Stimulering lokale hernieuwbare energie productie vanaf 2020

Transcriptie

1 Stimulering lokale hernieuwbare energie productie vanaf 2020 Jon Eikelenstam Programmadirectie Energieuitdagingen 2020 Ministerie van Economische Zaken

2 Agenda 1. Bevindingen uit evaluatie van salderingsregeling 2. Uitgangspunten voor eventuele nieuwe regeling 3. Verschillende varianten voor stimulering vanaf 2020 A. Salderen behouden B. Salderen maximeren C. Invoedpremie D. Investeringssubsidie 2

3 1. Evaluatie van salderingsregeling Onderzoek door PriceWaterhouseCoopers B.V. (PwC) Uitgevoerd najaar 2016 In opdracht van ministeries van Economische Zaken en Financiën Rapport is tot stand gekomen met inbreng van veel partijen, o.a.: NVDE, Holland Solar, Energie NL, Netbeheer NL, Aedes, Greenpeace, FME, Vereniging Eigen Huis Rapport is aan Tweede Kamer aangeboden op 3 januari jl. 3

4 1. Evaluatie van salderingsregeling De volgende aspecten zijn door PwC onderzocht: 1. Investeringen in en groei van zon-pv 2. Flexibiliteit en innovatie 3. Draagvlak voor hernieuwbare energie 4. Effect op de CO2-uitstoot 5. Kosten voor de overheid 6. Groei van werkgelegenheid 4

5 1. Evaluatie van salderingsregeling 1. Investeringen in en groei van zon-pv Geïnstalleerd vermogen zon-pv bij kleinverbruikers is sinds 2011 met gemiddeld 94% per jaar toegenomen tot 1,3 GW in 2015 Salderen heeft de terugverdientijd voor particuliere huishoudens in 2015 verkort van 14 jaar naar circa 7 jaar 50% van de particulieren is bereid te investeren in zon-pv bij een terugverdientijd tussen 5 en 9 jaar 5

6 1. Evaluatie van salderingsregeling 2. Flexibiliteit en innovatie Salderen ontmoedigt investeringen in flexibiliteit en innovatie achter de meter Salderen houdt geen rekening met de werkelijke waarde van de geproduceerde elektriciteit op enig moment en heeft marktverstorende effecten Salderen biedt geen prikkel voor kleinverbruikers om te investeren in energiemanagementsystemen of opslag achter de meter om het direct eigen verbruik te maximaliseren en daarmee het elektriciteitssysteem te ontlasten 6

7 1. Evaluatie van salderingsregeling 3. Draagvlak voor hernieuwbare energie Zon-PV is één van de hernieuwbare energieopties die de meeste steun geniet onder de Nederlandse bevolking Zon-PV is een van de populairste maatregelen voor productie van hernieuwbare energie die particulieren relatief eenvoudig zelf kunnen toepassen Investeringen in zon-pv kunnen het draagvlak voor verduurzaming vergroten 7

8 1. Evaluatie van salderingsregeling 4. Effect op CO2-uitstoot Salderen heeft tot op heden slechts in beperkte mate bijgedragen aan de verduurzaming van de energie-mix en daarmee aan de afname van de CO2-uitstoot in Nederland (0,5% in 2015) 8

9 1. Evaluatie van salderingsregeling 5. Kosten voor de overheid Gederfde energiebelasting en opslag duurzame energie ( ODE ) is in 2015 circa 80 mln. Interpretatie FIN en EZ: de stimulans in euro s per kwh is in alle gevallen (vrijwel) gelijk aan of hoger dan de stimulering via de SDE+ Bandbreedte van 15,4 cent tot 8,1 cent per kwh 8,4 cent per kwh in de SDE+ voor grootschalig zon-pv Op basis van de vergelijking in termen van euro s per ton vermeden CO2-uitstoot blijkt salderen met 269 per Mton CO2 een relatief dure regeling 9

10 1. Evaluatie van salderingsregeling 6. Groei van werkgelegenheid De huidige zonnestroomsector draagt 0,22% bij aan de Nederlandse economie 75% van de omzet van de zonnestroomsector wordt binnen Nederland gegenereerd De zonnestroomsector draagt bijna FTE aan de werkgelegenheid in Nederland 10

11 Conclusie Salderen heeft ertoe geleid dat veel particulieren en bedrijven hebben geïnvesteerd in zon PV systemen Desondanks kent salderen een aantal nadelen: Groot risico op overstimulering in nabije toekomst Salderen heeft marktverstorende effecten: Waarde ingevoede elektriciteit prijs afgenomen elektriciteit Geen prikkel voor verhogen direct eigen verbruik/ opslag/ flexibiliteit 11

12 2. Uitgangspunten voor evt. nieuwe regeling Biedt een toekomstbestendige en kosteneffectieve stimulans voor de kleinschalige productie van hernieuwbare elektriciteit Is stuurbaar Biedt voldoende investeringszekerheid Is toegankelijk en begrijpelijk voor particulieren en bedrijven Is uitvoerbaar Zorgt voor een voldoende stabiele groei van zon-pv Stimuleert voor zover mogelijk optimaal ruimtegebruik voor de productie van hernieuwbare energie Heeft zo min mogelijk marktverstorende effecten en belemmert voor zover mogelijk geen nieuwe ontwikkelingen, onder andere om toekomstige lasten voor het elektriciteitssysteem te beperken, zoals opslag en ICT ontwikkelingen 12

13 3. Varianten voor stimulering vanaf 2020 Varianten die in elk geval onderzocht worden: A. Salderen behouden B. Salderen maximeren C. Invoedpremie D. Investeringssubsidie Alle varianten kunnen een terugverdientijd van 7 à 8 jaar garanderen Alle varianten gelden uitsluitend voor kleinverbruikers (aansluiting met een capaciteit van maximaal 3 x 80 Ampère) Kleinverbruikers zijn huishoudens, kleine en middelgrote bedrijven, scholen, boeren, sportzalen, winkels, etc. 13

14 3. Varianten voor stimulering vanaf 2020 Variant A: Salderen behouden Salderen blijft net als nu behouden, ook vanaf 2020 Bovengrens van salderen is het eigen elektriciteitsverbruik Terugverdientijd wordt bepaald door de hoogte van energiebelasting, ODE en BTW Energiebelasting en ODE worden jaarlijks wettelijk bepaald 14

15 3. Varianten voor stimulering vanaf 2020 Variant B: Salderen maximeren Salderen blijft bestaan qua mechanisme, maar er geldt een maximum hoeveelheid die gesaldeerd mag worden Maximum hoeveelheid is bijv. een percentage van: op het net ingevoede elektriciteit, of van het net afgenomen elektriciteit 15

16 3. Varianten voor stimulering vanaf 2020 Variant C: Invoedpremie I.p.v. salderen geldt vanaf 2020 voor een kleinverbruiker voor elke kwh opgewekte en op het elektriciteitsnet ingevoedde elektriciteit een: Teruglevertarief van energieleverancier EN Vergoeding van overheid (invoedpremie) Teruglevertarief wordt op vrije markt bepaald Invoedpremie moet leiden tot een bepaalde terugverdientijd Om investeringszekerheid te bieden kan de invoedpremie bijv. 5 jaar vooruit vastgelegd worden 16

17 3. Varianten voor stimulering vanaf 2020 Variant D: Investeringssubsidie I.p.v. salderen geldt vanaf 2020 dat een kleinverbruiker een investeringssubsidie kan aanvragen bij de aanschaf van een kleinschalig zon-pv systeem De hoogte van de investeringssubsidie wordt jaarlijks bepaald De hoogte kan gebaseerd worden op een bepaalde terugverdientijd van bijv. 7 à 8 jaar 17

18 Programma bijeenkomst uur Inloop met koffie/thee uur Algemene introductie door Ans van den Bosch (Ministerie EZ) en Erik Bruinsma (Ministerie FIN) uur Inhoudelijke introductie van de dialoogsessies: 1 - Bevindingen uit evaluatie van salderingsregeling 2 - Uitgangspunten voor eventuele nieuwe regeling 3 - Varianten voor stimulering vanaf uur Toelichting variant van NVDE door Olof van der Gaag uur Toelichting modellen ECN door Marc Londo uur Pauze uur Dialoogsessies ronde uur Pauze uur Dialoogsessies ronde uur Plenaire terugkoppeling en vervolg uur Afsluiting met een hapje en een drankje 18