Bijlage: Mogelijke evaluatiecriteria voor leraren secundair onderwijs

Transcriptie

1 1 Bijlage: Mogelijke evaluatiecriteria voor leraren secundair onderwijs Met voorliggend document willen we alle aspecten van de functie van leraar in de evaluatie betrekken. Met deze brede evaluatie willen we de betrokken leraar 1 een zo duidelijk mogelijk beeld geven over zijn functioneren in de school. Deze mogelijke evaluatiecriteria zijn opgesteld op basis van het raamkader van functiebeschrijving zoals weergegeven in de Mededeling M-VVKSO Er worden binnen de scholengemeenschap best afspraken gemaakt over deze criteria zodat personeelsleden op een gelijkgerichte manier worden geëvalueerd. De evaluatiecriteria worden onderhandeld met de leden van het OCSG en deze criteria worden bij een protocol van akkoord ook opgenomen in het evaluatiereglement. Per evaluatiecriterium wordt een aantal richtvragen ter inspiratie meegegeven. We beklemtonen hierbij dat er steeds een duidelijke link moet zijn met de functiebeschrijving en dat de in de functiebeschrijving opgenomen concretiseringen ook in de evaluatie moeten terug te vinden zijn. Sterker nog: er kunnen in de evaluatie geen domeinen opgenomen worden die niet in de functiebeschrijving werden vermeld. Het is geenszins de bedoeling bij elk evaluatiecriterium een beoordeling (tussentijdse conclusie) te geven en de eindconclusie in het evaluatieverslag te laten bepalen door de som van afzonderlijke voldoendes en onvoldoendes bij elk evaluatiecriterium. In het evaluatieverslag wordt bij de gehanteerde evaluatiecriteria een motivering neergeschreven. De eindconclusie voldoende of onvoldoende wordt pas op het eind uitgesproken op basis van het gehele functioneren van het betrokken personeelslid. We adviseren om alleen de evaluatiecriteria zelf in het evaluatiereglement op te nemen en niet alle mogelijke richtvragen. Dit document is bovendien géén evaluatieverslag en mag dan ook zo niet gebruikt worden. Deel 1: de geïntegreerde lerarenopdracht 1. Planning en voorbereiding van de lessen EVALUATIECRITERIUM: LESVOORBEREIDINGEN / LESDOCUMENTEN Worden de lessen schriftelijk voorbereid? Is de agenda steeds vooraf ingevuld? Worden de noodzakelijke documenten ordelijk en zorgvuldig ingevuld? Worden er realistische lesdoelstellingen geformuleerd? Wordt er nagedacht over kernvragen, didactische hulpmiddelen, bordschema s Doet de leraar aan zelfreflectie en wordt de lesvoorbereiding bijgestuurd? EVALUATIECRITERIUM: LEERPLANNEN / JAARPLANNEN / EINDTERMEN Wordt er gebruik gemaakt van een uitgeschreven jaarplan? Wordt het jaarplan tijdig ingediend? Wordt het leerplan gevolgd of laat de leraar zich leiden door het handboek? Is het leerplan voldoende gekend? Wordt het bereiken van de eindtermen nagestreefd? Is er aandacht voor vakoverschrijdende eindtermen? 1 We gebruiken in de tekst enkel de hij-vorm. Hij, zijn en leraar staan evenzeer voor zij, haar en lerares.

2 2 2. Het lesgeven zelf EVALUATIECRITERIUM: KLASMANAGEMENT Komt de leraar steeds op tijd in zijn les? Kent de leraar de leerlingen bij naam? Wordt er gepast gereageerd op storend gedrag? Worden er duidelijke eisen gesteld? Doet de leraar inspanningen om een sfeer van respect en vertrouwen te creëren? Heeft de leraar de klas in de hand? EVALUATIECRITERIUM: VAKKENNIS Worden er inhoudelijke fouten gemaakt? Heeft de leraar voldoende achtergrondkennis? Is de leraar enthousiast over zijn vak? EVALUATIECRITERIUM: WERKVORMEN / DIDACTISCHE HULPMIDDELEN Wordt er gevarieerd in werkvormen? Staat de leraar open voor nieuwe didactische werkvormen? Worden de didactische hulpmiddelen op een efficiënte manier gebruikt? Voelt de leraar zich medeverantwoordelijk voor het didactisch materiaal? EVALUATIECRITERIUM: TAAL Gebruikt de leraar een verzorgde taal? Is de leraar verstaanbaar? Eist de leraar van de leerlingen een correct taalgebruik? EVALUATIECRITERIUM: VEILIGHEID / INFRASTRUCTUUR Worden de veiligheidsvoorschriften gevolgd? Heeft de leraar aandacht voor de veiligheid van de leerlingen? Draagt de leraar zorg voor de infrastructuur? 3. De klaseigen leerlingenbegeleiding EVALUATIECRITERIUM: OMGANG / ATTITUDES Is de leraar spontaan en hartelijk in de omgang? Is er een goed evenwicht tussen hartelijk en streng? Is de leefhouding van de leraar een voorbeeld voor de leerlingen? Heeft de leraar aandacht voor de leer- en leefhoudingen van de leerlingen?

3 3 EVALUATIECRITERIUM: ZORG / LEREN LEREN / LEERLINGENDOSSIER Worden de afspraken over leerlingen met gedrags-, leer-, psychosociale en gezondheidsproblemen opgevolgd? Heeft de leraar geduld met de leerlingen? Heeft de leraar aandacht voor remediëring? Heeft de leraar aandacht voor de kwetsbare leerlingen? Kent hij hun noden? Heeft de leraar aandacht voor cultuurverschillen, verschillende leerstijlen Heeft de leraar aandacht voor correcte leerlingennotities? Worden er tips gegeven betreffende leren leren? Wordt het leerlingendossier correct aangevuld? Behandelt de leraar de vertrouwelijke informatie op een correcte manier? 4. De evaluatie van de leerlingen EVALUATIECRITERIUM: FREQUENTIE / FEEDBACK Wordt er geregeld geëvalueerd? Worden de resultaten op tijd en volgens de afspraken ingediend? Worden de evaluatiedocumenten (tijdig) terug gegeven aan de leerlingen? Wordt er klassikale feedback gegeven? Wordt er extra oefeningenmateriaal gegeven als ondersteuning en remediëring? Wordt er rekening gehouden met de taakbelasting bij de leerlingen? EVALUATIECRITERIUM: FORMULERING / NORMEN Worden de vragen duidelijk en ondubbelzinnig geformuleerd? Zijn de evaluaties in overeenstemming met de leerinhouden en aangepast aan de doelgroep? Hanteert de leraar een correcte verhouding tussen kennis, vaardigheden, inzicht, attitudes? Worden de taalzwakke leerlingen ondersteund bij het lezen/begrijpen van de vraagstelling? Wordt niet alleen het product, maar ook het proces geëvalueerd? Ziet de leraar het totaalbeeld van de leerling of wordt alleen op het eigen vak gefocust? 5. De nascholing EVALUATIECRITERIUM: AANBOD / DOCUMENTEN Worden de aanvraag-, inschrijvingsformulieren en evaluatiedocumenten nauwkeurig ingevuld? Worden de aanvraag-, inschrijvingsformulieren en evaluatiedocumenten op tijd afgegeven? Neemt de leraar zelf initiatief om nascholing(en) te volgen? Volgt de leraar onderwijsvernieuwingen kritisch op? EVALUATIECRITERIUM: VERWERKING Worden de resultaten van een nascholing uitgewisseld en besproken met de collega s? Worden nieuwe ideeën van een nascholing in de lessen geïmplementeerd?

4 4 6. Het overleg en de samenwerking met de directie, collega s, ouders, het CLB EVALUATIECRITERIUM: OMGANG MET DIRECTIE / COLLEGA S Handelt de leraar loyaal en respectvol ten opzichte van de collega s en de directie? Is de leraar aanspreekbaar en collegiaal? Komt de leraar de afspraken van de vakgroep, de klassenraad, het CLB na? Neemt de leraar vlot deel aan gesprekken? Heeft de leraar respect voor het werk van het onderhoudspersoneel? Is de leraar bezorgd om een aangenaam werkklimaat? EVALUATIECRITERIUM: OMGANG MET OUDERS Maakt de leraar tijd vrij voor gesprekken met ouders? Blijft de leraar ook rustig bij moeilijke gesprekken? Handelt de leraar respectvol ten opzichte van de ouders? Deel 2: de instellingsgebonden opdrachten EVALUATIECRITERIUM: BELEIDSONDERSTEUNENDE OPDRACHTEN (mentor, graadcoördinator, ICT-coördinator ) Houdt het personeelslid zich aan de afspraken en de deontologische code zoals overeengekomen in de respectievelijke functiebeschrijvingen (mentor, graadcoördinator, ICTcoördinator )? Stelt het personeelslid zich blijvend loyaal op ten opzichte van de school en verloopt de samenwerking op een collegiale en ondersteunende manier? EVALUATIECRITERIUM: NIET-BELEIDSONDERSTEUNENDE OPDRACHTEN (klassenleraar, werkgroepen, toezicht ) Houdt de leraar zich aan de afspraken zoals die in de schoolinterne documenten zijn opgenomen (vademecum, visieteksten, intranet )? Heeft de leraar aandacht voor een correct taalgebruik, respectvolle omgang? Voert de leraar de toezichten stipt uit? Treedt de leraar gepast op? Werkt de leraar op een collegiale manier samen met de andere personeelsleden? Is de leraar kwaliteitsvol aanwezig (interesse voor de leerlingen, aanspreekbaar )?

5 5 Deel 3: de instellingsspecifieke doelstellingen EVALUATIECRITERIUM: OPVOEDINGSPROJECT / EVANGELISCHE BEWOGENHEID Leeft de leraar de waarden van het opvoedingsproject voor? Durft de leraar getuigen vanuit de waarden van het opvoedingsproject? Werkt de leraar mee aan pastorale activiteiten van de school? Leeft de leraar christelijke waarden voor? EVALUATIECRITERIUM: SCHOOLREGLEMENT Gaat de leraar zelf correct om met regels binnen de school? Maakt de leraar tijd vrij om met de leerlingen regels in dialoog te bespreken? EVALUATIECRITERIUM: ENGAGEMENT Doet de leraar spontaan mee aan schoolactiviteiten? Is de leraar spontaan aanwezig op infodagen, openschooldagen, schoolfeesten? Neemt de leraar zelf initiatief? Deel 4: de persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen EVALUATIECRITERIUM: WERK- EN AANDACHTSPUNTEN Houdt de leraar rekening met de werk- en aandachtspunten uit vorige functioneringsgesprekken? Tracht de leraar zijn functioneren te verbeteren naar aanleiding van de opmerkingen uit een vorig evaluatiegesprek?