DE AUDIOVISUELE SECTOR

Transcriptie

1 % DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS2014

2 mediarte.be, Sociaal Fonds voor de Audiovisuele sector & Fonds voor de filmproductie Landsroemlaan Brussel 02/

3 I. Inleiding... 3 II. Methodologie Afbakening van de audiovisuele sector... 4 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit Samenvatting De audiovisuele sector Werkgevers en werknemers per type van activiteit De werkgevers en werknemers per paritair comité Omvang van de ondernemingen Geografische verdeling van de werkgevers en werknemers IV. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector V. Het paritair comité Samenvatting De werkgevers van het PC Evolutie van de werkgevers Evolutie van de werknemers (VTE s) Aard van de ondernemingen (cluster) Omvang van de bedrijven Geografische spreiding De werknemers van PC Mannen / vrouwen Werkregime Leeftijdspiramide VI. Het paritair subcomité Samenvatting De werkgevers van het PSC Evolutie van de werkgevers Evolutie van de werknemers (VTE) Aard van de ondernemingen (cluster) Omvang van de ondernemingen Geografische verdeling De werknemers van PSC Mannen / vrouwen Werkregime Leeftijdspiramide VII. Het paritair subcomité exploitatie van bioscoopzalen VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector Samenvatting Evolutie van het aantal zelfstandigen Verdeling mannen / vrouwen Geografische verdeling Verdeling per type activiteit Verdeling per leeftijd IX. Uitzendkrachten in de audiovisuele sector Samenvatting Het inschakelen van uitzendkrachten Uitzendkrachten Bijlage 1 Conversietabel NACE- codes / Cluster Bijlage 2 Lijst van paritaire comités Bijlage 3 Infographic... 65

4 I. Inleiding mediarte.be is sinds 2008 actief als het Sociaal Fonds voor het PC 227, het paritair comité dat alle werkgevers in de audiovisuele sector overkoepelt en beheert sinds 2012 het sociaal fonds van PSC , het paritair comité voor de productie van langspeelfilms. Aangezien mediarte.be zich op die manier in de kern van de audiovisuele sector bevindt, is het essentieel dat we in staat zijn om de verschillende tendensen te herkennen en evoluties waar te nemen. Niet alleen wat betreft de arbeidsomstandigheden en de wet- en regelgeving die hiermee gepaard gaat, maar evenzeer de evoluties in het werkgevers- en werknemersbestand over de jaren heen. In 2013 realiseerde mediarte.be een eerste sectorfoto over de tewerkstelling en de opleidingsinspaningen in de audiovisuele sector voor de periode Ons bewust zijnde van de meerwaarde van dergelijk instrument, werd beslist om deze data te actualiseren voor de periode Deze sectorfoto verschaft een beeld van de evoluties van het werkgevers- en werknemersbestand dat enerzijds door mediarte.be kan gebruikt worden om zijn acties op af te stemmen, maar anderzijds door alle actoren uit de sector kan gebruikt worden om zich een beeld te vormen van deze sector en de evolutie van deze sector op te volgen. Voor de duidelijkheid is deze «Sectorfoto Arbeidsmarkt» opgebouwd uit verschillende delen. Het eerste deel is toegewijd aan de sector in zijn geheel (alle werkgevers die ressorteren onder PC 227 en PSC en alle werkgevers met een audiovisuele NACE- code inclusief de publieke omroepen). Het tweede deel handelt specifiek over het PC 227, PSC en PSC Vervolgens gaat het derde en laatste deel dieper in op de zelfstandigen die aan de hand van NACE- codes gelinkt zijn aan de audiovisuele sector. In functie van de analyse van de tendensen en van hetgeen ons relevant lijkt voor de sector, zijn we iets dieper ingegaan op een aantal aspecten: de evolutie van de werkgevers en werknemers, leeftijd, geslacht, geografische verdeling enz. We hebben zowel huidige aspecten geanalyseerd als evoluties. Om meer diepgang en duiding te creëren inzake de tabellen, hebben wij grafische elementen toegevoegd aan de analyse. De grafieken laten daarnaast een betere visualisering van de cijfers toe. De methodolodie werd goedgekeurd door een werkgroep samengesteld uit leden van het Beheerscomité van mediarte.be. Om de analyse en strikte interpretaties die daaruit voort vloeien te kaderen hebben we de analyse redelijk eenvoudig neergeschreven zodat er voor de lezer ook ruimte is voor eigen interpretatie. Vooraleer over te gaan tot de analyse en conclusies, volgen een aantal kanttekeningen met betrekking tot de database die in het achterhoofd gehouden dienen te worden I. Inleiding 3

5 II. Methodologie 1. Afbakening van de audiovisuele sector Hoe kunnen we de huidige audiovisuele sector definiëren? Deze sector evolueert dagelijks waardoor deze afbakenen niet evident is. Een algemene en rudimentaire definitie van deze sector zou kunnen zijn: «radio en televisie». Maar deze omschrijving houdt geen rekening met de complexiteit van de sector; de creatie en ontwikkeling, de productie en distributie van audiovisuele producten gebeurt de dag van vandaag op een geheel andere manier. Zo zijn er verschillende distributiekanalen met diverse distributiemethoden voor handen en zijn veranderende doelstellingen in functie van de verschillende doelgroepen gangbaar. De economische realiteit van de gaming- industrie is bijvoorbeeld heel verschillend van de productie van televisiereeksen. Om deze sectorfoto te kunnen realiseren heeft mediarte.be bijgevolg een kader gecreëerd waarin de verschillende audiovisuele activiteiten opgenomen worden. Dit kader wordt als volgt gedefinieerd: De audiovisuele sector behelst de ondernemingen die actief zijn in de verschillende stadia van de productie en distributie van inhoud geassocieerd met beeld en geluid voor de radio, televisie, bioscoop en het internet. We moeten dus verschillende branches in beschouwing nemen omdat niet alle werkgevers die we doorgaans klasseren onder de audiovisuele sector ressorteren onder het paritair comité 227. Er bestaat tevens een paritair comité voor de filmindustrie (303) dat 2 subcomités filmproductie en distributie door bioscopen bevat. Daarenboven wordt heel wat werk in de audiovisuele sector uitgeoefend door tijdelijke werkkrachten, deze werknemers ressorteren onder het PC 322. De regionale radio en televisiezenders op hun beurt behoren tot het PC 329 (socio- culturele sector). In de Belgische context mogen we uiteraard de publieke omroepen niet vergeten. Deze ressorteren niet onder een vast paritair comité, maar worden aangeduid door de code 999. De ondernemingen zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en ressorteren bijgevolg niet onder een paritair comité. Voor het gedeelte omtrent de zelfstandigen die werkzaam zijn in de audiovisuele sector, hebben we beroep gedaan op gegevens verzameld door het RSVZ, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Uiteindelijk hebben we ons gebaseerd op de klassering van de ondernemingen per NACE- code, «Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap», dewelke een gestandaardiseerde verdeling van de economische activiteit aanbiedt. Deze klassering volgens NACE- codes werd in 2003 en in 2008 herzien, enerzijds om het systeem beter af te stemmen op de Amerikaanse ISIC- codes en anderzijds om de structurele economische veranderingen bij te houden. De volgende paragraaf gaat dieper in op de aard van de data die gebruikt werd om deze studie te verwezenlijken. II. Methodologie 4

6 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 1. Samenvatting 4 werkgevers verzamelen 46% van de werknemers (VTE s 1 ): VRT, RTBF, Medialaan en RTL Belgium. De Belgische audiovisuele sector verzamelt (in het vierde semester van het jaar 2014) 871 werkgevers en voltijdse equivalenten (VTE s). Ondanks de forse groei van het aantal werknemers is het aantal voltijdse equivalenten licht gedaald (- 4%) tussen 2008 en De meerderheid van de werkgevers ressorteert onder het PC 227 met 503 werkgevers van een geheel van 871, wat 58% bedraagt. Dit terwijl het grootse deel van de VTE s (41%) werkzaam is in de publieke sector (deze valt niet onder een vast paritair comité en wordt aangeduid met de code 999). 41% van de werkgevers is actief binnen het cluster productie, maar vormt slechts 20% van de VTE. De ondernemingen die actief zijn als zender verzamelen samen 60% van de VTE s (65% in 2013), maar representeren slechts 13% van de ondernemingen. We stellen een vermindering (- 13%) vast tussen 2008 en 2014 van het aantal VTE s binnen het domein van de zenders, een verlies dat gecompenseerd wordt door het domein Web/Game dat hun aantal VTE s zag toenemen met 550%. 1 We herhalen hier even dat de term «effectief» betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 5

7 2. De audiovisuele sector Om de sector in zijn globaliteit te kunnen analyseren, hebben wij beroep gedaan op data van de RSZ gebaseerd op de NACE- codes van de audiovisuele sector en de paritaire comités 227 en (zie hieronder). Voor deze sectofoto hebben we onze selectie van nace- codes uitgebreid met als doel de sector nog beter te kunnen weergeven. Dit verklaart meteen waarom het aantal ondernemingen en werknemers opgenomen in deze sectorfoto fors is toegenomenen tegenover vorige edities. De NACE- codes die we in deze editie toevoegden, hebben betrekking op volgende activiteiten : : Uitgeverijen van computerspellen : Distributie van films en video- en televisieprogramma's : Vertoning van films : Maken van geluidsopnamen : Geluidsopnamestudio's : Uitgeverijen van muziekopnamen : Overige diensten in verband met het maken van gelduidsopnamen. Elk gegeven uit de databank representeert een werkgever per kwartaal. (Er zijn 28 kwartalen geanalyseerd, van 2008 tot Een werkgever waarvan de activiteit aanvangt voor 2008 en die noch veranderd is van Paritair Comité (PC) noch een faillissement heeft gekend, komt bijgevolg 28 keer voor). Wij hebben drie databanken samengesteld: een databank gebaseerd op de NACE- codes gewijd aan de audiovisuele sector (met name 59111, 59112, 59113, 59114, 59120, 60100, 60200), een tweede gebaseerd op meer uitgebreide NACE- codes (5821, 5913, 5914, 59201, 59202, 59203, 59209) 3 en een derde gebaseerd op alle werkgevers die ressorteren onder de paritaire comités 227 en We hebben in dit eerste deel de ondernemingen actief in de exploitatie van films niet opgenomen omdat de aard van het werk uitgevoerd door een groot deel van de werknemers afwijkt van de audiovisuele sector. Een groot aantal werknemers is actief als bediende of zaalmedewerker. Op het einde van deze sectorfoto is er een deel dat zich toespitst op de bioscoopsector. We hebben dit deel toegevoegd omdat we van mening zijn dat deze sector tevens aan bod moet komen in een analyse van de audiovisuele sector. De lijst gebruikt voor de analyse telt unieke gegevens voor de 7 geobserveerde jaren. In 2008 bevatte de audiovisuele sector zoals gedefinieerd volgens bovenvermelde criteria 716 werkgevers voor voltijdse equivalenten. In de loop der jaren is het aantal werkgevers beduidend gestegen om uiteindelijk 871 te bereiken in 2014, wat een stijging van bijna 22% (21,65%), betekent. Dit terwijl het aantal VTE s een kleine daling kent tijdens deze periode (- 3,58%). 2 De kwartalen worden aangeduid met een getal gebaseerd op het jaar waarnaar ze refereren. Het eerste kwartaal van 2008 wordt bijgevolg aangeduid met het nummer Het tweede kwartaal van 2008 is ; het derde enz. Als de aanduiding op jaarbasis gebeurt, gaat het dus steeds over het vierde kwartaal van het geanalyseerde jaar : Uitgeverijen van computerspellen, : Distributie van films en video- en televisieprogramma's : Vertoning van films : Maken van geluidsopnamen : Geluidsopnamestudio's : Uitgeverijen van muziekopnamen : Overige diensten in verband met het maken van gelduidsopnamen. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 6

8 Evolutie van aantal werkgevers en voltijdse equivalenten 4 Jaar Aantal werkgevers (WG) Evolutie in % per jaar Aantal voltijdse equivalenten (VTE s) Evolutie in % per jaar ,14% ,84% ,95% ,02% ,50% ,10% ,47% ,85% ,81% ,75% ,19% ,22% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 01 De evolutie van het aantal VTErs en de werkgevers is merkbaar. 20%% 15%% 10%% 5%% WG% VTE% 0%%!5%% 2008% 2009% 2010% 2011% 2012% 2013% 2014%!10%% Bron : RSZ van tot grafiek n 01 Nu het kader van deze analyse geschetst werd, gaan we in deze sectorfoto over tot analyse van de cijfers met als doel de belangrijkste tendensen weer te geven. 4 De term «effectief» heeft betrekking op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» drukt de som van de arbeidstijd uit. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 7

9 3. Werkgevers en werknemers per type van activiteit Elke werkgever heeft naargelang zijn hoofdactiviteit één of meerdere NACE- codes die aan hem zijn toebedeeld. In totaal zijn er ruim 61 verschillende NACE- codes die in de audiovisuele sector voorkomen. De werkgevers uit de sectoren die wij vertegenwoordigen zijn vooral actief in de NACE- codes opgenomen in onderstaande lijst. NACE CODE Omschrijving Vertegenwoordiging WG Vertegenwoordiging VTE s Productie van bioscoopfilms 7,67% 2,29% Productie van televisiefilms 4,47% 1,64% Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilms 22,35% 6,85% Productie van televisieprogramma s 10,45% 11,20% Activiteiten in verband met films en video- en televisieprogramma s na de productie 12,79% 3,81% Distributie van films en video- en televisieprogramma s 5,02% 2,95% Uitzenden van radioprogramma s 6,75% 2,83% Programmeren en uitzenden van televisieprogramma s 7,86% 60,93% Ontwerpen en programmeren van computerprogramma s 4,80% 1,04% Andere (samengesteld) 17,83% 6,46% Bron : RSZ van tot tabel n 02 We hebben deze 61 verschillende NACE- codes ingedeeld in 6 hoofdclusters om de analyse van de evolutie van de activiteit te vereenvoudigen: Productie: Deze cluster omvat alle bedrijven die audiovisuele content creëren hetzij voor de televisie, de bioscoop of voor het web. Facilitair: Deze groepeert alle facilitaire diensten; ondernemingen die technische middelen of personeel aanwenden voor de realisatie of distributie van content. Zender: Deze verzamelt alle televisiezenders, radiozenders en andere distributeurs van audiovisuele content. Web & Game 5 : Deze verzamelt alle ondernemingen die actief zijn op het gebied van web- applicaties en games. 6 Distributie: Bevat alle ondernemingen die actief zijn in de distributie van bioscoopfilms, video en televisieprogramma s. Andere : Deze groepeert alle ondernemingen van het PC 227 en PSC waarvan de NACE- code niet valt onder de audiovisuele codes. Vb. reclamebureaus, corporate video s Op basis van deze clusters kunnen we de verdeling van de werkgevers per activiteit analyseren. Als bijlage gaat de verdeling van de 61 NACE- codes (zie «Conversietabel NACE- codes / Clusters»). 5 Deze cluster is slechts recentelijk overgeheveld naar de audiovisuele sector, maar het lijkt ons opportuun om zijn komst mee op te nemen in de analyse. 6 Voor het ogenblik vallen slechts twee ondernemingen onder de NACE- code : Uitgeverijen van computerspellen. We hebben de bedrijven die actief zijn in het domein van de games, grafisch design en het ontwerpen van computerprogramma s in het cluster Games opgenomen. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 8

10 Verdeling van werkgevers en voltijdse equivalenten per cluster Cluster WG VTE Zender Productie Facilitair Web / Game Andere Totaal Bron: RSZ tabel n 03 Werkgevers VTE S 3%$ 2%$ 15%$ 6%$ 4%$ 13%$ Zender& Produc+e& Facilitair& 11%$ 4%$ Zender& Produc+e& Facilitair& 20%$ 41%$ Web&/&Game& Distribu+e& Andere& 20%$ 60%$ Web&/&Game& Distribu+e& Andere& Bron: RSZ Werkgevers grafiek n 02 Bron: RSZ VTE grafiek n 03 Als we de evolutie van het aantal bedrijven in 2008 bekijken, kunnen we concluderen dat de bedrijven actief in het domein van het Web en de Games (+115), en de categorie Andere (+28) de belangrijkste groei hebben doorgemaakt. Er is sprake van een cumulatieve groei (+143) die de vermindering van het aantal werkgevers in de andere clusters inhaalt aangezien de totale vermeerdering in 2014 bestaat uit 155 werkgevers tegenover 2008 (dit betekent een vermeerdering van 51,65%). Evolutie van werkgevers per cluster cijfers Cluster Zender Productie Facilitair Web / Game Distributie Andere Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 04 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 9

11 Evolutie van werkgevers per cluster percentages Cluster Zender 16,76% 16,18% 16,01% 15,36% 14,05% 13,04% 12,51% Productie 48,88% 46,44% 45,96% 46,63% 45,19% 43,24% 41,22% Facilitair 22,91% 23,71% 23,80% 22,51% 22,41% 21,38% 20,44% Web / Game 2,23% 3,49% 3,56% 4,99% 7,85% 12,20% 15,04% Distributie 5,31% 5,72% 5,61% 5,26% 4,81% 4,35% 4,36% Andere 3,91% 4,46% 5,06% 5,26% 5,70% 5,80% 6,43% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 05 De relatieve stabiliteit van de zenders heeft te maken met het feit dat de traditionele distributiemethoden (ether, kabel, enz.) van radio en televisie weinig geëvolueerd zijn omdat deze van overheidswege gestructureerd worden. Dit terwijl de operatoren van de nieuwe distributiemethoden (digitaal, internet enz.) zoals Netflix ofwel buitenlandse zenders zijn (die niet verschijnen in de lijst van de RSZ), ofwel organisaties zijn waarvan de hoofdactiviteit eerder onder de clusters Productie, Facilitair of Web/Game valt. 400" 350" 300" 250" 200" 150" 100" 50" Zender" Produc3e" Facilitair" Web"/"Game" Distribu3e" Andere" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ van tot grafiek n 04 Inzake de VTE s merken we eenzelfde evolutie op. Evolutie van voltijdse equivalenten per cluster cijfers Cluster Zender Productie Facilitair Web / Game Distributie Andere Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134,20144 tabel n 06 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 10

12 Evolutie van voltijdse equivalenten per cluster percentages Cluster Zender 66,81% 66,56% 64,61% 64,61% 62,75% 61,56% 60,15% Productie 19,09% 18,92% 20,61% 20,47% 21,03% 20,45% 19,61% Facilitair 9,34% 10,22% 9,95% 9,81% 10,51% 10,66% 10,88% Web / Game 0,63% 0,71% 0,72% 1,13% 1,61% 3,16% 4,26% Distributie 2,55% 2,84% 3,08% 3,05% 3,00% 3,10% 3,09% Andere 1,58% 0,75% 1,05% 0,93% 1,10% 1,08% 2,01% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134,20144 tabel n 07 De cluster «Zender» verzamelt het merendeel van de werknemers, maar kent tussen 2008 en 2014 de grootste afname van het aantal VTE s ( of - 13%). Deze verliezen worden echter relatief gecompenseerd met de toename van het aantal werknemers in de het cluster Web/Game, +395, of +549%. De explosie van de nieuwe platformen die content aanbieden, zoals Netflix, vraagt om reflectie. De toename van deze platformen laat zich vooral voelen in een vermindering van het aantal werknemers in de cluster «Zender». Zoals reeds toegelicht, zal er verder in deze analyse niet dieper ingegaan worden op deze platformen gezien deze nieuwe distributieplatformen (digitaal, internet, enz.) ofwel buitenlandse zenders (die niet verschijnen in de lijst van de RSZ), ofwel organisaties waarvan de hoofdactiviteit eerder onder de clusters Productie, Facilitair of Web/Game valt, zijn " 7.000" 6.000" 5.000" 4.000" 3.000" 2.000" 1.000" Zender" Produc6e" Facilitair" Web"/"Game" Distribu6e" Andere" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ van tot grafiek n 05 Als we de recentste gegevens met betrekking tot de cluster Web/Game bekijken, zien we dat deze cluster een constante progressie kent. De benaming Web/Game heeft hoofdzakelijk betrekking op ondernemingen die actief bezig zijn met het programmeren van computerprogramma s. Deze ondernemingen bieden diensten aan in verband met de ontwikkeling van computerprogramma s, elektronische games en grafische design en zijn nog niet veel vertegenwoordigd. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 11

13 Er zijn 12 verschillende NACE- codes voor dit cluster. Zie hieronder de lijst met een omschrijving van deze codes: NACE CODE Omschrijving Ontwerpen en programmeren van Web computerprogramma s Overige diensten op het gebied van Web informatietechnologie en computer Web- portalen Web Activiteiten van grafische designers Game Overige uitgeverijen van software Game Gegevensverwerking, web- hosting en aanverwante Web activiteiten Overige fotografische activiteiten Game Computerconsultancy- activiteiten Web Beheer van computerfaciliteiten Web Overige activiteiten van gespecialiseerde designers Game Uitgeverijen van computerspellen Game Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134,20144 tabel n 08 Representativiteit van werkgevers en voltijdse equivalenten van het cluster Web/Game NACE CODE Omschrijving WG VTE s Uitgeverijen van computerspellen 2 1, Overige uitgeverijen van software Ontwerpen en programmeren van computerprogramma s , Computerconsultancy- activiteiten 3 9, Beheer van computerfaciliteiten 1 0, Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer 3 15, Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten 7 38, Webportalen 8 39, Activiteiten van grafische designers 9 24,23 Totaal ,71 Bron : RSZ WG & VTE 12 grafiek n 09 Werkgevers VTE s 10%$ 7%# Game% Web% Game% Web% 90%$ 93%# Bron : RSZ Werkgevers grafiek n 06 Bron : RSZ VTE grafiek n 07 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 12

14 4. De werkgevers en werknemers per paritair comité Er zijn in de private audiovisuele sector twee paritaire comités van kracht, enerzijds met betrekking tot het audiovisuele (227) en anderzijds inzake de film (303). Daarnaast is er een subcomité dat voornamelijk toegeschreven is aan de langspeelfilm. Het beheer van de sociale fondsen gelinkt aan het PC 227 en het PSC is toevertrouwd aan mediarte.be. Dit is meteen ook de reden waarom er in deze sectorfoto een volledig hoofdstuk toegewijd is aan elk van deze twee paritaire comités. In dit hoofdstuk worden de verschillende paritaire comités die betrekking hebben op de audiovisuele sector als een geheel beschouwd. Een belangrijke nuancering waar de aandacht op gevestigd dient te worden: de publieke zenders RTBF en VRT ressorteren niet onder een vast paritaire comité, maar worden aangeduid door de code 999. Wij nemen beide operatoren mee in onze analyse daar hun aanwezigheid van belang is. Op basis van een selectie van de NACE- codes kunnen we vaststellen dat er 29 7 verschillende comités of subcomités betrokken zijn: 100, 111, 114, 116, 130, 139, , 200, 201, 207, 209, 218, 226, 227, 302, 303, , , , 304, 314, 323, 335, 337, 339, , , en 999. Alle werkgevers zijn verdeeld over deze verschillende paritaire comités. Vier comités vertegenwoordigen de meeste werkgevers in de brede audivisuele sector. 227 paritaire comités voor de audiovisuele sector paritair subcomité voor de productie van films 329 paritair subcomité voor de socio- culturele sector (NVDR: Voor deze sectorfoto worden onder dit PC de PSC , en verzameld) 999 Publieke sector De andere paritaire comités en subcomités worden verzameld onder de noemer Andere Evolutie van de werkgevers per paritair comité cijfers PC Omschrijving Audiovisueel Filmproductie Socio- cultureel Publieke sector Andere Andere Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 10 Evolutie van de werkgevers per paritair comité percentages PC Omschrijving Audiovisueel 37,99% 44,77% 46,51% 49,60% 52,41% 55,80% 57,75% Filmproductie 18,44% 12,83% 12,72% 12,13% 10,89% 11,23% 10,91% 329 Socio- cultureel 9,78% 10,04% 9,71% 9,70% 8,86% 8,09% 7,92% 999 Publieke sector 2,51% 2,09% 2,19% 2,02% 1,90% 1,69% 1,49% Andere Andere 31,28% 30,26% 28,86% 26,55% 25,95% 23,19% 21,93% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 11 7 De complete lijst van bevoegdheidsgebieden per paritair comité kan je via deze link raadplegen: III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 13

15 Evolutie van de voltijdse equivalenten per paritair comité cijfers PC Omschrijving Audiovisueel Filmproductie Socio- cultureel Publieke sector Andere Andere Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 12 Evolutie van de voltijdse equivalenten per paritair comité percentages PC Omschrijving Audiovisueel 30,42% 33,50% 34,85% 36,62% 37,20% 37,76% 38,97% Filmproductie 6,33% 3,19% 3,51% 3,50% 3,87% 4,13% 3,39% 329 Socio- cultureel 5,28% 5,47% 5,43% 5,73% 5,58% 5,54% 5,99% 999 Publieke sector 45,51% 45,35% 43,31% 42,82% 41,96% 42,07% 40,80% Andere Andere 12,45% 12,49% 12,90% 11,33% 11,39% 10,49% 10,85% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, tabel n 13 Als we het geheel van de activiteiten bekijken, kunnen we vaststellen dat het PC 227 het grootst aantal werkgevers bevat. Het aantal voltijdse equivalenten is het grootst binnen de publieke zenders " 600" 5.000" 500" 4.000" 3.000" 227" 329" 999" 400" 300" 227" 329" 999" 2.000" 1.000" " Andere" 200" 100" " Andere" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124, 20134, WG grafiek n 08 - VTE grafiek n 09 De groei op het niveau van de werkgevers is hoofdzakelijk aangezet door het PC 227, terwijl het PSC een zware daling heeft gekend in Dit wordt verklaard door het reclasseringswerk van de ondernemingen richting PC 227 waarvan de hoofdactiviteit een audiovisueel karakter heeft uitgevoerd door mediarte.be. De socioculturele sector karakteriseert zich door een zekere stabiliteit. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 14

16 We bekeken vervolgens de verdeling per cluster voor het jaar De relatie tussen het aantal VTE s en het aantal werkgevers is van cluster tot cluster heel variabel. Het grootste aantal VTE s bevindt zich in het cluster Distributie, met een meerderheid binnen de publieke operatoren (40,77%). Het aantal werkgevers dat ressorteert onder het PC 227 (23%) is daarentegen groter in het cluster Productie. Verdeling van de werkgevers per cluster per paritair comité cijfers PC Zender Productie Facilitair Web/ Game Andere Totaal Bron : RSZ tabel n 14 Andere Verdeling van de werkgevers per cluster per paritair comité percentages PC Zender Productie Facilitair Web/ Game Andere ,78% 55,15% 59,55% 97,71% 34,04% ,92% 20,61% 5,62% 0,76% 9,57% ,12% 2,51% 1,69% 0,00% 10,64% 999 6,42% 1,39% 0,00% 0,00% 1,06% Andere 13,76% 20,33% 33,15% 1,53% 44,68% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ tabel n 15 Representativiteit van de werkgevers per cluster per paritair comité voor het geheel van beschouwde VTE s percentages PC Zender Productie Facilitair Web/ Game Andere 227 4,48% 22,73% 12,17% 14,70% 3,67% ,11% 8,50% 1,15% 0,11% 1,03% 329 5,40% 1,03% 0,34% 0,00% 1,15% 999 0,80% 0,57% 0,00% 0,00% 0,11% Andere 1,72% 8,38% 6,77% 0,23% 4,82% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ tabel n 16 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 15

17 Verdeling van voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité cijfers PC Zender Productie Facilitair Web/Game Andere Andere Totaal Bron : RSZ tabel n 17 Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité percentages PC Zender Productie Facilitair Web/Game Andere ,50% 59,29% 76,52% 98,97% 13,06% ,02% 14,11% 2,47% 0,64% 6,26% 329 7,86% 1,66% 0,66% 0,00% 16,99% ,79% 0,12% 0,00% 0,00% 0,01% Andere 0,84% 24,82% 20,35% 0,40% 63,69% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ tabel n 18 Representativiteit van de voltijdse equivalenten per cluster per paritair comité percentages PC Zender Productie Facilitair Web/Game Andere ,13% 11,62% 8,33% 4,22% 0,67% ,01% 2,77% 0,27% 0,03% 0,32% 329 4,73% 0,33% 0,07% 0,00% 0,87% ,77% 0,02% 0,00% 0,00% 0,00% Andere 0,50% 4,87% 2,21% 0,02% 3,25% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ tabel n " 5.000" 500" 4.500" 4.000" 400" 300" 200" 100" Andere" Web/Game" Facilitair" Produc?e" Zender" 3.500" 3.000" 2.500" 2.000" 1.500" 1.000" 500" Andere" Web/Game" Facilitair" Produc>e" Zender" 0" 227" " 329" 999" Andere" 0" 227" " Andere" 329" 999" Bron : RSZ WG grafiek n 10 Bron : RSZ VTE s grafiek n 11 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 16

18 5. Omvang van de ondernemingen 4 ondernemingen bevatten ruim 45,74% van de VTE s. Als we de lijst van werkgevers met meer dan 50 VTE s bekijken, zien we dat deze lijst slechts 23 werkgevers van de 871 bevat. Lijst van werkgevers met meer dan 50 voltijdse equivalenten (VTE s) Werkgevers VRT RTBF MEDIALAAN NV RTL BELGIUM SA VIDEOHOUSE NV BE TV SA STUDIO 100 NV MOSTRA SA TVBASTARDS NV SBS BELGIUM NV WOESTIJNVIS NV DCINEX SA OUTSIDE BROADCAST NV DEMENSEN NV LES GRIGNOUX CENTRECOOP D ACTION CULTURELLE ASBL EYEWORKS NV BEZOOM SA GAMING1 SPRL INADI BELGISCHES RUNDFUNK UND FERNSEHZENTRUM DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT TELE BRUXELLES ASBL INTRACTO GROUP NV Bron: RSZ tabel n 20 PC Nace Code Taalregime VTE s % VTE s NL 2336,97 20,11% FR 2062,89 17,75% NL 528,28 4,55% FR 387,05 3,33% NL 387,05 2,64% FR 217,29 1,87% NL 144,11 1,24% FR 132,5 1,14% NL 109,95 0,95% NL 108,1 0,93% NL 100,26 0,86% FR 81,4 0,70% NL 70,35 0,61% NL 69,39 0,60% FR 63,54 0,55% NL 61,61 0,53% FR 60,26 0,52% FR 58,27 0,50% FR 56,64 0,49% DU 56 0,48% FR 53,53 0,46% NL 52,52 0,45% Wat bovenstaande 22 werkgevers betreft, kunnen we globaal gezien een taalpariteit vaststellen tussen het Nederlands en het Frans. We merken op dat er geen ondernemingen zijn binnen de socioculturele sector met meer dan 50 VTE s. Het overige deel van werkgevers met minder dan 50 VTE s bevat een totaal van 848 bedrijven (97%) die 35,06% van het aantal VTE s tewerkstellen. Gezien het aantal grote ondernemingen waarbij slechts een kleine hoeveelheid personen werkzaam is aanzienlijker is dan het aantal kleine bedrijven met veel werknemers, hebben we ervoor gekozen om ons niet te baseren op het gemiddelde aantal werknemers per onderneming, maar om de mediaan van het aantal werknemers te berekenen. Deze bedraagt 1,75 werknemers in 2014, wat overeenkomt met een daling van 13% sinds Onderstaande tabel toont aan hoe de mediaan fluctueert doorheen de jaren. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 17

19 Mediaan 1,97 1,78 1,98 1,8 1,89 1,71 1,75 Bron : RSZ tabel n 21 2,1$ 2$ 1,9$ 1,8$ 1,7$ 1,6$ 1,5$ 2008$ 2009$ 2010$ 2011$ 2012$ 2013$ 2014$ Bron : RSZ grafiek n 12 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 18

20 6. Geografische verdeling van de werkgevers en werknemers Hoewel de audiovisuele werkgevers verspreid liggen over alle Belgische provincies, merken we op dat bepaalde provincies zoals Brussel, Vlaams- Brabant en Antwerpen een groter aantal werkgevers bezitten vergeleken met de andere provincies. Het is van belang te benadrukken dat de telling beïnvloed werd door de situering van de hoofdzetels van de bedrijven. Het is zo dat een onderneming een zetel kan hebben in één stad en zijn hoofdzetel in een andere en dat de werknemers opgenomen worden binnen deze laatste. Verdeling van de werkgevers per cluster per regio cijfers Provincie Zender Facilitair Productie Web/Game Distributie Andere Totaal % Luxemburg ,80% Namen ,41% Limburg ,21% Henegouwen ,36% Waals- Brabant ,82% West- Vlaanderen ,05% Luik ,58% Oost- Vlaanderen ,64% Vlaams- Brabant ,68% Antwerpen ,81% Brussel ,62% Totaal ,00% Bron: RSZ tabel n 21 We stellen vast dat Brussel 36% van de werkgevers actief in de audiovisuele sector bevat, gevolgd door Antwerpen met 15% en Vlaams- Brabant 12%. Brussel" Antwerpen" Vlaams9Brabant" Oost9Vlaanderen" Luik" West9Vlaanderen" Waals9Brabant" Henegouwen" Limburg" Namen" Luxemburg" Zender" ProducEe" Facilitair" Web"/"Game" DistribuEe" Andere" Bron: RSZ grafiek n 12 0" 50" 100" 150" 200" 250" 300" 350" III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 19

21 Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster per regio cijfers Provincie Zender Facilitair Productie Web/Game Distributie Andere Totaal % Luxemburg 32,51 1, ,9 40,47 0,37% Namen 36,44 14,91 8,69 15,94 0 1,04 77,02 0,70% Limburg 69,99 5,9 1,32 6,87 0 1,01 85,09 0,78% Henegouwen 28,09 18,9 15,54 9,27 40,63 3,19 115,62 1,05% Waals- Brabant 21,36 93,61 74,43 41,38 4,08 1,53 236,39 2,16% West- Vlaanderen 145,82 35,46 40,95 11,81 1,52 18,89 254,45 2,32% Luik 50,02 140,04 67,47 50,16 13,89 10,7 332,28 3,03% Oost- Vlaanderen 124,54 70,96 29,32 99,66 83,4 102,91 510,79 4,66% Antwerpen 82,67 377,36 119,46 115,97 2,79 17,18 715,43 6,53% Vlaams- Brabant 672,74 483,37 467,39 12,39 31,62 13, ,15 15,34% Brussel 5327,9 908,23 366,85 102,97 160,52 44, ,03 63,06% Totaal 6592, , ,48 467,42 338,45 220, ,72 100,00% Bron: RSZ tabel n 22 Wat de VTE s betreft blijft Brussel het dichtst bevolkt met 63,06% van de loontrekkers. Op de tweede plaats komt Vlaams- Brabant met 15,34% van de VTE s. De andere provincies blijven onder 7%. Brussel" Vlaams:Brabant" Antwerpen" Luik" Oost:Vlaanderen" Heneqouwen" West:Vlaanderen" Waals:Brabant" Zender" ProducJe" Facilitair" Web"/"Game" DistribuJe" Andere" Namen" Limburg" Luxemburg" 0" 1000" 2000" 3000" 4000" 5000" 6000" 7000" 8000" Bron: RSZ grafiek n 13 Bij het bekijken van de tweede grafiek dient een kanttekening toegevoegd te worden. De werknemers van de openbare omroepen die tewerkgesteld zijn in een vestigingplaats in Wallonië of Vlaanderen, worden ingeschreven bij de hoofdzetel in Brussel. Inzake de linguïstische verdeling stellen we vast dat meer dan de helft (54%) van de VTE s Nederlandstalig zijn. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 20

22 Verdeling van de werkgevers per taal en per regio cijfers FR DU NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron: RSZ tabel n 23 20%$ 51%$ 49%$ FR# DU# NL# 37%$ Brussel' Vlaanderen' Wallonië' 43%$ 0,7%$ Bron: RSZ grafiek n 14 Bron: RSZ grafiek n 15 Verdeling van de voltijdse equivalenten per taal en per regio cijfers FR DU NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron: RSZ tabel n 24 9%$ 55%$ 45%$ FR# DU# NL# 28%$ 63%$ Brussel' Vlaanderen' Wallonië' 0,6%$ Bron: RSZ grafiek n 16 Bron: RSZ grafiek n 17 Bovenstaande grafiek toont opnieuw aan dat Brussel het grootst aantal werknemers bevat die actief zijn in de audiovisuele sector. III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 21

23 Als we het geheel van de professionele sectoren in België vergelijken met de audiovisuele sector, zien we echter dat bij deze laatste het percentage van de Franstalige VTE s groter is. De binnenste cirkel heeft betrekking op de audiovisuele sector, de buitenste cirkel op het geheel van de sectoren. 54,6%% 58,7%% 0,6%% 40,8%% 44,8%% FR# DU# NL# 0,5%% Bron: RSZ grafiek n 18 Binnenste cirkel.: AV- sector Buitenste cirkel: Samenstelling Belgische professionele sectoren. Evolutie van de werkgevers per taal cijfers FR DU NL Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124,20134, WG tabel n 25 Evolutie van de werkgevers per taal percentages FR 49,72% 49,09% 51,03% 50,00% 49,62% 48,55% 48,68% DU 0,84% 0,98% 0,96% 1,21% 1,01% 0,85% 0,69% NL 49,44% 49,93% 48,02% 48,79% 49,37% 50,60% 50,63% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124,20134, WG tabel n 26 Bron : RSZ => grafiek n 19 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 22

24 Evolutie van de voltijdse equivalenten per jaar per taal cijfers FR DU NL Totaal Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124,20134, WG tabel n 27 Evolutie van de voltijdse equivalenten per jaar per taal percentages FR 45,15% 45,19% 45,77% 45,14% 45,41% 44,72% 44,79% DU 0,66% 0,68% 0,65% 0,69% 0,64% 0,59% 0,58% NL 54,19% 54,13% 53,58% 54,17% 53,95% 54,68% 54,62% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20124,20134, WG tabel n " 6.000" 5.000" 4.000" 3.000" 2.000" 1.000" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" FR" DU" NL" Bron: RSZ => grafiek n 20 III. De audiovisuele sector in zijn globaliteit 23

25 IV. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector Artistieke prestaties dienen aangegeven te worden via de DmfA (multifunctionele aangifte 8 ). In deze aangifte worden de artiesten aangegeven onder blok in de categorie van de werkgevers geen speciale categorie met de code 046 (vanaf het jaar waarin ze 19 jaar zijn geworden). Onder het leveren van prestaties of produceren van werken van artistieke aard wordt de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke werken in de audiovisuele sector en plastische kunsten zoals muziek, literatuur, toneel, theater en choreografie gerekend. Wij hebben bijgevolg de aanwezigheid van het aantal VTE s 9 geanalyseerd die onder deze categorie (met code 046) binnen de audiovisuele sector vallen. Als we voor het jaar 2014 de sector bekijken aan de hand van de NACE- codes met een audiovisueel karakter zien we dat er 142 VTE s zijn met de code 046, wat overeenkomt met 1,3% van de VTE s die artistieke prestaties uitvoeren binnen het geheel van de sectoren. FR NL Totaal Productie Facilitair Zender Totaal Bron : RSZ tabel n 29 Als we de verdeling bekijken inzake activiteit, stellen we vast dat de artistieke prestaties vooral vallen onder het cluster Productie. 19%$ Produc'e) 20%$ 61%$ Facilitair) Distribu'e) Bron : RSZ grafiek n 21 Als we nu de artistieke prestaties bekijken binnen de paritaire comités 227 en , stellen we vast dat het aantal (193,24) en het aandeel (21,35%) groter is dan het geheel van de VTE s die vallen onder deze PC s. Dit kan verklaard worden door het feit dat de paritaire comités meer NACE- codes behelsen dan diegene aan de audiovisuele sector toebedeeld zijn. 8 De DmfA bevat de loon- en arbeidstijdgegevens van alle werknemers die bij een werkgever tewerkgesteld zijn gedurende een bepaald kwartaal. 9 We herhalen hier even dat de term «effectief» betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. IV. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector 24

26 Representativiteit van de artiesten en voltijdse equivalenten per paritair comité Artiesten VTE s FR NL Totaal % totaal Artiesten % totaal VTE s VTE s VTE s Artiesten VTE s % totaal VTE s ,01 4,11% 60,66 2,24% 124,67 2,92% ,84 20,98% 7,73 9,43% 68,57 18,43% Totaal 124,85 68,39 193,24 Bron : RSZ tabel n 30 De vertegenwoordiging van de artiesten is significanter binnen het PSC (langspeelfilm), en nog meer langs Franstalige zijde waar 20,98% van de VTE s geëngageerd is voor artistieke prestaties. Het lijkt er eveneens op dat de evolutie van het aantal VTE s die vallen onder de code 046 (artistieke prestatie) fluctueert van kwartaal tot kwartaal. We merken op dat de inschakeling van het aantal artiesten groter is tijdens de zomermaanden. 140" 120" 100" 80" 60" 227" " 40" 20" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ => grafiek n 22 Tussen 2008 en 2014 zien we een stijging van 89% van het aantal artiesten actief binnen het PC 227 en PSC Representativiteit van de audiovisuele artistieke prestaties in vergelijking met het geheel van de artistieke prestaties Ten aanzien van het geheel van de geobserveerde jaren, zien we dat de artistieke prestaties enorm fluctueren. Het is bijgevolg moeilijk om een gemiddelde te berekenen. Tegenover het geheel van de kwartalen tussen 2008 en 2014, vertegenwoordigen de audiovisuele prestaties 5,39% van het geheel van de artistieke prestaties uitgeoefend door een werknemer. 4500" 4000" 3500" 3000" 2500" 2000" 1500" 1000" 500" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ => grafiek n 23 Alle"sectoren" PC"227"&"PSC"303.01" IV. Representativiteit van de artiesten in de audiovisuele sector 25

27 V. Het paritair comité 227 Dit hoofdstuk behandelt specifiek de evolutie, elementen en tendensen eigen aan het paritair comité De analyse betreft een tijdspanne van 7 jaar, van 2008 tot en met Samenvatting In het PC 227 stellen 78% van de werkgevers minder dan 5 VTE s te werk. Daartegenover bevat 2% van de werkgevers meer dan 100 VTE s, maar verzamelen ze 61,81% van het geheel van VTE s van de VTE s (63%) zijn tewerkgesteld in Brussel. 55% van de VTE s zijn tewerkgesteld bij een bedrijf die op Nederlandstalige taalrol staat. Indien dit meer dan de helft van de werknemers representeert, blijft dit minder dan het aantal Nederlandstaligen binnen het geheel van de sectoren in België, waar 58,5% van de VTE s Nederlandstalig is. Proportioneel gezien zijn er meer Franstalige voltijdse equivalenten in de sector. Het aantal geregistreerde Franstalige (424) en Nederlandstalige (441) ondernemingen is relatief gelijk. We stellen vast dat er tussen 2008 en 2014 een toename van 85% van het aantal werkgevers is en voor deze periode tevens een toename van 24% van het aantal VTE s. Het PC 227 is mannelijker dan het geheel van de sectoren vermits 60% van de werknemers mannen zijn tegenover 52% voor het geheel van de Belgische werknemers. Er zijn meer werknemers voltijds tewerkgesteld binnen het PC 227 (90,77%) in vergelijking met het geheel van de sectoren (79,80%). De gemiddelde leeftijd voor het PC 227 is 36,84 jaar, wat vier jaar jonger is dan de gemiddelde leeftijd van het geheel van de sectoren, 41,21 jaar. In de leeftijdspiramide zien we een daling van het aantal werknemers na de leeftijd van 40. Vlaanderen stelt het meeste aantal jongeren van minder dan 25 jaar tewerk, met 65% tegenover 26% in Brussel. 2. De werkgevers van het PC 227 We stellen vast dat er voor de geobserveerde periode een stijging is van 85% van het aantal werkgevers binnen het PC 227. Evolutie van de werkgevers van het PC 227 cijfers FR DU NL Totaal Jaarlijkse evolutie +18% +6% +8% +13% +12% +9% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n Het is van belang in acht te nemen dat de zelfstandigen in deze sectorfoto niet worden opgenomen. De organisaties zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en vallen bijgeval niet onder een paritair comité. V. Het paritair comité

28 Daarnaast merken we tevens op dat er doorheen de jaren een lichte toename is van het aantal Nederlandstalige werkgevers binnen het PC 227. Dit in tegenstelling tot het aantal Franstalige werkgevers, dat relatief stabiel gebleven is. Evolutie van de werkgevers van het PC 227 percentages FR 42,28% 39,88% 42,35% 42,39% 40,58% 39,18% 40,36% DU 0,37% 0,31% 0,29% 0,54% 0,48% 0,43% 0,40% NL 57,35% 59,81% 57,35% 57,07% 58,94% 60,39% 59,24% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 32 Uit de cijfers blijkt tevens dat er sinds 2008 een stijging van 23% is van het aantal VTE s. Evolutie van de voltijdse equivalenten van het PC 227 cijfers FR DU NL Total Jaarlijkse evolutie +8% +5% +3% +2% - 0,3% +3% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 33 Evolutie van de voltijdse equivalenten van het PC 227 percentages FR 35,81% 36,61% 37,22% 36,59% 36,98% 35,88% 36,51% DU 0,03% 0,03% 0,03% 0,04% 0,04% 0,04% 0,04% NL 64,16% 63,36% 62,76% 63,37% 62,98% 64,08% 63,46% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 34 Inzake het aantal werkgevers zien we de grootste stijging langs Nederlandstalige zijde. 350" 300" 250" 200" 150" 100" FR" NL" 50" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ => Werkgevers grafiek n 24 V. Het paritair comité

29 Voor wat betreft het aantal VTE s zien we een soortgelijke evolutie als bij de werkgevers " 2.500" 2.000" 1.500" 1.000" FR" NL" 500" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ => VTE grafiek n Evolutie van de werkgevers Gezien het ritme van het ontstaan en stopzettingen van ondernemingen, kent het PC 227 een enorme dynamiek. We hebben alle werkgevers binnen het PC 227 gerangschikt volgens jaar van aanvang en stopzetting van de activiteit. Als we de werkgevers bekijken per jaar van aanvang van activiteit, kunnen we vaststellen dat ondanks het verlies van het aantal werkgevers na slechts een jaar het aantal werkgevers stijgt door het ontstaan van nieuwe ondernemingen. 600" 500" 400" 300" 200" 2014" 2013" 2012" 2011" 2010" 2009" 100" 2008" <2007" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PC => Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit grafiek n 26 Als we dezelfde oefening maken voor de jaren waarin de activiteit beëindigd wordt als werkgever bij de RSZ, stellen we vast dat de het wegvallen van bedrijven op eenzelfde reguliere wijze gecompenseerd wordt. V. Het paritair comité

30 600" 500" 2014" 2013" 400" 300" 2012" 2011" 2010" 200" 100" 2009" 2008" <2007" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PC => Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit grafiek n Evolutie van de werknemers (VTE s) We zijn op dezelfde wijze te werk gegaan voor de analyse van de VTE s. Blijkbaar is het aantal VTE bij de nieuwe werkgevers lager, wat op zich een rudimentaire vaststelling is, daar een onderneming dat net opgericht is uiteraard over een beperkt aantal werknemers beschikt. 4500" 4000" 3500" 3000" 2500" 2000" 1500" 1000" 500" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PC => VTE (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit) grafiek n 28 Inzake het verdwijnen van het aantal werkgevers binnen het PC 227, komen we tot een soortgelijke vaststelling. Dit toont een zekere stabiliteit aan van de audiovisuele sector op het niveau van werkzaamheid, vermits het vooral de ondernemingen zijn met weinig VTE s die hun activiteit binnen de audiovisuele sector beëindigd hebben. 4500" 4000" 3500" 3000" 2500" 2000" 1500" 1000" 500" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PC => VTE (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit) grafiek n " 2013" 2012" 2011" 2010" 2009" 2008" <2007" 2014" 2013" 2012" 2011" 2010" 2009" 2008" <2007" V. Het paritair comité

31 5. Aard van de ondernemingen (cluster) Als we de NACE- codes bekijken die het meest vertegenwoordigd zijn binnen het PC 227, komen we tot een geheel van 48 verschillende codes. Deze codes zijn op hun beurt verdeeld over 6 activiteitclusters, waarvan er een conversielijst als bijlage 11 is opgenomen in deze sectorfoto. Verdeling van de werkgevers en voltijdse equivalenten van het PC 227 per cluster Cluster WG VTE Zender Productie Facilitair Web / Game Distributie 1 13 Andere Totaal Bron: RSZ PC 227 tabel 35 Het cluster Productie telt het grootste aantal werkgevers binnen het PC 227, gevolgd door het recent toegevoegde cluster Web/Game. Het cluster Zender wint echter van het cluster Productie op het niveau van het aantal VTE s met bijna 40% van het aantal werknemers. 0,2%# 0,3%$ 1%$ 25%# 6%# 21%# 8%# 39%# Zender& Produc+e& Facilitair& Web&/&Game& Distribu+e& Andere& 21%$ 11%$ 30%$ 36%$ Zender$ Produc2e$ Facilitair$ Web$/$Game$ Distribu2e$ Andere$ Bron : RSZ PC WG grafiek n 30 Bron : RSZ PC VTE grafiek n Bijlage 1 pg. 58 V. Het paritair comité

32 6. Omvang van de bedrijven Lijst van werkgevers met meer dan 50 voltijdse equivalenten PC 227 Werkgevers Taalregime VTE s % VTE s MEDIALAAN NL 528,28 12,37% RTL BELGIUM FR 387,05 9,06% VIDEOHOUSE NL 306,94 7,19% BE TV FR 217,29 5,09% MOSTRA FR 132,5 3,10% TVBASTARDS NL 109,95 2,57% SBS BELGIUM NL 108,1 2,53% WOESTIJNVIS NL 100,26 2,35% OUTSIDE BROADCAST NL 70,35 1,65% DEMENSEN NL 69,39 1,62% EYEWORKS NL 61,61 1,44% BEZOOM FR 60,26 1,41% GAMING1 FR 58,27 1,36% INADI FR 56,64 1,33% INTRACTO GROUP NL 52,52 1,23% STUDIO 100 NL 51,6 1,21% Bron: RSZ PC tabel n 36 We stellen tevens vast dat de meerderheid van bovenstaande ondernemingen Nederlandstalig is. Gezien het feit dat de sector bestaat uit verschillende kleine en een aantal grote ondernemingen, heeft een analyse van het gemiddelde aantal voltijdse equivalenten per bedrijf niet veel nut. Het lijkt ons echter wel verstandig om de mediaan van het aantal personen werkzaam in deze ondernemingen te bekijken. De mediaan bedraagt voor het PC 227 in ,79 voltijdse equivalent. We merken op dat deze mediaan sinds 2008 aan een daling onderhevig is Mediaan 2,21 1,97 1,99 1,89 1,91 1,67 1,79 Bron : RSZ PC 227 tabel n 37 2,5" 2" 1,5" 1" 0,5" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron : RSZ PC 227 tabel n 36 V. Het paritair comité

33 Er is slechts één onderneming binnen het PC 227 dat actief is in de distributiesector. De meeste ondernemingen actief in deze sector ressorten onder het paritair comité 303. De ondernemingen die vallen onder het cluster zender hebben het meest aantal werknemers in dienst. Door de aard van de activiteiten van deze ondernemingen te bekijken in functie van hun omvang, zijn we tot de vaststelling gekomen dat er binnen het cluster Web/Game geen enkele werkgever is met meer dan 100 VTE s. De ondernemingen die vallen onder het cluster Zender hebben het meeste aantal personen in dienst. Verdeling van de voltijdse equivalenten per cluster Cluster >100 Totaal % Zender ,75% Productie ,36% Facilitair ,07% Web / Game ,45% Distributie ,20% Andere ,36% Totaal ,00% Bron: RSZ PC 227 tabel n 38 In werkelijkheid hebben 78% van de ondernemingen actief binnen PC 227 slechts 1 tot 4 VTE s in loondienst. Ruim 31% van deze ondernemingen zijn productiehuizen met 1 tot 4 VTE s in dienst. Slechts 2% van de ondernemingen bevat meer dan 100 VTE s, 5% tussen 5 en 19 VTE s, en 5% tussen 20 en 99 VTE s. 450" 400" 350" 300" 250" 200" 150" 100" 50" 0" 1(4" 5(19" 20(99" >100" Bron : RSZ PC 227 grafiek n 32 Andere" Distribu6e" Web"/"Game" Facilitair" Produc6e" Zender" V. Het paritair comité

34 7. Geografische spreiding De concentratie van het aantal werkgevers binnen PC 227 is het grootst in Brussel, waar de meerderheid (59%) van de geregistreerde bedrijven Franstalig is. Daarnaast zien we tevens in Vlaanderen een grote concentratie van het aantal werkgevers met 32% in Antwerpen en 20% in Vlaams- Brabant. Brussel" Antwerpen" Vlaams:Brabant" Oost:Vlaanderen" Luik" West:Vlaanderen" Waals:Brabant" Henegouwen" Limburg" Namen" Luxemburg" FR" DU" NL" 0" 20" 40" 60" 80" 100" 120" 140" 160" 180" Bron: RSZ PC 227 Werkgevers grafiek n 33 Met betrekking tot de VTE s zien we dat de concentratie groter is in Vlaams- Brabant met een logisch gevolg dat er hier een grote concentratie is van het aantal Nederlandstalige werknemers. We stellen tevens vast dat meer dan 4 op 5 VTE s in Brussel werken bij een Franstalige werkgever. Vlaams6Brabant" Brussel" Antwerpen" West6Vlaanderen" Oost6Vlaanderen" Luik" Henegouwen" Limbug" Waals6Brabant" Namen" Luxemburg" FR" DU" NL" 0" 200" 400" 600" 800" 1000" 1200" 1400" 1600" 1800" Bron: RSZ PC 227 Werkgevers grafiek n 34 Inzake de verdeling op basis van regio zien we in Vlaanderen de grootste concentratie van het aantal werkgevers en van het aantal VTE s. V. Het paritair comité

35 Verdeling van de werkgevers per regio per taal cijfers FR DU NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron : RSZ PC 227 Werkgevers tabel n 39 59%$ 40%$ FR# DU# NL# 63%$ 37%$ FR# DU# NL# 0,04%$ 0,4%$ Bron : RSZ PC 227 WG grafiek n 35 Bron : RSZ PC 227 WG grafiek n 36 Wat het aantal VTE s betreft, zien we dat de meerderheid van de werknemers werkzaam bij een geregistreerde werkgever Nederlandstalig is en in Vlaanderen werkt. De Franstalige werknemers die werkzaam zijn bij een geregistreerde werkgever bevinden zich vooral in Brussel. Verdeling van de voltijdse equivalenten per regio per taal cijfers FR DU NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron : RSZ PC 227 Werkgevers tabel n 40 17%$ 5%$ 31%$ Brussel' Vlaanderen' Wallonië' 59%$ 36%$ Brussel' Vlaanderen' Wallonië' 52%$ Bron : RSZ PC 227 VTE grafiek n 37 Bron : RSZ PC 227 VTE grafiek n 38 V. Het paritair comité

36 8. De werknemers van PC 227 In dit hoofdstuk gaan we dieper in op het profiel van de werknemer in PC 227. Om dit te kunnen doen, nemen we niet enkel de voltijdse equivalenten in rekening, maar evenzeer de effectieve werknemers Mannen / vrouwen Globaal gezien kunnen we gezien het feit dat ruim 60% mannen zijn vaststellen dat het PC 227 een mannelijke sector is en tevens mannelijker dan het geheel van de sectoren samen waar 52% mannen zijn. De buitenste cirkel in onderstaande grafiek heeft betrekking op het geheel van de sectoren, de binnenste cirkel heeft betrekking op het PC %$ 48%$ 52%$ 61%$ Mannen$ Vrouwen$ Bron: RSZ Binnenste cirkel: CP227 / Buitenste cirkel : Alle sectoren grafiek n 39 Inzake de evolutie tussen 2008 en 2014, merken we op dat de verhouding tussen mannen en vrouwen gelijklopend is. 3000" 2500" 2000" 1500" 1000" Mannen" Vrouwen" 500" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PC 227 grafiek n We herhalen hier opnieuw even dat de term «effectief» betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. V. Het paritair comité

37 8.2 Werkregime Als we de werkregimes bekijken, zien we dat er binnen het PC 227 meer werknemers (90,77%) voltijds tewerkgesteld zijn dan binnen het geheel van de sectoren (79,80%). 23,9% van de vrouwen die werkzaam zijn in de audiovisuele sector zijn deeltijds tewerkgesteld, tegenover 54% binnen het geheel van de sectoren. 100,00%$ 90,00%$ 80,00%$ 70,00%$ 60,00%$ 50,00%$ 40,00%$ 30,00%$ 20,00%$ 10,00%$ 0,00%$ Deel1jds$ Vol1jds$ 227$Mannen$ 227$Vrouwen$ Alle$sectoren$Mannen$ Alle$sectoren$Vrouwen$ Bron : RSZ PC 227 en alle andere sectoren grafiek n 41 23,9% van de vrouwen die werkzaam zijn in de audiovisuele sector zijn deeltijds tewerkgesteld, tegenover 54% binnen het geheel van de sectoren. 8.3 Leeftijdspiramide PC 227 is globaal gezien een jongere sector dan het geheel van de sectoren. Als we de gemiddelde leeftijd van de werknemers in 2014 vergelijken, zien we dat er een leeftijdsverschil van bijna 4 jaar is tussen het PC 227 en de andere sectoren. Sectoren Alle sectoren 37,00% 36,50% 36,00% 35,50% 35,00% 34,50% 34,00% Gemiddelde leeftijd 41,21 ans PC ,84 ans Bron: RSZ Alle sectoren / PC tabel n 41 Zoals hieronder zichtbaar, vertoont de gemiddelde leeftijd doorheen de jaren een stijgende lijn. In 2008 bereikt de gemiddelde leeftijd 34,79 jaar. Het betreft hier een stijging van twee jaar op een termijn van 7 jaar. 33,50% 2008% 2009% 2010% 2011% 2012% 2013% 2014% Bron : RSZ 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013, 2014 PC 227 grafiek n 42 V. Het paritair comité

38 De analyse is gelijklopend met bovenstaande vaststelling omdat we van deze leeftijdspiramide kunnen afleiden dat het aantal werknemers vanaf de leeftijd van 40 jaar afneemt, dit terwijl deze leeftijdsgroep in andere sectoren redelijk stabiel is. 40%# 35%# 30%# 25%# 20%# 15%# 10%# Mannen#227# Vrouwen#227# Mannen#alle#sectoren# Vrouwen#alle#sectoren# 5%# 0%# <25# 25*39# 40*49# 50*64# 65#en#ouder# Bron: RSZ Alle sectoren / PC 227 grafiek n 43 Op regionaal niveau stellen we vast dat ruim 65% van de jongeren van minder dan 25 jaar werkzaam zijn in Vlaanderen, tegenover 26% in Brussel. De meerderheid van de ouderen tussen 50 en 64 jaar werken daarentegen hoofdzakelijk in Brussel (56%). Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal % < % % % % 65 en ouder ,4% Totaal % Bron: RSZ tabel n 42 0%# 11%# 7%# <25# 22%# 25*39# 40*49# 50*64# 60%# 65#en#ouder# Bron: RSZ grafiek n 44 V. Het paritair comité

39 VI. Het paritair subcomité In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de evolutie, elementen en tendensen die leven binnen het paritair subcomité voor de filmproductie. 13 De analyse behelst een tijdspanne van jaar, gaande van 2008 tot en met Samenvatting Binnen het PSC zijn er slechts 10 ondernemingen die meer dan 10 werknemers bevatten. 78% van de werkgevers hebben minder dan 5 VTE s in dienst, 3% van de werkgevers hebben meer dan 20 VTE s in dienst. De daling van het aantal werkgevers is redelijk opmerkelijk tussen 2008 (132) en 2014 (92), vooral langs Nederlandstalige kant is deze zichtbaar. 68% van de ondernemingen is Franstalig, 78% van de voltijdse equivalenten is Franstalig 54% van de ondernemingen is gelokaliseerd in Brussel, 70% van de werknemers zijn Franstalig en tewerkgesteld in Brussel Het PSC is vrouwelijker dan het geheel van de sectoren vermits 60% van de werknemers vrouwen zijn tegenover 48% voor het geheel van de Belgische werknemers. Er zijn meer werknemers voltijds tewerkgesteld binnen het PSC (82%) in vergelijking met het geheel van de sectoren (62%). De gemiddelde leeftijd is 36,89 jaar, wat vier jaar onder dat van het geheel van de sectoren is, waar de gemiddelde leeftijd 41,21 bedraagt. In de leeftijdspiramide zien we dat er een daling is van het aantal werknemers na de leeftijd van 40. Vlaanderen stelt het meeste jongeren van minder dan 25 jaar tewerk. 2. De werkgevers van het PSC Globaal gezien stellen we een vermindering vast van het aantal werkgevers tussen 2008 en Dit wordt gedeeltelijk uitgelegd door het feit dat sommige ondernemingen van het PSC overgeheveld zijn naar het PC 227 en het PC 303. Evolutie van de werkgevers per taal cijfers We stellen vast dat er een forse daling is van het aantal werkgevers tussen 2008 en 2009, gevolgd door een relatieve stabiliteit de jaren nadien. Het aantal werkgevers dat ressorteert onder het PSC is sinds 2008 gedaald met 28% FR NL Totaal Jaarlijkse evolutie - 30,3% 1,1% - 3,2% - 4,4% 8,1% 2,2% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n Het is van belang in acht te nemen dat de zelfstandigen in deze sectorfoto niet worden opgenomen. De ondernemingen zonder personeel (die geen werkgevers zijn) en de zelfstandigen die fungeren als individuele ondernemer (zonder rechtspersoonlijkheid) worden niet beschouwd als werkgevers en vallen bijgeval niet onder een paritair comité. VI. Het paritair subcomité

40 Evolutie van de werkgevers per taal percentages FR 59,09% 78,26% 82,80% 74,44% 76,74% 80,65% 77,89% NL 40,91% 21,74% 17,20% 25,56% 23,26% 19,35% 22,11% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 44 Daarnaast is de forse daling van bijna 50% van het aantal voltijdse equivalenten markant, dit ondanks een stijging tussen 2012 en Evolutie van de voltijdse equivalenten per taal cijfers FR NL Totaal Jaarlijkse evolutie - 49,4% +111,1% +97,8% +111,4% +105,0% - 82,2% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 45 Evolutie van de voltijdse equivalenten 14 per taal cijfers FR 62,65% 89,29% 89,55% 81,33% 83,95% 79,32% 77,91% NL 37,35% 10,71% 10,45% 18,67% 16,05% 20,68% 22,09% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ 20084, 20094, 20104, 20114, 20124, 20134, tabel n 46 90" 80" 70" 60" 50" 40" 30" 20" 10" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ => Werkgevers grafiek n 44 FR" NL" 14 We herhalen hier opnieuw even dat de term «effectief» betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. VI. Het paritair subcomité

41 500" 450" 400" 350" 300" 250" 200" 150" 100" 50" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ => Werkgevers grafiek n 45 FR" NL" 3. Evolutie van de werkgevers Naargelang het ritme van het ontstaan en stopzettingen van de ondernemingen, kunnen we vaststellen dat deze sector een grote dynamiek heeft gekend. We hebben alle werkgevers van het PSC per jaar van creatie en stopzetting gebundeld. 160" 140" 120" 2014" 2013" 100" 2012" 80" 2011" 60" 2010" 40" 2009" 2008" 20" <2007" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PSC => Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit grafiek n " 140" 120" 2014" 2013" 100" 2012" 80" 2011" 60" 2010" 40" 2009" 2008" 20" <2007" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PsC => Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit grafiek n 47 VI. Het paritair subcomité

42 4. Evolutie van de werknemers (VTE) Binnen het PSC is de beweging van het aantal werknemers markant gezien het feit dat het aantal lager is en bijgevolg vatbaarder voor verandering. 800" 700" 600" 2014" 2013" 500" 2012" 400" 2011" 300" 2010" 200" 2009" 2008" 100" <2007" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PSC > VTE (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van aanvang activiteit) grafiek n " 700" 600" 500" 400" 300" 200" 100" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PSC > VTE (Werkgevers geklasseerd volgens jaar van beëindiging activiteit) grafiek n " 2013" 2012" 2011" 2010" 2009" 2008" <2007" VI. Het paritair subcomité

43 5. Aard van de ondernemingen (cluster) Als we de belangrijkste NACE- codes bekijken binnen het PSC , onderscheiden we 11 verschillende codes. Deze codes zijn opgedeeld in 6 activiteitclusters waarvan de conversietabel als bijlage toegevoegd werd. Verdeling van de werkgevers en voltijdse equivalenten per cluster Clusters WG VTE Zender 1 1 Productie Facilitair Web / Game 1 3 Distributie 4 12 Andere 5 23 Totaal Bron: RSZ PSC tabel n 47 1,1%$ 11%$ 1,1%$ 4%$ 5%$ Zender& Produc+e& Facilitair& Web&/&Game& 0,8%% 8%% 0,3%% 6%% Zender& 3%% Produc+e& Facilitair& Web&/&Game& 78%$ Distribu+e& Andere& 82%% Distribu+e& Andere& Bron: RSZ PSC WG- grafiek n 50 Bron: RSZ PSC VTE grafiek n 51 VI. Het paritair subcomité

44 6. Omvang van de ondernemingen Binnen het PSC is er geen enkele werkgever waarvan het aantal VTE s meer dan 50 bedraagt. Bijgevolg hebben we hier alle werkgevers in beschouwing genomen waarvan het aantal VTE s groter is dan 10, wat het geval is voor 10 van de 95 werkgevers van het PSC (tegenover 11 in 2013). Lijst van werkgevers met meer dan 10 voltijdse equivalenten PSC Werkgevers Taalregime VTE s % VTE s MEDIA CONSULTANTS CY FR 31,91 8,58% SAGA FILM FR 26,17 7,03% WASABI FR 20,73 5,57% ARTEBIS FR 18,71 5,03% MENUET NL 18,12 4,87% CERVIS FR 14,07 3,78% BE- FILMS FR 13,97 3,76% CORSAN NL 13,33 3,58% AGENT DOUBLE FR 11,95 3,21% TIMESCAPES NL 10,88 2,92% Bron: RSZ 20144, PSC tabel n 48 We merken op dat het aantal werkgevers met meer dan 10 VTE s hoofdzakelijk Franstalig is. Wanneer we de mediaan berekenen voor het jaar 2014, zien we dat deze 1,5 werknemers per onderneming bedraagt. We stellen een piek vast in de loop van de jaren 2010 en 2011, gevolgd door een relatieve stabiliteit Mediaan 1,47 1,4 2 1,80 1,53 1,49 1,5 Source : RSZ PSC tabel n 49 2,5" 2" 1,5" 1" 0,5" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ PSC tabel n 49 VI. Het paritair subcomité

45 Als we de aard van de activiteit van de ondernemingen bekijken in functie van hun omvang, stellen we vast dat er weinig bedrijven zijn met meer dan 20 VTE s die actief zijn binnen de filmsector Total % Productie ,95% Facilitair ,53% Web / Game ,05% Distributie ,21% Andere ,47% Totaal ,00% Bron: RSZ PSC tabel n 50 Uit bovenstaande tabel wordt duidelijk dat 69% van de productiehuizen minder dan 5 werknemers tewerkstelt. 80" 70" 60" 50" 40" 30" 20" 10" Andere" Distribu8e" Web"/"Game" Facilitair" Produc8e" 0" 1+4" 5+19" 20+99" Bron: RSZ PSC grafiek n Geografische verdeling De concentratie van het aantal werkgevers binnen PSC is het grootst in Brussel. Daarenboven is het PSC niet aanwezig in de provincies Namen, Limburg en Luxemburg. In vergelijking met vorige jaren zien we dat er een forse vermindering is van het aantal Nederlandstalige geregistreerde ondernemingen in Brussel. Brussel" Luik" Waals-Brabant" Oost-Vlaanderen" Vlaams-Brabant" Antwerpen" FR" NL" Henegouwen" West-Vlaanderen" 0" 10" 20" 30" 40" 50" 60" Bron: RSZ PSC Werkgevers grafiek n 53 VI. Het paritair subcomité

46 Brussel" Luik" Oost*Vlaanderen" Antwerpen" Vlaams*Brabant" Waals*Brabant" FR" NL" Henegouwen" West*Vlaanderen" 0" 50" 100" 150" 200" 250" Bron: RSZ PSC VTE grafiek n 54 Inzake de regionale verdeling, zien we dat de hoofdstad Brussel de meerderheid van het aantal werkgevers en VTE s bevat. FR NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron: RSZ 20144, PSC tabel n 51 22%$ 78%$ FR# NL# 25%$ 21%$ 54%$ Brussel' Vlaanderen' Wallonië' Bron : RSZ PSC WG grafiek n 55 Bron : RSZ PSC VTE grafiek n 56 68% van de Franstalige geregistreerde ondernemingen situeren zich in Brussel. FR NL Totaal Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal Bron: RSZ 20144, PSC tabel n 52 70% van de Franstalige VTE s zijn werkzaam in Brussel. VI. Het paritair subcomité

47 22%$ 23%# 78%$ FR# NL# 22%# 55%# Brussel' Vlaanderen' Wallonië' Bron : RSZ PSC WG grafiek n 57 Bron : RSZ PSC VTE grafiek n 58 VI. Het paritair subcomité

48 8. De werknemers van PSC In dit onderdeel gaan we dieper in op het profiel van de werknemer van PSC Om dit te kunnen doen baseren we ons niet enkel op de voltijdse equivalenten, maar nemen we ook de effectieve werknemers mee in rekening Mannen / vrouwen Inzake de werknemers zien we dat het PSC vrouwelijker is dan het gemiddelde van de sectoren gezien 60% vrouwen zijn. Het feit dat de vrouwen in de meerderheid zijn is een recente ontwikkeling, gezien die zich pas voordeed in %$ 40%$ 52%$ Mannen% Vrouwen% Bron: RSZ Binnenste cirkel: PSC / Buitenste cirkel: alle sectoren grafiek n 59 Wat de evolutie betreft stellen we een zekere stabiliteit van de man- vrouw verdeling vast. 500" 450" 400" 350" 300" 250" 200" 150" 100" 50" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ grafiek n 60 Mannen" Vrouwen" 15 We herhalen hier opnieuw even dat de term «effectief» betrekking heeft op het aantal werknemers in totaal en de term «voltijdse equivalent» de som van de arbeidstijd uitdrukt. Dus 2 personen aan 0.5 VTE = 1 VTE, maar 2 effectieve werknemers. VI. Het paritair subcomité

49 8.2 Werkregime Als we het huidige werkregime bekijken, merken we op dat er meer actieve werknemers voltijds tewerkgesteld zijn binnen het PSC (82%) in vergelijking met het geheel van de sectoren (62%). 90,00%$ 80,00%$ 70,00%$ 60,00%$ 50,00%$ 40,00%$ 30,00%$ 20,00%$ 10,00%$ 0,00%$ Hal1ijds$ Bron: RSZ grafiek n 61 Vol8jds$ $Mannen$ $Vrouwen$ Alle$sectoren$Mannen$ Alle$sectoren$Vrouwen$ 8.3 Leeftijdspiramide De sector van de filmproductie is jonger dan de andere sectoren. Als we de gemiddelde leeftijd in 2012 vergelijken, zien we dat er een verschil is van bijna 4 jaar tussen het PC 227 en het geheel van de sectoren. Sectoren Gemiddelde leeftijd Alle sectoren 41,21 ans PSC ,89 ans Bron: RSZ Alle sectoren / PSC tabel n 53 Zoals hieronder zichtbaar, vertoont de gemiddelde leeftijd doorheen de jaren een stijgende lijn. In 2008 bereikt de gemiddelde leeftijd 35,23 jaar. Het betreft dus een stijging van bijna één jaar over een tijdspanne van 7 jaar. 37,5# 37# 36,5# 36# 35,5# 35# 34,5# 34# 2008# 2009# 2010# 2011# 2012# 2013# 2014# Bron: RSZ grafiek n 62 VI. Het paritair subcomité

50 Deze analyse loopt gelijk met bovenstaande inzake leeftijd. Als we de leeftijdspiramide bekijken, zien we een duidelijke afname van het aantal werknemers vanaf de leeftijd van %# 40%# 35%# 30%# 25%# 20%# 15%# 10%# 5%# 0%# <25# 25*39# 40*49# 50*64# 65#en#ouder# Bron: RSZ Alle sectoren / PSC grafiek n 63 Mannen#303.01# Vrouwen#303.01# Mannen#alle#sectoren# Vrouwen#alle#sectoren# Brussel Vlaanderen Wallonië Totaal < en ouder Totaal Bron: RSZ tabel n 54 0%# 14%# 6%# <25# 17%# 25,39# 40,49# 50,64# 63%# 65#en#ouder# Bron: RSZ Alle sectoren / PSC grafiek n 64 VI. Het paritair subcomité

51 VII. Het paritair subcomité exploitatie van bioscoopzalen In dit hoofdstuk gaan we dieper in op het paritair subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen. We analyseren hierin de private bioscoopzalen. We hebben beslist om de werkgevers en hun werknemers van deze deelsector in de globale cijfers niet mee in rekening te nemen gezien de aard van hun activiteit duidelijk verschilt van de hierboven besproken deelsectoren. Een groot aantal van de werknemers zijn kassamedewerkers en zaalpersoneel. Het lijkt ons echter wel van belang om in een analyse van de audivosisuele sector de exploitatie van bioscoopzalen kort te bespreken. Lijst van werkgevers met meer dan 10 voltijdse equivalenten Werkgevers Taalregime VTE s % VTE s KINEPOLIS MULTI NV NL 101,99 15,43% KINEPOLIS MEGA NV NL 81,91 12,40% UGC BELGIUM SA FR 79,27 12,00% KINEPOLIS LIEGE NV NL 36,53 5,53% UTOPOLIS BELGIUM NV NL 36,12 5,47% EMPIRE SA FR 32,11 4,86% FONCIERE IMAGE BELGIQUE SA FR 31,3 4,74% IMAGIX MONS SA FR 21,82 3,30% KINEPOLIS BRAINE SA FR 20,94 3,17% ACINACITTA SA FR 20,6 3,12% EUROSCOOP NV NL 16,72 2,53% LA RENAISSANCE SA FR 15,86 2,40% CINESCOPE SPRL FR 15,77 2,39% EUROSCOOP GENK NV NL 15,51 2,35% SINISCOOP NV NL 11,57 1,75% IMAGIX TOURNAI SA FR 11,36 1,72% Bron: RSZ PSC tabel n 55 We stellen vast dat deze sector vooral bestaat uit grote groepen. Bijna 40% van de werknemers zijn tewerkgesteld bij de Kinepolis Groep, wat deze groep marktleider maakt, opgevolgd door UGC en Utopolis. Evolutie van werkgevers per taal cijfers FR DU NL Totaal Bron : RSZ PSC tabel n 56 VII. Het paritair subcomité exploitatie van bioscoopzalen 50

52 Evolutie van werkgevers per taal percentages FR 51,79% 51,79% 58,18% 55,36% 52,63% 55,56% 56,90% DU 1,79% 1,79% 1,82% 1,79% 1,75% 1,85% 1,72% NL 46,43% 46,43% 40,00% 42,86% 45,61% 42,59% 41,38% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ PSC tabel n 57 We stellen vast dat het aantal werkgevers relatief stabiel gebleven is met een lichte vooruitgang in 2010 waar er 3 nieuwe werkgevers verschenen zijn langs Franstalige zijde tegenover 4 werkgevers die verdwenen zijn langs Nederlandstalige zijde. 35" 30" 25" 20" 15" 10" FR" DU" NL" 5" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Bron: RSZ => Werkgevers grafiek n 66 Wat het aantal VTE s betreft, zien we dat er een daling van 17% is tussen 2008 en Deze daling van het aantal VTE s is vooral merkbaar langs Nederlandstalige kant, de Franstalige zijde kenmerkt zich door een relatieve stabiliteit. Evolutie van de voltijdse equivalenten per taal cijfers FR DU NL Totaal Bron : RSZ PSC tabel n 58 Evolutie van de voltijdse equivalenten per taal percentages FR 41,41% 41,96% 44,68% 45,11% 45,90% 47,92% 48,80% DU 0,05% 0,08% 0,03% 0,08% 0,08% 0,09% 0,24% NL 58,54% 57,96% 55,29% 54,82% 54,01% 51,99% 50,96% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron : RSZ PSC tabel n 59 VII. Het paritair subcomité exploitatie van bioscoopzalen 51

53 500" 450" 400" 350" 300" 250" 200" 150" 100" 50" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" FR" DU" NL" Bron: RSZ => Werkgevers grafiek n 65 VII. Het paritair subcomité exploitatie van bioscoopzalen 52

54 VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector Dit hoofdstuk is gewijd aan de zelfstandigen in de audiovisuele sector, meer bepaald de personen die onderworpen zijn aan het sociaal statuut van zelfstandigen binnen de audiovisuele sector (nace codes 591 en 592) 16. Er valt geen enkele persoon met zelfstandige statuut onder de nace codes 582, 601 en 602. Daarenboven zijn er nog andere personen op zelfstandige basis werkzaam in de audiovisuele sector die wij niet opgenomen hebben in dit verslag omdat het niet eenvoudig is deze te onderscheiden van andere sectoren (bv. de podiumkunsten). De verdeling gebeurt op basis van statuut (zelfstandig, meewerkende echtgenoot), regio, geslacht, leeftijd en aard van de activiteit (hoofdactiviteit, aanvullende activiteit, actief na pensioenleeftijd). 1. Samenvatting Sinds 2008 zien we een stijging van 27% (+352) van het aantal zelfstandigen die actief zijn in audiovisuele producties. Deze lijkt vooral een stijging van het aantal vrouwelijke zelfstandigen te zijn (+273). Proportioneel gezien zijn er meer vrouwen (43%) die een zelfstandige activiteit in bijberoep uitoefenen en meer mannen die actief zijn als zelfstandige in hoofdberoep. De meerderheid van de zelfstandigen (950) zijn afkomstig uit Vlaanderen (57%) 56% zijn zelfstandigen in hoofdberoep en 34% voeren een zelfstandige activiteit uit als bijberoep. Brussel bevat het meeste zelfstandigen in hoofdberoep (73%), in tegenstelling tot Wallonië, waar meer zelfstandigen in bijberoep werkzaam zijn (40%). 58% van de zelfstandigen zijn ouder dan 45 en 3% jonger dan 26 jaar. De meerderheid van de zelfstandigen zijn tussen 26 en 44 jaar. 2. Evolutie van het aantal zelfstandigen Vrouwen Mannen Totaal Jaarlijkse evolutie 5% 4% 8% 0,0% 3% 5% Bron: RSVZ , 2009, 2010, 2011, 2012, 2013, 2014 tabel n 60 We stellen vast dat er sinds 2008 een stijging is van 27% het aantal zelfstandigen in de audiovisuele sector. Deze stijging is beduidend tussen 2008 en 2011 en kenmerkt zich vooral door een toename van het aantal vrouwelijke zelfstandige 16 Voor deze analyse van de zelfstandigen hebben we beslist om de code 592 (het maken van geluidsopnamen en uitgeverijen van muziekopnamen) niet te gebruiken omdat deze toebehoort aan andere sectoren. De code 591 daarentegen behoort integraal tot de audiovisuele sector en filmsector. VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 53

55 1.000" 900" 800" 700" 600" 500" 400" 300" 200" 100" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" 2014" Vrouwen" Mannen" Bron: RSVZ , 2009, 2010, 2011, 2012, 2013, 2014 grafiek n Verdeling mannen / vrouwen Inzake de verdeling mannen vrouwen, zien we dat er meer vrouwelijke zelfstandigen zijn dan het geheel aan vrouwen werkzaam binnen ondernemingen die ressorteren onder het PC 227. De brede audiovisuele sector bevat 39% vrouwen in loondienst tegenover 43% vrouwen met een statuut van zelfstandige. 43%$ Mannen% 57%$ Vrouwen% Bron: RSVZ geslacht grafiek n Geografische verdeling Voor de geografische verdeling hebben we beroep gedaan op het officiële adres (domicilie), wat niet altijd overeenkomt met de plaats waar de professionele activiteit uitgeoefend wordt. Over deze laatste beschikt de RSVZ 17 geen gegevens. Uit onderstaande grafiek is duidelijk zichtbaar dat de meerderheid van de zelfstandigen werkzaam in de audiovisuele sector afkomstig is uit Vlaanderen. 0,4%$ 15%$ Vlaanderen( Wallonië( 28%$ 57%$ Brussel( Buitenland( Bron: RSVZ grafiek n Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 54

56 Geografische verdeling van de zelfstandigen per geslacht De tabel hieronder toont aan dat het aantal vrouwen (30%) actief als zelfstandige binnen de audiovisuele sector in Wallonië groter is dan het aantal mannen. De verhouding bedraagt er 47% vrouwen tegenover 53% mannen. In Vlaanderen en brussel is de verhouding 42% vrouwen tegenover 58% mannen. Mannen Vrouwen Totaal Vlaanderen Wallonië Brussel Buitenland Totaal Bron : RSVZ tabel n " 500" 400" 300" 200" Mannen" Vrouwen" 100" 0" Vlaanderen" Wallonië" Brussel" Buitenland" Bron : RSVZ grafiek n Verdeling per type activiteit Wat het type activiteit betreft, zien we dat het aantal vrouwen werkzaam als zelfstandige in bijberoep groter is dan het aantal mannen, ofwel 43% vrouwen tegenover 27% mannen. Het aantal mannen actief als zelfstandige in hoofdberoep is op zijn beurt groter dan het aantal vrouwen. Mannen Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Bron : RSVZ tabel n 62 Vrouwen VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 55

57 40%# 35%# 30%# 25%# 20%# 15%# Mannen# Vrouwen# 10%# 5%# 0%# Hoofdac/viteit# Aanvullende#ac/viteit# Ac/ef#na#pensioenlee:ijd# Bron : RSVZ grafiek n 75 Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Vlaanderen Wallonië Brussel Buitenland Totaal Bron : RSVZ tabel n 63 Wat de verdeling betreft inzake activiteit zien we dat 56% zelfstandig is als hoofdberoep, 34% is zelfstandig in bijberoep en 10% is actief na de pensioenleeftijd. Verdeling van zelfstandigen per type van activiteit per regio Inzake de verdeling per regio, stellen we vast dat de meeste zelfstandigen die deze als hoofdberoep uitvoeren in Brussel gevestigd zijn. In Wallonië is het aantal zelfstandigen in bijberoep aanzienlijker. Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Vlaanderen 56% 35% 9% Wallonië 48% 40% 12% Brussel 73% 19% 8% Buitenland 50% 33% 17% Totaal 56% 34% 10% Bron : RSVZ tabel n 64 35%# 30%# 25%# 20%# 15%# 10%# Vlaanderen# Wallonië# Brussel# Buitenland# 5%# 0%# Hoofdac.viteit# Aanvullende#ac.viteit# Ac.ef#na#pensioenlee9ijd# Bron : RSVZ grafiek n 76 VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 56

58 6. Verdeling per leeftijd Uit onderstaande tabel kunnen we afleiden dat ruim 58% van de zelfstandigen werkzaam in de audiovisuele sector +45 jaar is. Het merendeel van de zelfstandigen in bijberoep is tussen 26 en 44 jaar (39%). We zien dat het aantal zelfstandigen die - 26 jaar zijn zeer klein is, met 3% van het geheel. Dit kan echter verklaard worden door het feit dat mensen pas overgaan tot zelfstandige activiteit zodra ze genoeg ervaring hebben opgedaan. Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd < 26 jaar Totaal Totaal Bron : RSVZ tabel n 65 Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd < 26 jaar 2% 1% 0% 3% Totaal % 18% 0% 39% % 15% 10% 58% Totaal 56% 34% 10% 100% Bron : RSVZ tabel n 66 Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd < 26 jaar 4% 3% 0% % 52% 0% % 45% 100% Totaal 100% 100% 100% Bron : RSVZ tabel n 67 3%# 58%# 39%# <"26"jaar" 26(44" 45+" Bron : RSVZ grafiek n 77 VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 57

59 Verdeling van de zelfstandigen per leeftijd per regio Als we elke leeftijdscategorie bekijken per regio, zien we dat Brussel het minst aantal zelfstandigen bevat. De meerderheid van de zelfstandigen in hoofdberoep die jonger zijn dan 26 bevinden zich in Vlaanderen. < 26 ans Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Vlaanderen 67% 55% 0% Wallonië 22% 35% 0% Brussel 11% 10% 0% Buitenland 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% Bron : RSVZ tabel n Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Vlaanderen 57% 61% 0% Wallonië 23% 31% 0% Brussel 20% 7% 0% Buitenland 0% 1% 0% Totaal 100% 100% 100% Bron : RSVZ tabel n Hoofdberoep Bijberoep Actief na pensioenleeftijd Vlaanderen 55% 55% 53% Wallonië 25% 35% 34% Brussel 19% 10% 12% Buitenland 0% 0% 1% Totaal 100% 100% 100% Bron : RSVZ tabel n 70 VIII. Zelfstandigen in de audiovisuele sector 58

60 IX. Uitzendkrachten in de audiovisuele sector Een uitzendkracht is door een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid verbonden met een uitzendbureau. De uitzendkracht die bij de gebruiker (onderneming) wordt te werk gesteld, op grond van een (schriftelijke) overeenkomst tussen het uitzendbureau en de gebruiker, wordt niet in het personeelsregister van die gebruiker (onderneming), maar wel in het personeelsregister van het uitzendbureau ingeschreven. Alle ondernemingen dienen in hun jaarrekening onder de sociale balans 18 aan te geven in welke mate zij beroep hebben gedaan op uitzendkrachten. Na elk boekjaar dienen ondernemingen 19 deze jaarrekening neer te leggen bij de Nationale Bank van België. Voor deze analyse van de uitzendarbeid hebben wij bijgevolg een aanvraag gedaan bij de Nationale Bank om alle gegevens te verkrijgen van ondernemingen met nace codes die ressorteren onder het Paritair Comité 227 en het Paritair Subcomité Vervolgens hebben we alle ondernemingen gegroepeert per Paritair Comité. 1. Samenvatting We merken een kleine stijging op van het aantal uitzendkrachten dit terwijl er een daling is van het aantal ondernemingen die beroep doen op uitzendkrachten. Het gebruik van uitzendkrachten is wijdverspreider in Vlaanderen dan in Wallonië. 18 De sociale balans bevat specifieke informatie inzake het personeelsbestand van de ondermeningen: aantal tewerkgestelden, personeelsverloop, gevolgde opleidingen De balans moet opgesteld worden door alle ondernemingen die wetmatig geacht worden een jaarrekening openbaar te maken. Deze sociale balans moet na elk boekjaar als één van de onderdelen van de jaarrekening openbaar gemaakt worden. 19 Niet alle ondernemingen, verenigingen en stichtingen moeten een jaarrekening openbaar maken via de Nationale Bank en sommige ondernemingen moeten zelfs geen jaarrekening opstellen. van- de- jaarrekening/modellen- van- sociale- balans IX. Uitzendkrachten in de audiovisuele sector 59

61 2. Het inschakelen van uitzendkrachten We merkten een enorme daling op in Dit kan verklaard worden door het feit dat veel ondernemingen hun sociale balans meer dan een jaar na de referentiedatum pas gepubliceerd hebben. We nemen bijgevolg het jaar 2014 voor deze analyse niet mee in rekening. Het aantal ondernemingen per PC die beroep doen op tijdelijke werkkrachten WG Bron : RSVZ tabel n 71 We stellen vast dat er binnen het PC 227 een daling is tussen 2008 en 2013 van het aantal ondernemingen die beroep doen op uitzendkrachten. 52# 50# 48# 46# 44# 42# 40# 38# 2008# 2009# 2010# 2011# 2012# 2013# Bron: NBB Sociale Balans PC 227 grafiek n 78 IX. Uitzendkrachten in de audiovisuele sector 60

62 3. Uitzendkrachten Gezien de bijzondere modaliteiten van uitzendarbeid en het feit dat de berekeningswijze die zich baseert op het aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister aan het einde van de maand geen betekenisvolle cijfers oplevert voor de uitzendkrachten, baseren wij ons in deze sectorfoto op het gemiddelde aantal uitzendarbeid vermeld in de jaarrekening. De berekening van dit gemiddelde gebeurt door het aantal daadwerkelijk door uitzendkrachten gepresteerde uren tijdens het boekjaar te delen door het aantal uren dat bij de gebruiker normaal per jaar wordt gepresteerd door werknemers die dezelfde functie uitoefenen. We zien dat er ondanks het feit dat er minder ondernemingen beroep doen op uitzendkrachten, er toch een kleine stijging is van deze laatste tussen 2008 en PC FR 21,9 19,8 27,1 30,8 29,4 37,5 NL ,1 144,8 205,5 175,3 247,3 Total 272,9 265,9 171,9 236,3 204,7 284,8 Jaarlijkse evolutie - 3% - 35% 37% - 13% 39% Bron : RSVZ tabel n 73 Het aantal uitzendkrachten fluctueert enorm, we zien dan ook op onderstaande grafiek de onregelmatigheid van de curve doorheen de jaren. 300" 250" 200" 150" 100" 50" 0" 2008" 2009" 2010" 2011" 2012" 2013" Bron: NBB Sociale Balans PC 227 PSC grafiek n 79 We stellen vast dat het vooral Nederlandstalige ondernemingen zijn die beroep doen op uitzendkrachten. Dit betekent echter niet dat de Franstalige ondernemingen geen beroep doen op extra werkkrachten. In de jaarrekeningen wordt de mate waarin een onderneming beroep doet op een andere intermediaire organisatie om tijdelijke werkkrachten in te schakelen niet opgenome IX. Uitzendkrachten in de audiovisuele sector 61

63 Bijlage 1 Conversietabel NACE- codes / Cluster NACE- Cluster Omschrijving Code Facilitair Prepress- en premediadiensten Facilitair Reproductie van opgenomen media Facilitair Vervaardiging van elektronische onderdelen Facilitair Vervaardiging van magnetische en optische media Facilitair Reparatie van machines Facilitair Groothandel in elektrische huishoudelijke apparaten en audio- en videoapparatuur Facilitair Groothandel in opgenomen beeld- en geluidsdragers Detailhandel in niet- gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotmiddelen overheersen Facilitair (verkoopoppervlakte tussen 100 m² en minder dan 400 m²) Facilitair Detailhandel in computers, randapparatuur en software in gespecialiseerde winkels Facilitair Detailhandel in elektrische huishoudapparaten in gespecialiseerde winkels Detailhandel in dames-, heren-, baby- en kinderboven- en onderkleding en kledingaccessoires in Facilitair gespecialiseerde winkels (algemeen assortiment) Facilitair Detailhandel via postorderbedrijven of via internet Andere Overige posterijen en koeriers Andere Eetgelegenheden met beperkte bediening Andere Cafés en bars Andere Overige uitgeverijen Web / Game Uitgeverijen van computerspellen Web / Game Overige uitgeverijen van software Productie Productie van bioscoopfilms Productie Productie van televisiefilms Productie Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilms Productie Productie van televisieprogramma's Facilitair Activiteiten in verband met films en video- en televisieprogramma's na de productie Andere Distributie van films en video- en televisieprogramma's Andere Vertoning van films Facilitair Maken van geluidsopnamen Facilitair Geluidsopnamestudio's Productie Uitgeverijen van muziekopnamen Facilitair Overige diensten in verband met het maken van geluidsopnamen Zender Uitzenden van radioprogramma's Zender Programmeren en uitzenden van televisieprogramma's Zender Draadloze telecommunicatie Web / Game Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's Web / Game Computerconsultancy- activiteiten Web / Game Beheer van computerfaciliteiten Web / Game Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer Web / Game Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten Web / Game Webportalen Productie Persagentschappen Andere Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, n.e.g Andere Holdings Andere Boekhouders en boekhouders- fiscalisten Andere Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van Andere bedrijfsvoering Andere Overig speur- en ontwikkelingswerk op natuurwetenschappelijk gebied Andere Reclamebureaus Andere Mediarepresentatie Web / Game Activiteiten van grafische designers Web / Game Overige activiteiten van gespecialiseerde designers Productie Activiteiten van fotografen, met uitzondering van persfotografen Web / Game Overige fotografische activiteiten Andere Vertalers en tolken Andere Activiteiten van managers van artiesten, sportlui en overige bekende personaliteiten Facilitair Verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio- en videoapparatuur 62

64 Facilitair Verhuur en lease van andere machines en werktuigen en andere materiële goederen Andere Arbeidsbemiddeling Andere Toeristische informatiediensten Andere Organisatie van congressen en beurzen Andere Overige zakelijke dienstverlening Andere Algemene ziekenhuizen, m.u.v. geriatrische en gespecialiseerde ziekenhuizen Andere Psychiatrische ziekenhuizen Productie Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten Productie Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles Productie Promotie en organisatie van uitvoerende kunstevenementen Facilitair Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken Productie Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten Productie Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten Productie Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten Facilitair Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke Andere Exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele activiteiten Andere Bibliotheken, mediatheken en ludotheken Andere Religieuze organisaties Andere Overige verenigingen 63

65 Bijlage 2 Lijst van paritaire comités Paritair Comité Omschrijving 100 Aanvullend paritair comité voor de werklieden 116 Paritair comité voor de scheikundige nijverheid Paritair subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie 200 Aanvullend paritair comité voor de bedienden 207 Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid 209 Paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid 218 Aanvullend Nationaal paritair comité voor de bedienden 226 Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek 227 Paritair comité voor de audiovisuele sector 302 Paritair comité voor het hotelbedrijf 303 Paritair comité voor het filmbedrijf Paritair subcomité voor de filmproductie Paritair subcomité voor de verdeling van films Paritair subcomité voor de technische filmbedrijvigheid 304 Paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf 329 Paritair comité voor de socio- culturele sector Paritair subcomité voor de socio- culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap Paritair subcomité voor de socio- culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Paritair subcomité voor de federale en bicommunautaire socio- culturele organisaties 337 Paritair comité voor de non- profitsector 339 Paritair comité voor de erkende maatschappijen voor sociale huisvesting 999 Geen paritair comité (heeft betrekking op de publieke sector) 64

66 Bijlage 3 Infographic 65