Rapport onderzoek recuperatiebeleid
|
|
- Ivo Adam
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport onderzoek recuperatiebeleid 1 Inleiding Het voorliggende rapport is opgesteld in het kader van een door het Ministerie van Financiën verstrekte opdracht ter evaluatie van de effectiviteit van de recuperatie van schade die voortvloeit uit de Exportkredietverzekeringfaciliteit (EKV). Doel van het onderzoek is de effectiviteit van het gevoerde recuperatiebeleid te bezien en waar mogelijk aanbevelingen voor de verbetering daarvan te doen. Onder recuperatiebeleid wordt verstaan de bestaande afspraken, procedures en activiteiten die zijn gericht op directe schadebeperking en recuperatie van opgetreden schaden onder Exportkredietverzekering en Investeringsverzekering voor rekening van de Staat. Hierbij zij opgemerkt dat er (nog) geen schade is geleden op de investeringsverzekeringen en dat het onderzoek derhalve uitsluitend betrekking heeft op de exportkredietverzekering (EKV). Onder schade wordt verstaan een betaling door de Staat aan Atradius op grond van herverzekering. Onder recuperatie wordt verstaan de activiteiten die verband houden met het incasseren van aan Atradius gecedeerde vorderingen onder herverzekering door de Staat. 2 Kader van het onderzoek Het onderzoek heeft betrekking op het eerste deel van operationele doelstelling 4 van de exportkredietverzekering: het recupereren van uitstaande schades en het treffen van schuldenregelingen voor debiteurenlanden. 1 In de begroting hoofdstuk IXB voor 2002 is het onderhavige onderzoek aangekondigd. Het heeft plaatsgevonden in de periode Het onderzoek is uitgevoerd door mr drs S.E. van Tuyll van Serooskerken, werkzaam bij het Ministerie van Financiën, doch voorheen niet betrokken bij de exportkredietverzekering. Hij heeft de opdracht gekregen zich als een onafhankelijke onderzoeker op te stellen en over zijn bevindingen te rapporteren en zo nodig aanbevelingen te doen. Het rapport geeft de mening van de onderzoeker weer. Van het onderzoek zijn de vorderingen uitgesloten die onderdeel uitmaken van een regeling in het kader van de Club van Parijs. De Club van Parijs is een multilateraal crediteurenforum van overheden. Aangezien gelijke behandeling van crediteuren één van de belangrijkste principes van de Club van Parijs is, heeft het weinig zin om het Nederlandse recuperatiebeleid afzonderlijk te bezien. Het evaluatieonderzoek spitst zich derhalve toe op alle vorderingen op particuliere debiteuren en de vorderingen op overheden zolang zij niet in een regeling van de Club van Parijs zijn opgenomen. De operationele doelstelling is niet in kwantitatieve termen gesteld. Een kwantitatieve doelstelling is niet goed mogelijk en ook niet zinvol vanwege de grote invloed van 1 In de begroting 2004 is deze doelstelling geïntegreerd in operationele doelstelling 2.
2 externe omstandigheden, zoals insolventie van debiteuren of betalingsproblemen uit hoofde van andere oorzaken. Belangrijk is te weten dat de EKV sedert 2002 onderwerp is van ingrijpende reorganisatieplannen. De rollen van de bij de EKV betrokken instanties worden opnieuw ingevuld. Dit geldt ook voor het taakgebied schade en incasso. 3 Methodiek Het recuperatiebeleid bevindt zich in het spanningsveld tussen enerzijds de notie dat ieder schadegeval bijzonder is en daardoor zijn specifieke aanpak vereist en anderzijds de wenselijkheid een zekere systematiek in de benadering na te streven. Dit brengt beperkingen met zich voor het doen van een kwantitatief onderzoek en het hanteren van kwantitatieve indicatoren. In de exportkredietverzekering heeft iedere schade-uitkering immers zijn eigen specifieke oorzaken; hetzelfde geldt voor de recuperatie van de daaruit voortvloeiende vordering. Het onderzoek heeft zich daarom toegespitst op de wijze waarop de recuperatie van vorderingen georganiseerd is en deze uitgevoerd wordt. Gekozen is om in eerste instantie een aantal casus te onderzoeken. Mede op basis van de bevindingen daarvan is een vragenlijst opgesteld, die met de overheden en de exportkredietverzekeraars in België, Duitsland, Frankrijk, Zweden en het VK besproken is. Een begeleidingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van Atradius, DNB, FEZ en EKI heeft het onderzoek begeleid; deze commissie is 6 keer bijeen geweest. Na de bespreking van enkele kwantitatieve gegevens in paragraaf 4, zullen de organisatie van de EKV, de overlegstructuren, de rapportages en de kwaliteitscontrole besproken worden. In paragraaf 9 wordt verslag gedaan van de onderzochte casus en in paragraaf 10 volgt een vergelijking met het buitenland. De conclusies en aanbevelingen staan respectievelijk in de paragrafen 11 en12. 4 Kwantitatief: enkele ruwe gegevens 4.1 Resultaten EKV Tot aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw gaf de exportkredietverzekering doorgaans een positief resultaat te zien: veelal was de som van premieontvangsten en provenu s groter dan de schade-uitkeringen. Het cumulatief resultaat over de exportkredietverzekering was daardoor positief tot De schuldencrisis van het begin van de jaren 80 leidde echter tot grote schade-uitkeringen, waardoor fors negatieve resultaten ontstonden. Cumulatief had de Staat in 1994 netto op kasbasis 2,1 mrd verlies geleden op de EKV-faciliteit 2. Als gevolg van een actieve recuperatie van de uitstaande vorderingen zijn sinds 1994 grote bedragen binnen gehaald. Met name door de betalingen die voorvloeiden uit de akkoorden in het kader van de Club van Parijs, werd het resultaat van de exportkredietverzekering na 1995 weer fors positief, zodat het cumulatief verlies in 2 Inclusief de provenu s uit hoofde van regelingen in het kader van de Club van Parijs, die voor het overige geen onderwerp van het onderzoek zijn 2
3 2003 is weggewerkt. Hierbij moet evenwel bedacht worden dat dit bedragen op kasbasis betreft. Er is geen rekening gehouden met de kosten van financiering van de uitstaande vorderingen. Zo wordt in deze benadering een schade-uitkering van 10 mln in 1983 gecompenseerd door een betaling van 10 mln in Indien evenwel rekening gehouden wordt met de financieringskosten van de Staat, zal het cumulatieve saldo dus nog altijd negatief zijn. Hier staat tegenover dat er nog ruim 2 mrd aan vorderingen in portefeuille zit, welke nog voorwerp van incasso zijn. Bedacht zij evenwel dat de Staat ook nieuwe verplichtingen is aangegaan, waarvoor premies zijn ontvangen die al in dit resultaat zijn meegenomen. Voor een betere beoordeling van het resultaat van de EKV is het nodig rekening te houden met de rente en de gemaakte kosten. Dit wordt mogelijk gemaakt met de invoering van de bedrijfseconomische resultaatsbepaling per Vergelijking met OESO-landen Grafiek 1 laat de ontwikkeling van het resultaat van de EKV zien voor Nederland en voor alle OESO-landen te zamen. Het betreft het kasresultaat 3 van de gehele exportkredietverzekering 4. Om de ontwikkelingen vergelijkbaar te maken is gekozen voor een index (1995 =100), toen het cumulatief resultaat van de OESO-landen een dieptepunt bereikte. De cijfers moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd en zijn uiteraard niet in alle opzichten vergelijkbaar. Toch is opmerkelijk dat de ontwikkelingen voor Nederland en voor de OESO-landen te zamen een vergelijkbaar beeld te zien geven: een sterk negatief resultaat in de jaren 80, gevolgd door een positief resultaat vanaf 1994/5. Voor Nederland is het cumulatieve resultaat zelfs gunstiger dan voor het geheel van de OESO-landen. 3 het kasresultaat wordt bepaald door de volgende stromen: i) de ontvangen premies, ii) de uitgekeerde schades, iii) de ontvangen provenu s en iv) de uitvoeringskosten 4 dus inclusief de vorderingen de in een Club van Parijs regeling zijn opgenomen 3
4 Exploitatieresultaat EKV van Nederland en van de OESO-landen 40,0 20,0 0,0 index 1995 = 100 (OECD) -20,0-40,0-60, exploitatieresultaat EKV, OESOlanden cumulatief, OESO exploitatieresultaat EKV, NL cumulatief, NL -80,0-100,0-120,0 Grafiek 1: financieel resultaat exportkredietverzekering vanaf 1981 Bron: OECD, DNB 4.3 Uitstaand obligo en vorderingen Het uitstaand obligo bedroeg ultimo ,0 mrd. Dit betreft de totale exposure op basis van lopende polissen. Er staan voor 2,3 mrd vorderingen uit, inclusief de vorderingen die onderdeel zijn van een Club van Parijs regeling. Van dit bedrag heeft 2,0 mrd betrekking op vorderingen uit hoofde van consolidaties (Club van Parijs) en 0,3 mrd op overige vorderingen. Het onderzoek heeft betrekking op die laatste categorie. De ervaring leert dat ca 60% van de vorderingen gerecupereerd wordt. Per 8 oktober 2004 bestond de portefeuille die object is van onderhavig onderzoek uit vorderingen op centrale en lagere overheden (inclusief staatsbedrijven) ad 229 mln en uit vorderingen op particuliere kopers ad 77 mln. Beide bedragen betreffen de nog resterende schuld. Grafiek 2 laat het beloop van de uitgekeerde schades en provenu s zien vanaf Duidelijk is dat de Staat vanaf 1995 meer provenu s ontvangt dan schades uitkeert. Het totaal aan sedert 1969 uitgekeerde schades bedraagt 4,8 mrd (NLG 10,6 mrd). De som van de ontvangen provenu s bedraagt 3,9 mrd (NLG 8,6 mrd). Beide totalen hebben 4
5 betrekking op de sommatie van de bedragen op kasbasis en houdt dus geen rekening met de tijdsfactor (rente). uitgekeerde schade en ontvangen provenu's (x 1 mln EUR) Grafiek 2: uitgekeerde schade en ontvangen provenu s Bron: DNB uitgekeerde schades ontvangen provenu's Grafiek 3, onderstaand, laat de verdeling van de ontvangen provenu s zien over die uit hoofde van consolidatie en de overige ontvangsten. Duidelijk is dat het overgrote deel van de ontvangsten betrekking heeft op de consolidaties in de Club van Parijs. De overige ontvangsten nemen sedert 1993 gestaag af. De piek in 1991 heeft nagenoeg geheel betrekking op de Sovjet-Unie, die NLG 168 mln ( 76 mln) van de in dat jaar totaal ontvangen NLG 218 mln ( 100 mln) voor haar rekening neemt. 5
6 ontvangen provenu's (x 1 mln ) Totaal u.h.v. consolidaties overig Grafiek 3: ontvangen provenu s Bron: DNB 6
7 5 Organisatie EKV 5.1 Atradius Atradius is een particulier bedrijf, voortgekomen uit de Nederlandse Credietverzekeringsmaatschappij (NCM), die in 2002 gefuseerd is met Gerling AG, daarmee Gerling NCM vormend en sinds begin 2004 nadat de aandelen zijn overgenomen door Swiss Re, Deutsche Bank en nog enkele andere aandeelhoudersopereert onder de naam Atradius. De NCM verzorgt sedert 1932 de exportkredietverzekering voor rekening en risico van de Staat. Met ingang van januari 2004 wordt deze activiteit uitgevoerd door een dochtermaatschappij van Atradius, Atradius Dutch State Business (Atradius/DSB). Atradius/DSB handelt juridisch op eigen naam, maar economisch voor rekening van de Staat. Binnen Atradius/DSB is de afdeling Claims & Recoveries, bestaande uit 10 personen, verantwoordelijk voor de behandeling van de schades en de recuperatie van de vorderingen. De samenwerking met de Staat is gebaseerd op de Beschikking (Algemene Voorwaarden Kredietverzekering en de Samenwerkingsovereenkomst Staat/NCM). Atradius/DSB is gemachtigd binnen zekere grenzen zelfstandig handelingen te verrichten voor zowel de acceptatie, de schadebehandeling als de recuperatie. In het vervolg van dit rapport zal van Atradius/DSB gesproken worden, ook in de gevallen waar sprake is van één van haar rechtsvoorgangers. 5.2 De Nederlandsche Bank De Nederlandsche Bank (DNB) geeft algemene beleidsadviezen aan de Staat inzake de exportkredietverzekering en heeft ook de machtiging om in naam van de Staat te beslissen over individuele dossiers die de machtiging van Atradius te boven gaan. De samenwerking met DNB is gebaseerd op de Regeling export- en importgaranties Binnen DNB is de afdeling Exim (Export- en Importgaranties), behorende tot de divisie Financiële Markten, belast met de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden. 5.3 Ministerie van Financiën/EKI Het Ministerie van Financiën is budgettair en beleidsmatig verantwoordelijk voor het exportkredietverzekeringinstrument. De Minister van Financiën beslist daarbij in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken ten aanzien van herverzekeringsaanvragen en ten aanzien van algemene beleidsbeslissingen. Binnen het ministerie is de afdeling Exportkredietverzekering en Investeringsgaranties (EKI) verantwoordelijk voor deze taak. De afdeling was tot 2002 een zelfstandige directie binnen de Generale Thesaurie en is sedertdien een afdeling van de Directie Buitenlandse Financiële Betrekkingen. 5.4 Ministerie van Economische Zaken Op basis van bijlage 2 bij het Regeerakkoord 1982 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken voor de Buitenlandse Handel (EZ) een medeverantwoordelijkheid voor de exportkredietverzekering voor rekening van de Staat. Het Ministerie is daarnaast verantwoordelijk voor de SENO- en GOM faciliteiten voor het verzekeren van transacties met opkomende markten, waarvoor geen dekking is onder de reguliere EKV. 5.5 Ministerie van Buitenlandse Zaken 7
8 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken neemt deel aan de Commissie Advisering Landenbeleid (CAL) en aan de Nederlandse delegatie in de Club van Parijs, met name met het oog op de kwijtschelding van schulden aan ontwikkelingslanden. Het Ministerie is niet structureel bij de recuperatie van vorderingen uit hoofde van exportkredietverzekering betrokken. Wel kunnen ambassades een rol spelen bij de recuperatie van vorderingen. 5.6 Derden Atradius/DSB maakt in voorkomende gevallen gebuikt van de diensten van derden, zoals incassobureaus, informatieagentschappen en advocaten. Indien mogelijk wordt met hen een no cure no pay tarief afgesproken. 5.7 Club van Parijs De Club van Parijs (CvP) is een informele organisatie van crediteurenlanden. Bij betalingsproblemen op landenniveau vormt de CvP zich, op basis van een analyse van het IMF, een oordeel over de capaciteit van het betrokken debiteurenland en wordt gestreefd een multilaterale overeenkomst tussen de leden van de CvP en het betrokken debiteurenland te sluiten. Belangrijkste doelstelling is een optimaal incassoresultaat door als crediteurenlanden gezamenlijk op te trekken. Uitgangspunt daarbij is onder meer een gelijke behandeling van alle crediteuren. Voor behandeling in de CvP komen alleen vorderingen op de overheid in aanmerking, alsmede transferschade met particulieren. 5.8 Administratieve organisatie recuperatie De beschrijving van de administratieve organisatie van de recuperatie beperkt zich tot de bedrijfsprocessen, de verantwoordelijkheden, de bevoegdheden en de rapportageverplichtingen van Atradius/DSB, DNB en Financiën. Er worden geen voorschriften gegeven voor de wijze waarop de recuperatie moet worden gedaan. De bestaande afspraken omtrent de de recuperatie van vorderingen zijn in 2003 samengevat in een procesbeschrijving schade en incasso (brief van DNB d.d. 26 juni 2003). De procesbeschrijving geeft nauwkeurig aan welke handelingen Atradius/DSB zelfstandig mag verrichten en welke handeling zij aan DNB moet voorleggen. Ook wordt nauwkeurig omschreven hoe en wanneer Atradius/DSB over de incassomaatregelen moet rapporteren. De procesbeschrijving geeft evenwel geen beeld hoe de recuperatie daadwerkelijk moet worden uitgevoerd en of er wel actie ondernomen moet worden. Voor een dergelijke inhoudelijke beschrijving van het incassoproces is de praktijk waarschijnlijk te divers. 5.9 Incasso in de praktijk Bij een schadedreiging (meestal een melding van achterstalligheid) wordt het dossier binnen Atradius/DSB overgedragen aan de afdeling Claims & Recoveries. De verzekerde moet binnen 30 dagen na de dreiging van achterstalligheid deze aan Atradius melden. De verzekerde is verplicht actief mee te werken aan het incasso en overigens ook maatregelen te nemen ter beperking van het verlies. De claimbehandelaar bij Claims & Recoveries stelt de reden van non-betaling vast en stelt de incassostrategie vast. De incassostrategie hangt af van de aard van de zaak, in 8
9 de praktijk wordt naar bevind van zaken gehandeld. Iedere verdere stap in de procedure is afhankelijk van de situatie op dat moment en het oordeel dat gegeven wordt op basis van de ervaringen met die specifieke situatie in het verleden. Bij uitkering van schade wordt de vordering voor 100% aan Atradius/DSB gecedeerd. Dit betekent onder meer dat de verzekerde niet zelfstandig mag incasseren. De debiteur weet niet dat de vordering aan Atradius/DSB gecedeerd is, totdat Atradius/DSB zich bij de debiteur presenteert. Verzekerde heeft een financieel belang bij het deel van de vordering dat niet verzekerd is (eigen risico). Atradius/DSB behoeft geen instemming van verzekerde te verkrijgen om afspraken over de inning van de vordering te maken. Atradius/DSB voert het incasso uit, maar de verzekerde heeft de verplichting medewerking aan het incasso te verlenen. De extra kosten die daarmee gemoeid zijn komen voor rekening van de Staat. Verzekerde heeft de plicht zich te houden aan aanwijzingen van Atradius/DSB voor het incasso. Zo zal hij bijvoorbeeld op eigen naam een procedure moeten starten als Atradius/DSB daarom verzoekt Atradius/DSB maakt gebruik van de volgende bronnen om informatie over de debiteur te verkrijgen: de underwriting database van Atradius, de debiteur zelf, verzekerde, financierende banken, internet, contacten met collega s van andere ECA s, leden van de Berner Unie 5, information agents en incasso-intermediairs en de ambassades van Nederland in het buitenland. Ofschoon Atradius een uitgebreide database heeft op grond van zijn commerciële activiteiten, is deze niet altijd geschikt voor Atradius/DSB, aangezien Atradius niet aanwezig is in de meeste landen waarvoor de Staat herverzekering geeft, zoals in Afrika en Azië. Bij een vordering op de overheid -hetzij direct, hetzij als garant- wordt de ambassade standaard ingeschakeld. Niet per definitie als eerste stap in de procedure, maar wel in de loop van het proces. Bij een vordering op een particuliere debiteur wordt de ambassade meestal niet ingeschakeld. In voorkomende gevallen probeert Atradius/DSB terplekke de achterstanden met de debiteur te bespreken. Ook wordt de debiteur wel bezocht met het doel te bemiddelen tussen verzekerde en debiteur. In sommige gevallen maakt een vertegenwoordiger van Financiën ook deel van de delegatie uit. Atradius/DSB besteedt de juridische werkzaamheden doorgaans uit, zowel in Nederland als elders. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van gespecialiseerde kantoren in andere landen. De juridische bottom line wordt niet systematisch bij voorbaat in alle details onderzocht, maar meer op ad hoc basis. Atradius/DSB probeert een rechtszaak zo veel mogelijk te vermijden, omdat het veel tijd en geld kost. Maar soms valt er niet aan te ontkomen. In dat geval wordt een advocaat ingeschakeld. Atradius houdt zich afzijdig bij geschillen tussen verzekerde en debiteur. De verzekerde heeft bij een schade die verband houdt met een geschil geen recht op schadevergoeding. Verzekerde draagt dus zelf het risico van de slechte rechter (het risico dat hij zijn recht niet kan halen en het geschil niet in zijn voordeel weet te beslechten). 5 De Berner Unie is een samenwerkingverband van 52 ECA s uit 43 landen. 9
10 De ervaring van Atradius is dat het kiezen (door contractpartijen) voor een rechtssysteem dat de vonnissen van andere landen niet erkent tot een moeizame tenuitvoerlegging van vonnissen kan leiden. Arbitrage kan een uitweg bieden. Bij arbitrage verbinden partijen zich de uitspraak van een door partijen gezamenlijk aan te wijzen arbiter te zullen respecteren. De procedure is doorgaans sneller dan die van de officiële rechterlijke instanties. Veel landen hebben de Conventie van New York ondertekend, hetgeen betekent dat zij de uitspraken van arbiters erkennen. Arbitrage is echter duur waardoor dit niet voor alle exporttransacties een geschikte oplossing zal zijn. In de praktijk is de mogelijkheid van arbitrage daarom beperkt tot grote zaken (b.v. aanneming). Daarnaast geldt dat vanuit commerciële overwegingen (het wel of niet gegund krijgen van een order) verzekerden veelal genoegen moeten nemen met de voorkeur van de debiteur. Bij een openstaande vordering op een debiteur wordt in principe op die debiteur geen nieuwe polis verstrekt. Het heropenen van dekkingsmogelijkheden en de daaruit voortvloeiende toegang tot internationale financiering is een worst die vaak wordt voorgehouden opdat de debiteur de achterstallige vorderingen betaalt. Als drukmiddel kan ook de schuldenpositie van een debiteurenland in de Club van Parijs besproken worden, zonder dat dit tot een regeling leidt. Een debiteurenland kan hierdoor reputatieschade lijden en zal een dergelijke bespreking trachten te vermijden door in overleg te treden over zijn uitstaande verplichtingen. Er is een duidelijke invloed van de ervaringen bij het incasso op het landenbeleid en de acceptatie. Bij Atradius/DSB wordt er dan ook aan gehecht dat de acceptatie afdeling fysiek in de buurt is van de schade afdeling. Hierdoor is er veelvuldig informeel overleg. Daarnaast is er ook het gestructureerde formele overleg. Voorts gaat een kopie van de het dossier inzake de schade-uitkering naar degene die binnen Atradius/DSB de acceptatie van het risico behandeld heeft. 6 Overlegstructuren Naast het regelmatig dagelijks contact tussen de drie betrokken instellingen bij de EKV, zijn er een aantal overlegstructuren. De meeste behandelen algemene onderwerpen inzake de exportkredietverzekering, maar geen individuele schadegevallen. 6.1 Rijkscommissie voor export-, import- en investeringsgaranties De Rijkscommissie voor export-, import en investeringsgarantie is samengesteld uit vertegenwoordigers van Atradius, De Nederlandsche Bank, de Ministeries van Financiën, en Economische Zaken en het bedrijfsleven. De Rijkscommissie komt tweemaal per jaar bijeen. Zij bespreekt de algemene economische situatie m.b.t. de export en structurele zaken aangaande de exportkredietverzekering. Er worden geen individuele schadegevallen behandeld, noch structureel gesproken over recuperatie. 6.2 Periodiek overleg Het periodiek overleg tussen Atradius, DNB, EZ en Financiën op managementniveau vindt eens per maand plaats. Er wordt overleg gevoerd over alle onderwerpen ongeacht hun aard, zij het beleidsmatig, zij het verzekeringstechnisch, zij het praktisch van aard. Er wordt in de regel niet over de recuperatie van individuele schadegevallen gesproken. 10
11 6.3 Werkgroep Transferachterstanden De Werkgroep Transferachterstanden (WTA) bestaat uit vertegenwoordigers van Atradius/DSB, DNB en Financiën. De werkgroep kwam onregelmatig, in de regel 2 à 3 keer per jaar bijeen. Er worden hoofdzakelijk individuele schadegevallen besproken. De laatste bijeenkomst vond plaats in maart Werkgroep Integrale Schadebenadering De Werkgroep Integrale Schadebenadering is begin 1999 op initiatief van Financiën ingesteld. Hij bestaat uit vertegenwoordigers van Atradius/DSB, DNB en Financiën. De werkgroep is tussen januari 1999 en juni 2000 een achttal keer bijeen geweest en is medio 2001 opgeheven. Er werden zowel structurele onderwerpen als individuele schadegevallen besproken. 6.5 Halfjaarlijks schadeoverleg In februari 2004 is, conform de in juni 2003 gemaakte afspraken, een overlegstructuur over het schadebeleid ingesteld, mede ter vervanging van de WTA. Aan het overleg nemen deel vertegenwoordigers van Atradius/DSB, DNB en Financiën. De werkgroep houdt zich bezig met ontwikkelingen op het gebied van schade en incasso, methodologische onderwerpen, de schadeportefeuille, etc. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling in te gaan op individuele schadedossiers. 7 Rapportages DNB stelt tweemaal per jaar ten behoeve van de Rijkscommissie een verslag over zes maanden vast. De verslagperiode loopt van oktober t/m maart en van april t/m september. Dit verslag geeft een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen op het terrein van de exportkredietverzekering, zowel in het internationaal overleg waaronder de Club van Parijs- als de nationale ontwikkelingen. De Rijkscommissie speelt geen rol op het gebied van recuperatie. Daarnaast stuurt DNB maandelijks een rapportage op ten behoeve van de Minister van Financiën, met daarin de belangrijkste ontwikkelingen, beslissingen en adviezen met betrekking tot de exportkredietverzekering in de verslagmaand. Voorts stelt Atradius/DSB een maandrapportage op met een aantal cijfermatige overzichten. Het betreft een aantal tabellen met overzichten van schaden, premies en provenu s, het uitstaand obligo en een toelichting op de mutaties daarin en de stand en het verloop van de vorderingen. In de maandrapportage over december is tevens de jaarrapportage verwerkt. De maandelijkse rapportage van DNB en de maandrapportage van ASDB gaan niet in op de wijze waarop het incasso is gevoerd. 8 Kwaliteitscontrole Krachtens artikel 7 van de regeling export- en importgaranties 1992 is DNB belast met de kwaliteitscontrole: de Bank beoordeelt het door Verzekeraar gevoerde incasso van vorderingen voorzover de schade niet wordt veroorzaakt door transferproblemen en rapporteert over haar bevindingen aan de Minister en Verzekeraar. Opgemerkt zij dat Financiën zich tot nu toe niet expliciet heeft uitgesproken over de wijze waarop de kwaliteitscontrole moet worden uitgevoerd. 11
12 Binnen Atradius/DSB wordt de volgende interne procedure gevolgd die de kwaliteit moet waarborgen: voor alle zaken geldt een duo behandeling, zodat twee mensen samen voor een bepaald dossier verantwoordelijk zijn, elkaar kunnen vervangen en ook met elkaar overleggen over de te volgen strategie. Indien de debiteur ter plaatse wordt opgezocht, gaan zij samen op incassoreis. sedert juni 2004 worden alle dossiers een keer per jaar gescreend; hiervan wordt verslag gedaan in het halfjaarlijks schadeoverleg. DNB voert daarnaast een zeer nauwgezette procesmatige kwaliteitscontrole uit.onder meer heeft zij toegang tot het informatiesysteem van Atradius/DSB, MTBusy, waarin de voortgang van de recuperatie en de genomen stappen te volgen zijn. Regelmatig beziet zij of er voortgang is en of er maatregelen worden genomen. De in de regeling uit 1992 opgedragen rapportage vindt niet plaats. Een sedert begin 2004 in het maandverslag opgenomen bijlage wordt als een eerste stap daartoe gezien. 9 Besproken casus In de eerste fase van het onderzoek zijn een achttal casus besproken. In de begeleidingscommissie is afgesproken dat ieder van de drie partijen twee casus zou aandragen: één voorbeeld van een geslaagde recuperatie en één voorbeeld van een nietgeslaagde recuperatie. Atradius/DSB heeft van iedere categorie twee casus aangedragen. In het onderstaande zijn de bevindingen uit het casusonderzoek weergegeven. Vanwege de vertrouwelijkheid zijn de betreffende bedrijven en landen geanonimiseerd. Het onderzoek heeft immers betrekking op de effectiviteit van het recuperatiebeleid van de Nederlandse EKV en de vraag welk land of welk bedrijf het in casu betreft is voor dit onderzoek niet relevant. 9.1 Casus A De casus is aangedragen door Atradius/DSB als voorbeeld van een geslaagde recuperatie. Het betreft een vordering op de Bank voor Buitenlandse Handel van land A, een overheidsinstelling, ten belope van NLG 5,5 mln ( 2,5 mln). De vordering vloeide voort uit de levering in 1985 van investeringsgoederen door een Nederlands bedrijf. Land A is eind jaren tachtig in betalingsproblemen geraakt en stopte met betalen. Nadat op aanmaningen en incassopogingen van Atradius/DSB niet gereageerd werd, benaderde in 1996 de consul van land A Atradius/DSB voor een exportkredietverzekering ten behoeve van de bouw van een papierfabriek. Atradius/DSB was destijds voor middellange transacties op land A gesloten. De nieuwe kredietbehoefte van land A was een opening om ook over de uitstaande vordering te kunnen praten. Land A is akkoord gegaan met een betalingsregeling, die nagenoeg geheel is nagekomen. 12
13 In dit geval is sprake van een geslaagde recuperatie, mede als gevolg van de koppeling met het kortlopende dekkingsbeleid en de behoefte van de debiteur aan nieuwe transacties. 9.2 Casus B De casus is aangedragen door Atradius/DSB als voorbeeld van een geslaagde recuperatie. Een Nederlands bedrijf had in 1998 bouwkundige werkzaamheden verricht ten behoeve van een landbouwbedrijf, een dochtermaatschappij van een grote gasmaatschappij in land B. De moedermaatschappij stond garant voor de vordering op het landbouwbedrijf. Omdat de dochtermaatschappij in gebreke bleef, is de moedermaatschappij aangesproken. Deze was moeilijk benaderbaar en uiteindelijk is via de ambassade een contact gelegd. Atradius/DSB stuitte op veel bureaucratie en onwil. De ambassade heeft ook pogingen ondernomen de vordering te recupereren, maar wilde het niet te hard spelen vanwege mogelijke exportcontracten van Nederlandse bedrijven met de moedermaatschappij. Uiteindelijk heeft de moedermaatschappij de vordering volledig betaald, omdat zij met een ander Europees land een contract wilde sluiten en de exportkredietverzekering van dat land er op wees dat de schulden aan de Nederlandse Staat nog open stonden. Er is in dit geval sprake van een geslaagde recuperatie vanwege de reputatieschade die voor de debiteur dreigde bij voortgezette wanbetaling. Dit hinderde haar bij nieuwe handelstransacties. 9.3 Casus C De casus is aangedragen door Atradius/DSB als voorbeeld van een niet-geslaagde recuperatie. De vordering ter grootte van 5 mln NLG (2,3 mln ) heeft betrekking op de levering in 1989 door een Nederlands bedrijf van 16 verkeerslichten aan land C. Het Nederlands bedrijf heeft de door Atradius/DSB verzekerde vordering overgedragen aan haar bank. De debiteur is van af het eerste moment in gebreke gebleven. Op aanmaningen werd niet gereageerd en de inschakeling van een locale advocaat noch bilaterale gesprekken leverden enig resultaat te op. Er is onderzocht of een juridische procedure tegen land C gestart zou kunnen worden. Hiervan is afgezien omdat er gerede twijfels bestonden of de rechter in land C onafhankelijk zou zijn en omdat de advocaten zeer terughoudend waren. De recuperatie is niet geslaagd door onwil van de debiteur. Opgemerkt zij dat in dit geval geen duidelijkheid bestaat over wat de hoogste instantie in een eventuele gerechtelijke procedure zou zijn. Ook is niet onderzocht wat de eventuele executiemogelijkheden zijn (e.g. derdenbeslag) zouden kunnen zijn indien een verondersteld onafhankelijke- rechter de vordering zou toewijzen. 9.4 Casus D De casus is aangedragen door Atradius/DSB als voorbeeld van een niet-geslaagde recuperatie. Het betreft de levering in 1986 van vissersboten aan land D, gefinancierd 13
14 door een regionale ontwikkelingsbank, met garantie van de overheid van land D. Als gevolg van de depreciatie van de munt van land D kwam de ontwikkelingsbank in betalingsproblemen. Na vele interventies van Atradius/DSB, de ambassade en handelsmissies heeft het Ministerie van Financiën van land D in 1993 voorgesteld om de schuld af te lossen door een deel van de door Nederland verstrekte betalingsbalanssteun voor dit doel te gebruiken. Dit aanbod is evenwel in 1993 door de toenmalige Nederlandse Minister voor Ontwikkelingssamenwerking afgewezen, omdat hij van mening was dat betalingsbalanssteun niet voor dit doel kon worden aangewend. De overheid van land D is weliswaar nog steeds voor de schuld aansprakelijk, maar na de weigering om van het aanbod tot compensatie gebruik te maken, is de geloofwaardigheid van Nederland als crediteur van deze vordering aangetast. 9.5 Land E DNB heeft deze casus aangedragen als voorbeeld van een geslaagde recuperatie. Het betreft de levering in 1982 van vervoermateriaal aan een bedrijf in land E voor een bedrag van fl. 58 mln ( 26 mln). Hiervan werd 60% gegarandeerd door een regionale ontwikkelingsbank. Van de resterende 40% is allen een aanbetaling ontvangen. De rest is tot 1995 onbetaald gebleven, omdat het betreffende bedrijf onvoldoende middelen had. In de jaren daarna wilde het bedrijf opnieuw zaken doen met de Nederlandse exporteur. Tevens voerde het onderhandelingen met andere vervoersbedrijven om tot verregaande samenwerking te komen. De dreigende reputatieschade kon daarbij een negatieve rol spelen. Geholpen door persoonlijke contacten van een door Atradius/DSB ingeschakelde advocaat in land E met de top van het betreffende bedrijf, is in 1999 een overeenkomst gesloten, waarbij de achterstallige vordering in 275 maandelijkse termijnen terugbetaald zal worden. De recuperatie is geslaagd dankzij het belang van het betreffende bedrijf om nieuwe transacties te sluiten en de wens reputatieschade te vermijden. 9.6 Land F De casus is aangedragen door DNB als voorbeeld van een niet-geslaagde recuperatie. Het betreft de in 1988 gesloten overeenkomst tussen een Nederlands bedrijf en land F voor de bouw van een fabriek. De waarde van het contract bedroeg hfl. 128 mln ( 58 mln). Al direct bleek dat de wederpartij in gebreke bleef, mede omdat de overheid van land F een moratorium had afgekondigd. Atradius/DSB wilde het werk toen stilleggen, maar omdat land F een kiesgroepland is, was de Staat aanvankelijk van mening dat het project doorgang moest vinden. Later is het alsnog stilgelegd; de extra schade van het later stilleggen bedragen ca hfl 3 mln ( 1,3 mln). Na het opheffen van het moratorium bleek dat de overheid van land F geen interesse meer had voor het project. De schade bedroeg toen fl. 18 mln ( 8 mln). De overheid van land F heeft met de Club van Parijs een regeling getroffen. De onderhavige vordering is daar evenwel niet in opgenomen, omdat land F claimde dat het een commerciële vordering betrof, die niet in de Club van Parijs thuis hoort. Uiteindelijk is in 1999 met land F afgesproken dat fl. 5 mln ( 2,3 mln) aan door Nederland verstrekte betalingsbalanssteun voor aflossing van de vordering gebruikt kon worden. Naar omstandigheden is de recuperatie daarom toch enigszins geslaagd te noemen. 14
15 Conclusie is dat land F geen belang had de vordering te voldoen, omdat het geen belang meer hechtte aan het project. 9.7 Casus G De casus is aangedragen door EKI als voorbeeld van een geslaagde recuperatie. Het presidentiele vliegtuig van land G was in 2002 voor onderhoud in Nederland. Uit hoofde van eerdere werkzaamheden stond nog een vordering van 2 mln open. Atradius/DSB heeft gebruik willen maken van het feit dat het vliegtuig zich in Nederland bevond om er beslag op te laten leggen. Hiertoe was instemming van uiteindelijk het Ministerie van Buitenlandse Zaken vereist, die uit vrees voor diplomatieke verwikkelingen- het beslag heeft verboden. Atradius/DSB heeft toen gebruik gemaakt van het retentierecht voor de betreffende onderhoudsbeurt. Inmiddels bleek dat het verbod van Buitenlandse Zaken ten onrechte was, aangezien in het onderhoudscontract de diplomatieke immuniteit was uitgesloten. Er kon dus alsnog beslag op het vliegtuig worden gelegd. Onder druk van een dreigend beslag heeft land G toen een afbetalingsregeling getroffen, die na enige aandrang- volledig is nagekomen. Er is sprake van een geslaagde recuperatie doordat alert en adequaat is gehandeld en niet geschuwd werd een en ander hard te spelen. De Staat had evenwel nog adequater en sneller kunnen opereren wanneer de beslaglegging niet eerst verboden was geweest en de samenwerking beter gestructureerd was. Dit heeft evenwel door een goed en snel onderhandelingsproces de uiteindelijke uitkomst in dit geval niet beïnvloed. 9.8 Casus H De casus is aangedragen door EKI als voorbeeld van een niet-geslaagde recuperatie. Een Nederlands bedrijf sloot begin jaren 80 een contract met land H voor de aanleg van uitgebreide infrastructurele werken, voor enkele honderden miljoenen guldens. Aanvankelijk betaalde de debiteur naast de aanbetaling nog enkele bedragen. Tijdens de rit is het evenwel fout gegaan. De betalingen stopten vanwege deviezenschaarste. De keus moet toen gemaakt worden tussen hetzij doorgaan met het project, zodat een afgerond geheel werd opgeleverd, hetzij te stoppen. Op dat moment was ongeveer 30 à 40 % van het werk gereed. In opdracht van de Staat is toen besloten de uitvoering van het werk te stoppen. In eerste instantie zijn incassopogingen door Atradius/DSB ondernomen zonder tussenkomst van de Staat. Er was toen nog geen rechtstreeks contact tussen de Staat en de debiteur. Eind jaren 80 heeft land H een eerste regeling getroffen met de Club van Parijs, later gevolgd door een tweede en derde. In het kader daarvan heeft land H fl. 100 mln ( 45 mln) betaald. Daarnaast zijn enkele rentetermijnen betaald. De schade is ontstaan door deviezenschaarste. Dit was niet te voorkomen geweest. De totstandkoming van de Club van Parijs-regelingen heeft als incassomaatregel tot enkele betalingen geleid. De gedachten die toen speelden om arme landen, die diep in de schulden zaten, schuldverlichting toe te kennen, was wellicht voor land H aanleiding om de Club van Parijs-regelingen niet na te komen en eveneens aan de crediteuren in de Club van Parijs om schuldverlichting te vragen. 9.9 Conclusie Duidelijk is dat voor een geslaagde recuperatie, de debiteur belang moet hebben bij het voldoen van zijn vordering. Dit belang kan bestaan uit het sluiten van nieuwe 15
16 transacties (casus A, B en E), het voorkomen van reputatieschade (casus B, E, G), of het voorkomen van het beslag leggen op activa (casus G). Voor een succesvolle recuperatie is het van belang dat de Nederlandse overheid als één geheel optreedt en geen strijdige signalen aan de debiteur afgeeft (casus D). Ook kan samenwerking met andere ECA s tot positieve resultaten leiden (casus B). 10 Bespreking met andere ECA s Na het onderzoek over de recuperatie in Nederland is onderzocht hoe de recuperatie van vorderingen in vijf andere Europese landen georganiseerd is. Op basis van verslagen van de casusbesprekingen is in overleg met de begeleidingscommissie een vragenlijst opgesteld (bijlage 2), die aan de beleidsverantwoordelijke departementen (guardian authorities) en de export credit agencies (ECA s) in België, Duitsland, Frankrijk, het VK en Zweden is gestuurd. De vragen hadden betrekking op de interne en externe organisatie, de incentives, de juridische en financiële aspecten en op de effectiviteit. Deze vragenlijst is vervolgens uitvoerig met ze besproken. In het onderstaande volgt een overzicht van de organisatie van de EKV in de betrokken landen en worden de meest markante verschillen ten opzichte van de recuperatie in Nederland besproken België In België wordt de EKV verzorgd door OND/Delcredere, een agentschap van de Staat. De begroting van Delcredere is onafhankelijk van de begroting van de Staat. De Staat staat garant voor de verplichtingen van Delcredere, voor zover zij betrekking hebben op door de Staat gegarandeerde activiteiten. Uit de ontvangen premies vormt Delcredere reserves, die als buffer dienen voor uit te keren schades. Mochten de reserves ontoereikend zijn, kan Delcredere een beroep doen op de kapitaalmarkt. Als gevolg van de schuldencrisis in de jaren 80 heeft Delcredere leningen moeten afsluiten, die nu weer afgelost zijn. Delcredere heeft geen winstoogmerk, maar streeft naar stabilisatie op lange termijn. Delcredere heeft er belang bij een goed resultaat te behalen, zodat het zijn onafhankelijke positie behouden. Delcredere wordt bestuurd door de raad van beheer; het dagelijks bestuur is gedelegeerd aan de Directeur-generaal. De raad van beheer bestaat uit vertegenwoordigers van de ministers van Financiën, Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking, Buitenlandse Handel, Economie, een vertegenwoordiger van de premier en vertegenwoordigers van de gewesten, alsmede onafhankelijke bestuurders en experts. De vertegenwoordigers van de ministers van Financiën en Economie hebben het recht van veto in de raad van beheer. De Juridische Dienst van Delcredere is belast met zowel het doen van schadeuitkeringen als met de recuperaties. Dezelfde mensen voeren beide activiteiten uit. Van de medewerkers van de Juridische Dienst wordt verwacht dat zij hun talen goed spreken (zo is zijn er medewerkers die Portugees, Russisch en Arabisch spreken). In het verleden waren er minder juristen werkzaam dan nu; de zaken worden evenwel ingewikkelder. Delcredere wordt bij de schade-uitkering gesubrogeerd in de rechten van verzekerde met betrekking tot de vordering. Dat betekent dat Delcredere rechtstreeks contact met de debiteur opneemt. 16
17 De ambassades worden bij de recuperatie ingeschakeld, maar niet als standaard. Dit gebeurt vooral wanneer de debiteur een politieke autoriteit is. In dat geval heeft het inschakelen van een advocaat geen zin en moet een regeling worden getroffen op het politieke vlak. Verder hangt het af van de zaak en de vraag of er in het betreffende land een Belgische ambassade is. Als Delcredere een goed contact met de koper heeft, is tussenkomst van de ambassade niet nodig. Van geval tot geval wordt bezien of een beoordeling van de juridische status van de claim noodzakelijk is. Of er bij een conflict met de debiteur een procedure gestart wordt, hangt af van het betreffende land en de omstandigheden. In sommige landen heeft procederen weinig zin en wegen de doorgaans hoge kosten niet op tegen de verwachte baten. In sommige gevallen probeert Delcredere beslag te leggen; soms heeft dit evenwel weinig resultaat. De raad van beheer krijgt maandelijks een overzicht van de vergoedingen en de recuperaties per categorie en volgt de evolutie daarvan Duitsland In Duitsland wordt de EKV verzorgd door een consortium van twee particuliere bedrijven, Euler Hermes (EH) en Price Waterhouse Coopers (PwC). Alle transacties komen voor rekening en risico van de Staat. Het consortium draagt geen enkel risico. De Staat heeft een overeenkomst met het consortium, dat in feite als één bedrijf opereert. Binnen EH en PwC is er een strikte scheiding ( iron walls )tussen het deel dat voor de Staat werkt en het particuliere bedrijf. Zo wordt er geen informatie gedeeld en zijn er aparte computersystemen. Met name het Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit (BMWA) hecht hier zeer aan, teneinde te voorkomen dat er concurrentievervalsing optreedt. De EKV valt in eerste instantie onder het BMWA; het Ministerie van Financiën is mede verantwoordelijk voor de recuperatie van schulden. EH krijgt een vergoeding, die niet afhankelijk is van de financiële resultaten. De incentives bestaan uit het leveren van professionele kwaliteit. Een interministerieel comité (IMC), bestaande uit vertegenwoordigers van de meest betrokken departementen (BMWA, Financiën, Buitenlandse Zaken, OS en het bedrijfsleven) is verantwoordelijk voor het beleid t.a.v. de EKV en voor de acceptatie boven 7,5 mln. EH kan zelfstandig besluiten over recuperatiemaatregelen tot Daarboven is toestemming vereist van het BMWA. Over de afschrijving van vorderingen beslist de Staat. De verzekerde is verantwoordelijk voor de recuperatie, onder aansturing van EH. In principe blijft EH buiten beeld. Van ieder dossier wordt een kopie aan BMWA gezonden, dat steekproefsgewijs controleert. EH vraagt zelfstandig informatie op over de debiteur. Dit wordt zowel ter aanvulling van de informatie van de debiteur gebruikt als ook om deze te controleren. EH vraagt standaard aan twee verschillende agenten om inlichtingen te verschaffen, zodat de verkregen informatie vergeleken kan worden. Er is een verschuiving van vorderingen op de publieke sector naar vorderingen op particuliere bedrijven. Dit houdt in dat er minder gebruik wordt gemaakt van ambassades. Deze worden alleen betrokken bij zeer grote vorderingen op particuliere 17
18 debiteuren. Bij inschakeling van de ambassade wordt het eerste contact in een bepaald dossier altijd gelegd via het BMWA en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. EH schroomt niet een juridische procedure aan te spannen. Dit gebeurt in ca 5% van de gevallen, met name wanneer de debiteur onwillig blijkt te zijn. Ook in gevallen waarin de te verwachten baten niet tegen de kosten opwegen, kan EH een procedure starten. Deze dient dan niet zo zeer om daadwerkelijk middelen binnen te halen, maar meer als voorbeeld voor andere debiteuren. Formeel wordt de vordering aan de Staat gecedeerd op het moment van schadeuitkering, maar indien dat om juridische redenen gedurende de recuperatie nodig mocht blijken, wordt de vordering weer aan de verzekerde teruggecedeerd. EH werkt in sommige gevallen nauw samen met andere ECA s, met name met die van Frankrijk, Denemarken, Zweden, Oostenrijk en de VS. Bij grote vorderingen worden vaak crediteuren commissies gevormd Frankrijk De Franse EKV wordt uitgevoerd door Coface, een particulier bedrijf, dat kredietverzekeringen voor de particuliere sector in verschillende landen verzorgt. Binnen Coface is de directie middellange termijn (Direction Moyen Terme, DMT) beslast met de uitvoering van de exportkredietverzekering voor rekening en risico van de Staat. Van de ca 4000 werknemers van Coface zijn er een kleine 200 bij DMT werkzaam. In 1985 heeft DMT besloten zijn werkzaamheden geografisch te organiseren. Dit brengt met zich dat dezelfde personen die de acceptatie doen, ook verantwoordelijk zijn voor de optredende schades en de recuperatie daarvan. Coface ziet als het voordeel daarvan dat zij geconfronteerd worden met de consequenties van hun beslissingen bij de acceptatie. Coface kan zelfstandig beslissen over kredietverzekering onder een limiet, die afhangt van het land van de debiteur. Boven die limiet beslist een Interministeriële Commissie (Commission interministerielle des garanties), bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende geledingen van de Ministerie van Economie, Financiën en Industrie (Minefi) en van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze commissie komt eens in de veertien dagen bijeen. De vergoeding die Coface ontvangt, bestaat uit een basisbedrag plus een toeslag, die afhangt van de geleverde prestaties. In veel gevallen is de verzekerde met de recuperatie belast. Dit is met name het geval wanneer een juridische procedure gevoerd moet worden voor een locale rechtbank. Coface geeft de verzekerde instructies voor de wijze waarop hij de recuperatie moet uitvoeren. De directie Buitenlandse Economische Betrekkingen (DREE) van Minefi houdt toezicht op Coface. Hoewel het toezicht op Coface tot de hoofdlijnen beperkt is, is de DREE nauw bij de uitvoering van de EKV betrokken. Iedere landendesk heeft regelmatig contact met zijn evenknie bij Coface en bespreekt de belangrijkste dossiers. Coface kan rechtstreeks de handelsmissies (missions économiques) bij de Franse ambassades benaderen. Deze handelsmissies vallen onder de DREE. Coface raadpleegt de handelsmissies niet alleen voor de recuperaties voor zowel publieke als ook private 18
19 debiteuren- maar ook bij de acceptatie. Bij acceptatie geeft de handelsmissie een oordeel over de levensvatbaarheid van projecten. De ambassades worden in dat geval al heel vroeg ingeschakeld, vaak als de onderhandelingen nog plaats vinden. Coface beschouwt de informatie die de ambassades geeft bij recuperatie als zeer waardevol, omdat deze aanvullend is de informatie van locale agentschappen. Daarnaast geven de ambassades advies over in te schakelen derden als advocaten of incassobureaus. De ambassades sturen een kopie van de correspondentie met Coface aan de landendesks van DREE, die deze informatie weer gebruiken bij de voorbereiding dossiers ten behoeve van de ontvangst van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders uit het land van de debiteur. De vraag of het zinvol is een juridische procedure aan te spannen wordt van geval tot geval beantwoord. Er zijn landen, waar de rechterlijk de macht dermate onbetrouwbaar is dat het geen zin heeft een proces te voeren. Wanneer het weinig zin heeft een recuperatie voort te zetten, legt Coface dit aan het Comité des irrécouvrables voor. In dit comité zijn eveneens de verschillende geledingen van Minefi vertegenwoordigd. Het comité beziet ieder dossier ook voor geringe bedragen- beoordeelt het gevoerde recuperatiebeleid en beoordeelt of dit voortgezet moet worden. Coface werkt nauw samen met andere ECA s in het geval er gedeelde risico s zijn Verenigd Koninkrijk De EKV in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgevoerd door ECGD (Exports Credit Guarantee Department), een zelfstandig onderdeel van de overheid. ECGD valt onder de verantwoordelijkheid van Minister voor Handel en Industrie. ECGD reserveert een deel van de premies voor te verwachten schades en heeft daarnaast eigen vermogen, dat als buffer kan dienen. Mocht dit ontoereikend zijn, dan kan op de algemene middelen van de Staat getrokken worden. ECGD is verantwoordelijk voor zijn eigen financieel beheer. De CEO van ECGD is verantwoording schuldig aan de Minister van Handel en Industrie. De Minister wordt alleen geraadpleegd bij zeer grote risico s of bij dreigende reputatieschade. Doorgaans voert de CEO een 3 à 4 keer per jaar overleg met de Minister. De CEO kan ook zelfstandig door het Parlement gehoord worden ingeval het Parlement van mening is dat ECGD zijn bevoegdheden heeft overschreden; dit is in de afgelopen 30 jaar twee keer gebeurd. ECGD krijgt een overzicht van de agenda van de Minister, zodat hij tijdig geïnformeerd kan worden als hij vertegenwoordigers ontmoet van landen waar belangrijke vorderingen open staan. Binnen ECGD is een eenheid van ca 14 personen verantwoordelijk voor de recuperatie van vorderingen. In principe is de verzekerde belast met de uitvoering van de recuperatie voor schade uit hoofde van EKV, onder leiding van ECGD. Bij iedere schade wordt een strategiedocument opgesteld, waarin de stappen worden uiteengezet die genomen worden voor de recuperatie. Daarin wordt ook de juridische status van de claim beoordeeld. Het strategiedocument wordt ter beoordeling aan een comité, bestaande uit verschillende directeuren van ECGD, voorgelegd. Dit comité bewaakt ook de voortgang van het proces. 19
20 Als onderdeel van de overheid maakt ECGD intensief gebruik van de ambassade in het land van de debiteur. Hetzij om informatie in te winnen en voor ondersteunende activiteiten, hetzij om politieke druk uit te oefenen in het geval van een publieke debiteur. Ook bij commerciële schuld is het nuttig dat de debiteur weet dat de ambassadeur hem regelmatig aanspreekt. Wanneer een ambassadeur of de eerste handelssecretaris wordt uitgezonden naar een land waar een belangrijk obligo uitstaat, wordt hij geacht bij ECGD langs te gaan voor een briefing. De ambassades zijn niet alleen betrokken bij het inwinnen van informatie tijdens de recuperatie, maar ook al in de acceptatiefase. ECGD maakt dan ook weinig gebruik van informatie van locale agentschappen. ECGD onderhoudt ook contact met de ambassade van het debiteurland in Londen. Met name bij publieke schuld heeft het zin te wijzen op de invloed die openstaande vorderingen hebben op de bilaterale relatie. ECGD besluit zelfstandig over het afschrijven van schuld en het staken van de recuperatie, met uitzondering van de besluiten van de Club van Parijs, waar de Treasury voor verantwoordelijk is Zweden In Zweden wordt de exportkredietverzekering verzorgd door Exportkreditnämden (EKN), een onafhankelijk agentschap van de Staat, dat onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt. In het Zweedse staatsbestel is er een strikte scheiding tussen de het beleid en uitvoeringsorganisaties, die individuele beslissingen kunnen nemen. De verantwoordelijkheid voor de resultaten van EKN berust bij een Raad van Bestuur van EKN, die door de Minister wordt benoemd. De EKV transacties komen voor rekening en risico van EKN. EKN houdt voorzieningen aan voor de uit hun risicoberekening- te verwachten verliezen alsook voor onverwachte verliezen. Aan het eind van de jaren 80 en het begin van de jaren 90 bleken de voorzieningen niet toereikend; EKN heeft toen de Staat om een voorschot moeten vragen. Thans zijn de voorzieningen weer ruim toereikend. Het grootste deel van het obligo van EKN (53%) heeft betrekking op particuliere bedrijven. In 2003 had 90% van de schade-uitkeringen betrekking op commercieel risico. Op commerciële vorderingen wordt een hoog percentage (naar verwachting tegen 90%) gerecupereerd. Het Ministerie bemoeit zich niet of nauwelijks met EKN. Alleen wanneer de Club van Parijs bijeenkomt, wordt een overzicht gevraagd van de op de te bespreken landen uitstaande vorderingen. EKN vraagt soms de Zweedse ambassade om informatie, met name wanneer er sprake is van transferproblemen. De ambassades worden niet standaard ingeschakeld, aangezien zij niet uitgerust zijn om informatie over commerciële debiteuren te verzamelen. Bij schade-uitkering wordt de gehele vordering aan EKN overgedragen. EKN voert een zeer actieve recuperatie, soms wordt dagelijks met de debiteur gebeld. Met name grote debiteuren willen graag zaken blijven doen en hebben daarom een belang bij het terugbetalen van de vordering. 20
Rapport onderzoek recuperatiebeleid
Rapport onderzoek recuperatiebeleid 1 Inleiding Het voorliggende rapport is opgesteld in het kader van een door het Ministerie van Financiën verstrekte opdracht ter evaluatie van de effectiviteit van de
Nadere informatie1.2 De bank heeft een op 7 januari 2011 gedateerd verweerschrift ingediend.
Uitspraak Commissie van Beroep 2011-07 d.d. 16 juni 2011 (mr. A. Rutten-Roos, voorzitter, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.H.J. Mijnssen en mr. F. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieExportkredietverzekering namens de Staat
Exportkredietverzekering namens de Staat 1 Exportkredietverzekering namens de overheid Commerciële verzekering en verzekering namens de overheid Verhouding Atradius Nederlandse overheid Organisatie Atradius
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-321 d.d. 12 november 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieDe incassovoorwaarden gelden wel voor particulieren die wel handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zoals eenmanszaken.
1. Business to business incasso Incasso op zakelijke debiteuren Incasso op basis van deze incassovoorwaarden is bedoeld voor het incasseren van zakelijke vorderingen op zakelijke debiteuren. De incassovoorwaarden
Nadere informatieAlgemene voorwaarden voor dienstverlening Advocatenkantoor Tamer, gevestigd te Den Haag.
Algemene voorwaarden Algemene voorwaarden voor dienstverlening Advocatenkantoor Tamer, gevestigd te Den Haag. 1. Definitie In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: i. Advocaten: is een samenwerkingsverband
Nadere informatieOndergetekenden onder 1 en 2 hierna gezamenlijk aan te duiden als: Partijen.
VERSIE januari 2011 OVEREENKOMST INZAKE AANVRAAG ESF SUBSIDIES 2007-2013 AANVRAAGTIJDVAK FEBRUARI 2011 De Ondergetekenden: De Stichting Arbeidsmarkt Gehandicaptenzorg (StAG), gezeteld te Den Haag, aan
Nadere informatieDe incassovoorwaarden gelden wel voor natuurlijke personen die wel handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zoals eenmanszaken.
Incassovoorwaarden voor incasso op zakelijke debiteuren (b2b) 1. Business to business incasso Incasso op zakelijke debiteuren Incasso op basis van deze incassovoorwaarden is bedoeld voor het incasseren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 071 Wateroverlast in Nederland Nr. 21 HERDRUK 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieOvereenkomst tussen advocaat en private cliënt 1
Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van
Nadere informatieAchmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-381 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.E. du Perron en mr. E.M. Dil-Stork, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)
Nadere informatieKOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN
KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN BV KOOPOVEREENKOMST OP HOOFDLIJNEN Ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid..bv. te. ( KvK nummer ) vertegenwoordigd
Nadere informatieRapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083
Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de
Nadere informatieinachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.
Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming
Nadere informatieVO Algemene voorwaarden rechtsbijstandverzekering
VO 18-05 Algemene voorwaarden rechtsbijstandverzekering Algemene voorwaarden rechtsbijstand Deze algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden hierna gelden alleen als deze op uw polisblad staan. De
Nadere informatieU stelt u klanten in de gelegenheid achteraf te betalen. De klant is immers koning. Maar een niet betalende klant, is geen klant.
Gilles & Partner Incasso is dé partner op het gebied van credit management en incasso voor het midden- en kleinbedrijf. Ons dienstenpakket bestaat uit debiteurenbeheer, incasso, gerechtelijke incasso en
Nadere informatieInwerkingtreding van het «Afvalstoffenverdrag»
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART EXCOM (09) 37 3 augustus 2009 Or. fr fr/de/nl UITVOEREND COMITÉ in het kader van de voorbereidende werkzaamheden voor de inwerkingtreding van het Afvalstoffenverdrag
Nadere informatieOvereenkomst tussen advocaat en cliënt 1
Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1 Tussen : Meester Dimitri Vantomme, advocaat met kantoor te 8500 Kortrijk, Beheerstraat 32. hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor), en hierna te
Nadere informatieReglement Commissie van beroep
Vastgesteld door de Ledenraad op 21 mei 2007 inwerkingtreding op 28 augustus 2007 INHOUDSOPGAVE PAGINA Artikel 1 Reglement 2 Artikel 2 Commissie van Beroep 2 Artikel 3 Samenstelling en werkwijze Commissie
Nadere informatieLeningen en kasstromen
2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden Medex International B.V., mede handelend onder de naam VZA International Versie juli 2016
Algemene Voorwaarden Medex International B.V., mede handelend onder de naam VZA International Versie juli 2016 ARTIKEL 1: Algemeen 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen, overeenkomsten
Nadere informatieOVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT TUSSEN: ... Verder genoemd de advocaat EN: ... Verder genoemd de cliënt WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT TUSSEN: Verder genoemd de advocaat EN: Verder genoemd de cliënt WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT: Art. 1. Voorwerp van de dienstverlening en opdracht van de advocaat
Nadere informatieOvereenkomst tussen advocaat en private cliënt 1. 1. Voorwerp van de dienstverlening en taak van de advocaat 3
Overeenkomst tussen advocaat en private cliënt 1 Tussen : hierna te noemen de advocaat (of het advocatenkantoor) en hierna te noemen de cliënt(en) 2 Wordt het volgende overeengekomen : 1. Voorwerp van
Nadere informatieNU in. Raadsvoorstel. Voorstel tot het vaststellen van het gemeentelijk borgstellingen- en geldleningsbeleid.
NU in Raadsvoorstel gemeente Reg. nr Ag. nr Datum Boxtel 96100086 6 28-03-96 Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van het gemeentelijk borgstellingen- en geldleningsbeleid. Inhoud Zowel de oude gemeente
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-132 d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering. In een geval
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 109 d.d. 4 november 2009 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr J.W.H. Offerhaus en mr J.Th. de Wit) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 66 d.d. 29 maart 2011 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.W.H. Offerhaus) Samenvatting Op basis van de feitelijke
Nadere informatieKoninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl
Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering
Nadere informatieINBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk
Nadere informatieFAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 7 Datum: 9 april 2013
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 7 Datum: 9 april 2013 In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens
Nadere informatieINTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE
INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring
Nadere informatieSTATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: F.03/05/162 Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: Curator: R-C: NL:TZ:0000014641:F002 05-07-2005 mr. A.J. Bergen mr. F.W. Udo mr. R.P.J. Quaedackers Algemeen Gegevens onderneming
Nadere informatieVERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG)
VERWERKERSOVEREENKOMST (EENZIJDIG) 1. Algemeen In deze verwerkersovereenkomst wordt verstaan onder: 1.1 Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op
Nadere informatieRaad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045
Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incassoondernemingen,
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2014Z00971 Datum 12 februari
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten
Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten Artikel 1 Algemeen 1.1 In de Algemene Voorwaarden wordt verstaan
Nadere informatieVeilig een huis kopen in Spanje
Veilig een huis kopen in Spanje Het Ministerie van Publieke Werken, Transport en Huisvesting heeft, in samenwerking met de Spaanse Vereniging van vastgoed- en commerciële administrateurs, een korte, eenvoudige
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN KKamsterdam
ALGEMENE VOORWAARDEN KKamsterdam Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op en maken onlosmakelijk deel uit van iedere aanbieding, offerte en overeenkomst die betrekking heeft
Nadere informatieKlokkenluidersregeling High Five Intenz Groep B.V.
Klokkenluidersregeling High Five Intenz Groep B.V. Regeling procedure inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand of onregelmatigheid, met instemming van de Ondernemingsraad van High Five Health
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 153 d.d. 23 augustus 2010 (mr. V. van den Brink, voorzitter, en de heren G.J.P. Okkema en prof. drs. A.D. Bac RA) 1. Procedure De Commissie
Nadere informatieRapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091
Rapport Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hem
Nadere informatieAddendum Dataverwerking
Addendum Dataverwerking OVERWEGINGEN: Deze bepalingen ( Addendum ) maken onlosmakelijk deel uit van de Algemene Voorwaarden die gelden tussen Goeiezaak.com BV, gevestigd te Haarlem, bekend onder KvK nr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 202 203 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieVOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR TOT WIJZIGING VAN HET STELSEL VAN CONTRIBUTIEAFDRACHTEN (AFSCHAFFING 100% INCASSORISICO VOOR AFDELINGEN)
VOORSTEL VAN HET HOOFDBESTUUR TOT WIJZIGING VAN HET STELSEL VAN CONTRIBUTIEAFDRACHTEN (AFSCHAFFING 100% INCASSORISICO VOOR AFDELINGEN) Voorgesteld wordt Hoofdstuk 4 (Geldmiddelen), artikel 29 (Geldmiddelen
Nadere informatieRapport. Wie betaalt de rekening? Een onderzoek naar het niet betalen van een aantal facturen door het. Ministerie van Economische Zaken
Rapport Wie betaalt de rekening? Een onderzoek naar het niet betalen van een aantal facturen door het Ministerie van Economische Zaken Publicatiedatum: 11 december 2014 Rapportnummer: 2014 /194 20 14/19
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-16 d.d. 9 januari 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. du Perron, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieVerzekering Ongeoorloofd Gebruik. World Card Business (Gold)
Verzekering Ongeoorloofd Gebruik World Card Business (Gold) 2 Inhoudsopgave 4 Definities Voorwaarden 3 Artikel 1 Algemene bepaling Artikel 2 Aanvang en duur van de verzekering 5 Artikel 3 Artikel 4 Einde
Nadere informatieBestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging
Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge
Nadere informatieSecurity audit en vrijwaringsovereenkomst
Dit is een voorbeeld van een Pentest waiver zoals gegenereerd met de Pentest waiver generator van ICTRecht: https://ictrecht.nl/diensten/juridischegeneratoren/pentest-waiver/ In dit voorbeeld ziet u een
Nadere informatied. Met Mediation wordt bedoeld: de opdracht tot bemiddeling tussen Deelnemers die wordt verleend door Afnemer.
Algemene voorwaarden Sapphire-mediation 1. Algemeen: a. Deze algemene voorwaarden maken deel uit van alle offertes en overeenkomsten van opdracht die ten doel hebben het verlenen van diensten door Sapphire
Nadere informatieOPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW
OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW In het faillissement van: de besloten vennootschap AQUA 99 B.V. statutair gevestigd en kantoorhoudende te Oosterwolde, aan het adres Plattedijk
Nadere informatieAantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen.
Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2015 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 1.412.000 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 188.000, netto
Nadere informatieSamenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5
RAPPORT 2007/0087, NATIONALE OMBUDSMAN, 8 MEI 2007 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 SAMENVATTING Verzoeker was in 1988 door de kantonrechter veroordeeld
Nadere informatieRapport. Datum: 13 september 2012. Rapportnummer: 2012/149
Rapport Rapport over een klacht over UVIT Zorgkantoor te Eindhoven. Bestuursorgaan: de Raad van Bestuur van UVIT Zorgverzekeraar te Arnhem. UVIT zorgverzekeraar is vanaf 1 januari 2012 verder gegaan onder
Nadere informatieUitspraak Commissie van Beroep
Uitspraak Commissie van Beroep Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 40 d.d. 22 februari 2010 (mr. J. Wortel, voorzitter, en de heren H. Mik RA en R.H.G. Mijné) Samenvatting Adviesrelatie.
Nadere informatie2.1. In een brief van [bank] (hierna: bank) aan u en [partner melder] van 27 september 2010 staat, voor zover hier van belang, het volgende:
[melder] Per email: [e-mailadres melder] Datum 3 augustus 2017 Tuchtcommissie Banken Postbus 15775 1001 NG Amsterdam Betreft Beslissing op herzieningsverzoek inzake [beëdigde] T +31 (0)23 751 52 10 secretariaat@secretariaattcb.nl
Nadere informatieOPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG. Nummer: 4 Datum: 15 februari 2012. Faillissementsnummer : F11/155 Datum uitspraak : 22 februari 2011.
OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 15 februari 2012 Gegevens onderneming : Frank van der Voort Bouw en Vormgeving B.V. Faillissementsnummer : F11/155 Datum uitspraak : 22 februari 2011 Rechter-commissaris
Nadere informatieRapport. Rapport betreffende een klacht over de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Datum: 23 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/151
Rapport Rapport betreffende een klacht over de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen Datum: 23 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/151 2 Wat was er aan de hand? De heer en mevrouw S. kochten een woning en
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 107 d.d. 7 juni 2010 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. E.M. Dil Stork en mr. B.F. Keulen) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieRapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087
Rapport Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat gerechtsdeurwaarder X te Y de Groningse Kredietbank niet op de hoogte heeft gebracht van de rente die verzoeker over
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies
Algemene Voorwaarden NVJ voor rechtsbijstand en juridisch advies Artikel 1 Toepasselijkheid 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Journalisten
Nadere informatieOPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET
Advocaten Notarissen OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Faillissement: Faillissementsnummers: 03/0195 Uitgesproken: 15 april 2003 Rechter-Commissaris: mr. G.S. Crince le Roy Curator:
Nadere informatiePersbericht. N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2015
Persbericht N.V. Bever Holding - resultaten verslagjaar 2015 Resultaat Bever Holding heeft het verslagjaar afgesloten met een positief resultaat na belastingen van ca. EUR 29 duizend (2014: EUR 2,7 miljoen
Nadere informatieALGEMENE INCASSO VOORWAARDEN
Algemene bepalingen ALGEMENE INCASSO VOORWAARDEN 1. Deze algemene incasso voorwaarden zijn van toepassing op alle verstrekte opdrachten aan en overeenkomsten met ALL-ROUND INCASSO tot incassowerkzaamheden,
Nadere informatieMT Bijzondere voorwaarden rechtsbijstandverzekering
MT 17-05 Bijzondere voorwaarden rechtsbijstandverzekering Algemene voorwaarden rechtsbijstand Deze algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden hierna gelden alleen als deze op uw polisblad staan.
Nadere informatieRegeling budgethouderschap van de gemeente Heusden
Regeling budgethouderschap van de gemeente Heusden Het college van de gemeente Heusden; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, artikel 10, lid 2 van de Financiële Beheers- en Controleregeling en artikel
Nadere informatieWET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).
WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B. 2002 no. 41). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en daarop
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22126 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IXA (Nationale Schuld) voor het jaar 1991 (wijziging samenhangende
Nadere informatieANONIEM BINDEND ADVIES
ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : Mevrouw A te B, tegen Menzis Zorgverzekeraar N.V. te Wageningen Zaak : Premie, premieachterstand: aanmelding ZiN, pre-wanbetalerbetalingsregeling Zaaknummer : 201402831
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6861 12 februari 2018 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak De Afdeling bestuursrechtspraak
Nadere informatieToelichting bij de informatieverzameling over door lokale besturen verstrekte waarborgen Versie 20 mei 2014 pagina 1/8
Versie 20 mei 2014 pagina 1/8 Toelichting Er zijn drie versies van de tabellen, nl. één per type bestuur (gemeente, provincie of OCMW). De inhoud van die drie versies is quasi identiek, alleen verschillen
Nadere informatieINBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend
Nadere informatiePROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL
BGBl. III - Ausgegeben am 12. Mai 2010 - Nr. 44 1 von 6 PROTOCOL TUSSEN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK EN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN MET AANVULLEND PROTOCOL TOT NADERE WIJZIGING VAN HET VERDRAG TOT HET VERMIJDEN
Nadere informatieRegeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs)
Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand (Klokkenluidersregeling Voortgezet Onderwijs) Concept ter bespreking : [10-01-2017] Vastgesteld door de Directie : [10-01-2017] Vastgesteld
Nadere informatieKlokkenluidersregeling
Klokkenluidersregeling Inleiding Deze regeling wordt toegevoegd aan het personeelshandboek, opdat JMW voldoet aan de formele vereisten. Aanleiding voor deze nieuwe regeling vormen: o Invoering op 1 juli
Nadere informatieDe Kluijver Actief voor uw zaak
De Kluijver Actief voor uw zaak De Kluijver. Actief voor uw zaak Actie ondernemen op een factuur die te lang uitstaat? Dan wordt het tijd voor De Kluijver. De Kluijver in Alphen aan den Rijn is al vele
Nadere informatieBeheerovereenkomst WINKELVASTGOEDFONDS DUITSLAND 5 NV. WVGF Dlnd 5 NV - BEH (execution copy).docx
WVGF Dlnd 5 NV - BEH (execution copy).docx ONDERGETEKENDEN: I. Holland Immo Group Beheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Eindhoven en kantoorhoudende
Nadere informatieOvereenkomst tussen advocaat en cliënt 1 - tweedelijnsbijstand
Overeenkomst tussen advocaat en cliënt 1 - tweedelijnsbijstand Tussen : Meester Dimitri Vantomme, advocaat met kantoor te 8500 KORTRIJK, Beheerstraat 32. hierna te noemen de advocaat, en hierna te noemen
Nadere informatieGIDI-Advieswijzer van: kantoor mr Hornstra Assurantiën te Limbricht
GIDI-Advieswijzer van: kantoor mr Hornstra Assurantiën te Limbricht A. Inleiding Geachte lezer, De verzekeringsbedrijfstak hecht waarde aan goede voorlichting op het gebied van verzekeringen. Daarom is
Nadere informatieDirectiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011
Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld
Nadere informatieKoninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export
Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid
Nadere informatieOPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW
OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW In het faillissement van: de besloten vennootschap AQUA 99 B.V. statutair gevestigd en kantoorhoudende te Oosterwolde, aan het adres Plattedijk
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100
15 (1992) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 100 A. TITEL Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden. Verzekeren van garanties Algemene Voorwaarden nr. 366/08 Buitenland
Algemene Voorwaarden Verzekeren van garanties Algemene Voorwaarden nr. 366/08 Buitenland 1 Inhoud pagina Hoofdstuk I. Definities 3 Hoofdstuk II. Omschrijving van de dekking Artikel 1. Gedekte risico s
Nadere informatieIncassodiensten. Wuite Recherche en Incasso. De Factorij 47F 1689 AK ZWAAG T 0229 24 7758 F 0229 29 9277
Wuite Recherche en Incasso De Factorij 47F 1689 AK ZWAAG T 0229 24 7758 F 0229 29 9277 E info@wuitereni.nl I www.wuiterechercheenincasso.nl Incassodiensten Versie 5.1 8 januari 2013 Wuite Recherche en
Nadere informatiePartijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.
Uitspraak van de Geschillencommissie Bureau Krediet Registratie, nr. 16.13 d.d. 21 december 2016 te Amsterdam (prof. mr. J.J.C. Kabel, A.A.M. Beijersbergen van Henegouwen, mr. K.D. van Ringen, mr. A.H.
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012. Rapportnummer: 2012/190
Rapport Rapport over een klacht over het CAK. Datum: 28 november 2012 Rapportnummer: 2012/190 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het CAK hem in het kader van zijn eigen bijdrage Zorg met Verblijf lange
Nadere informatieFout op fout bij afdracht ziektekostenpremies Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Werkplein West
Rapport Gemeentelijke Ombudsman Fout op fout bij afdracht ziektekostenpremies Gemeente Amsterdam Dienst Werk en Inkomen Werkplein West 14 april 2011 RA110478 Samenvatting Een vrouw heeft een bijstandsuitkering.
Nadere informatieINTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN
INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.417/3 van 12 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen
Nadere informatieDeze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op het polisblad wordt verwezen.
Aanvullende voorwaarden dekking Rechtsbijstand (2016-07) De artikelen 55 t/m 67 van de voorwaarden (ZV BZP P-Plus2010/november 2010) worden vervangen door: Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing
Nadere informatie- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:
- 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,
Nadere informatieHet Mediation Bureau. van het Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO)
Het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO) 1 Crossborder mediation Bij internationale kinderontvoering duren de procedures vaak lang. Daarom start op 1 november
Nadere informatie4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.
REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Persoonlijke Lening van de Rabobank 2010
1/7 Algemene voorwaarden Persoonlijke Lening van de Rabobank 2010 1. Begrippen In de kredietovereenkomst en in de algemene voorwaarden worden de volgende begrippen gehanteerd. Kredietnemer Kredietgever
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden Bayar Incasso. Geldig vanaf 30 september 2013
Algemene Voorwaarden Bayar Incasso Artikel 1: Algemene Voorwaarden Bayar Incasso 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten en aanbiedingen tot het verlenen van diensten op het gebied
Nadere informatie