Jaarverslag Integrale Vroeghulp Twente 2012

Transcriptie

1 Jaarverslag Integrale Vroeghulp Twente 2012 Maart 2013 Liesbeth Rogge, ketencoördinator Integrale Vroeghulp Twente 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding blz Visie, doelstellingen en uitgangspunten blz. 3 Casus blz De aangesloten organisaties blz Partners Integrale Vroeghulp blz De stuurgroep blz De regionale kernteams blz Aanmeldingen blz Verwijzers en hulpvraag blz Doorlooptijd trajecten en uitstroom blz. 9 Casus blz Landelijke ontwikkelingen blz Regionale Ontwikkelingen blz. 14 8a. Implementatie nieuwe werkwijze IVH Twente blz. 14 8b. Communicatie en voorlichting blz. 14 8c. Ontwikkelingen richting het onderwijs blz Plannen voor 2013 blz. 16 2

3 1. Inleiding Bij ouders kunnen er vragen komen die betrekking hebben op diverse levensgebieden, wanneer er sprake is van een problematisch verlopende ontwikkeling bij hun kind. Het is vaak moeilijk om de juiste hulp en ondersteuning te vinden door het grote aantal instellingen dat er is. Bovendien zijn kinderen met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand beter geholpen als hun problematiek zo snel mogelijk wordt gesignaleerd. Integrale Vroeghulp bundelt kennis en ervaring van professionals en helpt ouders om antwoord te vinden op hun vragen en de juiste zorg, begeleiding of ondersteuning te vinden. Integrale Vroeghulp is in 1997 ontstaan vanuit een samenwerking van MEE Twente (voorheen SPD), Aveleijn (toen Stichting Dagcentra Twente), de Twentse Zorgcentra en revalidatiecentrum Het Roessingh. In 2012 bestaat de keten Integrale Vroeghulp uit 19 partners. Integrale Vroeghulp richt zich op kinderen van 0 tot 7 jaar met een vermoeden van ontwikkelingsachterstand als gevolg van een verstandelijke, psychische, lichamelijke of zintuiglijke beperking dan wel meervoudige of complexe problematiek. In Twente zijn er twee kernteams Integrale Vroeghulp, namelijk een kernteam Almelo e.o. en een kernteam Hengelo/ Enschede/ Oldenzaal e.o. De coördinatie van de kernteams is in handen van MEE Twente. MEE wordt voor de coördinatiefunctie gesubsidieerd door het ministerie van VWS. 2. Visie, doelstellingen en uitgangspunten Visie Integrale Vroeghulp biedt multidisciplinair overleg, advies en trajectbegeleiding vanuit de kernteams. Dit zijn teams van professionals die geleverd worden door de partijen die deel uitmaken van de keten Integrale Vroeghulp. Zo wordt de expertise vanuit meerdere disciplines en organisaties gekoppeld. De kernteams Integrale Vroeghulp zijn onafhankelijk, werken grondig en snel en kennen geen schotten. Vanuit Integrale Vroeghulp vindt doorverwijzing plaats naar de organisatie die het beste antwoord kan geven op de hulpvraag van ouders en kind. Doelstellingen De kernteams Integrale Vroeghulp willen er samen met de ouders voor zorgen dat een kind zich zo goed mogelijk ontwikkelt. Daarom werken hulpverleners van verschillende organisaties samen aan de volgende doelstellingen: De hulpverlening start zo vroeg mogelijk; De toegang tot de hulpverlening is eenvoudig, laagdrempelig en doelmatig; Ouders en organisaties die Integrale Vroeghulp inschakelen ondervinden zo weinig mogelijk hinder van stelseloverstijgende dienstverlening; Ouders worden ondersteund in de eigen regie; Er wordt voortdurend gestreefd naar een samenhangend en flexibel aanbod op het gebied van diagnostiek, trajectbegeleiding en gezinsondersteuning voor ouders en kinderen. Uitgangspunten Integrale Vroeghulp is onafhankelijk; Ouders hebben de regie; De inhoudelijke problematiek is leidend voor de keuze van de diagnostiek Trajectbegeleiding wordt geboden aan de kinderen en hun ouders, indien wenselijk over een langere periode (één gezin, één plan); De samenstelling van de kernteams kan variëren, afhankelijk van vraag van ouders en kind en wat nodig is om hen te helpen. 3

4 Casus Een eerlijk en compleet beeld voor Pieter Pieter is een leuk jongetje om te zien. Hij heeft blonde krullen, blauw-grijze ogen en een enthousiaste uitstraling. Hij is vier en een half jaar oud wanneer zijn ouders na overleg met school contact opnemen met Integrale Vroeghulp. Een jaar eerder is hij al onderzocht in het universitair medisch centrum. Dat onderzoek verliep niet prettig, hij bleek een ontwikkelleeftijd van 23 maanden te hebben, terwijl zijn kalenderleeftijd 42 maanden was. Kan Pieter zich wel ontwikkelen? Moeder: Onder begeleiding van een vrijwilliger gaat Pieter twee dagdelen per week naar de basisschool waar ook onze andere kinderen naartoe gaan. Hij heeft het daar naar zijn zin. Zijn juf van groep 1 vindt hem een vrolijke en enthousiaste jongen. Hij doet echt zijn best, maar begrijpt vaak niet wat de juf of andere kinderen van hem willen. Beter en breder kijken Pieter ontwikkelt zich langzamer dan andere kinderen. Omdat de juf hem niet de speciale aandacht kan geven die hij nodig heeft, komt zijn ontwikkeling in de knel. De belangrijkste vraag van zijn ouders gaat over Pieters intelligentie en zijn concentratie. Om een goed beeld van Pieter te krijgen, is besloten hem aan te melden bij Integrale Vroeghulp. De orthopedagoog van Integrale Vroeghulp heeft hem gedurende een langere periode geobserveerd. Dat gebeurde zowel individueel als in de groep. Moeder: De eerste keer was hij heel onbevangen en werkte hij goed mee. Af en toe scharrelde hij wel wat rond of kwam hij bij mij knuffelen, maar daarna kon hij weer verder. De tweede keer was hij veel onrustiger. Het komt op de onderzoekster over alsof hij zich herinnert hoeveel moeite het de eerste keer kostte om te doen wat er van hem gevraagd werd. In de groep laat hij aan de onderzoekster goed zien wat zijn mogelijkheden zijn. Zijn open en vrolijke uitstraling valt ook tijdens de groepsobservatie op. Hij is ondernemend en heeft humor, maar zijn werkhouding en bewegingsonrust vallen uit de toon. De achterstand neemt toe Uit het onderzoek blijkt dat Pieter zich wel heeft ontwikkeld, maar dat zijn achterstand ten opzichte van leeftijdsgenootjes toch is toegenomen. Alle mensen om Pieter heen zien duidelijk concentratieproblemen. Op school leidt dit tot een verhoogd risico op externaliserend gedrag en een prikkelverwerkingsstoornis. Moeder: Toen we deze conclusie hoorden, kwam het best hard aan. We wisten natuurlijk wel dat Pieter een achterstand had, maar om te horen dat je kind in de categorie verstandelijk beperkten valt, is toch even slikken. Omdat er nu zo uitgebreid naar Pieter is gekeken, kunnen we deze diagnose wel accepteren. We kunnen nu verder en houden gelukkig de komende tijd onze trajectbegeleidster. Passende begeleiding voor ouder en kind Omdat Pieter veel extra begeleiding nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen, heeft het team Integrale Vroeghulp Pieters ouders geadviseerd hem aan te melden bij een school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (cluster 3) en door een kinderarts nader te laten onderzoeken wat de oorzaak van zijn ontwikkelingsachterstand is. De trajectbegeleiding kan worden voortgezet, zodat Pieters ouders ook worden ondersteund bij het vervolgtraject voor hun zoon. 4

5 3. De aangesloten organisaties 3.1. Partners Integrale Vroeghulp In het totaal zijn in partners aangesloten bij Integrale Vroeghulp, vanuit diverse sectoren: (Licht) verstandelijk gehandicaptensector: 1. Ambiq 2. Aveleijn 3. De Twentse Zorgcentra GGZ/ kinderpsychiatrie: 4. Dimence 5. Karakter kinderpsychiatrie 6. Mediant Revalidatie en medische sector: 7. Het Roessingh 8. Medisch Spectrum Twente 9. Ziekenhuisgroep Twente Zintuiglijk en communicatief beperkten: 10. Bartiméus 11. Koninklijke Kentalis 12. Pento, Audiologisch Centrum Jeugdgezondheidszorg 13. GGD Regio Twente Jeugdzorg/ jeugdhulpverlening 14. Bureau Jeugdzorg Overijssel 15. Jarabee Speciaal Onderwijs: 16. Attendiz 17. Stichting ZML Twente Oost Gelderland (TWOG) MEE: 18. MEE IJsseloevers 19. MEE Twente (coördinatie) In 2011 is de samenwerkingsovereenkomst uit 2010 omgezet in een convenant, dat ondertekend is door alle partners. Op 1 november 2012 heeft de stuurgroep Integrale Vroeghulp een breed ketenpartner overleg georganiseerd voor alle 19 aangesloten organisaties. Tijdens deze bijeenkomst is de samenwerking van het afgelopen jaar geëvalueerd en zijn de speerpunten voor het jaarplan van 2013 besproken (zie hoofdstuk 8 en 9) De stuurgroep In de 2 e helft van 2011 is een stuurgroep samengesteld met één vertegenwoordiger uit elke sector. In de stuurgroep zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Ambiq (licht verstandelijk beperkten); De Twentse Zorgcentra (verstandelijk beperkten); Karakter kinderpsychiatrie; Het Roessingh (revalidatiezorg); GGD Twente (jeugdgezondheidszorg); Jarabee (jeugdhulpverlening); Attendiz (cluster 2, 3 en 4 onderwijs); MEE Twente (voorzitterschap en ketencoördinatie). Deze stuurgroep is in 2012 vier keer bij elkaar geweest, en daarnaast heeft het brede ketenpartneroverleg in november plaats gevonden. 5

6 3.3. De regionale kernteams Beide kernteams hebben een coördinator, werkzaam bij MEE Twente, voor 10 uur per week. Daarnaast is er ketencoördinator voor 8 uur per week, deze is ook in dienst ven MEE Twente. De coördinatoren van de kernteams houden zich bezig met de operationele aansturing van de kernteams, het 1 e contact met ouders als een kind aangemeld wordt, het schrijven van de multidisciplinaire adviesplannen en overige kernteam- en cliëntgerelateerde zaken. De ketencoördinator richt zich op kernteamoverstijgende ontwikkelingen en algemene ondersteuning van het ketennetwerk. Kernteam Hengelo - Enschede- Oldenzaal heeft 4 trajectbegeleiders, allen afkomstig van MEE Twente. Kernteam Almelo e.o. heeft 2 trajectbegeleiders van MEE Twente en 2 trajectbegeleiders van MEE IJsseloevers. De kernteams zijn in 2012 als volgt samengesteld: Kernteam Hengelo- Enschede Oldenzaal e.o.: MEE Twente (coördinator en 4 trajectbegeleiders); Aveleijn (orthopedagoog); Karakter kinderpsychiatrie (Gz psycholoog, ook werkzaam vanuit Karakter voor het infantcentre); Het Roessingh (revalidatie arts of kinderfysiotherapeut); Medisch Spectrum Twente of Ziekenhuisgroep Twente (kinderarts); Kentalis (orthopedagoog/ Gz psycholoog); Attendiz (onderwijskundige). Kernteam Almelo e.o.: MEE Twente (coördinator en 2 trajectbegeleiders); MEE IJsseloevers (2 trajectbegeleiders); De Twentse Zorgcentra (1 orthopedagoog/ Gz psycholoog en de observatieleidster van de observatiegroep); Karakter Kinderpsychiatrie (orthopedagoog) Het Roessingh (revalidatie arts of kinderfysiotherapeut) Ziekenhuisgroep Twente (kinderarts); Pento, Audiologisch Centrum (orthopedagoog); GGD JGZ Twente (orthopedagoog, tevens coördinator van het consultatieteam vroegsignalering Enschede van de GGD) 6

7 4. Aanmeldingen In 2012 zijn in heel Twente 90 kinderen aangemeld bij Integrale Vroeghulp, 48 in de regio Hengelo- Enschede- Oldenzaal en 42 in de regio Almelo. Aantallen per gemeente in 2012 Regio Hengelo- Enschede- Oldenzaal Regio Almelo 7

8 Aantal aanmeldingen naar leeftijdscategorie Regio Hengelo- Enschede- Oldenzaal Regio Almelo Bij kernteam Hengelo- Enschede- Oldenzaal is dit jaar voor het eerst een daling in leeftijd te zien: lag de piek voorgaande jaren tussen de 3 en de 4 jaar, dit jaar zijn de meeste kinderen in de leeftijdscategorie tussen de 2 en de 3 jaar aangemeld. Bij kernteam Almelo worden nog steeds de meeste kinderen aangemeld als ze tussen de 3 en de 4 jaar oud zijn. Het aantal schoolgaande kinderen dat aangemeld is iets gedaald t.o.v. 2011: toen waren dat er 17, nu zijn dat er 12 geweest. 5. Verwijzers en hulpvraag Verwijzingen naar Integrale Vroeghulp kunnen van ouders zelf komen of van professionals, altijd in overleg met ouders. Zoals in het overzichtje op de volgende pagina te zien is, komen de meeste aanmeldingen in 2012 via ouders zelf, het consultatiebureau en peuterspeelzalen/ kinderdagverblijven. De meeste vragen die gesteld worden aan het Integrale Vroeghulp team gaan over diagnostiek. 8

9 BINNENGEKOMEN VIA Ouders Pleeg Cb Cons. MEE Psz/kdv ACT zelf zorg team Kinderarts Huisarts Logo/ KPG Zorg Gast School fysio inst. ouder BJZO Jarabee Revalidatie OaH Leger Bekende Wijk Heils coach Cb = consultatiebureau Cons. Team = Consultatieteam Vroegsignalering van de GGD Jeugdgezondheidszorg MEE = MEE Twente of MEE IJsseloevers Pzs = peuterspeelzaal Kdv = kinderdagverblijf ACT = Audiologisch Centrum Twente KPG = Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding OaH = Ondersteuning aan Huis 1e HULPVRAAG Diagnostiek Keuze dagopvang Opvoedingsondersteuning Trajectbegeleiding Schoolkeuze Onbekend Doorlooptijd trajecten en uitstroom Doorlooptijd trajecten: De doorlooptijd behelst de tijd vanaf het 1 e contact met de coördinator (telefonisch contact over aanmelding en intake) tot aan het moment dat de vragen van ouders op dat moment beantwoord zijn en/ of een warme overdracht heeft plaats gevonden. Eind 2012 waren er van de 115 aangemelde kinderen uit 2011 nog 25 in het Integrale Vroeghulp traject. Van de 90 nieuw aangemelde kinderen uit 2012 waren er 35 aan het eind van het jaar afgesloten, en lopen er nog 55. 9

10 Trajecten uit 2010 en 2011 Duur < 3 maanden mnd mnd mnd jaar Eind 2012 nog openstaand langer dan een jaar - 25 Totaal Trajecten uit 2012 Duur Afgesloten Openstaand < 3 maanden mnd mnd mnd jaar - - Totaal Uitstroom Hieronder staat weergegeven waar de kinderen die in 2011 en 2012 zijn aangemeld, uiteindelijk naartoe zijn gegaan. Bij beide kernteams is de uitstroom naar organisaties niet geheel eenduidig geregistreerd, zoals te zien in onderstaande diagrammen. Bij beide kernteams is de uitstroom richting jeugdhulpverlening (team Hengelo) en dagbehandeling jonge Kind (is ook van Jarabee Jeugdhulpverlening, zie regio Almelo) het grootst. Verder is een redelijke uitstroom naar een Kinderdagcentrum (verstandelijk gehandicaptenzorg), het regulier en het speciaal basisonderwijs. Regio Hengelo- Enschede- Oldenzaal 10

11 Regio Almelo 11

12 Casus Een juiste ontwikkelingsstimulering voor Kevin Kevin is een jongetje van bijna 2. Hij loopt nog niet en praat ook nog nauwelijks. Ook wordt hij heel snel driftig en hebben vader en moeder het gevoel niet tot hem door te dringen. Kevin gaat 2 dagen per week naar het kinderdagverblijf. Ook daar hebben ze zorgen omdat Kevin motorisch achterblijft en nauwelijks praat. Achterstand op meerdere gebieden De ouders hebben contact opgenomen met het Audiologisch Centrum in verband met de achterstand in de taalontwikkeling. Maar de orthopedagoog daar heeft geadviseerd er breder naar te kijken, omdat Kevin een ontwikkelingsachterstand vertoont op meerdere gebieden. Ouders gaan akkoord en de orthopedagoog van het Audiologisch centrum heeft contact opgenomen met de coördinator van het Integrale Vroeghulpteam. Opvoedingsondersteuning De trajectbegeleider van Integrale Vroeghulp gaat op huisbezoek en in de eerstvolgende vergadering van het kernteam wordt Kevin besproken. In het kernteam wordt geadviseerd dat de ouders eerst met Kevin de kinderarts bezoeken. In het ziekenhuis kan ook een neurologisch onderzoek plaats vinden. Aangezien de ouders niet goed weten hoe ze met Kevin om moeten gaan, wordt opvoedingsondersteuning vanuit MEE aangeboden. Diagnostiek en behandeling Er wordt geadviseerd om na het bezoek aan de kinderarts een ontwikkelingsonderzoek te doen bij Kentalis. Zo kan bekeken wordt wat de oorzaak is van de achterstand in taalontwikkeling, bijvoorbeeld hoe de cognitieve vermogens van Kevin zijn. En waarschijnlijk komen zijn driftbuien voort uit het feit dat hij niet weet hoe hij zich anders moet uitdrukken. Nadat het onderzoek bij Kentalis afgerond is, kan behandeling op de Cirkelboog, de behandelgroep van Kentalis starten. Hier kan de pedagogisch medewerker spelenderwijs zijn taalontwikkeling stimuleren. Juiste vorm van ontwikkelingsstimulering Doordat er bij Integrale Vroeghulp multidisciplinair en Integraal gekeken wordt naar de ontwikkeling van Kevin, kan de juiste hulp en begeleiding ingezet worden. Hierdoor wordt de ontwikkeling van Kevin gestimuleerd. Ouders krijgen thuis ondersteuning in de opvoeding, waardoor het ook thuis rustiger is geworden. 12

13 7. Landelijke ontwikkelingen Landelijk uniformering Integrale Vroeghulp In juni 2011 heeft de commissie/ werkgroep Chiel Bos het adviesrapport Zo vroeg mogelijk opgeleverd. Het rapport geeft advies en aanbevelingen voor de verankering van de innovatie Vroeg, Voortdurend, Integraal (VVI) op de netwerken Integrale Vroeghulp op de korte en lange termijn. Dit heeft geleid tot de volgende voorstellen: 1. Naamgeving van de netwerken: Integrale Vroeghulp (met de innovatie VVI) met als afkorting IVH. 2. Doelgroep (leeftijd en problematiek): kinderen tot 7 jaar met een vermoeden van een ontwikkelingsproblematiek ten gevolge van verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperkingen en/of met gedragsproblemen. 3. Traject: IVH omvat indien nodig een diagnose, een geïntegreerd plan en een ondersteuningsaanbod. Het traject begint bij aanmelding en eindigt wanneer ouders zelfstandig verder kunnen, adequate hulp gevonden is en wanneer een warme overdracht heeft plaats gevonden. 4. Samenwerkingspartners in het netwerk. Om te voldoen aan de subsidieregeling zijn in ieder geval MEE, de gehandicaptenzorg, kinderrevalidatie, ziekenhuizen, CJG/ JGZ, GGz, Bureau Jeugdzorg en het onderwijs van belang. Het kernteam moet tenminste bestaan uit een coördinator, een kinderarts en een ontwikkelingspsycholoog of orthopedagoog. De MEE organisatie is verantwoordelijk voor de coördinatie en draagt zorg voor de totstandkoming van een samenwerkingsovereenkomst, het functioneren van het samenwerkingsverband en levert de voorzitter van de stuurgroep. 5. Samenwerking in en met de CJG s: Het CJG is de spil in het gemeentelijk jeugdbeleid, en zou daarmee ook de spil moeten zijn voor de toeleiding naar de regionale netwerken IVH. Overigens blijft de mogelijkheid bestaan dat ouders rechtstreeks contact opnemen met het netwerk Integrale Vroeghulp of dat de doorverwijzing verloopt via andere verwijzers. Er zullen dus nauwe samenwerkingsafspraken tussen CJG en Integrale Vroeghulp gemaakt moeten worden. Integrale vroeghulp Twente werkt al grotendeels volgens bovenstaande punten en is in 2012 aan de slag gegaan met de implementatie van Integrale Vroeghulp Nieuwe Stijl, oftewel de uniformering van de werkwijze van beide kernteams in Twente conform de landelijke richtlijnen (zie hoofdstuk 8). Vanaf 2015 worden de middelen voor cliëntondersteuning, ook de MEE-gelden, vanuit de AWBZ overgeheveld naar de WMO, naar de gemeenten. Integrale Vroeghulp kent een aparte subsidieregeling. Wat hiermee gebeurt is er nog niet geheel duidelijk, maar de verwachting is dat ook deze middelen naar de gemeenten overgeheveld zullen worden. Er zijn landelijk diverse handreikingen ontwikkeld. De handreiking samen sterk voor kinderen met ontwikkelingsproblemen is ontwikkeld in opdracht van WVS en biedt aanknopingspunten voor samenwerking/ integratie/ verbinding tussen IVH en de CJG s. Deze handreiking is vanuit het ministerie rechtstreeks aan alle gemeenten verzonden. 13

14 In de regionale stuurgroep Integrale Vroeghulp staat de doorontwikkeling van IVH op de agenda. Dit wordt in 2013 verder opgepakt. De handreiking zal daarin meegenomen worden. Daarnaast zijn er voor de coördinatoren en kernteams Integrale Vroeghulp door het landelijk projectbureau een aantal praktijkgidsen voor de bouwstenen Vroeg Voortdurend Integraal ontwikkeld, namelijk multidisciplinaire diagnostiek, multidisciplinair advies en casemanagement. Deze praktijkgidsen zijn gebruikt voor de verdere vormgeving van Integrale Vroeghulp nieuwe stijl ( zie 8.1.) 8. Regionale ontwikkelingen In het jaarplan 2012 stonden de volgende speerpunten vermeld: 1. Implementatie uniform werkproces 2. Communicatie en voorlichting 3. Verbinding IVH- regulier onderwijs 8.1. Implementatie nieuwe werkwijze Integrale Vroeghulp Integrale Vroeghulp Nieuwe Stijl is de werktitel om de nieuwe werkwijze aan te duiden. In 2011 is door de werkgroep multidisciplinaire diagnostiek van het project Vroeg Voortdurend Integraal (VVI) een uniform werkproces voor beide kernteams van Integrale Vroeghulp opgesteld, conform de landelijke richtlijnen; De belangrijkste aanpassingen van de werkwijze van Integrale Vroeghulp in Twente: 1. Ouderbetrokkenheid: Ouders worden uitgenodigd bij de kernteambespreking aanwezig te zijn. 2. Samenstelling kernteams: We gaan werken met een kleiner slagvaardig team. Bij elk kernteamoverleg, zit de coördinator, de trajectbegeleider van het gezin, een kinder- of revalidatiearts, een orthopedagoog of Gz psycholoog en soms een onderwijskundige. 3. Het traject: het traject eindigt op het moment dat de vragen van ouders beantwoord zijn en het kindje op dat moment op de juiste plek zit. Indien er diagnostisch onderzoek moet plaatsvinden, wordt in de kenteamvergadering in samenspraak met ouders afgesproken bij welke organisatie dit plaats zal vinden. De trajectbegeleider van Integrale Vroeghulp blijft dus betrokken en aanspreekpunt tijdens de fase van diagnostisch onderzoek. 4. Na afsluiting van het traject: de verwijzer wordt op de hoogte gesteld van de voortgang van het traject. Na afloop krijgen ouders een vragenlijst, zodat we weten of ouders tevreden zijn. In het voorjaar van 2013 starten we met de nieuwe werkwijze Communicatie en voorlichting De volgende activiteiten zijn in 2012 ondernomen: - Website: er is een aparte pagina Integrale Vroeghulp aangemaakt op de website van MEE Twente: en er is een nieuwe landelijke website in ontwikkeling - Nieuwsbrieven: in 2012 is in juli een nieuwsbrief IVH verspreid onder ketenpartners, verwijzers, gemeente ambtenaren etc. Na de zomer heeft er in de Loes nieuwsbrief een informatiestuk gestaan over Integrale Vroeghulp. Tot slot is ook informatie over Integrale Vroeghulp geplaatst op het intranet van Attendiz. 14

15 - Verspreiding folders: de folders zijn verspreid onder ketenpartners peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, consultatiebureaus en scholen ( zie onder ontwikkelingen richting het onderwijs). - Het geven van presentaties. In 2012 hebben de kerencoördinator en de coördinatoren van de kernteams de volgende presentaties verzorgd: - In het overleg van alle Loes Coördinatoren van de Twentse gemeenten; - Voor kinderartsen en consultatiebureau-artsen, georganiseerd door het kernteam Hengelo in het Medisch Spectrum Twente - In een bijeenkomst georganiseerd door Roset, waar 1 e lijns professionals voor uitgenodigd waren. - Voor medewerkers van het Audiologisch Centrum Twente - Het voeren van overleg/ het zoeken van verbindingen met mogelijk verwijzende organisaties: Er hebben gesprekken plaats gevonden met de GGD JGZ, kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen. - Contacten met gemeenten/ CJG s en het leggen van verbindingen. Er hebben gesprekken plaatsgevonden met een aantal gemeente ambtenaren, m.n. in Tubbergen, Enschede en Hengelo. In Hengelo zijn de contacten het meest intensief, daar is de ketencoördinator betrokken bij een door de gemeente geïnitieerd overleg zorg rond het jonge kind. De gemeente Hengelo heeft een projectplan ingediend bij de provincie in het kader van experimenten transitie jeugdzorg. In dit projectplan is Integrale Vroeghulp ook opgenomen. In 2013 zal dit verder vervolg krijgen. Naast contacten met individuele gemeenten wordt ook verbinding gezocht met PPT Jeugd 1 die als backoffice voor alle CJG s in Twente kan fungeren. In de zogenaamde consultatiefunctie voor de CJG professional is de verbinding met IVH gerealiseerd. De aanvankelijke opzet was dat dit een pilot zou zijn in Vanwege wisseling van de persoon van de kwartiermaker PPT Jeugd heeft dit wat vertraging opgelopen. Begin 2013 zal alsnog met dat consultatieteam, bestaand uit twee orthopedagogen van de GGD Jeugdgezondheidszorg, een orthopedagoog van Integrale Vroeghulp en een orthopedagoog van Bureau Jeugdzorg Overijssel, gestart gaan worden. Integrale vroeghulp staat genoemd in het oprichtingsplan PPT Jeugd, in 2013 zal bekeken worden hoe verdere verbinding gerealiseerd kan worden Ontwikkelingen richting het onderwijs In 2012 zijn er 12 kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar bij Integrale Vroeghulp besproken. Dit is een lichte daling t.a.v. 2011, maar gezien het feit dat het aantal aanmeldingen sowieso is gedaald in 2012 is het relatieve aantal ongeveer gelijk gebleven (13 a 14 % van de aangemelde kinderen is van de schoolgaande leeftijd). In het najaar van 2011 heeft een stagiaire van Hogeschool Windesheim in opdracht van MEE Twente een onderzoek uitgevoerd naar de ondersteuningsbehoefte van intern begeleiders en leerkrachten in het basisonderwijs. Hierin is ook Integrale Vroeghulp expliciet meegenomen. Het onderzoek is op beperkte schaal uitgevoerd, namelijk onder 2 scholen in Borne en 5 in Hengelo. Over het algemeen blijkt dat Integrale Vroeghulp nog weinig bekendheid geniet in het regulier basisonderwijs. De scholen geven aan hun zorgstructuren te kennen. De ketencoördinator Integrale Vroeghulp en de consulent Leren van MEE zijn medio 2012 bij de 7 scholen die deel hebben genomen aan het onderzoek langs geweest en hebben in een gesprek met de intern begeleider informatie over MEE en Integrale Vroeghulp gegeven. 1 PPT staat voor Preventie Partners Twente. Dit is in 2012 een samenwerkingsverband in oprichting tussen een groot aantal zorginstellingen in Twente. 15

16 Ook is er een gesprek geweest met de coördinator van één van de samenwerkingsverbanden in Hengelo. Daarnaast heeft de regionale stuurgroep de opdracht om te bekijken hoe aansluiting gevonden kan worden tussen Integrale Vroeghulp en de gemeentelijke zorgstructuren, CJG s etc. In 2012 is gebleken dat het onderwijs heel druk was met alle veranderingen die in het kader van Passend Onderwijs op hen gaan afkomen, nieuw te vormen samenwerkingsverbanden etc. Bij 2 gemeenten zijn concrete activiteiten in gang gezet. Gemeente Oldenzaal: de consulent Leren van MEE heeft hier een project opgestart om aansluiting van MEE bij de lokale zorgstructuur te verkennen. Integrale vroeghulp is hier expliciet in opgenomen; één van de gewenste resultaten is dat dit minimaal twee Integrale Vroeghulp trajecten oplevert. Dit project loopt tot de zomer van Gemeente Hengelo: In het projectplan in het kader van de transitie jeugdzorg van de gemeente Hengelo is als deelproject opgenomen Verkenning op welke wijze Integrale Vroeghulp en de lokale zorgstructuren nog meer verbonden kunnen worden met elkaar. Dit is onderdeel van het projectplan Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs, dat de gemeente bij de provincie gaat indienen. 9. Plannen voor 2013 Op 1 november 2012 is een bijeenkomst geweest met vertegenwoordigers van alle ketenpartners van Integrale Vroeghulp. Daar zijn de plannen voor 2013 besproken. Op basis daarvan heeft de stuurgroep voor 2013 de volgende speerpunten vastgesteld. 1. Implementatie van een uniform werkproces voor beide kernteams, conform de landelijke richtlijnen. 2. Verbinding met bestaande gemeentelijke zorgstructuren. 3. Aansluiting Integrale Vroeghulp - onderwijs Ad 1: Belangrijke aandachtspunten hierbinnen zijn: de betrokkenheid van ouders bij de kernteambesprekingen en de samenstelling van beide teams. Vanaf april 2013 zal volgens de nieuwe werkwijze gewerkt worden en zal niet meer over ouders en kind gesproken worden, maar wordt het advies samen met de ouders opgesteld in de kernteamvergadering. Na een half jaar zal de nieuwe werkwijze geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden. Ook zijn aandachtspunten die vallen onder dit speerpunt: onderzoek naar mogelijkheden van een beveiligde digitale werkomgeving voor het delen van stukken omtrent te bespreken casussen in het kernteam, verbetering van de samenwerking op het gebied van diagnostisch onderzoek, het meten van cliënttevredenheid en het relatiebeheer met verwijzers en andere betrokkenen. Nog een belangrijk aandachtspunt uit het landelijke advies van de commissie Bos is de aansluiting tussen Integrale Vroeghulp en de CJG s (zie speerpunt 2). Ad 2: Gebruikmakend van handreiking IVH-CJG, uitgegeven door VWS en voortbouwend op gesprekken met enkele gemeenten, de kwartiermaker backoffice CJG, de manager JGZ GGD, die in 2012 gevoerd zijn, zal door de regionale stuurgroep een plan opgesteld worden tot doorontwikkeling van IVH en zal er een voorstel liggen over de gewenste rol en positie van IVH in het gemeentelijk domein. Onderdelen van dit speerpunt zijn: aanscherpen van de visie van Integrale Vroeghulp, uitvoeren van een toekomstverkenning IVH in relatie tot de regionale en gemeentelijke ontwikkelingen en relatie met de sociale kaart Twente en de Loes website. Ad 3: Regulier onderwijs informeren over en betrekken bij IVH. De mogelijkheid dat het regulier onderwijs zich aansluit bij de keten IVH zal onderzocht worden. 16