AFSTUDEERONDERZOEK. Haagse Hogeschool Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Afstudeerjaar 2009/2010. Wie volgt? Naam. Marjolein van de Moosdijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AFSTUDEERONDERZOEK. Haagse Hogeschool Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Afstudeerjaar 2009/2010. Wie volgt? Naam. Marjolein van de Moosdijk"

Transcriptie

1 Haagse Hogeschool Maatschappelijk Werk en Dienstverlening AFSTUDEERONDERZOEK Afstudeerjaar 2009/2010 Wie volgt? De kleine Prins - Antoine de Saint-Exupéry - Alsjeblieft wil je me tam maken? zei de vos. - Wat betekent tam? zei het prinsje. - Dat is maar al te zeer een vergeten woord, zei de vos. Het betekent verbonden. - Verbonden?... - Ja zeker, zei de vos. Jij bent voor mij maar een klein jongetje als alle andere kleine jongetjes. En ik heb je niet nodig. Ik ben voor jou een vos als alle andere vossen. Maar als je me tam maakt, dan zullen we elkaar nodig hebben. Dan ben je voor mij enig op de wereld en ben ik voor jou enig op de wereld - Alleen de dingen die je tam maakt, leer je kennen, zei de vos. De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen. Ze kopen dingen klaar in winkels. Maar doordat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. Als je een vriend wilt, maak mij dan tam! - Wat moet ik dan doen? zei het prinsje. - Je moet véél geduld hebben, antwoordde de vos. Kijk, je gaat eerst een eindje van me af in het gras zitten. Ik bekijk je eens tersluiks en jij zegt niets. Woorden geven maar misverstand. Maar je kunt iedere dag een beetje dichterbij komen zitten - Vaarwel, zei de vos. Dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar. - Voor de ogen is het wezenlijke onzichtbaar, herhaalde de kleine prins, om het goed te onthouden. - Alle tijd die je aan je roos besteed hebt, maakt je roos juist zo belangrijk. - De tijd die ik aan mijn roos besteed heb zei de kleine prins, om het goed te onthouden. - Dit is een waarheid, die de mensen vergeten hebben, zei de vos. Maar die moet jij niet vergeten. Je blijft altijd verantwoordelijk voor wat je tam hebt gemaakt. Je bent verantwoordelijk voor je roos - Ik ben verantwoordelijk voor mijn roos, zei de kleine prins om het goed te onthouden. Naam Marjolein van de Moosdijk

2 Inhoud Voorwoord...4 Samenvatting...5 I. Dring je moraal niet op!...7 A. Van collectivisme naar individualisme De geschiedenis van de sociale professional...7 a) Bemoeizucht?...7 b) The roaring sixties: flower power, Provo s en Mei c) Klaar met de onmaatschappelijkheidsbestrijders...8 d) Bijstand wordt recht en zelfontplooiing het doel...9 e) De nieuwe privacyethiek...9 f) Professionele afstand Keuzevrijheid in de beroepscode...11 a) Tot zijn recht komen...11 b) Keuzevrijheid in alle gevallen...11 c) Hulp bij zelfdoding, een plicht?!...12 B. Vrijheidsideaal en relativisme Niemand legt mij iets op!...13 a) Negatieve vrijheid...13 b) Modern en westers Het is maar net hoe je de dingen ziet...14 a) Minimale en maximale opvatting...14 b) Een voorbeeld in de samenleving...15 c) Vrijheidsideaal en relativisme gaan samen op Trends in de pedagogie...16 a) De jeugd heeft de toekomst...16 b) De grenzeloze generatie...17 c) De populaire opvoedingsstijl...17 II. Op zoek naar onderliggend mensbeeld...19 A. Het mensbeeld van Sartre Over Sartre en zijn existentialisme Bestaan gaat aan wezensbepaling vooraf...19 a) Dingen die bepaald zijn...19 b) De mens is iets onbepaalds...20 c) Elk kader ontbreekt...20 d) De mens bestaat en dan?...21 e) Sartre en het relativisme Risico s als gevolg van vrijheidsideaal en relativisme...22 a) Onverschilligheid als morele consequentie...22 b) De dominantie van het zelfbeschikkingsrecht...22 c) Totalitair relativisme

3 B. Het mensbeeld van Aristoteles Over Aristoteles en de Ethica Nicomachea Wat goed lijkt en wat goed is...25 a) De mens, op zoek naar het goede...25 b) Over wat men wenst...26 c) Een doel, eigen aan de mens...27 d) Verschillende niveaus van functioneren...27 e) Voortreffelijkheid verwerven...28 f) De mens, gericht op een doel Vrijheid ten dienste van...29 a) Waarheid vanwege dat iets is...29 b) Een ander soort vrijheid...30 c) Vrij van de dwang van passies...30 d) Actieve zoektocht naar waarden...31 e) De mens kan het niet alleen...32 III. Paternalisme of meesterschap?...33 A. Soft paternalisme Waarom paternalisme? Wat is paternalisme?...33 a) Definitie...33 b) Verschillende vormen Tegenwerpingen Positieve geluiden over paternalisme in de hulpverlening Kan paternalisme een antwoord zijn op de onderzoeksvraag?...35 B. De meester Moraliseren? Het is maar net hoe je het ziet!...36 a) Bemoei je met je eigen zaken!...36 b) Sociale kruisbestuiving...36 c) De ideologie van de zelfrealisatie Zonder navolging kun je niet leren...38 a) Leren van een ander...38 b) Kritisch vermogen of vertrouwen?...38 c) Navolging en imitatie omwille van echte originaliteit Gezag is niet vies!...40 a) Legitimatie gezag...40 b) Samenwerking voor gezamenlijk doel...40 C. Meesterschap gaat verder Paternalisme versus de meester...42 a) Leren leven...42 b) Ruimte voor meesterschap? Een ontmoeting met een Ànder...43 a) Houding versus methodiek...44 b) Houding versus de Ander...44 c) Zelfreflectie en gezag...45 Conclusie...46 Literatuuropgave...50 Bijlage: Eerste intuïtie voor dit onderzoek

4 Voorwoord Wie volgt? Een ontmoeting tussen een hulpverlener en een nieuwe cliënt. De hulpverlener verwelkomt de cliënt: Wat is het precies dat u wilt bereiken door naar mijn spreekuur te komen, welke middelen wilt u daarvoor aangrijpen en wat verwacht u hierin van mij? Cliënt: Ehh en er valt een stilte ik kwam eigenlijk voor hulp, ik weet het even niet meer. De hulpverlener typt wat op zijn computer en reageert dan: O, dan verwijs ik u door naar de bibliotheek, daar vindt u tal van informatie over de verschillende richtingen die u in kunt slaan en u kunt daar dan zelf op grond van objectieve kennis een keuze uit maken. Dit is natuurlijk niet de wijze waarop een maatschappelijk werker aan het werk gaat, maar het laat wel iets zien van de trend die tegenwoordig populair is: De onpersoonlijkheid die er vanaf straalt, uit angst iets op te dringen dat niet volledig objectief of neutraal zou zijn. Welke redenen, visies en tendensen liggen aan deze angst ten grondslag? Zijn er andere manieren om hetzelfde te aanschouwen? Wie kan ons helpen in deze zoektocht? Als titel heb ik dit afstudeeronderzoek Wie volgt? meegegeven. Dit heeft een dubbele betekenis. De opmerking Wie volgt? doet me denken aan dat onbehaaglijke gevoel als ik bij de slager sta, aan de beurt ben en er nog niet uit ben wat ik moet kiezen. De slager wacht en kijkt me ongeduldig aan Wat wil je hebben?! Het staat voor mij voor onpersoonlijkheid en te overvloedige keuzemogelijkheden en niemand die mij daarin kan begeleiden. Een tweede richting, die ik door middel van deze titel meegeef, is de vraag Wie durft in deze tijd nog iemand te volgen? Waarop vanzelfsprekend de kritische wedervraag terugkaatst: Waarom zouden we in deze moderne tijd nog iemand volgen?! Op deze vraag en daarmee verbandhoudende vragen probeer ik in dit afstudeeronderzoek antwoorden te vinden Het voorblad De mensen hebben geen tijd meer iets te leren kennen. Ze kopen dingen klaar in winkels. Maar doordat er geen winkels zijn die vrienden verkopen, hebben de mensen geen vrienden meer. - De kleine Prins - Dan moet ik natuurlijk kort nog iets zeggen over de tekst uit De kleine Prins op het voorblad. Het lijkt een kinderverhaaltje, zo eenvoudig, maar is in wezen heel diepzinnig. Ik wil niet pretenderen dat mijn afstudeeronderzoek diepzinnig genoemd zou kunnen worden, maar wel benadrukken dat bepaalde zaken soms te eenvoudig lijken om waar te zijn en dat dit ons kàn weerhouden om echt te begrijpen wat er staat. Als ik hulpverlening kan vergelijken met mijn bestelling doen bij de slager, zorg inkopen zoals dat modern wordt genoemd, zegt dat misschien iets over de houding van de ene mens naar de medemens. Deze wijsheid lees ik in De kleine Prins en daarom wilde ik hem die plaats op mijn titelblad niet onthouden 4

5 Samenvatting Als afstudeeronderzoek heb ik een filosofisch onderzoek gedaan, naar een houdingsaspect dat belangrijk zou kunnen zijn voor de moderne hulpverlener. Mijn onderzoek is niet, zoals gebruikelijk, een onderzoek als antwoord op een vraag vanuit een praktische instelling of organisatie. Het lectoraat Filosofie en Beroepspraktijk heeft ingestemd als opdrachtgever mijn onderzoek te begeleiden. De onderzoeksvraag waar ik een antwoord op geef is de volgende: Bestaat er een andere benadering dan radicaal zelfbeschikkingsrecht, om, zonder tegen de Beroepscode van het maatschappelijk werk in te gaan, invulling te geven aan individuele vrijheid in de hulpverleningsrelatie? Het antwoord ligt in een benadering die al honderden, zo niet duizenden jaren oud is. Ik wil deze ontstoffen en opnieuw onder de aandacht brengen. Ik heb het over meesterschap. Om de waarde van meesterschap opnieuw in te zien is het noodzakelijk om te analyseren wat de reden is dat we deze benadering uit het oog zijn verloren en misschien niet zo een-twee-drie kunnen waarderen in deze tijd. Deel I In Deel I richt ik mij daarom op de vraag: Welke tendensen kan men herkennen in het huidige denken en hoe zijn deze van invloed op de samenleving? Deel I bestaat uit A en B. In A schets ik de ontwikkeling van een collectivistische samenleving naar een samenleving waarin het individu de hoofdrol speelt. Ik beschrijf hier kort de geschiedenis van de sociale professional, waar duidelijk de golfbeweging is te herkennen van een paternalistische werkwijze naar een werkwijze waar privacy, professionele afstand en de keuzevrijheid van de cliënt worden benadrukt. Dat dit ver kan gaan zonder in tegenspraak met de beroepscode te hoeven zijn, laat ik zien in het hoofdstuk Keuzevrijheid in de beroepscode. In B beschrijf ik twee tendensen, die van het negatieve vrijheidsideaal en van het relativisme die elkaar wederzijds beïnvloeden en van invloed zijn op onze samenleving. In hoofdstuk 3 beschrijf ik een belangrijke doelgroep van de hulpverlening, waar de invloed van beide tendensen zichtbaar is en volgens onderzoek een negatieve uitwerking op deze doelgroep heeft. Deel II Deel II is gericht op de vraag: Welk mensbeeld vertoont overeenkomsten met de moderne en westerse tendensen die zijn onderzocht in Deel I en kan men ook een ander mensbeeld hebben? Iemands mensbeeld is bepalend voor hoe men omgaat met zichzelf en met de ander. Voor een hulpverlener is het van buitengewoon belang zich bewust te zijn van het mensbeeld dat hij heeft, omdat dit mensbeeld van grote invloed is op de wijze waarop hij hulp verleent. Ook Deel II bestaat uit A en B. A beschrijft een mensbeeld uitgaande van een relativistische opvatting over de menselijke natuur in combinatie met een radicaal vrijheidsideaal. Daarnaast ga ik in op de risico s die schuil kunnen gaan achter een negatief vrijheidsideaal en relativisme. In B zet ik een mensbeeld uiteen dat uitgaat van een doel dat eigen is aan de menselijke natuur, verschillende niveaus van functioneren en het belang zogenoemde voortreffelijkheden te verwerven. Hier aansluitend wordt de positieve vrijheid: vrijheid ten dienste van zelfverwerkelijking toegelicht. Om deze vrijheid te bereiken heeft men een ander, die verder is, nodig. 5

6 Deel III Deel III onderzoekt twee verschillende benaderingen en hun waarde voor de hulpverlener. Hierbij is de vraag: Geven de twee benaderingen: paternalisme en meesterschap invulling aan individuele vrijheid in de hulpverleningsrelatie en waarom wel of niet? Deel III bestaat uit A, B en C. In A wordt de paternalistische benadering uitgewerkt. Hoewel deze benadering belangrijk is voor een specifieke doelgroep, kan deze benadering toch geen antwoord zijn op de onderzoeksvraag, omdat het de vrijheid van het individu beperkingen oplegt. In B wordt de waarde van meesterschap belicht. Eerst leg ik uit waarom men in plaats van de vraag Hoe kan men legitimeren dat men invloed op elkaar uitoefent? zich beter de vraag kan stellen: Hoe kan men op een bewuste manier met deze beïnvloeding omgaan? Over deze tweede vraag gaat het hoofdstuk over de meester, want zonder navolging kan men niet leren of zich ontwikkelen. C is genaamd Meesterschap gaat verder. Hier zet ik kenmerken van paternalisme tegenover die van meesterschap. Ik leg uit hoe het mensbeeld bepalend is voor de ruimte die er is om meesterschap te kunnen waarderen en ik ga in op de specifieke houdingsaspecten van een meester die belangrijk zijn voor de hulpverlener. Ik wil mij hierin verdiepen, omdat ik op de vraag of de hulpverlener een meester kan zijn, nog geen antwoord heb kunnen geven. Men kan namelijk meesterschap niet zonder meer op de hulpverlener plakken - dat gaat te ver en er zijn voorwaarden aan verbonden - maar er zijn wel aspecten die hij over mag nemen. Ik leg hier dus de link van meesterschap naar de hulpverlening. Conclusie Het antwoord op de onderzoeksvraag is dus Ja! Er bestaat een andere benadering en dat is meesterschap. Door dit onderzoek, richt ik mij niet op een bepaalde doelgroep, maar belicht ik de houdingsaspecten van een meester die ik wil aanbevelen aan de hulpverlener. Aan individuele vrijheid wordt bij deze benadering niet alleen de ruimte gegeven, maar doordat de meester de leerling leert denken en eigen keuzes leert maken - vrij van de dwang van onmiddellijke driften - wordt deze vrijheid ten dienste van een doel gesteld dat bij de leerling past, een menselijk doel. De meester versterkt de keuzevrijheid, door de leerling in alles te leren kiezen vanuit zijn eigen identiteit! Deze benadering gaat dus niet tegen de Beroepscode in, omdat zij de keuzevrijheid van handelen volledig respecteert. Of deze houding van een meester toepasbaar is in de hulpverlening is allereerst afhankelijk van de vorming en ontwikkeling van de hulpverlener. De meester dient namelijk uitdrukkelijk zelf die weg van zelfverwezenlijking - zoals ik die in de conclusie uitgebreid beschrijf - te zijn gegaan. Met mijn afstudeeronderzoek wil ik een weerwoord geven op de mogelijke tendens dat de negatieve vrijheid van de cliënt tot het uiterste toe gerespecteerd wordt, wat sòms zelfs kan leiden tot degradatie van zijn menswaardigheid. Ik wil bewustwording rondom dit thema bewerkstelligen en een andere houding aan het licht stellen. Het afstudeeronderzoek draagt bij aan het professioneel handelen in de beroepspraktijk, doordat zij vragen stelt bij de tendens in de huidige beroepspraktijk en mensen hierover aan het denken kan zetten. 6

7 I. Dring je moraal niet op! In dit eerste deel belicht ik verscheidene tendensen die we door de jaren heen in het Westen hebben eigen gemaakt en op welke wijze deze van invloed kunnen zijn op de vorming van het denken van het individu. De vraag die ik daarbij stel is: Welke tendensen kan men herkennen in het huidige denken en hoe zijn deze van invloed op de samenleving? A. Van collectivisme naar individualisme Velen zijn mij voorgegaan in de zoektocht naar hoever je mag gaan, hoeveel van het leven van een ander je mag sturen. Mag je überhaupt iemands leven in een bepaalde richting sturen? De tegenwoordige tendens in het denken, dat iemand zichzelf het beste en op een meest eigen, unieke wijze zal ontplooien, als hij zo vrij mogelijk zal worden gelaten, zo min mogelijk sturing van buitenaf krijgt opgedrongen, heeft een verleden. In de geschiedenis is op veel vlakken een golfbeweging te zien van het ene extreem naar het andere extreem. 1. De geschiedenis van de sociale professional Hieronder schets ik kort de geschiedenis van de hulpverlening van het harde paternalisme dat voor de zestiger jaren de overhand had naar de eis op volstrekte autonomie en zelfbepaling op alle gebieden van het leven, dat daarop volgde. Tegenwoordig zie je steeds meer initiatieven van mensen die weer kritiek leveren op deze vrijheid met als doel de vrijheid. a) Bemoeizucht? In de eerste helft van de twintigste eeuw was een maatschappelijk werker veelal een dame uit de betere kringen die vanuit haar betrokkenheid met de kerk, een charitatieve instelling of namens de bouwvereniging de armen bezocht. Allereerst werd deze zogenaamde arme aan een uitgebreid onderzoek onderworpen, de toestand van het gezin werd geanalyseerd en de bereidheid om mee te werken en te veranderen. Op basis van deze verkregen informatie werd besloten of iemand in aanmerking kwam voor ondersteuning. Hierna kwam de woonmaatschappelijk werker elke week langs om de steun te brengen en te controleren of de adviezen tot verandering werden opgevolgd. Materiële ondersteuning werd dus afhankelijk gesteld van het opvolgen van adviezen. Adviezen besloegen thema s als opvoeding, werk, huishouden en school. Er was geen enkele gêne om zich hiermee te bemoeien of terughoudendheid om inbreuk op het familieleven te beperken. Het werd als vanzelfsprekend gezien vanuit de overtuiging dat ze de mensen daarmee vanuit ellende naar een beter leven konden optillen. Vanuit het perspectief van het moderne Nederland in de eenentwintigste eeuw zijn we vaak geneigd deze vorm van beschavingsarbeid te zien als iets wat de mensen in volksbuurten tegen hun wil werd opgedrongen, maar dat is een te gemakkelijke redenering. Want de ellende en armoede in veel volksbuurten waren in het begin van de twintigste eeuw zo groot dat mensen hunkerden naar een beter en meer geregeld leven. Zij namen de adviezen vaak welwillend in ontvangst en deden hun best om ernaar te leven. 1 Harde ingrepen, die óók plaatsvonden, werden vanzelfsprekend en terecht niet gewaardeerd, maar met die extreme voorbeelden kan niet een halve eeuw armenzorg worden afgedaan. De woningopzichteressen brachten ook verlichting, vrouwelijke solidariteit, kennis, ze wezen de weg naar betere opleidingen voor arbeiderskinderen. 2 (Lans et al. 2003) 1 Lans et al. (2003), Bemoeien werkt, blz Ibid., blz. 14 7

8 b) The roaring sixties: flower power, Provo s en Mei 68 En toen kwamen de zestiger jaren, ook wel de protestjaren of roaring sixties genoemd Er vond een omslag plaats met betrekking tot vele aspecten van het leven. Tv en auto deden hun intrede en verschillende apparaten om het leven gemakkelijker te maken zoals de koelkast en wasmachine. Flowerpower was de nieuwe jeugdcultuur die was komen overwaaien vanuit Amerika. De hippies protesteerden tegen oorlog, honger en armoede, kwamen op voor wereldvrede en harmonie met de natuur en rookten wiet. Ze droegen wijde kleding in knalkleuren of superstrakke hotpants en minirokjes om de onafhankelijkheid van de vrouw te benadrukken. Allemaal ongeziene zaken tot dan toe. En dan de provo s Deze beweging die rond 1965 ontstond en niet veel later weer verdween heeft een grote en blijvende invloed gehad op de Nederlandse maatschappij. In de beginselverklaring van deze beweging stond: Provo ziet zich voor de keus gesteld: desperaat verzet of lijdzame ondergang. Provo roept op tot verzet waar het kan. Provo ziet in dat het de uiteindelijke verliezer zal zijn, maar de kans deze maatschappij nog eenmaal hartgrondig te provoceren, wil het zich niet laten ontgaan. 3 De beweging wilde door middel van ludieke en meestal geweldloze acties de autoriteiten onderuit halen door hen te provoceren en hun eigen regels te laten overtreden. De eigenlijke bedoeling van Provo was maatschappelijke vraagstukken aan de kaak te stellen en creatieve oplossingen te bedenken. Zij richten zich op zaken als vrije liefde, milieu, emancipatie, vernieuwing, democratisering en afbraak van autoriteit. Vooral op het laatste vlak blijken ze blijvende resultaten te hebben bereikt. De invloed van Provo reikte ook tot in het buitenland: de stakingen en oproer in Parijs in mei 1968 waren door deze acties geïnspireerd. Als gevolg van een aantal studentenstakingen brak in mei 1968 een staking uit over heel Frankrijk waar uiteindelijk meer dan tweederde van de Franse bevolking aan mee deed. De regering en politie traden hard op tegen de stakingen, maar stuitten hierdoor op alleen nog maar meer en feller protest en zelfs straatgevechten. Toen de regering op instorten stond, verdween de revolutionaire situatie plots en ging ieder weer aan het werk. Verschillende critici van de beweging beschrijven Mei 68 als een tijd van zinsverbijstering die leidde tot permissiviteit, cultuurrelativisme en die de seksuele revolutie initieerde 4. Andre Glucksmann bijvoorbeeld, die zelf aan de oproer had meegedaan, stelde in 2008 dat 1968 verantwoordelijk is voor intellectueel en moreel relativisme dat Frankrijk kapot maakt. 5 Jean-Paul Sartre, een Franse filosoof waar ik verder in deze scriptie op terug kom, gaf acte de présence bij deze oproer en wordt gezien als een van de boegbeelden van de beweging. (Berg 1987; Pas 2003; Suhr 2003) c) Klaar met de onmaatschappelijkheidsbestrijders Terug naar de hulpverlening. Nadat in de jaren vijftig de onmaatschappelijkheidsbestrijding wel erg ver ging in haar strijd om de mentale gesteldheid in de arbeidswijken op te krikken, begint het perspectief van de hulpverlening langzaam te keren van een vooringenomen moreel uitgangspunt naar de omstandigheden en veranderingspotenties van mensen als uitgangspunt voor de hulpverlening. De gigantische omslag in het maatschappelijk werk werd mede veroorzaakt door het proefschrift van de socioloog Herman Milikowski genaamd Sociale aanpassing, niet-aanpassing en onmaatschappelijkheid dat in 1961 verschijnt en later herdrukt zal worden onder de titel Lof der onaangepastheid. Milikowski verzette zich tegen de verplichte aanpassing van de onderlaag aan de bovenlaag van de 3 Auteur onbekend (1985), De Revolutie van de jaren 60: PROVO IMAGE, Gramschap, zie: Internetbronnen 4 Moerland R (2008), 68 léék allen maar links, NRC Handelsblad, zie: Internetbronnen 5 Ibid. 8

9 samenleving. 6 Hulpverleners van voor de zestiger jaren waren er op uit dat de mensen zich aanpasten aan de gegoede stand die wisten wat de juiste levenswijze was. Milikowski pleit voor emancipatie, wat voor hem inhoudt dat de verandering uit jezelf komt, op basis van de eigen levenswijze. De onmaatschappelijkheidsbestrijders hadden volgens Milikowski een zogenaamd objectief sausje aangebracht over hun eigen subjectieve normen. 7 Hiermee werd bedoeld dat subjectieve normen werden gepresenteerd als zijnde de objectieve norm. (Lans et al. 2003) d) Bijstand wordt recht en zelfontplooiing het doel Overal in de maatschappij komt er opstand tegen autoriteiten en klinkt de roep om democratisering. Burgers eisen het recht om zelf te bepalen hoe zij hun levens, hun werk, hun studie, hun buurt vorm willen geven. Deze mentale revolutie heeft enorme impact. Zo maakt de Algemene Bijstandswet in 1966 een definitief einde aan het idee dat financiële ondersteuning een gunst is, die door goed gedrag verdiend kon worden. Vanaf dat moment is bijstand een recht waarvan mensen onvoorwaardelijk gebruik konden maken 8 door met de juiste papieren naar de Sociale Dienst te stappen. Er was een enorme welvaartsgroei waardoor mensen meer financiële mogelijkheden kregen om hun leven zelf in te vullen. Het aantal sociale professionals nam sterk toe. Cliënten werden als gelijkwaardig erkend en het nieuwe doel van de hulpverlening werd zelfontplooiing waarbij de professional de cliënt bijstond om de omstandigheden tot zelfontplooiing zo optimaal mogelijk te maken. De professionals richten zich ook steeds meer op de structurele oorzaken van achterstand. Professionals komen met hun doelgroepen op voor fundamentele veranderingen in de maatschappij. (Lans et al. 2003) e) De nieuwe privacyethiek In het boek Bemoeien werkt van Van der Lans e.a. wordt deze tijd beschreven als een tijd waarin Nederland in een soort van roes verkeert, waarin ook wat verdween: het huisbezoek sterft een stille dood 9. Er zijn geen vertegenwoordigers van instanties meer die iemand aanspreken op zijn verantwoordelijkheid, maar de professionals hebben zich teruggetrokken op kantoor, waar cliënten zich uit vrije wil kunnen melden. De privacyethiek deed zijn intrede. Van der Lans beschrijft deze periode als de omslag van een maatschappij waar mensen in hun collectieve lot berusten (Nederland tot begin van jaren zestig) naar een maatschappij waarin individuen leven met het idee dat ze autonoom zijn en zelf beschikken over hun eigen lot (Nederland vanaf het midden van de jaren zestig). Privacy was iets waar anderen niet alleen geen toegang toe hadden, maar zelfs niet het recht om dat op enigerlei wijze aan te tasten. 10 Hiermee verdween de controle en het zicht op problematisch gedrag, maar ook de legitimatie om op te treden indien het wel bekend was, individuele vrijheden werden vastgelegd in juridische aanspraken en rechten. Zo verandert de aanpak van een directe aanpak naar een administratieve en juridische aanpak van sociale problemen: De omslag van de morele bevoogding in het begin van de twintigste eeuw naar de huidige professioneel-institutionele terughoudendheid is uitgemond in een algemene crisis in het elkaar aanspreken en toespreken. Elke aandrang om ons met elkaar te bemoeien is onder verdenking komen te staan: zoiets doe je niet. 11 (Lans et al. 2003) 6 Lans et al. (2003), Bemoeien werkt, blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz. 25 9

10 f) Professionele afstand Van der Lans beschrijft het zo: Er verstrijkt veel papieren tijd voordat er sprake is van fysiek contact. Het moment van menselijk contact is in de tijd steeds verder naar achteren geschoven. Er zijn tal van voorbeelden te vinden van een tot cultuur geworden professionele terughoudendheid. 12 Daarbij werd het stadse leven steeds anoniemer en werd de mens op zichzelf teruggeworpen wat ook nieuwe problemen met zich meebracht. Eind jaren tachtig gingen, onder invloed van sterke bezuinigingen, veel kleine instellingen over tot fusies en werden deel van grote organisatorische gehelen. De hulpverlener raakte steeds meer ondergeschikt aan het grote geheel, in plaats van individuele intuïties te kunnen volgen, werd hij geacht strikt volgens de protocollen te handelen. De cliënt komt op een wachtlijst en wordt ingepast in een strak ingeplande organisatieagenda, niet op basis van de aard van zijn probleem maar op basis van de beschikbare tijd van de hulpverlener. In 1980 schrijft Hans Achterhuis het boek De markt van welzijn en geluk, waarin hij de professionals bekritiseert die werken uit naam van welzijn en geluk van anderen. Volgens Achterhuis creëerde het aanbod van de professionals zijn eigen vraag, in plaats dat de vraag van mensen het hulpaanbod bepaalde. Betutteling, bevoogding, paternalisme was al uit den boze en nu werd de omgekeerde uiting daarvan, het identificeren en solidariseren met de doelgroep, in de ban gedaan. Elke vorm van opdringerigheid, van sturen, van richting geven raakte in de jaren tachtig besmet. Het werd gezien als een gebrek aan professionele afstandelijkheid. Niet de professional mocht het voortouw nemen, het initiatief moest bij de mensen zelf komen te liggen. Zelfinitiatief en zelfwerkzaamheid stonden voorop, de professional moest dat slechts in goede banen leiden en waar mogelijk faciliteren. Hij reageerde op een vraag, hij moest daar vooral niet op anticiperen. 13 Het nieuwe doel van de hulpverlening, zelfontplooiing te bereiken door het streven naar zelfbeschikking en autonomie, bleek te hoog gegrepen voor een deel van de bevolking. Van der Lans noemt het een ideologie waarin het individu de sleutel was tot zijn eigen ontplooiing, herstel, genezing en lotsverbetering. 14 Die eigen verantwoordelijkheid mag je de cliënt volgens de nieuwe tendens op geen enkele manier ontnemen, want daardoor verleid je de cliënt tot afhankelijkheid wat - in de tijd na het uitkomen van het boek van Achterhuis - koste wat het kost voorkomen moet worden. Dit alles werkt voor het merendeel van de mensen, zij waren verlost van de bezetting van hun persoonlijke domein. Alle ambtenaren en welzijnswerkers waren in hun kantoren gedreven waar ze op bestelling beschikbaar zijn 15. Een andere kant van de medaille is dat het aantal mensen dat de weg volkomen is kwijtgeraakt, enorm is toegenomen. Hun bestelling is niet gedaan, niet overgekomen, niet aangenomen. Het contact is niet gelegd, het is verbroken, of verstoord. De afstand is te groot gebleken. 16 Mensen zijn de greep op hun leven verloren. Je ziet dit bijvoorbeeld terug in de enorme groei van het aantal dak- en thuislozen: een groei van enkele tienduizenden mensen. De prijs van culturele vooruitgang, van individualisering, van mondigheid, is dat mensen die niet aan deze moderne normen voldoen soms letterlijk wegkwijnen. 17 (Lans et al. 2003) 12 Lans et al. (2003), Bemoeien werkt, blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz

11 2. Keuzevrijheid in de beroepscode a) Tot zijn recht komen Dat er mensen ten ondergaan, de weg kwijt raken, omdat zij niet aan deze normen kunnen voldoen, is natuurlijk niemand zijn intentie. De moderne normen van mondigheid, autonomie en zelfbeschikking zijn er juist op gericht het individu volledig tot zijn recht te kunnen laten komen. In de inleiding van de Beroepscode voor de maatschappelijk werker (2010) staat het doel van de hulpverlening, de zelfontplooiing van de cliënt, op de volgende manier uitgelegd: De maatschappelijk werker bevordert het tot zijn recht komen van zijn cliënt in de wisselwerking met zijn omgeving. Dit houdt in dat cliënten zich kunnen ontplooien naar eigen aard, behoeften en opvattingen en ook dat zij daarbij rekening houden met andere mensen in het cliëntsysteem. De maatschappelijk werker draagt in de uitoefening van zijn beroep actief bij aan een zo groot mogelijke eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en hij doet dat op professionele wijze. De beroepswaarden en normen die in deze Code zijn vastgelegd zijn daarbij uitgangspunt. 18 Het is dus aan de hulpverlener om zijn zorg te doseren en per cliënt te bepalen wat een zo groot mogelijke eigen verantwoordelijkheid inhoudt. Gezien de huidige context en het aantal mensen dat de aansluiting met de hulpverlening en de maatschappij heeft verloren (wat in het bovenstaande hoofdstuk beschreven wordt), zou men de conclusie kunnen trekken dat dit doseren niet altijd op de juiste manier gebeurt. Dit kan te maken hebben met een niet geheel juiste interpretatie van de beroepscode. Immers, het doel van de hulpverlening is juist het geheel tot zijn recht komen van de cliënt. b) Keuzevrijheid in alle gevallen Het gaat zelfs nog verder De nadruk op de keuzevrijheid van de cliënt staat uitgewerkt in hoofdstuk 2 van de beroepscode (1999) De verhouding tot de cliënt, in artikel 5: De houding van de maatschappelijk werker tegenover de cliënt is gebaseerd op respect voor diens persoon en erkenning van diens verantwoordelijkheid voor de eigen keuze van handelen. 19 De toelichting in de Code op dit artikel is als volgt: Het tonen van respect betekent het herkennen, erkennen en aanvaarden van het unieke in de persoon van de cliënt. De erkenning van de verantwoordelijkheid voor eigen keuze van handelen houdt in dat de cliënt het laatste woord heeft m.b.t. door hem te nemen beslissingen t.a.v. zaken die hem aangaan. Dit zijn de essentiële kenmerken van de houding van de maatschappelijk werker tegenover de cliënt. In het professioneel handelen is de maatschappelijk werker erop gericht dat de cliënt komt tot verantwoord en zelfstandig handelen in zijn situatie. Daarbij komen drie aspecten aan de orde, namelijk de in het geding zijnde feiten en omstandigheden, gevoelens en waarden en normen. Verheldering van en bezinning op deze aspecten en de consequenties van de mogelijk te nemen beslissingen zijn voorwaarden om tot verantwoord en zelfstandig handelen te komen. Het is aan de maatschappelijk werker hiervoor materiaal aan te dragen, waarbij hij zich ervan bewust dient te zijn dat ook zijn eigen gevoelens, waarden en normen omtrent de situatie van de cliënt een rol spelen. Het is de verantwoordelijkheid van de cliënt welke beslissingen hij wil nemen. 20 Het is de taak van de maatschappelijk werker om de cliënt inzicht te verschaffen, materiaal aan te dragen, de cliënt uit te dagen na te denken, opdat hij de mogelijkheid heeft tot verantwoord en zelfstandig handelen in zijn situatie. In oktober 2010 komt een herziene versie uit van de Code. Het is 18 NVMW (2010), De Beroepscode voor de maatschappelijk werker, blz Janssen (2007), De nieuwe code gedecodeerd, blz Ibid., blz

12 opmerkelijk dat in deze (concept)versie wordt toegevoegd: De maatschappelijk werker erkent de eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid van handelen van de cliënt, al dan niet binnen de grenzen die door de wetgever zijn gesteld. 21 Hier staat dus uitdrukkelijk vermeld dat de maatschappelijk werker de cliënt vrij dient te laten in alle gevallen, zelfs om keuzes te maken die worden afgekeurd door de wetgever. En dit wordt wel heel ver doorgetrokken c) Hulp bij zelfdoding, een plicht?! In het boek De nieuwe code gedecodeerd legt Janssen, in het deel over dit vijfde artikel, de link naar hulp bij zelfdoding. Hulp bij zelfdoding is volgens de wet niet toegestaan, ook het verstrekken van middelen is volgens de wetgeving strafbaar. Toch is de schrijver van mening dat het geoorloofd lijkt te zijn om, in het uiterste geval, een tussenpersoon te zijn opdat de cliënt meer humane middelen tot zijn beschikking kan krijgen om suïcide te plegen. Janssen schrijft: Zeker, de vrijheid van de suïcidant is tot een minimum gereduceerd vanwege het gebrek aan alternatieven, maar hij behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid en daarin dient de werker hem te laten en te bevestigen. 22 Artikel 1 van de Code: De maatschappelijk werker bevordert primair het optimaal tot zijn recht komen van de persoon legt hij uit als: Wellicht is de suïcide het laatste recht van een mens. 23 Hij trekt deze stelling zelfs nog verder door wanneer hij een boek Suïcide: Wat is er tegen? (1983) van Kuitert aanhaalt. Deze stelt dat als, in het geval van een acute suïcidepoging, een hulpverlener ingrijpt, wat te rechtvaardigen is vanuit de hypothese dat de meeste mensen gered willen worden, dat het merendeel liever leeft dan dood is, de hulpverlener vervolgens verplicht is hulp bij zelfdoding te bieden als blijkt dat de geredde niet gered wilde worden: Hulpverlening mag niet alle zelfbeschikkingsrecht ontzeggen en moet een keer ophouden. En dat kan volgens Kuitert de verplichting inhouden dat we iemand die wij ten onrechte van de dood gered hebben en dus niet gered alsnog aan zijn dood moeten teruggeven door middel van stervenshulp. Wie daarvoor terugschrikt, had nooit aan de interventie mogen beginnen. 24 Hier wordt dus zelfs de mogelijkheid tot het overtreden van de wet niet als een definitief kader gezien omwille van het zelfbeschikkingsrecht van een cliënt. Ook zou de hulpverlener als je dit zo doortrekt, omwille van het zelfbeschikkingsrecht van zijn cliënt, zijn eigen overtuigingen, en eigen keuzevrijheid kunnen ondermijnen. Volgens Janssen is het betoog van Kuitert erg genuanceerd en ik heb het hier extreem beknopt weergegeven, alleen om aan te duiden hoe ver het vrijheidsideaal kan gaan. In de volgende hoofdstukken wil ik onderzoeken waarom dit zo beleefd wordt in de tegenwoordige tijd, welke visie hieraan ten grondslag ligt. (Janssen 2007) 21 NVMW (2010), De Beroepscode voor de maatschappelijk werker, blz Janssen (2007), De nieuwe code gedecodeerd, blz Ibid., blz Ibid., blz

13 B. Vrijheidsideaal en relativisme 1. Niemand legt mij iets op! Zelfbeschikkingsrecht, autonomie, keuzevrijheid, termen die in de hulpverlening vanzelfsprekend worden gerespecteerd en nagestreefd, prioriteit hebben boven alles. Aan deze rechten en waarden ligt een algemene maatschappelijke visie ten grondslag. Een tendens in ons denken, die door de jaren heen gevormd is: Niemand legt mij iets op! In dit hoofdstuk ga ik verder in op wat deze specifiek westerse invulling van vrijheidsbeleving inhoudt. a) Negatieve vrijheid In het boek Wegen naar vrijheid, geschreven door Hans Blokland, worden twee soorten vrijheid beschreven: de positieve en de negatieve. De positieve vrijheid heeft betrekking op het vermogen zelfstandig richting te geven aan het eigen leven en zo tot zelfverwerkelijking te komen. Pas in Deel II B hoofdstuk 3 zal ik verder ingaan op deze positieve vrijheid. In de komende hoofdstukken beperk ik mij tot de negatieve vrijheid. Het woord negatief in deze term, is niet op een afkeurende wijze bedoeld. De betekenis ligt in de vrijheid van allerlei invloeden en belemmeringen. Blokland maakt gebruik van de omschrijving van Isaiah Berlin als hij negatieve vrijheid definieert als het domein waarin iemand, ongehinderd door doelbewuste interventies van anderen, datgene kan doen of zijn wat in zijn vermogen ligt. Hoe groter dit privédomein, hoe groter zijn negatieve vrijheid. 25 De negatieve vrijheidsconceptie ligt dus in de mate waarin iemand zonder, of vrij van, de tussenkomst van anderen zelf zijn eigen keuzes kan maken. Deze visie gaat uit van een mensbeeld, waarin het individu vanuit eigen kracht in staat is tot zelfontplooiing te komen. De mens wordt gezien als mondig, volwassen wezen, in staat zelfstandig keuzes te maken of voorkeuren te ontwikkelen: Het oordeel dat de overheid zich op het gebied van de cultuur nergens mee heeft te bemoeien, dat de burgers oud en wijs genoeg zijn om zelf te bepalen wat mooi en lelijk, of goed en slecht is, of dat de overheid pas in iemands privédomein mag interveniëren indien de betrokken persoon anderen schade berokkent, is vooral gefundeerd op de negatieve vrijheidsconceptie. 26 Blokland belicht hier het feit dat er, vanuit de negatieve vrijheidsconceptie, pas van buitenaf mag worden ingegrepen, op het moment dat iemand een ander schaadt. In zijn persoonlijke omgeving moet iemand ongestoord zijn gang kunnen gaan. Alle hindernissen of blokkades die iemand zouden kunnen belemmeren de richting in te slaan die hij eventueel in zou willen slaan, moeten worden weggehaald, dan is men vrij. Vrijheid bestaat voor Berlin uit de mogelijkheid tot actie, niet uit de activiteit zelf. Iemand die dus de gelegenheid heeft door allerlei open deuren te wandelen, maar niettemin prefereert om rustig te blijven zitten en te vegeteren, is een vrij mens. 27 Het gaat dus om de aanwezigheid van die open deuren, de feitelijke beschikbaarheid van keuzealternatieven. De vraag of iemand daar ook echt gebruik van maakt is in deze negatieve vrijheidsconceptie niet van belang. In deze beleving wordt de sociale omgeving van het individu eerder als een potentiële bedreiging dan als een stimulans voor de zelfontplooiing ervaren. Blokland trekt de volgende conclusie hieruit: Dit vrijheidsbegrip is dan ook uiteindelijk bedoeld als een verdedigingswal tégen andere mensen, tégen de gemeenschap en de staat, en is dus antisociaal van karakter. 28 Hieruit valt ook te verklaren, dat dit vrijheidsideaal individualisme in de hand kan werken. Een individualist duidt op iemand, die alles en 25 Blokland (1995), Wegen naar vrijheid, blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz

14 iedereen tot zichzelf ordent. 29 staat in het Woordenboek Filosofie beschreven. Als de ander een potentiële bedreiging vormt voor mijn zelfbeschikking, zelfontplooiing, en dus voor mijn vrijheid mijn leven in te richten zoals ik dat zou willen, dan is een verdedigend individualisme daar een natuurlijk gevolg van. (Blokland 1995; Willemsen 1992) b) Modern en westers Men is er, volgens Blokland, in het algemeen over eens dat negatieve vrijheid een tamelijk moderne en ook typisch westerse waarde is, die niet of nauwelijks in de oudheid of de middeleeuwen werd, en in primitieve samenlevingen wordt, gekoesterd. 30 Pas langzaam tijdens de Renaissance ontwikkelde er zich in het Westen een algemeen bewustzijn van de uniciteit van het individu. Dit kwam tot uiting in bijvoorbeeld de kunst: waar zelfportretten plotseling denkbaar werden en het schrijven van een autobiografie. Voor deze tijd was dat niet denkbaar. De Reformatie was van invloed op het ontstaan van het individualisme, men brak los uit de bestaande orde en ging zelf denken. De verstedelijking maakte de sociale relaties losser, vergrootte de anonimiteit en daarmee het besef van de eigen identiteit, of het gebrek hieraan. Het gevolg van al deze invloeden is the abstraction of the individual from the complex of relationships by which he had hitherto been normally defined. 31 Buiten het feit dat het vrijheidsideaal een gevolg zou zijn van een recente ontwikkeling, typeert Blokland het zoals gezegd ook als een typisch westerse waarde: De negatieve vrijheidsconceptie vormt het centrum van het westerse liberale gedachtegoed. Het liberalisme is voornamelijk een argumentatie over waar de grenzen van het privédomein liggen en hoe deze het best beschermd kunnen worden. 32 Wat wij tegenwoordig als zo vanzelfsprekend ervaren, is niet per definitie wat door ieder wordt aangehangen. Volgens Patterson, een Amerikaanse socioloog die door Blokland geciteerd wordt, is het vrijheidsideaal wel al sinds de tijd van de Grieken in ontwikkeling, het is niet iets nieuws van de laatste jaren, maar ontstaan in die tijd en steeds verder gevormd en deel geworden van de huidige cultuur. Daarnaast benadrukt Patterson dat het daarentegen wel een typisch westerse waarde is. Gedurende het grootste deel van de geschiedenis en zeker in de culturen die niet met de westerse wereld in contact waren of zijn gekomen, zijn andere waarden en idealen van veel grotere betekenis voor mensen geweest. 33 Het vrijheidsideaal is, volgens zijn opvatting, een zelf gecreëerde en uitgevonden waarde van de Westerse maatschappij. (Blokland 1995) 2. Het is maar net hoe je de dingen ziet Nauw verwant met het vrijheidsideaal, en evenzo van invloed op het huidige denken, is het relativisme. De term relativisme kan betrekking hebben op cultuur, ethiek en op kennis. a) Minimale en maximale opvatting In het Woordenboek Filosofie van Harry Willemsen (red.) wordt het onderscheid gemaakt tussen een minimale en een maximale opvatting van relativisme. De minimale opvatting van relativisme wordt als volgt uitgelegd: Relativisme stelt dat cultuur, moraal, kennis het product zijn van afzonderlijke groepen, die in specifieke historisch gegroeide situaties oplossingen hebben gezocht voor de problemen van overleven en 29 Willemsen (1992), Woordenboek Filosofie, blz Blokland (1995), Wegen naar vrijheid, blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz

15 samenleven. Het resultaat daarvan is een enorme diversiteit aan werkelijkheidsinterpretaties. ( ) Opvattingen over goed/kwaad, mooi/lelijk, waar/onwaar zijn relatief ten opzichte van sociale groeperingen. 34 Bij de minimale opvatting zegt men niks over het wel of niet bestaan van universele maatstaven. De relativist neemt aan dat hij enkel de verschillende werkelijkheidsinterpretaties - die gerelateerd zijn aan afzonderlijke groepen - kan kennen en stelt zich verder geen vragen... De maximale opvatting van relativisme trekt deze opvatting verder door, door te stellen: dat er geen groepsonafhankelijke maatstaven bestaan met een universeel karakter. Er kunnen slechts lokaal geldende criteria gevonden worden. Daaruit wordt de conclusie getrokken dat leden van de ene groepering niet kunnen oordelen over de kennis en moraal van andere groeperingen. 35 Volgens de maximale opvatting bestaan er dus geen algemeen geldende waarden (cultuur en ethiek) of objectieve waarheden (kennis). Al in 1859 beschrijft John Stuart Mill ( ) in zijn beroemde boek On Liberty een belangrijk aspect dat herkenbaar is in het huidige denken. Zodra iemand beschikt over een enigszins dragelijke hoeveelheid gezond verstand en ervaring, is de manier waarop hij zelf zijn leven inricht de beste, niet omdat dit op zichzelf beschouwd de beste manier zou zijn, maar omdat het zijn eigen manier is. 36 Het is niet van belang of er een juiste wijze van je leven inrichten - die in het algemeen geldt - bestaat, maar er is vooral zijn manier en haar manier en ieders individuele manier en het feit dat het iemands individuele manier is die voortkomt uit de eigen kennis en ervaring, maakt dat het goed is. Het denken dat het goed is of vinden dat het goed is, maakt dat het goed is, dit komt overeen met de minimale opvatting van relativisme. Deze visie staat tegenover een andere visie dat iets goed is op zichzelf en dat men zou moeten zoeken naar wat dit goede dan is. (Blokland 1995; Willemsen 1992) b) Een voorbeeld in de samenleving Een voorbeeld in de samenleving waarin de invloed van een relativistisch denken zichtbaar wordt, is het gedogen. In Nederland wordt op verschillende vlakken het gedoogbeleid gevoerd. Naast het feit dat gedogen natuurlijk te maken heeft met het zoeken naar een minst kwalijke oplossing in een gecompliceerde situatie, is dit beleid gebaseerd op de heersende overtuiging dat de overheid neutraal dient te zijn. De overheid mag niet pretenderen het gezag te hebben om een moreel oordeel over zaken uit te spreken. In het boek De lege tolerantie, over vrijheid en vrijblijvendheid in Nederland dat onder redactie van Marcel ten Hooven is geschreven, staat de invulling van gedogen op de volgende wijze uitgelegd: Het kenmerk van gedogen is dus relativisme. Dit kan gezien worden als een vorm van onwil om te oordelen over opvattingen en gedragingen van anderen. De aanhangers van cultuurrelativisme menen dat we met iedereen in vrede zullen kunnen samenleven, ongeacht diens opvattingen en leefwijze, als we alle culturen en morele denkbeelden gelijkwaardig verklaren. Dat zal ons in staat stellen tot tolerantie jegens al het vreemde en onbekende, zelfs als we in aanraking komen met ideeën die haaks staan op de onze. 37 Hieruit kan men de conclusie trekken dat gedogen gerechtvaardigd wordt door een maximale opvatting van relativisme. Zoals deze maximale opvatting wordt uitgelegd onder kopje a hierboven: Er bestaan geen groepsonafhankelijke maatstaven met een universeel karakter. Zelfs bij tegengestelde ideeën kan men dus niet oordelen over de moraal van anderen en dient men hun keuzevrijheid te respecteren. (Hooven 2001/2002; Willemsen 1992) 34 Willemsen (1992). Woordenboek Filosofie, blz Ibid., blz Hooven (2001/2002), De lege tolerantie, blz Ibid., blz

16 c) Vrijheidsideaal en relativisme gaan samen op De ontwikkeling van het vrijheidsideaal en het relativisme gaan samen op, zij beïnvloeden elkaar wederzijds. Vrijheid is moreel, het gaat over het handelen, wat je wel of niet kunt maken, welke handelingen wel of niet worden toegestaan. Relativisme ligt op het vlak van het kennen van de werkelijkheid: kan men waarden (op de vlakken cultuur en ethiek ) en waarheden (op het vlak kennis ) kennen of is dit altijd een interpretatie van? Volgens Blokland zijn zowel het vrijheidsideaal als het relativisme ontstaan uit de behoefte een oplossing te vinden, om te dealen met de verschillende idealen die onmogelijk met elkaar in overeenstemming te brengen zijn. [Relativisme/] 38 pluralisme komt neer op de erkenning van de onmogelijkheid een voor iedereen overtuigende verdediging te vinden van objectieve, universele en eeuwige waarden, en op het inzicht dat er vele betekenisvolle, maar ook conflicterende, idealen bestaan waartussen onvermijdelijk een afweging gemaakt moet worden. Tezamen stimuleren en rechtvaardigen deze uitgangspunten het verlangen dat mensen een privédomein wordt gelaten waarin zij hun eigen waarheid kunnen belijden. 39 De noodzaak om een privédomein te creëren waar de mens volledig vrij is in zijn doen en laten, het negatieve vrijheidsideaal, wordt volgens Blokland dus gerechtvaardigd door het relativisme. (Blokland 1995) 3. Trends in de pedagogie Het negatieve vrijheidsideaal stelt dus dat de mens in zijn privédomein vrij dient te zijn, ongehinderd door anderen, volledig vrij in zijn doen en laten. Het privédomein bij uitstek is het gezin. Het gezin en de opvoeding lenen zich dus uitstekend om een voorbeeld te schetsen van de invloed die het negatieve vrijheidsideaal en het relativisme op de maatschappij kunnen hebben. Dat deze invloed niet altijd positief uitwerkt, blijkt uit het volgende hoofdstuk. a) De jeugd heeft de toekomst Het is 17 augustus 2010, de krantenkoppen van bijvoorbeeld het Nederlands Dagblad, de Volkskrant en op headlines.nos.nl luiden: Veel meer zwerfjongeren dan gedacht, Meer jongeren op straat, Meer zwerfjongeren in Nederland. Nederland telt veel meer zwerfjongeren dan tot nu toe werd aangenomen. De Algemene Rekenkamer stelde eind 2008 dat zo n zesduizend jongeren geen dak boven hun hoofd hebben, maar volgens de Stichting Zwerfjongeren Nederland (SZN) moeten dit er mogelijk twaalf tot achttienduizend zijn. De Rekenkamer baseert zich op de jongeren in de kaartenbakken van hulpverleningsinstanties, stelt SZNdirecteur Hella Masuger. Maar veel jongeren staan nergens geregistreerd, omdat ze de weg niet weten of zich schamen voor hun bestaan. 40 Volgens SZN gaat het om gewone jongens en meiden van 15 tot 21 jaar, zestig procent is man en veertig procent vrouw. In het onderwijssysteem zijn zij vaak mislukt, hun sociale netwerk is vrijwel verdwenen en veelal hebben ze schulden en kampen ze met een vorm van verslaving, steeds vaker staan zwangere meisjes op straat. 41 Sommigen hebben hun baan verloren door de economische crisis, anderen kunnen moeilijk contact leggen met hulpverleners. 42 Zij zijn losgeraakt van wat de maatschappij van hen verwacht, hebben de aansluiting verloren en zien weinig kansen om een nieuw leven op te bouwen. 38 Blokland stelt in de zin hiervoor pluralisme gelijk aan waarderelativisme (= relativisme m.b.t. cultuur/ethiek) 39 Blokland (1995), Wegen naar vrijheid, blz Redactie Binnenland (2010), Meer zwerfjongeren in Nederland, Nederlands Dagblad, zie: Internetbronnen 41 Stichting Zwerfjongeren Nederland (2010), Zwerfjongeren in Nederland, SZN, zie: Internetbronnen 42 Auteur onbekend (2010), Meer zwerfjongeren door crisis, NOS Headlines, zie: Internetbronnen 16

17 Hella Masuger drukt het zo uit: omdat ze de weg niet weten. Hoe kan het dat steeds meer jongeren tegenwoordig de weg niet meer weten, zelfs met de verregaande consequentie dat zij op straat belanden, terwijl tegelijkertijd de welvaart in Nederland blijft groeien?! Blijkbaar is deze beschikbare welvaart niet in staat ieder te bereiken of niet voor ieder te bereiken. In dit hoofdstuk wil ik een voorbeeld geven van hoe de invloed van de algemeen maatschappelijke tendens doorwerkt op een kwetsbare doelgroep van de hulpverlening: de jeugd van tegenwoordig. (Nederlands Dagblad 2010; NOS Headlines 2010; SZN 2010; Volkskrant 2010) b) De grenzeloze generatie Eind 2009 brengt uitgeverij Nieuw Amsterdam een boek uit met de titel De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders. Het boek is een analyse van de resultaten van 25 jaar waarden- en opinieonderzoek van bureau Motivaction met betrekking tot de jongste generatie. Nederland staat bekend als een van de welvarendste landen van Europa, de Nederlandse jongeren als de gelukkigste van Europa. En toch lezen en horen wij dagelijks alarmerende berichten over schooluitval, obesitas, comazuipen, schuldenproblematiek, vandalisme, agressie en een laag normbesef bij jonge professionals. Hoe staat het nu echt met de Nederlandse jongere? Dé Nederlandse jongere bestaat natuurlijk niet, toch heeft het onderzoekbureau bepaalde trends ontdekt die zich door de jaren heen hebben ontwikkeld. Ze beschrijven de onderzoeksresultaten als volgt: Uit ons onderzoek blijkt duidelijk dat jongeren van nu overwegend individualistisch, hedonistisch en materialistisch zijn. Ze bekommeren zich minder om het leveren van een actieve bijdrage aan de gemeenschap dan de oudere generaties. Jezelf goed voelen staat voorop. Milieu en maatschappelijke betrokkenheid scoren laag onder jongeren; ze verwachten meer van materiële welvaart en hebben een hang naar uiterlijk vertoon. Ze genieten een ongekende vrijheid om het eigen geluk na te streven en hebben nooit een maatschappij meegemaakt waarin plichtsbesef, gehoorzaamheid en maatschappelijk idealisme zwaarder wogen dan eigenbelang. Zo is het hen ook niet voorgedaan, dus waarom zouden ze? Integendeel, het is voor jongeren van groot belang om het leuk te hebben, materieel vooruit te komen, bijzonder te zijn en zich prettig te voelen. Dat is wat deze tijd van hen vraagt. 43 Dit is het beeld dat de onderzoekers zich hebben gevormd van de trend onder gewone jongeren. Het gaat hier niet om de erkende probleemjongeren, het onderzoek draait om de gemiddelde jongere die in deze huidige tijd opgroeit. Als antwoord op de vraag hoe dat zo is ontstaan, zijn ze heel nuchter: Jongeren worden natuurlijk niet individualistisch, hedonistisch, materialistisch en maatschappelijk ongeïnteresseerd gebóren. 44 Tot het twaalfde jaar neemt het kind vooral over wat het van de opvoeders en nauwe omgeving ziet. Dit gegeven legt dus een grote verantwoordelijkheid bij de ouders en hun manier van opvoeden, de wijze waarop zij waarden, plichten en rechten door geven aan hun kinderen. (Spangenberg, Lampert 2009) c) De populaire opvoedingsstijl De opvoedingsstijl volgt natuurlijk zijn eigen trend en verandert door de jaren heen. Omdat het van zo n groot belang is voor de vorming van de jongste generatie, richtte het onderzoek zich op de vraag wat de huidige manier van opvoeden inhoudt. Zij constateerden dat de ouders van nu vooral graag het alles kan, alles mag -principe hanteren, omdat ze de relatie met hun kinderen vooral aangenaam willen houden. Daarom grijpen ze weinig in, stellen weinig grenzen en leggen geen normen op. 45 Tegenover hiërarchie, zetten de onderzoekers de term heterarchie, een kenmerk waar de ouders van nu opvallend 43 Spangenberg, Lampert (2009), De grenzeloze generatie, blz Ibid., blz Ibid., blz

18 hoge scores op behalen. Heterarchie komt uit het Grieks en betekent het andere heersen. In tegenstelling tot wat bij hiërarchie het geval is, erkent men niet een verhouding van hoger en lager, maar staat ieder gelijkwaardig naast elkaar. Deze zogenaamde heterarchische mentaliteit is kenmerk van het onderhandelingshuishouden, gelijkwaardigheid speelt hierin de grote rol. Hebben ouders nog wel de regie over de opvoeding van hun kinderen? Of is opvoeden in Nederland een min of meer ongecontroleerd proces geworden waarbij ouderlijk gezag meer en meer heeft plaatsgemaakt voor laissez faire, laissez passer? Dat het die kant op gaat, blijkt uit onderzoek. 46 Dit heeft, volgens de onderzoekers 47, ook te maken met het feit dat een deel van de mensen uit oudere generaties de jeugdcultuur idealiseert. De eeuwige jeugd, jong zijn en er jong uit blijven zien, is het verlangen van vele ouders, als jongere heb je dan een bepaalde superioriteit over de volwassenen. Dat deze verandering van opvoedingsstijl - waarbij geen grenzen meer worden gesteld - consequenties heeft, moge duidelijk zijn. Allereerst zijn er natuurlijk gevolgen voor het individuele kind. Zo waarschuwen de schrijvers voor het gevaar dat kinderen in hun ontwikkeling belemmerd kunnen worden: In de eerste stadia van morele ontwikkeling is het stellen van grenzen door ouders en opvoeders van essentieel belang. Sommige kinderen dreigen, gelet op het waardepatroon van hun ouders, een achterstand op te lopen bij hun morele ontwikkeling. Wanneer wederkerigheid en empathie niet tot wasdom komen, ontstaat al snel het gevoel tekortgedaan te worden en kunnen narcistische eigenschappen zich versterken. 48 Een gevolg voor de opvoeding in het algemeen is dat het waarderelativisme diep is doorgedrongen in de opvoeding. Veel kinderen en jongeren vinden dat opvoeders en onderwijzers slechts meningen hebben, en die meningen worden niet automatisch hoger aangeslagen dan andere zienswijzen. 49 De schrijvers stellen hierbij de vraag wat we kunnen verwachten van de toekomst van de samenleving als geheel, als er een gehele generatie van egocentrische mensen opgroeit, die het actieve leven gaat bepalen en belangrijke posities in zal gaan nemen. Wat voor effecten zijn te verwachten voor de kwaliteit van het leven als een groeiende groep steeds meer op zichzelf let, zichzelf opstelt als rechthebbende, en steeds minder geeft om de samenleving als geheel? Het hier geformuleerde probleem kan een sociale tijdbom worden, tenzij er tegenkrachten ontstaan die opnieuw modelleren wat scheef is getrokken en die een aansprekende visie etaleren op opgroeien en opvoeden. Ons onderzoek legt een diepgeworteld cultureel probleem bloot. 50 Want wanneer je het over de jeugd hebt, heb je het in zekere zin over de hele samenleving, en dus over ieder die deel uitmaakt van deze samenleving. De schrijvers concluderen hieruit dat er nood is aan een publiek debat over de uitkomsten van dit onderzoek, over de opvoeding, over de jeugd van tegenwoordig. Maar, merken zij op: er rust een merkwaardig taboe op het bespreken of bekritiseren van opvoedkundige prestaties van ouders, en het gedrag en het waardebesef van jongeren. Want: dat mogen ouders toch zeker zelf weten?! 51 (Spangenberg, Lampert 2009) 46 Spangenberg, Lampert (2009), De grenzeloze generatie, blz Ibid., dit wordt verder uitgelegd op blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz Ibid., blz

19 II. Op zoek naar onderliggend mensbeeld Iemands mensbeeld is bepalend voor hoe men omgaat met zichzelf en met de ander. Voor een hulpverlener is het is van buitengewoon belang zich bewust te zijn van het mensbeeld dat hij heeft, omdat dit mensbeeld van grote invloed is op de wijze waarop hij hulp verleent. In dit tweede deel van mijn onderzoek wil ik op zoek gaan naar het mensbeeld dat onderliggend is aan de moderne en westerse tendens die ik in het eerste deel beschrijf. Ik zoek een antwoord op de vraag: Welk mensbeeld vertoont overeenkomsten met de moderne en westerse tendensen die zijn onderzocht in Deel I en kan men ook een ander mensbeeld hebben? Ik zet hiervoor twee filosofen, Sartre en Aristoteles - die een tegengestelde mening hebben - onder elkaar. Ik heb hierbij voor Sartre gekozen, omdat zijn mensbeeld wordt bepaald door het vrijheidsideaal gefundeerd op een maximale opvatting van relativisme. En ik heb voor Aristoteles gekozen omdat hij laat zien dat het ook anders kan. Het is niet de bedoeling een zo volledig mogelijk beeld van de filosoof te schetsen, ik richt mij specifiek op het mensbeeld dat de filosofen hebben overgedragen. Ik begin met een korte introductie over de betreffende filosoof en zijn mensbeeld. A. Het mensbeeld van Sartre 1. Over Sartre en zijn existentialisme Van grote invloed op het tegenwoordige denken is de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. Deze 20 e eeuwse filosoof en schrijver werd geboren op 21 juni 1905 te Parijs en stierf ook aldaar op 15 april Hij publiceerde filosofische essays en schreef romans en toneelstukken en wordt gezien als de voortrekker van het Franse existentialisme. Het existentialisme is een filosofische en literaire stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit vooropstelt. De mens wordt geboren in deze wereld, bestaat en definieert zichzelf gaandeweg door zijn daden. De mens definieert zo zijn eigen werkelijkheid als zijnde een uniek wezen en dient zijn vrijheid te gebruiken om zelf zijn bestaan zin te geven, een doel te stellen in zijn leven. Hij kan deze zin niet afleiden uit vaststaande waarheden, vooraf gegeven inhouden, opgelegde doelen of wezenlijke kenmerken ("essenties") van het bestaan. In 1965 werd in Frankrijk een voordracht van Sartre uit 1946 met de daarop volgende discussie gepubliceerd onder de titel L existentialisme est un humanisme. In het Nederlands is dit in 1967 vertaald en gepubliceerd als Over het existentialisme. Hieronder beschrijf ik aan de hand van dit essay kort de onderliggende filosofische gedachten en in hoeverre deze herkenbaar zijn in de tegenwoordige tendens. Ik beperk mij hierin tot het existentialisme zoals Sartre dit uitlegt. (Sartre 1988; Suhr 2003) 2. Bestaan gaat aan wezensbepaling vooraf a) Dingen die bepaald zijn Voordat Sartre zijn visie kan geven over het menselijk bestaan, legt hij eerst uit hoe het zit bij de dingen die gemaakt zijn. Hij geeft hiervoor het voorbeeld van een snijmachine. Een snijmachine is gemaakt door iemand, door een ambachtsman. Om dit geval te kunnen maken, had hij een bepaald begrip in zijn hoofd: het begrip snijmachine. Dit begrip houdt meerdere dingen in: het tastbare product van zijn werk, de daadwerkelijke snijmachine, en ook het procedé volgens welke hij deze snijmachine kan maken. Deze procedure heeft een voorwerp als uitkomst dat bestemd is om een bepaald doel te volbrengen: papier snijden (neem ik aan ) en als de ambachtsman dit doel niet voor ogen zou hebben zou hij nooit op het idee zijn gekomen een snijmachine te maken. Dit bedoelt Sartre als hij zegt dat bij de snijmachine de wezensbepaling dat wil zeggen het geheel van voorschriften en eigenschappen die het mogelijk maken 19

20 om het te vervaardigen en te omschrijven aan het bestaan (de existentie) voorafgaat; en zo is deze snijmachine als zodanig bepaald. 52 Dit kan gezien worden als een heel technische kijk op de wereld: de productie gaat aan het bestaan vooraf. Deze visie is volgens Sartre de wijze waarop verschillende zeventiende-eeuwse filosofen God als Schepper van de mens zien: God als een superieur ambachtsman. God heeft het begrip mens in zijn hoofd (of beter gezegd in zijn geest) en produceert de mens aan de hand dit ontwerp, precies zoals de ambachtsman de snijmachine vervaardigt. De individuele mens verwerkelijkt dus een bepaald begrip dat in het goddelijk denken aanwezig is. 53 (Sartre 1988) b) De mens is iets onbepaalds Als voortrekker van het Franse existentialisme heeft Sartre een atheïstisch standpunt, een standpunt waarin hij dus het bestaan van God ontkent. Een standpunt waar hij verregaande conclusies uit trekt. Hij legt uit dat zonder dit uitgangspunt dat God als Schepper de mens bedenkt er één wezen moet zijn, en dat is de mens, waar het bestaan aan de wezensbepaling voorafgaat. Hiermee wil hij zeggen dat dit ene wezen, pas nadat het bestaat, zichzelf bepaalt, omdat voordat het bestaat er niets is dat een begrip in zijn geest kan vormen, om dit wezen te doen ontstaan. In Sartres eigen woorden: Ze betekent dat de mens eerst verschijnt, en dat hij daarná zich nader bepaalt. Dat de mens zoals de existentialist zich hem denkt iets onbepaalds is, komt doordat hij aanvankelijk nog niets is. Hij kan alleen iets wórden, en dan zal hij zijn wat hij van zichzelf maakt. 54 Hieruit trekt Sartre de conclusie dat iets als het wezen van de mens niet bestaat. Er is namelijk niks, geen God, die dit wezen zou kunnen bedenken. De mens is niet alleen slechts zoals hij zichzelf denkt, maar ook zoals hij zichzelf wil, en zoals hij zichzelf ontwerpt nu hij er eenmaal is, zoals hij wil worden nu hij eenmaal bestaat; de mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt. ( ) De mens begint met te bestaan, dat wil zeggen dat de mens allereerst iets is dat zich naar een toekomst beweegt en dat zich ervan bewust is dat hij zichzelf in de toekomst vooruitwerpt. De mens is in de eerste plaats een ontwerp dat zichzelf subjectief beleeft, en niet een schimmel, viezigheid of bloemkool; er is niets dat nog aan dat ontwerp voorafgaat; er valt niets uit de sterren te lezen en de mens is in de eerste plaats zoals hij zichzelf ontwerpt. 55 Sartre is dus van mening de mens een bewust wezen is, misschien het enige wezen dat zichzelf subjectief beleeft, bewust dat hij leeft, op deze wereld rondloopt, maar waartoe weet hij niet. Er is zelfs geen waartoe, er is geen richting, de enige richting die er is, is die, die de mens zelf kiest in te slaan. De mens heeft hierin geen hulp of houvast, maar is gedwongen zichzelf uit te denken. De mens is de toekomst van de mens citeert Sartre een Franse essayist en dichter: Francis Ponge. Waarbij Sartre benadrukt: Een toekomst die de mens zelf moet bouwen, het is een maagdelijke toekomst die hem wacht. 56 (Sartre 1988) c) Elk kader ontbreekt Sartre drukt het niet uit als een bevrijding van een God die alles bepaalt en daarmee een vrijbrief om nergens meer bij na te denken. Hij beschrijft het zelfs als hinderlijk dat God niet bestaat. Want, legt hij uit: daarmee vervalt iedere mogelijkheid om kosmische principes te vinden; er kan niets meer bestaan dat a priori goed is, want er is geen oneindig en volmaakt bewustzijn meer dat zich dit denken kan Sartre (1988), Over het existentialisme, blz , Ibid., blz , Ibid., blz , Ibid., blz , Ibid., blz , Ibid., blz ,

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie?

Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? Wat is Keuzeloos Gewaarzijn ofwel Meditatie? door Nathan Wennegers Trefwoord: zelfkennis / meditatie 2015 Non2.nl Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever mag niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Leiderschap is van iedereen

Leiderschap is van iedereen Leiderschap is van iedereen Eddy Karrenbelt Als u het wenkend perspectief leest in het boekje mensenzorg voor de transitie in de Langdurige Zorg. Dan vindt u het streefbeeld gedreven professionals. In

Nadere informatie

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Samen eenzaam. Frida den Hollander Samen eenzaam Samen eenzaam Frida den Hollander Tweede editie Schrijver: Frida den Hollander Coverontwerp: Koos den Hollander Correctie: Koos den Hollander ISBN:9789402122442 Inhoud Inleiding 1 Ik ben

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

Kinderen zonder papieren

Kinderen zonder papieren VPM VPM Kinderen zonder papieren Je ziet het bijna elke dag op de tv of in de krant: beelden van landen in oorlog, mensen in armoede. Op zoek naar een betere plaats om te leven, slaan ze op de vlucht.

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Deze handreiking is van:

Deze handreiking is van: 9 lessen over het volgen van Jezus Deze handreiking is van: Deze cursus is geschreven Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen. Ten behoeve van de kinderstudiegroepen voor de bovenbouw Gebruikte

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

Inspiratie voor inspiratie

Inspiratie voor inspiratie april 2013 nr.4 Vriendschap 1/11 Die je dit zegt Dat je niet verwisselbaar bent, een passant, een nummer, een functie, dat je niet berust op een toevalligheid, er net zo goed niet had kunnen zijn, maar

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

Moeder Theresa 8 Click

Moeder Theresa 8 Click Moeder Theresa 8 Click Moeder Theresa Met haar eigen woorden Wacht niet op leiders; begin er zelf aan. Moeder Theresa leert ons hoe zij het evangelie tot leven brengt. Ik denk dat de wereld op zijn kop

Nadere informatie

Roos van Leary. Mijn commentaar betreffende de score Mijn score was 4 punten van de 8.

Roos van Leary. Mijn commentaar betreffende de score Mijn score was 4 punten van de 8. Roos van Leary Beschrijving Boven-Samen (BS) dominant gedrag: leidend zelfdefinitie: ik ben sterker en beter dan jij; Ik overzie "het" definitie van de ander: jij bent zwak en hulpbehoevend relatiedefinitie:

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie

Vormingspakket Energie. De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie De Lokale Adviescommissie en afsluiten van energie Normaal gezien sluit de netbeheerder de elektriciteit nooit af. Er zijn echter 3 uitzonderingen. De eerste uitzondering is als er gevaar is door technische

Nadere informatie

Grondhouding voor bejegening

Grondhouding voor bejegening Grondhouding voor bejegening Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 1. Gedragscode hoe te handelen naar het vertrouwen dat je krijgt 2. Uitgangspunten vanuit de ODE en Zorgvisie

Nadere informatie

Onderzoek Geweldsfilmpjes

Onderzoek Geweldsfilmpjes Onderzoek Geweldsfilmpjes 21 april 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 14 april tot en met 20 april 2015, deden 1.165 jongeren mee. De uitslag is na weging representatief voor

Nadere informatie

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK 4 2010-2011 INHOUD Inleiding... 5 Avond 1... 6 Avond 2... 8 Avond 3... 10 Avond 4... 12 3 4 INLEIDING Een ieder die niet zijn kruis draagt en achter Mij aankomt, die

Nadere informatie

Social work in de multiculturele samenleving. Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans

Social work in de multiculturele samenleving. Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans Social work in de multiculturele samenleving Zwolle, 12 april 2006 Jos van der Lans Opzet college Overzicht professioneel klimaat sinds WOII Kenmerken en kenteringen Culturele achtergronden verklaard

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie.

Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Dit is een digitale voorbeeldversie van de opdrachten voor de leerlingen. Mail naar kiesvaardig@lerenkiezen.nl voor de originele versie. Via dit mailadres kunt u ook informatie aanvragen over de docentenhandleiding

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002) PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER Interviewernummer : INTCODE WZARCH INDID Module INTIMITEIT (bij de vragenlijst volwassene lente 2002) Personen geboren vóór 1986. Betreft persoonnummer : P09PLINE (zie

Nadere informatie

Wie ben ik? Ik zie wat in jou! Inleiding

Wie ben ik? Ik zie wat in jou! Inleiding Wie ben ik? Inleiding Ik ben ik en jij bent jij in zoveel kleine dingen verschillend van mij. Maar soms liggen we samen te dromen van wat zal komen. Dan steken we de hoofden bij elkaar en komt er heel

Nadere informatie

DAMstenen voor het dagelijks LEVEN

DAMstenen voor het dagelijks LEVEN Voorwoord Verschijnt september 2013 DAMstenen voor het dagelijks LEVEN Allerdaagse overdenkingen voor het dagelijks leven Daar ligt het dan. Een boekje met dagelijkse overdenkingen. Noem het maar tegeltjeswijsheden.

Nadere informatie

GEWOON OF JUIIST HEEL ONGEWOON?

GEWOON OF JUIIST HEEL ONGEWOON? GEWOON OF JUIIST HEEL ONGEWOON? Zelfsturing in de gemeente Peel en Maas Gabriel van den Brink 31-3-2017 Helden 1 Peel en Maas als schoolvoorbeeld Een feest van herkenning Lezen rapportage voelde als thuiskomen:

Nadere informatie

Morya Wijsheid Basiswerkboek

Morya Wijsheid Basiswerkboek Morya Wijsheid Basiswerkboek Geert Crevits Samenstelling en commentaar door Marie Crevits Voorwoord De Morya Wijsheid reeks van 9 boeken staat zo vol met praktische wijsheid dat je er gerust een heel leven

Nadere informatie

filosofie havo 2018-I

filosofie havo 2018-I Opgave Mini-missverkiezingen maximumscore 2 een weergave van de twee kenmerken van zelfkennis volgens Descartes introspectietheorie: onfeilbaarheid en alwetendheid een uitleg dat de opvatting van Ellen

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

De Budget Ster: omgaan met je schulden

De Budget Ster: omgaan met je schulden De Budget Ster: omgaan met je schulden Budget Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Budget Ster MOTIVATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID STRESS DOOR SCHULDEN BASISVAARDIGHEDEN STABILITEIT FINANCIEEL ADMINISTRATIEVE

Nadere informatie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd 53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding en leeswijzer 2. Energie Psychologie 3. Gedachten jouw jouw 4. Verantwoordelijkheid

Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding en leeswijzer 2. Energie Psychologie 3. Gedachten jouw jouw 4. Verantwoordelijkheid Inhoudsopgave Voorwoord 2 1. Inleiding en leeswijzer 3 2. Energie Psychologie 7 3. Gedachten 10 Het zijn jouw gedachten die jouw wereld creëren 11 4. Verantwoordelijkheid 13 5. Persoonlijk Plan, jouw blauwdruk

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Huiselijk geweld tussen zussen

Huiselijk geweld tussen zussen Huiselijk geweld tussen zussen Motiverende gespreksvoering: Casus huiselijk geweld tussen zussen Door drs. Sergio van der Pluijm Een tijd terug had ik een jonge vrouw (18) van allochtone afkomst in begeleiding

Nadere informatie

Module 5 Heel je relatie met geld

Module 5 Heel je relatie met geld Module 5 Heel je relatie met geld Inleiding In deze module gaan we nog wat dieper in op jouw relatie met geld. Veel coaches, therapeuten en trainers werken heel hard maar verdienen erg weinig (te weinig!).

Nadere informatie

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid Datum: Locatie: Spreker: Notulist: Aanwezigen: Organisatie: 14 december Kralingen Ilias El Hadioui Majda Battaï 23 deelnemers Stichting Attanmia i.s.m. Stichting Buurtwerk Kralingen-Crooswijk De besproken

Nadere informatie

WIJ DENKEN OVER KENNIS EN WETENSCHAP. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD kennis wetenschap 2601.indd 1 26-1-10 12:16

WIJ DENKEN OVER KENNIS EN WETENSCHAP. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD kennis wetenschap 2601.indd 1 26-1-10 12:16 WIJ DENKEN OVER KENNIS EN WETENSCHAP Verwerkingsboek Philippe Boekstal DAMON WD kennis wetenschap 2601.indd 1 26-1-10 12:16 VOORWOORD Dit verwerkingsboek bevat een aantal teksten en opdrachten die aansluiten

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Waanzin 6 maximumscore 2 een weergave van de overeenkomst tussen Descartes benadering van emoties en de beschreven opvatting over melancholie in de Oudheid: een fysiologische benadering 1 een

Nadere informatie

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman Van Waarde(n) Al voor de oprichting van het Humanistisch Verbond in 1946 bestond er buitenkerkelijke uitvaartbegeleiding. vandaag staan we stil bij de HUB die nu 10 jaar als zelfstandige stichting functioneert.

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Thije Adams KUNST Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Inhoud Vooraf 5 I. Inleiding 7 II. Wat doen wij met kunst? 9 III. Wat doet kunst met ons? 42 IV. Plato en Rousseau 59 V. Onzekerheid

Nadere informatie

De zelfverkozen dood van ouderen

De zelfverkozen dood van ouderen De zelfverkozen dood van ouderen Eerste druk, maart 2012 2012 Wouter Beekman isbn: 978-90-484-2348-4 nur: 748 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Wie wil geen vervuld leven? 7 Een comfortabel leven 11 Een gezond leven 17 Een leven in geluk en liefde 23 Liefde beoefenen 29 Oefen je binnenwereld

Wie wil geen vervuld leven? 7 Een comfortabel leven 11 Een gezond leven 17 Een leven in geluk en liefde 23 Liefde beoefenen 29 Oefen je binnenwereld Wie wil geen vervuld leven? 7 Een comfortabel leven 11 Een gezond leven 17 Een leven in geluk en liefde 23 Liefde beoefenen 29 Oefen je binnenwereld meer liefde 39 Oefen je met de buitenwereld meer evenwicht

Nadere informatie

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening door C. 814 woorden 16 januari 2014 5,6 52 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Standpunt Waarden, normen en moraal Waarde:

Nadere informatie

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten Bron: http://ninabrackman.blogspot.nl/p/de-alchemist-paulo-coelho.html Dit is een deel van een blog over De Alchemist van Paulo Coelho door Nina Brackman.

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Golf van de Rode Maan

Golf van de Rode Maan Golf van de Rode Maan Data waarin de golf van de Rode Maan valt: 11-2 t/m 23-2-2015 *29-10 t/m 10-11-2015 *16-7 t/m 28-7-2016 *2-4 t/m 14-4- 17 18-12 t/m 30-12 -2017 * 4-9- t/m 16-9-2018 * 22-5 t/m 3-6-2019

Nadere informatie

In gesprek over: Arm en Rijk

In gesprek over: Arm en Rijk Bij Open Deur nummer 2, februari 2013 In gesprek over: Arm en Rijk Armoede en rijkdom. Twee woorden waar een hele wereld achter schuil kan gaan. Werelden waarin niet alleen geld en goederen een rol spelen,

Nadere informatie

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking DC 72 Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Dit thema is een bewerking van het krantenartikel uit NRC Handelsblad Vroeger een debiel, nu een delinquent. In dit artikel zegt

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden 2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden Opmerking:dit procesdoel zal normaal gezien bij elke les terugkomen. Het belang ervan is dat leerlingen beseffen dat heel veel keuzes in het leven waardegeladen

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE TEKST 1 In een bijbels perspectief verschijnt de mens als faiblesse et promesse. Mensen zijn tezelfdertijd eindig onvolkomen en oneindig beloftevol. Beperkt, kwetsbaar,

Nadere informatie

1 Naar Levenverrijkend Onderwijs

1 Naar Levenverrijkend Onderwijs 1 Naar Levenverrijkend Onderwijs INLEIDING Ik wil je een visie op de toekomst van het onderwijs aanreiken. In dit boek beschrijf ik een onderwijsproces dat geen bepaalde orde of autoriteit dient, maar

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid!

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! Door: Nathalie van Spall De onzichtbare werkelijkheid wacht om door onze geest binnengelaten te worden.

Nadere informatie

Slecht nieuws goed communiceren

Slecht nieuws goed communiceren Slecht nieuws goed communiceren M A N U K E I R S E F A C U L T E I T G E N E E S K U N D E, K U L E U V E N Waarheid is een van de meest krachtige medicamenten waarover men beschikt, maar men moet nog

Nadere informatie

code blauw beroepscode politie nederland

code blauw beroepscode politie nederland code blauw beroepscode politie nederland code blauw beroepscode politie nederland De missie van de Nederlandse politie Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarden van de rechtsstaat is vertaald

Nadere informatie

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Drijfveren. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Drijfveren Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Drijfveren (QDI) 2 Wat motiveert jou? Wat geeft jou energie? Waardoor laat jij

Nadere informatie

Spiritueel dagboek. Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits

Spiritueel dagboek. Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits Spiritueel dagboek Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits Voorwoord: Een spiritueel dagboek 5 Waarom een spiritueel dagboek? 7 Om bewuster te leven en te handelen Aandachtspunten

Nadere informatie

Identiteit van de Koos Meindertsschool

Identiteit van de Koos Meindertsschool Identiteit van de Koos Meindertsschool 1. Identiteit - het karakter van de school Wij zijn een open school waarin een ieder gelijkwaardig is. Wij heten elk kind welkom op de Koos Meindertsschool, ongeacht

Nadere informatie

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven:

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven: Pagina B 1 Samenvatting inleidende les ethiek 8/02/06 ETHIEK. Filosofie is denken, hard nadenken over vanalles en nog wat, en hoort eigenlijk bij ethiek. Ethiek zelf kan me ook een beetje vergelijken met

Nadere informatie

Pedagogisch contact. Verbondenheid door aanraken. De lichamelijkheid van pedagogisch contact. Simone Mark

Pedagogisch contact. Verbondenheid door aanraken. De lichamelijkheid van pedagogisch contact. Simone Mark Pedagogisch contact Verbondenheid door aanraken Simone Mark Mag je een kleuter nog op schoot nemen? Hoe haal je vechtende kinderen uit elkaar? Mag je een verdrietige puber een troostende arm bieden? De

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

bw Prima Filosofie 2005 09-08-2005 13:47 Pagina 1 Ton Vink Prima Filosofie Een eerste kennismaking met de filosofie

bw Prima Filosofie 2005 09-08-2005 13:47 Pagina 1 Ton Vink Prima Filosofie Een eerste kennismaking met de filosofie bw Prima Filosofie 2005 09-08-2005 13:47 Pagina 1 Ton Vink Prima Filosofie Een eerste kennismaking met de filosofie bw Prima Filosofie 2005 09-08-2005 13:47 Pagina 3 Inhoud HOOFDSTUK 1 5 Filosofie is:

Nadere informatie

Dit wordt jouw jaar!

Dit wordt jouw jaar! WERKBOEK Dit wordt jouw jaar! 12 krachtige lessen in persoonlijke groei dr. Ben Tiggelaar DIT WORDT JOUW JAAR! WERKBOEK BEN TIGGELAAR 1 OVER GELUK EN SUCCES HOOFDSTUK 1-2 "Geluk is niet het doel, maar

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

13 Jij en pesten. Ervaring

13 Jij en pesten. Ervaring 82 13 Jij en pesten Wat doe ik hier vandaag? P Ik word me ervan bewust hoe erg het is om iemand te pesten en gepest te worden. P Ik leer dat ik met anderen steeds weer respectvol moet omgaan. P Ik ken

Nadere informatie

Deze handreiking is van:

Deze handreiking is van: 9 lessen over het volgen van Jezus Deze handreiking is van: Deze lessen zijn geschreven Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen. Ten behoeve van de kinderstudiegroepen voor de bovenbouw Gebruikte

Nadere informatie

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden Toets 1 - antwoorden Geloof (1-11) Lesstof: Hoofdstuk 1 1. Wat is noodzakelijk om van God te kunnen ontvangen? Geloof [1] 2. Noem vier uitingen van geloof. - Geloof voor redding [1.2] - Geloof en werken

Nadere informatie

1 Ben of word jij weleens gepest?

1 Ben of word jij weleens gepest? Onderzoeksresultaten TipHorstaandeMaas.nl Pesten Pesten is van alle generaties. Het kan bijna overal plaatsvinden en is daarom dichterbij dan mensen soms denken 8 1 Ben of word jij weleens gepest? 7 6

Nadere informatie

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen

5. Overtuigingen. Gelijk of geluk? Carola van Bemmelen Food & Lifestylecoaching. Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen 5. Overtuigingen Jouw leven op dit moment weerspiegelt exact jouw overtuigingen Een overtuiging is een gedachte die je hebt aangenomen als waarheid doordat ie herhaaldelijk is bevestigd. Het is niet meer

Nadere informatie

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas: Ik geloof, geloof ik Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw Mijn naam en klas: Bezinningsmomenten In de godsdienstlessen stonden de afgelopen jaren verhalen centraal en de verschillende

Nadere informatie

Transformatie leer je niet in een cursus

Transformatie leer je niet in een cursus NIEUW VAKMANSCHAP Transformatie leer je niet in een cursus Door: Rieke Veurink Fotografie: Kees Winkelman Aansluiten bij de vraag uit de samenleving, regie voeren, werken in steeds veranderende omstandigheden:

Nadere informatie

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Wim Weymans RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN Filosofische perspectieven Recht en samenleving anders bekeken Filosofische perspectieven Wim Weymans Acco Leuven / Den Haag Verantwoording 13 Inleiding 17

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Niets te verliezen, dat is het ware geluk voor mij Het is een zin uit een lied van Stef Bos. Ik moest hieraan denken, toen ik bezig was met de voorbereidingen

Nadere informatie

narratieve zorg Elder empowering the elderly

narratieve zorg Elder empowering the elderly narratieve zorg Elder empowering the elderly huisbezoek 1: KENNISMAKING - 2 - KENNISMAKING - huisbezoek 1- a kennismaking huisbezoek 1: KENNISMAKING a vertrouwelijkheid individueel in teamverband naar

Nadere informatie

filosofie havo 2018-II

filosofie havo 2018-II Opgave 2 Gevoelswerk 9 maximumscore 2 een uitleg dat Tessa s twijfel toont dat ze zich kritisch tot zichzelf kan verhouden, waarin volgens Korsgaard de waarde van authenticiteit ligt 1 een weergave van

Nadere informatie

Ik wil die mensen niet lastigvallen Behoeften, drempels en deuren voor jongeren als slachtoffer van geweld

Ik wil die mensen niet lastigvallen Behoeften, drempels en deuren voor jongeren als slachtoffer van geweld Ik wil die mensen niet lastigvallen Behoeften, drempels en deuren voor jongeren als slachtoffer van geweld Symposium Slachtofferhulp Grenzen in het geding Den Haag, 20 februari 2015 Bruno Vanobbergen Kinderrechtencommissaris

Nadere informatie

De sleutel naar vrijheid

De sleutel naar vrijheid De sleutel naar vrijheid Een boek over het mechanisme van mensen zichzelf gevangen te maken en te houden, waardoor ze niet toekomen aan dat wat ze echt zouden willen. Voor iedereen die vast raakt of zit,

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Onder druk Geen uitweg voor Aïsha Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Onder druk Geen uitweg voor Aïsha Lees blz. 5, 6, 7, 8 Wat denk je dat Aïsha wilde doen? Waarom is dat niet gelukt? Is het goed dat de deur van het dak altijd op slot

Nadere informatie

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24 Inhoud inleiding Nieuw inzicht in onze dromen 11 i wat dromen zijn 1 Terugkeer naar een vergeten land Waarom we een derde van ons leven missen 17 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven Hoe de wetenschap

Nadere informatie

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening Over een relatie met een (ex-)zorgvrager Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening 1 Inleiding In 2011 heeft de V&VN Commissie Ethiek de notitie Omgaan met aspecten

Nadere informatie

Vier stromingen rondom paradigma s

Vier stromingen rondom paradigma s Vier stromingen rondom paradigma s De verdieping van het thema paradigma wordt hier langs vier stromingen nader uitgewerkt: (1) NLP neuro-linguïstisch programmeren (2) RET rationele effectiviteitstraining

Nadere informatie

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven. Doel B: Relatie met Jezus de Koning : studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie