Informatie Bachelorproject Biomedische Wetenschappen Wetenschappelijke stage 2016/ 2017 Inclusief beoordelingsmodellen

Transcriptie

1 Informatie Bachelorproject Biomedische Wetenschappen Wetenschappelijke stage 2016/ 2017 Inclusief beoordelingsmodellen Coördinator Bachelorproject (390BMW): Paul Fransz

2 Inhoudsopgave Pagina Algemeen 2 1. Planning 3 2. Stageplaatsen: aangeboden stage en zelf gevonden stage 6 3. Begeleiding 7 4. Feedback en reflectieverslag 8 5. Onderzoeksverslag en presentatie 9 6. Beoordeling Problemen tijdens de stage? Indienen verslag en afstuderen 11 Bijlage 1: reflectieverslag 1

3 ALGEMEEN De bacheloropleiding wordt afgerond met een bachelorproject van 3 of 5 maanden (respectievelijk 18 EC of 30 EC), waarin de student de in de bachelor opgedane kennis en vaardigheden gebruikt in een zelfstandig uit te voeren onderzoek dat afgerond wordt met een onderzoeksverslag en een presentatie. De dagelijks begeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding en algemene beoordeling van het bachelorproject. Daarnaast is een 2e beoordelaar betrokken bij het beoordelen van het onderzoeksverslag en de presentatie. De 2e beoordelaar wordt toegewezen door de coördinator van het bachelorproject. Informatie over de taken van de dagelijks begeleider en de 2 e beoordelaar is verderop in deze handleiding te vinden. De beoordeling van het onderzoek, het onderzoeksverslag en de presentatie wordt gedaan aan de hand van beoordelingsmodellen. Binnen de opleiding Biomedische Wetenschappen worden beoordelingsmodellen gebruikt waarin de leerdoelen en toetsingscriteria vooraf worden geformuleerd. De studenten zijn in de bachelor steeds volgens deze modellen beoordeeld op hun vaardigheden. In het beoordelingsmodel zijn de toetsingscriteria van de vaardigheden bij dit project en de bijbehorende weegfactoren weergegeven. De student weet wat er verwacht wordt en de docent kan in de beoordeling makkelijk differentiëren tussen sterke punten en de belangrijkste aandachtspunten voor verdere ontwikkeling van de vaardigheden. Daarnaast maakt een beoordelingsmodel de begeleiding van één opdracht door meerdere docenten makkelijker; alle docenten hanteren allemaal dezelfde criteria en elk onderdeel telt voor elke student even zwaar mee. Alleen als je aan de toelatingseisen voldoet kun je deelnemen aan het bachelorproject. Voor het academisch jaar geldt dat je alle vakken van het 1e en 2e jaar gehaald moet hebben om mee te doen aan het bachelorproject. Het onderzoek dat de studenten uitvoeren wordt (middels het beoordelingsmodel) beoordeeld door de dagelijks begeleider en diens/haar supervisor. Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld door de dagelijks begeleider (+ supervisor) en door een 2e beoordelaar. De 2e beoordelaar is altijd een examinator van de opleiding Biomedische Wetenschappen. De presentatie wordt tijdens een Symposium in juli 2017 beoordeeld door een panel van docenten. De deelname van de dagelijks begeleider en de 2 e beoordelaar aan dit panel wordt zeer op prijs gesteld. Meer informatie over de beoordeling is verderop in deze handleiding te vinden. 2

4 1. PLANNING Het bachelorproject vindt plaats in de maanden april, mei, juni en de student wordt verwacht full-time te werken aan het project. In het geval van een verlengde stage zal het project in februari of maart starten. Tabel 1 laat de globale tijdsplanning zien van het hele bachelorproject, inclusief de te plannen feedbackmomenten. De student houdt de tijdsplanning van het project bij en maakt afspraken voor feedback- en beoordelingsmomenten met de dagelijkse begeleider. Alle afspraken worden vastgesteld in onderlinge afstemming tussen student en begeleider. Gedurende 8 weken (12 of 16 weken bij een verlengde stage) wordt de student individueel begeleid in het opzetten en praktisch uitvoeren van een eigen project. De eerste week wordt ingevuld met een algemene introductie op de onderzoeksafdeling, het lezen van literatuur bij het onderwerp en de eerste experimenten. Na 4 weken is het de bedoeling dat de student zelfstandig kan functioneren binnen de onderzoeksafdeling. Dit is tevens het moment voor de student om met de dagelijkse begeleider een (eerste) feedbackmoment te houden waarbij het praktische werk en het gebruik van het labjournaal wordt besproken zodat de student weet hoe hij/zij er voor staat en, daar waar nodig, zich nog kan verbeteren. Na 7 weken wordt de opzet van het verslag ingeleverd bij de dagelijks begeleider en is er een tweede feedbackmoment in week 8. Deze verloopt volgens dezelfde procedure als feedbackmoment 1. Er worden dus gedurende het project 2 reflectieverslagen door de student geschreven. Na 8 weken (16 weken bij een verlengde stage) moet de student het praktisch werk afronden en beginnen met het schrijven van een onderzoeksverslag en het voorbereiden van een mondelinge presentatie in het Engels (van circa 12 min). Na 12 weken (20 weken bij een verlengde stage) wordt de eerste versie van het verslag ingeleverd en is er een derde feedbackmoment. Hierbij geeft de dagelijks begeleider feedback op de eerste versie van het onderzoeksverslag. Afronding van het bachelor project De eindpresentatie vindt plaats op het eindsymposium in de laatste week van juni of de eerste week van juli op het Science Park, het AMC of het Sanquin. Een panel van docenten en begeleiders zal de presentaties beoordelen. Deze beoordeling wordt opgenomen in het eindcijfer van de bachelorstage. Nadere informatie over de eindpresentatie volgt in juni De eindversie van het verslag dient uiterlijk 1 juli te worden ingeleverd op Blackboard en via UvA-DARE. De eindbeoordeling wordt tussen 1 en 15 juli afgerond. 3

5 Deadlines voor studenten, begeleiders en 2 e beoordelaars De volgende deadlines gelden voor het studiejaar (houdt blackboard in de gaten voor eventuele wijzigingen): Voor studenten 11 december: Kiezen uit aangeboden onderwerpen op de website voor stages 1 januari: Invullen van zelf gevonden verlengde (5 maands) stage 1 maart: Invullen van zelfgevonden (3 maands) stage 30 juni: afronding bachelorproject 15 juli: inleveren beoordelingsformulier bij het ESC. Voor begeleiders: ~ 4 december: opgeven van stage onderwerpen op de website voor stages 18 december: keuze maken uit de studenten 1-15 juli: Invullen van beoordelingsformulier (onderdelen: experimenteel werk en projectverslag) Voor 2 e beoordelaars: 1-15 juli: Invullen van beoordelingsformulier (onderdeel: projectverslag en eindcijfer) 4

6 Tabel 1. Globale tijdsplanning bachelorproject. 3 maanden (18 EC) 5 maanden (30 EC) Start bachelorproject Bespreken planning en inwerken week 1 week 1 Uitvoering project Praktisch werk, data analyse en start schrijven verslag week 2 t/m week 8 week 2 t/m week 16 1 e Feedbackmoment - Bespreking van het praktisch werk en het labjournaal - Inleveren reflectieverslag bij dagelijkse begeleider en 2 e beoordelaar week 4 week 4 Opzet verslag Inleveren opzet van het verslag bij dagelijks begeleider week 7 week 7 2 e Feedbackmoment Bespreking praktisch werk en opzet verslag. Inleveren reflectieverslag bij dagelijkse begeleider en 2 e beoordelaar week 8 week 8 Einde praktisch werk Einde experimenten en data analyse, vervolg schrijven verslag en voorbereiden presentatie week 8 week 16 1 ste versie verslag Inleveren 1 ste versie verslag bij dagelijks begeleider begin week 10 begin week 18 3 e Feedbackmoment Bespreken van het verslag eind week 12 eind week 20 Presentatie en evaluatie - Mondelinge presentatie symposium op UvA, AMC of Sanquin Laatste week juni of eerste week juli Inleveren eindversie verslag Eindbeoordeling Inleveren eindversie bij begeleider, 2e beoordelaar, digitaal op blackboard en op UvA-Dare - Bepaling van het eindcijfer door begeleider/supervisor en 2 e beoordelaar - Bespreken van eindcijfer met begeleider - Het ondertekende beoordelingsformulier wordt door de student bij de ESC balie ingeleverd Uiterlijk 1 juli 15 juli 5

7 2. STAGEPLAATSEN: AANGEBODEN STAGE EN ZELF GEVONDEN STAGE Het verkrijgen van een stage kan op 2 manieren gebeuren: (optie 1) een stage wordt aangeboden door de begeleider en (optie 2) de student gaat zelf een stageplaats zoeken/organiseren. Optie 1. In de periode okt dec zullen stages worden aangeboden op de website voor stages door onderzoekers van het SILS, het AMC, het NKI en het Sanquin. Ga hiervoor naar: De aangeboden stage onderwerpen zijn allemaal goedgekeurd. Studenten kunnen zich aanmelden op deze website en een keuze maken uit de aangeboden onderwerpen. Eind december zullen de begeleiders een keuze maken uit de studenten en begin januari zal er een matching plaatsvinden waarbij begeleiders en studenten gekoppeld worden. In de tweede helft van januari worden zij hierover bericht. Begeleiders die een verlengde stage aanbieden zal gevraagd worden om vóór januari een keuze te maken. Studenten die niet gekozen worden moeten zelf op zoek gaan naar een stageplaats (zie optie 2). Zij kunnen ook de begeleiders van de niet-gekozen onderwerpen benaderen voor een stage. Deze onderwerpen komen in januari op blackboard. Vanaf eind januari tot en met begin maart hebben studenten de tijd om een stage te vinden. Optie 2. Studenten gaan zelf op zoek naar een stageplaats bij een onderzoeker. Als een stageplaats is gevonden, zet de student de informatie van de stage op de website voor stages (onder my choices/my proposal en own proposal. Het onderwerp moet goedgekeurd worden door de coordinator van het bachelorproject (P. Fransz). Als het onderwerp is goedgekeurd en de student voldoet aan de toelatingseisen, dan ontvangen de student en de begeleider een met bevestiging. Tot begin maart hebben studenten de tijd om een stage te vinden. Studenten die een verlengde stage hebben gevonden moeten dit tijdig (vóór januari) melden op de website voor stages. LET OP: Ø Het is niet toegestaan om een aangeboden stage te kiezen en tegelijkertijd op zoek te gaan naar een stageplaats. Tot en met 11 december (sluiting van kiezen van een onderwerp op website) kun je beide opties (1 en 2) open houden voor het vinden van een stage. Ø Alleen studenten die (1) voldoen aan de toelatingseisen, (2) een goedgekeurde stage onderwerp hebben en (3) hun stage informatie op de website voor stages hebben ingevuld, kunnen deelnemen aan het bachelorproject. Zorg daarom dat de informatie op de website in orde is. Deze kun je bijwerken tot begin april. Ø Het is niet toegestaan om een bachelorproject te beginnen zonder toestemming van de coordinator en het ESC. Deze toestemming ontvang je per zodra je stage is goedgekeurd. Ook je begeleider ontvangt een bevestigings . Als je wel bent begonnen zonder toestemming zul je de de stage moeten afbreken als blijkt (i) dat het project niet voldoet of (ii) dat je nog niet aan de toelatingseisen voldoet. 6

8 3. BEGELEIDING BACHELOR PROJECT De beoordeling van het bachelorproject (onderzoek, verslag en presentatie) wordt gedaan volgens de normen van de opleiding BMW en op basis van het beoordelingsmodel (Tabel 2 en 3). Deze aanpak moet zorgen voor borging m.b.t. de kwaliteitseisen van de opleiding. Daarom is bij de beoordeling een examinator van de BMW opleiding betrokken als 2 e beoordelaar, ook als het project wordt uitgevoerd binnen het FNWI. Binnen het FNWI (intern) wordt het bacheloronderzoek direct of indirect uitgevoerd bij een hoofdonderzoeker (staflid) van een leerstoelgroep. Buiten het FNWI (extern) kan de situatie verschillend zijn. Niveau van begeleider: De dagelijkse begeleider is een ervaren onderzoeker met tenminste het niveau van professional bachelor (b.v. analist) of van Master of Science (b.v. AIO). Deze begeleider staat onder supervisie van een senior onderzoeker (Dr. of Prof.). Uiteraard kunnen ook postdocs of senior onderzoekers de dagelijkse begeleiding verzorgen. Dagelijks begeleider De dagelijks begeleider biedt een stage onderwerp aan (aangeboden stage, zie paragraaf 2) of maakt samen met de student afspraken over de inhoud en de planning van de stage (zelfgevonden stage, zie paragraaf 2). De informatie van de zelf gevonden stage wordt door de student ingevuld op de website. De dagelijks begeleider is op de volgende manieren betrokken bij het project. 1) De dagelijkse begeleider is frequent beschikbaar en verantwoordelijk voor de directe begeleiding van de stage. 2) De dagelijkse begeleider geeft op drie momenten feedback (zie paragraaf 4): op 4 en 8 weken na aanvang van de stage, en op 12 weken na aanvang (16 en 20 weken bij verlengde stage). De dagelijks begeleider ontvangt reflectieverslagen van de student naar aanleiding van feedbackmoment 1 en 2. 3) De dagelijkse begeleider (evt. in overleg met supervisor) beoordeelt de student op het verrichte onderzoek, het verslag en indien mogelijk op de presentatie tijdens het symposium in juni-juli (zie punt 4). De dagelijks begeleider stemt het afgeronde cijfer voor het verslag af met de 2e beoordelaar. Voor de beoordeling wordt gebruikt gemaakt van het beoordelingsformulier (volgens Tabel 2 en 3). Een digitale versie (.xlsx) van het beoordelingsmodel staat op Blackboard en wordt ook t.z.t. naar begeleiders en 2e beoordelaars gestuurd. 4) De dagelijks begeleider neemt, indien mogelijk, deel aan het panel van docenten ter beoordeling van de eindpresentatie in juni/juli. Tweede beoordelaar De 2 e beoordelaar is een door de examencommissie aangestelde examinator van de opleiding Biomedische Wetenschappen (BMW) en waarborgt gelijke beoordelingen van meerdere studenten (volgens BMW normen). De 2 e beoordelaar wordt z.s.m. na de start van de stage en 7

9 niet later dan de 2 e week van april aan de bachelorstudent toegewezen door de coördinator van het bachelorproject. 1) De 2 e beoordelaar beoordeelt het onderzoeksverslag volgens het beoordelingsmodel (Tabel 3). In overleg met de dagelijkse begeleider (en diens/haar supervisor) wordt de eindbeoordeling vastgesteld. 2) De 2 e beoordelaar adviseert de student in geval er stage problemen zijn (zie paragraaf 4). Zo nodig neemt de 2 e beoordelaar contact op met de coördinator van het bachelorproject. 3) De 2 e beoordelaar neemt, indien mogelijk, deel aan het panel van docenten ter beoordeling van de eindpresentatie in juni/juli. Overige betrokken personen. Supervisor is de supervisor van de begeleider (vaak de principal investigator of PI van de onderzoeksgroep) en medeverantwoordelijk voor de beoordeling van de student (door de dagelijkse begeleider). Panel van docenten bestaat uit vast lid (Fransz of van der Spek) en wisselende docenten/begeleiders op het presentatie symposium. Het panel beoordeelt de presentatie van de student tijdens het presentatie symposium in juni/juli 4. FEEDBACK EN REFLECTIEVERSLAG Feedback is een belangrijk aspect in de academische vorming. De student moet weten waar hij/zij aan toe is, wat er goed of fout gaat en aan welke punten aandacht moet worden besteed. Voldoet de stage aan de verwachtingen? En voldoet de student aan de verwachtingen? Het reflectieverslag is ingevoerd om feedback te waarborgen. Ze vormen verplichte momenten van evaluatie en feedback tijdens de bachelorstage. Er zijn drie feedbackmomenten: het eerste na 4 weken (zie planning), het tweede na 8 weken en het derde na ca. 12 weken (16 of 20 weken bij verlengde stage). Indien van toepassing is de 2 e beoordelaar aanwezig bij de eerste twee feedbackmomenten. 1. Voorafgaand aan het feedbackmoment vult de student de punten 1 en 2 van het reflectieverslag in (zie bijlage 1). 2. Tijdens het feedbackmoment worden deze punten besproken en wordt het verslag aangepast en verder ingevuld. Het beoordelingsmodel (zie Tabel 2 en 3) dient daarbij als leidraad voor het gesprek. 3. Een kopie van het ondertekende reflectieverslag wordt door de student verstuurd naar de dagelijkse begeleider en de 2 e beoordelaar. Het eerste feedbackmoment betreft met name mondeling feedback op het praktisch werk en het labjournaal. Tijdens het tweede feedbackmoment geeft de dagelijks begeleider mondeling feedback op de uitgevoerde experimenten en wordt de opzet van het verslag besproken. Tijdens het derde feedbackmoment geeft de dagelijks begeleider mondelinge en schriftelijke feedback op de eerste versie van het onderzoeksverslag. Het beoordelingsmodel voor het onderzoeksverslag (Tabel 3) is ingedeeld in vier onderdelen (inhoud, structuur, vorm, en formele aspecten) en geldt als 8

10 leidraad bij het derde feedbackmoment. Het is belangrijk dat de student weet wat er nog verbeterd dient te worden voor de eindversie van het onderzoeksverslag. Bij alle feedback momenten kunnen student en begeleider diverse zaken zoals functioneren, verwachtingen en werkhouding bespreken. Eventuele problemen Wanneer uit de feedback en het reflectieverslag blijkt dat de student niet voldoende functioneert, kan door de coördinator van het bachelorproject, na hoor en wederhoor van de student en de begeleider(s), worden besloten dat de student niet meer verder mag met de stage en worden er geen studiepunten toegekend. Het is dan ook niet mogelijk om direct een nieuwe stage te starten. In overleg met de studieadviseur en de coördinator van het bachelorproject wordt door de opleidingsdirecteur besloten onder welke voorwaarden de student opnieuw kan worden toegelaten tot het bachelorproject. Als de student onvoldoende begeleid wordt door de dagelijkse begeleider kan de student contact opnemen met de 2 e beoordelaar of de coördinator van het bachelorproject. Deze zal het probleem zo nodig aankaarten bij de begeleider en naar een oplossing zoeken. 5. ONDERZOEKSVERSLAG EN PRESENTATIE Onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag wordt geschreven in het Engels en bestaat uit een titelblad, samenvatting, inleiding, materiaal & methode, resultaten, discussie en een referentielijst. Als richtlijn geldt circa 4000 woorden voor het verslag (exclusief referentie lijst). In de handleiding Wetenschappelijke verslaglegging van het vak Academische Basisvaardigheden (jaar 1 bachelor Biomedische Wetenschappen) vind je nuttige tips over wetenschappelijk schrijven en het maken van een onderzoeksverslag. Een pdf van deze handleiding is te vinden op Blackboard. Het onderzoeksverslag moet goedgekeurd worden door de dagelijkse begeleider en vervolgens gestuurd worden naar: 1. De 2 e beoordelaar 2. UvA-DARE ( Zie paragraaf BlackBoard voor een Ephorus scan: Blackboard (Control panel > Files > Course Tools > Ephorus Assignment). Alle verslagen worden gescand op plagiaat via Ephorus. Daarom is het verplicht om het onderzoeksverslag te uploaden naar Ephorus Assignment. Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld door de dagelijkse begeleider (en diens/haar supervisor) en door de 2 e beoordelaar (zie paragraaf 6) Presentatie Rond 1 juli worden de eindpresentaties gehouden op de Universiteit van Amsterdam. Ook op het Sanquin en het AMC worden gezamenlijke eindpresentaties gehouden, indien een voldoende aantal presentaties op die locatie verwacht wordt. Ook ouders zijn bij de presentaties 9

11 welkom! De dag indeling zal in juni bekend worden gemaakt. Van de student wordt aanwezigheid en deelname aan een sessie verwacht. Een sessie duurt een uur, waarbij de student ook presentaties van ca. 3 medestudenten bijwoont. De presentatie duurt ongeveer 12 minuten. De beoordeling van de presentatie wordt gedaan door een panel van docenten volgens vaste criteria (zie Tabel 4). Let op dat de presentatie hoofdzakelijk wordt beoordeeld op het overbrengen van wetenschappelijke informatie en niet over de kwaliteit van de uitgevoerde experimenten. Iemand met weinig resultaten kan dus een uitstekende presentatie geven, terwijl een ander met uitmuntende resultaten onvoldoende kan scoren voor de presentatie. Het kan zijn dat de student ook gevraagd wordt een presentatie te geven op de locatie van de stage. De student kan deze gebruiken als voorbereiding op je eindpresentatie. In de handleiding Wetenschappelijke verslaglegging van het vak Academische Basisvaardigheden (jaar 1 bachelor Biomedische Wetenschappen) zijn nuttige tips te vinden over de vormgeving en opbouw van een wetenschappelijke presentatie. Een pdf van deze handleiding is te vinden op Blackboard. 6. BEOORDELING De beoordeling van het onderzoek, het onderzoeksverslag en de presentatie wordt gedaan aan de hand van beoordelingsmodellen met toetsingscriteria voor vaardigheden en bijbehorende weegfactoren (zie Tabel 2 en 3). Het onderzoek wordt beoordeeld door de dagelijks begeleider. Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld door de dagelijks begeleider (en diens/haar supervisor) en door de 2 e beoordelaar. Het uiteindelijke cijfer van het onderzoeksverslag wordt in overleg bepaald door de dagelijkse begeleider (+ supervisor) en de 2 e beoordelaar. MERK OP: Als een beoordeling een 8 of hoger is, dan moet deze beoordeling gemotiveerd worden met een korte argumentatie. Hetzelfde geldt voor een 6 of lager. De eindpresentatie vindt plaats op de Universiteit van Amsterdam en wordt beoordeeld door een panel van docenten (zie hierboven). De toelichting in het beoordelingsmodel geeft aan op welke criteria gelet zal worden bij het toekennen van de cijfers. Het cijfer wordt op halve punten afgerond (waarbij geen 5,5 wordt gegeven als eindcijfer, zie artikel 5.3 van het Onderwijs en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen FNWI ). Procedure eindbeoordeling a. Panel van docenten beoordeelt de presentatie b. Coördinator stuurt de cijfers van de presentaties naar 2 e beoordelaars c. Begeleider/supervisor en 2 e beoordelaar bepalen de cijfers voor het labwerk en het verslag 10

12 d. Student laat een geprinte kopie van het beoordelingsformulier invullen en ondertekenen door de begeleider/supervisor en door de 2 e beoordelaar. Het is ook mogelijk om het ondertekende formulier naar de 2 e beoordelaar (of naar dagelijkse begeleider) te sturen. e. Uiteindelijk levert de student het volledig ingevulde en ondertekende formulier in bij de onderwijsbalie. Dat betekent dat ook het aantal EC, de titel van het project etc. Ingevuld moeten worden. Anders wordt het cijfer niet in het systeem gebracht. 11

13 7. PROBLEMEN TIJDENS DE STAGE? Mochten zich onverhoopt problemen voordoen tijdens de stage, dan verzoeken wij je zo snel mogelijk contact op te nemen met de 2 e beoordelaar. Als je (nog) geen 2 e beoordelaar hebt, neem dan contact op met de coördinator van het bachelorproject Paul Fransz. Indien er problemen zijn, zal er overleg plaatsvinden met de student en de dagelijks begeleider door de 2 e beoordelaar of de coördinator van het bachelorproject. Er zal worden gekeken naar het reflectieverslag, dat gemaakt is naar aanleiding van de feedbackmomenten en er worden duidelijke afspraken gemaakt, die worden vastgelegd. Wanneer blijkt dat afspraken niet worden nagekomen door de student, dan kan door de coördinator van het bachelorproject, na hoor en wederhoor van de student en de begeleider(s), worden besloten dat de student niet meer verder mag met de stage en worden er geen studiepunten toegekend. In overleg met de studieadviseur en de coördinator van het bachelorproject wordt door de opleidingsdirecteur besloten onder welke voorwaarden de student opnieuw kan worden toegelaten tot het bachelorproject. Vragen en problemen Voor vragen en problemen wordt een vraagbaak ingesteld waar via vragen kunnen worden gesteld. Bij deze versie van het informatie document is het adres van de vraagbaak nog niet bekend. Deze zal zo spoedig mogelijk (in de loop van oktober-november 2016) bekend worden gemaakt via blackboard. 8. VERSLAG UPLOADEN EN AFSTUDEREN De eindversie van het verslag moet bij de begeleiders en digitaal op Blackboard en via UvA- DARE worden ingeleverd met een titelblad waarop de titel van het verslag, naam student, naam begeleiders en inleverdatum vermeld staat. Sinds studiejaar is de procedure voor het inleveren van het verslag van het Bachelorproject gedigitaliseerd. Deze nieuwe procedure is verplicht voor alle Bachelorstudenten. Met behulp van UvA-DARE worden bachelorprojectverslagen (alleen de eindversie) digitaal opgeslagen en bewaard. De procedure voor het digitaal inleveren van het bachelorprojectverslag via UvA-DARE is als volgt: 1. Ga naar de website (Type het volledige webadres in zoals het hierboven staat!) 2. Op deze website logt de student in met zijn/haar collegekaartnummer en bijbehorend Password. 3. Klik aan dat het om het Bachelorproject/ Bachelorthesis gaat 4. De student vult de velden in: naam, titel verslag én naam en adres van de 2 e beoordelaar. Vervolgens wordt het verslag toegevoegd. 5. Inleveren van de digitale versie moet in één bestand (Word, PDF of zip), dus geen los voorblad, losse afbeeldingen, inhoudsopgave, bijlagen, etc. 12

14 6. Het systeem genereert een naar de Servicedesk ESC, zodat de studentenadministratie weet dat de student zijn/ haar verslag heeft ingeleverd. 7. Het systeem genereert tevens een naar de 2 e beoordelaar. Deze krijgt een link toegezonden via welke hij/zij het afstudeerverslag kan bekijken (om te controleren of het de juiste eindversie van het verslag is). Via deze link geeft de 2 e beoordelaar de bevestiging dat de juiste eindversie van het afstudeerverslag is ingeleverd. 8. Zodra de 2 e beoordelaar reageert, wordt een gegenereerd aan de Servicedesk ESC, zodat zij weten dat de juiste versie is opgenomen in de database. Gaat een 2 e beoordelaar niet akkoord met de ingeleverde versie, dan staat dit in een toelichting in de naar de Servicedesk. 9. Na bevestiging wordt tevens een gegenereerd aan de bibliotheek. De bibliotheek neemt het afstudeerverslag op in de catalogus (UvA-DARE), maakt een samenvatting, kent trefwoorden toe, enz. De afstudeerverslagen worden niet ontsloten via de website en zijn dus nooit beschikbaar voor externen. Dit alles betekent dat er geen papieren verslag bij de Servicedesk ingeleverd hoeft te worden. Het digitaal inleveren van het verslag is een verplicht onderdeel van het afstuderen voor de bachelor. Wil je afstuderen? Raadpleeg dan tijdig de website voor de afstudeerprocedure en de bijbehorende in acht te nemen termijnen. 13

15 Tabel 2. Beoordelingsmodel bachelorproject Assessment criteria Weight Experimental work The student worked accurately and according to the proposed plan. The student has proper experimental skills. 6 The results are analyzed correctly. Research Lab journal All experimental procedures and results are conveniently organized and described in detail The student s attitude is result driven and the student was interested, motivated and able to take initiative. 2 Attitude The student was able to contribute independently to the project. 2 The student was actively involved in lab meetings, collaborated with other group members and had proper communicative skills. Report See assessment model research report (table 3) 10 Final presentation Oral presentation and discussion The content of the research project is presented clearly and correctly. The presentation is well structured and supported by appropriate visual information (Powerpoint or other media). The student has a correct and critical scientific attitude during the discussion at the end of the oral presentation and has understood the general line/main topic. 2 14

16 Tabel 3. Beoordelingsmodel Onderzoeksverslag Assessment criteria Weight Title & Summary The title and summary are concise, informative and cover the complete topic. 1 Introduction The research is put in the correct scientific context and the research question is clearly described. 3 Material and Methods The procedures are correctly described and can be replicated. 2 Content Results The results are correctly interpreted and properly described in the text, including references to figures. The figures and/or tables, including headings and legends, are complete and the content is correct. 3 Discussion The student draws the right conclusions and answers the research question. The student has a critical research attitude on the accomplished work and provides suggestions for future research The discussion is solid and based on proper literature references. 2 Structure Empirical cycle Hour glass/imrd The different parts of the empirical cycle (observation, induction, deduction, testing, evaluation) are present and described in the correct order. The research project is written according to the hour glass model (starting general, focusing on the actual research questions, and discussing the results in a wider context) and has the Introduction / Material&Methods / Results/ Discussion structure. 1 1 Appearance Language The research report is written in correct English. The correct scientific language is used. 2 Literatur e Literature references Citation of literature references in the text is given at the appropriate places. The literature references in the text and in the reference list are according to Harvard 1 15

17 Table 4. Criteria voor de beoordeling van de presentatie Introduction Scientific content Argumentation Powerpoint presentation Discussion Clear framework of research, clear question/problem? Addressed to fellow students? Correct interpretation of data? Are figures well explained? Well structured and logic story? Clear slides, supporting the story? Are questions correctly answered? Critical scientific attitude? Good overview? Does student know what he/she has done? 16

18 Bijlage 1. REFLECTIE VERSLAG BACHELORPROJECT BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Datum : Naam student : Collegekaart nummer : Telefoon : Naam dagelijks begeleider : Naam 2 e beoordelaar : Sterke punten Verbeterpunten Gemaakte afspraken Voorlopige beoordeling Zeer goed/ Goed/ Voldoende/ Onvoldoende Handtekening student: Handtekening dagelijks begeleider: 17