CE-index. CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg. Werkinstructies meetbureaus

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CE-index. CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg. Werkinstructies meetbureaus"

Transcriptie

1 CE-index CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg Werkinstructies meetbureaus Versie d5.0 Januari 2011

2

3 CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg Werkinstructie meetbureaus

4 Projectnummer: ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. iv Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

5 Inhoud 1 Inleiding Achtergrond Meetbureaus Vragenlijsten Interviewers 4 2 Voorbereiding van de raadpleging 7 3 Cliëntenraadpleging Fase 1: Informeren over het onderzoek Fase 2: Populatiebestand en steekproeftrekking cliënten Fase 3: Informeren ouders/cliëntvertegenwoordigers (alleen wonen en dagbesteding) Fase 4: Achtergrond- en respondentenbestand en inclusie van cliënten (alleen wonen en dagbesteding) Fase 5: Planning Fase 5a: Plannen van de gesprekken (alleen wonen en dagbesteding) Fase 5b: Mergen, drukken en verzenden van de vragenlijsten bij mondelinge interviews (wonen en dagbesteding) Fase 5c: drukken en verzenden van de vragenlijsten bij schriftelijke raadpleging (ambulant) Fase 6: Faciliteren veldwerk bij mondelinge interviews (wonen en dagbesteding) Fase 7: Evaluatie Fase 8: Invoeren van vragenlijsten en rapportage 18 4 Ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging Fase 1: Informeren over het onderzoek Fase 2: Populatiebestand en steekproeftrekking cliënten Fase 3: Achtergrondbestand en respondentenbestand Fase 4: Drukken en verzending vragenlijsten Fase 5: Invoeren van vragenlijsten en rapportage 25 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011 v

6 vi Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

7 1 Inleiding Het uitvoeringsprotocol CQ Index Gehandicaptenzorg voor de Verstandelijke Gehandicaptenzorg bestaat uit een werkinstructie voor de meetbureaus en een werkinstructie voor coördinatoren van de zorginstelling. Binnen elke werkinstructie wordt daarnaast een onderscheid gemaakt tussen de cliëntenraadpleging en de ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging. Deze werkinstructie is bestemd voor de meetbureaus. 1.1 Achtergrond In het Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN, 2007) zijn zorginhoudelijke en cliëntgebonden indicatoren opgesteld om de kwaliteit van de gehandicaptenzorg te kunnen meten. Het instrument waarmee de cliëntervaringen worden gemeten (tijdens de pilotfase CE-index genoemd, inmiddels is de naam CQ Index Gehandicaptenzorg) is ontwikkeld door het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. Dit instrument is in twee pilots binnen diverse zorginstellingen getest en naar aanleiding daarvan aangepast. Ook het instrument waarmee de ervaringen van ouders/cliëntvertegenwoordigers wordt gemeten is ontwikkeld door het ITS, Radboud Universiteit Nijmegen. De zorgorganisaties binnen de gehandicaptenzorg zijn verplicht eens per twee/drie jaar (dit verschilt per zorgkantoor) een (cliënten)raadpleging uit te voeren. Met de resultaten van de raadpleging wordt in verschillende informatiebehoeften voorzien. De uitkomsten kunnen voor de zorginstellingen waardevolle informatie opleveren voor het eigen kwaliteitsbeleid. De zorginstelling kan zich ook vergelijken met andere instellingen omdat het instrument op landelijke schaal wordt toegepast. Tevens komt informatie van alle zorginstellingen ter beschikking van consumenten waardoor zij een meer gefundeerde keuze voor een bepaalde zorginstelling kunnen maken en kan de zorginstelling de informatie gebruiken voor verantwoording aan partijen zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Zorgkantoor. Deze werkinstructie is enkel van toepassing op het meten van cliëntervaringen en ouders/cliëntvertegenwoordigerservaringen binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg. De beschreven richtlijnen zijn vrij gedetailleerd. Omdat ook vergelijking tussen zorginstellingen mogelijk moet zijn is het namelijk van belang dat de metingen zoveel mogelijk op dezelfde, gestandaardiseerde, manier uitgevoerd worden. Ook als verschillende meetbureaus de metingen verrichten. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

8 1.2 Meetbureaus De werkinstructie is geschreven voor de meetbureaus die een cliëntenraadpleging en/of ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging met de CQ Index Gehandicaptenzorg gaan uitvoeren bij een zorginstelling binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg. De zorginstelling is de opdrachtgever. Meetbureaus die gaan werken met de CQ Index Gehandicaptenzorg moeten geaccrediteerd zijn voor scopes A, B en D. Het is ook mogelijk dat de CQ Index Gehandicaptenzorg wordt uitgevoerd door een combinatie van meetbureaus (bijvoorbeeld door een meetbureau met scope A en B in samenwerking met een meetbureau met scope D). Het is voor de meetbureaus ook verstandig om de werkinstructie voor coördinatoren van de zorginstelling goed door te nemen. Het meetbureau houdt tijdens het onderzoek een logboek bij. Hierin staan alle contactgegevens van de zorginstelling en coördinator, aantal cliënten dat geïnterviewd of aangeschreven wordt (per zorgtype), hoeveel ouders aangeschreven worden (per zorgtype) en de concrete planning van de raadpleging. Het meetbureau houdt bij wanneer documenten (brieven, vragenlijsten, formats etc.) zijn binnengekomen of verstuurd. Wanneer er wijzigingen zijn in de afspraken of planning wordt dit genoteerd in het logboek. 1.3 Vragenlijsten Het instrument voor de verstandelijk beperkte cliënten bestaat uit drie vragenlijsten: één over 24-uurszorg/wonen, één over dagbesteding en één over ambulante zorg. De vragenlijsten voor cliënten wonen en dagbesteding worden in een mondeling gesprek met de cliënt afgenomen door een (onafhankelijke) interviewer. Ter ondersteuning is hiervoor door Bureau Beeldwerk van Stichting De Driestroom beeldmateriaal ontwikkeld. De vragenlijst voor ambulante cliënten wordt schriftelijk afgenomen en kent geen beeldmateriaal. Alleen cliënten met een lichte verstandelijke beperking worden bevraagd (mondeling dan wel schriftelijk). Het meetinstrument is alleen bedoeld voor volwassen cliënten en is niet geschikt voor matige, ernstig of zeer ernstig verstandelijk beperkte cliënten of (sterk) gedragsgestoorde cliënten (SGLVG/SGEVG). Voor ouders/cliëntvertegenwoordigers van verstandelijk beperkte cliënten zijn twee vragenlijsten opgesteld: één over 24-uurszorg/wonen en één over dagbesteding. De vragenlijsten voor ouders/cliëntvertegenwoordigers worden schriftelijk afgenomen. Er is voor ouders/cliëntvertegenwoordigers geen lijst over ambulante zorg. Uit de pilot bleek dat instellingen vaak geen contact hebben met en/of adres hebben van ouders/cliëntvertegenwoordigers van ambulante cliënten. De vragenlijst voor ouders/cliëntvertegenwoordigers is alleen bedoeld voor ouders/cliëntvertegenwoordigers van volwassen cliënten. Er zijn geen beperkingen wat betreft de zwaarte van de beperking. Dus ouders/cliëntvertegenwoordigers van alle volwassen cliënten kunnen met dit instrument bevraagd worden. Het kan voorkomen dat een zorginstelling bijvoorbeeld wel 24-uurszorg verleent en dagbestedingslocaties heeft, maar geen ambulante zorg biedt. De raadpleging heeft dan alleen betrekking op de zorg die de instelling verleent. 2 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

9 Een cliënt of ouder/cliëntvertegenwoordiger wordt in de raadpleging slechts eenmaal bevraagd. Ook wanneer de cliënt meer dan één type zorg ontvangt van de zorginstelling. Hierover volgt in paragraaf 3.2 en 4.2 meer. Organisatorische Eenheid, Informatie Eenheid en locaties Per zorginstelling wordt een representatief aantal cliënten bevraagd. Dit houdt in dat grotere zorginstellingen meer cliënten dienen te bevragen dan kleinere zorginstellingen. Om te bepalen hoeveel cliënten de zorginstelling dient te bevragen wordt de structuur van Organisatorische Eenheden (OE s) gebruikt. Per OE wordt één zorgtype (wonen, dagbesteding of ambulant) uitgevraagd. Organisatorische Eenheden bestaan uit maximaal 500 cliënten (die 18 jaar of ouder en licht verstandelijk beperkt zijn). Hoe u en de zorginstelling het concern kunnen inrichten en kunnen bepalen hoeveel cliënten bevraagd dienen te worden leest u in het aparte document over de concerninrichting. Elke OE bestaat uit Informatie Eenheden (IE s; zie figuur 1). Deze Informatie Eenheden worden ook ingezet voor de Zorg Inhoudelijke (ZI) meting. De IE s bestaan uit een aantal locaties, of soms uit 1 locatie die verdeeld is over meerdere IE s (bij een zeer grote locatie). Als een IE bestaat uit voldoende cliënten (die volwassen en licht verstandelijk beperkt zijn) kan de IE overgenomen worden als OE. In andere gevallen zullen IE s moeten worden gekoppeld zodat OE s van een voldoende omvang worden bereikt. Alle IE s moeten vertegenwoordigd zijn in de aangemaakte OE s. Figuur 1 De meetbureaus dienen in de database die ze aanleggen, aan te geven bij welke locatie, IE en OE een cliënt hoort. Hierdoor is terugkoppeling naar de zorginstelling op IE-niveau mogelijk. Dit kan echter alleen als de IE of locatie uit voldoende cliënten bestaat. Wanneer minder dan 15 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

10 cliënten in de steekproef zitten kan het voorkomen dat vanwege uitval het minimumaantal van 10 cliënten niet worden bereikt. In verband met de privacy van de cliënten wordt dan afgeraden uitvraag te doen. De instellingen dienen in hun populatie- en achtergrond/respondentenbestand aan te geven bij welke OE, IE en locatie een cliënt hoort. Op de vragenlijsten dagbesteding en wonen zijn daarnaast op het voorblad deze termen toegevoegd. Aantallen per organisatorische eenheid Hieronder zijn de aantallen interviews en het aantal te verzenden vragenlijsten weergegeven per organisatorische eenheid. De organisatorische eenheden voor de cliëntenraadpleging dienen uit minimaal 150 cliënten (en maximaal 500 cliënten) met een lichte verstandelijke handicap te bestaan. Cliëntenraadpleging: Per organisatorische eenheid dienen er minimaal 45 afgeronde interviews met cliënten 24- uurszorg/wonen (conform de inclusiecriteria) worden afgenomen. Per organisatorische eenheid dienen er minimaal 45 afgeronde interviews met cliënten met dagbesteding (conform de inclusiecriteria) worden afgenomen. Per organisatorische eenheid dienen er minimaal 150 ambulante cliënten (conform de inclusiecriteria) aangeschreven te worden. Ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging: Per organisatorische eenheid dienen er minimaal 150 ouders/cliëntvertegenwoordigers van volwassen cliënten 24-uurszorg/wonen aangeschreven te worden. Per organisatorische eenheid dienen er minimaal 150 ouders/cliëntvertegenwoordigers van volwassen cliënten met dagbesteding aangeschreven te worden. Als het een kleine zorginstelling betreft en de organisatorische eenheid uit minder dan 150 cliënten bestaat is het de bedoeling dat zoveel mogelijk cliënten worden bevraagd. Onderwerpen vragenlijsten De vragenlijsten bestaan uit vragen over diverse thema s als: zorgafspraken, zelfbepaling, belangen, lichamelijk welzijn, psychisch welbevinden, persoonlijke ontwikkeling, sociale relaties, participatie, materieel welzijn, veiligheid, kwaliteit van medewerkers en samenhang in de zorg. De thema s zijn bepaald door het kwaliteitskader van de VGN en niet alle thema s zijn van toepassing bij elk zorgtype. Elke vragenlijst heeft een open vraag naar verbetermogelijkheden of andere opmerkingen. Ook worden enkele persoonsgegevens van de cliënt en/of ouders/cliëntvertegenwoordiger gevraagd. De vragenlijsten die mondeling worden afgenomen (cliënten wonen en dagbesteding) eindigen met een aantal evaluatievragen die de interviewer dient in te vullen. 1.4 Interviewers De vragenlijsten voor cliënten wonen en dagbesteding worden mondeling afgenomen. Er dienen ervaren, getrainde interviewers te worden ingezet, die goed voorbereid zijn, over goede interviewvaardigheden beschikken en die affiniteit en ervaring hebben met de doelgroep. De inter- 4 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

11 viewers moeten onafhankelijk zijn en door het meetbureau getraind zijn in het afnemen van vragenlijsten. De interviewers dienen bij voorkeur ook de extra training (gehouden in oktober en december 2010) te hebben gevolgd. Deze training is gericht op het werken met het beeldmateriaal bij de afname van de interviews met cliënten (wonen en dagbesteding). Voor deze training is een meetprotocol opgesteld die de interviewer heeft ontvangen. Voor het interviewen dient de interviewer deze nogmaals door te nemen. De interviewers van het meetbureau kunnen ook door het meetbureau getraind zijn in het afnemen van de vragenlijsten voor de gehandicaptenzorg. Elke interviewer dient van het meetbureau een unieke code te krijgen. Deze code wordt door de interviewer op het voorblad van de vragenlijst vermeld. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

12 6 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

13 2 Voorbereiding van de raadpleging Wanneer een meetbureau wordt ingehuurd door een zorginstelling dient in een vroeg stadium overleg plaats te vinden met de zorginstelling over de organisatie en uitvoering van de raadpleging. Het overleg dient in ieder geval over de volgende zaken te gaan (indien zowel cliënten als ouders/cliëntvertegenwoordigers worden bevraagd): De planning en periode van onderzoek. Uitwisseling gegevens (reserve)coördinator van de instelling en het meetbureau. Aantal te interviewen cliënten; en/of. Aantal aan te schrijven cliënten (bij onderzoek onder ambulante cliënten) en ouders/vertegenwoordigers. De benadering en informatie voor vertegenwoordigers (brieven). De benadering en informatie van cliënten (brieven, folders, mondelinge toelichting). Trekken van de steekproef (uitgevoerd door de coördinator van de zorginstelling). Aanleveren van het respondentenbestand (inclusief adressen van ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten wonen en dagbesteding). Aanleveren van de planning (bij mondelinge interviews). De raadpleging wordt samen met de (reserve)coördinator goed doorgesproken (eventueel aan de hand van de werkinstructie voor de coördinator) en het meetbureau overhandigd de werkinstructie aan de coördinator van de zorginstelling (indien nog niet aanwezig). De coördinator van de zorginstelling dient vooraf goed op de hoogte te zijn van de werkzaamheden die hij/zij moet gaan uitvoeren. Het is van belang dat er voldoende tijd zit tussen dit eerste overleg en de daadwerkelijke afname van de vragenlijsten. Die tijd kan de zorginstelling goed gebruiken om medewerkers van de instelling en cliënten op de hoogte te brengen van het onderzoek. Uit de pilot is gebleken dat wanneer partijen goed op de hoogte zijn van het onderzoek dit leidt tot een eenvoudigere uitvoering van de raadpleging. De doorlooptijd van het onderzoek is minimaal drie maanden. Echter de ervaring leert dat een periode van vier of vijf maanden meer geschikt is. Vooral de fase van informeren van partijen, het opleveren van de bestanden (inclusief het beoordelen van de cliënten) en het maken van een planning (bij mondelinge interviews) nemen redelijk wat tijd in beslag. Reken voor elk onderdeel ongeveer een maand (voor een deel kunnen werkzaamheden tegelijk worden uitgevoerd). Zeker als de zorginstelling een grote organisatie met veel verschillende locaties is, is het verstandig vier maanden uit te trekken voor het onderzoek. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

14 8 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

15 3 Cliëntenraadpleging Hieronder wordt per fase van de cliëntenraadpleging toegelicht wat de taken van het meetbureau zijn. In de werkinstructie voor de coördinator van de instelling worden dezelfde fasen onderscheiden. De instructies zijn gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan tijdens de pilot. De zorginstelling stelt een coördinator en een reserve-coördinator aan. De coördinator vormt het aanspreekpunt voor het meetbureau en is verantwoordelijk voor het voorbereiden en faciliteren van de interviews. De reserve-coördinator neemt de taken waar bij afwezigheid van de coördinator. 3.1 Fase 1: Informeren over het onderzoek De instelling informeert de verschillende groepen die betrokken zijn bij het onderzoek. Dit zijn: de directie; de cliëntenraad; de medewerkers; ouders/cliëntvertegenwoordigers; cliënten. Hiervoor kan worden aangesloten bij diverse overlegvormen binnen de eigen instelling zoals het managementoverleg, vergaderingen van de cliëntenraad, teamoverleg en groepsoverleg. Bovendien is er informatiemateriaal ontwikkeld die de instelling kan gebruiken: een informatiefolder voor medewerkers en één voor cliënten. Voor ouders/cliëntvertegenwoordigers is een informatiebrief en toestemmingsbrief (bij onder curatelestelling van de cliënt; zie paragraaf 3.3) opgesteld. Achterin de werkinstructie voor coördinatoren zijn de voorbeeldbrieven opgenomen. Zowel ouders als cliënten moeten voorafgaand aan het onderzoek geïnformeerd worden dat het onderzoek plaatsvindt en dat gegevens van henzelf of hun kind kunnen worden gebruikt. Vooraf moeten cliënten en hun ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) bezwaar aan kunnen tekenen tegen gebruik van hun gegevens. Daarnaast kunnen de cliënt of ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) op elk ander moment tijdens de dataverzameling aangeven niet mee te willen/kunnen doen aan het onderzoek. Dit moet dan worden vermeld op de RIP-lijsten (fase 8). Samen met de coördinator van de zorginstelling wordt afgesproken of het meetbureau betrokken wordt bij deze fase. Het blijft de verantwoordelijkheid van de zorginstelling dat alle partijen goed geïnformeerd worden. 3.2 Fase 2: Populatiebestand en steekproeftrekking cliënten De zorginstelling maakt enkele bestanden per zorgtype waarmee ze deelnemen aan de raadpleging: het populatiebestand en het achtergrond/respondentenbestand. Het uitgangspunt is het cliëntenbestand van de zorginstelling. Dit bestand bestaat uit alle cliënten die zorg binnen de Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

16 VG ontvangen. Het populatie- en achtergrond/respondentenbestand van een bepaald zorgtype (wonen, dagbesteding of ambulant) zijn selecties uit dit cliëntenbestand. Hieronder wordt beschreven hoe het populatiebestand en achtergrond/respondentenbestand tot stand komen. Het populatiebestand (per zorgtype) komt als volgt tot stand: Bijwerken van het totale cliëntenbestand met alle VG-cliënten binnen de instelling. Selecteren van de cliënten van 18 jaar en ouder. Voor de cliëntenraadpleging geldt dat het instrument niet geschikt is voor gedragsgestoorde cliënten en cliënten met een matige, ernstige of zeer ernstige verstandelijke beperking. Deze cliënten worden uit de bestanden verwijderd. Alleen de cliënten met een lichte verstandelijke beperking blijven over. Cliënten waarvan de ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) bezwaar hebben gemaakt tegen deelname aan het onderzoek, worden uitgesloten. Opdelen van het cliëntenbestand naar de zorgtypes wonen, dagbesteding en ambulante dienstverlening. Een cliënt kan meerdere typen zorg ontvangen en dus in meerdere bestanden voorkomen. Leidend is de zorg die de cliënt daadwerkelijk krijgt en niet waarvoor de cliënt geïndiceerd is. Indien de instelling dit geregistreerd heeft, worden voor de zorgtypes wonen en dagbesteding cliënten geselecteerd die tenminste twee jaar hebben deelgenomen (hoeft niet te zijn afgerond) aan VSO-ZMLK onderwijs of ander speciaal onderwijs (exclusief ZMOK onderwijs). Als dit niet geregistreerd is binnen de instelling, worden cliënten in fase 4 individueel op hun ontwikkelingsniveau beoordeeld (paragraaf 3.4). De populatiebestanden voor de cliëntenraadpleging zijn nu opgesteld. Er is een populatiebestand voor wonen, dagbesteding en ambulante zorg. De populatiebestanden bestaan uit onderstaande gegevens: uniek cliëntnummer; geslacht; geboortedatum of geboortejaar; zorgtype; (optioneel: afdelingscode of ander onderscheid. Dit is van belang als de zorginstelling terugkoppeling van resultaten wenst op een lager niveau). U, als meetbureau, noteert in de meetverantwoording uit hoeveel cliënten het cliëntenbestand bestaat en hoeveel cliënten om welke reden uitgesloten worden van de steekproef. Daarnaast noteert u per populatiebestand het aantal cliënten, de gemiddelde leeftijd en het aantal mannen en vrouwen in deze groep. Op basis van deze gegevens kan de representativiteit van de uiteindelijke steekproef worden gecontroleerd. Als per zorgtype meerdere Organisatorische Eenheden onderscheiden worden, worden de bestanden naar OE ingedeeld. Onderstaande instructies gelden per OE. 10 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

17 Trekken van de steekproef Per organisatorische eenheid wordt een steekproef getrokken om het achtergrondbestand (per OE) te maken. In de werkinstructie van het CKZ leest u hoe dat kan. Het trekken van de steekproef is de verantwoordelijkheid van de coördinator van de zorginstelling. De ervaring leert dat coördinatoren hiertoe prima in staat zijn (eventueel met ondersteuning van het meetbureau). Het meetbureau kan, indien gewenst door de zorginstelling, de taak overnemen van de coördinator, maar dit zal in de meeste gevallen niet nodig zijn. Hierover maakt het meetbureau afspraken met de zorginstelling. Indien het populatiebestand (of OE) wonen of dagbesteding, uit meer dan 150 cliënten bestaat dient er een steekproef getrokken te worden. De steekproef bestaat uit 150 cliënten. De cliënten uit de steekproef vormen het achtergrondbestand wonen en/of dagbesteding. Het trekken van een steekproef heeft als voordeel dat de instelling niet van alle cliënten van een bepaald zorgtype hoeft te bepalen of zij voldoen aan het inclusiecriterium (zie paragraaf 3.4). Dit hoeft namelijk alleen te gebeuren bij de 150 cliënten die opgenomen zijn in de steekproef. Er dient per zorgtype 45 interviews te worden gerealiseerd met cliënten die voldoen aan het inclusiecriterium. Mocht een instelling inschatten dat een groter of kleiner percentage van de cliënten zal voldoen aan het inclusiecriterium dan kan de omvang van de steekproef hierop aangepast worden. Indien het populatiebestand ambulante zorg, na deze selectie uit meer dan 150 cliënten bestaat dient er een steekproef getrokken te worden. De steekproef bestaat uit 150 cliënten. De cliënten uit deze steekproef vormen het achtergrondbestand ambulante zorg. Voor deze groep geldt dat de zorginstelling niet hoeft na te gaan of de cliënten voldoen aan het inclusiecriterium. Alle cliënten uit de steekproef ontvangen een schriftelijke vragenlijst. Indien een populatiebestand uit minder dan 150 cliënten bestaat hoeft er geen steekproef getrokken te worden en behoren alle cliënten van dit zorgtype tot het achtergrondbestand. De zorginstelling probeert zoveel mogelijk cliënten uit deze groep te laten interviewen (als 45 cliënten niet haalbaar (b)lijkt). Wanneer na de selectie weinig cliënten over blijven dient de zorginstelling zich ervan bewust te zijn dat wanneer minder dan 10 cliënten geïnterviewd kunnen worden (of ingeschat wordt dat minder dan 10 schriftelijke vragenlijsten retour komen) per OE, IE of locatie, het meetbureau de resultaten niet mag terugrapporteren naar de instelling (per OE, IE of locatie). Binnen deze steekproef wordt vervolgens voor de zorgtypes wonen en dagbesteding bepaald welke cliënten mee kunnen doen aan het onderzoek en wie geïnterviewd gaat worden. De zorginstelling selecteert de cliënten die voldoen aan de inclusiecriteria (zie paragraaf 3.4). De steekproef is dus groter dan het aantal cliënten dat geïnterviewd wordt. Het doel is per zorgtype 45 cliënten te interviewen die voldoen aan de inclusiecriteria. Zoals hierboven beschreven geldt voor het zorgtype ambulant dat alle cliënten in het achtergrondbestand een vragenlijst thuis gestuurd krijgen. Ontdubbelen van de achtergrondbestanden Het kan voorkomen dat een cliënt in meerdere achtergrondbestanden (steekproeven) voorkomt omdat een cliënt meerdere typen zorg (bijvoorbeeld wonen en dagbesteding) ontvangt van de Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

18 zorginstelling. De achtergrondbestanden dienen door de zorginstelling ontdaan te worden van dubbelingen. Het belangrijkst hierbij is dat de beoogde aantallen (mondelinge interviews of retour gekomen vragenlijsten) behaald worden. Wanneer de zorginstelling bijvoorbeeld inschat dat bij wonen meer cliënten niet aan de inclusiecriteria zullen voldoen dan bij dagbesteding dan worden cliënten die zowel in het achtergrondbestand wonen en dagbesteding voorkomen verwijderd bij dagbesteding en behouden bij wonen. Het trekken van de steekproef resulteert in het achtergrondbestand voor de ambulante cliënten. Het achtergrondbestand bestaat uit de volgende gegevens: uniek cliëntnummer; geslacht; geboortedatum; zorgtype; (optioneel: afdelingscode of ander onderscheid). Het meetbureau controleert de representativiteit van de steekproef en de resultaten worden genoteerd in de Meetverantwoording. Daarna wordt het respondentenbestand opgesteld. Het respondentenbestand bestaat enkel uit cliënten die zijn geselecteerd in de steekproef en bevat de communicatiegegevens die nodig zijn in de dataverzameling (zie hiervoor de werkinstructie van CKZ). In principe geldt dus voor de ambulante zorg dat het achtergrond- en respondentenbestand dezelfde cliënten bevat. Het meetbureau ontvangt het achtergrond- en respondentenbestand van de coördinator van de zorginstelling. De ouders van de cliënten uit het achtergrondbestand van wonen en dagbesteding worden geïnformeerd (paragraaf 3.3) en voor deze cliënten wordt nagegaan of ze voldoen aan het inclusiecriterium (paragraaf 3.4). Deze gegevens dienen opgenomen te worden in het achtergrondbestanden van deze zorgtypes. 3.3 Fase 3: Informeren ouders/cliëntvertegenwoordigers (alleen wonen en dagbesteding) Alleen de ouders/cliëntvertegenwoordigers van de cliënten uit de achtergrondbestanden (steekproeven) wonen en dagbesteding worden geïnformeerd over het feit dat de cliënt wellicht geïnterviewd wordt. Van de ambulante cliënten worden geen ouders/cliëntvertegenwoordigers geïnformeerd. Vaak is dit ook niet mogelijk omdat de instelling geen contact met hen heeft. De ouders/cliëntvertegenwoordigers worden door middel van een schriftelijke brief op de hoogte gebracht van het onderzoek binnen de instelling en dat het mogelijk is dat hun kind/de cliënt wordt benaderd voor deelname aan het onderzoek 1. Ouders/cliëntvertegenwoordigers kunnen aangeven wanneer ze niet willen dat de cliënt deelneemt aan het onderzoek. Echter, formeel hoeven de ouders/cliëntvertegenwoordigers niet om toestemming te worden gevraagd. De ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten die onder curatele staan worden geïnformeerd en daarnaast wél expliciet om toestemming gevraagd. 1 Sommige instellingen geven er de voorkeur aan de ouders pas te informeren nádat de instelling de cliënt heeft benaderd voor een interview. 12 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

19 Voor beide situaties zijn voorbeeldbrieven opgenomen in de werkinstructie voor de coördinator. Het versturen van de brief is de taak van de coördinator van de zorginstelling. De brief moet gedrukt zijn op briefpapier van de instelling en ondertekend zijn door de directeur of voorzitter van de raad van bestuur van de instelling. Wanneer expliciet om toestemming wordt gevraagd (dus bij cliënten die onder curatele staan) stuurt de zorginstelling ook een retourenvelop mee die gebruikt kan worden voor het terugsturen van het bezwaarformulier. De coördinator van de instelling geeft in het achtergrondbestand aan wanneer ouders/cliëntvertegenwoordigers bezwaar hebben gemaakt tegen deelname van de cliënt aan het onderzoek. De cliënt wordt dan niet benaderd voor een interview. 3.4 Fase 4: Achtergrond- en respondentenbestand en inclusie van cliënten (alleen wonen en dagbesteding) Alleen voor de cliënten die mondeling geïnterviewd gaan worden (cliënten wonen en dagbesteding) gaat de instelling na of de cliënten uit de steekproef benaderd kunnen worden voor een interview met behulp van de CQI VG. Voor de ambulante cliënten hoeft dus niet te worden nagegaan of zij voldoen aan het inclusiecriterium. Voor hen is het voldoende om te weten dat het volwassen cliënten zijn met een lichte verstandelijke beperking. De instelling beoordeelt of de cliënten (wonen en/of dagbesteding) uit de steekproef benaderd kunnen worden voor een interview met behulp van de CQI VG. Indien dit binnen de instelling geregistreerd is, is dit in fase 2 gebeurd aan de hand van het volgende criterium: Cliënt heeft twee jaar deelgenomen aan VSO-ZMLK onderwijs of heeft vergelijkbaar onderwijs gevolgd. Dit onderwijs hoeft niet te zijn afgerond. Het kan voorkomen dat dit binnen de zorginstelling niet bekend is voor de cliënt. Dan maakt de zorginstelling een inschatting of de cliënt kan deelnemen aan het onderzoek. Richtlijnen hierbij zijn: De cliënt heeft een IQ tussen de 35 en 90 (of hoger). De cliënt heeft een ontwikkelingsniveau van tenminste een vierjarige. De cliënt moet ook in staat zijn tot communicatie. Omdat de afname van de vragenlijst wordt ondersteund met beeldmateriaal hoeft dit niet per se mondelinge communicatie te zijn. In veel gevallen zal de coördinator deze beoordeling uitbesteden aan personen die de cliënten goed kennen zoals gedragskundigen, groepsleiding of verzorgenden. Voor de cliënten die, op basis van het inclusiecriterium, niet mee kunnen doen aan het onderzoek geeft de coördinator in het achtergrondbestand aan wat hiervan de reden is. Het trekken van de steekproef en het vervolgens informeren van de ouders en nagaan van het inclusiecriterium resulteert in de achtergrondbestanden voor wonen en dagbesteding. Deze bestanden bestaan enkel uit cliënten die in de steekproef voorkomen en bevat de gegevens die Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

20 nodig zijn voor de controle op representativiteit en voor de responsanalyse. De achtergrondbestanden wonen en dagbesteding bestaan uit de volgende gegevens: uniek cliëntnummer; geslacht; geboortedatum; zorgtype; bezwaar tegen deelname (van ouders of curator); 2 jaar VSO-ZMLK onderwijs gevolgd (of IQ, of ontwikkelingsniveau); (optioneel: afdelingscode of ander onderscheid). Het meetbureau controleert de representativiteit van de steekproef en de resultaten worden genoteerd in de Meetverantwoording. Daarna wordt het respondentenbestand opgesteld. Het respondentenbestand bestaat enkel uit cliënten uit de steekproef die daadwerkelijk geïnterviewd kunnen worden (die dus voldoen aan het inclusiecriterium en waarbij de curator geen bezwaar heeft gemaakt tegen deelname). Het respondentenbestand bevat de communicatiegegevens die nodig zijn in de dataverzameling (zie hiervoor de werkinstructie van CKZ). Het meetbureau ontvangt de achtergrond- en respondentenbestanden van de coördinator van de zorginstelling. 3.5 Fase 5: Planning Nu bekend is welke cliënten benaderd kunnen worden voor een interview (de cliënten uit de respondentenbestanden), wordt in onderstaande paragrafen uiteengezet hoe het plannen van de gesprekken en de schriftelijke raadpleging is vormgegeven Fase 5a: Plannen van de gesprekken (alleen wonen en dagbesteding) Het plannen van de gesprekken is uiteraard alleen van toepassing voor de zorgtypes waarbij de interviews mondeling worden afgenomen. Voor ambulante cliënten hoeven dus geen gesprekken gepland te worden. De instelling benadert de cliënten voor een interviewafspraak die voldoen aan de inclusiecriteria en waarvoor geen bezwaar is gemaakt tegen deelname. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de coördinator. Hij/zij kan deze taak uitbesteden aan de begeleiders van de cliënten. Aantal interviews Er worden per OE minimaal 45 cliënten wonen (die voldoen aan de inclusiecriteria) mondeling geïnterviewd. Er worden per OE minimaal 45 cliënten dagbesteding (die voldoen aan de inclusiecriteria) mondeling geïnterviewd. Deze 45 interviews per OE dienen volledig afgeronde interviews te zijn. Wanneer er meer cliënten voldoen aan de inclusiecriteria dan het aantal cliënten dat geïnterviewd dient te worden, wordt door de coördinator willekeurig gekozen wie benaderd wordt voor 14 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

21 het maken van een afspraak. De overige cliënten belanden op de reservelijst. Als er cliënten afvallen omdat zij bijvoorbeeld niet mee willen doen aan het onderzoek worden de cliënten van de reservelijst ingezet. Wanneer er niet genoeg cliënten voldoen aan de inclusiecriteria om 45 interviews per zorgtype te realiseren dan zal de instelling een extra steekproef moeten trekken. De grootte van deze steekproef is afhankelijk van het tekort en het percentage cliënten dat in de eerste steekproef voldeed aan de inclusiecriteria. Wanneer het niet mogelijk is een extra steekproef te trekken (bijvoorbeeld omdat alle cliënten in het achtergrondbestand waren opgenomen) wordt geprobeerd zoveel mogelijk cliënten te interviewen. Wanneer per zorgtype minder dan 10 interviews (kunnen) worden gehouden zal er, in verband met de privacy van de cliënten, geen terugkoppeling van de resultaten naar de zorginstelling plaatsvinden. Benaderen van de cliënt Wanneer de cliënt benaderd wordt, wordt de cliënt geïnformeerd over het onderzoek (naast de al eerdere informatieverstrekking). Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de informatiefolder cliënten. Daarnaast moet aan de cliënt gevraagd worden of hij/zij een gesprek wil voeren over de zorg die hij/zij ontvangt. Als de cliënt geen bezwaar heeft dan kan hij/zij worden ingepland voor deelname. Dit gaat uiteraard in overleg met de cliënt. Als de cliënt niet wil meedoen aan het onderzoek dan registreert de coördinator dit in het respondentenbestand. Inplannen van de gesprekken Het inplannen van de gesprekken is de verantwoordelijkheid van de coördinator. Samen met het meetbureau is bepaald wanneer de interviews gaan plaatsvinden en hoeveel interviewers er beschikbaar zijn. Het ITS heeft een formulier in Excel opgesteld om de afspraken in te plannen. Uiteraard kan het meetbureau ook zelf een formulier ontwikkelen. Op de planning moeten in ieder geval de volgende gegevens weergegeven zijn: datum en tijd interview; locatie interview (naam woongroep/dagbestedingscentrum, straatnaam, huisnummer, postcode, plaatsnaam); cliëntnummer; naam van de cliënt (cliënt heeft ingestemd met interview); zorgtype (dagbesteding of wonen); overige hulpmiddelen/bijzonderheden; (voor)naam persoonlijk begeleider van de cliënt; contactgegevens van de (reserve)coördinator van de zorginstelling. Een gesprek duurt, inclusief evaluatie, maximaal 45 minuten. Het meetbureau neemt daarnaast met de coördinator door welke gegevens op de planning dienen te komen en dat er rekening moet worden gehouden met reistijd en pauzes. Andere zaken waarmee de coördinator rekening dient te houden zijn: Zoveel mogelijk afspraken op één dag plannen. Het maximum wordt in overleg met het meetbureau bepaald. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

22 De gesprekken zoveel mogelijk overdag plannen. Voldoende reistijd reserveren tussen afspraken als cliënten op meerdere locaties wonen of werken. Afspraak afstemmen op (dagbesteding)activiteiten van de cliënten. Cliënten hoeven geen vrij te nemen of andere afspraken te verzetten voor het interview. Afspraak met cliënten met dagbesteding is op de locatie en op de tijden van de dagbesteding. Afspraak met cliënten met 24-uurszorg is op de woonvorm van de cliënt. Als de cliënt het op prijs stelt, bestaat er een mogelijkheid voor het bijwonen van het interview door een begeleider, dit mag echter niet de persoonlijke begeleider van de cliënt zijn. Ook een verwante van de cliënt kan het gesprek bijwonen. Het meetbureau ontvangt de planning van de zorginstelling Fase 5b: Mergen, drukken en verzenden van de vragenlijsten bij mondelinge interviews (wonen en dagbesteding) Het mergen en drukken van de vragenlijsten en het verzenden van de vragenlijsten naar de interviewer is de verantwoordelijkheid van het meetbureau. Het meetbureau kent aan iedere cliënt in de steekproef een uniek 11-cijferige code toe, het zogenaamde enquêtenummer (zie hiervoor de werkinstructie van CKZ). De vragenlijst is per mondeling geïnterviewde cliënt uniek. Op het voorblad van de vragenlijst zijn onderstaande gegevens weergegeven: Respondentnummer (enquêtenummer); naam instelling; code instelling (drie cijfers, toegekend door meetbureau); type zorgvorm (OE) (1=wonen; 2=dagbesteding); informatie eenheid (IE); locatie; uniek cliëntnummer (toegekend door meetbureau); interviewbureau; code interviewer; geslacht cliënt; leeftijd cliënt; aard beperking; term persoonlijke begeleider; term voor zorgplan; term cliëntenraad; naam klachtenfunctionaris; naam vertrouwenspersoon (voor eventuele nazorg); overige instellingsspecifieke termen. De handigste methode om de gegevens goed op het voorblad te drukken is (per zorgtype) een excelbestand aan te maken met bovenstaande kolommen en deze gegevens vervolgens in word 16 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

23 te mergen op het voorblad van de vragenlijst. Vervolgens drukt u deze voorbladen af en voegt u ze samen met het binnenwerk van de vragenlijst. Op basis van het uniek cliëntnummer (toegekend door het meetbureau) op de planning kunnen de cliëntgegevens (geslacht, leeftijd en aard beperking) uit het achtergrond- of respondentenbestand worden toegevoegd. De gegevens vanaf term persoonlijke begeleider dienen door het meetbureau opgevraagd te worden bij de coördinator van de zorginstelling. De coördinator bekijkt de vragenlijsten en geeft door of er nog andere instellingsspecifieke termen zijn die handig zijn voor de interviewer om te weten. De vragenlijsten dienen dubbelzijdig en in kleur gedrukt te worden. Dit laatste in verband met de aanduiding van het beeldmateriaal in de vragenlijst. Het meetbureau stuurt de juiste vragenlijsten met retourenveloppen naar de interviewer. Het is ook aan te bevelen enkele blanco vragenlijsten te sturen naar de interviewers. Deze kunnen zij in geval van nood gebruiken Fase 5c: drukken en verzenden van de vragenlijsten bij schriftelijke raadpleging (ambulant) De cliëntenraadpleging onder ambulante cliënten vindt schriftelijk plaats. Het meetbureau drukt de vragenlijsten en verstuurt ze naar de cliënten. De vragenlijst wordt, door het meetbureau, instellingsspecifiek gemaakt. Daarvoor worden alle termen die tussen < > staan, vervangen door instellingsspecifieke termen. Op het voorblad vermeldt het meetbureau het enquêtenummer. Het meetbureau kent aan iedere cliënt in de steekproef dit unieke 11-cijferige enquêtenummer toe (zie hiervoor de werkinstructie van CKZ). Het meetbureau verstuurt de vragenlijsten namens de zorginstelling. De vragenlijst met het juiste enquêtenummer gaat naar de juiste cliënt. De vragenlijst wordt begeleid door een brief van de zorginstelling, waarin zij de cliënt verzoekt om deelname. Deze brief is gedrukt op briefpapier van de instelling en ondertekend door de instelling. Op de begeleidende brief is ook het enquêtenummer vermeldt. Een voorbeeld van deze brief vindt u in de werkinstructie van de coördinatoren. Ook wordt een retourenvelop meegestuurd. Dit alles wordt verstuurd in een envelop van de zorginstelling. Na het versturen van de vragenlijst wordt na 3 weken een reminder gestuurd. De cliënten die de vragenlijst hebben ingevuld ontvangen ook een bedankbriefje. Hieronder is weergegeven wanneer dit alles verstuurd dient te worden: Week 0: vragenlijsten versturen (envelop gevuld met begeleidende brief, vragenlijst en retourenvelop aan alle respondenten). Week 3: reminder vragenlijsten versturen aan non-respondenten. Week 6: bedankbrief versturen aan respondenten. Het meetbureau houdt hiervoor ook nauwkeurig bij welke cliënten de vragenlijst ingevuld hebben. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

24 3.6 Fase 6: Faciliteren veldwerk bij mondelinge interviews (wonen en dagbesteding) De coördinator van de zorginstelling zorgt ervoor dat de interviewer op de dag van de interviews wordt opgevangen. De medewerkers en de cliënten behoren te weten dat er die dag geïnterviewd gaat worden. De coördinator (eventueel uitbesteed aan andere medewerkers) regelt een geschikte ruimte voor het voeren van de interviews. Dit is bij de cliënt thuis op de woonvorm of op de dagbestedingslocatie. Het interview dient plaats te vinden in een rustige ruimte. De coördinator stelt de interviewer op de hoogte van eventuele afzeggingen. Hij/zij benadert cliënten van de reservelijst voor het maken van een afspraak wanneer cliënten alsnog niet mee (kunnen) doen. Dit gebeurt in overleg met het interviewbureau. Het meetbureau geeft aan de coördinator door wanneer er gesprekken niet door zijn gegaan. De coördinator kan deze cliënten opnieuw inplannen. Verder faciliteert de coördinator (eventueel uitbesteed aan andere medewerkers) de interviews door cliënten te stimuleren om op tijd te zijn, te zorgen voor de juiste ondersteuning en hulpmiddelen, de veiligheid van interviewers te waarborgen en indien nodig te voorzien in nazorg voor cliënten. 3.7 Fase 7: Evaluatie Tijdens en na de interviews gaat het meetbureau bij de interviewers en de coördinator van de zorginstelling na hoe de interviews verlopen en stuurt indien nodig en mogelijk bij. Nadat het veldwerk is afgelopen evalueren het meetbureau en de (reserve)coördinator de afname van de CQI VG. U vraagt aan de interviewers een inschatting te maken van het ontwikkelingsniveau van de cliëntenpopulatie in zijn geheel. Dit wordt in de meetverantwoording vermeld. 3.8 Fase 8: Invoeren van vragenlijsten en rapportage Het meetbureau voert de ontvangen vragenlijsten in. De zorginstelling kan met het meetbureau afspraken maken over de wijzen van terugkoppeling van de resultaten. Het gaat dan om de ongecorrigeerde resultaten of resultaten op IE of locatieniveau. De gecorrigeerde resultaten en de benchmarkgegevens worden door een nog te bepalen Thrusted Third Party (TTP) geleverd. Hiervoor moet het meetbureau de gecontroleerde en geschoonde databestanden aan de TTP aanleveren. Over de frequentie en tijdstippen van deze tranches worden de meetorganisaties geïnformeerd via 18 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

25 Meer informatie over de opschoning en analyse staat in de meetverantwoording van de cliëntenraadpleging. RIP-lijsten Vragenlijsten die onbestelbaar retour komen en vragenlijsten van respondenten die overleden zijn of die hebben aangegeven dat ze niet willen of kunnen meewerken aan het onderzoek dienen niet in het databestand ingevoerd te worden. Deze aanmeldingen worden, door het meetbureau, genoteerd op zogenaamde RIP-lijsten. Alle overige vragenlijsten moeten wel ingevoerd worden. Ook die vragenlijsten waarvan u als meetbureau verwacht dat die tijdens de opschoning verwijderd gaan worden. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

26 20 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

27 4 Ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging Hieronder wordt per fase van de ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging toegelicht wat de taken van het meetbureau zijn. In de werkinstructie voor de coördinator van de instelling worden dezelfde fasen onderscheiden. Deze raadpleging vindt, in tegenstelling tot de cliëntenraadpleging, geheel schriftelijk plaats en wordt alleen uitgevoerd onder ouders/cliëntvertegenwoordigers van cliënten die 24-uurszorg ontvangen of naar de dagbesteding gaan. De enige beperking is dat het om ouders/cliëntvertegenwoordigers van volwassen cliënten dient te gaan. De ouders/cliëntvertegenwoordigers van 150 cliënten wonen en dagbesteding ontvangen een schriftelijke vragenlijst. Mocht de ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging op een ander moment plaatsvinden dan de cliëntenraadpleging dan zullen de eerste stappen voor het opstellen van het populatiebestand (zie ook hoofdstuk 3) opnieuw uitgevoerd moeten worden. 4.1 Fase 1: Informeren over het onderzoek De zorginstelling informeert de verschillende groepen die betrokken zijn bij het onderzoek. Dit zijn: de directie; de cliëntenraad; de medewerkers; ouders/cliëntvertegenwoordigers; cliënten. Hiervoor kan worden aangesloten bij diverse overlegvormen binnen de eigen instelling zoals het managementoverleg, vergaderingen van de cliëntenraad, teamoverleg en groepsoverleg. Tevens kan er gebruik worden gemaakt van de gebruikelijke communicatievormen met medewerkers en ouders/cliëntvertegenwoordigers (bijvoorbeeld intranet, mail, nieuwsbrieven). Ouders moeten voorafgaand aan het onderzoek geïnformeerd worden dat het onderzoek plaatsvindt en dat gegevens van henzelf of hun kind kunnen worden gebruikt. Vooraf moeten ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) bezwaar aan kunnen tekenen tegen gebruik van hun gegevens. Daarnaast kunnen de ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) op elk ander moment tijdens de dataverzameling aangeven niet mee te willen/kunnen doen aan het onderzoek. Dit moet dan worden vermeld op de RIP-lijsten (fase 5). Wanneer de zorginstelling in dezelfde periode ook een cliëntenraadpleging laat uitvoeren kan het informeren over beide onderzoeken tegelijk plaatsvinden. Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

28 4.2 Fase 2: Populatiebestand en steekproeftrekking ouders/cliëntvertegenwoordigers Voor het opstellen van de populatiebestanden wonen en dagbesteding voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging worden de eerste stappen doorlopen van de cliëntenraadpleging. De zorginstelling maakt enkele bestanden per zorgtype waarmee ze deelnemen aan de raadpleging: het populatiebestand en het achtergrond/respondentenbestand. Het uitgangspunt is het cliëntenbestand van de zorginstelling. Dit bestand bestaat uit alle cliënten die zorg binnen de VG ontvangen. Het populatie- en achtergrond/respondentenbestand van een bepaald zorgtype (wonen of dagbesteding) zijn selecties uit dit cliëntenbestand. Hieronder wordt beschreven hoe het populatiebestand en achtergrond/respondentenbestand tot stand komen. We gaan hierbij uit van één organisatorische eenheid per zorgtype. Het populatiebestand (per zorgtype) voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging komt als volgt tot stand: Bijwerken van het totale cliëntenbestand met alle VG-cliënten binnen de instelling. Selecteren van de cliënten van 18 jaar en ouder. Cliënten waarvan de ouder(s)/cliëntvertegenwoordiger(s) bezwaar hebben gemaakt tegen deelname aan het onderzoek, worden uitgesloten. Opdelen van het cliëntenbestand naar de zorgtypes wonen, dagbesteding en ambulante dienstverlening. Een cliënt kan meerdere typen zorg ontvangen en dus in meerdere bestanden voorkomen. Leidend is de zorg die de cliënt daadwerkelijk krijgt en niet waarvoor de cliënt geïndiceerd is. De populatiebestanden voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging zijn nu opgesteld. Er is een populatiebestand voor wonen, dagbesteding en ambulante zorg. Voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging maken we alleen gebruik van de populatiebestanden wonen en dagbesteding. De populatiebestanden bestaan uit onderstaande gegevens: uniek cliëntnummer; geslacht; geboortedatum of geboortejaar; zorgtype; (optioneel: afdelingscode of ander onderscheid. Dit is van belang als de zorginstelling terugkoppeling van resultaten wenst op een lager niveau). U, als meetbureau, noteert in de meetverantwoording uit hoeveel cliënten het cliëntenbestand bestaat en hoeveel cliënten om welke reden uitgesloten worden van de steekproef. Daarnaast noteert u per populatiebestand het aantal cliënten, de gemiddelde leeftijd en het aantal mannen en vrouwen in deze groep. Op basis van deze gegevens kan de representativiteit van de uiteindelijke steekproef worden gecontroleerd. Als er per zorgtype meerdere Organisatorische Eenheden onderscheiden worden, worden de bestanden naar OE ingedeeld. Onderstaande instructies gelden per OE. 22 Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari 2011

29 Trekken van de steekproef Per Organisatorische Eenheid wordt een steekproef getrokken om het achtergrondbestand (per OE) te maken. In de werkinstructie van het CKZ leest u hoe dat kan. Het trekken van de steekproef is de verantwoordelijkheid van de coördinator van de zorginstelling. De ervaring leert dat coördinatoren hiertoe prima in staat zijn (eventueel met ondersteuning van het meetbureau). Het meetbureau kan, indien gewenst door de zorginstelling, de taak overnemen van de coördinator, maar dit zal in de meeste gevallen niet nodig zijn. Hierover maakt het meetbureau afspraken met de zorginstelling. Indien het populatiebestand (of OE) wonen of dagbesteding voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging uit meer dan 150 cliënten bestaat dient er een steekproef getrokken te worden. De steekproef bestaat uit 150 cliënten. De cliënten uit de steekproef vormen het achtergrondbestand wonen en/of dagbesteding voor de ouder/cliëntvertegenwoordigersraadpleging. De ouders/cliëntvertegenwoordigers van al deze 150 cliënten worden aangeschreven voor de ouders/cliëntvertegenwoordigersraadpleging. Indien een populatiebestand uit minder dan 150 cliënten bestaat hoeft er geen steekproef getrokken te worden en behoren alle cliënten van dit zorgtype tot het achtergrondbestand. Alle ouders/cliëntvertegenwoordigers worden dan aangeschreven. Wanneer na deze eerste selectie weinig cliënten overblijven, dient de zorginstelling zich ervan bewust te zijn dat wanneer minder dan 10 schriftelijke vragenlijsten van ouders/cliëntvertegenwoordigers binnenkomen het meetbureau de resultaten niet mag terugrapporteren naar de instelling. Ontdubbelen van de achtergrondbestanden Het kan voorkomen dat een cliënt (en dus ouder/cliëntvertegenwoordiger) in meerdere achtergrondbestanden voorkomt omdat een cliënt meerdere typen zorg (bijvoorbeeld wonen en dagbesteding) ontvangt van de zorginstelling. De achtergrondbestanden dienen door de zorginstelling ontdaan te worden van dubbelingen. De cliënten die in meerdere bestanden voorkomen worden willekeurig en gelijk verdeeld over de zorgtypes wonen en dagbesteding. 4.3 Fase 3: Achtergrondbestand en respondentenbestand Zoals hierboven beschreven dienen in de achtergrondbestanden wonen en/of dagbesteding de gegevens van minimaal 150 ouders/cliëntvertegenwoordigers opgenomen te zijn. Dit achtergrondbestand is in principe gelijk aan het respondentenbestand omdat er in eerste instantie geen redenen zijn waarom ouders of cliëntvertegenwoordigers niet aangeschreven worden. De volgende gegevens moeten opgenomen worden in het respondentenbestand: uniek cliëntnummer zoals vermeld in achtergrondbestand; achternaam cliënt ; tussenvoegsels; voorletters; geslacht (o.a. voor aanschrijftitel); Werkinstructie meetbureaus, versie d5.0, januari

CE-index. CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg. Werkinstructie coördinatoren van zorginstellingen

CE-index. CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg. Werkinstructie coördinatoren van zorginstellingen CE-index CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg Werkinstructie coördinatoren van zorginstellingen Versie d5.0 Januari 2011 CQ Index Gehandicaptenzorg Verstandelijke Gehandicaptenzorg

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Verstandelijk Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Verstandelijk Gehandicapten Werkinstructies voor de CQI voor verstandelijk gehandicapten In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI maakt geen deel uit van een

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Zorg Thuis bedoeld? De CQI Zorg Thuis is bedoeld om de kwaliteit van zorg te meten zoals die wordt waargenomen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-PG)

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-PG) Werkinstructies voor CQI Vertegenwoordigers van Bewoners van Verpleeg- en Verzorgingshuizen voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Vertegenwoordigers van Bewoners bedoeld? De CQI

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE

Nadere informatie

Versie: 2.0 Datum: Code: BIJ Eigenaar: KI. Bijlage Bestanden in een CQI-meting

Versie: 2.0 Datum: Code: BIJ Eigenaar: KI. Bijlage Bestanden in een CQI-meting Bijlage Bestanden in een CQI-meting Versie: 2.0 Datum: 15-09-2013 Code: BIJ 02.02 Eigenaar: KI A. Bestanden in het proces van steekproeftrekking A1 t/m A9 B. Bestanden in het proces van dataverzameling

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Hulp bij het Huishouden. Werkinstructies voor het meten met de CQI Hulp bij het Huishouden

Werkinstructies voor de CQI Hulp bij het Huishouden. Werkinstructies voor het meten met de CQI Hulp bij het Huishouden Werkinstructies voor het meten met de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De geeft informatie over de kwaliteit van de hulp bij het huishouden gezien vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Zintuiglijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Zintuiglijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

Eenheid waarvoor meetgegevens aangeleverd worden

Eenheid waarvoor meetgegevens aangeleverd worden Concern: Stichting Wonen en Zorg Purmerend Lokatie: Concernniveau: Stichting Wonen en Zorg Purmerend Status: bevestigd (27-10-2017 13:14:51) Kwaliteitsgegevens Wijkverpleging, verslagjaar 2017 - antwoordenoverzicht

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ. Werkinstructies voor de CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ

Werkinstructies voor de CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ. Werkinstructies voor de CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ Werkinstructies voor de ambulante GGZ &VZ 1 Inleiding De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Kortdurende ambulante GGZ & VZ is bedoeld om de kwaliteit van de ambulante geestelijke gezondheidszorg

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Kraamzorg

Werkinstructies voor de CQI Kraamzorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Kraamzorg is bedoeld om de kwaliteit van kraamzorg geleverd door kraamzorgorganisaties te

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Klinische GGZ & VZ

Werkinstructies voor de CQI Klinische GGZ & VZ Werkinstructies voor de CQI Klinische GGZ &VZ 1 Inleiding De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Klinische GGZ & VZ is bedoeld om de kwaliteit van de klinische geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

Nadere informatie

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Begeleid Zelfstandig Wonen (ggz)

Werkinstructies voor de CQI Begeleid Zelfstandig Wonen (ggz) Werkinstructies voor de 1 Inleiding De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Begeleid Zelfstandig geeft informatie over de kwaliteit van het begeleid zelfstandig wonen gezien vanuit het perspectief

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-IV)

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-IV) Werkinstructies voor de CQI voor Interviews met Bewoners van Verpleeg- en Verzorgingshuizen voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Interviews met Bewoners bedoeld? De CQI Interviews

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Palliatieve Zorg

Werkinstructies voor de CQI Palliatieve Zorg Werkinstructies voor de 1. Inleiding De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Palliatieve Zorg is een vragenlijst bedoeld om de ervaren kwaliteit van de palliatieve zorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

Betreft: Concept werkinstructies (versie 2): CQI Farmacie (verkorte lijst) versie 1.2

Betreft: Concept werkinstructies (versie 2): CQI Farmacie (verkorte lijst) versie 1.2 Datum: 13-11 11-2013 Auteur: Nanne Bos Betreft: Concept werkinstructies (versie 2): CQI Farmacie (verkorte lijst) versie 1.2 Deze werkinstructie is afgeleid van de originele werkinstructie van het CKZ

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Beschermd Wonen (ggz)

Werkinstructies voor de CQI Beschermd Wonen (ggz) Werkinstructies voor de 1 Inleiding De CQ-index (of CQI of Consumer Quality Index) Beschermd Wonen geeft informatie over de kwaliteit van het beschermd wonen gezien vanuit het perspectief van de cliënt

Nadere informatie

1. Aanlevering databestanden CQI Farmacie 2016

1. Aanlevering databestanden CQI Farmacie 2016 Memo Aan Meetbureaus die willen gaan meten met de CQI Farmacie voor de landelijke benchmark 2016 Afzender dr. ir. M.H. (Maarten) Batterink Datum Barneveld, 11 november 2015 Significant Thorbeckelaan 91

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

Monitoren of dit wordt uitgevoerd

Monitoren of dit wordt uitgevoerd Protocol dataverzameling CQI Naasten op de Intensive Care schriftelijke en digitale versie Taken en verantwoordelijkheden onderzoeker/kwaliteitsmedewerker Versie voor CQI-vragenlijst 5.0 Oktober 2014 Taken

Nadere informatie

BergOp 4.1 Handleiding voor ROM

BergOp 4.1 Handleiding voor ROM BergOp 4.1 Handleiding voor ROM Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6502 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V. Behoudens

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie

Werkinstructies voor de CQI Heup-/Knieoperatie Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond een vervangende heupof knieoperatie te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 1 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken

Nadere informatie

Handboek CQI metingen: richtlijnen en voorschriften voor metingen met een CQI meetinstrument

Handboek CQI metingen: richtlijnen en voorschriften voor metingen met een CQI meetinstrument Handboek CQI metingen: richtlijnen en voorschriften voor metingen met een CQI meetinstrument Deel 1: Steekproeftrekking en dataverzameling Eindredactie: Herman Sixma Michelle Hendriks Dolf de Boer Diana

Nadere informatie

Werkinstructies voor de verkorte CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ i.o. 1 Voorwoord. Versie: 1.1 d.d. : augustus 2013

Werkinstructies voor de verkorte CQI Kortdurende ambulante GGZ &VZ i.o. 1 Voorwoord. Versie: 1.1 d.d. : augustus 2013 1 Voorwoord Voor u liggen de werkinstructies CQ-index voor de kortdurende ambulante GGZ en VZ. Deels bekend, deels nieuw, omdat u inmiddels gebruik kunt maken van de nieuw ontwikkelde verkorte CQi kortdurende

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

Rapportage gesprekken Vertegenwoordigers cliënten wonen

Rapportage gesprekken Vertegenwoordigers cliënten wonen Rapportage gesprekken Vertegenwoordigers cliënten wonen Het Stampershuis, Stampersgat november 2012 Publicatie van (delen van) deze rapportage is toegestaan met bronvermelding. Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand

GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand GEBRUIKERSHANDLEIDING Uploaden Excel bestand Uitleg Excelbestand uploaden - Handmatig aanmelden patiënten In dit document wordt het gebruik van Qualiview uitgelegd. Omdat u gebruik maakt van software waarmee

Nadere informatie

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd. Checklist Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 30 juni 2008 Ons kenmerk B300608CHE0905 Onderwerp Stand van zaken ontwikkeling

Nadere informatie

CQI clientenonderzoek Sjaloom Zorg Cliënten Ambulant

CQI clientenonderzoek Sjaloom Zorg Cliënten Ambulant CQI clientenonderzoek Sjaloom Zorg Cliënten Ambulant Meting mei 0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Onderzoeksopzet.... Responsoverzicht...0. Resultaten op de vragen... 4. Resultaten per kwaliteitsdimensie...5

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Parkinson bedoeld? De CQI Parkinson is bedoeld om de kwaliteit van de zorg voor te meten vanuit het perspectief van

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Staaroperatie

Werkinstructies voor de CQI Staaroperatie Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond staaroperaties te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

ConsumerQuality Index Uitkomsten cliëntenraadpleging Sociale Geriatrie 1 april 2015

ConsumerQuality Index Uitkomsten cliëntenraadpleging Sociale Geriatrie 1 april 2015 ConsumerQuality Index Uitkomsten cliëntenraadpleging Sociale Geriatrie 1 april 2015 Agenda Doel: Presenteren van de uitkomsten van het onderzoek Dialoog over sterke- en verbeterpunten Opbouw presentatie:

Nadere informatie

Bijlage Risicoanalyse steekproeftrekking

Bijlage Risicoanalyse steekproeftrekking Bijlage Risicoanalyse steekproeftrekking Versie: 2.0 Datum: 15-09-2013 Code: BIJ 02.01 Eigenaar: KI 1. Risicoanalyse voor de steekproeftrekking De eerste stap in de uitvoering van de steekproeftrekking

Nadere informatie

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2018 juli 2018

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2018 juli 2018 Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2018 juli 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Het doel van dit handboek 3 1.2 Helpdesk

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Mammacare

Werkinstructies voor de CQI Mammacare Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van zorg rondom het onderzoek en/of behandeling van een goedaardige of kwaadaardige borstafwijking

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Eindrapportage Gehandicaptenzorg Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg Inhoud Inleiding eindrapportage Gehandicaptenzorg... 3 Leeswijzer... 5 Eindrapportage Verstandelijk Gehandicapten... 7 Domein

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Onze

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Eerstelijns Verloskunde

Werkinstructies voor de CQI Eerstelijns Verloskunde Werkinstructies voor de CQI 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI bedoeld? De CQI Eerstelijns verloskunde is bedoeld om de kwaliteit van eerstelijns verloskundige zorg (van verloskundigen èn van verloskundig

Nadere informatie

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga april 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliënttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Opvang

Werkinstructies voor de CQI Opvang Werkinstructies voor meting met de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van de zorg geboden door de opvang te meten vanuit het perspectief van de cliënt. Met opvang wordt

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014 0 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie Bewoners intramuraal Verslagjaar 2014 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Kenmerken cliënten...

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen

Werkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Volwassenen en Ouders van Kinderen Werkinstructies voor de Volwassenen en Ouders 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in revalidatiecentra te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in een audiologisch centrum rond te meten vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst kan

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Audiciens

Werkinstructies voor de CQI Audiciens Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg bij audiciens te meten vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen

CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen CQ-Index GGZ Begeleid Zelfstandig Wonen Rapportage cliëntervaringsonderzoek Levantogroep Uitkomsten 2014 november 2014 ARGO BV 2 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. INLEIDING EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK...

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten

Werkinstructies voor de CQI Spierziekten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de behandeling van spierziekten in het ziekenhuis en in het revalidatiecentrum te meten vanuit

Nadere informatie

CQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep

CQ-Index Opvang. Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten. Levantogroep CQ-Index Opvang Rapportage cliëntervaringsonderzoek niet-ambulante cliënten Levantogroep ARGO BV 2014 www.argo-rug.nl november 2014 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 3 1.1 Inleiding...

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Spataderen

Werkinstructies voor de CQI Spataderen Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond spataderen te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Poliklinische zorg

Werkinstructies voor de CQI Poliklinische zorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg van een polikliniek te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Overzicht kwaliteitsindicatoren gehandicaptenzorg. Versie 12 februari 2008

Overzicht kwaliteitsindicatoren gehandicaptenzorg. Versie 12 februari 2008 Overzicht kwaliteits gehandicapten Versie 12 februari 2008 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Indicatoren: hoe meten?... 4 2. Indicatoren: bij wie meten?... 8 3. Specificatie cliënt ervaringsonderzoek (CEO)...

Nadere informatie

CT-Toets VG-Humanitas DMH

CT-Toets VG-Humanitas DMH CT-Toets VG-Humanitas DMH Volledige naam (en afkorting) Eigenaar In gebruik sinds 2010 CT-Toets VG Humanitas DMH. Humanitas DMH Referenties/documentatie ten Vergert E. Humanitas. Raadpleging Humanitas

Nadere informatie

Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Ambulant. Lievegoed

Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Ambulant. Lievegoed Rapport CQI-meting Gehandicaptenzorg - Ambulant Lievegoed Versie 1.0.0 Januari 2013 Drs. J.J. Laninga VGA01 Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CQI meting.

Nadere informatie

Rapportage CQ-index VV&T Zorg Thuis Allévo Zorg Thuis

Rapportage CQ-index VV&T Zorg Thuis Allévo Zorg Thuis Rapportage CQ-index VV&T Zorg Thuis Allévo Zorg Thuis januari - maart 20 1 Normen Goede Zorg en de CQ-index VV&T 1.1 Visie In het kwaliteitsdocument 2013 1 is vastgelegd waaraan langdurige en/of complexe

Nadere informatie

Werkinstructies voor de. CQI Ziekenhuisopname (verkort)

Werkinstructies voor de. CQI Ziekenhuisopname (verkort) Werkinstructies en 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg tijdens een ziekenhuisopname te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2017 april 2017

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2017 april 2017 Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2017 april 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Het doel van dit handboek 3 1.2 Helpdesk

Nadere informatie

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Versie: 2.0 Datum: 15-09-2013 Code: WIS 06.01 Eigenaar: KI 1. Inleiding In deze werkinstructie staan de richtlijnen

Nadere informatie

Handleiding Extractie patiëntenbestand

Handleiding Extractie patiëntenbestand Handleiding Extractie patiëntenbestand Auteurs Diverse medewerkers PharmaPartners B.V. Redactie PharmaPartners Redactie, onderdeel PharmaPartners College 28 augustus 2013 Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem)

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016

Nadere informatie

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016

RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,

Nadere informatie

Onze cliënten aan het woord onderzoek naar cliëntervaringen

Onze cliënten aan het woord onderzoek naar cliëntervaringen Onze cliënten aan het woord onderzoek naar cliëntervaringen Matthieu den Hoedt - Ipso Facto beleidsonderzoek Paulien van den Berg - Het Raamwerk Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21-22 Postbus 82042

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Centraalzorg Vallei en Heuvelrug. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Rapport Cliëntervaringsonderzoek Centraalzorg Vallei en Heuvelrug Zorg Thuis Verslagjaar 2016 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker Bureau De Bok is CQ-geaccrediteerd door het CIIO 1 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Rapportage Dagbesteding en Vervoer. www.triqs.nl

Rapportage Dagbesteding en Vervoer. www.triqs.nl Rapportage Dagbesteding en Vervoer Versie 1.0.0 Juli 2012 Drs. J.J. Laninga DBV2.0 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde meting. Deze rapportage

Nadere informatie

Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden

Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden GGZ verslagjaar 2014 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl GGZ Barneveld,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom - Nijmegen C.M.S. Huijben J.

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom - Nijmegen C.M.S. Huijben J. Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding - Cliëntvertegenwoordigers De Driestroom - Nijmegen 2011 C.M.S. Huijben J. Weistra 2011 Van Loveren & Partners BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Arnhem. 2011 C.M.S. Huijben J.

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Arnhem. 2011 C.M.S. Huijben J. Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Arnhem 2011 C.M.S. Huijben J. Weistra 2011 Van Loveren & Partners BV Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 0 Rapport Cliëntervaringsonderzoek Hof en Hiem Totaal + spiegelinformatie Zorg Thuis Verslagjaar 2014 Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Kenmerken respondenten...

Nadere informatie

Rapportage Dagbesteding en Vervoer

Rapportage Dagbesteding en Vervoer Rapportage Dagbesteding en Vervoer Versie 1.0.0 December 2015 Drs. J.J. Laninga DV2.0 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde meting. Deze rapportage

Nadere informatie

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Nijmegen. 2011 C.M.S. Huijben J.

Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Nijmegen. 2011 C.M.S. Huijben J. Rapportage CQ-Index Verstandelijke Gehandicaptenzorg Dagbesteding-Interviews met cliënten De Driestroom Nijmegen 2011 C.M.S. Huijben J. Weistra 2011 Van Loveren & Partners BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nederlands Autisme Register, rapportage

Nederlands Autisme Register, rapportage Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Privacy Verklaring. Vereniging voor toezichthouders in onderwijsinstellingen en kinderopvang

Privacy Verklaring. Vereniging voor toezichthouders in onderwijsinstellingen en kinderopvang Privacy Verklaring Vereniging voor toezichthouders in onderwijsinstellingen en kinderopvang Versie mei 2018 Disclaimer Bovenstaande handreiking is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden

Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden GGZ 2013 Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl LPGGz Utrecht, 28 januari

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Werkinstructie PREM Fysiotherapie NIVEL, december 2016

Werkinstructie PREM Fysiotherapie NIVEL, december 2016 Bijlage G Werkinstructie PREM Fysiotherapie Werkinstructie PREM Fysiotherapie NIVEL, december 2016 Wat is de PREM Fysiotherapie? Deze vragenlijst gaat over patiëntervaringen met fysiotherapie en is een

Nadere informatie

Toezicht op de toegankelijkheid en kwaliteit van de veteranenzorg met behulp van de CQ-index

Toezicht op de toegankelijkheid en kwaliteit van de veteranenzorg met behulp van de CQ-index 110309.08/03 Toezicht op de toegankelijkheid en kwaliteit van de veteranenzorg met behulp van de CQ-index Inleiding In oktober 2007 is het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) van start gegaan. Het LZV

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Verlangd

Nadere informatie

Rapportage. CQI-meting Thuiszorg. Zorg Intens

Rapportage. CQI-meting Thuiszorg. Zorg Intens Rapportage CQI-meting Thuiszorg Zorg Intens December 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 Aanleiding voor de meting... 2 1.2 Aanpak onderzoek... 2 1.3 Responsanalyse... 4 1.4 Rapportage... 4 2 Resultaten...

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Rughernia

Werkinstructies voor de CQI Rughernia Werkinstructie voor 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond rughernia te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt om

Nadere informatie

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht Rapportage Menno Wester Maart 2014 Projectnummer: 34001333 Opdrachtgever: Stichting HIO 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens

Nadere informatie