Interlandelijke Adoptie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interlandelijke Adoptie"

Transcriptie

1 Interlandelijke Adoptie Het belang van het kind als voornaamste overweging? Naam: Eveline de Boer Studentnummer: Master: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Scriptiebegeleider: mw. dr. J.H. de Graaf Instelling: Universiteit van Amsterdam Datum: 7 februari 2011

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Ontwikkeling en huidige vorm van adoptie in Nederland De introductie van adoptie in Nederland Ontwikkeling van interlandelijke adoptie De huidige situatie De vorm van adoptie in Nederland Toepasselijke wetgeving Wetgeving op internationaal niveau Het Haags Adoptieverdrag Toezicht op naleving van het Haags Adoptieverdrag Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Toezicht op naleving van het IVRK Wetgeving op nationaal niveau Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie Toezicht op naleving van de Wobka Wet Conflictenrecht Adoptie Het Burgerlijk Wetboek Wetgeving op Europees niveau Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Het Adoptieverdrag van de Raad van Europa De interlandelijke adoptieprocedure De procedure in het kort Deelbemiddeling Verschil procedure verdragsland en niet-verdragsland De versnelde adoptieprocedure Misstanden Kwaliteit van de bemiddeling Adoptieschandaal India De rol van de Nederlandse overheid en Stichting Meiling Adoptieschandalen China Rapport van de Commissie Kalsbeek Jurisprudentie van het EHRM Introductie Schwizgebel v. Zwitserland Wagner en J.M.W.L. v. Luxemburg Pini en Bertani & Manera en Atripaldi v. Roemenië Conclusie Literatuurlijst

3 1. Inleiding De eerste adoptiewetgeving is in 1956 in Nederland ingevoerd. Het uitgangspunt van de Adoptiewetgeving is sindsdien onveranderd gebleven; namelijk dat het belang van het kind ten alle tijde de voornaamste overweging dient te vormen. Het belangrijkste internationale verdrag op het gebied van internationale adoptie, het Haags Adoptieverdrag, bepaalt zowel in de Preambule als in artikel 1 dat interlandelijke adopties op zodanige wijze plaats dienen te vinden dat het hoogste belang van het kind daarmee is gediend. Voorts is dit uitgangspunt in het algemeen verankerd in artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Het artikel stelt in lid 1 dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van kinderen de eerste overweging moeten vormen. Tevens verwijst artikel 21 IVRK naar het belang van het kind als voornaamste overweging in het specifieke geval van adoptie. Voor (interlandelijke) adopties die in Nederland worden uitgesproken gelden de artikelen van het BW. Uit artikel 1:227 lid 3 BW blijkt dat een verzoek van adoptie slechts kan worden toegewezen indien dit in het kennelijk belang van het kind is. Om dit doel te realiseren hanteert het Haags Adoptieverdrag verschillende uitgangspunten. Ten eerste dienen eerst alle mogelijkheden onderzocht worden om een kind permanent in eigen land op te vangen. 1 Dit uitgangspunt wordt aangeduid als het subsidiariteitsbeginsel. Tevens is het zo dat er ouders voor een kind gezocht moeten worden en niet een kind voor ouders. 2 Ook moet het kind adoptabel zijn. Om dit te verzekeren moet aan alle wettelijke vereisten voldaan zijn. 3 Dit is een niet-limitatieve opsomming van enkele zeer belangrijke waarborgen uit het Haags Adoptieverdrag. Het belang van kind wordt overigens niet gedefinieerd in het Verdrag, omdat de inhoud hiervan per individueel geval kan verschillen. 4 Het is duidelijk dat het belang van het kind tijdens de gehele procedure het zwaarst dient te wegen. De vraag is of dit in praktijk ook (nog steeds) het geval is. Nadat een lange tijd het aantal kinderen dat voor adoptie beschikbaar was steeg, is er sinds 2006 sprake van een daling van dit aantal. 5 Nu is de vraag naar adoptiekinderen groter dan het aantal voor adoptie beschikbare kinderen. 6 Dit gegeven werkt misstanden in de hand, doordat een kind dan geld waard wordt. In de media werd de laatste jaren veel aandacht besteed aan de (vermeende) adoptiemisstanden in India en China. 1 Guide to good practice 2008, p Guide to good practice 2008, p Guide to good practice 2008, p Guide to good practice 2008, p Stichting Adoptievoorzieningen: zie ook CBS: 6 Van der Linden 2008, p. 70 3

4 In de beginfase van interlandelijke adoptie werd het adopteren gezien als kinderbescherming, er werd gesproken over het redden van kinderen. De laatste jaren is hier steeds meer discussie over. Gaat het tegenwoordig nog wel om het redden van een kind of wordt er een kind voor kinderloze ouders gezocht? Staat dan het belang van het kind nog centraal, of het belang van de wensouders? Bestaat er zoiets als een recht op een kind? Er wordt de laatste jaren steeds meer kritiek op interlandelijke adoptie geuit. Zo is Against Child Trafficking (ACT) opgericht, dat als doel heeft interlandelijke adoptie over 4 jaar in zijn geheel uit Nederland te laten verdwijnen. Voorts stapte in 2009 Ina Hut, directeur van Wereldkinderen, de grootste adoptieorganisatie in Nederland, op. Volgens haar staan niet de belangen van kinderen voorop in de adoptieprocedure, maar economische belangen en de Westerse kinderwens. 7 Er wordt steeds meer rekening gehouden met de belangen van adoptiefouders. In de loop der jaren zijn de adoptieregels versoepeld. 8 Ook bij de aardbeving op Haïti was er een versoepeling van de regels door de Minister van Justitie, zodat 109 kinderen versneld geadopeerd naar Nederland kwamen. 9 Betekent dit dat een adoptie wel even snel geregeld kan worden? Voorts laten geadopteerden zelf zich vaker kritisch uit ten opzichte van adoptie. Zo is in 2006 United Adoptees International (UAI) opgericht, die er op blijft hameren dat het belang van kinderen moet prevaleren boven het belang van adoptief ouders. 10 Aan de andere kant kan ook de vraag worden gesteld in hoeverre deze kritiek op interlandelijke adoptie gegrond is. Aan interlandelijke adopties die goed verlopen wordt amper aandacht besteed in de media. Wordt er door de huidige kritiek een eenzijdig beeld van de procedure geschetst, terwijl deze kritiek misschien maar een klein percentage van alle interlandelijke adopties behelst? De afweging wat in het belang van het kind is, is lastig te maken. Houdt het subsidiariteitsbeginsel bijvoorbeeld in dat een kind in een kindertehuis in zijn geboorteland met zijn eigen cultuur beter af is dan in een Nederlands gezin? Er dient goed gekeken te worden naar de inrichting van de huidige praktijk van interlandelijke adoptie. Bij alle fases van de adoptieprocedure dient het belang van het kind de voornaamste overweging te vormen, maar is dit in de huidige adoptieprocedure nog wel het geval? Zo nee, waar zitten dan de knelpunten? 7 Bos Van der Linden 2008, p Sinds 14 oktober 2010 is de naamsaanduiding van de Minister van Justitie veranderd in Minister van Veiligheid en Justitie. Omdat deze naamsaanduiding in de wetten en regelgeving nog niet is aangepast zal er voor de eenheid in deze scriptie van Minister van Justitie gesproken worden. 10 UAI: 4

5 De volgende stelling zal in mijn onderzoek centraal staan: Wordt het belang van het kind als voornaamste overweging nog wel gerealiseerd door de uitganspunten van het Haags Adoptieverdrag in de huidige interlandelijke adoptiepraktijk? Om deze stelling te onderzoeken dienen eerst de volgende deelvragen beantwoord te worden: Welke wetgeving is van toepassing op de interlandelijke adoptieprocedure? Hoe verloopt de huidige interlandelijke adoptieprocedure in Nederland? Is er verschil in de procedure bij verdragslanden en niet-verdragslanden? Hoe wordt het proces van de interlandelijke adoptie gecontroleerd? Hoe kwamen de adoptiemisstanden tot stand? Welke rol heeft de Nederlandse overheid in de interlandelijke adoptieprocedure? Voorts heeft de Commissie Kalsbeek in mei 2008 op het verzoek van de Minister van Justitie een rapport uitgebracht over interlandelijke adoptie met als titel: Alles van waarde is weerloos. Deze resultaten en aanbevelingen worden ook in dit onderzoek betrokken, alsmede de reactie van de overheid op voornoemd rapport. Tevens wordt onderzocht of de overheid, ruim twee jaar na het uitkomen van het rapport, inmiddels heeft gehandeld naar de aanbevelingen van de Commissie Kalsbeek. Ook zullen kort een paar relevante uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens betreffende interlandelijke adoptie besproken worden. Het doel van deze scriptie is onderzoeken of het belang van het kind nog de voornaamste overweging vormt in de interlandelijke adoptiepraktijk. Wordt dit nog afdoende gewaarborgd door de uitgangspunten van het Haags Adoptieverdrag? Van belang is voorts hoe in Nederland invulling is gegeven aan het waarborgen van deze uitgangspunten en in hoeverre de wet- en regelgeving op het gebied van interlandelijke adoptie wordt nageleefd. 5

6 2. Ontwikkeling en huidige vorm van adoptie in Nederland 2.1 De introductie van adoptie in Nederland In Nederland werd de figuur adoptie in 1811 geïntroduceerd. Doordat Nederland in dat jaar geannexeerd werd door Frankrijk, was het als gevolg hiervan gebonden aan de Franse Code Civil. Hierin was de mogelijkheid van adoptie (van uitsluitend meerderjarigen) sinds 1804 opgenomen. Na het einde van de annexatie bleef adoptie in Nederland mogelijk. Toch werd de mogelijkheid van adoptie niet opgenomen in het eerste Burgerlijk Wetboek van Het heeft nog tot 1956 geduurd voordat de eerste Adoptiewet in Nederland werd ingevoerd. Adoptie is een afwijkende figuur in het Nederlandse personen- en familierecht. Alle juridische banden met de biologische ouders worden verbroken en daarvoor in de plaats worden nieuwe juridische banden met de adoptiefouders gevestigd. In artikel 1:229 lid 1 BW wordt dit als volgt verwoord; door adoptie komen de geadopteerde, de adoptiefouder en zijn bloedverwanten of de adoptiefouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking tot elkaar te staan. Lid 2 van voornoemd artikel luidt vervolgens; tegelijkertijd houdt de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde, zijn oorspronkelijke ouders en hun bloedverwanten op te bestaan. Er worden familiebanden gecreëerd zonder dat er enige vorm van afstamming bestaat. Het geadopteerde kind krijgt door de adoptie een bepaalde juridische status toegekend met de daarbij behorende rechten en plichten. 12 Doordat adoptie een afwijkende figur is in het Nederlandse personen-en familierecht, is de eerste Adoptiewet mede om deze reden pas halverwege vorige eeuw ingevoerd. Na de Tweede Wereldoorlog kwam adoptie steeds meer onder de aandacht. De voornaamste reden was dat er veel oorlogswezen waren. Andere factoren die hebben bijgedragen aan de de invoering van Adoptiewetgeving waren de groei van publicaties met betrekking tot (aanbeveling van) adoptie en diverse rapporten. Zo was er het het beroemde rapport van Bowly over het ontbreken van ouderliefde in Bowly zag adoptie en pleegzorg als oplossing voor het ontbreken van ouderliefde en verzorging. 13 Tot slot was Nederland, tezamen met Portugal, het enige land in Europa dat geen adoptiewetgeving kende Van der Linden 2006, p Waaldijk 1996, p Van der Linden 2006, p Van der Linden 2006, p. 13 6

7 2.2 Ontwikkeling van interlandelijke adoptie De eerste Adoptiewetgeving in Nederland werd als kinderbeschermingsmaatregel ingevoerd. 15 Er werden ouders voor kinderen gezocht die door oorlogsgeweld wees waren geworden. In de eerste jaren nadat de eerste adoptiewetgeving in Nederland was geïntroduceerd had de adoptie meestal betrekking op een Nederlands pleegkind. Pas in de jaren 60 ontstond er belangstelling voor het adopteren van kinderen uit het buitenland. Eerst kinderen uit Europa, maar in 1967 werden ook kinderen uit niet-europese landen geadopteerd. 16 In de jaren 70 werd interlandelijke adoptie gezien als het redden van een kind. 17 De volgende tabel laat zien hoe de adoptie van kinderen uit het buitenland zich in een halve eeuw ontwikkelde ten opzichte van de adoptie van binnenlandse kinderen. Tabel 1. De ontwikkeling van interlandelijke adoptie (Bron: CBS 2006) Toen de interlandelijke adoptie eenmaal in Nederland was geïntroduceerd steeg het aantal buitenlandse adoptiekinderen jaarlijks. Het hoogtepunt werd rond 1980 bereikt, waarna het aantal weer daalde. Een van de aanleidingen voor de daling van interlandelijke adopties was de economische crisis. Voorts hebben de eerste studies over gedragsproblemen bij geadopteerden, tezamen met de kritische verhalen over misstanden rondom internationale adoptie, een bijdrage aan de daling geleverd. 18 Begin jaren 90 trok de economie weer aan en kwamen de eerste Chinese adoptiekinderen naar Nederland. Na 1995 is er dan ook weer een stijging van de adoptieratio, met een piek in Tussen 2006 en 2008 halveerde het aantal interlandelijke adopties bijna. 19 Een eerste reden hiervoor is het ratificeren van het Haags 15 Waaldijk 1996, p Meijdam-Slappendel 1996, p Slot 2008, p Slot 2008, p Sprangers e.a. 2010, p. 29 7

8 Adoptieverdrag door China in 2006 met als gevolg het in acht nemen van het subsidiariteitsbeginsel. 20 Ook andere landen bewegen steeds meer in de richting van binnenlandse adoptie. Andere redenen voor de sterke daling zijn gewijzigde politieke opvattingen in het land van herkomst waardoor ook de kijk op adoptie verandert, zoals in Korea, of landen van herkomst stellen quota in. 21 Tevens is de sociaal-economische situatie in een aantal landen waar vandaan geadopteerd wordt de laatste jaren verbeterd, zodat kinderen beter in eigen land kunnen worden opgevangen De huidige situatie Er bestaat een discrepantie tussen het aantal kinderen dat voor adoptie in aanmerking komt en de vraag naar deze kinderen van potentiële adoptieouders. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren zal voortzetten. Onder het dalende aantal kinderen dat voor adoptie beschikbaar is bevinden zich steeds meer special needs kinderen. 23 Landen van herkomst houden de goede kinderen voor binnenlandse adoptie, terwijl kinderen met een afwijking (geestelijk of lichamelijk) voor interlandelijke adoptie beschikbaar worden gesteld. De groeiende wachtlijsten werken misstanden in de hand. Een kind wordt geld waard, terwijl dit absoluut in strijd is met de uitgangspunten van het Haags Adoptieverdrag. 24 Illegale handel, corruptie, maar ook de toename van de druk in landen om kinderen vrij te geven voor interlandelijke adoptie, terwijl het belang van het kind hier niet mee gediend is, kunnen het gevolg zijn. 25 Voorts is de kijk op adoptie veranderd. De eerste adoptiewetgeving werd nog ingevoerd als kinderbeschermingsmaatregel. Mensen adopteerden uit idealistische overwegingen. Al red je er maar een werd er op tv geroepen. 26 Nu is het vaak het geval dat mensen willen adopteren om een gezin te kunnen vormen. Volgens de Commissie Kalsbeek moet adoptie niet langer als kinderbeschermingsmaatregel worden gezien. Het is een permanente maatregel om wettige afstamming tot stand te brengen. Adoptie is een zelfstandige rechtsfiguur en heeft ook rechtsgevolgen na het meerderjarig worden van het geadopteerde kind Artikel 4 sub b Haags Adoptieverdrag Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p Slot 2008, p Ministerie van Justitie 2010, p Guide to good practice 2008, p Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p Slot 2008, p Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p. 39 8

9 2.4 De vorm van adoptie in Nederland Na de introductie van adoptie in Nederland was er alleen sprake van nationale adoptie. Er is toen expliciet voor de vorm van sterke adoptie gekozen. Bij deze variant van adoptie worden alle banden tussen het kind en zijn biologische ouder(s) in zijn geheel verbroken, terwijl bij de andere variant, zwakke adoptie, nog wel een familierechtelijke betrekking met de biologische ouder(s) blijft bestaan. 28 De reden voor de keuze van sterke adoptie was dat er destijds de vrees bestond dat biologische ouders hun kind zonder meer bij rechteloze pleegouders konden weghalen. Het ging vooral om Joodse kinderen die door de oorlog wees waren geworden. Sterke adoptie bood, hoofdzakelijk door de oorlog ontstane, pleeggezinsituaties een zo volledig mogelijke rechtsbescherming. 29 Tegenwoordig vinden praktisch alleen nog interlandelijke adopties plaats. Adoptie heeft hiermee een andere plaats in de samenleving ingenomen en daardoor is de keuze voor sterke adoptie ter discussie komen te staan. Nederland, het Haags Adoptieverdrag en de Commissie Kalsbeek pleiten voor sterke adoptie, terwijl de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) de zelfsprekendheid voor deze keuze ter discussie stelt. Landen mogen zelf besluiten of zij de voorkeur aan sterke of zwakke adoptie geven. Een zwakke adoptie uit het buitenland wordt in Nederland als zodanig erkend. 30 Het Haags Adoptieverdrag gaat uit van sterke adoptie. Het verdrag voorziet dan ook in de mogelijkheid om een zwakke adoptie in een sterke adoptie om te zetten. Artikel 27 van het Haags Adoptieverdrag regelt deze omzetting. De in artikel 4 onder c en d gegeven toestemming moet dan wel met het oog op een sterke adoptie zijn gegeven. In Nederland dienen de vergunninghouders (dit zijn de erkende adoptiebureaus) er voor zorg te dragen dat het verzoek tot omzetting naar Nederlands recht wordt ingediend. 31 Het verzoek wordt alleen toegewezen als omzetting in het kennelijk belang van het kind is. 32 Door de omzetting van een zwakke adoptie in een sterke adoptie verkrijgt het kind de Nederlandse nationaliteit. 33 De Commissie Kalsbeek onderschrijft de keuze voor een sterke adoptie. 34 Sterke adoptie draagt, volgens de Commissie, bij aan een betere integratie in het adoptiegezin. Het kind behoort op deze manier volledig tot het gezin en dit komt ten goede aan de 28 Schmidt 2006, p RSJ, Advies inzake (interlandelijke) adoptie: sterk of zwak?, 12 december Artikel 8 lid 2 WCAd 31 Artikel 9 Wet Conflictenrecht Adoptie en artikel 11 Uitvoeringswet bij het Haags Adoptieverdrag 32 Artikel 11 lid 2 Uitvoeringswet bij het Haags Adoptieverdrag 33 Artikel 5b lid 2 Rijkswet op het Nederlanderschap 34 Rapport Commissie Kalsbeek, p. 44 9

10 gehechtheidrelatie tussen ouder en kind. Sterke adoptie biedt juridische en sociale zekerheid en het beschermt ieders privacy, aldus de Commissie. 35 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft aan de Minister van Justitie in 2004 een advies met betrekking tot het vraagstuk van sterke of zwakke adoptie geschreven. 36 De RSJ is een adviserend en toetsend orgaan. De RSJ is onafhankelijk van de overheid maar ondersteunt de overheid in haar verantwoordelijkheid voor justitiabelen en jeugdigen. 37 In haar advies schrijft de RSJ dat het haar bevreemdt dat er bij de invoering van adoptie in Nederland zonder meer voor sterke adoptie is gekozen en dit onderwerp vervolgens ook nooit meer ter discussie is gebracht. Door haar gedachtegang uiteen te zetten probeert de RSJ een zorgvuldige afweging met betrekking tot de kwestie te initiëren. Adoptie is ingevoerd als maatregel van kinderbescherming, maar heeft zich ontwikkeld tot een alternatieve vorm van gezinsvorming. Adoptie in Nederland in zijn huidige vorm betreft met name gevallen van interlandelijke adoptie, terwijl het bij de invoering alleen nog maar landelijke adoptie betrof. De argumenten om voor sterke adoptie te kiezen, voornamelijk het bieden van een zo volledig mogelijke rechtsbescherming aan (door de oorlog ontstane) pleeggezinnen, zijn volgens de RSJ dus achterhaald. Door alle banden met de oorspronkelijke familie, en daarmee ook alle banden met het land van oorsprong, de taal en de cultuur, te verbreken wordt er een afstand tot het verleden van het kind geschept en dit kan discontinuïteit betekenen. Uit onderzoek blijkt dat geadopteerde kinderen vaak op zoek gaan naar hun biologische ouders en achtergrond. Tot slot noemt de RSJ ook artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) als reden om te kiezen voor zwakke adoptie in plaats van sterke adoptie. Artikel 8 EVRM behelst het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de RSJ valt het in stand houden van de banden met de (natuurlijke) familie ook onder dit artikel. Uit de jurisprudentie van het EHRM blijkt dat een ieder recht heeft om te weten waar hij vandaan komt. Dit recht is echter niet absoluut. 38 Naar mijn mening is het goed dat de RSJ de vanzelfsprekendheid voor de keuze van sterke adoptie ter discussie stelt. De RSJ probeert enkel de Minister van Justitie en andere betrokken instanties bewust te maken van het feit dat omstandigheden veranderen. De argumenten om destijds te kiezen voor sterke adoptie kunnen niet volledig analoog worden toegepast op de huidige interlandelijke adoptie. Sinds interlandelijke adoptie is ingevoerd raken andere landen en culturen bij het proces betrokken. Toch denk ik dat het juist is om in 35 Rapport Commissie Kalsbeek, p RSJ, Advies inzake (interlandelijke) adoptie: sterk of zwak?, 12 december RSJ: Over de Raad 38 EHRM 7 juli 1989 (Gaskin v. Verenigd Koninkrijk) en EHRM 13 februari 2003 (Odièvre v. Frankrijk) 10

11 Nederland van sterke adoptie uit te gaan. Ik ben het met de Commissie Kalsbeek eens dat er dan een vollediger integratie wordt bewerkstelligd; het kind behoort helemaal tot het adoptiegezin, zowel juridisch als familierechtelijk. Een ander belangrijk argument voor sterke adoptie is het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. Ook behoort het kind in het geval van een zwakke adoptie niet meer tot zijn biologische gezin, maar ook niet volledig tot zijn adoptiegezin. Voorts sluit sterke adoptie aan bij het Haags Adoptieverdrag. Dit Verdrag streeft in eerste instantie naar opvang in het biologische gezin of familie. Als dit niet mogelijk is en er geen andere permanente mogelijkheden voor opvang in een gezin zijn kan interlandelijke adoptie in het belang van het kind worden geacht. De voorkeur van het Haags Adoptieverdrag gaat dan uit naar de sterke variant. Sterke adoptie sluit het recht om te weten wie je ouders zijn namelijk niet uit. Artikel 30 van het Haags Adoptieverdrag schrijft voor dat de staten die partij zijn bij het verdrag zorg dienen te dragen voor de in hun bezit zijnde gegevens van de afkomst van het kind. In het bijzonder de gegevens betrekking hebbend op de identiteit van de ouders. Dit is nader uitgewerkt in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). Deze Wet verplicht in artikel 17b de vergunninghouder zoveel mogelijk gegevens over de afkomst van het kind in het land van herkomst te vergaren. Van deze gegevens dient de vergunninghouder, samen met alle correspondentie die in het kader van de bemiddeling heeft plaats gevonden en andere papieren, een dossier bij te houden. Dit dossier dient minstens 30 jaren nadat het kind in Nederland is aangekomen bewaard te blijven. 39 Artikel 30 lid 2 van het Haags Adoptieverdrag draagt de verdragssluitende staten op om te bewerkstelligen dat, voor zover de wetgeving van de staat dit toelaat, het kind toegang kan krijgen tot deze gegevens. Dit voorschrift is in de Wobka nader uitgewerkt in artikel 17d. Ondanks dat de Nederlandse wetgeving uitgaat van sterke adoptie kan het kind dus in principe wel achterhalen wie zijn biologische ouders zijn. 39 Artikel 17b lid 2 Wobka 11

12 3. Toepasselijke wetgeving 3.1 Wetgeving op internationaal niveau Het Haags Adoptieverdrag In 1893 was de eerste vergadering van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. Het doel van deze inter-gouvernementele organisatie is om een eenheid van de verschillende regels voor internationaal Privaatrecht te realiseren. 40 Er zijn momenteel 69 staten lid van de Haagse Conferentie. Ook de Europese Unie is bij de Conferentie aangesloten. Om deze eenheid van regels te realiseren neemt de Haagse Conferentie verschillende verdragen aan. Het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie van 1993 (het Haags Adoptieverdrag) is hier een van. 41 Het is het belangrijkste verdrag met betrekking tot interlandelijke adoptie. Bij dit Verdrag zijn 83 staten partij. Staten kunnen dus ook een verdrag ratificeren zonder lid te zijn van de Haagse Conferentie. De uitvoering van het Verdrag in Nederland wordt geregeld door de Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie van 14 mei De Preambule van het Haags Adoptieverdrag geeft aan dat interlandelijke adoptie in het belang van het kind dient te zijn en dat de grondrechten van het kind hierbij gerespecteerd dienen te worden. Dit is tevens het voornaamste doel van het Verdrag (artikel 1 Haags Adoptieverdrag). Andere belangrijke doelen zijn het vestigen van waarborgen om misbruik van en handel in kinderen te voorkomen, samenwerking tussen staten te bevorderen en goedkeuring van de adoptie door bekwame autoriteiten te verzekeren (dit is een uitwerking van artikel 21 sub a van het IVRK). 42 Om het voornaamste doel te realiseren gaat het Verdrag uit van verschillende waarborgen. Ten eerste moet het subsidiariteitsbeginsel in acht worden genomen. 43 Dit beginsel houdt in dat de voorkeur uitgaat naar het opgroeien van het kind bij zijn biologische ouders en/of familie. Wanneer dit niet mogelijk is moet permanente opvang in een gezin in het land van herkomst overwogen worden. Als de nationale oplossingen goed onderzocht zijn, kan interlandelijke adoptie overwogen worden, maar alleen als het belang van het kind dit vergt. Toch dient interlandelijke adoptie niet helemaal als ultimum remedium beschouwd te worden. Aan interlandelijke adoptie wordt de voorkeur gegeven 40 Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; 41 Haags Adoptieverdrag, Trb. 1993, Guide to good practice, p Artikel 4 sub b Haags Adoptieverdrag 12

13 boven een permanent verblijf in een tehuis of in tijdelijke pleeggezinnen in het land van herkomst. 44 Het belang van het kind vergt ook dat het matchingsproces (tussen aspirant adoptiefouders en het te adopteren kind) vanuit het perspectief van het kind gebeurt. Er moet gekeken worden welke ouders bij het kind passen. Aspirant adoptiefouders (aao s) moeten niet zelf een kind kunnen uitzoeken. 45 Artikel 4a schrijft voor dat de adoptie pas kan plaatsvinden als de bevoegde autoriteiten in het land van herkomst hebben vastgesteld dat het kind daadwerkelijk voor adoptie in aanmerking komt. Hoe hier precies invulling aan gegeven kan worden, wordt aan de verdragsstaten zelf overgelaten. 46 In Nederland worden deze criteria uitgewerkt in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). Om een goede internationale samenwerking te realiseren tussen landen van herkomst en landen van opvang gaat het verdrag uit van een stelsel van Centrale Autoriteiten. 47 In Nederland is dit de minister van Justitie. 48 De Centrale Autoriteit dient ervoor zorg te dragen dat aan de verplichtingen van het Verdrag wordt voldaan. Zo dienen de staten onder andere met elkaar samen te werken en algemene informatie met betrekking tot interlandelijke adoptie uit te wisselen (artikel 7). Ook dient de Centrale Autoriteit alle praktijken in strijd met het verdrag te verhinderen (artikel 8). 49 Niet alle verplichtingen voor de staten in het Verdrag worden uitgevoerd door de Centrale Autoriteit. Een groot aantal zaken wordt gedelegeerd aan accredited bodies. 50 In Nederland zijn dit de vijf vergunninghouders; Vereniging Wereldkinderen, Stichting Kind en Toekomst, Stichting Afrika, Stichting Meiling en de Nederlandse Adoptie Stichting. 51 De taken van de Centrale Autoriteit en de vergunninghouders zijn nader omschreven in de Uitvoeringswet bij het Haags Adoptieverdrag en in de Wobka Toezicht op naleving van het Haags Adoptieverdrag De verplichtingen die een staat onder het Verdrag heeft, moeten gezien worden in het licht van het belang van het kind. 52 Het Verdrag geeft grotendeels minimum voorwaarden die het verdragsland dan in eigen wetgeving nader uit moet werken. Er is geen internationale autoriteit die toeziet op naleving van het Haags Adoptieverdrag, terwijl een dergelijke 44 Guide to good practice, p Guide to good practice, p Guide to good practice, p. 31 en 81 e.v. 47 Artikel 6 Haags Adoptieverdrag 48 Artikel 2 lid 1 Uitvoeringswet bij het Haags Adoptieverdrag 49 Guide to good practice, p Guide to good practice, p Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; Adoption Section 52 Guide to good practice p

14 autoriteit voor een zorgvuldige procedure onmisbaar is. Een internationale autoriteit is tot op heden niet gerealiseerd nu de inzichten over de inrichting van de interlandelijke adoptieprocedure in de verschillende verdragsstaten uiteenlopen. Zelfs op Europees niveau bestaat er geen uniformiteit over de manier waarop de adoptieprocedure het best ingericht kan worden. 53 Wel is er het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, waaraan advies of om hulp kan worden gevraagd. Ook kan het Permanent Bureau verdragslanden verzoeken om informatie over de werking van het Verdrag in het betreffende land. De Centrale Autoriteit dient er voor zorg te dragen dat plichten en waarborgen uit het verdrag worden nageleefd. 54 Nu de Centrale Autoriteit zijn taken deels aan de vergunninghouders delegeert, verloopt een belangrijk deel van de adoptieprocedure via de vergunninghouders. Zij bemiddelen in de procedure en onderhouden de contacten in het buitenland. Voor hen is dus een grote rol weggelegd in het bewaken van een zorgvuldige adoptieprocedure. Er worden dan ook strikte eisen aan adoptiebureaus gesteld voordat de minister een vergunning afgeeft om te bemiddelen in adopties. 55 Kortom, landen dienen zelf toezicht te houden op het naleven van de bepalingen en beginselen van het Verdrag. Artikel 7 bevordert de onderlinge samenwerking en informatieuitwisseling tussen de verdragslanden en hun autoriteiten. Het internationaal erkende vertrouwensbeginsel brengt mee dat elk verdragsland er maar vanuit dient te gaan dat in landen van herkomst het Verdrag wordt nageleefd en dat procedure in het land van herkomst is doorlopen zoals voorgeschreven in de artikelen 4 en 5. Om een optimale werking van het Haags Adoptieverdrag te bevorderen is er een Special Commission ingesteld. Deze Commissie heeft als doel de praktische uitwerking van het Verdrag te beoordelen, maar streeft tegelijkertijd ook naar consensus tussen de verschillende organen die bij de uitvoering van het Verdrag betrokken zijn. 56 In juni 2010 kwam de Special Commission bijeen. Naar aanleiding hiervan zijn enkele conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De Commissie zet onder andere uiteen hoe belangrijk de samenwerking van de verdragslanden onderling is. Ook onderstreept de Commissie de waarde van de Guide to good practice, no.1 (The implementation and Operation of the 1993 Hague Intercountry Adoption Convention). Deze gids is opgesteld door het Permanent Bureau van 53 Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p Artikel 6 lid 1 Haags Adoptieverdrag 55 Artikel 16 Wobka 56 Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht; Special Commission 14

15 de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht en is bedoeld ter ondersteuning van staten bij het implementeren van het Verdrag Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) werd op 20 november 1989 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de VN. In Nederland trad het IVRK op 8 maart 1995 in werking. Het Verdrag is speciaal voor kinderen ontworpen. Het is het meest geratificeerde mensenrechtenverdrag in de wereld; alleen Somalië en de Verenigde Staten hebben het Verdrag niet geratificeerd. Het belang van het kind is een van de belangrijkste uitgangspunten van het IVRK en is verankerd in artikel 3. Artikel 20 IVRK betreft de bescherming van kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen opgroeien. Het artikel schrijft voor dat Staten een andere vorm van zorg dienen te waarborgen, zoals pleegzorg en adoptie. Adoptie wordt vervolgens nader uitgewerkt in artikel Toezicht op naleving van het IVRK De Staten die het Verdrag geratificeerd hebben zijn verplicht om het Verdrag te implementeren en uit te voeren. Het Comité voor de Rechten van het Kind houdt hier toezicht op (art. 43 IVRK). In Artikel 44 IVRK wordt bepaald dat de staten die partij zijn bij het Verdrag de verplichting op zich nemen om te rapporteren over getroffen maatregelen die uitvoering geven aan de in het Verdrag genoemde rechten, alsmede over de geboekte voortgang van deze rechten. Deze rapportage dient voor het eerst plaats te vinden 2 jaar na ratificatie van het verdrag en daarna elke 5 jaar. Het Comité doet naar aanleiding van deze rapportages aanbevelingen. Deze zijn niet bindend. Er is dus wel een zekere vorm van toezicht, maar staten kunnen niet afdwingbaar tot de orde geroepen worden. Daar komt bij dat staten zelf rapporteren aan het Comité. Er is dus geen garantie dat deze rapportage geheel juist en nauwkeurig is. In 2007 heeft Nederland voor de derde keer een rapportage aan het Comité voorgelegd. Hierop heeft het Comité op 30 januari 2009 enkele aanbevelingen gedaan. 58 Onder nummer 46 beveelt het Comité Nederland alle nodige maatregelen te treffen om illegale adoptie te voorkomen en ook in dit verband de bewustwording van de rechten van het kind te versterken, alsmede zwakke adoptie uit te bannen in overeenstemming met het Haags Adoptieverdrag. 57 Conferentie betreffende het Haags Adoptieverdrag, gehouden van 17 tot en met 25 juni te Den Haag 58 CRC/C/NLD/CO/3, 27 maart

16 3.2 Wetgeving op nationaal niveau Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie De belangrijkste nationale regelgeving betreffende interlandelijke adoptie is opgenomen in de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). 59 Deze wet kan beschouwd worden als een nationale uitwerking van het Haags Adoptieverdrag. 60 De voorloper van de Wobka was de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen (Wobp). Deze Wet trad in 1989 in werking, maar werd na de ratificatie door Nederland van het Haags Adoptieverdrag veranderd in de Wobka. 61 De Wobka heeft ten eerste betrekking op de beginseltoestemming. De beginseltoestemming wordt verleend door de Minister van Justitie. Hij besluit op basis van het gezinsonderzoek en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming of er toestemming wordt gegeven voor het adopteren van een kind uit het buitenland. Per 1 januari 2009 is er een aantal wijzigingen in de Wobka met betrekking tot de beginseltoestemming aangebracht. 62 Het is sindsdien mogelijk door paren van gelijk geslacht om samen beginseltoestemming aan te vragen. Dit is een belangrijke wijziging, aangezien het vóór deze wetswijziging voor paren van gelijk geslacht niet mogelijk was om te adopteren. Voorts dient een persoon die alleen de beginseltoestemming aanvraagt maar wel een partner heeft, instemming van deze partner te hebben. Ook is de geldigheidsduur van de beginseltoestemming verlengd van 3 naar 4 jaar. Tevens bevat de Wobka voorwaarden voor adoptie, plichten van de aao s en voor het gezinsonderzoek na binnenkomst in Nederland als de ouders hun kind in het gezin hebben opgenomen terwijl zij buiten Nederland woonachtig waren. De Wobka gaat in hoofdstuk 5 uitgebreid in op de vergunning en de werkzaamheden van de vergunninghouders. Dit zijn de adoptiebureaus die van de Minister van Justitie toestemming (een vergunning) hebben gekregen om te bemiddelen tussen aao s en landen van herkomst. 63 Voor het verlenen en verlengen van de vergunning door de Minister van Justitie is door de Centrale Autoriteit een protocol opgesteld. 64 Dit protocol heeft onder meer betrekking op de vereisten voor het aanvragen van de vergunning. Tevens is het protocol bedoeld om een snellere en efficiënte besluitvorming te realiseren. Voorts behandelt de 59 Wobka 8 december 1988, Stb Van den Braak e.a p Van den Braak e.a. 2004, p Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wobka in verband met adoptie door echtgenoten van gelijk geslacht tezamen, Stb 2008, Artikel 15 Wobka 64 Operationeel Protocol van het Bureau Centrale Autoriteit ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor bemiddeling in interlandelijke adoptie of ten aanzien van uitbreiding van dergelijke vergunningen Doc.Rev. IV

17 Wobka de Klachtencommissie Vergunninghouders Interlandelijke Adoptie (KVIA) en tot slot toezicht en strafbepalingen. Iedereen die in Nederland woonachtig is en een kind uit het buitenland wil adopteren dient eerst de procedure zoals omschreven in de Wobka te volgen. In 2004 is de Wobka geëvalueerd. 65 De onderzoekers concludeerden dat de Wobka op de meeste punten genoeg waarborgen kent om het belang van het kind als voornaamste prioriteit te handhaven. Wel dient de Wobka beter uitgewerkt te worden in wet- en regelgeving voor een duidelijker beleid. Voorts wordt aanbevolen dat adoptiefouders rechtstreeks kunnen klagen over de vergunninghouders bij de klachtencommissie. Het huidige artikel 24a Wobka biedt de mogelijkheid om rechtstreeks een klacht in te dienen over een vergunninghouder. De KVIA is een onafhankelijke klachtencommissie. De leden worden benoemd door het Ministerie van Justitie. Iedereen die een klacht heeft over een vergunninghouder kan deze klacht bij de KVIA indienen. Het nadeel van de KVIA is dat het oordeel niet bindend is. 66 Tevens dienen volgens de onderzoekers de leeftijdsgrenzen van 42 jaar (voor het aanvragen van beginseltoestemming) en 46 jaar (voor de daadwerkelijke adoptie) gehandhaafd te blijven. Dit is vooralsnog het geval, maar in 2008 heeft de Commissie Kalsbeek voorgesteld om de leeftijdsgrenzen te verruimen naar 48 jaar. 67 Tot slot concludeerden de onderzoekers ten aanzien van deelbemiddeling dat er niet volledig kan worden vastgesteld of de regels voldoende worden nageleefd. Van deelbemiddeling is sprake wanneer de aao s zelf het contact met de adoptieorganisaties in het buitenland leggen. Omdat deze materie vrij omvangrijk is zal er een aparte paragraaf aan gewijd worden. Het meest recente wetsvoorstel tot wijziging van de Wobka is het Wetsvoorstel tegemoetkoming kosten internationale adoptie. Adoptiefouders kunnen dan een deel van de gemaakte kosten ten behoeve van de interlandelijke adoptie vergoed krijgen. Voornoemd wetsvoorstel bevindt zich momenteel in de tweede fase van de behandeling. 68 Dit houdt in dat het wetsvoorstel ter schriftelijke behandeling aan de Tweede Kamer is voorgelegd Toezicht op naleving van de Wobka Artikel 25 lid 1 Wobka schrijft voor dat de door de Inspectie Jeugdzorg aangewezen personen belast zijn met het toezicht op de naleving van de regels door de vergunninghouders. Zij doet dit uit eigen beweging of op verzoek van de Minister van Justitie. 69 De inspectie heeft niet de 65 Van den Braak e.a KVIA; 67 Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p Kamerstukken II 2009/10, , nr Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p

18 bevoegdheid om sancties op te leggen. 70 In lid 2 is bepaald dat de directeur van de Raad voor de Kinderbescherming (evenals de door hem aangewezen ambtenaren) en de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen en de grensbewaking, toezicht dienen te houden op de naleving van de artikelen 2 en 8 Wobka. De Minister van Justitie houdt door middel van het vergunningensysteem ook toezicht op de vergunninghouders. Zonder een vergunning van de minister is het verboden te bemiddelen bij adopties uit het buitenland (artikel 15 Wobka). De minister kan de vergunning ook verlengen (artikel 16a) of intrekken (artikel 18). Dit systeem is een belangrijk toezichtmechanisme. De vergunning wordt in eerst instantie voor drie jaar verleend, maar kan daarna telkens met 5 jaar verlengd worden. Op deze manier kan om de 3 en daarna 5 jaar het handelen van de vergunninghouder worden geëvalueerd. De Minister van Justitie kan zelf ook worden gecontroleerd. Tegen besluiten van de minister kunnen belanghebbenden, op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), bezwaar maken. 71 Zo kan een aao die het niet eens is met de beslissing dat zijn beginseltoestemming niet verleend of verlengd wordt, hiertegen schriftelijk bezwaar maken bij de minister. 72 Ook adoptiebureaus kunnen tegen het niet verlenen, verlengen of intrekken van hun vergunning bezwaar maken. Daarna bestaat nog de mogelijkheid om bij de Rechtbank in beroep te gaan Wet Conflictenrecht Adoptie De Wet van 3 juli 2003 houdende regeling van het conflictenrecht inzake adoptie en de erkenning van buitenlandse adopties (WCAd; Wet Conflictenrecht Adoptie) is op 1 januari 2004 in werking getreden. De wet regelt enerzijds het toepasselijke recht bij een in Nederland uit te spreken adoptie en anderzijds de erkenning van adopties uit landen die geen partij zijn bij het Haags Adoptieverdrag Het Burgerlijk Wetboek Titel 12 van Boek 1 van het BW, artikel 1:227 tot en met 1:232, heeft betrekking op adopties naar Nederlands recht. Artikel 1:227 lid 3 schrijft voor dat verzoek tot adoptie alleen kan worden toegewezen indien dit in het kennelijk belang van het kind is. Interlandelijke adopties die zijn uitgesproken in landen die zijn aangesloten bij het Haags Adoptieverdrag worden automatisch in andere verdraglanden, dus ook in Nederland, erkend. Adopties die zijn Van den Braak 2004, p Artikel 1:2 jo. 1:3 jo. artikel 6:4 Awb 72 Artikel 6:1 lid 1 Awb 73 Artikel 8:1 Awb 74 Wet Conflictenrecht Adoptie., Stb. 2003,

19 uitgesproken in niet-verdragslanden kunnen ook onder bepaalde voorwaarden erkend 75 worden. Als er geen adoptie in het land van herkomst is uitgesproken dan is in beginsel het Nederlandse recht van toepassing Wetgeving op Europees niveau Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Op 4 november 1950 werd het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, doorgaans Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) genoemd, aangenomen. Het EVRM omvat belangrijke rechten en vrijheden waar een ieder een beroep op kan doen. De staten die partij zijn bij het EVRM hebben de plicht de in het Verdrag verankerde rechten en vrijheden te verzekeren. Het EVRM kent niet een artikel dat expliciet op (interlandelijke) adoptie betrekking heeft, maar is desondanks regelmatig van toepassing op adoptiegerelateerde kwesties. Artikel 8 EVRM omvat het recht op eerbiediging van het privéleven, familie- en gezinsleven. Adoptie is een vergaande inbreuk op dit recht, maar kan wel gerechtvaardigd worden als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt over alle kwesties met betrekking tot de interpretatie en de toepassing van het Verdrag. De 79 einduitspraak van het Hof is bindend. Het EHRM ziet op deze manier toe op naleving van het EVRM door de staten en is hiermee het controlerende orgaan. In Hoofstuk 7 zal een aantal adoptiegerelateerde zaken van het EHRM besproken worden Het Adoptieverdrag van de Raad van Europa Op Europees niveau bestaat het Europese Verdrag inzake de adoptie van kinderen van Dit Verdrag heeft als doel de wetten van de lidstaten van de EU op het gebied van adoptie te harmoniseren en rechtsconflicten te vermijden. Nederland is geen partij bij dit Verdrag. Nu een aantal bepalingen in het Verdrag verouderd is en de regelgeving dus niet langer aansluit op de adoptiepraktijk van de lidstaten, is er een nieuw Adoptieverdrag van de Raad van Artikel 6 jo. artikel 7 WCAd 76 Artikel 3 lid 1 WCAd 77 Artikel 1 EVRM 78 Artikel 32 EVRM 79 Artikel 46 EVRM 80 Europese Commissie; EJN, internationale verantwoordelijkheid, internationaal recht 19

20 Europa. Het Wetsvoorstel goedkeuring adoptieverdrag van de Raad van Europa (BuZa), bevindt zich momenteel in de tweede fase van behandeling in Nederland De interlandelijke adoptieprocedure 4.1 De procedure in het kort Er zijn 3 fases in de interlandelijke adoptieprocedure (hierna: de procedure), welke weer onderverdeeld zijn in verschillende stappen. Fase 1 De eerste fase betreft de beginseltoestemming. Deze toestemming van de Minister van Justitie is nodig alvorens er met de adoptieprocedure kan worden gestart. Eerst moet de aanvraag worden ingediend. De Stichting Adoptievoorzieningen toetst dan of er voldaan is aan de vereisten om tot de procedure te worden toegelaten, zoals vastgelegd in de Wobka. Stichting Adoptievoorzieningen is een landelijke werkende organisatie die voorlichting, voorbereiding en nazorg op het gebied van adoptie in samenhang aanbiedt. Zij werkt samen met het 82 Ministerie van Justitie. Tevens moeten de aao s voorbereidingsbijeenkomsten bij de Stichting Adoptievoorzieningen bijwonen. Deze bijeenkomsten zijn verplicht en zijn bedoeld om de aao s te informeren zodat deze een weloverwogen keuze kunnen maken. Daarna volgt het gezinsonderzoek. Het doel hiervan is om te onderzoeken of de aao s wel geschikt zijn om een buitenlands kind te verzorgen en op te voeden. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Raad voor de Kinderbescherming. Zij schrijft hiervan een rapport en adviseert vervolgens de minister. Op basis van deze informatie besluit de minister de beginseltoestemming wel of niet te verlenen. De beginseltoestemming is vier jaar geldig en kan eventueel op verzoek met vier jaar verlengd worden Fase 2 85 De tweede fase is de bemiddelingsfase. In deze fase wordt er contact gelegd met de instanties in het buitenland. Als een vergunninghouder het contact legt met de bevoegde instanties in het buitenland en hiermee het contact onderhoudt is er sprake van volledige bemiddeling. De vergunninghouder begeleidt dan het hele bemiddelingsproces. Dit is 81 Kamerstukken II 2010/11, , nr Stichting Adoptievoorzieningen 2010, p Artikel 5 lid 1 Wobka 84 Stichting Adoptievoorzieningen 2010, p Stichting Adoptievoorzieningen 2010, p

21 doorgaans het geval. Van deelbemiddeling is sprake wanneer de aao s zelf het contact met de adoptieorganisaties in het buitenland leggen. De enige taak van de vergunninghouders is dan om de betrouwbaarheid van deze organisaties, en andere instanties die bij de procedure 86 betrokken zijn, te onderzoeken. Volgens het Haags Adoptieverdrag is de bemiddeling tussen aao s en een kind een van de belangrijkste onderdelen van het hele adoptieproces, daarom dient de bemiddeling uitgevoerd te worden door professionals. Het belang van het kind wordt met deze volledige bemiddeling het best gediend. De volgende stap in de bemiddelingsfase is dat aao s officieel een kind krijgen voorgesteld. Dit gebeurt zodra de vergunninghouder en de instanties in het land van herkomst besluiten dat er een match is tussen een kind en de aao s. Artikel 17 van het Haags Adoptieverdrag schrijft voor dat de Centrale Autoriteit in het land van herkomst en de Centrale Autoriteit in het land van opvang in dienen te stemmen met de match. Deze instemming wordt approval genoemd. Als de aao s het voorstel accepteren dan kunnen de ouders het kind ophalen in het land van herkomst. Hiervoor wordt nog een keer gecontroleerd of aan alle voorwaarden is voldaan en of de papieren in orde zijn. 89 De adoptie-uitspraak in landen die aangesloten zijn bij het Haags Adoptieverdrag wordt in Nederland automatisch erkend. 90 Bij zwakke adoptie uit verdragslanden en bij adopties uit niet verdragslanden wordt een machtiging tot voorlopig verblijf afgegeven Fase 3 De laatste fase betreft de formaliteiten als het kind in Nederland is. Welke formaliteiten dit zijn hangt af van de adoptievorm; een sterke adoptie uit een verdragsland, een zwakke adoptie uit een verdragsland of een adoptie uit een niet-verdragsland. Dit zal nog nader uitgewerkt worden. 4.2 Deelbemiddeling Ondanks dat het Haags Adoptieverdrag uitgaat van volledige bemiddeling is het toch mogelijk in Nederland om via deelbemiddeling een kind te adopteren. Redenen voor aao s om voor deelbemiddeling te kiezen kunnen zijn het actieve karakter van zelfdoen (men is minder afhankelijk van derden dan bij volledige bemiddeling), transparantie van het proces en het eventuele contact met de biologische moeder, zodat aao s precies weten waar hun 86 Artikel 7a Wobka en Besluit inzake het onderzoek naar buitenlandse contacten van aspirant-pleegouders 87 Guide to good practice, p Stichting Adoptievoorzieningen 2010, p Artikel 8 Wobka 90 Artikel 1 sub c Haags Adoptieverdrag 91 Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p

22 adoptiefkindje vandaan komt. Een snellere procedure kan ook een reden zijn om voor deelbemiddeling te kiezen of omdat het simpelweg de enige mogelijkheid is (zoals bij paren van gelijk geslacht). 92 Het gaat in gevallen van deelbemiddeling voornamelijk om adopties uit landen die niet bij het Haags Adoptieverdrag zijn aangesloten. De aao s leggen dan zelf de contacten met de adoptieorganisaties in het buitenland. 93 De eerste fase van adoptie, het aanvragen en verkrijgen van beginseltoestemming, blijft bij deelbemiddeling hetzelfde. Artikel 7a Wobka schrijft voor dat de vergunninghouders deze contacten dienen te controleren op zuiverheid en op zorgvuldigheid van handelen. 94 De maatstaven die hierbij gehanteerd dienen te worden zijn vastgelegd in een nader besluit. 95 Voorts is er het protocol inzake onderzoek naar buitenlandse contacten en deelbemiddeling bij interlandelijke adoptie. Naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek van de vergunninghouder brengt de vergunninghouder advies uit aan de minister. Hierna besluit de minister of de bemiddeling kan plaatsvinden. 96 Het aantal interlandelijke adopties dat via deelbemiddeling in Nederland plaatsvindt, is relatief gering. In 2009 werden er 682 kinderen door Nederlandse gezinnen geadopteerd. Hiervan waren 41 kinderen door middel van deelbemiddeling geplaatst. 97 Van deze kinderen waren 33 kinderen afkomstig uit de Verenigde Staten (VS). Via de American route zijn al veel kinderen door middel van deelbemiddeling door een Nederlands gezin geadopteerd. De VS is het enige land dat adoptie aan paren van gelijk geslacht toestaat. 98 Op 1 april 2008 heeft de VS het Haags Adoptieverdrag geratificeerd. Omdat het Verdrag uitgaat van volledige bemiddeling, kondigde de Minister van Justitie (minister Hirsch Ballin) strengere eisen voor deelbemiddeling uit de VS aan. De maatregelen die de minister wilde nemen waren, kortgezegd, een strengere toetsing voor naleving van de voorwaarden voor deelbemiddeling, een nadere specificatie van de categorieën kinderen die onder het Haags Adoptieverdrag voor opneming in aanmerking komen en een aankondiging dat de mogelijkheden naar samenwerking met de Amerikaanse vergunninghouders nader onderzocht zouden gaan worden. 99 De minister had ook in samenwerking met de Stichting Kind en Toekomst, de enige vergunninghouder die bemiddelde in de VS, een onderzoek laten uitvoeren om te kijken in hoeverre kinderen in VS zelf konden worden opgevangen. Het resultaat van dit onderzoek 92 Van den Braak 2004, p Rapport Commissie Kalsbeek 2008, p artikel 7a lid 1 Wobka 95 Besluit inzake het onderzoek naar buitenlandse contacten van aspirant-pleegouders 96 artikel 7a lid 3 wobka 97 Ministerie van Justitie Persbericht Ministerie van Justitie, Afschaffing deelbemiddeling bij interlandelijke adoptie, 28 oktober Kamerstukken II 2008/09, , nr. 12, p.20 22

Interlandelijke adoptie. Knelpunten in het stelsel

Interlandelijke adoptie. Knelpunten in het stelsel Interlandelijke adoptie Knelpunten in het stelsel Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2009 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Context van interlandelijke adoptie... 7 Hoofdstuk

Nadere informatie

Datum 10 juni 2009 Onderwerp Antwoorden kamervragen over onrust onder aspirant-adoptiefouders

Datum 10 juni 2009 Onderwerp Antwoorden kamervragen over onrust onder aspirant-adoptiefouders > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Justitieel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 5 oktober 2009 Onderwerp Interlandelijke Adoptie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 5 oktober 2009 Onderwerp Interlandelijke Adoptie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie

Inspectie jeugdzorg. Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Matching in het belang van het kind Landelijk beeld onderzoek Inspectie jeugdzorg bij vergunninghouders interlandelijke adoptie Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2005 1 2 Inhoudsopgave Aanleiding onderzoek...5

Nadere informatie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie

Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie Sectorwerkstuk Nederlands Adoptie Sectorwerkstuk door een scholier 2271 woorden 14 februari 2006 6,7 44 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding Voor school moest je een werkstuk maken over een onderwerp

Nadere informatie

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden Ministerie van Justitie en Veiligheid Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden Van het Ministerie van Justitie en Veiligheid Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden van

Nadere informatie

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak?

Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak? Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH s-gravenhage Datum : 12 december 2004 Kenmerk : CR35/1027328/04/TH/TvV Betreft : advies inzake (interlandelijke)adoptie: sterk of zwak? Mijnheer de Minister,

Nadere informatie

Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk

Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Auteur: Nina Warmerdam Datum: 13-07-2012 Interlandelijke adoptie en het belang van het kind in theorie en praktijk Terug naar het

Nadere informatie

Samenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016)

Samenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016) Samenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016) De Minister van Veiligheid en Justitie heeft de RSJ gevraagd om te adviseren over een aantal mogelijke toekomstscenario s

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 265 Adoptie Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi

Datum 29 juni 2009 Onderwerp Beantwoording vragen van het lid Langkamp (SP) over adopties uit Nigeria en Malawi > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl

Nadere informatie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden. van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie Centrale autoriteit internationale kinderaangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15596 7 oktober 2010 Regeling van 29 september 2010, nr. 5668860/10/6 tot wijzing van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 29 tot en met 213 Maart 214 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 mei 2015 Onderwerp Interlandelijke adoptie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 mei 2015 Onderwerp Interlandelijke adoptie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse

ADOPTIE Trends en analyse Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 21 tot en met 214 Februari 215 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 756 Vragen van het lid

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met 2011

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met 2011 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 27 tot en met 211 Maart 212 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Datum 23 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de gehanteerde leeftijdsgrens voor aspirant-adoptieouders

Datum 23 november 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de gehanteerde leeftijdsgrens voor aspirant-adoptieouders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 212 tot en met 216 Maart 217 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017 Ministerie van Justitie en Veiligheid ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 213 tot en met 217 Februari 218 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Toetsingskader Vergunninghouder Interlandelijke adoptie

Toetsingskader Vergunninghouder Interlandelijke adoptie Toetsingskader Vergunninghouder Interlandelijke adoptie Utrecht, juni 2015 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 211 tot en met 215 Februari 216 Overzicht van het aantal verleende beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Adoptie 2011 Lezing door de heer Fred Gundlach (Stichting Adoptievoorzieningen) t.g.v. Familiedag Turner Contact Nederland, 26 maart 2011.

Adoptie 2011 Lezing door de heer Fred Gundlach (Stichting Adoptievoorzieningen) t.g.v. Familiedag Turner Contact Nederland, 26 maart 2011. Adoptie 2011 Lezing door de heer Fred Gundlach (Stichting Adoptievoorzieningen) t.g.v. Familiedag Turner Contact Nederland, 26 maart 2011. Inleiding De heer Gundlach geeft aan dat hij met plezier gevolg

Nadere informatie

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00 Informatie over adoptie en pleegzorg Zorgen voor een Chapeau voorzijde Kop kind voorzijde van een ander 305788_Adoptie.indd 1 10-06-13 15:00 Pleegzorg of adoptie U denkt erover om voor een kind van een

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 28 tot en met 212 Maart 213 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

Achtergrond onbekend? Onderzoek naar het handelen van twee vergunninghouders bij de interlandelijke adoptie van zeven Chinese kinderen

Achtergrond onbekend? Onderzoek naar het handelen van twee vergunninghouders bij de interlandelijke adoptie van zeven Chinese kinderen Achtergrond onbekend? Onderzoek naar het handelen van twee vergunninghouders bij de interlandelijke adoptie van zeven Chinese kinderen Inspectie jeugdzorg Utrecht, november 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 265 Adoptie Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008. Den Haag, 25 maart 2010

32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008. Den Haag, 25 maart 2010 Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 32 365 (R1912) Europees Verdrag inzake de adoptie van kinderen (herzien); Straatsburg, 27 november 2008 A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Buitenlandse pleegkinderen

Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Buitenlandse pleegkinderen Algemeen Adoptief-pleegkinderen Voorschriften betreffende de behandeling van verzoeken om opneming Voorschriften voor opneming en toelating Voorschriften

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek Wobka. Een evaluatieonderzoek naar de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie

Evaluatieonderzoek Wobka. Een evaluatieonderzoek naar de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie Evaluatieonderzoek Wobka Een evaluatieonderzoek naar de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie Evaluatieonderzoek Wobka Een evaluatieonderzoek naar de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2014 tot en met 2018

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2014 tot en met 2018 Ministerie van Justitie en Veiligheid ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 214 tot en met 218 Maart219 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht.

Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Maastricht. JPF 2010/83 Rechtbank Maastricht 15 december 2009, 134878/FA RK 08-1756; LJN BK8066. ( Mr. Bregonje ) Verzoekers, beiden te [adres], advocaat: mr. H.E. Menger. Belanghebbende is de ambtenaar van de burgerlijke

Nadere informatie

ADOPTIE. Trendsen analyse. Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met Maart 201 2

ADOPTIE. Trendsen analyse. Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met Maart 201 2 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trendsen analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 007 tot en met 0 Maart 0 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 274 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen en van de Pleegkinderenwet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

De afschaffing van interlandelijke adoptie. De gevolgen voor donorlanden, adoptiekinderen en wensouders.

De afschaffing van interlandelijke adoptie. De gevolgen voor donorlanden, adoptiekinderen en wensouders. De afschaffing van interlandelijke adoptie. De gevolgen voor donorlanden, adoptiekinderen en wensouders. Auteur: Claire-bijou van Baal Afstudeerorganisatie: Universiteit van Tilburg Plaats: Tilburg Datum:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Straffen en Beschermen Directie Sanctietoepassing

Nadere informatie

Opdracht Nederlands Adoptie

Opdracht Nederlands Adoptie Opdracht Nederlands Adoptie Opdracht door een scholier 1165 woorden 16 december 2012 8,4 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Tekst spreekbeurt adoptie : Betekenis adoptie (inleiding): Bij adoptie wordt een

Nadere informatie

Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren

Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren 26-21 1.1. Overzicht betrekking hebbend op de procedure tot opneming van buitenlandse adoptiefkinderen in Nederlandse gezinnen over

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:386

ECLI:NL:RBMNE:2017:386 ECLI:NL:RBMNE:2017:386 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer C16/420604/FO RK 16-141 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2004 tot en met Datum 30 maart 2009

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2004 tot en met Datum 30 maart 2009 ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 24 tot en met 28 Datum 3 maart 29 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren 24-28 1.1.

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

Stichting Adoptievoorzieningen

Stichting Adoptievoorzieningen Stichting Adoptievoorzieningen voorlichting, nazorg en consultatie Een kind adopteren Informatie over (interlandelijke) adoptie en de adoptieprocedure Voorwoord < Een kind adopteren is voor alle betrokkenen

Nadere informatie

Stichting Adoptievoorzieningen

Stichting Adoptievoorzieningen Stichting Adoptievoorzieningen voorlichting, nazorg en consultatie Een kind adopteren Informatie over (interlandelijke) adoptie en de adoptieprocedure Voorwoord < Een kind adopteren is voor alle betrokkenen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka)

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) advies over het conceptwetsvoorstel tot onder meer verruiming van de leeftijdsgrenzen voor adoptiefouders Advies De sectie Jeugd van de RSJ stelt

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting interlandelijke adoptie

Beleidsdoorlichting interlandelijke adoptie Beleidsdoorlichting interlandelijke adoptie Inhoudsopgave Inhoudsopgave: Voorwoord Inleiding Vraagstelling en daarop gegeven antwoorden 1. Wat is het probleem dat aanleiding is (geweest) voor het beleid?

Nadere informatie

Interlandelijke adoptie: een roze wolk of een donderwolk?!

Interlandelijke adoptie: een roze wolk of een donderwolk?! UNIVERSITEIT VAN TILBURG MASTERSCRIPTIE Interlandelijke adoptie: een roze wolk of een donderwolk?! Een onderzoek naar de problematiek van illegale adoptie Auteur: Frederieke de Greef Administratienummer:

Nadere informatie

Datum 26 september 2011 Onderwerp Beslissing om de opschorting van interlandelijke adopties uit Haïti onder bepaalde voorwaarden ongedaan te maken

Datum 26 september 2011 Onderwerp Beslissing om de opschorting van interlandelijke adopties uit Haïti onder bepaalde voorwaarden ongedaan te maken 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12889 28 juni 2012 Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 juni 2012, nr. WBN 2012/3,

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Zorgen voor een Kop voorzijde

Zorgen voor een Kop voorzijde Informatie over adoptie en pleegzorg Chapeau voorzijde Zorgen voor een Kop voorzijde kind van een ander Pleegzorg of adoptie U denkt erover om voor een kind van een ander te gaan zorgen. Misschien omdat

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROE:2009:BG9485

ECLI:NL:RBROE:2009:BG9485 ECLI:NL:RBROE:2009:BG9485 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 06-01-2009 Datum publicatie 12-01-2009 Zaaknummer AWB 08 / 819 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka)

Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) advies over het conceptwetsvoorstel tot onder meer verruiming van de leeftijdsgrenzen voor adoptiefouders Advies De sectie Jeugd van de RSJ stelt

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 265 Adoptie Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 februari 2010 In

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0604 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 02-12-2010 Datum publicatie 12-01-2011 Zaaknummer 200.069.042 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Datum 5 maart 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen lid Azough (GroenLinks) inzake het verlengen van beginseltoestemming bij adoptie

Datum 5 maart 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen lid Azough (GroenLinks) inzake het verlengen van beginseltoestemming bij adoptie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005

No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005 ... No.W03.05.0295/I 's-gravenhage, 8 augustus 2005 Bij Kabinetsmissive van 11 juli 2005, no.05.002585, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan aspirant-adoptiefouders die vanuit de VS willen adopteren Datum 17 oktober 2011 Onderwerp Informatiebrief Adopties

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 242 Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere

Nadere informatie

Haïti (update 05/2013)

Haïti (update 05/2013) Haïti (update 05/2013) De eilandstaat in de Caribische Zee werd in januari 2010 getroffen door een zware aardbeving. De ramp kostte aan vele mensen het leven en maakte zo n 1,5 miljoen mensen dakloos.

Nadere informatie

Type special need bij geadopteerde kinderen in 2009

Type special need bij geadopteerde kinderen in 2009 Type special need bij geadopteerde kinderen in 29 8% 8% verhoogd med. risico 42% 6% < 4 operaties operaties + revalidatie 5% soc.emo. belaste achtergrond % Afrika 4% 3% % 4% 2% verhoogd risico < 4 operaties

Nadere informatie

B. Reactie van de minister

B. Reactie van de minister B. Reactie van de minister Alvorens in te gaan op de beantwoording van de vragen van de leden van de vaste commissie voor Justitie wil ik eerst aandacht vragen voor de laatste ontwikkelingen met betrekking

Nadere informatie

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet opneming buitenlandse kinderen ter ado... Page 1 of 11

wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet opneming buitenlandse kinderen ter ado... Page 1 of 11 wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet opneming buitenlandse kinderen ter ado... Page 1 of 11 Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Tekst geldend op: 24-02-2012) Wet van 8 december 1988,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 457 Regeling van het conflictenrecht inzake adoptie en de erkenning van buitenlandse adopties (Wet conflictenrecht adoptie) Nr. 5 BRIEF VAN

Nadere informatie

Illegale adoptie en de rol van de overheid

Illegale adoptie en de rol van de overheid Illegale adoptie en de rol van de overheid Masterscriptie Nederlands Recht Student : Kim Klein Gunnewiek Studentnummer : 1242153 Begeleider : Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Tweede lezer : `Mr. V.M. Smits

Nadere informatie

Adoptie van kinderen door paren van gelijk geslacht

Adoptie van kinderen door paren van gelijk geslacht Advies Adoptie van kinderen door paren van gelijk geslacht Commissie Justitie, Kamer van Volksvertegenwoordigers Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde adoptie door koppels van

Nadere informatie

Memorie van toelichting

Memorie van toelichting Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

2.1 Voorschriften voor opneminq en toelatinq voor wat betreft verzoeken om opneming ingediend vanaf 15 juli 1989

2.1 Voorschriften voor opneminq en toelatinq voor wat betreft verzoeken om opneming ingediend vanaf 15 juli 1989 B 18 Buitenlandse pleeskinderen 4 Bij de beslissing tot toelating dient door de Minister van Justitie getoetst te worden aan het algemene "aanvaardbare toekomstcriterium". Dit criterium houdt in dat een

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 november 2012)

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 november 2012) AH 722 2012Z17447 van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 30 november 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2012-2013, nr. 484 1 Heeft u kennisgenomen van de uitzending

Nadere informatie

Een kind adopteren. Informatie over (interlandelijke) adoptie en de adoptieprocedure

Een kind adopteren. Informatie over (interlandelijke) adoptie en de adoptieprocedure Een kind adopteren Informatie over (interlandelijke) adoptie en de adoptieprocedure Voorwoord < Deze brochure is bedoeld voor mensen die overwegen een kind uit het buitenland te adopteren. Adopteren is

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8570 28 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 maart 2013, nummer WBN-CM 2013/1,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Halve eeuw adopties in Nederland ARNO SPRANGERS, JURRIËN DE JONG EN MARCELLE VAN ZEE

Halve eeuw adopties in Nederland ARNO SPRANGERS, JURRIËN DE JONG EN MARCELLE VAN ZEE dem s Jaargang 22 December 26 ISSN 169-1473 Een uitgave van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut Bulletin over Bevolking en Samenleving 1 inhoud 97 Halve eeuw adopties in Nederland 1

Nadere informatie

Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.7.2017 COM(2017) 357 final 2017/0148 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Luxemburg en Roemenië worden gemachtigd om, in het belang van de Europese Unie, de

Nadere informatie

Interlandelijke adoptie

Interlandelijke adoptie Interlandelijke adoptie Inleiding U hebt beslist om een kind uit het buitenland te adopteren. U vraagt zich af: tot wie u zich moet richten? welke procedures u moet volgen? welke gevolgen de adoptie heeft?

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese

Nadere informatie

Portugal (update 02/2015)

Portugal (update 02/2015) Portugal (update 02/2015) Portugal is een republiek in het zuidwesten van Europa. Het land is sinds 1986 lid van de Europese Unie. Portugal behoort tot één van de armste landen van Europa. Het is een parlementaire

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

Schipper, schipper mag ik overvaren? Voorkomen van onrechtmatige overdrachten van kinderen bij interlandelijke adoptie

Schipper, schipper mag ik overvaren? Voorkomen van onrechtmatige overdrachten van kinderen bij interlandelijke adoptie Schipper, schipper mag ik overvaren? Voorkomen van onrechtmatige overdrachten van kinderen bij interlandelijke adoptie Sharien Sheikchote Eindhoven, 14 september 2009 Schipper, schipper mag ik overvaren?

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5889 5 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 februari 2013, nummer WBN-A 2013/1,

Nadere informatie