FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: twee Datum: 27 mei 2009

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: twee Datum: 27 mei 2009 Gegevens onderneming : Garage van Strien B.V. (h.o.d.n. Autobedrijf Van Strien), gevestigd te Goes aan de Pearyweg Faillissementsnummer : F 2009 / 10 Datum uitspraak : 30 januari 2009 Curator : mr. S.M.W.L. van Boven Rechter-commissaris : mr. N. van der Ploeg-Hogervorst Activiteiten onderneming : garagebedrijf (verkoop en reparatie) met dealerschap van Volkswagen en Audi Omzetgegevens : netto-omzet : , : , : ,-- Personeel gem. aantal : 42 Verslagperiode : 20 februari 2009 t/m 20 mei 2009 Bestede uren in verslagperiode : mr. S.M.W.L. van Boven: 43 uur en 18 minuten : mr. B.F.C. van de Weijgert: 103 uur en 36 minuten Bestede uren Totaal : mr. S.M.W.L. van Boven: 88 uur en 42 minuten : mr. B.F.C. van de Weijgert: 154 uur en 48 minuten 1. Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie 1.2 Winst en verlies Zie eerste verslag 1.3 Balanstotaal Zie eerste verslag 1

2 1.4 Lopende procedures De bestuurder van de failliete vennootschap heeft informatie verschaft over de nog lopende incassoprocedures tegen bepaalde debiteuren. De curator onderzoekt of deze vorderingen zijn verpand aan de huisbankier (de Rabobank). De curator betwist in ieder geval dat een gedeelte van de vorderingen rechtsgeldig is verpand aan de bank (zie 4.1). Wanneer (een gedeelte van) de vorderingen wel rechtsgeldig (is) / zijn verpand aan de bank, zal de curator de bank een termijn stellen waarbinnen zij haar pandrecht kan uitoefenen. Wanneer de bank niet als pandhouder van de vorderingen aangemerkt kan worden, zal de curator zelf overgaan tot inning van de vorderingen. 1.5 Verzekeringen De curator heeft de bestuurder van de failliete vennootschap verzocht om een overzicht van verzekeringen. Via de bank is een dergelijk overzicht ontvangen. De meeste verzekeringen waren reeds geroyeerd. Inmiddels zijn alle lopende verzekeringen die bekend zijn bij de curator opgezegd. 1.6 Huur Uit het huurcontract van de bedrijfsruimte aan de Pearyweg te Goes volgt dat de failliete vennootschap niet als huurster kan worden aangemerkt. Volgens de bestuurder zou de failliete vennootschap de huurpenningen in het verleden hebben voldaan. De curator stelt zich echter op het standpunt dat hierdoor geen huurovereenkomst is ontstaan. 1.7 Oorzaak faillissement De directie van de failliete vennootschap heeft in de achterliggende verslagperiode aangegeven dat er weinig winstmarge bestond bij de verkoop van auto s. Door de kleine marges waren de vaste lasten in verhouding aanzienlijk en uiteindelijk niet meer op te brengen. Eerder had de directie tegenover de curator aangegeven dat de oorzaak van het faillissement niet zozeer gelegen was in de operationele resultaten van de failliete vennootschap. De curator maakt uit het voorgaande echter op dat ook tegenvallende marges die werden behaald, hebben bijgedragen aan de oorzaak van het faillissement. Zie voor de overige oorzaken het eerste faillissementsverslag. Het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement dient nog te worden afgerond. 2

3 2. Personeel 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving 3.2 Verkoopopbrengst 3.3 Hoogte hypotheek 3.4 Boedelbijdrage Geen. Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving De failliete vennootschap beschikte over een bedrijfsinventaris. Ten aanzien van een gedeelte van de bedrijfsinventaris heeft de bank door middel van een verhuurconstructie een vuistpandrecht bedongen. Ten aanzien van de overige bedrijfsinventaris was sprake van een bezitloos pandrecht. De curator heeft de verkoop van de zaken waarop een bezitloos pandrecht rustte, ter hand genomen. Dit betrof de inventaris van de Audi-showroom en enkele voorzieningen op het buitenterrein. De bank ontving intussen een bod op de gehele bedrijfsinventaris van ,--. De curator is met de bank overeengekomen dat de bank een bedrag van ,-- op de faillissementsrekening zal storten. Het bedrag van ,-- is gebaseerd op de getaxeerde waarden van de inventaris van de Audi-showroom en de voorzieningen op het buitenterrein. De curator heeft de bank op zijn beurt in staat gesteld de inventaris van de Audi-showroom en de voorzieningen op het buitenterrein onderhands aan de derde partij te verkopen. 3

4 3.6 Verkoopopbrengst ,-- (zie hiervoor). 3.7 Boedelbijdrage 3.8 Bodemvoorrecht fiscus Overleg met pandhouder bank, Troostwijk, gegadigden voor overname van de bedrijfsinventaris, correspondentie rechter-commissaris en bijkomende werkzaamheden. Voorraden / onderhanden werk 3.9 Beschrijving De bedrijfsvoorraad is verpand aan de bank. Zonder de curator daarvan in kennis te stellen heeft de pandhouder de voorraden verkocht aan een derde partij. De pandhouder stelt zich op het standpunt dat zij tot verkoop mocht overgaan. Zij beroept zich op een overeenkomst in de zin van artikel 3:251 lid 2 BW die zij voor het faillissement met de failliete vennootschap zou hebben gesloten. De curator stelt zich op het standpunt dat de pandhouder, na het uitspreken van het faillissement, zijn toestemming nodig had om tot onderhandse verkoop van de bedrijfsvoorraad over te gaan. De curator heeft de pandhouder aansprakelijk gesteld voor de eventuele schade die de gezamenlijke crediteuren en/of de boedel van de failliete vennootschap mochten lijden door de handelwijze van de pandhouder. De curator wil op korte termijn overleg voeren met de pandhouder om een regeling in deze kwestie te beproeven. Ten aanzien van het onderhanden werk diende volgens de directie nog circa ,-- te worden gefactureerd. In de achterliggende verslagperiode is gebleken dat de bestuurder van de failliete vennootschap een gedeelte van het onderhanden werk na de datum van het faillissement (en derhalve onbevoegd) heeft gefactureerd. Op de onbevoegd verstuurde facturen is aangegeven dat de openstaande bedragen op de rekening van de failliete vennootschap bij de Rabobank dienden te worden gestort. De bestuurder heeft in deze kwestie kennelijk zijn eigen belang vooropgesteld. Er is namelijk sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid tussen de 4

5 failliete vennootschap en aan haar gelieerde vennootschappen voor wat betreft de schuld aan de bank. De bestuurder heeft geen overzicht aan de curator kunnen verstrekken van de onbevoegd verstuurde facturen. Inmiddels heeft de bank fotokopieën van de onbevoegd verstuurde facturen aan de curator toegezonden. Het overige gedeelte van het onderhanden werk moet wellicht nog gefactureerd worden vanuit de boedel. Volgens de directie gaat het daarbij om kosten die gemaakt zijn door de failliete vennootschap voor het rijklaar maken van nieuwe auto s. Deze auto s zijn vervolgens niet door de failliete vennootschap, maar door een derde partij aan de betreffende kopers afgeleverd. Deze derde partij heeft mogelijk de kosten van het rijklaar maken van de auto s doorberekend aan de kopers. De curator doet hier onderzoek naar Verkoopopbrengst Zie Boedelbijdrage Correspondentie met de bank, benaderen mogelijke gegadigden, correspondentie rechter-commissaris, overleg directie, bestudering wet en jurisprudentie, bijkomende werkzaamheden. Andere activa 3.12 Beschrijving 3.13 Verkoopopbrengst Geen. 4. Debiteuren 4.1 Omvang debiteuren Diverse debiteuren van de failliete vennootschap hebben in de achterliggende verslagperiode contact gezocht met de curator. Het gaat daarbij vooral om debiteuren 5

6 aan wie onbevoegd facturen zijn verstuurd (zie 3.9). Sommige debiteuren betwisten de verschuldigdheid van de bedragen die op de facturen worden genoemd. Allereerst zal opheldering verkregen dienen te worden welke vorderingen wel rechtsgeldig zijn verpand en welke vorderingen niet rechtsgeldig zijn verpand. De bank stelt dat zij een pandrecht heeft bedongen op alle vorderingen van de failliete vennootschap. De curator betwist dat er voor wat betreft de laatste pandakte van 26 januari 2009 sprake is geweest van een rechtsgeldige verpanding. Deze laatste vervolgpandakte is namelijk krachtens volmacht van de failliete vennootschap getekend door de bank. De bank heeft tot nu toe echter geen volmacht aan de curator overgelegd. Wel heeft de pandhouder een vervolgpandakte overgelegd die is geregistreerd op 14 januari Mogelijk dat een gedeelte van de vorderingen van de failliete vennootschap derhalve niet rechtsgeldig is verpand zodat de boedel aanspraak kan maken op betaling van deze vorderingen. De curator voert hierover overleg met de bank. 4.2 Opbrengst 4.3 Boedelbijdrage Correspondentie diverse debiteuren, correspondentie bank, bestudering stukken. 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) 5.2 Leasecontracten Volgens de directie zijn, met uitzondering van drie leaseauto s, alle leaseauto s weer terug bij de rechthebbenden van de betreffende auto. In bepaalde gevallen hebben de leasemaatschappijen een regeling getroffen met de houder van de auto. In een aantal gevallen is gebleken dat een leaseauto door de failliete vennootschap is verkocht. De curator stelt zich op het standpunt dat dit in de eerste plaats een zaak is tussen de leasemaatschappij en de potentiële koper van de auto. 6

7 5.3 Beschrijving zekerheden 5.4 Separatistenpositie 5.5 Boedelbijdragen 5.6 Eigendomsvoorbehoud Aan een groot aantal personen heeft inmiddels uitlevering van zomerbanden plaatsgevonden. De curator heeft daartoe een aantal ophaaldagen georganiseerd. Nog lang niet alle eigenaars van de zomerbanden waren tot voor kort bekend bij de curator. Inmiddels heeft een derde partij in de bedrijfspanden waarin de failliete vennootschap gevestigd was, een Audi- en Volkswagengarage geopend. De curator verwijst de personen van wie zich nog zomerbanden bij Van Strien bevinden, naar deze derde partij door. Ook heeft een uitlevering van goederen plaatsgevonden van personen die een eigendomsvoorbehoud hadden bedongen. De leverancier van de onderdelen van de failliete vennootschap doet een beroep op een eigendomsvoorbehoud. In eerste instantie heeft de curator dit eigendomsvoorbehoud willen beoordelen. Hiervoor was nadere informatie van de betreffende leverancier nodig. Na een paar schriftelijke verzoeken daartoe heeft de leverancier deze informatie niet verstrekt. De curator heeft vervolgens op basis van de stukken die hij wel had, het eigendomsvoorbehoud afgewezen. Dit heeft hij kenbaar gemaakt aan de leverancier. Kort daarna werd de curator aangesproken door de advocaat van de leverancier die stelde dat wel degelijk een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud zou zijn bedongen en dat de geleverde onderdelen individualiseerbaar zijn. In de tussentijd zijn de onderdelen echter (onbevoegd) door de pandhouder verkocht aan een derde partij (zie 3.9). De curator ziet het niet als zijn taak om de onderdelen bij deze derde partij op te eisen. Wel zal de curator de opbrengst van verkochte onderdelen bij de bank opeisen. De bank is reeds voor haar handelwijze in deze kwestie door de curator aansprakelijk gesteld (zie eveneens 3.9). 5.7 Reclamerechten 7

8 5.8 Retentierechten Overleg met bank, bestudering juridische aspecten, correspondentie crediteuren, coördinatie uitlevering zomerbanden. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie / zekerheden 6.2 Financiële verslaglegging Geen. Doorstart 6.3 Beschrijving. 6.4 Verantwoording 6.5 Opbrengst 6.6 Boedelbijdrage Geen. 8

9 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht De curator heeft inmiddels de beschikking gekregen over een deel van de administratie van de failliete vennootschap. Een verdergaand onderzoek van de boekhouding dient nog plaats te vinden. 7.2 Depot jaarrekeningen 7.3 Goedk. Verkl. Accountant De jaarrekeningen 2005 en 2006 bevatten een goedkeurende accountantsverklaring. De jaarrekening over het jaar 2007 is nog niet definitief. Wellicht is ook over het jaar 2007 een goedkeurende accountantsverklaring vereist. De waarde van de activa volgens de (voorlopige) balans is in ieder geval meer dan ,--. Er is nog geen inzicht in de netto-omzet over het boekjaar. 7.4 Stortingsverpl. Aandelen Aan de verplichting tot volstorting van de aandelen is volgens de akte van oprichting voldaan. 7.5 Onbehoorlijk bestuur. In de achterliggende periode is naar voren gekomen dat er door de failliete vennootschap voertuigen zijn verkocht die niet in eigendom toebehoorden aan de failliete vennootschap. Onder meer deze omstandigheid geeft de curator aanleiding om een nauwgezet onderzoek in te stellen naar een eventuele aansprakelijkheid van het bestuur. 7.6 Paulianeus handelen Zie 7.5. Controle handelsregister, bestudering jaarrekeningen, bestudering administratie, overleg directie. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen 9

10 ./. Als bijlage 1 is aan dit verslag een crediteurenlijst gehecht. Tot nu toe zijn geen boedelvorderingen ingediend. Het UWV heeft de loonbetalingsverplichting van de failliete vennootschap overgenomen. Het UWV heeft nog geen boedelvordering ingediend. 8.2 Preferente vorderingen van de fiscus De Belastingdienst heeft tot nu toe preferente vorderingen ingediend tot een bedrag van ,--. Een klein gedeelte van deze vordering heeft betrekking op de motorrijtuigenbelasting. In de achterliggende periode is overleg gevoerd met de Belastingdienst op dit punt. Gebleken is dat er na de datum faillissement nog een groot aantal voertuigen op naam van de failliete vennootschap geregistreerd stond. De curator ontving in de achterliggende periode de aanslagen motorrijtuigenbelasting. De Belastingdienst heeft erkend dat de motorrijtuigenbelasting voor na de periode van de faillissementsdatum in ieder geval geen boedelschuld is. De Belastingdienst heeft voorts aangegeven dat zij uiteindelijk geen vordering ter zake de motorrijtuigenbelasting zal indienen omdat dit nogal wat administratieve rompslomp met zich meebrengt en het een relatief klein bedrag is op de totale (preferente) vordering van de Belastingdienst. Uit praktische overwegingen heeft de curator op de lijst van voorlopige erkende schuldvorderingen de bedragen ter zake de motorrijtuigenbelasting wel opgenomen, maar daarbij de aantekening PM geplaatst. 8.3 Preferente vorderingen van het UWV. Door het UWV zijn nog geen preferente vorderingen ingediend. 8.4 Andere preferente crediteuren Vier voormalig werknemers maken aanspraak op het voorrecht in de zin van artikel 3:288 sub e BW. De totale som van deze vorderingen bedraagt ,82. Ook is door een pensioenfonds een preferente vordering ingediend voor een bedrag van De curator onderzoekt in hoeverre deze vordering daadwerkelijk als preferent aan te merken valt. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Tot nu toe zijn door 112 concurrente crediteuren vorderingen ingediend. 8.6 Bedrag concurrente crediteuren ,47 10

11 ./. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Tot nu toe is een actief gerealiseerd van ,89 (bijlage 2). Mogelijk neemt het actief nog verder toe wanneer mocht blijken dat bepaalde vorderingen niet rechtsgeldig zijn verpand, zodat de curator deze vorderingen kan incasseren. Ook bestaat de mogelijkheid dat het actief nog toeneemt wanneer blijkt dat er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Uitvoerige correspondentie crediteuren, crediteurenadministratie, overleg Belastingdienst. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faillissement Onbekend. 9.2 Plan van aanpak In de komende verslagperiode zal onder meer aandacht moeten worden gegeven aan de volgende zaken: - overleg met de bank met betrekking tot de al dan niet rechtsgeldig verpande vorderingen; - nader onderzoek administratie en onbehoorlijk bestuur, alsmede paulianeuze handelingen. 9.3 Indiening volgend verslag Over circa drie maanden. Opstellen verslag en bijkomende werkzaamheden. Middelburg, 27 mei 2009 S.M.W.L. van Boven curator 11