Toets_Hfdst15_Educaties

Transcriptie

1 Toets_Hfdst15_Educaties Vragen Samengesteld door: Datum: Tijd: 11:16 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32 Noordhoff Uitgevers Pagina 1

2 Noordhoff Uitgevers Pagina 2

3 Vraag: 1 Welke stelling(en) is (zijn) juist? Stelling 1: Educaties gaan vooral over de houding (attitude), de waarden, de vaardigheden en het gedrag. Stelling 2: Educaties gaan vooral over kennis. a. Alleen stelling 1 is juist. b. Alleen stelling 2 is juist. c. Beide stellingen zijn juist. d. Beide stellingen zijn onjuist. Vraag: 2 Lesbeschrijving I: Leerlingen bezoeken het Weesper porseleinmuseum. Het museum heeft een van de grootste verzamelingen Weesper porselein dat tussen 1760 en 1770 in Weesp werd gemaakt. Aan de leerlingen wordt verteld hoe porselein wordt gemaakt en wat het bijzondere en kenmerkende is van het Weesper porselein. Lesbeschrijving II: Het project gaat over het grote orgel van de Grote Kerk. Naast een modelorgel bevat dit project een koffer met lessen, een cd-rom en een video. Ter afsluiting bezoeken de leerlingen de Grote Kerk. De groep wordt in tweeën gedeeld. De ene groep krijgt uitleg over het orgel en mag dit bespelen. De andere helft doet, onder leiding van de eigen leerkracht, een speurtocht door de kerk. Lees de twee lesbeschrijvingen. Welke past of passen bij een educatie? a. I past niet en II past wel bij een educatie. b. I en II passen beide niet bij een educatie. c. I past wel en II past niet bij een educatie. d. I en II passen bij een educatie. Vraag: 3 Is de educatiecirkel hier in de juiste volgorde van binnen naar buiten beschreven? het handelingsperspectief het attitudedoel het kennisdoel de naam van de educatie Noordhoff Uitgevers Pagina 3

4 de maatschappelijke verantwoording en legitimering. a. Nee b. Ja Vraag: 4 Welk antwoord is juist? a. B is de maatschappelijke verantwoording en legitimering. b. C is het attitudedoel. c. A is het handelingsperspectief. d. D is het kennisdoel. e. E is de naam van de educatie. Vraag: 5 Welk antwoord is juist? a. A is de maatschappelijke verantwoording en legitimering. b. D is het kennisdoel. c. B is het attitudedoel. d. C is het handelingsperspectief. e. E is de naam van de educatie. Vraag: 6 Welke educaties sluiten aan bij het schoolvak aardrijkskunde of wereldoriëntatie? a. erfgoededucatie b. boerderijeducatie Noordhoff Uitgevers Pagina 4

5 c. wereldburgerschapskunde d. ontwikkelingseducatie e. techniekeducatie f. groene educatie Vraag: 7 Op welke manier wordt duurzame ontwikkeling ook weergegeven? a. met drie J's b. met drie P's c. met NME d. met NMB Vraag: 8 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Natuur- en milieueducatie is, evenals de andere educaties, vooral een schoolactiviteit. Vraag: 9 Welk project behoort tot natuur- en milieueducatie? a. leerlingen het energieverbruik van de school in kaart laten brengen b. proefjes doen met water c. meedoen aan de Dikke-Truiendag d. een schooltuinproject e. een schoolactie voor Greenpeace f. zonnepanelen op het dak van de school plaatsen Vraag: 10 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Educaties hebben vrijwel altijd een maatschappelijk belang. Noordhoff Uitgevers Pagina 5

6 Vraag: 11 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Educaties gaan vooral over de houding (attitude), de waarden, de vaardigheden en het gedrag, maar daarnaast ook over kennis. Vraag: 12 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Bij ontwikkelingseducatie gaat het over het zuiden: Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Vraag: 13 Welke stelling(en) is (zijn) juist? Stelling 1: Intercultureel onderwijs gaat over allochtonen in Nederland. Stelling 2: Scholen kunnen door hun beleid en handelen laten zien dat ze actief werken aan intercultureel onderwijs. a. Alleen stelling 1 is juist. b. Alleen stelling 2 is juist. c. Beide stellingen zijn juist. d. Beide stellingen zijn onjuist. Vraag: 14 Bij welke educatie past deze tegel? a. ontwikkelingseducatie b. intercultureel onderwijs c. vredeseducatie Noordhoff Uitgevers Pagina 6

7 d. mensenrechteneducatie Vraag: 15 Welke onderwijssituatie behoort tot vredeseducatie? a. aandacht voor pesten in de klas of op school b. met de klas kamp Westerbork bezoeken c. een herdenkingsmonument van WOII met de school adopteren d. met de klas een geschiedkundig museum bezoeken e. een oorlogsfilm kijken f. met de klas de tolerantietest doen Vraag: 16 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: De tegenstelling tussen arm en rijk (Noord en Zuid) staat centraal bij ontwikkelingseducatie. Vraag: 17 Welke educatie en omschrijving kloppen? a. vredeseducatie een klassengesprek over pesten b. ontwikkelingseducatie een spreekbeurt over Amnesty International c. burgerschapskunde een discussie in de klas over stemrecht en stemplicht d. wereldburgerschapskunde een interview houden met iemand van de wereldwinkel e. ontwikkelingseducatie meedoen aan een project over racisme Vraag: 18 Wat is juist over wereldburgerschapskunde? a. Wereldburgerschapskunde moet zorgen voor een betere beeldvorming. b. De vensters van de canon voor wereldburgerschap geven aan waarover de lessen moeten gaan. c. Wereldburgerschap is een verplicht onderdeel van de kerndoelen. Noordhoff Uitgevers Pagina 7

8 d. Wereldburgerschapskunde is een oriëntatie op de internationale samenleving. Vraag: 19 Welke onderwijssituatie behoort tot ontwikkelingseducatie? a. een bezoek aan het Afrika-museum b. tijdens de aardrijkskundeles over Ghana een schooltv-fragment over het dagelijks leven van de mensen daar laten zien c. een keertje Turks eten d. lessen voor allochtonen in de eigen taal en cultuur e. een schoolactie voor een waterpomp in een dorp in Kenia f. voorlezen uit het dagboek van Anne Frank Vraag: 20 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Bij media-educatie leren leerlingen kritisch om te gaan met (nieuwe) media. Vraag: 21 Welke doelen horen bij educaties? a. anders kijken naar de wereld om je heen b. een leuke les hebben c. kennisoverdracht d. waarden en normen e. de kerndoelen f. zelf actie ondernemen Vraag: 22 Noordhoff Uitgevers Pagina 8

9 18-jarige opgesloten voor pesten op internet Bij welke educatie past de krantenkop? a. media-educatie b. vredeseducatie c. wereldburgerschapskunde d. intercultureel onderwijs Vraag: 23 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Het ideale evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen wordt tegenwoordig aangegeven met een driehoek die drie P's weergeeft: de mensen (people), het milieu/de planeet aarde (planet) en de (economische) opbrengst (profit). Vraag: 24 Beoordeel de volgende stelling. Stelling: Het in beeld brengen van de variatie en diversiteit van het dagelijks leven in ontwikkelingslanden (het Zuiden) geldt als een belangrijk didactisch uitgangspunt van ontwikkelingseducatie. Vraag: 25 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Erfgoededucatie is een verplicht onderdeel van de kerndoelen. Vraag: 26 Welke monumenten staan op de Werelderfgoedlijst? a. de Nachtwacht Noordhoff Uitgevers Pagina 9

10 b. de molens van Kinderdijk c. de Amsterdamse grachten d. de droogmakerij de Beemster e. de Waddenzee f. de hofjes in Haarlem Vraag: 27 Is de volgende stelling juist of onjuist? Stelling: Erfgoededucatie is geschikt voor alle groepen van de basisschool. Vraag: 28 Welk type erfgoed is zichtbaar op de foto? a. natuurlijk erfgoed b. cultureel erfgoed c. werelderfgoed d. industrieel erfgoed Vraag: 29 Welk type erfgoed is zichtbaar op de foto? Bron: Shutterstock/Hans Engbers a. cultureel erfgoed b. industrieel erfgoed c. natuurlijk erfgoed d. werelderfgoed Noordhoff Uitgevers Pagina 10

11 Vraag: 30 Welke items horen bij industrieel erfgoed? a. de Kennemerduinen b. meubels van Rietveld Schröder c. de Oosterschelde d. een oude steenfabriek e. de Oostvaardersplassen f. de Wouda (stoomgemaal) g. de Nachtwacht h. midwinterhoornblazen in Noordoost-Twente i. een windmolengang Vraag: 31 Welke items horen bij cultureel erfgoed? a. de Kennemerduinen b. de Oosterschelde c. de Wouda (stoomgemaal) d. de Nachtwacht e. meubels van Rietveld Schröder f. midwinterhoornblazen in Noordoost-Twente g. een oude steenfabriek h. een windmolengang i. de Oostvaardersplassen Vraag: 32 Welke items horen bij natuurlijk erfgoed? a. de Oosterschelde b. de Wouda (stoomgemaal) c. de Nachtwacht d. een oude steenfabriek e. de Kennemerduinen f. de Oostvaardersplassen g. midwinterhoornblazen in Noordoost-Twente h. meubels van Rietveld Schröder i. een windmolengang Noordhoff Uitgevers Pagina 11

12 Noordhoff Uitgevers Pagina 12