Vergadering van het Centraal College van Deskundigen Archeologie

Transcriptie

1 Vastgesteld verslag Vergadering van het Centraal College van Deskundigen Archeologie Datum : Maandag 9 mei 2016 Plaats : Het Waterschapshuis, Amersfoort Tijd : uur Kenmerk : SIKB-CCvD Archeo_N_16_9 mei 2016 Aanwezig Werkt bij Afgevaardigd door / rol Drs. M. Verbruggen RAAP Archeologisch Advies VOiA Drs. P. Fijma Greenhouse Advies NVVA Dr. E.F. Gehasse RWS RWS Dhr. J. Hendriks ADC Archeoprojecten NVAO Drs. L. Wouters Provincie Utrecht IPO/IWC Dhr. J. van den Bosch SOB Research NVAO Drs. J. de Boer Waternet UvW Drs. B. Smit Rijksdienst Cultureel Erfgoed RCE/Rijk a/i Drs. S. Boogert Erfgoedinspectie EGI/Rijk Drs. M. Wispelwey Regio Noord-Veluwe CGA Prof. Nico Roymans Vrije Universiteit Archon Voorzitter Mr. K. Meijler Afwezig Dhr. M. van Gelderen BPD NEPROM Dr. D. Wesselingh Gemeente Rotterdam CGA Drs. E. Westerman Archeolink VOiA Prof. H. Fokkens RUL ARCHON Gasten Jelle de Boer (SIKB - auteur) Walter de Koning (Programmadirecteur) Toehoorders/toelichters Rolf van Thoorn (UvW) Harrie Winteraeken (UvW) Nathalie Vossen (agp 4) Kinie Esser (BAP) Jan Schoneveld (ArCeBu) Arthur Griffioen (BAN) Agp 3c Marjolein Verschuur (RCE/OCW) Agp 3c Joost Kuggeleijn (OCW) Verslag Drs. E.N. Wieringa (EW) 1 Opening, vaststellen van de agenda - Aftreden en opvolging Jan de Boer/ UvW De vz opent de vergadering en heet de leden en toehoorders welkom. Verhinderd zijn Harry Fokkens (wordt vervangen door Nico Roymans), Martijn van Gelderen, Dieke Wesselingh en Elsbeth Westerman. Vertegenwoordigers van OCW schuiven om aan. De vz neemt afscheid van Jan de Boer en dankt hem voor zijn gedane werk voor de archeologie in de waterwereld. Harry Winteraeken zal hem gaan vervangen. Rolf van Thoorn is zijn vervanger. De agenda wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 2 Vaststellen nieuwe KNA leidraad Archeobotanie - Het ontwerp van de leidraad heeft ter kritiek gelegen. De ingekomen reacties zijn verwerkt in de Nota

2 - 2 - van Wijzigingen en voorzien van een advies (Nota van Wijzigingen, bijlage 2) - Het CCvD wordt gevraagd in te stemmen met het advies en de Leidraad vast te stellen. Daarna kan de tekst van de leidraad definitief gemaakt worden en kan de leidraad voor gebruik worden vrijgegeven. De Vz geeft aan dat er enkele reacties op de leidraad gekomen zijn. Daarop is een reactie van auteurs gekomen. Het CCvD heeft daarbij geen verdere opmerkingen. Het CCvD neemt het volgende besluit Het CCvD stemt in met de voorgestelde wijzigingen, waarmee de leidraad is vastgesteld en kan worden vrijgegeven voor gebruik Vaststelling BRL 4000 en KNA protocollen Op 29 februari jl. heeft het CCvD de teksten van de KNA protocollen en de BRL 4000 vastgesteld, onder voorbehoud van een aantal zaken. Deze worden in dit agendapunt achtereenvolgens als agendapunt 3b t/m 3d behandeld. Tevens hebben deze punten, vooruitlopend op mogelijke besluitvorming, een plaats gekregen in de documenten zoals die definitief moeten worden vastgesteld onder agendapunt 3e. Daarvoor wordt voorgesteld om eerst te starten met mededelingen rond de EVC/actorenproblematiek. De laatstgenoemde is mogelijk van invloed op de BRL. 3a Actoren/EVC Mededeling en bespreking EVC- regeling De heer Van Wetten (die de destijds geldende EVC-procedure heeft gevolgd) een mail aan diverse personen in de archeologie gestuurd waarin hij bezwaren uit over de EVC-regeling i.r.t. een uitgevoerde audit (Hobeon-rapport) voor de EVC-regeling waarop SIKB in de ogen van Van Wetten niet adequaat gehandeld heeft. In de audit werden tekortkomingen geconstateerd. Naar aanleiding van deze mail heeft CCvD-lid Jente van den Bosch een mail gestuurd aan het CCvD. Tevens verzoekt Van den Bosch/NVAO om de oude actorenproblematiek alsnog op te lossen. De vz vraagt om een zakelijke bespreking, ondanks de beladenheid van dit onderwerp. Het is de afgelopen jaren vaak onderwerp van gesprek geweest in het CCvD en ook in het bestuur van SIKB. Het bestuur heeft expliciet aangegeven graag eerst een risico analyse te zien voordat besluiten definitief gemaakt kunnen worden. De vz vraagt om eerst de stukken uit het verleden te bespreken en daarna de situatie vanaf 1 juli 2016 te behandelen. Jente van den Bosch (JvdB) licht de stukken toe. M.n. het Hobéon rapport, daar is men binnen de NVAO erg van geschrokken. Het is zeker geen persoonlijke kritiek op het programmabureau (Pb), maar dit rapport had wel openbaar moeten zijn. Kunnen we, de leden van het CCvD, er nu in de toekomst op rekenen dat we juist en volledig geïnformeerd worden? Walter de Koning (WdK) geeft namens het PB reactie. Hij heeft moeite met de framing die blijkt uit de brief van de JvdB/NVAO. Het CCvD heeft in het verleden het maximale gedaan voor veel actoren en voor velen is een passende oplossing geboden. Helaas waren er ook mensen die - ook met die extra mogelijkheden in de hand - niet aan de eisen van het BAMZ konden voldoen. Er zit achter de mail en Toelichtende notitie de suggestie dat een eventueel anders ingerichte EVCprocedure de deelnemers ook een andere uitslag (tav het hebben van voldoende academische competenties m.b.t. archeologie) zou hebben opgeleverd. Dat is niet juist: het bepalen van de competenties is gedaan door de universiteiten. Er is geen sprake van geheimhouden van het rapport. Het betreft een concept voor een initiële audit als een eerste stap in een procedure en die procedure (lees: EVC) is stopgezet nav het besluit CCvD om de EVC-regeling niet blijvend te maken. Het is daarmee geen belangwekkend rapport, maar een concept-rapport dat vroeg om actie als je de EVC-erkenning wilde behalen. Stopzetten had geen relatie met de opmerkingen van Hobéon, maar het op wens van het CCvD eindigen van de EVCregeling. Doorzetten paste ook niet in de gedachte van het BAMZ en SIKB had dan zelf MA-diploma s

3 - 3 - moeten gaan afgeven, dat was en is geen optie. WdK refereert daarnaast aan het verzoek om informatie ( verzoek tot opheldering ) van het pas opgerichte EVC- Kenniscentrum. Vragen van dat bureau zijn diezelfde dag door SIKB beantwoord. Verouderde documenten zijn van site verwijderd. In stuk van NVAO wordt gesteld dat het EVC- Kenniscentrum overweegt stappen jegens SIKB te ondernemen. Het EVC-bureau zag en ziet echter geen aanleiding om stappen te zetten. Vanaf 1 juli a.s. is er een andere situatie omdat het CCvD dan zelf aan zet is t.a.v. het al dan niet handhaven van de diploma-eis. De vz vraagt de leden om reactie. De heer Roymans (Archon) is zeer onaangenaam verast door de stukken van Van den Bosch. Wat hem gestoord heeft is dat nu op basis van het Hobéon rapport de EVC-procedure volledig in twijfel wordt getrokken, terwijl de opmerkingen in het auditrapport voornamelijk procedurele zaken betroffen. De universiteiten hebben het werk naar eer en geweten gedaan. Archon herkent zich absoluut niet in de notitie en staat volledig achter de wijze waarop het werk door hen is gedaan. De NVAO vraagt of dit rapport bij Nathalie Vossen, die de evaluatie destijds uitvoerde, bekend was? WdK reageert dat Nathalie Vossen waarschijnlijk het rapport niet had, maar dat stemt overeen met de lijn dat hij dat rapport niet relevant achtte vanwege het stopzetten van de erkenningenprocedure. Het antwoord op de vraag of het CCvD (SIKB) aan alle vereisten van de rechtelijke uitspraak hefet voldaan is ja. Dat is op verzoek van het SIKB-bestuur door een advocaat onderzocht n.a.v. het aflopen van de termijn van de rechtelijke uitspraak. De EGI reageert dat de strekking van de rechtelijke uitspraak was dat het nodig was om een afweging van belangen (diploma-eis versus economische belangen van degenen zonder diploma die wel archeologisch werk verrichten) te maken en niet om iedereen in staat te stellen om als actor aangemerkt te worden. De NVAO is van mening dat het CCvD dat rapport van Hobéon bij de besprekingen in 2012 wel had moeten hebben. Want het is afkomstig van een onafhankelijk instituut en daarmee van belang bij de evaluatie. De vz rondt de bespreking van het verleden af. Koers eisen aan Actoren vanaf 1 juli 2016 n.a.v. voorstel NVAO Per 1 juli vervalt het BAMZ en daarmee de bij wet verplichte diploma-eis MA Archeologie. Het CCvD is daarmee vanaf die datum in de positie om te besluiten over het vervallen of handhaven van de diploma-eis. De NVAO verzoekt het CCvD om een besluit te nemen met betrekking tot de eerder besproken actorenproblematiek. Het CCvD heeft op 1 juni 2015 de NVAO verzocht om een te komen met een voorstel dat voldoet aan de destijds vastgestelde criteria. De heer Jente van den Bosch heeft voorafgaand aan de vergadering een notitie opgesteld met een voorstel voor het oplossen van de actorenproblematiek in de vorm van een, kort samengevat, generaal pardon voor een aantal actoren. Het voorstel van de NVAO ter oplosssing van de actorenproblematiek: 1. Archeologen, die voor 1 oktober 2001 gravend onderzoek uitvoerden of aanstuurden (AO, IVO-P, of AB) en archeologen die voor 1 november 2005 booronderzoek uitvoerden of aanstuurden (IVO- Overig), worden vrijgesteld van de opleidings- en diploma eisen. De voornoemde werkzaamheden moeten zijn uitgevoerd onder een aantoonbaar dienstverband. Tevens moet worden aangetoond dat het werkzaamheden betrof waarbij de actor als archeoloog inhoudelijk betrokken was. 2. Voor de actoren die voldoen aan de onder 1. gestelde eisen gelden dezelfde eisen met betrekking tot de hoeveelheid vereiste werkervaring en het aantal vereiste publicaties, als voor alle andere actoren. Dit met uitzondering van de eis dat de werkervaring moet zijn opgebouwd na afstuderen. 3. Voor de bewijsvoering voor het voldoen aan de onder 1. en 2. Omschreven eisen gelden dezelfde voorwaarden voor bewijsmiddelen als voor alle andere actoren.

4 De onder 1. en 2. vastgelegde vrijstellingen worden - als clausulering - opgenomen in de betreffende paragraven van de BRL en de KNA. De vz constateert dat Van den Bosch persoonlijk betrokken is. Tijdens vorige vergadering was dat geen belemmering en dat is ook nu het geval. De vz heeft voorafgaand aan de bespreking een aantal vragen bij het voorstel: - heeft het voorstel betrekking op de situatie na 1 juli a.s.? Daarop is het antwoord van de NVAO: ja - Er wordt gesproken over actoren vóór 2001 en resp daarmee is economisch belang relevant. Is dat belang anno 2016 nog steeds actueel? Als het antwoord daarop nee is, moet je dan kunnen herintreden? De NVAO reageert hierop dat door de crisis banen verloren zijn, bovendien wil je als werkgever ook kwaliteit, dat is ook een borging en daarnaast straks nog de controles door CI s en bevoegde overheden. Borging is er dus. - Hoe moet dit door de betreffende persoon worden aangetoond straks? De NVAO reageert dat dit door dezelfde toetser gedaan wordt als voor de andere actoren om in het Register te worden opgenomen. De VOiA heeft geen commentaar op de EVC-procedure, maar wil wel een oplossing voor de groep die toen buiten de boot viel wel. Archon kijkt daar anders tegenaan. Dit is een algemene pardonregeling en het is niet verstandig om mensen die toen (tijdens de EVC) niet voldeden om die nu wel toe te laten, zeker m.b.t. tot de Senior status. Dat is de inhoudelijke pijler in het stelsel. Senioren bepalen de koers middels het PvE en dat moet door mensen met de juiste kennis uitgevoerd worden. De VOiA is het daarmee eens. De kennis moet er zijn, maar er is nooit op gehandhaafd. De NVAO is het daarmee eens. De EGI geeft daarop aan dat handhaving cf afspraak lopende de EVC-regeling ook niet is gedaan. De RCE geeft aan dat zij vooral gekeken heeft of een organisatie voldoende leidinggevenden/senior archeologen in huis had. De vz geeft aan dat doorgroei naar de Senior-status ook onderdeel van het besluit is. Het CCvD is nu zelf aan zet. RWS reageert het lastig te vinden om te besluiten als nu ook de periode na 2001/2005 betrokken wordt bij het bepalen van werkervaringsjaren zeker als daarna ook de handhaving nooit werd ingevuld. Het is lastig te overzien wat en waarover we dan als CCvD besluiten. De UvW vraagt om welke aantallen het gaat? De vz grijpt hierop terug op de kwantitatieve analyse. Dat veroorzaakte toen meer discussie dan dat het oplossend was. Het is een complex verhaal. De UvW reageert op een eerdere opmerking van de NVAO dat werkgevers ook een borging zijn bij het inzetten van de juiste actoren. Dat is geen garantie het komt niet overeen met de praktijk, want het gebeurt wel degelijk. Het CGA is voorstander van een pardonregeling ook al is onbekend om hoeveel personen het gaat. Het probleem moet de wereld uit. IPO is verbaasd over de kennelijke instemming bij de andere leden. Ook de tijdspanne is van belang: gegeven de 2 peiljaren 2001/2005 zouden deze ook de grens moeten zijn voor de op te voeren ervaringsjaren t.b.v. het verkrijgen van de actorstatus. De NVAO reageert hierop dat ook werkervaring na die jaren zou moeten meetellen. Hierop ontstaat discussie over welke groep het gaat cf het voorstel van de NVAO. De NVvA geeft te kennen achter het voorstel van de NVAO voor een pardonregeling te staan. Archon is tegen een pardonregeling: je maakt hiermee de hele EVC-regeling tot een wassen neus. Kan Archon zich daarmee nog handhaven in het CCvD aangezien het voor hen een principieel punt is. Wat zeg je straks tegen mensen die de EVC-regeling wel doorlopen hebben? De vz geeft aan dat dit om een zeer klein aantal personen gaat en dat een voorbehoud is gemaakt door het SIKBbestuur, zij willen immers een risico analyse. IPO vraagt naar beter zicht op het probleem: om hoeveel mensen gaat het en waarom zijn zij buiten

5 - 5 - de boot gevallen. De vz concludeert voorzichtig dat een meerderheid zou kunnen instemmen met het voorstel van de NVAO, beperkt tot de opleidingseis en uitgaande van de peiljaren 2001 en Er lijkt geen draagvlak om ook personen toe te laten door ervaringseis/aantal vlieguren te laten vallen, noch om ervaringsjaren illegaal opgedaan na de peildata te laten meetellen voor het verkrijgen van de (senior) actorstatus. Hierbij ook vermeldend dat er leden zijn die tegen een pardonregeling zijn en leden met een grote aarzeling. De vz schat in dat bij aanwezigheid van de afwezige leden de verhouding niet anders had gelegen. Per mail heeft NEPROM laten weten voor het voorstel van de NVAO te zijn. Na enige discussie wordt deze conclusie getrokken. Het Pb schat in dat het voorstel juridisch uitvoerbaar is. EVC-actoren van toen hebben immers gedaan wat toen in de wet werd vereist. Het CCvD neemt het volgende besluit Het CCvD stemt in met het voorstel voor de pardonregeling. Kaders dienen nog nader te worden uitgewerkt en er wordt een risico analyse op uitgevoerd. 3b Terugkoppeling overleg met de RvA/Eisen aan het KMS - Terugkoppeling van het overleg met de RvA (Maarten Wispelwey, Jente van den Bosch) Het CGA geeft bij monde van Maarten Wispelwey een terugkoppeling van het gesprek met de RvA. Wel of geen KMS kwam als agendapunt regelmatig terug. Vanuit het Pb werd telkens aangegeven dat het KMS verplicht is volgens de RvA, waarop het gevoel ontstond dat men niet gehoord werd. Het gesprek met de RvA was plezierig. Wat duidelijk werd dat de eis om een KMS te hebben uit ISO een aanbeveling is, een should. Het is geen plicht of eis, maar wel een aanbeveling die je helpt om een balans te vinden tussen het eigen kwaliteitssysteem en de frequentie van de externe audits. Dat was een belangrijke toevoeging: doe je veel (bv interne audits)dan hoeft de CI minder vaak langs te komen en doe je minder dan heb je vaker een CI over vloer, zo simpel is het. Die flexibiliteit is er dus. Jelle de Boer vult aan dat er een balans is maar dat het achterwege laten van het KMS voor CI s nieuw zal zijn. Een CI moet immers wel gerechtvaardigd vertrouwen in de organisatie hebben. Wat is de balans en wat zijn de kaders als er een KMS ontbreekt, daar moet je wel in de BRL iets over zeggen. Wat zijn de opties met en wat zijn de opties zonder KMS? De NVAO wil graag naar een reëel systeem en niet teveel in een discussie treden over of wel of geen KMS en meer kijken naar de inhoud. RWS wat is erop tegen om het te hebben en te eisen via de BRL? Je hebt het toch nodig voor je eigen bedrijfsvoering. CGA: het was geen angst, maar meer zoeken naar de verplichting, klopte die wel. Het Pb bleef steeds verkondigen dat het een wettelijk verplicht onderdeel was (namelijk geëist door RvA). Ondanks vragen en ingebrachte informatie, bleef het Pb bij haar standpunt. Het CGA voelde zich eerder niet gehoord in het CCvD. Nu blijkt dat het Pb onterecht steeds heeft volgehouden dat het een verplicht onderdeel is. Het CGA zou graag ondubbelzinnig verwoord zien dat het KMS een aanbeveling is een geen verplichting. RWS wat is erop tegen om het te hebben en te eisen via de BRL? Je hebt het toch nodig voor je eigen bedrijfsvoering. CGA: het was geen angst, maar meer zoeken naar de verplichting, klopte die wel. Het CGA voelde zich eerder niet gehoord in het CCvD. De VOiA vult aan dat zij erg blij zijn met het KMS, je weet meer over je eigen bedrijf dan je ooit had durven dromen. Wat nu in de BRL staat is logisch en ook niet te zwaar. De NVAO vult aan dat de administratieve verplichtingen wel enorm gegroeid zijn. De vz geeft aan dat je ook daarin kunt variëren. Je kunt kiezen voor een lichte en zware variant. Wat wil het CCvD? Moet de BRL nu aangepast worden? Het CGA wil dat graag, maar vul dan wel aan wat de consequenties zijn. Het voorstel is uiteindelijk de tekst te laten zoals het is, maar wel met een toelichting en indien mogelijk voorbeelden. De NVAO komt in nog met voorstellen en wil dit amenderen. Het CCvD neemt het volgende besluit De tekst BRL wordt op dit punt niet fundamenteel gewijzigd en gaat uit van een KMS.

6 - 6-3c Reactie OCW op de BRL en de protocollen Bij dit punt schuiven ook de betrokken medewerkers van OCW/RCE aan en worden welkom geheten door de vz. De vz meldt vooraf dat er op het punt van het depot nog een mailwisseling is geweest tussen OCW en het Pb. Er waren opmerkingen vanuit OCW dat opgraver bepaalt wat cultureel erfgoed is, een depothouder kan wel afstand doen van zijn eigendommen. Hiervoor is een voorstel voor een nieuwe passage geformuleerd, die wordt gedeeld met het CCvD tijdens de vergadering. Op dat punt wordt de volgende gewijzigde tekst voorgesteld: "Vanaf het moment dat de vondsten en monsters zijn opgegraven kan de depothouder wel aangeven of hij afstand wil doen van vondsten en monsters, omdat deze naar zijn mening niet bewaard hoeven te blijven. Hiervoor zijn richtlijnen voor selectie en deselectie opgesteld (zie PS06). De certificaathouder past deze richtlijnen toe bij de selectie in het veld en het opstellen van het selectierapport ". Voetnoot: de Erfgoedwet bepaalt dat alle vondsten aan de depothouder worden geleverd. De richtlijnen selectie / deselectie voorzien er in dat niet alles wat gevonden wordt, bewaard zal worden. De eigenaar (meestal de depothouder) kan bepalen dat niet overgedragen hoeft te worden, maar dat de opgraver in het veld (fase 1) of bij uitwerking (fase 2) mag deselecteren. IPO kan zich in de tekstwijzigingen vinden, met uitzondering van naar zijn mening De tabellen zijn algemeen vastgesteld en die zinsnede devalueert de tabellen. Dit wordt aangepast. Actie uitzoeken en aanpassen in de tekst - Programmabureau. RWS vraagt wie nu beslist? Toegelicht wordt dat de depothouders vooraf aangeven wat zij niet willen hebben. Maar bij uitzonderingen kan daar vanaf geweken worden. UvW houdt dit nog steeds in dat vondsten vernietigd worden? Nee, dat volgt daar niet uit. Gedeselecteerde vondsten worden verwijderd cf opgave van de depothouder en de KNA specificatie OS13. Dit zal veelal vernietigen betekenen, maar kan ook overdracht aan derden inhouden (bijvoorbeeld aan een historische vereniging). Actie uitzoeken en aanpassen in de tekst - Programmabureau. Het punt van de digitale aanlevering van projectdocumentatie en het aanleveren aan eigenaar en e- depot. IPO is daar geen voorstander van. Dit vanwege de 1 loket wens, waar door provincies hard aan wordt gewerkt en dat proces wordt hiermee niet in positieve zin gestimuleerd. Het betrouwbaar opslaan van betrouwbare data komt in het gedrang wanneer het op afzonderlijke locaties wordt aangeleverd en bewaard. De VOiA reageert dat ondernemers hebben gelobbyd voor het uitwisselingsprotocol en 1 loket. Nu zijn bedrijven net BOL.com. Bedrijven willen niets liever dan 1 loket, het kost anders heel veel werk. De VOiA stelt voor om dat dan de eigenaar te laten zijn. Jelle de Boer licht toe dat het een lange discussie is geweest in de commissie met het aanleveren aan dh/eigenaar via het edepot als de beste oplossing. OCW reageert dat zij heeft geconstateerd dat niet alle depots bij het e-depot kunnen omdat ze simpelweg nog niet zo ver zijn. Het gaat niet alleen om de provinciale, maar ook om gemeentelijke depots. De vz stelt voor dat waar mogelijk rechtstreeks aan een e-depot wordt geleverd. Dit wordt in de tekst aangepast. Actie aanpassen in de tekst - Programmabureau. De NVAO vraagt naar pag 2 de paragraaf over nieuwe toetreders. Het voorstel is om dat te beperken tot eens in de 4 jaar een tijdelijk certificaat. Het Pb vraagt waarom deze bepaling om een uitzondering te maken voor nieuwe partijen niet in de BEA is opgenomen? OCW reageert dat dit op termijn wel zal gebeuren. Ook wordt gevraagd naar de taaleis. Marjolein Verschuur licht toe dat dit vanuit de Dienstenrichtlijn

7 - 7 - door de RvS is opgemerkt. Daarmee ontkom je er niet aan. De taaleis mag niet beperkt worden tot de Nederlandse taal. Het toevoegen van Engels en Duits ligt dan het meest voor de hand. Het CCvD gaat akkoord met het toevoegen van het Duits als taal, naast het Engels. Het CGA vraagt naar de rol van het bevoegd gezag bij het goedkeuren van rapporten. Kan het zo zijn dat een niet goedgekeurd rapport in Archis komt? Eerder is afgesproken dat er een vinkje in Archis komt om aan te geven of een rapport is goedgekeurd. OCW heeft ook gereageerd op de termijnen die nu gesteld worden aan andere overheden bij het PvE/bij onvoorziene vondsten. Dat kan in hun ogen niet. Het Pb licht toe dat de termijnen hoewel ze niet afdwingbaar zijn wel een werkbare praktijkafspraak gebleken zijn. Dat dit niet afdwingbar is, kan wel opgenomen worden in een voetnoot. OCW ziet graag verduidelijkt in afsprakensfeer. Actie aanpassen in de tekst - Programmabureau. Overige voorstellen tot aanpassing door OCW/RCE zijn aangenomen. 3d Vaststelling documenten KNA en BRL Het CCvD wordt gevraagd om in te stemmen met de aanpassingen in de toegezonden versies van de KNA en de BRL. Hierop wordt gevraagd wat er gebeurd er met wijzigingen n.a.v. de besluitvorming van deze vergadering? Afgesproken wordt dat die versie nogmaals toegezonden zal worden met een reactietermijn van 5 werkdagen. De VOiA wil graag aandacht voor stapelen van werkervaring en periodespecialisme bij de Senior KNA archeologen. Daarnaast wil de VOiA wil graag nog een keer vergaderen over de BRL om de consequenties te overzien, dat kan nu onvoldoende. Afgesproken wordt dat het CCvD op 7 juni nogmaals bijeen komt om apart te spreken over de BRL. Datgene wat vandaag aanvullend afgesproken is m.b.t. de KNA komt nog langs voor een schriftelijke ronde. Zaken die de inhoud raken worden in geagendeerd. Alle protocollen van de KNA zijn hiermee vastgesteld. Ter voorbereiding op de 7 e worden bespreekpunten t.a.v. de BRL vooraf kenbaar gemaakt. Het CCvD neemt het volgende besluit Alle protocollen van de KNA 4.0 worden vastgesteld. De (aangepaste) BRL wordt op 7 juni apart besproken. Te agenderen onderwerpen worden vooraf kenbaar gemaakt aan het Pb Ter besluitvorming: Register en lijst opleidingen Het CCvD heeft op 29 februari j.l de KNA-protocollen en de BRL grotendeels vastgesteld. Op 2 punten is nog overleg en besluitvorming nodig waarvoor het CCvD een commissie opleidingen en nascholing heeft gevraagd om daarover advies uit te brengen. - Bespreking advies commissie m.b.t. bij- en nascholing (na toelichting Pb) Het CGA reageert dat er wisselend gedacht wordt over de opleidingseisen. Het puntensysteem is nogal op de gravende actoren gericht en scores voor het opstellen van een PvE ontbreken ten onrechte. Afgesproken wordt dat deze aan de lijst wordt toegevoegd. Actie aanpassen in de tekst Programmabureau. De vz geeft aan dat dat een eerste versie is. De vraag is of dit voldoende is om te kunnen starten? Het CGA is niet happy met het puntensysteem en überhaupt tegen het stellen onderhoudseisen aan actoren. RWS heeft moeite met het duale systeem. Hoe wordt geborgd dat ze gelijkwaardig zijn? VOiA stelt dat ze niet gelijkwaardig zijn, want het is ook niet per se direct vergelijkbaar met een puntensysteem. Archon juist die bredere inhoudelijke bijscholing is belangrijk. Hoe krijgt die gestalte bij het nu

8 - 8 - voorgestelde opleidingsplan? Die is met het puntensysteem praktischer ingevuld. De NVvA is gaandeweg van mening veranderd op het punt van het eens een actor altijd een actor. Met name voor ZZP-ers is dit van belang. Zij willen immers ook het onderhouden van hun kennis aantonen. Dat geldt ook voor mensen die mogelijk werkloos zijn. De NVvA is daarom voor een duaal systeem. IPO vraagt hoe dit systeem straks landt in de BRL? Dat is nog onvoldoende uitgewerkt. Het CCvD stemt in met de kaders van het advies en de verschillende onderdelen daarvan. Nadere uitwerking daarvan volgt in de BRL. Deze wordt op 7 juni opnieuw besproken. - Ter vaststelling notitie lijst opleidingen (toelichting Nathalie Vossen) De NVAO merkt op dat er nog tal van zijn punten die nog moeten worden nagelopen. Het CCvD stelt de lijst vast - Ter vaststelling het Actorregister Archeologie (nadere uitwerking) De RCE reageert dat binnen 5 dagen bericht geven mogelijk niet lukt bij de eerste ronde. Zorg dat het fool proof is en zorg ook dat publicaties straks geen struikelblok zijn. Dat is bij de vergunningverlening eerder een lastig onderwerp gebleken. De VOiA vraagt naar het vrije veld, wat is dat precies? Het Pb reageert dat je daar je specialisme kunt invullen. De vz stelt voor om dit nader toe te lichten wat hiermee bedoeld wordt. Actie aanpassen in de tekst - Programmabureau. Het CCvD stelt de tekst vast. - Ter vaststelling format aanleveren informatie actor aan toetser (eerste uitwerking) De VOiA merkt hierbij op dat het actorschap vaak niet vermeld is in een arbeidsovereenkomst, dat kan problemen opleveren bij de toets. Het CCvD stelt de tekst vast. - Ter vaststelling voorstel inrichten commissie opleidingen Het CCvD gaat akkoord met het voorstel. - Ter informatie/voor suggestie tekst Factsheet Register Het CGA vraagt naar meer uitleg over hoe je in het register komt. De tekst wordt hierop nog gescreend Actie aanpassen in de tekst - Programmabureau. Het CGA vraagt ook wie het actorregister beheert? SIKB beheert het register en sluit de overeenkomsten. Dit is een zuiver procedurele taak. De toetsers voeren de inhoudelijke toets uit, SIKB verwerkt in de database en beheert het Register.

9 KNA leidraad Waterbodems - Doorgeschoven naar het CCvD van Mededelingen en verslag 29 februari Ter vaststelling: het conceptverslag van 29 februari 2016 wordt zonder wijzigingen vastgesteld. - Ter kennisname: Besluit Erfgoedwet Archeologie - Ter kennisname: Aanwijzingsprocedure CI s - Mededeling: de eerder voorgestelde financiële zekerheidsstelling is bij gebrek aan voldoende draagvlak binnen de sector van de baan. 7 Afsluiting & rondvraag - De vz dankt alle aanwezigen en sluit de vergadering Actielijst Agendapunt Afspraak CCvD 9 mei 2016 Door Stand van zaken 3c Diverse tekstaanpassingen BRL Pb/JdB/EW Uitgevoerd/bespreke n 7 juni 4 Diverse tekstaanpassingen BRL Pb Nog uit voeren Agendapunt Afspraak CCvD 29 februari 2016 Door Stand van zaken 2 Jaarprogramma Toevoegen schema Pb/EW Uitgevoerd 3 Introductie kwaliteitssysteem 5 BRL 4000 en kwaliteitssysteem Verkennen digitale eindcontrole voor jaarprogramma 2017 Verkenning UAV VOiA/Elsbet h Westerman ism Pb VOiA/MV ism PB Nog uit voeren/ccvd Nog uit te voeren/ccvd Uitnodigen RvA Pb/JdB/EW Uitgevoerd Bespreken handhavingsbeleid concept 10 Rondvraag Werkgroep aanvullen met NvAO ea Discussie voorbereiden directievoering & consultancy Collegiaal toets aanspreken/collegiale VOiA MV/NVAO JH ism Pb Pb/EW VOiA Elsbeth Westerman ism PB CGA ism Pb MW Bespreken casus Delft NVAO JH ism Pb Nog uit te voeren/ccvd 7 juni Uitgevoerd Nog uit te voeren/ccvd Nog uit te voeren /CCvD Nog uit te voeren/ccvd