Mobilis b.v. Landdrostlaan GM Apeldoorn. Werkplan. Tijdelijke detectie- en brandblusvoorzieningen stijgpunt 09

Transcriptie

1 Mobilis b.v. Landdrostlaan GM Apeldoorn Telefoonnummer adres Werkplan Tijdelijke detectie- en brandblusvoorzieningen stijgpunt 09 Opsteller H. Visser/ R. Janssen Datum opgesteld Documentnummer K_OBJ _UO_WP_0016 Versie B - Definitief Project Schiphol Korte Termijn Maatregelen Projectnummer Opdrachtgever Route: Interne procedure Naam Rol Digitale handtekening Datum H. Visser Opsteller Akkoord 18 mrt 2016 Erik Quanjer Controleur Akkoord Erik Quanjer Arjan Vermeij Authorisator i.o. Akkoord Erik Quanjer 18 mrt mrt 2016

2 Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. Landelijke Projekten Amsterdamseweg RP Amersfoort Postbus AA Amersfoort Telefoon Fax Tijdelijke detectie- en brandblusvoorzieningen stijgpunt 09, op perron 1 van station Schiphol KTM Schiphol Datum opgesteld Project KTM Schiphol 2 van 9 Auteur: H. Visser - Wolter & Dros R. Janssen - Croon

3 3 van 9 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Tijdelijke blusvoorzieningen Schuimblussers Brandslangen voor DBL Handbrandmelder Rookdetectie Restrisico 8

4 4 van 9 1 Inleiding Op station Schiphol Airport groeit het aantal reizigers, wat leidt tot drukte op (vooral) perron 1 (spoor 1-2). ProRail past hiertoe de twee zuidelijke stijgpunten van perron 1 aan. Tevens kort ProRail machinekamers in op perron 1 en 2, zodat extra perronoppervlak ontstaat op cruciale plekken. De eerste bouwstap is het aanpassen van de zuidelijke hellingbanen op perron 1; binnen het project bekend als stijgpunt 9. Dit stijgpunt zal een vaste trap krijgen. Onder de vaste trap krijgen de huidige installaties een nieuwe plek in een nieuwe technische ruimte. In de muur van de huidige technische ruimte zijn een brandbluskast, voorzien van een droge-brandblus aansluiting, een brandslanghaspel en een handbrandmelder aanwezig. Deze moeten tijdelijk buiten gebruik gesteld worden voor de periode. totdat de nieuwe technische ruimte gereed is. Om tijdens de werkzaamheden toch deugdelijke detectie- en blusvoorzieningen te hebben rond stijgpunt 9, zijn maatregelen bedacht die in dit document staan beschreven.

5 5 van 9 2 Tijdelijke blusvoorzieningen De bestaande brandbluskast is dus voorzien van een droge-brandblusleiding en een brandslanghaspel. Onderdeel van de verbouwwerkzaamheden is het plaatsen en aansluiten van een nieuwe kast, die ook is voorzien van deze voorzieningen. In de periode dat er geen blusvoorzieningen aanwezig zijn op dit stijgpunt stellen wij het volgende voor: Ter informatie is achterin dit document in bijlage 1 een overzicht gegeven van de verschillende technische ruimten en hun codering. 2.1 Schuimblussers Aan de kopse kant van stijgpunt 09 direct tegen de bouwafzetting wordt een kast geplaatst, die is gemaakt van betonplex. Deze kast staat op het perron en is aan de buitenzijde voorzien van een bord met daarop een pictogram van een brandblusser, zodat duidelijk is, dat deze kast brandblusmiddelen bevat. Figuur 1: Bord met pictogram handblusser. In deze kast worden twee schuimblusser (met waterschuim) geplaatst met een inhoud van 6 ltr. Er wordt een nieuwe poederblusser besteld/ Op deze wijze kan deze handblusser zonder verdere keuring een jaar op locatie wordt neergezet en is de veilige werking gegarandeerd. De poederblusser wordt bij een gerenommeerde leverancier gekocht. Hieronder is een schets gemaakt van de voorgestelde situatie: Figuur 2: Voorgestelde locatie kast met poederblusser bij stijgpunt 09

6 6 van Brandslangen voor DBL Omdat de bestaande kast is voorzien van een droge-blusaansluiting (DBL) wordt er een voorziening getroffen om ter plaatse weer over een DBL te beschikken in de tijdelijke situatie. Daartoe wordt bij stijgpunt 12 aan de noordelijke zijde van het perron een kast geplaatst, gemaakt van betonplex. Deze kast wordt aan de buitenzijde voorzien van een B-bord (zie paragraaf 2.1). In deze kast wordt een serie brandslangen (diameter 3 ) gelegd voorzien van Storz-koppelingen NA81, waarmee kan worden aangesloten op de DBL van stijgpunt 12. Samen met de slangen worden nog extra onderdelen in deze kast gelegd. De kast bevat daarmee de volgende onderdelen: Twee grote slangen 3 zware kwaliteit met een lengte van 30m; Twee kleine slangen 3 zware kwaliteit met een lengte vsn 20m; Een verdeelstuk conform onderstaande afbeelding; Twee spuitmonden met draaiende nozzles. (De lengte van de slangen kan afwijken i.v.m. dat wij slangen moeten bestellen die op voorraad liggen, vanwege de korte levertijd. De lengte van de slangen zal in totaal altijd minimaal de lengte hebben zoals hierboven is opgegeven) De slangen kunnen worden gelegd over het perron 1 naar stijgpunt 09. Om de kwaliteit gedurende de gehele tijdelijke situatie te kunnen garanderen worden nieuwe slangen gekocht bij een gerenommeerde leverancier. Wanneer alle slangen aan elkaar zijn gekoppeld heeft de slang een lengte van 100mtr, wat meer dan genoeg is om de afstand tussen beide stijgpunten te overbruggen. Op deze wijze kan een brand worden geblust bij stijgpunt 09 met gebruikmaking van de DBL. Figuur 3: Voorgestelde locatie brandslangen bij stijgpunt 12 perron 1

7 7 van Handbrandmelder De handbrandmelder wordt op een vaste kolom, in de nabijheid van de huidige locatie, gemonteerd omdat het bouwhek niet stabiel genoeg is en grote kans op storingen geeft. De schil van deze kolom wordt in verband met de aanpassing toch nog vervangen en is het monteren van de handbrandmelder geen probleem. De handmelder wordt daarbij zo dicht mogelijk de tijdelijke handblussers geplaatst. Bij de handmelder wordt een pictogram geplaatst zoals hierboven weergegeven. Voor de bereikbaarheid van de HBM moet er wel een sparing in het bouwhek worden gemaakt.

8 8 van Rookdetectie De rookdetectie zal tijdens de faseringen flexibel binnen de ruimten mee verhuizen. Wanneer er stof veroorzakende werkzaamheden worden uitgevoerd dienen deze betreffende rookmelders te worden uitgeschakeld door de PCA. Daarnaast moet er een bescherming tegen stof worden aangebracht. Bij inschakelen deze weer verwijderen. 2.5 Restrisico Er dient bekeken te worden of er bij het uitschakelen van de brandmeldinstallatie toch nog een restrisico bestaat voor een brand. In dat geval dient, afhankelijk van het restrisico, tijdens een buitendienststelling van de installatie een brandwacht ingeschakeld te worden. Dit is afhankelijk van het elektrisch gevaar, dat blijft bestaan. Indien er geen gevaar is, is de inzet van een brandwacht niet noodzakelijk.

9 9 van 9 3 Bijlage 1 Overzicht locaties technische ruimten en codering