Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding"

Transcriptie

1 Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d Versie 1.0, 1 d.d. van

2 Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding Noord-Holland Noord Inhoud Dit document beschrijft de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie 1. Over dit document 3 2. Theorie Les en Leerstof 4 3. Inzetprocedures Water Vuistregels Veiligheid Overig 24 Bijlage 1: Voorbeelden inzet bij opschaling 25 Bijlage 2: Samenvatting taken 29 Bijlage 3: Operationele kaarten 32 DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

3 1. Over dit document Documentinformatie Dit document is : onderdeel van het digitale kwaliteitshandboek dat geïntegreerd is in het intranet van de Veiligheidsregio; vastgesteld door Hoofd OPV op 1 februari Doel Het doel van dit document is het beschrijven van de regionale inzetprocedures bij natuurbranden. Voor wie Dit document is bestemd voor: Gemeenschappelijke Meldkamer; Piket officieren; Gemeentelijke brandweer korpsen; Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Bewaartermijn Voor dit document is een bewaartermijn opgesteld van twee jaar Iedere 2 jaar wordt dit document opnieuw bekeken. TVB De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij dit document zijn: Wie Hoofd Operationele Voorbereiding Senior beleidsmedewerker Operationele Voorbereiding Korpsen met natuurbrand gevoelige gebieden en piketofficieren TVB Eigenaar van dit document; Autoriseert wijzigingen in dit document; Verantwoordelijk voor exploitatiebudget. Beheerder van dit document; Verwerkt wijzigingen en publiceert nieuwe versies van het document. Betrokken bij opstellen originele document; Betrokken bij grote aanpassingen (zulks ter beoordeling van het Hoofd OPV). Brandweer commandanten Ter kennisgeving en eventueel ter uitvoering. Andere documenten Dit document heeft een relatie met andere documenten. Onderstaand volgt een overzicht. Document Natuurbrandbeheersingsplan Kustgemeenten NHN Incidentbestrijdingsplan Noord-Holland Noord 2010 Uniforme opschaling Alarmering Natuurbrandbestrijding Natuurbranden Relatie Dit stuk is deel van operationele uitwerking. Beschrijft multidisciplinaire aspecten bij natuurbranden. Dient als een van de uitgangspunten voor deze procedure. Beide stukken zijn aanvullend. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

4 2. Theorie Les en Leerstof Les en leerstof Dit document is niet bedoeld om de bestaande en de in ontwikkeling zijnde les en leerstof te herhalen. Voor dit stuk wordt er vanuit gegaan dat men in basis de begrippen en technieken kent en kan toepassen. Wel zal hieronder een samenvatting en rangschikking van soorten branden, toe te passen technieken en in te zetten middelen gegeven worden. Dit aantal is enerzijds beperkt en redelijk overzichtelijk. Aan de andere kant veranderen door het dynamische karakter van natuurbranden continue de scenario s en daarbij de tactieken. Het lastige van natuurbranden zit hem dan ook in de grote hoeveelheid mogelijke combinaties van de scenario s met de tactieken en beschikbare middelen. Verder is het belangrijk dat een ieder dezelfde taal spreekt. De termen in dit document zijn hier een middel voor. Soorten Tactieken Middelen Hieronder staat een samenvatting van de soorten branden, de meest gangbare bestrijdingstactieken en de middelen. Zoals hierboven beschreven zijn er maar een beperkt aantal keuzen per onderwerp. De complexiteit zit juist in de behoorlijke hoeveelheid combinaties die je hiermee kan maken en het maken van de juiste keuze. Bij natuurbranden zijn er, met name doordat de brand zich snel kan verplaatsen, een groot aantal verschillende scenario s denkbaar. Het is vergelijkbaar met een kaartspel, waarbij je afhankelijk van het soort spel, bepaalde kaarten krijgt, deze combineert en op het juiste moment inzet. Inhoud Dit hoofdstuk bevat de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie pagina 2.1. Soorten Tactieken Middelen 9 DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

5 2.1. Soorten Soorten In hoofdlijnen zijn er maar drie soorten natuurbrand. Die soorten kan je ook nog een kleine onderverdeling geven: 1. Kroonvuur Loofbos; Naaldbos; Gemengd bos. 2. Loopvuur Heide; (Helm)gras; Struikgewas; Tussen bomen; Rietkragen. 3. Grondvuur Ondiep; Diep. Hierbij kan, wederom door het dynamische karakter, de ene soort overlopen in de andere. Met name bij het loopvuur tussen bomen is veel aandacht nodig voor de verandering naar de soort Kroonvuur. Nablussen en vliegvuur zijn ook belangrijk om te benoemen. Dit zijn echter geen aparte soorten, maar nablussen of vliegvuur is in feite opgebouwd uit (kleine) delen van bovenstaande soorten. Vliegvuur Zoals hiervoor beschreven is vliegvuur eigenlijk geen aparte soort, maar de mogelijke veroorzaker van een aantal nieuwe soorten. Hiermee is vliegvuur wel belangrijk genoeg om apart te benoemen. Vliegvuur kan in Nederland normaal gezien tot op maximaal ca. 350 meter secundaire vuurhaarden veroorzaken. Bij zeer extreme omstandigheden (zoals zuid Europese omstandigheden) is er gevaar voor vliegvuur tot op ca. 500 meter. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

6 2.2. Tactieken Tactieken Voor de verschillende soorten zijn een aantal basis tactieken beschikbaar. Deze zijn afhankelijk van de omstandigheden of beschikbare middelen goed, beperkt of niet bruikbaar. Hieronder een opsomming, waarbij voor de details opnieuw naar de les en leerstof wordt verwezen: 1. Knock-Down 2. Flanken Offensief 3. Sturen In feite defensief flanken 4. Stoplijn Defensief, vertragend (2 tot 6 liter/m 2 /minuut) Offensief, stoppend (10 liter/m 2 /minuut) Daarnaast zijn er natuurlijk combinaties van tactieken of minder gangbare tactieken te bedenken. Deze vallen buiten beschouwing van dit document. Knock-Down De term Knock-Down mag gebruikt worden als men verwacht dat de brand zonder (veel) extra eenheden direct afgeblust kan worden en niet gaat lopen. Flanken versus Sturen Bij flanken gaan we er van uit dat het vuurfront in een punt gedwongen kan worden. Uiteindelijk zal in de punt het vuur geblust zijn. Bij sturen is er niet genoeg capaciteit of middelen om het vuur in een punt te dwingen. In dat geval is er alleen gelegenheid om het front niet (veel) breder te laten worden. Dit kan gebruikt worden om bijvoorbeeld: Het front beheersbaar te houden tot aan de stoplijn; Het front om een (risico)object heen te leiden; Het front weg te houden van bomen (kroonvuur). Het sturen houdt het front beheersbaar totdat er voldoende capaciteit is om of alsnog te flanken, dan wel een stoplijn is opgebouwd. Deze stoplijn kan ook een natuurlijke stoplijn zijn, in de vorm van een brandgang, de zee, water o.i.d. Hierbij dient nog altijd rekening gehouden te worden met vliegvuur. Sturen is altijd Opschalen Zoals hiervoor beschreven gaat het vuur niet uit door te sturen. Mocht de keuze noodzakelijkerwijs vallen op sturen dan is het bijna altijd noodzakelijk extra op te schalen. Uitzondering hierop is bijvoorbeeld het sturen naar een grote natuurlijke stoplijn. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

7 Defensief of Offensief De termen defensief en offensief worden veel gebruikt in de natuurbrand bestrijding. Met een offensieve inzet wordt gedoeld op het definitief uitkrijgen of tegenhouden van een brand. Bij een defensieve inzet wordt geprobeerd de brand te vertragen, beheersbaar of onder controle te houden. Dit totdat er genoeg middelen zijn om een stoplijn te creëren, of totdat het vuur een natuurlijke stoplijn bereikt. Defensief Offensief bij tactieken De knock-down is een typische offensieve inzet. De bedoeling hierbij is om een relatief kleine brand uit te krijgen. Het sturen is een typische defensieve inzet. De brand is hierbij blijkbaar niet uit te krijgen en wordt gestuurd naar een plek waar dat wel kan. Bij flanken en de stoplijn is het niet persé het een of de ander. Hierbij hangt het af van de beschikbare middelen of van de bluscapaciteit of de brand meteen uit gemaakt kan worden. Bij weinig middelen of bluscapaciteit zal je bijvoorbeeld in een minder scherpe punt kunnen flanken. Zo ook bij een stoplijn, hier kan bijvoorbeeld geen capaciteit zijn om het hele front te bestrijden en moet je er bewust voor kiezen een (minder gevaarlijk) deel door te laten lopen. Een ander voorbeeld bij de stoplijn is onvoldoende capaciteit om ook meteen al het vliegvuur te bestrijden. Defensief Offensief per soort Zo kan je ook aan de soorten (kroon-, loop- en grondvuur) niet persé een offensieve of defensieve methode toekennen. Kroonvuur: Hoewel kroonvuur meestal wordt getypeerd voor een defensieve aanpak, zijn er ook omstandigheden waarin een offensieve aanpak kan. Zo zijn loofbomen makkelijker te bestrijden dan naaldbomen, lage bomen makkelijker dan hoge bomen en kunnen zelfs naaldbomen afhankelijk van het seizoen behoorlijk veel vocht of minder hars 1 bevatten. Loopvuur: Loopvuur wordt meestal getypeerd voor een offensieve bestrijding. Bij grote droogte of harde wind, kan dit echter lastig zijn en zal defensief opgetreden moeten worden. Ook de begroeiing (bijv. explosief brandend duindoorn) of de glooiing van het landschap (duinen) heeft invloed op de aanpak en bereikbaarheid. Grondvuur: Grondvuur is lastiger te typeren in termen van offensief of defensief. Defensief Offensief afhankelijk van water Het hangt ook af van de bluscapaciteit of er offensief of defensief opgetreden kan worden. Richtlijn is dat als er 10 liter/m 2 /minuut ( veel water ) beschikbaar is, men een brand offensief kan bestrijden. Bij 6 liter/m 2 /minuut ( weinig water ) is er al sprake van vertragen ofwel een defensieve inzet. Ook bij 2 liter/m 2 /minuut ( heel weinig water ) kan er nog vertraagd worden. 1 Nieuw hars wordt pas in de herfst gevormd als winterbescherming voor de naaldbomen. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

8 Grondig of oppervlakkig uitmaken Zowel flanken als sturen is dynamisch. Als je op een plaats klaar bent, schuif je door naar de volgende plek. De vraag is alleen wanneer je wilt door schuiven. Doe je dit nadat het vuur volledig en grondig uit is, of maak je het alleen oppervlakkig uit en haal je alleen de vlammen van het vuur: Grondig: Een eenheid verplaatst zich pas als de brand tot (in) de bodem definitief uit is. Voordeel is het feit dat je na de blussing geen omkijken meer hebt naar de gebluste plek. Nadeel is het feit dat je bij flanken minder snel het vuur in een punt kan dwingen. Verder kan je bij sturen en flanken minder inzetdiepte met je eenheden waarmaken, dan wel zal opgeschaald moeten worden om de volledige inzetdiepte te dekken. Oppervlakkig: Een eenheid verplaatst zich zodra de vlammen van het vuur zijn. Voordeel is het feit dat je bij flanken meer kansen hebt om het vuur in een punt te dwingen en je bij sturen meer inzetdiepte hebt. Nadeel kan zijn dat het vuur achter je weer oplaait. Hier zal men minstens controle capaciteit op moeten inzetten. Uiteraard kunnen ook tussen vormen ingezet worden. Aantal eenheden Er zijn een aantal factoren waarmee rekening gehouden moet worden om te bepalen hoeveel eenheden nodig zijn om een vuurflank te bestrijden: Bovenwindse uitbreiding: Zowel bij Flanken als bij Sturen verplaatst het vuurfront. Deze uitbreiding gaat natuurlijk met de wind mee, maar in meer of mindere mate ook tegen de wind in. Bij beide tactieken moet hierom rekening gehouden worden met de inzet van één of meerdere eenheden bovenwinds. Vuistregel: 50 meter per eenheid: Benedenwinds kan als vuistregel de standaard aangehouden worden. Hierbij kan een eenheid ongeveer 50 meter vuurflank aan. Moet ver van de TS met water opgetreden worden of bij onoverzichtelijke situaties, dan zal dit minder dan de vuistregel van 50 meter zijn. Grondig of oppervlakkig: Zoals in de vorige paragraaf beschreven kan je kiezen voor grondig of oppervlakkig uitmaken. Bij oppervlakkig uitmaken kan een eenheid vaak meer dan 50 meter aan. Ook kan een eenheid als zij klaar is op de ene plek, doorschuiven naar een andere plek op de vuurflank. Flanken of sturen: Als het vuurfront niet middels flanken in een punt gedwongen kan worden, zal meestal overgegaan worden op sturen. Bij sturen is de inzetdiepte meestal langer en moet dus rekening gehouden worden met meer eenheden. Met bovenstaande factoren kan een grove inschatting voor de opschaling gemaakt worden (Peloton, Compagnie, meerdere compagnieën). DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

9 2.3. Middelen Middelen De rij met beschikbare middelen is wat langer. Daarnaast is de bruikbaarheid afhankelijk van de locatie in het veld, tijdsverloop en soms ook van de gemeente. De rij hieronder is dan ook niet bedoeld als complete opsomming. Vuurzwepen; Scheppen; Motorkettingzagen; Watervoorraad in TS (in deze regio meestal ca liter.); Watervoorraad in TS via Pendelsysteem (zie ook hoofdstuk over Water); Groot Water Transport (WTS 1000, WTS 2500); Watertransport door brandweer tankwagens; Watertransport of rijdend spuiten door SBH (inhoud 4400 liter); Watertransport door loonwerkers; Water opbrengen door loonwerkers; Maaimachines voor stoplijn in heide of gras; (Klepelmachine, klepel is grove maaimachine, bijna versnipperaar) Graafmachines voor stoplijn, met name bij grondvuur; Blusheli s Defensie (zie extra toelichting hieronder); Operationele kaarten (zie bijlage 3); Voor verkenning: Meetploegen; Helikopter KLPD; Redvoertuig. Blushelikopter Defensie Defensie heeft twee typen helikopters beschikbaar: 1. De Cougar (zie fig. 1) met een firebucket van 2500 liter water; 2. De Chinook (zie fig. 2) met een firebucket van ca liter water. Fig. 1: Cougar Fig. 2: Chinook De blushelikopter is slechts één van de middelen en is niet in de standaard of verplichte opschaling opgenomen. Omdat het aanvragen en opkomen echter lang duurt (ca. 3 uur) en de invloed groot kan zijn, is het wel van belang hier vroegtijdig aan te denken. Daarnaast vliegen en blussen zij niet als het donker is. Overigens is er geen garantie dat de helikopters beschikbaar zijn. Met de helikopters komt ook een grondteam mee. Deze coördineren op aangeven van de brandweer het storten ( Droppings ) van het water. Ook zullen zij met de brandweer afspraken maken over de veiligheid in de drop-zone. Daar waar water gedropt wordt, mogen absoluut geen brandweereenheden of burgers zijn. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

10 3. Inzetprocedures Algemeen De les en leerstof geeft vooral informatie over de fase dat de soort en omvang van de brand duidelijk is. Hierin gaat het vooral over de soort (loop-, kroon-, grondvuur) en de toe te passen tactiek (defensief offensief flank - stoplijn). Zeg maar de inzetfase van de brand. Deze procedure beschrijft vooral de werkwijze in Noord-Holland Noord totdat een definitieve inzet is bepaald. Inhoud Dit hoofdstuk bevat de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie pagina 3.1. Uitrukfase Verkenningsfase Inzetfase Opschaling 14 Samenvatting Afhankelijk van de droogte in de natuurgebieden rukken er meer of minder eenheden tegelijk uit. Grofweg zijn dat bij een natte natuur twee TS-en, bij droog drie TS-en en bij zeer droog vier TS-en met een groot water transport. De ervaring in NHN is dat de natuurbranden soms moeilijk te vinden zijn. Daarom zit in de eerste alarmering ook een verkenningsvoertuig. Dit verkenningsvoertuig richt zich samen met en onder leiding van de lokale TS op het lokaliseren van de brand. Hierbij is het belangrijk dat zij zo ongestoord mogelijk via C2000 kunnen communiceren en dat de overige eenheden zich (zeer) bescheiden in de communicatie opstellen. Zodra de brand is gevonden, dient de eerste eenheid ter plaatse zo snel mogelijk een inschatting van de omvang van de brand en de haalbaarheid van een knock-down aan de OVD door te geven. Omdat de opkomst bij opschaling enige tijd duurt, dient de bevelvoerder of OVD, op basis van de sitrap of inmiddels ter plaatse, snel te beslissen of opgeschaald moet worden. Hoe droger, hoe sneller en hoe groter opgeschaald dient te worden. Om diverse redenen (veiligheid, tactiek, etc) is het van belang dat de eerste OVD zich vooral richt op de brandbestrijding (knock-down of bijv. flankaanval) en de andere taken over laat aan de 2 e OVD (bijv. aansturing 2 e flank) of aan de HOVD (bijv. verdere beeldvorming). Afhankelijk van de droogte wordt van een (H)OVD verwacht dat deze snel verder opschaalt. Verder is het aan de HOVD om een inschatting te maken over de vervolg tactiek. Een aantal voorbeelden hiervoor staan ook in dit document. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

11 3.1. Uitrukfase Uitruk afhankelijk kleurindex Landelijk wordt een systeem met natuurbrandthermometers ( ) of droogte indexen gebruikt. Meer hierover is terug te vinden op Hieruit komen vijf gevaarskleuren (groen, licht groen, geel, oranje en rood). Om de alarmeringen en operationele inzet overzichtelijk te houden, vereenvoudigen we binnen Noord-Holland Noord de vijf gevaarskleuren naar drie operationele indexen: Groen, Geel en Rood. Afhankelijk van deze kleur (= droogte) is er ook een andere inzet behoefte. Details hierover staan in de alarmeringsprocedure. Grofweg is de opschaling bij Groen 2 TS-en, bij Geel 3 TS-en, en bij Rood 4 TS-en: Landelijk NHN Inzet Groen 2 TS Geel Rood 3 TS 4 TS Daar waar 4x4 TS-en beschikbaar zijn, worden deze ook meegenomen in de alarmering. De kleurindex wordt meegegeven in de P2000 alarmering. Bijvoorbeeld: Prio 1 (INDEX: GROEN) JOHANNISWEG 2 CASTRICUM Natuurbrand CAS637 CAS638 CAS581 NHN528 Bescheiden opstellen In de eerste fase van een natuurbrand is van het allergrootste belang dat de locatie van de brand snel gevonden wordt. In de eerste alarmering zit dan ook een verkenningsvoertuig dat samen met de lokale TS zo snel mogelijk de brand moet lokaliseren. De communicatie hierover tussen de verkenner en de TS moet zo ongestoord mogelijk kunnen verlopen. Tegelijk met de TS 110 en de verkenner 101 worden, afhankelijk van de droogte, uit voorzorg veel meer eenheden gealarmeerd (100, 120, 130, 140, 102, WTS, TS voor WTS, ABH, HV, HOVD). Nog meer dan bij andere incidenten dienen deze opvolgende eenheden zich (zeer) bescheiden op te stellen in het gebruik van C2000. Dit kan door bijvoorbeeld mee te luisteren naar de info i.p.v. zelf aanvraag spraak te doen. Verder is het soms beter om eerst richting het incident te rijden en pas daar om een opstelplaats of opdracht te vragen. Vaak is er dan al wat tijd voorbij en is een locatie al duidelijk(er). Harde richtlijnen voor wie wanneer hoelang hoe bescheiden moet zijn, zijn niet te geven. Zo kan de ene keer meer noodzaak zijn voor een WTS dan de andere keer. Ook zal bijvoorbeeld een HOVD meestal bescheiden kunnen zijn, maar zal deze bij de verwachting van een grote opschaling meer prioriteit opeisen. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

12 3.2. Verkenningsfase Locatie brand Het is van het allergrootste belang dat de locatie 2 van de brand snel gevonden wordt. In de eerste alarmering zit dan ook een verkenningsvoertuig. Deze dient zo snel mogelijk (dus niet wachten op een volledige TS bemanning) met kundig personeel op pad te gaan. We benoemen dit verkenningsvoertuig met roepnummer 101. Als er meer verkenningsvoertuigen ingezet worden, krijgen die 102, 103, etc. als roepnummer. Soms wordt dit verkenningsvoertuig ook gebruikt om een aanhanger met speciaal materiaal te trekken. Zolang dit een snelle verkenning niet hindert, is dit niet bezwaarlijk. Ondanks dat het verkenningsvoertuig als eerste op pad gaat, is de eerste lokaal bekende TS leidend bij het lokaliseren van de brand: Zo snel mogelijk benoemt deze zich als 110; Het verkenningsvoertuig is hierin natuurlijk een van zijn belangrijkste instrumenten; Hoewel de 110 natuurlijk mee zal zoeken, moet de 110 voorrang geven aan het sturen van het zoeken en afstrepen van doorzochte gebieden; In principe 3 gaat pas als de brand gelokaliseerd is en de OVD (100) daar ter plaatse is, de leiding over naar de OVD. 1 e Sitrap De eerste eenheid bij de brand dient zo snel mogelijk een sitrap door te geven aan de OVD 100. Als eerste is dat informatie over: Locatie brand (eventueel in coördinaten) Soort brand (grondvuur, loopvuur, kroonvuur of combi); Oppervlakte brand (afmeting of oppervlakte); Breedte vuurfront; Heftigheid (grote / kleine vlammen). Afhankelijk van de kennis en kunde van de eerste eenheid, is een inschatting over de haalbaarheid van een knockdown gewenst. Eventueel vergezeld door een indicatie voor opschaling. Mocht dit bijvoorbeeld niet door de verkenner gegeven kunnen worden, wordt dit wel van de eerste TS bevelvoerder verwacht. Een welkome extra in het sitrap zou een eerste inschatting zijn of flanken haalbaar is, of dat de brand mogelijk door sturen naar een stoplijn gedwongen moet worden. Met deze informatie kan een OVD besluiten meteen op te schalen of eerst ter plaatse te gaan. 2 In een aantal gebieden binnen NHN zijn de natuurgebieden wat overzichtelijker of is de eerste TS snel uitgerukt (beroepskazerne Den Helder). Hier zal de rol van het verkenningsvoertuig minder op de verkenning liggen, maar in een vroeg stadium al wel andere taken kunnen krijgen. Bijv. transport personeel van weg naar locatie brand, begidsing opkomende eenheden, transport OVD, etc. 3 In bijzondere gevallen kan in overleg met de 110, de OVD ook ondersteunen of de coördinatie overnemen. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

13 3.3. Inzetfase 1 e TS (110) De eerste lokale TS is vaak (veel) eerder op de locatie van de brand dan de OVD. Deze 110 zal natuurlijk de drang hebben zich meteen op het vuur te richten. Maar nog meer dan bij normale branden is de 110 (totdat de OVD de coördinatie overneemt) verantwoordelijk voor het ter plaatse krijgen en inzetten van de eenheden. Naarmate de brand groter is of sneller uitbreidt, wordt ook het belang van coördineren groter. De 110 zal dus goed moeten afwegen of deze zich richt op de brandbestrijding of begidsing / operationele leiding. Verkenningsvoertuig (101) Nadat de brand is gelokaliseerd valt de 101 (en evt. 102, 103) onder de 100. Een verkenningsvoertuig is in deze fase van de brand een schaars goed en de 100 beslist wat een volgende inzet zal zijn. Hierbij valt te denken aan: Begidsing overige TS-en; Begidsing vervoer OVD 100; Verdere beeldvorming; Assistentie (Plotting / inbreng locale kennis) OVD; Begeleiding TS 4x4; Logistieke taken (ophalen materiaal of eten/drinken). OVD (100): Leiden Kiezen Leiden Tijdens de eerste fase van de brand is het van groot belang dat de OVD zoveel mogelijk ter plaatse is en leiding geeft aan de inzet. Niet alleen voor de coördinatie, maar ook omdat deze fase relatief gevaarlijk is. Verder moeten er soms snel duidelijke keuzen gemaakt worden over bijvoorbeeld opschaling of inzettactiek. Het is niet wenselijk dat de OVD lang weg is voor verdere beeldvorming of het regelen van andere zaken zoals watertransport. Grofweg staan voor de OVD de volgende stappen: Verkenning 1 e verkenning van 110 (met 101) en over je heen laten komen; Op basis van 1 e sitrap mogelijk al opschalen. Leiden Ga/Blijf ter plaatse om de eerste knock-down sturen. Kiezen Redden we knock-down? Zo niet, andere tactiek kiezen (flanken, sturen, stoplijn); Overweeg opschaling. Leiden Indien gekozen voor andere tactiek, richten op aansturen van dat front; Ander front is voor andere OVD. Rest van de coördinatie voor de HOVD. Samengevat zou je ook kunnen zeggen dat een OVD zich bij een natuurbrand moet beperken tot zijn het directe inzet gebied. Is dit niet te overzien dan opschalen. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

14 3.4. Opschaling Snel Vanwege de omvang, het snel uitbreidende karakter, watertekorten en de vaak moeilijk bereikbare locaties dient bij natuurbranden veel sneller dan normaal opgeschaald te worden. Naarmate het droger is en harder waait zal de uitbreiding sneller zijn en zal nog sneller opgeschaald moeten worden. Leiding Vanaf de compagnies alarmering komt er voldoende leiding in het veld. Momenteel 4 kiest NHN ervoor om geen extra OVD in de primaire alarmeringen op te nemen. Wat niet weg neemt, dat direct op verzoek van de aanwezige OVD een 2 e OVD en HOVD gealarmeerd kan worden. Daarnaast wordt er vanaf zeer grote brand (vanwege de koppeling met de GRIP alarmering) automatisch een HOVD gealarmeerd. Indien gewenst kan deze HOVD op verzoek van de OVD en mogelijk ook op eigen initiatief, zich op de ondersteuning richten. De aansturing van het COPI verplaatst dan naar de 2 e HOVD, die ook standaard aan de GRIP alarmering gekoppeld is. Verdere beeldvorming In een eerste fase is vaak alleen het eerste inzetgebied verkend. Mochten de aanwezige (verkennings)eenheden of de gealarmeerde HOVD en OVD-en tijd hebben, dan is het passend en effectief als zij zelf verder verkennen/beeldvormen. In de praktijk hebben zij het meestal erg druk. Als alternatief hiervoor kan: gevraagd worden om een extra verkenningsvoertuig; de meetplan organisatie (of max. twee losse meetploegen o.l.v. de AGS) gebruikt worden voor het maken van een brandplot. Daarnaast kan een redvoertuig ingezet worden. Deze kan op hoogte (max. 30 m.) als uitkijkpost dienen. Ook de helikopter van de politie (KLPD) kan (indien beschikbaar) een waardevolle aanvulling zijn. Verbindingen De verbindingsprocedures bij opschalingen van natuurbranden zijn hetzelfde als de verbindingsprocedures bij normale opschalingen. Ook worden dezelfde standaard verbindingsschema s gebruikt. 4 Hierbij speelt de afweging tussen het voordeel van extra hulp, tegenover de afwijking van de normale werkwijze en beheersbaarheid van weer een extra eenheid die zich in meldt, info wilt en sturing gaat geven. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

15 Verplicht opschalen Afhankelijk van de droogte van de natuur is er meer of minder kans dat een brand snel uitbreidt. De in gebruik zijnde kleurindexen zijn daar natuurlijk een goede indicatie voor. Als een knock-down niet lukt, is naarmate het droger is het gevaar groter dat er een flinke uitbreiding plaats vindt. Daarom wordt van de (H)OVD verwacht dat, als een knock-down niet lukt, de (H)OVD direct kleurafhankelijk opschaalt: Bij Groen mag de OVD dit nog zelf inschatten. Bij nat weer kan men wellicht met beperkte opschaling alsnog een knock-down forceren. Bij Geel wordt van de OVD verwacht dat deze direct doorschaalt naar een Compagnie. Als vuistregel gaan we er van uit dat bij gewoon droog weer een natuurbrand middels flanken in een punt gedwongen kan worden. Bij Rood wordt hetzelfde verwacht van de OVD. Van de HOVD wordt nu verwacht dat deze redelijk snel nog een Compagnie aanvraagt. Bij zeer droog weer wordt, als vuistregel, niet meer verwacht dat het vuurfront in een punt gedwongen kan worden. Er zal dan minimaal naar een tactiek van sturen op een stoplijn overgegaan moeten worden. Vanwaar ook de noodzaak tot twee compagnieën. Hierboven staat redelijk snel. Het is zelfs juist wenselijk dat er een klein beetje tijd (5 tot 10 minuten) zit tussen de eerste en tweede compagnie. Op die manier blijven de handelingen voor de meldkamer beheersbaar. In de tabel hieronder staat e.e.a. samengevat: Kleurindex Opschaling als Knock-Down mislukt Groen Geel Rood Gezond Boeren Verstand (GBV) 1e CIE direct door OVD 2e CIE GBV (H)OVD 1 e CIE direct door OVD 2 e CIE redelijk snel door HOVD 3 e /4 e CIE GBV HOVD Voorbeelden In bijlage 1 staat een uitwerking van diverse mogelijke inzetten. Blushelikopter (zie ook paragraaf over middelen) De blushelikopter is slechts één van de middelen en is niet in de standaard of verplichte opschaling opgenomen. Omdat het aanvragen en opkomen echter lang duurt (ca. 3 uur) en de invloed groot kan zijn, is het wel van belang hier vroegtijdig aan te denken. Daarnaast vliegen en blussen zij niet als het donker is. Natuurbrand haakarmbak (zie ook alarmerings- procedure) Vanaf Rood of Zeer Grote Brand komt er uit voorzorg een speciale haakarmbak met materiaal voor natuurbrandbestrijding. Het materiaal in deze haakarmbak is bedoeld voor het tweede peloton en de tweede compagnie. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

16 4. Water Inhoud Dit hoofdstuk bevat de volgende onderwerpen: Onderwerp Zie pagina 4.1. Groot watertransport Pendelen Tankwagens 20 DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

17 4.1. Groot Water Transport Lange opkomstopbouwtijd Bij een flinke natuurbrand (> 100x100 meter) is al gauw groot water transport (WTS) nodig. De opkomst en de opbouw van het groot water transport duurt echter enige tijd. In goede omstandigheden voor WTS 1000 grofweg één uur en voor WTS 2500 grofweg anderhalf uur. Dit houdt twee dingen in: 1. WTS moet zo snel mogelijk besteld worden. Mede hierom zit WTS in de standaard alarmering bij zeer droge omstandigheden. 2. In de eerste fase van een (natuur)brand kan je niet rekenen op WTS. Als water in de eerste fase noodzakelijk is, moet er gependeld worden. WTS 1000 Voor WTS 1000 gelden de volgende gegevens: Opgebouwd uit een dompelpomphaakarmbak (DPH) op een haakarmvoertuig; 1000 meter (1 km) slang van Ø 150 mm; Water op verdeelstuk na circa 1 uur: o Maximale opkomsttijd 30 minuten; o In redelijk gunstige omstandigheden 5 30 minuten na aankomst 6 water op varken; Waterlevering 4000 liter/min. op 1000 meter. o Bijna 8000 liter/min. op 500 meter. Als slang verlengd wordt, is waterlevering van 4000 l/min niet meer haalbaar. WTS 2500 Voor WTS 2500 gelden de volgende gegevens: Opgebouwd uit een slangenhaakarmbak (SLH) op een haakarmvoertuig en een dompelpompaanhanger achter het haakarmvoertuig; 2500 meter (2,5 km) slang van Ø 150 mm; Water op verdeelstuk na circa 1 uur en 45 minuten: o Maximale opkomsttijd 45 minuten; o In redelijk gunstige omstandigheden 4 60 minuten na aankomst 5 water op varken; Waterlevering minimaal 2000 liter/min. op 2500 meter. Als slang verlengd wordt, is waterlevering van 2000 l/min. tot op 4 km. haalbaar. Langere afstanden In de natuurgebieden is niet overal dichtbij water. Sterker nog, in veel natuurgebieden is het water zelfs ver weg. Dit houdt in dat vaak eerder een WTS 2500 gealarmeerd moet worden, dan een WTS Om deze reden zit bij natuurbrand het WTS 2500 i.p.v. het WTS 1000 in de opschaling van Zeer Grote Brand. Als de afstand nog groter is dan 2500 meter, kunnen ook de slangen van de andere WTS-en aan de slangen van het WTS 2500 gekoppeld worden. Zoals hierboven beschreven heeft een dompelpomp tot 4 km nog genoeg kracht om voldoende water te leveren. 5 Gunstige omstandigheden: Goed geoefend team, waterwinplaats en slangenweg snel bekend en goed bereikbaar. 6 30/60 minuten = 5 min. afzetten bak + 5 min. pomp te water en druk op pomp + 20 of 50 min. vultijd (vullen tijdens uitrijden) Vultijd Inhoud Ø150 mm is 18 l/m. Met vuldebiet van 1000 l/min, vul je ± 50 m/min. Dus 1000 m in 20 min. en 2500 m in 50 min. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

18 4.2. Pendelen Pendelen Binnen onze regio s heeft de TS 4x4 maar een beperkte watercapaciteit. Hierdoor is het al snel noodzakelijk te pendelen. Omdat we in onze regio verder maar max. twee TS 4x4 hebben en er dus waarschijnlijk door de gewone TS-en gependeld moet worden, is de basis gedachte van pendelen bij ons wat complexer. Grofweg zijn er drie varianten: 1. Brand vlak naast een begaanbare weg. 2. Brand wat verder van de begaanbare weg. 3. Brand ver van de begaanbare weg Deze varianten worden hieronder nader toegelicht. Naast deze varianten zijn, in een iets later stadium, natuurlijk ook combinaties met loonwerkers o.i.d. mogelijk. Vuistregel De welbekende regel voor het benodigde aantal voertuigen bij pendelen is: n = Q x t (n= aantal voertuigen, Q = Bluscapaciteit, t = vultijd, V = Volume TS) V Als vuistregel kan echter gehanteerd worden dat voor één blussende TS, in totaal vier TS-en nodig zijn. Eén blust, één rijdt leeg terug, één vult en één rijdt vol terug. Pendelen 1: Brand naast de weg. 1. Brand vlak naast een begaanbare weg: Betreden veld niet perse noodzakelijk; Alle TS-en (behalve de 4x4) pendelen. Stoppen t.h.v. brand. Blussen met HD en rijden door. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

19 Pendelen 2: Brand wat verder van weg. 2. Brand wat verder van de begaanbare weg: Vanaf weg niet te blussen; Betreden veld met TS 4x4 noodzakelijk; Overige TS-en pendelen; TS 4x4 rijdt naar pad, wordt gevuld door pendel TS en gaat weer blussen. Pendelen 3: Brand ver van weg. 3. Brand ver van de begaanbare weg: Een beetje afhankelijk van de voortplantingssnelheid van de brand loont het de moeite om een slang het veld in te brengen, zodat de TS 4x4 niet steeds het hele stuk terug naar de begaanbare weg hoeft te rijden; De locatie van de slang is afhankelijk van de duidelijkheid omtrent de contouren van de flank: o Onduidelijk: slang met afsluiter bovenwinds; o Duidelijk: slang met afsluiter benedenwinds. Alle TS-en pendelen en sluiten beurtelings op de uitgelegde slang aan; Slang moet afgesloten kunnen worden met afsluiter of verdeelstuk. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

20 4.3. Tankwagens Nog geen regionale afspraken Behoudens Texel zijn nog niet overal in Noord-Holland Noord tankwagens met water beschikbaar. Of dit nu lokale loonwerkers of tankwagens van de brandweer zijn. Hoewel uniforme afspraken over de beschikbaarheid en werkwijze wel gewenst zijn, zijn die nu niet voorhanden. Invulling voor het gebruik van tankwagens komt in een van de volgende fasen van het project Natuurbrand. Wel lokale afspraken Het ontbreken van regionale afspraken hoeft de operationele leiding niet te weerhouden om dit middel toch in te zetten. Afhankelijk van lokale afspraken kan eerder of later tijdens de inzet (hoe later hoe minder hectiek) toch besloten worden gebruik te maken van loonwerkers of tankwagens van de brandweer. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

21 5. Vuistregels Vuistregel snelheid branduitbreiding De vuistregel voor branduitbreiding luidt: aantal meters uitbreiding per uur = windsnelheid in m/s x 100 In de tabel hieronder is deze formule toegepast, waarbij het gemiddelde is afgerond in herkenbare getallen. Windkracht (Schaal van Beaufort) Windsnelheid (Meters per seconde) Mogelijke Branduitbreiding (M/u afgerond) 0 0-0,2 m/s 10 m/u 1 0,3-1,5 m/s 100 m/u 2 1,6-3,3 m/s 250 m/u 3 3,4-5,4 m/s 500 m/u 4 5,5-7,9 m/s 750 m/u 5 8,0-10,7 m/s 1000 m/u 6 10,8-13,8 m/s 1250 m/u 7 13,9-17,1 m/s 1500 m/u 8 17,2-20,7 m/s 2000 m/u 9 20,8-24,4 m/s 2250 m/u 10 24,5-28,4m/s 2750 m/u De brand breidt zich ongeveer uit in een driehoek van 45 graden met de windrichting mee. 45º Windrichting Brandhaard Uitbreiding Vuistregel vorm branduitbreiding Branduitbreiding ook tegen de wind in! Let op: de brand kan zich ook uitbreiden tegen de wind in! Hierbij moet niet alleen rekening gehouden worden met kroon- of loopvuur, maar zeker ook met grondvuur. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

22 Rook (RSTV) Aan de rook kan (op afstand) al enigszins de ernst van de situatie worden ingeschat. De hoeveelheid en de dichtheid is natuurlijk een indicatie voor de grootte en heftigheid van de brand. Daarnaast is uit de kleur af te lezen over welke begroeiing het gaat. Dit is van belang omdat brand in naaldbomen (veel brandbaar hars) moeilijker te bestrijden is: Zwarte rook (door de hars) wijst op brand in naaldbomen. Heide en helmgras brandt met licht grijze rook. Zwarte pluimen wijzen op los staande naaldbomen tussen de heide. De rook bij brand in loofbomen varieert 7 van licht tot donkergrijs. Brandgang Stoplijn Als er geen water is, wordt vaak gesuggereerd een natuurlijke stoplijn op te zoeken of er een te maken, door bomen om te zagen. Dit laatste (zelf bomen zagen) is in de praktijk erg lastig. Los van de invloed van vliegvuur is er een behoorlijke strook zonder brandbare materialen nodig om overslag te voorkomen. Er zijn vuistregels voor overslag. Deze gaan uit van de redelijk gunstige omstandigheden van een matig heet vuur (< 1000 ºC) en niet te veel wind (2 á 3 Bft). Hierbij is de strook afhankelijk van de hoogte van het vuur. Dit zal bij een loopvuur natuurlijk gunstiger zijn dan een voluit brandend bos. Bij een brandgang van 4 x de hoogte zal het vuur waarschijnlijk nog overslaan; Bij 5 x de hoogte mogelijk niet; Bij 6 x de hoogte waarschijnlijk niet. Met deze kentallen moet er dan al snel gedacht worden aan stroken van 75 tot 100 meter. Een verharde weg door het bos en zelfs een snelweg zijn (in de praktijk, maar ook gezien deze vuistregels) vaak niet voldoende. Het maken van een brandgang door bomen om te zagen heeft daarom alleen zin als er voldoende tijd en middelen zijn om een brede strook te creëren of als het vuur een lage hoogte heeft. Het creëren van een bredere brandgang door stroken links en rechts van een breed pad of weg nat te maken is vaak een effectiever middel. 7 In basis zijn loofbomen dezelfde vegetatie als heide en gras, maar bij bomen en in bossen is er vaak een minder volledige verbranding. Dus een meer donkere kleur rook DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

23 6. Veiligheid Algemeen Onderstaande beschrijving is een samenvatting van de belangrijkste gevaren. Details zijn terug te vinden in de les- en leerstof. Insluiting Natuurbranden bewegen zicht voort. Daarnaast kan grondvuur of vliegvuur over grote afstanden nieuwe onverwachte brandhaarden laten ontstaan. Het belangrijkste gevaar bij natuurbranden is dan ook insluiting. Aandachtspunten hierbij zijn: Wees alert op dit gevaar (verantwoordelijkheid van leiding en eenheden zelf); Zorg dat je voertuig direct in een veilige richting kan wegrijden; Houdt voor de eigen bescherming altijd 400 liter water in de tank; Bij insluiting geef Noodprocedure brandweerpersoneel ; Bij nood kan in volledige uitrukkleding een ondiep vuurfront doorkruist worden. Zwaar werk Natuurbranden bestrijden is zwaar werk. Belangrijk is dat de manschappen snel voldoende drinken. Daarnaast moet tijdig (binnen 1 tot 4 uur) afgelost worden. CO Koolmonoxide Bij natuurbranden is veel rook en is er ook vaak sprake van onvolledige verbranding. Daar waar gewone rook al schadelijk is, is CO natuurlijk nog gevaarlijker. Het meten van het CO gehalte is dus noodzakelijk en ondanks het zware werk zal op tijd besloten moeten worden toch ademlucht te dragen. Ook in de nablusfase (onvolledige verbranding) is het gevaar op CO groot. Kleding De basisregel bij natuurbranden is volledige uitrukkleding met ademlucht. Dit omdat het gevaar op vlammen, vonken, rook, CO en insluiting groot is. Als het dragen van volledige uitrukkleding snel vermoeidheid of hittestuwing veroorzaakt, is het eerste alternatief snelle aflossing. Alleen in bijzondere omstandigheden kan gewerkt worden zonder ademlucht of jas. Optische signalen Bij natuurbranden is het gebruik van optische signalen (blauwe en oranje zwaailicht) i.v.m. de veiligheid vaak gewenst. Met name in onoverzichtelijke bosgebieden, met mogelijk ook stof of rook, verhoogt het gebruik van een zwaailicht de zichtbaarheid voor collega s en burgers. Avond en nacht Als het donker wordt is het gevaar op struikelen, verdwalen en insluiting groot. In principe wordt in het donker dan ook alleen opgetreden op duidelijke en goed betreedbare paden. Bos en open terrein moet vermeden worden. Teken Bij de inzet in natuurgebieden moet rekening gehouden worden met een tekenbeet. Dit heeft geen gevolgen voor de directe inzet maar noodzaakt wel controle achteraf. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

24 7. Overig Inzet Burgers Burgerparticipatie valt onder de multidisciplinaire inzet. Hieronder de betreffende passage uit het multidisciplinaire calamiteitenplan Natuurbrand: Met betrekking tot burgerparticipatie gelden de volgende uitgangspunten: Burgerparticipatie wordt niet gestimuleerd.; Burgers die het gebied in willen, worden niet toegelaten; De leider CoPI kan besluiten dat de hulpdiensten ter plaatse gebruik maken van de ter plaatse beschikbare burgers, mits: deze burgers aangeven te willen participeren in de hulpverlening; de hoogste leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse aangeven deze hulp nodig te hebben; deze burgers alleen worden ingezet onder verantwoordelijkheid van deze leidinggevenden ; deze burgers alleen worden ingezet voor zover hun eigen veiligheid en de veiligheid van anderen hierdoor niet in het geding komt. Inzet Burgers Texel Op Texel is de inzet van burgers bij natuurbrandbestrijding wel gereguleerd. Bovenstaande richtlijn gaat aldaar niet op. Reddingsbrigade Multidisciplinair is afgesproken dat de reddingsbrigades, daar waar mogelijk, hun transportmiddelen ter beschikking stellen. Daarbij is echter niet gezegd dat deze middelen standaard ter beschikking van de brandweer zijn. Ten eerste hebben zij ook een verantwoordelijkheid op het strand en kunnen niet altijd en gegarandeerd transportmiddelen leveren. Daarnaast zijn deze middelen een schaars goed en kan het zijn dat andere, niet brandweer gerelateerde taken (bijv. evacueren/ontruimen van mensen van strand of uit duinen), voorrang hebben. Om deze reden wordt de reddingsbrigade (een liaison) pas vanaf GRIP 1 gealarmeerd en beslist de leider CoPI wie de middelen van de reddingsbrigade ter beschikking krijgt. Om bovenstaande redenen zit de reddingsbrigade niet in de eerste standaard alarmeringen. Het staat een bevelvoerder of OVD echter vrij om in een eerder stadium toch om de reddingsbrigade te vragen. Hierbij loopt de brandweer wel een kans dat de reddingsbrigade in een later stadium aan een andere partij toegewezen wordt. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

25 Bijlage 1: Voorbeelden inzet bij opschaling Inzet bij opschaling Geel In het hoofdstuk over opschaling staat dat de basisinzet bij oranje (na mislukken van de knock-down) een Compagnie is, die gaat flanken. Dit is hieronder visueel weer gegeven: In dezelfde tabel staat ook aangegeven dat de HOVD op basis van gezond boeren verstand ook verder kan opschalen. Hieronder twee voorbeelden van combinaties van tactieken, die bij dit scenario redelijkerwijs denkbaar zijn. Hiernaast zijn natuurlijk nog allerlei andere combinaties denkbaar. Onderstaand scenario kan je hebben als de flanken wat verder uit elkaar liggen en of makkelijker dan wel noodzakelijkerwijs (bijv. belangrijk object) gestopt moet worden door een pel. op een stoplijn te zetten. Het scenario hieronder is al eerder in dit document beschreven als een scenario waarbij je met één peloton de inzetdiepte niet redt en je met een volgend peloton de flank wel sluitend krijgt. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

26 Inzet bij opschaling Rood Hierboven in de tabel staat dat de basis inzet bij rood (na mislukken van de knockdown) een Compagnie is, die gaat sturen naar een stoplijn. Dit is hieronder visueel weer gegeven: Het scenario hieronder is al eerder in dit document beschreven als een scenario waarbij je met één peloton de inzetdiepte niet redt en je met een volgende compagnie de brand wel tot de stoplijn kan sturen:. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

27 Inzet bij opschaling Rood (vervolg) Onderstaand scenario geeft een voorbeeld van een inzet met vliegvuur: Hieronder een voorbeeld van een combinatie van de twee voorgaande scenario s: DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

28 Inzet bij opschaling Rood (vervolg) Als een brand pas in een wat later stadium opgepakt kan worden, is het vuurfront mogelijk al wat breder geworden en is opvang door één Compagnie niet voldoende. Hieronder een voorbeeld van een dergelijke situatie: Als laatste een voorbeeld van een scenario waarbij op de eerste stoplijn niet voldoende capaciteit is om het vuur compleet uit te krijgen. De eerste stoplijn is dan defensief en geeft je de tijd of verlaagt de intensiteit voor de tweede definitieve (offensieve) stoplijn. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

29 Bijlage 2: Samenvatting taken Verkennings- Voertuig (101) Zo snel mogelijk uitrukken. Niet wachten op meer dan twee of drie personen; Het verkenningsvoertuig krijgt roepnummer 101; Het meenemen van extra aanhangers (met bijv. zwepen of MSA) kan, mits het een snelle uitruk en verkenning niet nadelig beïnvloed; De eerste dichtstbijzijnde TS (roepnummer 110) is verantwoordelijk voor de verkenning. Het verkenningsvoertuig 101 valt in de eerste fase dus onder de 110. Als de brand gelokaliseerd is, is een sitrap aan de 110 en de OVD 100 belangrijk: o Locatie brand (eventueel in coördinaten) o Soort brand (grondvuur, loopvuur, kroonvuur of combi); o Oppervlakte brand (afmeting of oppervlakte); o Breedte vuurfront; o Heftigheid (grote / kleine vlammen); o Inschatting of Knock-Down haalbaar is; o Eventueel advies over vervolg tactiek (flanken, sturen naar stoplijn). Nadat de brand is gelokaliseerd valt de 101 onder de OVD 100. Een verkenningsvoertuig is in deze fase van de brand een schaars goed en de OVD beslist wat een volgende inzet zal zijn. Te denken valt hierbij aan: Begidsing overige TS-en; Begidsing vervoer OVD 100; Verdere beeldvorming; Assistentie (Plotting / inbreng locale kennis) OVD; Begeleiding TS 4x4; Logistieke taken (ophalen materiaal of eten/drinken). 1 e TS (110) De dichtstbijzijnde en daarmee best lokaal bekende TS leidt de verkenning; Deze TS krijgt roepnummer 110; Het gealarmeerde verkenningsvoertuig (101) valt in de eerste fase onder de 110; Ook de andere gealarmeerde voertuigen worden door de 110 aangestuurd; De 110 is aanspreekpunt voor de OVD 100; Als de brand gelokaliseerd is, is een eerste sitrap aan de OVD 100 belangrijk: o Soort brand (grondvuur, loopvuur, kroonvuur of combi); o Oppervlakte brand (afmeting of oppervlakte); o Breedte vuurfront; o Heftigheid (grote / kleine vlammen); o Inschatting of Knock-Down haalbaar is; o Eventueel advies over vervolg tactiek (flanken, sturen naar stoplijn). Totdat de OVD ter plaatse is coördineert de 110 de inzet en begidsing. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

30 OVD (100) - Verkenning - Leiden - Kiezen - Leiden De verkenning wordt geleid door de 1 e lokale TS (110); Deze heeft een verkenningsvoertuig tot zijn beschikking (101); C2000 Communicatie tussen 101 en 110 is belangrijk: o Bescheiden opstellen in gebruik verbindingen. Nadat de brand gelokaliseerd is, volgt z.s.m. door de 101 of 110 een sitrap: o Soort brand (grondvuur, loopvuur, kroonvuur of combi); o Oppervlakte brand (afmeting of oppervlakte); o Breedte vuurfront; o Heftigheid (grote / kleine vlammen); o Inschatting of Knock-Down haalbaar is; o Eventueel advies over vervolg tactiek (flanken, sturen naar stoplijn). Op basis van deze sitrap eventueel opschalen; Na de verkenning valt de 101 onder de OVD 100. Mogelijke taken zijn: o Begidsing overige TS-en; o Begidsing vervoer OVD 100; o Verdere beeldvorming; o Assistentie (Plotting / inbreng locale kennis) OVD; o Begeleiding TS 4x4; o Logistieke taken (ophalen materiaal of eten/drinken). Ter plaatse is het noodzakelijk dat leiding gegeven wordt aan de inzet: o Weggaan voor verdere beeldvorming is ongewenst; o Indien noodzakelijk hiervoor opschalen. Zo snel mogelijk moet ingeschat worden of een knock-down haalbaar is; Als de HOVD al gealarmeerd is, moet deze info in een sitrap naar de HOVD; Als knock-down niet kan, moet een OVD kiezen of deze gaat flanken of sturen; o De OVD moet zich nu richten op de belangrijkste flank; o Verdere beeldvorming en andere flank is voor 2 e OVD of HOVD. Afhankelijk van de omstandigheden moet (verplicht) verder worden opgeschaald: o Bij Groen: Eigen inschatting OVD; o Bij Geel: OVD minimaal één Compagnie; o Bij Rood: OVD minimaal één Compagnie. HOVD moet minimaal een 2 e compagnie alarmeren. DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

31 HOVD (Alfa) (Bravo) (Charlie) In verband met de dynamiek, waterwinning en omvang van natuurbranden heeft een OVD eerder dan normaal baat bij ondersteuning; Eerder dan normaal zal de HOVD zich moeten richten op de brand en de rol van LCoPI aan de opvolgende HOVD moeten laten; Te denken valt aan ondersteuning bij waterwinning of verdere beeldvorming; Bij zeer droog weer (index rood) wordt ook de HOVD meteen mee gealarmeerd. In dit stadium moet de brand vaak nog gevonden worden en is de C2000 communicatie tussen 101 (verkenner) en 110 (1 e TS) zeer belangrijk. Ook de HOVD moet zich in deze fase bescheiden opstellen in het gebruik van de verbindingen; Ter plaatste zal de OVD als eerste in te schatten of een knock-down haalbaar is; Als de HOVD al gealarmeerd is, moet deze info in een sitrap naar de HOVD; Als knock-down niet kan, moet een OVD kiezen of deze gaat flanken of sturen: o De OVD moet zich nu richten op de belangrijkste flank; o Verdere beeldvorming en andere flank is voor 2 e OVD of HOVD. Afhankelijk van de omstandigheden moet (verplicht) verder worden opgeschaald: o Bij Groen: Eigen inschatting; o Bij Geel: OVD Minimaal één Compagnie; o Bij Rood: OVD Minimaal één Compagnie. HOVD moet minimaal een 2 e compagnie alarmeren. Hierna volgen de standaard componenten van een inzet: o Verkennen, Inzetplan maken, Bevelsuitgifte, Inzet. Hieronder een aantal voorbeelden van inzet bij opschaling: Basis Flanken Flanken met stoplijn Verlengd Flanken Basis Sturen en Stoplijn Verlengd Sturen en stoplijn Sturen - Stoplijn met Vliegvuur Verlengd Sturen en Stoplijn Verlengd Sturen op brede Stoplijn Verlengd Sturen op met Vliegvuur defensieve Stoplijn, daarna offensieve Stoplijn DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

32 Bijlage 3: Operationele kaarten Operationele kaarten Als bijlage bij het multidisciplinaire incidentbestrijdingsplan zijn eenvormige operationele kaarten voor alle natuurgebieden in Noord-Holland Noord gemaakt. Op deze operationele kaarten is de acuut benodigde informatie voor de operationele rampbestrijding en aansturing daarvan weergegeven. Dit betreft o.a. de toegankelijkheid, vegetatie, risico objecten en waterwinning. Daarnaast zijn op de achterzijde de uitgangspunten en aandachtspunten weergegeven. Hoewel de operationele kaarten geen onderdeel zijn van dit monodisciplinaire plan, zijn ze wel van belang bij de verkenning en bestrijding van natuurbranden. Daarom voor de beeldvorming hieronder een voorbeeld. Voorbeeld kaart DOC-RB-OPV-Inzetprocedure Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d van 32

Alarmering Natuurbrandbestrijding

Alarmering Natuurbrandbestrijding Alarmering Natuurbrandbestrijding DOC-RB-OPV-Alarmering Natuurbrandbestrijding, versie 1.0, d.d. 01-02-2011 Versie 1.0, 1 d.d. van 01-02-2011 14 Alarmering Natuurbrandbestrijding Noord-Holland Noord Inhoud

Nadere informatie

Strategie en tactiek bij natuurbrand

Strategie en tactiek bij natuurbrand Strategie en tactiek bij natuurbrand Oefenkaart 464C 464D 465C 465D Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbrand Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding

Nadere informatie

Grootschalig Watertransport

Grootschalig Watertransport Grootschalig Watertransport Brandweer Midden- en West-Brabant Versie 1.1, juni 2009 1 Naam: Brandweer Midden- en West-Brabant Versie: 1.1 Datum: juni 2009 Opsteller: afdeling operationele voorbereiding,

Nadere informatie

Natuurbrandbestrijdingsplan. Brandweer Midden- en West-Brabant. Vastgesteld RMT Vastgesteld CC26 Vastgesteld PPOV : 10 december 2007

Natuurbrandbestrijdingsplan. Brandweer Midden- en West-Brabant. Vastgesteld RMT Vastgesteld CC26 Vastgesteld PPOV : 10 december 2007 Natuurbrandbestrijdingsplan Vastgesteld RMT Vastgesteld CC26 Vastgesteld PPOV : 10 december 2007 Natuurbrandbestrijdingsplan 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Indexering van natuurbrand gevaar... 4

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht Specialisten van de VRU Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht In de natuurrijke gebieden in het oosten van de provincie Utrecht zijn natuurbranden in droge tijden een reëel risico. Het is een

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon

GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon Quickscan Grip 1, zeer grote brand industriepand Hollands Kroon, 1 juni 2016 Incident 1 juni 2016. Zeer grote brand in een industriepand/agrarisch

Nadere informatie

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat

Nadere informatie

Specialistengroep WTS 806

Specialistengroep WTS 806 Specialistengroep 806 Brand Ploeg Frequentie: minimaal 1 x per jaar per opdracht : De specialistengroep kan op een veilige wijze onder tijdsdruk diverse watertransportsystemen (met name 1000 en/of 2500)

Nadere informatie

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm # Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm Rust, ruimte & overzicht 2 Uitrukken 1 Controle MS 2 Bericht 3 Bovenwinds aanrijden 4 Veilig aanrijden 5 Berichtgeving 6 Commando s 3 OGS melding 1 GEVI-nummer 2 Stofnaam

Nadere informatie

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 1, OGS Alkmaar, 17 mei 2016 Incident 17 mei 2016 Ongeval gevaarlijke stoffen aan de Kogerpolder 10, Starnmeer

Nadere informatie

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst?

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst? Beleving Incident (versie 0.1) Deze vragenlijst stelt collega's in de gelegenheid om hun persoonlijke beleving op het gebied van veiligheid aan te geven, zoals die is ervaren bij een incident waarbij zij

Nadere informatie

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op

Nadere informatie

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012

uitrukprocedure 6 + 6 versie 1.0 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Nieuwe uitruk procedure per 9 januari 2012 Per 9 januari starten we een pilot om uit te rukken met 6 personen verdeeld over 2 (meerdere) voertuigen. De onderstaande inzet voorstellen zijn nader uitgewerkt

Nadere informatie

Vakkennis natuurbrandbestrijding

Vakkennis natuurbrandbestrijding Vakkennis natuurbrandbestrijding Oefenkaart 461B Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbranden Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding Deze achtergrondinformatie

Nadere informatie

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008

Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Evaluatie van de brand in De Punt op 9 mei 2008 Bevindingen onderzoekscommissie Brand met dodelijke afloop in De Punt op 9 mei 2008 Ira Helsloot Overzicht presentatie Woord vooraf Korte herhaling: van

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

NATUURBRANDBESTRIJDING

NATUURBRANDBESTRIJDING NATUURBRANDBESTRIJDING 99 NATUURBRANDBESTRIJDING 100 Onderzoek effectief bluswaterverbruik A.D. Lemaire & J. Bienefelt( Efectis NL) Deelprojectgroep Effectief waterverbruik : J. Krol (VRU) C. Kok (VNOG),

Nadere informatie

ZEER GROTE BRAND KAPELLE 23 maart 2017 Operationeel optreden brandweer

ZEER GROTE BRAND KAPELLE 23 maart 2017 Operationeel optreden brandweer ZEER GROTE BRAND KAPELLE 23 maart 2017 Operationeel optreden brandweer Operationeel optreden brandweer v 13-11-2017 Pagina 1 van 12 Colofon Brandweer Zeeland Postbus 8016 4330 EA Middelburg Segeerssingel

Nadere informatie

Calamiteitenplan Versie 2.1

Calamiteitenplan Versie 2.1 Calamiteitenplan Versie 2.1 Reddingsbrigade Nederland Landelijk Bureau Dokweg 149 1976 CA IJmuiden Telefoon: 0255 545858 Fax: 0255-512 584 Email: info@reddingsbrigade.nl 1 Inleiding De werkzaamheden die

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1

Nadere informatie

Optreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS

Optreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS Optreden bij buisleiding incidenten Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS 1 2 Om dit te voorkomen of te bestrijden!! 3 Jaren geleden! Melding stoom uit de

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015

Plan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40

Nadere informatie

Beleid advisering paasvuren en andere vreugdevuren

Beleid advisering paasvuren en andere vreugdevuren Beleid advisering paasvuren en andere vreugdevuren Auteur: Martine Oostveen (Veiligheidsregio IJsselland) Jan Willem van Gortel (Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland) Datum: 5 maart 2014 Versie: Definitief

Nadere informatie

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen lekkage tankwagen Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen Melding Op 21 mei, om 14.05 uur, krijgt u als bevelvoerder de melding dat een voorbijrijdende auto een explosie heeft gehoord en roodbruine dampen ziet

Nadere informatie

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.

BHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers. 10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitseisen voor de uitruk en opkomst van brandweereenheden in de Veiligheidsregio Haaglanden Bureau Operationele Voorbereiding

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

DH 1. FPS, Edward Huizer (08 10 09) Symposium Risicobewustzijn bij gebouwbranden 01 53. Onderwerpen:

DH 1. FPS, Edward Huizer (08 10 09) Symposium Risicobewustzijn bij gebouwbranden 01 53. Onderwerpen: DH FPS, ward Huizer (08 0 09) 0 53 HS 0 INLEIDING Opbouw presentatie Programmaoverzicht Inleiding (uitleg FPS IVS) 6 Onderwerpen: Strategie: offensief of defensief IVS scenarioanalyse brandverloop eamresultaten

Nadere informatie

Kosten en opbrengst OMS. Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente

Kosten en opbrengst OMS. Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente Kosten en opbrengst OMS Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente Inhoud Aanleiding onderzoek Cijfers OMS Twente Instrument kosten-baten analyse Maatschappelijke kosten

Nadere informatie

GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik

GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik Quickscan brand bedrijfsverzamelgebouw Medemblik, 10 maart 2016 Incident 10 maart 2016 Brand in een bedrijfsverzamelgebouw aan de

Nadere informatie

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015

Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg. Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Monodisciplinaire evaluatie inzet Bevolkingszorg Betreft: inzet woningbrand Paulus Potterstraat te Almere op 7 januari 2015 Inleiding: Op 7 januari 2015 is er in de Paulus Potterstraat te Almere een woningbrand

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs Optreden bij vuurwerkbranden Herman Schreurs Uitgangspunten Optreden als klasse 1, ontplofbare stoffen Bestrijding van ongevallen, waarbij ontplofbare stoffen zijn betrokken, BZK 1985 Subklasse bepaalt

Nadere informatie

Monodisciplinair evaluatieverslag Zeer grote brand Langestraat Alkmaar 1 januari 2015

Monodisciplinair evaluatieverslag Zeer grote brand Langestraat Alkmaar 1 januari 2015 Monodisciplinair evaluatieverslag Zeer grote brand Langestraat Alkmaar 1 januari 2015 DOC-OPV- Evaluatieverslag Compagniebrand Commissiewinkel Alkmaar 24-01-14, versie RHO 0.1 Pagina 1 van 12 0. Overzicht

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT Natuurbrandoefeningen 10 en 17 april 2010

EVALUATIERAPPORT Natuurbrandoefeningen 10 en 17 april 2010 EVALUATIERAPPORT Natuurbrandoefeningen 10 en 17 april 2010 Datum:juli 2010 Samensteller rapport: Stefan Diehl Opdrachtgever: i-bridge KORTE OMSCHRIJVING OEFENING Oefening : Regionale natuurbrandoefening

Nadere informatie

Manschap A Brandbestrijding

Manschap A Brandbestrijding Manschap A Het IFV bedankt iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan de inhoud van dit tekstboek. Een aantal foto's uit dit boek is afkomstig van www.fotoserver.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Workshop Offensieve Buiteninzet

Workshop Offensieve Buiteninzet Workshop Offensieve Buiteninzet Brand New Doctrine Ed Oomes Programma Welkom Aanleiding en verloop doctrine ontwikkeling Basisregels voor gebouwbrandbestrijding scoren en plenaire terugkoppeling Tot slot

Nadere informatie

Vakkennis natuurbrandbestrijding

Vakkennis natuurbrandbestrijding Vakkennis natuurbrandbestrijding Oefenkaart 463B 464B 465B Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbranden Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding Deze

Nadere informatie

Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland. Versie 1.1

Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland. Versie 1.1 Brandweercompagnie Veiligheidsregio IJsselland Versie 1.1 Inhoud Opbouw Compagnie Brandweercompagnie in de praktijk - Inzet binnen de regio IJsselland - Inzet buiten de regio IJsselland Samenvatting Afkortingen

Nadere informatie

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

Bijlage 11. Voertuigspecificaties Bijlage 11 Voertuigspecificaties Inhoud Inleiding... 3 Benaming voertuigen... 3 Zeeuwse TS... 4 Slagkracht bij brand... 5 Inzetdiepte... 5 Tankinhoud... 5 Waterwinning... 6 Slagkracht bij HV... 6 Slagkracht

Nadere informatie

BRAND CAFE ZONDER NAAM

BRAND CAFE ZONDER NAAM BRANDWEER KNOKKE-HEIST BRAND CAFE ZONDER NAAM CASE Sgt. Voet Sean 14-2-2013 Situeringsplan: Het handelspand is gelegen in de Noordhinderstraat 16 te Zeebrugge niet ver van de gewezen vismijn. Case brand

Nadere informatie

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder

GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder GRIP 1 Stadhuis Den Helder 28 september 2016, gemeente Den Helder Multidisciplinaire Quickscan GRIP 1 Stadhuis Den Helder, 28 september 2016 1. Overzicht Incident 28 september 2016 Middelbrand in het stadhuis

Nadere informatie

Brand Strabrechtse Heide Deel 2: De feitelijke bestrijding van de natuurbrand

Brand Strabrechtse Heide Deel 2: De feitelijke bestrijding van de natuurbrand Brand Strabrechtse Heide Deel 2: De feitelijke bestrijding van de natuurbrand Brand Strabrechtse Heide Deel 2: De feitelijke bestrijding van de natuurbrand Inhoud Voorwoord 7 Samenvatting 9 1 Inleiding

Nadere informatie

OEFENMIDDAG ALARMPLOEG

OEFENMIDDAG ALARMPLOEG Nederland Egmond aan Zee OEFENMIDDAG ALARMPLOEG Introductie Protocollen/procedures en Lokale bekendheid Oefenmiddag alarmploeg Programma oefenmiddag beginner (3 en 4) 12.45 uur aanwezig/verzamelen 13.00

Nadere informatie

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b (optioneel) en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen

GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen 1. Overzicht Incident 10 juni 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Egmond aan den Hoef Gemeente Bergen GRIP 1 Omschrijving

Nadere informatie

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik 1. Overzicht Incident Zaterdag 29 april 2017 Ammoniaklekkage Zwaagdijk Gemeente Medemblik GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 29 april 2017 krijgt de

Nadere informatie

Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk

Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk De workshopleider ing. Lieuwe de Witte: lieuwe.dewitte@ifv.nl Brandweeracademie IFV: Onderzoeker/docent Adviseur Brandpreventie/FSE Programma workshop Introductie

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

Eenvoudig in zicht. Netwerk Repressie NVBR. maart Funcitionele herkenbaarheid

Eenvoudig in zicht. Netwerk Repressie NVBR. maart Funcitionele herkenbaarheid Functionele-herkenbaarheid Eenvoudig in zicht Netwerk Repressie NVBR. maart 2007 1 Inhoud: 1. Inleiding. 2. probleemstelling 3. Functies 4. Herkenning 5. Kleurindeling aan functiegroepen 6. Functies bij

Nadere informatie

Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg.

Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg. TANKPUTBRANDEN Definitieve versie 8 augustus 2011 Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg. INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1 Opdracht en voorafgaande rapportages... 4 2 De uitwerking

Nadere informatie

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o

Nadere informatie

Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers?

Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers? Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers? Jetty Middelkoop AGS BAA Waarom heeft I-SZW aandacht voor de brandweer? Melding uit Rotterdam Rijnmond over onverantwoord omgaan met asbest door de

Nadere informatie

Instructiekaart. Fire defender inzet gereed maken. Fire defender afleggen. Fire defender afleggen met Verdeelstuk. Veiligheid

Instructiekaart. Fire defender inzet gereed maken. Fire defender afleggen. Fire defender afleggen met Verdeelstuk. Veiligheid Instructiekaart Commando s Fire defender inzet gereed maken Fire defender afleggen Fire defender afleggen met verdeelstuk Fire defender inzet gereed maken 1. Haal FD uit opbergsysteem 2. Plaats FD naast

Nadere informatie

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek

Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Oefening Doel Specialisme Specialistische brandbestrijding Ploeg: manschappen, manschap b en bevelvoerder Frequentie: korpsspecifiek Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief een inzet uit bij een

Nadere informatie

Aflegsysteem brandbestrijding

Aflegsysteem brandbestrijding Aflegsysteem brandbestrijding De door de ploeg te verrichten handelingen die tot doel hebben de juiste blusmiddelen volgens de juiste tactiek en techniek op de brandhaard aan te brengen 1976 Doelstellingen

Nadere informatie

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 2e trimester

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 2e trimester Veiligheidsregio in-zicht 2017-2 Basisvoorzieningen op orde 2e trimester Voorwoord Inleiding Voor u ligt een overzicht van de prestatie-indicatoren en kengetallen van Veiligheidsregio Noord- Holland Noord.

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

Resultaten Workshop IBGS

Resultaten Workshop IBGS De meeste aandacht ging duidelijk uit naar het vuilwerkpak; daarover maakt men zich de meeste zorgen, zie tabel Veel discussie over inzet bedrijfsbrandweer buiten terrein: variërend van laat het over aan

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening

Inzet met accent op brandbestrijding. Oefening 700 Inzet met accent op brandbestrijding Oefening Doel Basisbrandweerzorg, eventueel met specialisme(n) Brandbestrijding Minimaal twee TS-en, OVD, eventueel ondersteunende voertuigen Frequentie: minimaal

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 30 september 2005 te Arnhem vastgesteld het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel. Inleiding In

Nadere informatie

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing

De repressieve consequentie van een preventieve oplossing De repressieve consequentie van een preventieve oplossing Casus Maxum Megastore Brielle 16-5-2014 Ing. R. van den Dikkenberg MCDM 1 Inhoud presentatie Waarom onderzoek en onderzoeksvraag Kenmerken pand

Nadere informatie

Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant

Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant Functieomschrijvingen diverse functies vrijwillige sergeant De zoneraad van 21 maart 2016 heeft beslist om onderstaande plaatsen vacant te verklaren door middel van bevordering: A. 7 functies voor sergeant

Nadere informatie

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Een natuurbrandverspreidingsmodel berekent aan de hand van een aantal parameters de verspreiding van het vuurfront in de tijd. Hoe snel en op welke manier

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR BEVELVOERDER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 4 oktober 2007 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater Toekomst Bluswaterbeleid Toegelicht volgens de nieuwe handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid Nieuwe Handreiking: Bluswatervoorziening

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen

GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen GRIP 1, zeer grote brand Dirkshorn 8 april 2017, gemeente Schagen 1. Overzicht Incident 8 april 2017 Zeer grote brand, stolpboerderij Gemeente Schagen GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 8 april 2017 wordt

Nadere informatie

Brandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010

Brandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010 Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010 Referentie oefenkaart / lesbrieven Oefenkaart(en) Manschappen Oefenkaarten: L103 : Gevaren bij repressief optreden 105-A : Verkenning 105-B

Nadere informatie

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde Veiligheidsregio in-zicht 2012 Basisvoorzieningen op orde Voorwoord Inleiding Voor u ligt een overzicht van de prestatie-indicatoren en kengetallen van Veiligheidsregio Noord- Holland Noord tot en met

Nadere informatie

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Oefenkaart Lesstof Overige bronnen 222A Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Bevelvoerder, tekstboek OGS Inleiding Deze achtergrondinformatie gaat over

Nadere informatie

Oefentoets-Brandpreventie en brandbestrijding-2016

Oefentoets-Brandpreventie en brandbestrijding-2016 Projecttitel: Oefentoets-Brandpreventie en brandbestrijding-2016 Aantal items: 25 Max. aantal punten: 30 1 Bij welke letters horen de brandklassen? Match de letters in de rechterkolom met de juiste brandklasse

Nadere informatie

Veiligheidsregio in-zicht 2017 Basisvoorzieningen op orde

Veiligheidsregio in-zicht 2017 Basisvoorzieningen op orde 1 180706 AB 5 B5 Veiligheidsregio in-zicht 2017.pdf Veiligheidsregio in-zicht 2017 Basisvoorzieningen op orde Voorwoord Voor u ligt een overzicht van de prestatie-indicatoren en kengetallen van Veiligheidsregio

Nadere informatie

Repressief optreden in Biologische Laboratoria s. 16-apr-2010 Author/location

Repressief optreden in Biologische Laboratoria s. 16-apr-2010 Author/location Repressief optreden in Biologische Laboratoria s Author/location Repressief optreden in Biologische Laboratoria s Inhoud presentatie Kennisniveau t.a.v. biologische agentia Algemene veiligheidsregels Bespreken

Nadere informatie

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht A-E-F Draaiboek : 103C-DB02 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Natuurbranden. Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP

Natuurbranden. Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP Natuurbranden Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP Natuurbrandgevaar Brandpreventie Harderwijk Oldebroek Apeldoorn Veluwe massief Ede Arnhem Communicatie Gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

1 e druk, 1 e oplage, november 2008 NIFV ISBN 978-90-5643-363-5

1 e druk, 1 e oplage, november 2008 NIFV ISBN 978-90-5643-363-5 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,

Nadere informatie

Aflegcommando Defensief afleggen 1.1 i

Aflegcommando Defensief afleggen 1.1 i Aflegcommando Defensief afleggen 1.1 i De achtergrond Op 9 mei 2008 komen bij een brand in een botenloods in De Punt drie ervaren brandweermensen om het leven. Ze hebben gehandeld, zoals ze zijn opgeleid

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST KWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het

Nadere informatie

VERIFICATIETIJD MELDKAMER BRANDWEER: VAN 1 MINUUT NAAR 1+2 MINUTEN. 16 mei Definitief. Notitie.

VERIFICATIETIJD MELDKAMER BRANDWEER: VAN 1 MINUUT NAAR 1+2 MINUTEN. 16 mei Definitief. Notitie. VERIFICATIETIJD MELDKAMER BRANDWEER: VAN 1 MINUUT NAAR 1+2 MINUTEN 16 mei 2017 Definitief Notitie www.brandweer.nl/gelderland-midden Verificatietijd meldkamer brandweer: van 1 minuut naar 1+2 minuten INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement ff. Functie voertuigbediener Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub ff Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. B3 1 Deelplan Bron- en Effectbestrijding Brandweer

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. B3 1 Deelplan Bron- en Effectbestrijding Brandweer Rampenplan gemeente Heerhugowaard B3 1 Deelplan Bron- en Effectbestrijding Brandweer Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 B3 1 Deelplan Bron- en Effectbestrijding Brandweer

Nadere informatie

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Elementaire oefening Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand Opdracht B-C-D Draaiboek : 103C-DB01 Datum : 21-12-2011 Locatie : Inhoud Elementaire oefening... 1 Inhoud... 2 Vooraf...

Nadere informatie

Deelsessie: Een brand in een zorgcentrum, vanuit verschillende invalshoeken besproken. Stichting Zorggroep Ter Weel/crisiscoördinator

Deelsessie: Een brand in een zorgcentrum, vanuit verschillende invalshoeken besproken. Stichting Zorggroep Ter Weel/crisiscoördinator Deelsessie: Een brand in een zorgcentrum, vanuit verschillende invalshoeken besproken. Wilko Clarijs Rinus Corbijn Frans Nieuwenhuize Stichting Zorggroep Ter Weel/crisiscoördinator Brandweer/Brandonderzoek

Nadere informatie

Evaluatie optreden brandweer Kennemerland grote brand in een villa aan de Boekenroodeweg in Aerdenhout (gemeente Bloemendaal)

Evaluatie optreden brandweer Kennemerland grote brand in een villa aan de Boekenroodeweg in Aerdenhout (gemeente Bloemendaal) Evaluatie optreden brandweer Kennemerland grote brand in een villa aan de Boekenroodeweg in Aerdenhout (gemeente Bloemendaal) Inleiding In de nacht van zaterdag 10 op zondag 11 maart jl. heeft een grote

Nadere informatie

STANDAARD OPERATIONELE PROCEDURE. Aflegsysteem lage druk: bundels

STANDAARD OPERATIONELE PROCEDURE. Aflegsysteem lage druk: bundels Aflegsysteem lage druk: bundels Filename : 2016 01 11 SOP Aflegsysteem lage druk: bundels Locatie : U 09 C 02 A Doel : Een eenvormige procedure vastleggen voor een lage druk instelling. De beslissing om

Nadere informatie

Workshop 3: Scheepsbrand in Scheveningen

Workshop 3: Scheepsbrand in Scheveningen Workshop 3: Scheepsbrand in Scheveningen Robert van de Ende (Haaglanden) Job Kramer (Haaglanden) Clemon Tonnaer (Brandweeracademie) 2 Brandonderzoek Johanna Maria (SCH118) juni/juli 2014 Johanna Maria

Nadere informatie

Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering

Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering Vier vacante plaatsen voor adjudant (beroepspersoneel) via bevordering Post: Gent Functie Doelstelling van de functie 1. De operationele leiding bij de bestrijding van incidenten over een team medewerkers.

Nadere informatie

Van OGS naar IBGS versie 1: 2017

Van OGS naar IBGS versie 1: 2017 Van OGS naar IBGS: de verschillen en gevolgen op een rij Implementeren van de visie IBGS vraagt om het maken van keuzes. Onderstaande tabel laat zien hoe namen, termen, procedures, functies, etc. worden

Nadere informatie

WISKUNDE B-DAG 2001. 23 november. 9.00 16.00 uur

WISKUNDE B-DAG 2001. 23 november. 9.00 16.00 uur WISKUNDE B-DAG 2001 23 november 9.00 16.00 uur Stel je voor: Met een jeep wil je een grote woestijn door. Water, voedsel en benzine is er eindeloos op je startplek, maar onderweg is er echt helemaal niets.

Nadere informatie

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 1e trimester

Veiligheidsregio in-zicht Basisvoorzieningen op orde 1e trimester Veiligheidsregio in-zicht 2017-1 Basisvoorzieningen op orde 1e trimester Voorwoord Inleiding Voor u ligt een overzicht van de prestatie-indicatoren en kengetallen van Veiligheidsregio Noord- Holland Noord.

Nadere informatie

TANKPUTBRANDEN Definitieve versie 28 augustus 2012 revisie 1. Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg.

TANKPUTBRANDEN Definitieve versie 28 augustus 2012 revisie 1. Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg. TANKPUTBRANDEN Definitieve versie 28 augustus 2012 revisie 1 Auteurs: R. Bras, J. Konijnenberg, J. Metselaar, J. Woestenburg. INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1 Opdracht en voorafgaande rapportages... 4 2

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CHAUFFEUR

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CHAUFFEUR KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CHAUFFEUR werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit

Nadere informatie

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand

Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Elementaire oefening Oefenkaart 102A Toegang forceren tot een pand Opdracht A en B Draaiboek : 102A-DB01 Datum : Locatie : NVBR/NIFV - Bron: Veiligheidsregio Zuidoost Brabant 102A-DB01 - Juli 2007 2 Inhoud

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Colofon De Raad Directeuren Veiligheidsregio (RDVR) heeft op 15 september 2017 ingestemd met de Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen

Nadere informatie