INHOUD. Clima Industries bvba versie 3.0 (14/11/2016) pag.1/19

Transcriptie

1 INHOUD Handleiding - Clima Utility Counterflow Voorschriften en veiligheid Algemene beschrijving... 3 Principe... 3 Opbouw kast... 3 Debieten... 5 Thermisch rendement... 6 Bypass Vrije koeling... 6 Bediening... 7 Hoog/Laag toeren... 7 Filters... 7 Verwarming / Koeling Installatie Plaatsing Afvoer condenswater Verbinding met het kanalenstelsel Elektrische aansluiting 1 : Standaard ventilatie Elektrische aansluiting 2 : Ventilatie/Verwarming/Koeling Bediening en Regeling Onderhoud Garantie pag.1/19

2 Handleiding - Clima Utility Counterflow Toepasselijk op volgende reeks: CLIMA 2000-A ECO Plus CLIMA 3000-A ECO Plus CLIMA 4000-A ECO Plus 1. Voorschriften en veiligheid Om een gezond binnenklimaat te waarborgen, is het zeer belangrijk om bij de dimensionering, de plaatsing en het onderhoud van deze toestellen, kwaliteitsvol werk af te leveren. Gelieve dan ook volgende regels zorgvuldig door te nemen: - Lees aandachtig deze handleiding vooraleer het toestel te installeren en/of te gebruiken. - De installatie dient te gebeuren door een erkend installateur. Bij zelfplaatsing dient steeds een vrijgave te gebeuren door een erkende installateur. Zoniet vervallen de garantievoorwaarden. - Bij de installatie dient nagegaan te worden, of er geen andere toestellen aanwezig in het gebouw, een overdruk of onderdruk creëren die de goede werking van dit toestel kunnen beïnvloeden. Omgekeerd dient ook gecontroleerd te worden of de ventilatie geen invloed kan hebben op de goede werking van andere toestellen zoals open gashaarden, lokale afzuiging, - De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden conform het AREI en de codex (wet op het welzijn). - Het toestel dient aangesloten te worden op een stopcontact of een elektrisch bord, voorzien van aarding. - Om elk gevaar van elektrocutie uit te sluiten, dient men steeds de elektrische spanning uit te schakelen, vooraleer het toestel te openen of te verplaatsen. pag.2/19

3 - De ventilatiegroep kan niet gebruikt worden om aan te sluiten op een dampkap of voor het afzuigen van agressieve of zeer vettige dampen. De functie van de ventilatiegroep is balansventilatie, en staat dus volledig los van een kortstondige ventilatie zoals een dampkap, rookgasafzuiging, - De inlaat van het ventilatiesysteem dient steeds aangesloten te worden op propere lucht, en dus niet in de buurt van afvalcontainers, drukke weg, rioolontluchting, schouwen, uitlaat dampkap, - Het kanalenstelsel waarop het toestel wordt aangesloten dient nauwgezet berekend te worden, zodoende de luchtsnelheden in de kanalen tot een aanvaardbaar minimum te beperken (max. 4 m/s). - Bij de selectie van de ventilatiegroep dient (indien van toepassing) het maximaal debiet vergeleken te worden met de minimumeisen van de wetgeving. 2. Algemene beschrijving Principe De Clima 2000/3000/4000-A toestellen zijn luchtbehandelingskasten (LBK) met warmte terugwinning. De LBK kan uitgebreid worden met koeling en/of verwarming. Dit betekent dat de afgezogen vuile lucht die naar buiten wordt geblazen (extractie) zijn warmte afgeeft aan de verse lucht die van buiten komt via een warmtewisselaar. Door de retourklep te openen kan er tevens een gedeelte van de extractie lucht in retour worden genomen. Dit kan interessant zijn bij het koelen of verwarmen van een ruimte. Default staat de retourklep in gesloten positie en is recirculatie optioneel. Opbouw kast De reeks 2000/3000/4000 ECO PLUS zijn LBK s die geschikt zijn voor buiten- en binnen opstelling. De groepen worden gelakt in een zwarte fijn structuur. De luchtgroep is voorzien van een aluminium tegenstroom warmtewisselaar met een rendement van 80%. Ze zijn opgebouwd uit dubbelwandige geïsoleerde panelen, vervaardigd uit aluminium. De panelen worden behandeld met poederlak (min. 100 micron laagdikte) en worden bewerkt met een behandeling die bij zoutsproei-neveltesten 1000 uren kan garanderen. De constructie is opgebouwd uit aluminium extrusie profielen met een wanddikte van 50 mm. De panelen worden met behulp van blindklinkmoeren bevestigd op de alu constructie. De dubbelwandige constructie is zowel binnen als buiten volledig glad en vrij van koude bruggen. De buitenpanelen worden volledig waterdicht afgewerkt. De afwerking voldoet aan het klimaattype kustzone. pag.3/19

4 De gebruikte isolatie in de dubbelwandige panelen is onbrandbaar (merk Recticel). De panelen hebben een isolatiewaarde van 0.57 W/m²K en minimum een totale geluidsdempingswaarde van 50 db. De LBK is opgebouwd als 1 geheel op een frame met een hoogte van min. 70 mm. De luchtgroep kan zowel verplaatst worden met een heftruck, als met hefbanden (torenkraan). Om gemakkelijk toezicht of onderhoud toe te laten, is de groep rondom opgebouwd uit verwijderbare panelen. Het paneel dat toegang verleent tot de sturing is voorzien van handvaten. De deuren zijn uitgerust met speciale in het paneel ingeklemde en geluiddempende isolatie, welke zowel bij onder- als overdruk een perfecte luchtdichtheid verzekeren. De groep is tevens voorzien van een supplementair en rondom overstekend dak. De maximum luchtsnelheid doorheen de netto sectie van de luchtgroep bedraagt 2,8 m/s. De nodige trillingsdempers zorgen ervoor dat er geen geluid van de ventilatoren overgedragen wordt naar de rest van het gebouw. De gebruikte servomotoren (merk Belimo) zijn geselecteerd in functie van de oppervlakte van de registers, en werken modulerend, en zonder pendeling. pag.4/19

5 Debieten Bij elk opgegeven debiet (zie technische fiche) wordt een resterende tegendruk gegarandeerd van 300 Pa. De debieten worden ingesteld (fabrieksinstellingen) bij productie. Het debiet kan via de REGIN bediening (externe display of display op de regelaar) gewijzigd worden. Bovenstaande kan eveneens via de E-tool software op de PC. Via een eenvoudige setup wordt de software geïnstalleerd en via een USB of TCP/IP poort van een pc kan verbinding gemaakt worden. Indien u dit wenst, vraag ernaar via info@climaindustries.com. Een elektrische voorverwarming in de aanzuig van de luchtgroep, zorgt voor een vorstbeveiliging tot -15 C. Op vraag wordt de uitblaas tevens van elektrische verwarmingsweerstanden voorzien die een constante inblaastemperatuur kunnen garanderen (OPTIE). De temperatuurvoelers worden in het aanzuigkanaal vuile lucht, aanzuigkanaal verse lucht en inblaaskanaal verse lucht geplaatst. Dit zijn PT 1000 sensoren. De luchtgroep is voorzien van laag verbruik gelijkstroomventilatoren die traploos gestuurd worden met een 0-10 V signaal. Een gestuurde bypass zorgt ervoor dat in de zomerperiode de warmtewisselaar kan omzeild worden (free cooling). Deze werkt op basis van binnen- en buitentemperatuur. Figuur 1: zuinige EC ventilator pag.5/19

6 Thermisch rendement In feite zou het resultaat van de warmteterugwinning kunnen gemeten worden aan het afzuigrooster en het inblaasrooster. Maar daartussen zitten heel wat componenten die deze warmteterugwinning beïnvloeden. (warmtewisselaar, ventilatorkast, buizennet, ). De fabrikanten kunnen zich alleen maar beperken tot het opgeven van het rendement van hun ventilatiegroep /warmtewisselaar. Het is belangrijk te weten dat alle warmteverliezen onderweg het algemeen rendement van de installatie doen dalen. Daarom is goede isolatie van het buizennet heel belangrijk (in het niet- geïsoleerd gedeelte). PRINCIPE warmtewisselaar Alle toestellen met warmte-recuperatie zijn standaard voorzien met een tegenstroom warmtewisselaar met een terugwinning tot 90 %. Bypass Vrije koeling In alle ventilatiegroepen met warmterecuperatie wordt er standaard een bypass klep voorzien met zomer- en winterstand. In de winterstand kan de lucht alleen maar door de warmtewisselaar passeren. In de zomerstand kan de buitenlucht, via een afzonderlijk kanaal dat geopend wordt, rechtstreeks in de te ventileren ruimte worden geblazen. Daardoor kan men bij koele zomeravonden op de grootste snelheid verse en koelere buitenlucht naar binnen brengen. Dit principe wordt free-cooling genoemd. De regeling van de bypass gebeurt automatisch en wordt elektronisch gestuurd door temperatuursensoren in het extractie en pulsie kanaal. Indien bepaalde temperatuurverschillen gemeten worden gaat de bypass open of dicht. pag.6/19

7 Bediening De bediening kan op verschillende manieren gebeuren (zie ook verder onder Bediening en Regeling op pagina 14): 3-standenschakelaar (standaard) 1: klok / 2: lage snelheid / 3: hoge snelheid (klok is standaard niet geprogrammeerd, waardoor 1 = ventilatie UIT tenzij klok programma) Domotica/gebouw beheer systeem via Modbus/BACnet/LON Hoog/Laag toeren Er kan standaard een klok geprogrammeerd worden met dag- en weekprogramma. Per dag zijn twee periodes instelbaar, dit voor iedere dag van de week. Er is ook een vakantieperiode beschikbaar. Standaard mag de ventilatie-unit op de laagste stand werken voor continu ventilatie. Bij meer dampen of vervuilde lucht (bv. bij gebruik van douche, veel mensen in de zaal, ) kunt u de ventilator manueel versnellen (via standenschakelaar zie boven) of kunt u automatische vraagsturing gebruiken. Dit doet u door sensoren op het toestel aan te sluiten. Standaard is er een aansluitingsmogelijkheid voor CO 2 meting (0-10 V) voorzien. Optioneel kunnen er ook andere sensoren aangesloten worden (bv. RH, VOC). Filters De filters zijn een essentieel bestanddeel van de luchtgroep. Het type filters bestaat uit: aanzuig verse lucht: M5; extractie vervuilde lucht: M5. Het is wel aangewezen uw filters minimum 3-maandelijks na te zien en zo nodig te reinigen. Alleszins jaarlijks dienen de filters vervangen te worden. Zodra het drukverschil over 1 van de filters 250 Pa overschrijdt, wordt een foutmelding uitgestuurd; vanaf dan kan het gewenste debiet dalen indien geen actie ondernomen wordt. De drukverschilmeting over de filters gebeurt via drukverschilmeters die ingesteld staan op 250 Pa en een max. bereik hebben van Pa. pag.7/19

8 Ieder jaar dienen de filters vervangen te worden. Bestelling kan via Indien het toestel met constant debiet werd geselecteerd, zullen de ventilatoren bij filtervervuiling sneller gaan draaien om het debiet constant te houden. Hiervoor meet de luchtgroep tussen 1 en 5 min. na het opzetten van de voedingsspanning de referentiedruk. Deze referentiedruk wordt opgeslagen. Bij het vervuilen van de filters verhoogd de tegendruk; hiervoor wordt het toerental automatisch verhoogd om hetzelfde debiet te kunnen garanderen bij deze hogere tegendruk. De ventilatoren zijn van het type EC en zijn traploos geregeld. pag.8/19

9 Verwarming / Koeling Als optie kan een batterij in het toestel CLIMA 3000 en 4000 geplaatst worden. Bij de CLIMA 2000 is dit een externe batterij. De batterij kan gebruikt worden voor verwarming, koeling of beide. De capaciteit van de batterij is 30 kw (regime 70/50 C). pag.9/19

10 3. Installatie Plaatsing De toestellen dienen trillingvrij geïnstalleerd te worden. Om nadien onderhoud toe te laten, is het aan te raden het toestel op een minimum afstand van 60 cm van een muur of wand te plaatsen. De deuren dienen rondom steeds bereikbaar te zijn voor onderhoud. De deuren (formaat 600x1200mm) moeten vrij kunnen geopend worden. Afvoer condenswater De toestellen zijn uitgevoerd met een dubbele condens afvoer (32x2 mm) op de sturingszijde van de luchtgroep. Beide condens afvoeren dienen aangesloten te worden op een gesloten sifon, om luchtlekken te vermijden. De condens afvoer dient bij buitenopstelling geïsoleerd te worden om bevriezing te vermijden. Condenswater ontstaat indien warme en koude lucht elkaar kruisen, waardoor de warme lucht zijn warmte afgeeft en dus condenseert. In de winterperiode kunnen de temperatuurverschillen tussen binnen en buiten hoog oplopen, waardoor een aanzienlijke hoeveelheid condenswater ontstaat. Het is dan ook zeer belangrijk dat de condens afvoeren verbonden wordt met buiten of via een sifon met de riolering. pag.10/19

11 Om bevriezing te voorkomen worden de luchtgroepen standaard van een antivries weerstand voorzien aan de toevoerzijde verse lucht. Vanaf een buitentemperatuur van -1 C of lager wordt de antivries weerstand automatisch ingeschakeld. Verbinding met het kanalenstelsel De ventilatiegroep dient luchtdicht verbonden te worden met het kanalenstelsel (gebruik hiervoor hulpstukken met rubber dichtingen en/of butyl tape). De kanalen dienen voldoende groot gedimensioneerd te worden om de luchtsnelheid te beperken tot max. 4 m/s. Aan de uitblaasmonden van de toestellen dient een geluidsdemper (of geluidsisolerende slang) geplaatst te worden indien nodig. De ventilatiegroep is standaard een rechtse uitvoering. Rechts betekent dat de verse buitenlucht onderaan rechts toekomt. Bij een linkse uitvoering is het net omgekeerd en komt de verse lucht onderaan links toe (een linkse uitvoering dient bij bestelling uitdrukkelijk vermeld te worden). De aansluiting van de kanalen (rechtse uitvoering) dient als volgt te gebeuren : pag.11/19

12 Toevoer verse lucht Uitblaas vuile lucht BINNEN BUITEN Aanzuig vuile lucht Aanzuig verse lucht Voor de plaatsing en de opmaak van een correct plaatsingsplan kunt u best beroep doen op een erkende installateur. Aansluitingen van het toestel naar buiten toe (dak of muurdoorvoer) dienen steeds geïsoleerd te worden, dit om condens vorming te voorkomen. Bij buitenopstelling, moeten de flenzen aan de BUITEN kant steeds voorzien worden van een afdek (schuine buis met grill of afdekkap), om water intrede te vermijden. De kanalen bovendaks aan de BINNEN kant worden best geïsoleerd. Voorgeïsoleerde buizen geschikt voor buitentoepassing zijn leverbaar door Clima Industries in diameter 315/355 en 400 mm. info@clima-industries.com Daar waar de kanalen een niet geïsoleerde ruimte of lokaal passeren, is het aan te raden om geïsoleerde kanalen te gebruiken of tussen de kanalen en het nietgeïsoleerde oppervlak de nodige isolatie aan te brengen, vb. tussen spiraalbuis en schuine kant dak. Er dient bij voorkeur steeds gewerkt te worden met ronde buizen met een glad binnen oppervlak, om de luchtweerstand tot een minimum te beperken. Op plaatsen waar dit niet mogelijk is, kan als alternatief een plat kanaal gebruikt worden met een evenwaardige oppervlakte, maar wordt daarna best zo snel mogelijk terug overgegaan naar een ronde buis. Ook flexibele leidingen hebben een hogere luchtweerstand en dienen zo veel als mogelijk vermeden te worden. Onnodig lange kanalen en vele en korte bochten dienen tevens vermeden te worden. De buitenroosters of dak doorvoeren moeten een vrije luchtdoorlaat hebben van min. 50% en moeten zodanig uitgevoerd zijn, dat noch regenwater, noch ongedierte in de kanalen kan terecht komen. De afstand tussen de aanvoer en de afvoerrooster (bij warmterecuperatie) dient min. 3 meter te zijn. pag.12/19

13 Bochten dienen tot een min. beperkt te worden. Reducties dienen bij voorkeur voorbij een bocht geplaatst te worden. Extra bochten dienen minimum een buigstraal gelijk aan 5 keer de diameter van het luchtkanaal te hebben. Elektrische aansluiting 1 : Standaard ventilatie Voor een normale elektrische aansluiting dient het toestel in principe niet open gemaakt te worden. De te maken aansluitingen kunnen allen gemaakt via een contactdoos bevestigd aan de buitenzijde van de groep. De hoofdschakelaar voorziet de luchtgroep van elektrische voeding. Hier dient de elektrische voeding (3 x 4 mm²), voorzien van de nodige beveiliging op aangesloten te worden. De witte contactdoos, dient voor het aansluiten van de sturingsdraden. De klemmen zijn voorzien van een nummer van 1 tot 15 : Hierbij een overzicht van de verschillende aansluitklemmen : Klem Omschrijving Draad 1 L Klok 1 (+ C 4) 2 U2 Halve Toeren 2 (DI2 72) Standenschakelaar 3 U3 Volle Toeren 3 (DI3 73) 4 Niet in gebruik 4 5 L(24V)Voeding CO2 Rood 6 N(24V)Voeding CO2 Blauw CO 2 sensoren 7 CO2 sturing Geel (AI4 35) 8 CO2 Sturing Wit (Agnd 90) 9 Vrij 5 10 Vrij 6 11 Vrij 7 pag.13/19

14 12 Vrij 8 13 Vrij 9 14 Vrij Vrij Aarding Geel/Groen Elektrische aansluiting 2 : Ventilatie/Verwarming/Koeling Hierbij een overzicht van de verschillende aansluitklemmen : Klem Omschrijving Draad 1 L Klok 1 (+ C 4) 2 U2 Halve Toeren 2 (DI2 72) Standenschakelaar 3 U3 Volle Toeren 3 (DI3 73) 4 Niet in gebruik 4 5 L(24V)Voeding CO2 Rood 6 N(24V)Voeding CO2 Blauw CO 2 sensoren (optionele instelling) 7 CO2 sturing Geel (AI4 35) 8 CO2 Sturing Wit (Agnd 90) 9 Verwarming/Koeling 5 (Agnd 90) 10 Verwarming/Koeling 6 (AO3 93) 11 Koeling vraag 7 (Gd0 10) 12 Koeling vraag 8 (DO3 13) 13 Warmte vraag 9 (Gd0 10) 14 Warmte vraag 10 (DO4 14) 15 Vrij Aarding Geel/Groen Bediening en Regeling De bediening van de ventilatiegroep gebeurt standaard met behulp van een 3- standenschakelaar, en het instellen van de parameters via de controller. De sturing van de LBK gebeurt met een CORRIGO E regelaar van het merk REGIN. Deze regelaar bewijst al vele jaren zijn dienst in de luchttechniek en laat bovendien diverse uitbreidingen toe zoals verwarming, koeling, klepsturing, warmtepomp etc. Standaard gebruiken we de E151-3 serie maar dit kan gewijzigd worden volgens de noden. De aansturing kan op verschillende manieren gebeuren (of een combinatie): pag.14/19

15 - 3-standenschakelaar (standaard) 1: klok / 2: lage snelheid / 3: hoge snelheid (klok is standaard niet geprogrammeerd, waardoor 1 = ventilatie UIT tenzij klok programma) - Domotica/GBS via Modbus/BACnet/LON - Sensoren (vraagsturing via CO 2, RH, VOC, aanwezigheid) (optie) - Constant debiet (optie) - Constant druk (optie) Bediening met 3-standenschakelaar Met behulp van een 3-standenschakelaar kan de luchtgroep op verschillende snelheden worden ingesteld. Stand 1 volgt de klok, dit is een weekprogramma waarin per dag 2 tijdsperiodes kunnen ingesteld worden. Er kan gekozen worden tussen Gereduceerd toeren en Normaal toeren. Indien er geen tijdsperiode ingevuld wordt, stopt de ventilatie. pag.15/19

16 Stand 2: Gereduceerd toeren (vast) Stand 3: Normaal toeren (vast) Instellingen kunnen gewijzigd worden via het DISPLAY, dit is ofwel voorzien op de regelaar in het toestel, ofwel als extern display. Standaard wordt met een extern display gewerkt. Er zijn 4 beveiligingsniveau s, elk met zijn rechten: gebruiker, operator, service, systeem. Bediening via externe display (op regelaar of apart): De externe display wordt via UTP kabel verbonden met het toestel. De bedrading is 4P4C. De contactdoos voor het aansluiten van de externe bediening bevindt zich eveneens aan de buitenzijde van de groep en sluit men aan als volgt: pag.16/19

17 Met deze bediening kunnen de diverse parameters van het toestel gewijzigd worden zoals kalender, snelheid ventilatoren, temperatuur. Afhankelijk van het gebruikersniveau kan de instellingen gelezen of geschreven worden. Voor meer uitleg over de bediening, zie beknopte en uitgebreide handleiding CORRIGO via / downloads / Nederlands / handleidingen. Bediening via de Corrigo E-TOOL software Met de software E-TOOL kunnen op een overzichtelijke wijze dezelfde instellingen gewijzigd worden als via de externe display. Dit is gebruikelijk voor servicetechniekers of installateurs die maatwerk moeten aanbieden. Voor standaard-units is de externe display voldoende om de basisinstellingen te wijzigen (zoals kalender, snelheid ventilatoren, temperatuur). Er kan connectie gemaakt worden via de USB poort (speciale connector nodig) of via TCP/IP (niet standaard op regelaar). Voor de software of USB connector neem contact via info@clima-industries.com De centrale print is bereikbaar door het verwijderen van de centrale deur aan de sturingszijde van de luchtgroep. Deze deur is voorzien van handvaten, en kan eenvoudig verwijderd worden door de pvc klemmen een kwart toer te draaien in wijzerzin. Na het verwijderen van het deurpaneel dient nog de afdekplaat van de sturingsprint verwijderd te worden. U kunt deze herkennen door de gele sticker die elektrocutiegevaar aangeeft. pag.17/19

18 N Standaard Instellingen ventilatie Ingangen/Uitgangen Analoge ingangen Analoge uitgangen AI1 Buitentemp AO1 Toevoer ventilator (TV) AI2 Retourlucht temp AO2 Afvoer ventilator (AV) AI3 Inblaaslucht temp AI4 CO2 opnemer Digitale ingangen Digitale uitgangen DI1 Filterbewaking DO1 Voorbehandeling anti-vries DI2 Gereduceerd toeren DO2 Wisselaar vraag, bypass DI3 Normaal toeren DO3 Alarmuitgang prioriteit A Instellingen Alarmen prioriteit A Retour gewenst 21 C Brandalarm Min inblaas gewenst 18 C Filter vervuiling Max inblaas gewenst 25 C Ventilator fout Uitgang normaal toeren TV 90% Oververhitting verwarmer Uitgang gereduceerd toeren TV 30% Uitgang normaal toeren AV 90% Uitgang gereduceerd toeren AV 30% Buitentemp voor activering voorverwarming -1 C pag.18/19

19 4. Onderhoud Het is aan te raden met uw installateur een onderhoudscontract af te sluiten, zodoende jaarlijks volgende punten te laten nazien : - status van de filters (ev. te reinigen of te vervangen) - status van de warmtewisselaar en de motoren - nazicht van de binnen en buitenroosters (afregeling debiet) Indien gewenst, kan er een cameraonderzoek gebeuren van uw kanalenstelsel. Dit om vast te stellen of een reiniging aangewezen is. Doorgaans is dit aangewezen na 5 jaar gebruik. Voor meer info, gelieve ons te contacteren. Een gespecialiseerde firma komt hiervoor ter plaatse. Op vindt u alle contactgegevens. 5. Garantie Er wordt door Clima Industries een garantieperiode van 2 jaar voorzien tegen het optreden van fabricatiefouten of verborgen gebreken. De garantie houdt in dat de defecte onderdelen gratis worden aangeboden aan de installateur. De ventilatiegroep wordt slechts door een nieuw exemplaar vervangen indien herstelling onmogelijk of te duur blijkt te zijn. Voor elke aanspraak op garantie dient aan volgende voorwaarden voldaan te zijn : - eventuele transportschade wordt binnen 48 uur na levering gemeld - een gedateerd aankoopbewijs kan voorgelegd worden - de fout is niet het gevolg van overspanning, slecht onderhoud of slechte installatie Onze algemene verkoopsvoorwaarden zijn van toepassing. Te raadplegen op pag.19/19