Onderwerp: Belastingmaatregelen 2014

Transcriptie

1 Onderwerp: Belastingmaatregelen 2014 Door uw raad is bij de Kadernota besloten voor het belastingjaar 2014 het inflatiepercentage te hanteren dat door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) per januari van het voorafgaande belastingjaar is aangegeven. Het CBS heeft per januari 2013 een inflatiepercentage van 3% vastgesteld. Dit percentage wordt overeenkomstig voor 2014 toegepast. Bovendien wordt voorgesteld de tarieventabel van de legesverordening uit te breiden met een aantal tarieven.

2 Agendanr.: Registratienr: Onderwerp: Belastingmaatregelen 2014 Purmerend, 11 september 2013 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: Voorstellen tot vaststelling van de verordeningen: a. Brandweerrechten b. Hondenbelasting c. Leges d. Lijkbezorgingsrechten e. Marktgelden f. Parkeerbelastingen g. Reinigingsheffingen h. Rioolheffingen i. Scheepvaartrechten Voorgesteld wordt voor 2014 de volgende belastingmaatregelen te nemen: Algemeen Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft per januari 2013 het inflatiepercentage vastgesteld op 3 %. Dit inflatiepercentage wordt toegepast voor de belastingtarieven 2014 zoals door uw raad besloten bij de Kadernota Wet Waardering onroerende zaken De gemeente Purmerend dient net als alle andere gemeenten jaarlijks alle woningen en niet-woningen te voorzien van een actuele WOZ-waarde. Deze WOZ-waarde vormt de grondslag van de heffing van de onroerende zaakbelastingen (OZB) en roerende woonen bedrijfsruimte belastingen (RZB). De waardepeildatum waarop de WOZ-waarde bepaald wordt, ligt altijd op 1 januari van het voorgaande jaar. Voor het belastingjaar 2014 is de waardepeildatum dan ook 1 januari De taxatie- c.q. waarderingswerkzaamheden zijn - net als bij veel andere gemeenten - momenteel in volle gang. De aanslag onroerende zaakbelasting wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde. Het is wettelijk verplicht dat de raad de percentages die de grondslag vormen voor deze heffing, vaststelt in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar. Zodra de definitieve uitkomsten van de herwaardering bekend zijn, worden de heffingspercentages berekend. De percentages worden via een afzonderlijk voorstel aangeboden voor vaststelling in de raadsvergadering van 19 december Precariobelasting Er is nog een voorstel in voorbereiding voor het opnemen van bepalingen en tarieven in de precarioverordening voor meerdaagse evenementen. Een afzonderlijk voorstel wordt aangeboden voor vaststelling in de raadsvergadering van 19 december 2013 a. Brandweerrechten Met ingang van 1 januari 2014 maakt de brandweer deel uit van de Veiligheidregio Zaanstreek-Waterland. Over de heffing en invordering van de brandweerrechten en over de hoogte van de tarieven moeten nog besluiten worden genomen in regioverband. Voorgesteld wordt in afwachting van deze besluiten de brandweerrechten te verhogen met het inflatiepercentage. blz. 2 van 7

3 b. Hondenbelasting Voorgesteld wordt het tarief van de hondenbelasting te verhogen met inflatiepercentage en vervolgens naar beneden af te ronden tot een door twaalf deelbaar bedrag. Vermindering van de hondenbelasting is per maand mogelijk bij veranderingen zoals het overlijden hond, nieuwe eigenaar etc. Het tarief wijzigt van 66,48 in 68,40. c. Leges Voorgesteld wordt de legestarieven te verhogen met het inflatiepercentage. Uitzondering hierop vormen ondermeer de tarieven die jaarlijks door het Rijk worden bepaald zoals de maximale tarieven voor reisdocumenten, het tarief voor een vergunning voor één of meerdere kansspeelautomaten en het tarief voor een akte uit de registers van de burgerlijke stand. Nieuwe tarieven Huwelijksleges Pop en cultuurpodium P3 en de Lutherse kerk zijn aangewezen als nieuwe trouwlocaties. Voorgesteld wordt de huwelijksleges van deze beide locaties gelijk te stellen aan het tarief voor trouwen in het stadhuis op de Kaasmarkt. Voorgesteld wordt deze tarieven vast te stellen op 538,95.(tarief 2013 is 523,25). Vooroverleg omgevingsvergunning Tevens wordt voorgesteld leges te heffen voor het vooroverleg dat gehouden wordt, voorafgaand aan een eventuele aanvraag van een omgevingsvergunning. Vooroverleg is tot nu toe kosteloos omdat het gezien wordt als een vorm van dienstverlening aan een initiatiefnemer. Het vooroverleg is een informele, informatieve fase die vooraf kan gaan aan een aanvraag van een omgevingsvergunning. Het vooroverleg is bedoeld om schetsplannen te bespreken, vervolgens wordt een indicatie afgegeven omtrent de haalbaarheid van een initiatief. De aanvrager kan zijn initiatief zo nodig aanpassen en verder uitwerken en loopt zodoende in het formele vergunningentraject niet meer tegen onverwachte obstakels aan. Bovendien kan de gemeente in het voortraject adviseren over de wijze van vergunningaanvraag (gefaseerd, deelactiviteiten). Het komt regelmatig voor dat na intens vooroverleg er geen vergunningaanvraag volgt, terwijl de gemeente daarin al behoorlijk geïnvesteerd heeft. In deze gevallen is het legitiem om voor het vooroverleg alsnog leges te heffen. Voorgesteld wordt de volgende leges in rekening te brengen: bij een bouwsom minder dan ,00 bij een bouwsom van tot ,00 bij een bouwsom van tot en met ,00 bij een bouwsom boven de ,00 Er kan voor gekozen worden deze leges te verrekenen als er na het ambtelijk eindadvies een vergunningaanvraag wordt ingediend zoals dat in het vooroverleg is afgesproken, dit hoeft echter niet. De dienst (het toetsen van het schetsplan) is verleend, en de initiatiefnemer heeft daarbij voordeel gehad bij de formele indiening van zijn vergunningaanvraag. Voorgesteld wordt de leges die in rekening is gebracht bij het vooroverleg wel te verrekenen met de leges die verschuldigd is voor de omgevingsvergunning. Legesheffing voor vooroverleg moet als een experiment worden beschouwd en gaat 1 januari 2014 in. Eind 2014 wordt een evaluatie uitgevoerd. Het betreft immers een lastenverzwaring voor initiatiefnemers en een vermindering van de gemeentelijke dienstverlening. De resultaten van deze evaluatie zal aan uw college door de vakafdeling worden voorgelegd. blz. 3 van 7

4 Ontheffing Bouwbesluit Op grond van het Bouwbesluit 2012 kan ontheffing worden verleend als : Er meer lawaai wordt gemaakt dan in de tabel van artikel 8.4. van het Bouwbesluit 2012 is aangegeven, dat wil zeggen meer lawaai binnen de reguliere werktijden van maandag t/m vrijdag tussen en uur. Er meer dan 60 db(a) op de gevel van een aangrenzende (dichtstbijzijnde) woon- en gebruiksfunctie wordt geproduceerd buiten de reguliere werktijden als hiervoor bedoeld. In de "Beleidsregels geluidsbelasting en optredende trillingen door hei-, bouw- en sloopwerkzaamheden gemeente Purmerend" is invulling gegeven aan de ontheffingsbevoegdheid. De beleidsregels hebben vooral betrekking op het aanvragen van een ontheffing, de indieningsvereisten daartoe en het door de aannemer/vergunninghouder informeren van derden in de directe omgeving. Het aantal aanvragen tot ontheffing wordt ingeschat op 10 aanvragen per jaar. De werkzaamheden per ontheffing nemen ongeveer 6 uur in beslag. Een volledig kostendekkend tarief voor een dergelijke ontheffing bedraagt 510,00. (6 uur x 85,00 = gemiddeld uurtarief). Een fors bedrag voor een redelijk eenvoudig te verlenen ontheffing. In verband hiermee wordt voorgesteld een tarief van 180,00 te hanteren. Uittreksels en afschriften uit de registers van de Burgerlijke Stand Deze tarieven zijn voor 2014 door het Rijk vastgesteld. Het tarief voor een uittreksel of afschrift wijzigt van 12,10 in 12,50. Rijbewijs De ministerraad heeft op 6 september 2013 ingestemd met een voorstel van minister Schulz van Haegen voor het met ingang van 2014 hanteren van een maximumtarief van 38,48 voor een rijbewijs, (tarief 2013 Purmerend is 37,90) De Tweede Kamer moet daarvoor nog wel instemmen met een wetsvoorstel dat deze maximering mogelijk maakt. Het maximumtarief is de uitkomst van een bestuurlijk overleg uit 2011 en is gebaseerd op een kostenonderzoek bij gemeenten van april Het maximum aan gemeentelijke kosten kwam toen uit op 26,56 en 9,50 rijksleges, totaal 36,06. Met de indexatie die destijds is afgesproken komt het nieuwe maximumtarief voor 2014 uit op 38,48. Voorgesteld wordt het tarief voor het rijbewijs te wijzigen van 37,90 in 38,45. Voor aanvullende of voor bijzondere dienstverlening mogen gemeenten een hoger tarief rekenen. Voorbeelden hiervan zijn spoedaanvragen, aanvragen of afgifte buiten de reguliere openingstijden (op afspraak) en aanvragen in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs. Deze verhogingen zijn nu ook al mogelijk. Reisdocumenten De maximumtarieven voor reisdocumenten worden jaarlijks door het Rijk vastgesteld. De tarieven voor het jaar 2014 zijn op dit moment nog niet bekend. Een eventueel voorstel tot wijziging wordt nog aangeboden voor behandeling in de raadsvergadering van 19 december d. Lijkbezorgingsrechten Voorgesteld wordt de tarieven te verhogen met het inflatiepercentage. e. Marktgelden Voorgesteld wordt de tarieven te verhogen met het inflatiepercentage. f. Parkeerbelastingen Jaarlijks wordt het maximumtarief van een naheffingsaanslag vastgesteld bij Ministerieel blz. 4 van 7

5 Besluit. Het tarief van de naheffingsaanslag voor het jaar 2014 is vastgesteld op 58,00. Voorgesteld wordt het tarief te wijzigen in 58,00 (tarief 2013 is 56,00). De parkeertarieven worden niet geïndexeerd. g. Reinigingsheffingen Afvalstoffenheffing Met de raad is afgesproken dat er scenario's worden ontwikkeld voor het realiseren van een beter scheidingspercentage met minder restafval tot gevolg. Er wordt een pilot uitgevoerd, waarbij het realiseren van een beter scheidingspercentage versus een adequate dienstverlening aan de burger aan de orde komt. De kosten van deze pilot zijn geraamd op en worden gedekt door de Afvalstoffenheffing. Voorgesteld wordt het tarief te wijzigen van 329,88 te wijzigen in 323,40. In het tarief voor 2014 is het aanwezige saldo in de egalisatiereserve verwerkt. De daling van het tarief wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere inzamelkosten (waaronder personeel), lagere kapitaalslasten en lagere doorbelasting van ondermeer veegvuil. Een specifiekere toerekening van de overheadkosten heeft ook een verlaging tot gevolg gehad. Daartegenover staan niet beïnvloedbare stijgingen van kosten van kwijtscheldingen en toegerekende BTW. Voorgesteld wordt het tarief voor de extra grijze 240 liter container te verhogen met het inflatiepercentage. Het tarief wijzigt van 402,36 in 414,45. Reinigingsrechten Alle tarieven zijn marktconform doorgelicht en waar nodig gewijzigd. h. Rioolheffingen Voor de eigenarenheffing riool wordt voorgesteld het tarief te wijzigen van 101,76 in 108,48. Voor de gebruikersheffing riool wordt voorgesteld het tarief te wijzigen van 59,04 in 63,12. Het tarief laat een stijging zien ten opzichte van 2013, als gevolg van de stijgende kapitaallasten over afgeronde investeringen en een specifiekere toerekening van lonen en overheadkosten. i. Scheepvaartrechten Voorgesteld wordt om de tarieven met het inflatiepercentage te verhogen. Oplossingsrichtingen: Niet van toepassing. Meetbare doelstellingen: Niet van toepassing. Financiële consequenties: Verwerkt in de begroting Communicatie: Na vaststelling van de begroting en de herberekende WOZ waarde, wordt bij de aanslag OZB een informatiefolder gevoegd. Daarnaast worden de belastingverordeningen bekendgemaakt is in een huis-aan-huis blad. Tarieven worden ook bekendgemaakt op internet en in de plaatselijke media. Monitoring/evaluatie: Niet van toepassing. blz. 5 van 7

6 Bijlage(n): concept verordeningen blz. 6 van 7