige regels 60 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 61 Artikel 14 Overgangsrecht 61 Artikel 15 Slotregel Adviesbureau RBOI
6 1 1 toelichting
7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het plan om de A4 tussen Delft en Schiedam aan te leggen kent een lange voorgeschiedenis. De problemen met het verwerken van het verkeer tussen Den Haag en Rotterdam wil het Rijk al sinds begin jaren zestig van de vorige eeuw oplossen, om de bereikbaarheid in de Zuidvleugel van de Randstad te verbeteren. Het tracébesluit A4 Delft-Schiedam is sinds 6 juli 2011 onherroepelijk en werkt rechtstreeks door in het ruimtelijk beleid van de gemeenten Midden-Delfland en Schiedam. Binnen een jaar na de genoemde datum dienen de betrokken gemeenten een bestemmingsplan conform het tracébesluit vast te stellen. Dit is voorgeschreven in de Tracéwet. Het wegenproject A4 Delft-Schiedam is onder de reikwijdte van de Crisis- en herstelwet gebracht. Dit heeft alleen gevolgen voor een eventuele beroepsfase van het bestemmingsplan. 1.2 Ligging plangebied Het plangebied wordt in het noorden begrensd door de huidige rijksweg A4 net ten noorden van de Kruithuisweg. Het zuiden van het plangebied wordt gevormd door de gemeentegrens met Schiedam (Zweth). Voor de begrenzing van het plangebied is zoveel mogelijk het wegontwerp aangehouden, alsmede de tijdelijke werkterreinen. De exacte ligging van het plangebied is weergegeven op de volgende afbeelding. Adviesbureau RBOI
8 8 IT \ li a; Klaêi engi-'t-fuisf'liitek/i/ I 7 1 \. - r" \ r. 4 5 Y i.-.-.-i r i : \ < I Ligging plangebied 1.3 Vigerend bestemmingsplan Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan Abtswoude dat door de raad van de toenmalige gemeente Schipluiden op 8 januari 2003 is vastgesteld en op 9 september 2003 door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is goedgekeurd. 1.4 Planvorm Het hoofddoel van dit bestemmingsplan is te voldoen aan de wettelijke verplichting op grond van de Tracéwet en om een bestemmingsplan overeenkomstig het Tracébesluit vast te stellen. Het bestemmingsplan beoogt daarbij primair een planologische onderlegger te bieden voor het gebied waarop het Tracébesluit betrekking heeft en voor hetgeen op grond van het Tracébesluit mogelijk wordt gemaakt Adviesbureau RBOI
9 9 1.5 Leeswijzer De toelichting van het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd: in Hoofdstuk 2 wordt een planbeschrijving gegeven. Hier wordt ingegaan op de voorgeschiedenis van het plangebied en het Tracébesluit; in Hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen; in Hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan; in Hoofdstuk 5 wordt het voor het plangebied ruimtelijke relevante beleid samengevat; tot slot komt in Hoofdstuk 6 het onderzoek op gebied van milieu, ecologie en water aan de orde. Adviesbureau RBOI
10 Adviesbureau RBOI
11 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke planbeschrijving 2.1 Inleiding In paragraaf 2.2 wordt allereerst kort stilgestaan bij de voorgeschiedenis van de tweede verbinding Den Haag-Rotterdam. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 ingegaan op de voor de gemeente Midden-Delfland relevante onderdelen uit het Tracébesluit. 2.2 Voorgeschiedenis In 1957 werd de rijksweg A4 geopend met 2x2 rijstroken tussen de knooppunten Ypenburg en Leidschendam, en in 1958 van Hoogmade naar knooppunt Leidschendam, dat later hernoemd zou worden als Prins Clausplein. In de periode hierna zou de rijksweg fasegewijs verder uitgebreid worden. Het gedeelte tussen Den Haag-Zuid en Delft-Zuid dat aansluit op het plangebied, opende voor het verkeer in Al in 1952 werd een studie gemaakt naar de aanleg van een tweede auto verbinding tussen Den Haag en Rotterdam. In het 'Streekplan Rechter Maasoever' uit 1964 van de provincie Zuid-Holland wordt de weg nog als 'rijksweg 19' aangeduid. Adviesbureau RBOI
12 12! I OHM \ \ i \ T i t A \ V \ \ \ \ \ \ \ i \ - X» - > / \ primaire weg secundaire weg tertiaire c.q, landbouwanttluitingsweg ^ i=> v«rkeer»tvnnel r 1 Uitsnede Streekplan Rechter Maasoever (1964) Het Rijk neemt in 1965 het Tracébesluit en begin jaren '70 wordt de grond aangekocht en het zandlichaam neergelegd. Maar de aanleg stopt in 1976 na felle protesten en Kamervragen. Pas in 1993 start een nieuwe procedure. De Tweede Kamer denkt echter dat de weg financieel niet haalbaar is en legt de procedure weer stil. Vanaf het jaar 2000 wordt een nieuwe weg ingeslagen: overheden, inwoners en maatschappelijke organisaties werken samen aan een plan voor de omgeving: de Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS). Zes jaar later ligt er een convenant waar iedereen zich in kan vinden en start voor de derde keer een wettelijke procedure. Op 2 september 2010 neemt het Rijk de beslissing de A4 Delft-Schiedam aan te leggen. In 2012 wordt een aanvang gemaakt met de aanleg van dit ontbrekende stuk van de A Adviesbureau RBOI
13 Tracébesluit A4 Delft-Schiedam In deze paragraaf worden de voor de gemeente Midden-Delfland belangrijkste onderdelen uit het Tracébesluit kort toegelicht. Begrenzing van het tracé Het Tracébesluit ziet toe op de aanleg van een autosnelweg (A4) van Delft tot Schiedam, tussen km-paal 56,4 en km-paal 71,8. Het tracé sluit bij knooppunt Kethelplein aan op de bestaande A4 en A20. Het tracé is vanaf km-paal 56,4 tot km-paal 60,6 gelegen op het grondgebied van Midden-Delfland. Op de onderstaande afbeelding is het totale wegtracé weergegeven. ei' Delft I w0'. Zuidkade \ Omgelegde stinksloot v v\ l \ Oosiveenseweg \ u- - Zweth \ Woudwee i Brederowee Vlaardirigcn Laan»an Ligging wegtracé (bron: Tracébesluit A4 Delft-Schiedam) Schiedam Adviesbureau RBOI
14 14 Horizontale ligging De aanleg van het traject A4 Delft-Schiedam op het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland start vanaf de aansluiting Delft-Zuid. De huidige aansluiting Delft-Zuid (Kruithuisweg) wordt uitgebreid met een toerit op de A4. Deze toerit bestaat uit een enkele rijstrook. De huidige afrit blijft bestaan en wordt niet gewijzigd. De hoofdrijbaan in zuidelijke richting bestaat uit twee rijstroken met een reservering voor een derde rijstrook. De hoofdrijbaan in noordelijke richting bestaat uit drie rijstroken waarbij een uitvoegstrook komt voor de afrit Delft-Zuid (Kruithuisweg). Na de afrit Delft-Zuid verdwijnt de linker rijstrook. Maaiveldligging vanaf Kruithuisweg Bij km-paal 57,9 kruist de A4 de Zuidkade. De Zuidkade kruist de A4 bovenlangs. De locatie van deze kruising is zo gekozen dat deze nagenoeg op dezelfde locatie ligt als de historische verbinding. ijptr* Kruising Zuidkade Adviesbureau RBOI
15 15 Bij km-paal 60,2 kruist de A4 de Oostveenseweg. De Oostveenseweg kruist de A4 bovenlangs. De kruisende verbinding Oostveenseweg komt nagenoeg op dezelfde plaats te liggen als in de huidige situatie met het zandlichaam. Omdat de A4 hier verdiept komt te liggen, komt de Oostveenseweg hier circa 1,5 m hoger te liggen dan het omliggende maaiveld. Ten (zuid)westen van het viaduct vindt 1,8 ha natuurcompensatie plaats. Kruisende verbinding Oostveenseweg Bij km-paal 60,6 passeert de A4 het aan te leggen aqua-/ecoduct ten behoeve van de omgelegde Slinksloot in combinatie met de Zweth en een ecologische verbinding. De lengte van de passage bedraagt circa 100 m. De Zweth vormt de gemeentegrens met Schiedam. Vanaf hier gaat het traject verder richting het Kethelplein en de aansluiting met de A20. Aqua-/ecoduct Zweth en omgelegde Slinksloot Adviesbureau RBOI
16 16 Landschappelijke inpassing en verticale ligging De landschappelijke inpassing van het tracé is opgedeeld in twee delen: de inpassing in het open weidegebied van Midden-Delfland en de inpassing van het tracé in het stedelijk gebied. Voor het gebied van Midden-Delfland geldt als één van de belangrijkste uitgangspunten van het Tracébesluit dat de snelweg niet als een barrière in de omgeving mag worden ervaren. Het voorkomen van deze barrièrewerking wordt bereikt door de weg gedeeltelijk (half) verdiept aan te leggen. Daarnaast worden de historische structuren in dit gebied in hun originele profiel en op hun originele locatie over de snelweg doorgezet. Door deze maatregelen wordt vanuit de omgeving nauwelijks verstoring van het landschap ervaren. Vanaf de locatie Kruithuisweg is de A4 eerst 1 kilometer op maaiveld gelegen. Daarna wordt de A4 vanaf de Zuidkade 2,5 kilometer half verdiept aangelegd. Vervolgens volgt 1,5 kilometer lang een verdiepte ligging inclusief aqua-/ecoduct. De Zuidkade, de Slinksloot, de Oostveenseweg, de Zweth en de Woudweg worden over de (half) verdiepte weg gelegd. Dienstwegen en calamiteitenroute Aan beide zijden van de weg worden dienstwegen aangelegd. Deze dienstwegen lopen langs het tracé en worden onderweg onderbroken door de passages van de Slinksloot en Zweth. Via het fietspad tussen de Oostveenseweg en Woudweg zijn deze onderbrekingen te omzeilen. De dienstwegen kunnen ook gebruikt worden als secundaire aanrijroute voor hulpdiensten, in het geval zich calamiteiten voordoen waarbij de snelweg volledig is afgesloten. Tijdelijke werkterreinen Voor de uitvoering van de maatregelen uit het Tracébesluit is het nodig tijdelijke werkterreinen in te richten. De tijdelijke werkterreinen worden hoofdzakelijk gebruikt voor: opslag van materieel en materiaal, werkplaatsen, installaties, bouwketen en parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers; laad- en losplaatsen en grond-, zand- en slibdepots; de aanleg van verhardingen en andere infrastructurele werken, energievoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en afrasteringen; bouwzones ter weerszijden van de weg ten behoeve van de werkzaamheden. Na de uitvoering van de werkzaamheden krijgen de tijdelijke werkterreinen, voor zover deze terreinen niet vallen in enig maatregelvlak, hun oorspronkelijke bestemming terug Adviesbureau RBOI
17 17 Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving 3.1 Algemeen Het voorliggend bestemmingsplan biedt een juridisch-planologische doorvertaling van het Tracébesluit Delft-Schiedam in een bestemmingsplan. Op de bijbehorende verbeelding is te zien waar en welke bestemmingen van toepassing zijn en welke regels gelden. De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen: 1. inleidende regels; 2. bestemmingsregels; 3. algemene regels; 4. overgangs- en slotregels. 3.2 Inleidende regels In dit hoofdstuk zijn de begrippen en wijze van meten opgenomen. 3.3 Bestemmingsregels Het hoofdstuk Bestemmingsregels bevat de regels die specifiek gelden voor de bestemmingen in dit plan. Het bestemmingsplan bestaat uit de volgende bestemmingen. Agrarisch (Artikel 3) Direct langs de A4 worden een aantal tijdelijke werkterreinen in gebruik genomen. Aangezien deze gronden na de aanleg van deze weg weer in agrarisch gebruik worden genomen, hebben deze gronden de bestemming 'Agrarisch' met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - tijdelijk werkterrein'. Deze gronden mogen naast het tijdelijke werkterrein worden gebruikt voor agrarisch gebruik. Hier wordt uitsluitend gebruik als grondgebonden veehouderij onder verstaan. Natuur (Artikel 4) Ten westen van de A4 tussen het viaduct bij de Oostveenseweg en het aquaduct, vindt 1,8 ha Boswetcompensatie plaats. Deze gronden hebben in dit bestemmingsplan de bestemming 'Natuur'. Verkeer (Artikel 5) De bestemming Verkeer is gegeven aan het lokale verkeersnetwerk, zoals de viaducten bij de Oostveenseweg en de Zuidkade. Adviesbureau RBOI
18 18 Verkeer - Rijksweg (Artikel 6) Het tracé van de A4 en de bijbehorende op- en afritten zijn bestemd als 'Verkeer - Rijksweg'. De aanleg van de A4 Delft-Schiedam als bedoeld in het Tracébesluit met de bijbehorende (kunst)werken zijn binnen deze bestemming toegelaten, alsmede de (her)inrichting van het gebied. Binnen de bestemming is de mogelijkheid opgenomen voor de realisatie van een streekstation en bijbehorend oplaadpunt voor elektrische auto's. Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanningsverbinding en Leiding - Leidingstroook (Artikel 7), Artikel 8 en (Artikel 9) Ter bescherming van de in het plangebied aanwezige planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen: Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanningsverbinding en Leiding - Leidingstrook. In deze laatstgenoemde dubbelbestemming zijn drie verschillende leidingen gelegen. Bouwen is slechts mogelijk op basis van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, waarbij getoetst wordt aan het belang van de leiding. Voor het uitvoeren van een aantal werkzaamheden en werken, geen gebouwen zijnde, is een omgevingsvergunningplicht opgenomen. De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar voor zover het leidingbelang of het belang van de hoogspanningsverbinding niet onevenredig wordt geschaad. De leidingbeheerder brengt hierover voorafgaand advies uit aan het bevoegd gezag. 3.4 Algemene regels In de algemene regels zijn aanvullende regels opgenomen met betrekking tot bouwen. Daarnaast bevat dit hoofdstuk algemene afwijkingsregels, wijzigingsregels en overige regels. 3.5 Overgangsrecht en slotregels In artikel Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan. In de slotregel wordt de citeerwijze van de regels van het plan voorgeschreven Adviesbureau RBOI
19 19 Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid 4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het wegenproject A4 Delft-Schiedam is onder de reikwijdte van de Crisis- en herstelwet gebracht. Het is opgenomen in bijlage II bij de genoemde wet. Voor de te volgen procedure om tot vaststelling van het bestemmingsplan voor het tracé A4 te komen, heeft dit geen gevolgen. Het heeft wel consequenties voor de eventuele beroepsfase, omdat de Crisis- en herstelwet afwijkend procesrecht bevat. Dit komt onder meer tot uiting door een beperkte beroepsmogelijkheid voor overheden onderling om tegen eikaars besluiten in beroep te gaan en een versnelde behandeling van het beroep. In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt het voorontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan de gebruikelijke overlegpartners, zoals de provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat, het Hoogheemraadschap en overige organisaties. De resultaten van het vooroverleg worden verwerkt in het bestemmingsplan. 4.2 Economische uitvoerbaarheid Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel van het Bro dient, indien sprake is van één van de in artikel van het Bro genoemde bouwactiviteiten, een exploitatieplan te worden vastgesteld. Een exploitatieplan heeft onder meer tot doel om te komen tot een adequaat publiekrechtelijk kostenverhaal, het realiseren van een goede inrichting van de openbare ruimte door middel van het stellen van locatie-eisen en het bieden van een goede grondslag om de verdeling van woningbouwcategorieën te ondersteunen. Het bestemmingsplan A4 Midden-Delfland maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar vormt de wettelijk verplichte doorvertaling van een Tracébesluit in een bestemmingsplan. Gelet op de aard van dit bestemmingsplan en het bepaalde in het programma Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS), is er geen aanleiding om aanvullend op het bestemmingsplan A4 Midden-Delfland een exploitatieplan vast te stellen. Adviesbureau RBOI
20 21 Hoofdstuk 5 Ruimtelijk beleid 5.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011) Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Doelen In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028): het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. De A4 Midden-Delfland is op de kaart van het hoofdwegennet aangewezen als nieuwe verbinding (zie afbeelding). Adviesbureau RBOI
21 22 Bestaand hoofdwegennet Ruimtelijke reserveringen 4---^. Nieuwe verbinding Verbreding Uitsnede kaart hoofdwegennet i Het Rijk wil investeringen in wegen meer in samenhang met het openbaar vervoer en de binnenvaart doen. Door de investeringen in de diverse modaliteiten (evenals de maatregelen van decentrale overheden voor het openbaar vervoer en de fiets) als een integraal pakket te beschouwen, ontstaan kansen voor verbeteringen in het mobiliteitssysteem als geheel en versterking van multimodale knooppunten (voor personen en goederen) daarbinnen. Samenwerking tussen het Rijk, de decentrale overheden en het bedrijfsleven is essentieel om deze knooppunten te realiseren. Het rijksbeleid zet meer specifiek in op versterking van de twee met elkaar samenhangende vleugels binnen de Randstad (noordelijke Randstad: Amsterdam-Almere-Utrecht en zuidelijke Randstad: Rotterdam-Den Haag). De Randstad moet in 2040 een concurrerende en duurzame topregio vormen. Om verdere economische en sociale ontwikkeling mogelijk te maken en om de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken, is mobiliteit een randvoorwaarde. Een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid van deur tot deur zijn essentieel. De aanleg van het gedeelte van de A4 tussen Delft en Schiedam draagt bij aan het realiseren van deze doelstelling doordat het leidt tot een verbetering van de bereikbaarheid over de weg tussen Den Haag en Rotterdam. Verkeerskundig zorgt de aanleg van de A4 Delft-Schiedam voor een grotere robuustheid van het verkeersnetwerk, een toename van het verkeer op het hoofdwegennet en een afname van het verkeer op regionale en lokale weg, een verbeterde verkeersafwikkeling en korte reistijden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit besluit is op 30 december 2011 (grotendeels) in werking getreden en omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het Barro staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg Adviesbureau RBOI
22 Provinciaal en regionaal beleid Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' (2010) In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De visie is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk: aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; divers en samenhangend stedelijk netwerk; vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; stad en land verbonden. Op de functiekaart van de Structuurvisie is de A4 Midden-Delfland reeds aangeduid als (inter)nationale wegverbinding. vvfegennet I L-,têt!-: iti.jf, ik WMVWBIVdlM (Boven)regionale wegverbinding Reservering wegverbinding Uitsnede functiekaart Structuurvisie vlaai In de structuurvisie wordt een hoogwaardige externe en interne bereikbaarheid essentieel geacht voor een goede concurrentiepositie. De inzet is daarbij dat Zuid-Holland in 2040 een uitstekend infrastructureel netwerk heeft dat verschillende modaliteiten met elkaar verbindt. Het stedelijk netwerk heeft een samenhangend openbaar vervoersysteem dat uitstekend aansluit op onder- en bovenliggende netwerken van wegen en water. Het verbindt belangrijke woon-, werk- en recreatielocaties met elkaar. Het systeem is in staat om grote aantallen mensen te verplaatsen en een snelle verbinding te vormen met andere stedelijke gebieden. Dit stedelijk netwerk is aangesloten op internationale netwerken. De aanleg van het ontbrekende deel van de A4 tussen Schiedam en Delft draagt bij aan het realiseren van deze doelstelling. Adviesbureau RBOI
23 24 Verordening Ruimte (2010) In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken rechtstreeks door in gemeentelijke bestemmingsplannen. In de Verordening staan geen relevante zaken die voor het plangebied van belang zijn. Ruimtelijke Visie Hof van Delfland 2025 De Ruimtelijke Visie Hof van Delfland 2025 geeft de gezamenlijke visie van de verschillende betrokken besturen op de ontwikkeling en inrichting van het Hof van Delfland. In de visie wordt aangegeven dat, gelet op de ruimtelijke kwaliteiten van de Hof van Delfland, de A4 zorgvuldig is ingepast in het gebied door middel van een (half)verdiepte ligging van de weg en de aanleg van een ecopassage met aquaduct. Daarnaast maakt de keuze voor een landtunnel het mogelijk het bovenliggende gebied in te richten als een groenblauwe verbinding tussen de stad en het polderlandschap. Regionaal Structuurplan Haaglanden (2008) Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP 2020) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen etc. In het Structuurplan wordt aangegeven dat het verder uitbouwen van de sterke punten van Haaglanden voor de Randstedelijke en de Nederlandse economie in de eerste plaats goede verbindingen vereist met de omgeving: de mainports Schiphol en Rotterdam, andere stedelijke regio's binnen en buiten de Randstad en het buitenland. Rotterdam Airport moet binnen milieurandvoorwaarden meer als zakenluchthaven voor Haaglanden gaan dienen. De OV-bereikbaarheid van Rotterdam Airport vanuit Haaglanden moet hiervoor verbeteren. Verbindingen als de A4-corridor (tussen Delft en Schiedam conform IODS), uitbreiding van de spoorcapaciteit tussen Den Haag en Rotterdam en de HSL-Oost en -Zuid hebben prioriteit. 5.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Midden-Delfland 2025 (2011) Voor het gehele grondgebied van Midden-Delfland is een structuurvisie opgesteld. Deze structuurvisie legt de hoofdlijnen van ruimtelijke ontwikkelingen en het te voeren ruimtelijk beleid vast. Deze visie is één van de ruimtelijke visies van de te vormen Metropool Rotterdam - Den Haag. Midden-Delfland maakt ten volle gebruik van de mogelijkheden die de Wro biedt. De hoofddoelen van de structuurvisie zijn daarom als volgt geformuleerd: de structuurvisie vormt de basis en het kader voor een visie op de toekomst en het daaraan gekoppelde (ruimtelijk) beleid; de structuurvisie leidt tot een actief vereveningbeleid en een proactieve houding ten opzichte van nieuwe ontwikkelingen en dient als onderlegger voor de benutting van de mogelijkheden van de nieuwe Wro (Grexwet); de structuurvisie vormt een kapstok èn toetsingskader voor concrete plannen. De Structuurvisie geeft geen concrete informatie over het tracé A4 Midden-Delfland. Wel is het project genoemd als ontwikkelingslocatie buiten de dorpen Adviesbureau RBOI
24 Conclusie Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de beleidskaders op de verschillende schaalniveaus. Adviesbureau RBOI
25 Adviesbureau RBOI
26 27 Hoofdstuk 6 Milieuonderzoek 6.1 Inleiding Het bestemmingsplan maakt, naast de aanleg van de A4 als beschreven in het Tracébesluit, geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De aanleg van de A4 is reeds mogelijk op basis van het Tracébesluit. Voor het bestemmingsplan betreft dit formeel dan ook geen nieuwe ontwikkeling. Ter informatie zijn de verschillende milieuonderzoeken die zijn uitgevoerd voor het Tracébesluit hieronder samengevat. Voor uitgebreidere informatie en de volledige rapporten wordt verwezen naar het Tracébesluit. 6.2 Bodem Toetsingskader De Wet bodembescherming uit 1987 is het wettelijk kader voor de bescherming van de bodem. Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming in werking getreden. Op de Wet bodembescherming zijn een groot aantal specifieke regelingen en besluiten gebaseerd. Twee relevante besluiten zijn het Besluit bodemkwaliteit en het Besluit lozen buiten inrichtingen. Het Besluit bodemkwaliteit is op 1 januari 2008 van kracht geworden voor alle toepassingen van grond en baggerspecie in oppervlaktewater of op de bodem. In het Besluit bodemkwaliteit wordt de normering van toepassingsmogelijkheden van grond en baggerspecie geregeld. Het Besluit lozen buiten inrichtingen (en Richtlijn afstromend wegwater) geeft regels waaraan lozingen van grondwater, afstromend hemelwater van wegenafvalwater op oppervlakte water en indirecte lozingen op riolering en de bodem moeten voldoen. Wanneer sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, gelden de regels voor sanering zoals opgenomen in de Wet bodembescherming (Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering). Onderzoek en conclusie De bodem in het gebied bestaat uit klei- en veengronden. Op deze natuurlijke bodem is eind jaren '60/begin jaren '70, ter voorbelasting, een zandpakket neergelegd. Klei- en veengronden zijn bodemsoorten die gevoelig zijn voor zetting, met deze voorbelasting is getracht de bodem al zoveel mogelijk te laten inklinken waardoor zetting onder de uiteindelijke weg beperkt wordt. Als gevolg van de aanleg van het traject A4 Midden-Delfland is er verder sprake van een toename van afstromend wegwater met consequenties voor de bodem. In het Besluit lozen buiten inrichtingen wordt een Richtlijn afstromend wegwater opgenomen met handvatten voor de voorzieningenkeuze voor wegwater bij aanleg, beheer en onderhoud van de infrastructuur. Om de consequenties voor de bodem te beperken worden verschillende maatregelen getroffen: Hemelwater wordt geïnfiltreerd in de berm; Adviesbureau RBOI
27 28 Er wordt een toplaag van tweelaags ZOAB aangelegd waardoor verspreiding van verontreinigde stoffen wordt beperkt; Bij de (gedeeltelijk) verdiepte ligging en viaducten wordt het water opgevangen en via regenwaterriolering naar bodempassages (drains) geleid/gepompt; De bermsloten fungeren als zaksloten en staan slechts indirect in contact met het bestaande watersysteem; Tijdens de werkzaamheden wordt retourbemaling toegepast, waardoor geen verontreinigd grondwater op het oppervlaktewater wordt geloosd. Uitgaande van de bovengenoemde maatregelen, worden geen negatieve effecten verwacht van afstromend hemelwater op de bodem, grond- en oppervlaktewaterkwaliteit. Circa 90% van de verontreinigingen in het afstromende wegwater wordt afgevangen in de geplande infiltratievoorzieningen in de wegberm. Daarnaast wordt door de toepassing van tweelaags ZOAB een grote emissiebron, namelijk verwaaiing, grotendeels gereduceerd In het gebied waarin ten behoeve van de aanleg van de A4 grondverzet plaatsvindt, is een tweetal locaties aangetroffen met bodemverontreiniging. In een nader onderzoek wordt bepaald wat de precieze afbakening is van de verspreiding van de verontreiniging, alsmede de spoedeisendheid tot sanering. Door de verdiepte ligging van het tracé worden aanzienlijke hoeveelheden ophoogzand van het reeds aanwezige zandlichaam (voorbelasting) verwijderd. Gemiddeld ligt er 6 m ophoogzand op het tracé. De weg komt gemiddeld 3,5 m dieper te liggen dan het huidige maaiveld. Voor de aanleg van het half verdiepte deel en het verdiepte deel wordt ook gegraven in de oorspronkelijke bodem. Er wordt rekening gehouden met een grondverzet van circa 2,5 miljoen m 3 grond. Een deel hiervan wordt hergebruikt voor de aanleg van de weg en circa 1,5 tot 2 miljoen m 3 moet elders afgezet worden. De omvang van mogelijke onder het zandlichaam gelegen bodemverontreiniging is geraamd op 5% (Tracébesluit A4 Delt-Schiedam, Deel III toelichting, Arcadis). Er is aangenomen dat de helft hiervan afgevoerd wordt naar een chemisch opslagdepot voor sterk verontreinigde grond. 6.3 Water Toetsingskader Voor ruimtelijke plannen, zoals de ontwikkeling van het traject A4 Midden-Delfland, moet een watertoetsprocedure worden doorlopen. De Watertoets is een procesinstrument waarmee ruimtelijke plannen en besluiten kunnen worden getoetst op waterhuishoudkundige aspecten. In overleg met de betrokken waterbeheerders worden voor het project relevante wateraspecten uitgewerkt. In het geval van dit project zijn dat waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterveiligheid. De Watertoets betreft het vroegtijdig informeren en adviseren over en het afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De Watertoets heeft tot doel te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. In de uitvoering van de Watertoets beoordelen de waterbeheerders de waterhuishoudkundige consequenties van het plan en de maatregelen die getroffen worden om de waterkwantiteit en de waterkwaliteit op orde te houden Adviesbureau RBOI
28 29 Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, 2003) hebben de gezamenlijke overheden afspraken gemaakt over het op orde maken van de watersystemen. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft deze afspraken vertaald in de Beleidsnota Normering Wateroverlast. Deze beleidsnota geeft de normen en richtlijnen waaraan het verwerken van het regenwater wordt getoetst. Het Hoogheemraadschap van Delfland hanteert afhankelijk van het grondgebruik verschillende veiligheidsnormen tegen overstroming door regenwater. De normen geven aan hoe frequent een zware regenbui er toe mag leiden dat een bepaald percentage van de polder onder water komt te staan. Deze normen zijn lager dan de norm die Rijkswaterstaat gebruikt voor rijkswegen. Daarom wordt rond de gehele A4 een waterscheiding aangebracht die 60 cm hoger ligt dan het polderpeil. Op deze manier kan worden voorkomen dat de A4 overstroomt door een stijgend polderpeil. Handleiding wegenbouw ontwerp hemelwaterafvoer Daarnaast hanteert Rijkswaterstaat eisen voor rijkswegen ten aanzien van wateroverlast door regenwater. Deze zijn opgenomen in de Handleiding wegenbouw ontwerp hemelwaterafvoer (1988). Het wegontwerp heeft gevolgen voor de waterkeringen. Waterwet In de Waterwet wordt het beheer van oppervlaktewater en grondwater geregeld. De wet verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De vergunningstelsels uit de, door de Waterwet vervangen, afzonderlijke waterbeheerwetten zijn gebundeld in één vergunning, de Watervergunning. In de Waterwet worden zoveel mogelijk handelingen met algemene regels geregeld, waarbij er geen vergunning meer hoeft te worden aan gevraagd. Onderzoek De Watertoets is in overleg met de waterbeheerders uitgevoerd. Hierbij waren de volgende waterbeheerders betrokken: Hoogheemraadschap van Delfland; provincie Zuid-Holland; Rijkswaterstaat, Dienst Zuid-Holland. Er heeft afstemming plaatsgevonden over de te hanteren uitgangspunten voor het ontwerp van de weg en de maatregelen die worden genomen om de waterhuishoudkundige situatie te beschermen. Waterkwantiteit De weg doorsnijdt meerdere peilvakken. In principe is er geen wateropgave voor deze peilvakken, dus hoeft bij instandhouding van het beschermingsniveau geen aanvullende wateropgave gerealiseerd te worden. Er moet aangetoond worden dat in de ontworpen situatie de deeltrajecten van de weg voldoen aan de bergingseisen van de polders (landelijke norm: 170 m 3 /ha, voor stedelijke functies: 325 m 3 /ha), met een peilstijging die overeenkomt met het waterbeheer van de polders. Met het Hoogheemraadschap van Delfland zijn afspraken gemaakt over de benodigde berging. Voor het Tracébesluit is aangehouden dat ontworpen en getoetst wordt op de zwaarste norm, namelijk 325 m 3 /ha en een afvoer van 14,4 mm/dag voor landelijk gebied. Voor bergingsberekeningen is getoetst op de maatgevende neerslag die eens per 100 jaar valt in 2 dagen, waarbij de polderafvoer over de randen van de weg en de bijbehorende waterlopen als maximale lozingsnorm geldt. Verder zijn de Rijkswaterstaatnormen voor afstromend regenwater en voor veiligheidsrichtlijnen van tunnels van toepassing voor de afvoer van op het wegdek vallend hemelwater. Dit afvoersysteem moet gedimensioneerd zijn op een extreme bui Adviesbureau RBOI
29 30 die maximaal eens in de 250 jaar valt. Het gaat hierbij om de afvoer van minimaal 30 mm neerslag die in 10 minuten kan vallen. De benodigde berging wordt gevonden middels: berging onder de weg; in de berm c.q. bodempassages; in open water. Tabel 6.1 Verdeling bergingsvolumes (m 3 ) Pcilvak / polder Wegtype Onder de weg Berm of Open water Totaal bodempastage (minimaal nodig) (minimaal nodig) Kerkpolder boven mv HolicrhoekZl haifverdiept M M Holierhoekzi verdiep! Itofcihocfca verdiep! rtafibtwekzs verdiept 2S Polder Vlaardingen- Holicrhock :rr t S Poldervaartpofdcr tunncldek Poldervaartpolder boven mv VlaardmgerpoMe; boven mv Totaal T1S Het ruimtebeslag voor berging van oppervlaktewater is in tabel 6.2 weergegeven. Tabel 6.2 Verdeling van oppervlaktewater en de toetsing aan de norm voor stedelijk water Peihrak / polder Minimaal benodigde Minimaal benodigd Oppervlak open Toetsing Lo.v. berging (rm') oppervlak open water in plan (ml 325 m '/ha water (m*)' Kerkpolder D4'\ HolierhoekZl % HclrerhoekZ: S4S M HotÉfcMkZZ 15B nvt Hol»;rh<:el i !68 142% Polder Vlaardtngen-Holier hoek M5 0 1 M Poldervaartpolder S 39? ' IM Poldervaartpolder JSC 101 VUardingerpolder % Totaal ' bi een maximale peibttjging van 0.3m De totale berging en de benodigde hoeveelheid oppervlaktewater zijn minimaal nodig om te voldoen aan de eisen van het Hoogheemraadschap van Delfland. In het gehele plan A4 Delfland-Schiedam is echter omwille van natuur en inpassing meer open water gepland dan strikt noodzakelijk om te voldoen aan de eisen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Hoeveel meer wordt middels percentages in de laatste kolom aangegeven. De verdiepte delen voldoen ruimschoots, vanwege de eerdergenoemde Rijkswaterstaatnormen voor afstromend hemelwater van rijkswegen en de veiligheidsrichtlijnen voor tunnels (Handleiding Wegenbouw, Ontwerp Hemelwaterafvoer en Veiligheidsrichtlijnen Deel C, onderdeel waterhuishouding) Adviesbureau RBOI
30 31 Waterkwaliteit Nadelige invloeden van het aanleggen van traject A4 Midden-Delfland moeten waterneutraal of waterpositief worden gecompenseerd. Afwenteling van problemen met (grond)waterkwaliteit moet worden voorkomen. Waterveiligheid Het traject A4 Midden-Delfland doorkruist nabij Delft een polderscheiding. Deze polderscheiding moet het bestaande kerende hoogte- en veiligheidsniveau behouden. Maatregelen De maatregelen op het gebied van waterhuishouding zijn opgenomen in artikel 11 van het Tracébesluit. In deze paragraaf worden de maatregelen beschreven. Waterkwantiteit Het dempen van delen van waterlopen wordt gecompenseerd door in de nabije omgeving en binnen hetzelfde peilvak compenserend open water te graven. Twee belangrijke waterlopen die van belang zijn voor de afwatering van de polders worden door het traject A4 Midden-Delfland doorsneden: de Slinksloot en de Zweth. In het ontwerp worden deze verbindingen in stand gehouden door de aanleg van gecombineerd aqua-/ecoduct. Hiervoor wordt de Slinksloot verlegd. Aangetoond is dat de afvoercapaciteit van de Slinksloot hierdoor gehandhaafd blijft. De aanleg van waterberging ten behoeve van de opvang van hemelwater: minimaal dient er voor het gehele nieuwe tracé van de A4 ruim rri 3 in de vorm van open waterberging te komen (zie tabel 6.1) dit komt overeen met circa m 2 open water, bij een toelaatbare peilstijging van 0,3 m. De aanleg van extra waterberging, met als belangrijkste: m 2 open water in de vorm van bermsloten en waterpartijen in de Kerkpolder, nabij de golfbaan; Naast de A4 tussen Zuidkade en Oostveenseweg (circa 2 km) aan oost- en westzijde circa 8 m breed extra open water (circa m 2 ); m 2 open water bij het Kethelplein en langs de weg in de Poldervaart- en Vlaardingerpolder. In het totaal komt hiermee in het plan voor de gehele A m 2 open water voor. Dit is meer dan de vereiste m 2 uit tabel 6.1. De extra waterberging leidt niet tot onnodig ruimtebeslag, veel oppervlak open water wordt gevonden binnen de bestaande rijksgrenzen (de in het verleden aangekochte gronden, de aansluiting Kruithuisweg en het knooppunt Kethelplein). Waar wel sprake is van ruimtebeslag buiten de rijksgrenzen, komt dit primair voort uit eisen ten aanzien van de waterhuishouding (het garanderen van de afvoercapaciteit en de opvang van hemelwater), dan wel betreft het ruimte die na aanleg van het traject A4 Midden-Delfland landschappelijk wordt ingericht voor onder andere ecologische en recreatieve voorzieningen waarbij water als geleidend element wordt gebruikt. De waterhuishouding mag door de wegaanleg niet nadelig beïnvloed worden: zowel tijdens de aanleg als in de gebruiksfase van de wegverbinding moet de waterhuishouding goed functioneren. Ter voorkoming van de toestroming van grondwater wordt onder de (half) verdiept gelegen delen van de weg van km-paal 57,5 tot km-paal 61,4 een waterdichte laag gerealiseerd met een systeem om de grondwaterdruk te kunnen monitoren en reguleren. Bij de uitvoering wordt verder zoveel mogelijk 'in den natte' gewerkt of wordt retourbemaling toegepast, waarbij het onttrokken grondwater terug wordt gepompt in het eerste Adviesbureau RBOI
31 32 watervoerende pakket. Het wegontwerp is toekomstbestendig. Vanuit de waterhuishouding en het ontwerp wordt geanticipeerd op wijzigingen in het waterbeheer, effecten van klimaatverandering, bodemdaling en wijzigingen in het beheer van grondwatervoorraden. Waterkwaliteit Verontreinigd afstromend wegwater wordt gezuiverd door toepassing van zand- en slibvangen en het lozen van wegwater via bodempassages (bij de verdiepte delen) of via een infiltrerende berm (bij hoger gelegen wegdelen). In de winter kan strooizout tot verontreiniging van het oppervlaktewater leiden. Niet al het zout wordt vastgehouden in bermpassages of infiltratievoorzieningen. Daardoor kunnen in bermsloten tijdelijk verhoogde zoutgehalten optreden. In aanliggende sloten zal snel verdunning optreden. Deze effecten zijn daarmee tijdelijk, zeker in stromend water. Uitgaande van bovengenoemde maatregelen, worden geen negatieve effecten verwacht van afstromend wegwater op de bodem, grond- en oppervlaktewaterkwaliteit. Circa 90% van de verontreinigingen in het afstromende wegwater wordt afgevangen in de geplande infiltratievoorzieningen in de wegberm. Daarnaast wordt door de toepassing van ZOAB een grote emissiebron voor het oppervlaktewater, namelijk verwaaiing, grotendeels gereduceerd. Omdat voorts gebruik wordt gemaakt van een gescheiden oppervlaktewatersysteem, wordt de kans op verspreiding van verontreiniging geminimaliseerd. Waterveiligheid Omdat een deel van de A4 verdiept wordt aangelegd, wordt de polderscheiding omgelegd tot de plek waar de A4 boven de kerende hoogte komt. Dit betreft: het aanleggen van een waterscheiding aan weerszijden van het wegtracé, alsmede het omleggen van polderkade Zuidkade langs de wegrand van de halfverdiepte ligging; om aan de normen te voldoen is in het waterhuishoudingsplan een ontwerp uitgewerkt waarin riolering, bergingskelders, pompen, kunstwerk en open water samenwerken om buien te kunnen verwerken tot een herhalingstijd van 1:250 jaar; een stijgende grondwaterspiegel vanwege klimaatverandering of het stopzetten van grootschalige onttrekking in de regio zal voor de A4 geen consequenties hebben voor de veiligheid. Ter voorkoming van de toestroming van grondwater wordt onder de (half)verdiept gelegen delen van de weg van km-paal 57,5 tot km-paal 61,4 een waterdichte laag gerealiseerd met een systeem om de grondwaterdruk te kunnen monitoren en reguleren. Conclusie De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. 6.4 Ecologie De aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam heeft gevolgen voor dier- en plantensoorten en hun leefomgeving. In deze paragraaf wordt uitsluitend een toelichting gegeven op de maatregelen die in het Tracébesluit zijn genomen om de effecten te mitigeren of te compenseren Adviesbureau RBOI
32 33 Mitigerende maatregelen Om ervoor te zorgen dat soorten tussen leefgebieden kunnen bewegen wordt een ecopassage aangelegd. De ecopassage wordt gecombineerd met het aquaduct van de Zweth en Slinksloot. Over de uitvoering ervan zijn afspraken gemaakt in het IODS-convenant. Die afspraken houden in dat als onderdeel van de ecologische inpassing van de A4, een ecologische verbinding over de A4 van minimaal 100 m breed op maaiveld wordt gerealiseerd, waarbinnen ook de Zweth en de Slinksloot vallen. Die oost-westgeoriënteerde watergangen hebben nu een functie als verbinding voor flora en fauna doordat zij verschillende moerasgebieden met elkaar verbinden. Door de watergangen op maaiveld te behouden blijven deze ecologische verbindingen optimaal. De locatie van de ecopassage wordt afgestemd met de bestaande EHS en de situering van 100 ha nieuwe natuur. De ecopassage heeft een sterk mitigerend effect op de barrièrewerking van de A4 Delft-Schiedam. Tevens wordt een ecoverbinding, bestaande uit drie ecoduikers, gerealiseerd ten noorden van de Zuidkade. De ecoverbinding vormt een verbinding tussen de groenzone Tanthofkade/Abtswoudsebos en het veenweidegebied ten noorden van Schipluiden. Aan weerszijden van de A4 wordt langs de grasdijk een laag begeleidend raster aangebracht. Tot slot wordt er conform het IODS-convenant een verdiepte ligging gerealiseerd tussen km-paal 57,4 en km-paal 61,4. Compenserende maatregelen In totaal is ruim 4,1 ha beschikbaar voor compensatie van (P)EHS. De beschikbare ruimte is groter dan de formele compensatietaakstelling van 1,75 ha (deels omdat in het kader van een goede inpassing extra kansen zijn gecreëerd om meer natuur te realiseren dan er feitelijk verloren gaat). Uitgangspunt voor het te compenseren gebied is dat deze het natuurdoeltype 'Kruiden- en faunarijk grasland' kent. Boswetcompensatie Ten gevolgen van de aanleg van de A4 gaat in totaal circa 0,5 ha bos verloren, dat gecompenseerd wordt. Op grond van het Tracébesluit vindt herplant plaats. Algemeen uitgangspunt is dat iedere hectare kap gelijkwaardig wordt herplant. Het grootste deel van de compensatie zal plaatsvinden langs het tracé en als onderdeel van de landschappelijke inpassing. 6.5 Archeologie Regelgeving en beleid Rijksbeleid De Wet op de archeologische monumentenzorg (een wijzigingswet van de Monumentenwet 1988) is het eindresultaat van de implementatie van het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed in de Nederlandse Wetgeving. De Wet bevat 3 belangrijke uitgangspunten: 1. het streven naar behoud in situ van archeologische waarden; 2. het tijdig betrekken van de archeologische waarden in de ruimtelijke ordening door het opnemen van harde juridische eisen in bestemmingsplannen; 3. de verstoorder betaalt voor het onderzoek en de documentatie van archeologische waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort. Adviesbureau RBOI
33 34 Provinciaal beleid De provincie heeft de wettelijke taak het archeologisch bodemarchief te beschermen en te beheren. Zij toetst plannen die een effect hebben op het Zuid-Hollandse bodemarchief. Zo velt de provincie een oordeel over de archeologische onderbouwing bij ontgrondingsaanvragen, saneringsplannen, land- en natuur ontwikkelingsplannen, milieueffectrapportages,, gebiedsgericht beleid, omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. In de Structuurvisie van de provincie wordt aangegeven dat de bekende en potentiële archeologische vindplaatsen benoemd zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Deze vindplaatsen dienen beschermd te worden. Uitgangspunt van Europees, landelijk en provinciaal beleid is behoud in situ van archeologische waarden; dat wil zeggen dat het archeologisch erfgoed in principe niet verstoord dient te worden. Archeologisch onderzoek is in ieder geval niet nodig als bij bodemverstoring geen archeologische waarden of verwachtingswaarden dreigen te worden verstoord of als de werkzaamheden ingeval van archeologische verwachtingswaarden niet dieper worden uitgevoerd dan 30 cm onder het maaiveld of het plan een omvang kent van minder dan 100 m 2 ; de CHS vormt hierbij uitgangspunt. In overeenstemming met de (wijziging van de) Monumentenwet 1988 kunnen gemeenten hiervan gemotiveerd afwijken, mits dit wordt onderbouwd met archeologische onderzoeksgegevens met voldoende spreiding over het gebied. Bekende archeologische waarden op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland dienen altijd beschermd te worden door opname in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. Gemeentelijk beleid De gemeente Midden-Delfland onderkent de kans op archeologische waarden in het gebied en heeft maatregelen genomen om de archeologische belangen bij de inrichtingsplannen te betrekken. In 2009 is een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld die de basis vormde voor de opgestelde archeologische beleidsnota die in 2010 is geëffectueerd. Hierin zijn archeologisch waardevolle gebieden aangewezen. Onderzoek en conclusie In het kader van het Tracébesluit is het aspect Archeologie, Cultuurhistorie en Landschap uitvoerig behandeld. Om die reden wordt uitsluitend ingegaan op de nog mogelijk te verwachten archeologische verwachtingswaarde. Op de beleidsadvieskaart is het grootste deel van het plangebied aangewezen als gebied met een lage verwachtingswaarde. Het zuidelijke gedeelte van het plangebied heeft een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde (zie uitsnede) Adviesbureau RBOI
34 35 I Legenda Bekende archeologische vindplaats Beschermd monument van zeer hoge waarde WÊÊ AMK-terrein van zeer hoge waarde AMK-terrein van hoge waarde Beleidsadvieskaart Hoge verwachting: geen vrijstelling Hoge verwachting: maximale verstoringsoppervlakte:50 m Maximale verstonngsdiepte:0.40 m -MV Middelhoge verwachting: maximale verstoring sop per vlakte: 100 m Maximale verstonngsdiepte 0.40 m -Mv Middelhoge verwachting: bij geplande verstoringen boven 200 m archeologisch veldonderzoek middels proefsleuven Lage verwachting: maximale verstoringsoppervlakte: 200 m 9423 Maximale verstonngidtepte:0,40 m -Mv s Uitsnede gemeentelijke beleidsadvieskaart Voor de gebieden met een hoge verwachting voor archeologische resten geldt dat, indien er ingrepen zijn met een verstoringsdiepte dieper dan 40 cm en een areaal groter dan 50 m 2, er een inventariserend archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Voor de gebieden met een middelhoge verwachting voor archeologische resten geldt dat, indien er ingrepen zijn met een verstoringsdiepte dieper dan 40 cm en een areaal groter dan 100 m 2, er een inventariserend archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Tot slot geldt voor gebieden met een lage verwachting dat ingrepen met een verstoringsdiepte van 40 cm en een areaal groter dan 200 m 2 er een inventariserend onderzoek dient uitgevoerd te worden. Vooralsnog is in het bestemmingsplan geen beschermende archeologische dubbelbestemming opgenomen omdat in het kader van het betreffende Tracébesluit archeologisch onderzoek ter plaatse is uitgevoerd. De gemeente zal in de loop van het planproces een definitief standpunt innemen over het al dan niet noodzakelijk zijn van een dergelijke dubbelbestemming. 6.6 Externe veiligheid Toetsingskader Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen. Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een Adviesbureau RBOI
35 36 verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Vervoer van gevaarlijke stoffen In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10" 5 per jaar en de streefwaarde 10" 6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 1CT 6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten in nieuwe situaties geldt een richtwaarde van 10" 5 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken. Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en Basisnet Water opgenomen in de circulaire. Besluit externe veiligheid buisleidingen Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. In dat besluit wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering. Onderzoek en conclusie Bij externe veiligheid is allereerst van belang dat het nieuwe traject van de A4 mogelijk risico's met zich meebrengt voor de omgeving. De verwachting is dat in de toekomst het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen toeneemt. Hierdoor worden de PR-contouren rondom wegen groter. Op het traject A4 Midden-Delfland is deze vergroting echter vrij klein omdat de maatgevende stof voor de risico's (vloeistof verdichte gassen, stofcategorie GF3) niet over het nieuwe tracé mag worden vervoerd. Uit berekeningen blijkt dat er na de aanleg van traject A4 Midden-Delfland geen PR 10" 6 -contour aanwezig is (Rijkswaterstaat, Deelrapport Externe veiligheid OTB A4 Delft-Schiedam, februari 2010). Daarnaast blijkt dat het GR niet overschreden wordt en niet toeneemt door de ontwikkeling van de A4. Dit komt doordat de (schaars) aanwezige bebouwing ver van het traject ligt, er zijn dus nauwelijks (beperkt) kwetsbare bestemmingen in de directe omgeving van de toekomstige weg aanwezig. Dit betekent dat er geen verantwoording van het GR nodig is. Er wordt voldaan aan de normen uit de Circulaire Risico Normering Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Aanvullend hierop zijn er in de omgeving van het plangebied vier ondergrondse buisleidingen gelegen die van belang zijn voor de externe veiligheid: aan de westzijde van het plangebied, parallel aan het toekomstige traject van de A4, bevindt zicht een landelijke aardgastransportleiding: A-517-KR-044 t/m 050 (diameter 30 inch, druk 66 bar). Deze leiding heeft een invloedsgebied van 380 m. loodrecht op het toekomstige traject van de A4 ten noorden van de Oostveenseweg bevindt zich de NPM-buisleiding Pipeline control van VROM (diameter 25,96 inch, druk 22 bar, vervoer C0 2 ). De PR 10" 6 -contour van deze leiding is 4 m en de PR 10" 8 -contour Adviesbureau RBOI
36 37 (indicatief voor het invloedsgebied) is 23 m. Op dezelfde locatie bevindt zich ook de KI aardolieleiding van de Nederlandse Aardolie Maatschappij, (diameter 7,99 inch, werkdruk 95 bar). De PR 10_ 6 -contour van deze leiding is 12 m en er is geen invloedsgebied voor het groepsrisico (aantal personen <255); Daarnaast bevindt zich op dezelfde locatie ook de Defensieleiding 4324-P31_l waar brandbare vloeistoffen door worden vervoerd (diameter 12,75 inch, druk 80 bar). Deze leiding heeft geen PR 10" 6 -contour (K2/K3). Binnen het plangebied bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten en het bestemmingsplan laat geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toe. Een nadere onderbouwing van het GR is daarom niet nodig. 6.7 Planologisch relevante leidingen Toetsingskader Onder kabels en leidingen van derden worden kabels en leidingen voor telecommunicatie, elektriciteit, water en brandstoffen verstaan. In het geval dat deze leidingen in de wegzone van de A4 traject Midden-Delfland liggen, moeten ze worden verlegd of vervangen. De nieuwe locatie wordt in overleg met de beheerders van deze kabels en leidingen in de voorbereidingen op de bouw van de weg vastgesteld. Het uitgangspunt in het ontwerp is dat de weg en de kabels en leidingen elkaar niet in het functioneren belemmeren. Onderhoud en vervanging van kabels en leidingen moet zoveel mogelijk worden uitgevoerd zonder dat hierbij het wegverkeer wordt gehinderd. Kabels en leidingen van derden worden zoveel mogelijk buiten de wegzone van de A4 gelegd. Kruisende kabels en leidingen worden zoveel mogelijk gebundeld onder het tracé gevoerd. Planologisch relevante buisleidingen hebben een belemmeringenzone waarmee in een bestemmingsplan rekening moet worden gehouden. Onderzoek en conclusie Het traject A4 Midden-Delfland is, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, met het neerleggen van het zandlichaam al bouwrijp gemaakt. Het traject is daardoor vrijwel vrij van ondergrondse infrastructuur, met uitzondering van op enkele plaatsen kruisende kabels en leidingen. De belangrijkste locaties met te verleggen kabels en leidingen zijn: gedeelte tussen de Oostveenseweg en Zuidkade; Woudweg en Oostveenseweg. In het noorden van het plangebied wordt het bovengrondse tracé van de 380 kv-hoogspanningsverbinding van Wateringen naar Zoetermeer (Zuidring) aangelegd. Deze wordt gebundeld met de bestaande 150 kv-hoogspanningsverbinding. Hiervoor is een rijksinpassingsplan en wijzigingsplan opgesteld. Deze wordt overgenomen in dit bestemmingsplan door middel van de bijbehorende dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Ook de buisleidingen genoemd onder Externe veiligheid zijn planologisch relevant. Ter plaatse van deze buisleidingen geldt, voor het onderhoud daarvan, een belemmeringenstrook met een breedte van 5 m aan weerszijden van de buisleidingen. De buisleidingen en de bijbehorende belemmeringenstrook zijn weergegeven op de verbeelding. In de planregels zijn de bijbehorende beschermende dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas', 'Leiding - Leidingstrook' en opgenomen. Adviesbureau RBOI
37 38 Het aspect 'kabels en leidingen' staat de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg. 6.8 Geluidhinder Toetsingskader Voor dit project is de Wet geluidhinder van toepassing. De Wet geluidhinder geeft de ten hoogst toelaatbare waarden voor de, door het wegverkeer veroorzaakte, geluidsbelasting op de gevel van de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen langs de weg (zoals scholen en ziekenhuizen) binnen de zogenaamde geluidszone. De breedte van de geluidszone is voor dit project 600 m aan weerszijden van de rijksweg. In de Wet geluidhinder wordt voor de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen onderscheid gemaakt in vier situaties: geluidsgevoelige bestemmingen waar de geluidsbelasting in 1986 al te hoog was (> 60 db(a)). Deze bestemmingen vallen onder de situatie 'sanering'; geluidsgevoelige bestemmingen langs de nieuw aan te leggen weg; geluidsgevoelige bestemmingen waar de geluidsbelasting in 1986 niet hoger was dan 60 db(a) of die op 1 maart 1986 nog niet aanwezig waren; deze bestemmingen vallen onder de situatie 'aanpassing'; geluidsgevoelige bestemmingen langs een weg die niet fysiek wordt aangepast, maar waar wel een significant akoestisch effect optreedt. Bij de nieuwe aanleg van een weg geldt dat een geluidsniveau tot en met 48 db zonder meer is toegestaan bij bestaande woningen. Geluidsbelastingen van meer dan 58 db zijn niet toegestaan aan de gevels van bestaande woningen. Geluidsbelastingen tussen de 48 db en 58 db zijn enkel toegestaan wanneer geluidsbeperkende maatregelen onvoldoende doeltreffend zullen zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. In dit geval kan de minister van Verkeer en Waterstaat een zogenaamde hogere waarde vaststellen. Onderzoek en conclusie In het kader van het Tracébesluit. heeft een akoestisch onderzoek plaatsgevonden naar de invloed van de weg op in de omgeving van de weg liggende geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen (Arcadis, Akoestisch onderzoek TB A4 Delft-Schiedam, september 2010). Uit het onderzoek blijkt dat er 380 woningen zijn langs het traject A4 Midden-Delfland waarbij onderzoek naar geluidsreducerende maatregelen noodzakelijk was. Op het traject worden verschillende maatregelen getroffen om de geluidshinder te verminderen. Er wordt tweelaags ZOAB toegepast waardoor voor veel overschrijdings-, sanerings- en aanpassingswoningen de overschrijding van de grenswaarde is weggenomen. Het is echter niet voldoende om overal aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Daarom worden er ook geluidsschermen geplaatst. Door deze maatregelen wordt langs het traject A4 Midden-Delfland de voörkeursgrenswaarde ter plaatse van alle geluidsgevoelige bestemmingen gehaald. Er hoeven voor dit traject dan ook geen hogere grenswaarden (geluid) vastgesteld te worden. Het aspect 'geluid' staat de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg Adviesbureau RBOI
38 Luchtkwaliteit Toetsingskader Luchtkwaliteitseisen worden benoemd in de Wet luchtkwaliteit (hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer). Centraal staat een gebiedsgerichte aanpak via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Deze programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen, zodat de luchtkwaliteit verbetert en gewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening doorgang kunnen vinden. De uitvoeringsregels behorende bij de wet zijn vastgelegd in AMvB's en ministeriële regelingen. Het NSL is een samenwerkingsprogramma van het Rijk, provincies en gemeenten om samen de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden en heeft een looptijd van 1 augustus Het bevat een pakket aan zowel (generieke) rijksmaatregelen als locatiespecifieke maatregelen van gemeenten en provincies. Dit pakket maatregelen zorgt ervoor dat alle negatieve effecten van geplande ruimtelijke ontwikkelingen ruim worden gecompenseerd. Een belangrijk onderdeel is de AMvB 'Niet in betekenende mate bijdragen'. Uitgangspunt is dat als een project minder dan 3% van de grenswaarde voor fijn stof (PMi 0 ) en stikstofdioxide (N0 2 ) bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit, het project doorgang kan vinden. Deze projecten hoeven niet te worden getoetst aan de grenswaarden. De reden hiervoor is dat in het NSL voldoende maatregelen zijn genomen om de bijdrage van deze projecten aan verslechtering van de luchtkwaliteit te compenseren. Onderzoek en conclusie Het traject A4 Midden-Delfland zal 'in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het project is echter als geplande ruimtelijke ontwikkeling opgenomen in het de NSL melding Verkeer en Waterstaat d.d. 13 juli 2010 (kenmerk VenW/DGMo-2010/6025) waarmee de minister van VROM conform de wijzigingsprocedure NSL op 29 juli 2010 (kenmerk DGM/K&L ) heeft ingestemd. Er is daardoor geen nader onderzoek nodig om aan te tonen dat aan de luchtkwaliteitsnormen wordt voldaan. In het NSL is echter wel de verplichting opgenomen om jaarlijks te controleren of grenswaarden niet worden overschreden. Deze terugkerende monitoringsverplichting is van groot gewicht binnen het programma. Immers, in het rekenmodel van het NSL zijn de effecten op de luchtkwaliteit van het NSL inzichtelijk gemaakt voor de zichtjaren 2011, 2015 en Met de jaarlijkse monitoring wordt ook voor toekomstige, tussenliggende jaren gewaarborgd dat de grenswaarden voor PMi 0 en N0 2 tijdig en blijvend worden gehaald. Het aspect 'luchtkwaliteit' staat de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg. Adviesbureau RBOI
39 Adviesbureau RBOI
40 regels
41 43 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan A4 Midden-Delfland van de gemeente Midden-Delfland. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1842.bpA4MD12-vo01 met de bijbehorende regels. 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5 agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren waarbij in dit plan uitsluitend grondgebonden veehouderij wordt bedoeld. 1.6 antennedrager een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. 1.7 antenne-installatie een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.8 archeologisch onderzoek onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt. 1.9 archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. Adviesbureau RBOI
42 bebouwing een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bouwen plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk bouwgrens de grens van een bouwvlak bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt grondgebonden veehouderij het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond landschapswaarde de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid eh de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nutm zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, apparatuur voor de telecommunicatie is hieronder niet begrepen Adviesbureau RBOI
43 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak peil a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan. Adviesbureau RBOI
44 46 Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie. 2.3 bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren. 2.5 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.6 oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk Adviesbureau RBOI
45 47 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Agrarisch 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarisch gebruik in de vorm van grondgebonden veehouderij; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - tijdelijk werkterrein': een tijdelijk werkterrein ten behoeve van de aanleg van de A4 Delft-Schiedam als genoemd in het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mag niet worden gebouwd. r 4? Adviesbureau RBOI
46 48 Artikel 4 Natuur 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden; b. extensieve dagrecreatie. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds; d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen; f. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; g. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan Voorwaarde vooreen omgevingsvergunning De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast Adviesbureau RBOI
47 49 Artikel 5 Verkeer 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met ten hoogste 2x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water. 5.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m. Adviesbureau RBOI
48 50 Artikel 6 Verkeer - Rijksweg 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Rijksweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een (ondergronds gelegen) autosnelweg met ten hoogste 2x 3 alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden; doorgaande rijstroken, b. groenvoorzieningen; c. water; d. verblijfsgebieden; e. extensieve recreatie; f. nutsvoorzieningen; g. reclame-uitingen; h. streekstation met bijbehorend oplaadpunt voor elektrische auto's; i. een tijdelijk werkterrein ten behoeve van de aanleg van de A4 Delft-Schiedam als genoemd in het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam; j. ter plaatse van de aanduiding 'aquaduct': tevens een aquaduct; met daarbij behorende: k. kunstwerken, als (land)tunnels, overkluizingen, viaducten, bruggen en duikers; I. voorzieningen ten behoeve van: 1. het regelen, geleiden en bewegwijzeren van het (weg)verkeer, alsmede verlichting; 2. het weren van voorwerpen die de veiligheid van het (weg)verkeer in gevaar kunnen brengen en het beveiligen van het (weg)verkeer; 3. het onderhoud van de weg, alsmede dienstwegen; m. geluidswerende voorzieningen; n. taluds en bermen; o. waterhuishoudkundige voorzieningen. 6.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen dienstgebouwen worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een dienstgebouw bedraagt ten hoogste 4 m; c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 10 m Adviesbureau RBOI
49 51 Artikel 7 Leiding - Gas 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 30 inch en een druk van ten hoogste 66,2 bar. 7.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 7.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 7.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten. 7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d. het indrijven van voorwerpen in de bodem; e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 7.3 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan. Adviesbureau RBOI
50 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. 7.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Leiding - bestemming geheel of gedeeltelijk: Gas' wijzigen door de a. te verwijderen, indien ter plaatse de leiding is komen te vervallen; b. te verschuiven indien dit vereist is ten gevolge van de aanleg van het tracé als omschreven in het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam, onder voorwaarde dat het groepsrisico als bedoeld in het Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt verantwoord Adviesbureau RBOI
51 53 Artikel 8 Leiding - Hoogspanningsverbinding 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor: a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kv; b. een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 380 kv. 8.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bouwhoogte niet wordt vergroot. 8.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de hoogspanningsverbihding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van hoog opgroeiende beplantingen en bomen; b. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 8.3 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan Voorwaarden vooreen omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het belang van de hoogspanningsverbinding(en) daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Adviesbureau RBOI
52 54 Artikel 9 Leiding - Leidingstrook 9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor: a. een C0 2 -Ieiding met een diameter van ten hoogste 25,96 inch en een druk van ten hoogste 22 bar; b. een olieleiding met een diameter van ten hoogste 7,99 inch en een druk van ten hoogste 95 bar; c. een brandstofleiding met een diameter van ten hoogste 12,75 inch en een druk van ten hoogste 80 bar. 9.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd> indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 9.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. 9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; d. het indrijven van voorwerpen in de bodem; e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren Adviesbureau RBOI
53 Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van lid is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 9.2 bedoeld; b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan Voorwaarden voor een omgevingsvergunning De werken en werkzaamheden, zoals in lid bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Adviesbureau RBOI
54 Adviesbureau RBOI
55 57 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 10 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Adviesbureau RBOI
56 58 Artikel 11 Algemene afwijkingsregels Maten en bouwgrenzen Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een.omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken Adviesbureau RBOI
57 59 Artikel 12 Algemene wijzigingsregels Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Adviesbureau RBOI
58 60 Artikel 13 Overige regels Werking wettelijke regelingen De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan Adviesbureau RBOI
59 61 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 14 Overgangsrecht 14.1 Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen ofte laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten ofte laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Adviesbureau RBOI
60 62 Artikel 15 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan A4 Midden-Delfland' V Adviesbureau RBOI
61 1 V-RW ItT 5g Cf ^ "fe L T Plangrens Plangrens Enkelbestemmingen L! AgrarisCTi Natuur ] verkeer M M Verkeer - Rijksweg X'. Dubbelbestemmmgen i L-G Leiding Gas V 3 L-i Leiding - Leidingstrook! L-HV Leiding Hoogspanningsvertjinding Functieaanduidingen :' _5jT 1 aquaduct (sa-tw) specifieke vorm van agranscti tijdelijk werkterrein Verklaringen X ^ Ondergrond topografie ii V-RW L-HV I 1 >oii ) i 1 I C3 1 i ^ X X - Blad 2 Schipluiden sa s i 1 L \ Blad 3 - V \ 81 \\\ \ cx... Midden-De f and A4 Midden-Delfland rworapl identificatie planstatus tekening KtefirmrarJecode ML.IMRO bpA4MD12-wi concept '-:,-t --; profactnufrwne voorontwerp ontwerp bladnummer aantal blader -IJ postbus vastgestelc :.IÜ,.i- : AD Rotterdam info@rboi.nl C.T.Ptoeoer wwwjulri getekend hg R. DurdK
62 - Plangrens Plangrens Enkelbestemmingen Agrarisch r. Natuur verkeer V-KV.' Verkeer - Riiksweq Dubbelbestemmingen r u i Leiding Gas L-rlV Leiding Hooqspanningsverbinding Leiding - Leidingstrook Functieaanduidingen :' "(aq)' ' \ aquaduct [ (sfjw) ] specifieke vorm van agrarisch ti deli k werkterrein Verklaringen Ondergrond - topografie V-RW Blad strj.j 6D 1 \\ l'.., i \\ Schipluiden Blad 2" \\\\3) X ^ V 0 C K E S WW V * _ 3 Blad 3 B M 1 \ V-RW \ \ \ \ \ \ H'lric'-nlc Midden-Demand MMemntogspta A4 Midden-Delfland rtoordcfl identificatie planstatus tekening ktortfhcafecode MJMRO bpMM 12-vcO' concept VOOrOntWero w*»iumm«prolmnummer ontwerp l.ln'.il! l.lit." V _ V-RW \ B i vastgesteld l :ï-,t]il.'; 1'lt! 3000 AD Rotterdam info@rboi.nl t v :,r -.- ammurn - C.T. Ploeg» Ing R. DurvBe
63 (Lp -. --X-iw*v Lircm Abtswoud SchipluidenX^N V 1 M O C K E S tegenhuuerv..s<\ \\\ \ \ \ \ >ter' i \\\\V\\\\v i tl n Anna! M \ \ M M r \ \ \ \ % '. i-a. «.V tuftsoorrl \ VVS (><A^-uiiV > h<«a'-:,.\\'-\ \ O. \, *f\ \A\ \ \ (sa-lw) (sa-tw) Plangrens Plangrens Enkelbestemmingen Agrarisch Natuur Verkeer V-R W Verkeer Rijksweg Dubbelbestemmingen L-G Leiding - Gas L-HV L-L Leiding Hoogspanningsverbinding Leiding Leidingstrook gemeente Midden-Delfland A bestemmingsplan A4 Midden-Delfland identificatie planstatus tekening identificatiecode datum status schaal : 1:2500 noordpijl Functieaanduidingen NLIMRO.1842.bpA4MD12-vo concept afmeting : A1 (aq) aquaduct voorontwerp bladnummer : 3 (sa-tw) specifieke vorm van agrarisch - tijdelijk werkterrein projectnummer ontwerp aantal bladen : vastgesteld bestand : OWBG-BPL Verklaringen Ondergrond topografie fc j RBOT postbus AD Rotterdam info@rboi.nl referte getekend : mw mr C.T. Ploeger : ing R. Durville
Midden-Delfland. 4 e Partiële herziening uitwerkingsplan Harnaschpolder-Noord, fase 1. uitwerkingsplan. 31-01-2012 concept voorontwerp
Midden-Delfland 4 e Partiële herziening uitwerkingsplan Harnaschpolder-Noord, fase 1 uitwerkingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 31-01-2012 concept voorontwerp projectnummer:
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel
Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied
Nadere informatieNOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT
NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode
Nadere informatieDuinkampen 23 te Paterswolde
Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken
Nadere informatieBijlage 5 Wateradvies Wetterskip
vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886
Nadere informatieBlad 2. Beoordeling verzoek
Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24
Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk
Nadere informatieWIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld
WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4
Nadere informatieWIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld
WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3
Nadere informatieOEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief
Nadere informatieBijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel
Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder
Nadere informatieHet waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.
Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven
Nadere informatieinpassing A4 in Midden-Delfland
inpassing A4 in Midden-Delfland 23-06-2006 Schipluiden Delft Vlaardingen Schiedam oost-west lijnen: dragers landschappelijke structuur ontbrekende schakel in A4 noord-zuid lijnen: verbindingen kruithuisweg
Nadere informatieZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail: info@rboi.nl Zoetermeer Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE
Nadere informatieVerlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen
Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde
Nadere informatieBestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing
vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud
Nadere informatieFormat Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE
Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste
Nadere informatieOEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING
OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 4 4 2016 definitief
Nadere informatieBouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging
Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,
Nadere informatieReactienota. Voorontwerp-bestemmingsplan Park A4. Gemeentelijke reactie op opmerkingen uit het bestuurlijk vooroverleg.
gemeente Schiedam domein Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ontwikkeling & Beleid Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadskantoor Stadserf 1 3112 DZ Schiedam T 14 010 W www.schiedam.nl Reactienota Voorontwerp-bestemmingsplan
Nadere informatieGasthuisbergweg 18 te Wijchen
Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73
Nadere informatieBijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011
Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren,
Nadere informatieToelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos
Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging
Nadere informatieToelichting 3. Regels 9
Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 4 Hoofdstuk 3 Kostenverhaal 5 Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen 6 Hoofdstuk 5 Procedure 8 Regels 9 Hoofdstuk 1 Inleidende
Nadere informatieREGELS Inhoudsopgave
REGELS Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS 3 Artikel 3 Groen 3 Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 5 Leiding
Nadere informatieIn de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.
Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan
Nadere informatieMidden-Delfland. Hoornse Kade. nota inspraak en overleg ir. L. Snel. projectleider:
Midden-Delfland Hoornse Kade nota inspraak en overleg projectnummer: datum: 221507.17016.00 10-07-2013 projectleider: ir. L. Snel Inhoud van de nota 1. Inleiding 3 2. Overlegreacties 5 2.1. Provincie
Nadere informatieMoerdijk. Woonwijken Zevenbergen. nota zienswijzen 170900.13925.00 08-02-2012. drs. W. Kraaijeveld. auteur(s):
Moerdijk Woonwijken Zevenbergen nota zienswijzen identificatie planstatus projectnummer: datum: 170900.13925.00 08-02-2012 projectleider: opdrachtgever: mw. mr. C.T. Ploeger gemeente Moerdijk auteur(s):
Nadere informatieWatertoets De Cuyp, Enkhuizen
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer
Nadere informatiebestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord
bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro
Nadere informatiebestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel
bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk
Nadere informatieBestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)
Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting
Nadere informatieRUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving
Nadere informatieGemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg
Gemeente / Leusden Bestemmingsplan / Maanweg 2009 Wijziging Gasleiding Arnhemseweg Bestemmingsplan Maanweg 2009 - Wijziging Gasleiding Arnhemseweg procedure datum ontwerp 23 mei 2013 vastgesteld 20 augustus
Nadere informatieE u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d
B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten
Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg
Nadere informatieNOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015
NOTITIE WATER Project Plaats Sliedrecht Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015 Aanleiding Het voornemen is om op een braakliggend
Nadere informatieOpgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel
Nadere informatieVigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen
B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid
Nadere informatieRUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk
Nadere informatieZeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN
Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-VS01
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 561 Tracé A4 Delft Schiedam Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE
NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Gemeente Nederweert Projectnummer : NDW-041-01 Projectomschrijving : Carpoolplaats Nederweert Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 13 juli
Nadere informatieZeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN
Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-OW01
Nadere informatieProjectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag
Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree
Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel
Nadere informatieVerslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek
gemeente Roermond Verslag inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerreinzone Roerstreek februari 2013 Het voorontwerp bestemmingsplan 'Bedrijventerreinzone Roerstreel
Nadere informatieBurg. J.G. Legroweg 98 te Eelde
Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met
Nadere informatieToetsing waterhuishouding
Toetsing waterhuishouding Bedrijventerrein Hattemerbroek - deelgebied Hattem Quickscan waterhuishouding - nieuwe stedenbouwkundige opzet Ontwikkelingsmaatschappij Hattemerbroek B.V. december 2009 concept
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt
Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg
Nadere informatieBeheersverordening Kornputkwartier
Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland
Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer
Nadere informatieNotitie. Milieu Drielanden-West
Notitie Contactpersoon Martijn Gerritsen Datum 20 januari 2011 Kenmerk N001-4748116EMG-evp-V01-NL Inleiding Deze notitie beschrijft de wijze waarop milieu onderdeel uit kan maken van de nota van uitgangspunten
Nadere informatieMoerdijk. Woonwijken Zevenbergen. nota zienswijzen 170900.13925.00 08-02-2012. drs. W. Kraaijeveld. auteur(s):
Moerdijk Woonwijken Zevenbergen nota zienswijzen identificatie planstatus projectnummer: datum: 170900.13925.00 08-02-2012 projectleider: opdrachtgever: mw. mr. C.T. Ploeger gemeente Moerdijk auteur(s):
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren
Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:
Nadere informatieNota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o.
Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o. Gemeente Leiderdorp Datum: 05 maart 2010 Projectnummer: 80277 ID: NL.IMRO.0547.BPschansen-ON01 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Inspraakreacties 4 3 Overleg
Nadere informatieBestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D
Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer
Nadere informatie: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)
ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie
Nadere informatiedatum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build
datum 15-12-2014 dossiercode 20141215-12-10114 Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build Geachte heer/mevrouw Jaap Swan, Voor het plan Wijzigingsplan
Nadere informatieBijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting
Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a
Nadere informatieTOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en
Nadere informatie1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen
Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De
Nadere informatieNotitie. 1 Aanleiding
Notitie Datum Kenmerk 7 november 2011 PN 279972 Betreft Waterparagraaf horecagelegenheid langs de A44, gemeente Teylingen Status: definitief 1 Aanleiding In de gemeente Teylingen wordt een nieuw station
Nadere informatieCOMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND
COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand
Nadere informatieZoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.
Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein
Nadere informatieThematische herziening archeologie
Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2
Nadere informatieOntwerp Wijzigingsplan. Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland
Ontwerp Wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp wijzigingsplan Kardinaal de Jongweg 9 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan
Nadere informatieGemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer
Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse
Nadere informatieWestvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief
Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:
Nadere informatie15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14
15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing
Ruimtelijke onderbouwing Handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening Indien een aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan kan door het college van Burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning
Nadere informatieDorpsgebied Oostvoorne 1 e herziening. bestemmingsplan
Dorpsgebied Oostvoorne 1 e herziening bestemmingsplan Westvoorne Dorpsgebied Oostvoorne 1 e herziening bestemmingsplan Planstatus datum status september 2014 ambtelijk concept oktober 2014 voorontwerp
Nadere informatieRuimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)
Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning
Nadere informatieTracébesluit A4 Vlietland - N14
Tracébesluit A4 Vlietland - N14 I Besluit Vastgesteld op: De Minister van Infrastructuur en Milieu mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Pagina 1 van 7 Pagina 2 van 7 I Besluit Inhoud 1 Tracébesluit 4 Artikel
Nadere informatieMiddelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan
Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:
Nadere informatieNotitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:
Notitie Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: 351929 Referentienummer: SWNL-351929 Datum: 04-08-2017 1 Inleiding De Linden Groep is voornemens het Looiersplein in Purmerend te her ontwikkelen.
Nadere informatieAdvies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)
Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel
Nadere informatiememo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn
memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg
Nadere informatieWijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01
Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen
Nadere informatieNota Overleg bestemmingsplan Oosterhage voormalige NAMlocatie
Nota Overleg bestemmingsplan Oosterhage voormalige NAMlocatie Gemeente Zoetermeer 16-9-2010 1 Overlegreacties In het kader van artikel 3.1.1 Bro is ruimtelijk relevante informatie inzake het voorgenomen
Nadere informatieVormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente
Nadere informatieFlessenhalzen A4 en A12
Flessenhalzen A4 en A12 Doel De regio s Amsterdam-Den Haag/Rotterdam-Utrecht beter met elkaar te verbinden en de doorstroming op de A4 en de A12 te verhogen via de aanleg van extra rijstroken op die delen
Nadere informatieVERKEER EN VERVOER. Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST
VERKEER EN VERVOER Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST VERKEER EN VERVOER Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem
Nadere informatieLandelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2
Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied
Nadere informatie2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water
WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a
Nadere informatieToelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk
Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten
Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:
Nadere informatieHet nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.
NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum
Nadere informatieParapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D
Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting
Nadere informatieGoedereede. Oudeland en Oude Nieuwland nota Inspraak en Overleg
Goedereede Oudeland en Oude Nieuwland 2012 nota Inspraak en Overleg identificatie planstatus projectnummer: datum: 051100.16590.00 05-11-2012 projectleider: opdrachtgever: mw. drs. J. Zevenbergen gemeente
Nadere informatieStedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.
Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag
Nadere informatieWATERVERGUNNING D /
WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 december 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Van Omme &
Nadere informatieVASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel
VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel Ontwerp: 14 februari 2013 Inzage: 6 weken start: 22 februari 2013 einde: 4 april 2013 Vastgesteld: 23 april 2013
Nadere informatieToelichting Beheersverordening Spoorzone Naarden
Toelichting Beheersverordening Spoorzone Naarden Conform artikel 3.38 Wet ruimtelijke ordening (Wro) Definitief Gemeente Naarden Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 10 oktober 2013 Verantwoording Titel :
Nadere informatieRUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een
Nadere informatieIn deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.
Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.
Nadere informatieBeheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke
Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013 Gemeente Asten status: vast te stellen datum: 7 augustus 2013 projectnummer: 202080R.2013 adviseur: Jke Image 2013 Aerodata International Surveys INHOUD
Nadere informatieBESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN
Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing
Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.
Nadere informatie