De invloed van zelfintegriteit op CRMdeelname

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van zelfintegriteit op CRMdeelname"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR De invloed van zelfintegriteit op CRMdeelname De analyse van een manipulatie-effect uit de zelfaffirmatie theorie Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Sander Van Driessche onder leiding van Prof. Van Kenhove + Saar Bossuyt

2 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR De invloed van zelfintegriteit op CRMdeelname De analyse van een manipulatie-effect uit de zelfaffirmatie theorie Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen: Handelsingenieur Sander Van Driessche onder leiding van Prof. Van Kenhove + Saar Bossuyt

3 PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Sander Van Driessche

4 WOORD VOORAF Deze masterproef was nooit geworden wat hij is zonder de bijdrage van een aantal mensen. Bij deze wil ik die dan ook bedanken. Eerst en vooral wil ik mijn promotor, Saar Bossuyt, van harte danken. Bij haar kon ik steeds terecht met al mijn vragen. Bovendien zijn het haar kennis en suggesties geweest die mee vorm hebben gegeven aan dit werkstuk. Een speciaal dankwoord gaat uit naar mijn zus. Vanuit haar ervaring heeft ze me heel wat nuttige feedback en tips gegeven wat betreft het schrijven van dit document. Verder wil ik ook mijn vriendin en ouders bedanken voor hun hulp en steun doorheen het hele proces. Ten slotte wil ik nog alle respondenten bedanken voor hun deelname aan het onderzoek. Het was immers hun input die essentieel was voor de totstandkoming van dit werkstuk. [I]

5 INHOUDSOPGAVE Woord Vooraf... I Inhoudsopgave... II Afkortingen... IV Lijst van tabellen... V Lijst van figuren... VI Inleiding... 1 LITERATUURSTUDIE Cause-related marketing Toelichting Moderatoren Self-affirmation theory Toelichting en voorbeeld Principes Moderatoren Zelfvertrouwen Centraliteit van de dreiging in de identiteit Factoren die leiden tot een averechts affirmatie-effect Mechanismen van zelfaffirmatie Wijzen van zelfaffirmatie Onderzoek en hypothesen EERSTE EMPIRISCH ONDERZOEK Methodiek Opbouw vragenlijst Dataverzameling De steekproef Indeling van de respondenten met betrekking tot de hypothesen Verwerking van de resultaten Profiel van de participanten Interne consistentie Volgorde in de vragenlijst [II]

6 4.4 Controle op de manipulatie Resultaten Algemene resultaten Data uit het lab vs. Data via online verspreiding vragenlijst Conclusie TWEEDE EMPIRISCH ONDERZOEK Duiding Methodiek Opbouw vragenlijst Dataverzameling De steekproef Verwerking van de resultaten Profiel van de participanten Interne consistentie Controle op de manipulatie en de gedragsmeting Resultaten Conclusie ALGEMENE CONCLUSIE Lijst van geraadpleegde werken... VI BIJLAGEN [III]

7 AFKORTINGEN CRM: Cause-related marketing NGO: Non-gouvernementele organisatie NPO: Non-profit organisatie [IV]

8 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1: De vier mogelijke condities van de participanten uit het eerste empirisch onderzoek Tabel 2: Verdeling van de respondenten per conditie Tabel 3: Verdeling per conditie van de respondenten die de manipulatiecheck hebben ingevuld Tabel 4: Profiel van de participanten uit het eerste empirisch onderzoek Tabel 5: Betrouwbaarheidsanalyse bij het eerste empirisch onderzoek Tabel 6: Resultaten independent t-test voor het samenvoegen van de vragenlijsten Tabel 7: Resultaten van de manipulatiecheck uit het eerste empirisch onderzoek Tabel 8: Algemene resultaten van de independent t-test bij het eerste empirisch onderzoek Tabel 9: Resultaten van de lineaire regressie Tabel 10: Resultaten ANCOVA Tabel 11: Algemene resultaten van de data die verzameld is onder niet-gecontroleerde toestanden 28 Tabel 12: Lineaire regressie van data onder niet-gecontroleerde toestanden Tabel 13: ANCOVA van data verzameld onder niet-gecontroleerde toestanden Tabel 14: Profiel van de participanten uit het tweede empirisch onderzoek Tabel 15: Betrouwbaarheidsanalyse bij het tweede empirisch onderzoek Tabel 16: manipulatiecheck bij het tweede empirisch onderzoek Tabel 17:controle op de gedragsmeting via binomiale logistische regressie Tabel 18: Keuzegedrag van de respondenten uit het tweede empirisch onderzoek Tabel 19: Resultaten binomiale logistische regressie in het tweede empirisch onderzoek Tabel 20: Merktrouw bij de respondenten uit het tweede empirisch onderzoek [V]

9 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: Controle van de data Figuur 2: Outlierdetectie [VI]

10 INLEIDING Tegenwoordig kunnen bedrijven het zich niet meer veroorloven hun focus enkel te leggen op het behalen van de vooropgestelde winstmarges. Het keuzeaanbod voor de klant neemt namelijk voortdurend toe en brengt bijgevolg een ware concurrentiestrijd met zich mee. Terwijl de klant wel blijft rekenen op het bestaande (en uitbreidende) aanbod aan goederen en diensten van elk individueel bedrijf, spelen er tegenwoordig ook meer en meer andere factoren mee in hun beslissing om al dan niet hun goederen aan te schaffen bij een specifiek bedrijf. De loyaliteit van de consumenten tegenover een bedrijf gaat onder andere alsmaar meer afhangen van de mate waarin het zijn steentje bijdraagt aan de maatschappij. Door deze evolutie zijn er dan ook meer bedrijven die zich gaan verdiepen in de praktijken van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Eén van deze praktijken die de laatste jaren heel wat aan belang gewonnen heeft, is cause-related marketing (CRM). Bij deze marketingvorm gaat een bedrijf een verbintenis aan met een goed doel om zo zichzelf, een merk, een product of een dienst te promoten (Adkins, 1999). Vaak gebeurt dit door een donatie koppelen aan de aankoop van een product. Zo schonk Dreft bijvoorbeeld per pak verkochte schoonmaakmiddelen één euro aan de Make-A-Wish Foundation. Er zijn echter nog andere manieren waarop men aan CRM kan doen. Een ander voorbeeld is de campagne van Kia. Zij koppelden het aantal likes op hun fanpagina op Facebook aan SOS Kinderdorpen door per nieuwe like één euro te schenken aan deze kinderontwikkelingsorganisatie. Om een succesvolle CRM-actie op poten te kunnen zetten, moet men met heel wat factoren rekening houden. Polonsky & Wood (2001) toonden in hun studie bijvoorbeeld aan dat, naast heel wat andere factoren, vooral de donatiegrootte en de congruentie tussen het bedrijf en het goede doel een belangrijke invloed kunnen uitoefenen op het gedrag van de consument. In dit onderzoek zal dan ook de invloed worden nagegaan van een geheel nieuwe factor, namelijk het niveau van de interpersoonlijke gevoelens van een persoon. Dit zijn gevoelens zoals liefde, verbondenheid en generositeit. Er zal onderzocht worden of een boost van deze gevoelens een positieve invloed kan hebben op deelname aan CRM(zowel intentie als gedrag). De redenering hierachter is dat men door middel van CRM probeert in te spelen op dergelijke gevoelens. Het steunen van een goed doel dient dan als extra incentive om deel te nemen aan de actie. [1]

11 Voor het versterken van de interpersoonlijke gevoelens zal gebruik worden gemaakt van een techniek uit de self affirmation-theory, meer bepaald de kindness questionnaire van Aspinwall & Reed. In deze vragenlijst worden respondenten door een tiental vragen herinnerd aan de goede daden die ze in het verleden verricht hebben. In een studie van Armitage en Rowe uit 2011 werd reeds aangetoond dat het invullen van deze vragenlijst positieve effecten kan hebben op gevoelens als liefhebben, generositeit en verbondenheid. In dit werkstuk zal via 2 studies de impact van de boost in interpersoonlijke gevoelens worden nagegaan, zowel op de intentie tot CRM-deelname, als op het werkelijk gedrag. Dit werkstuk is opgebouwd uit vier delen. Eerst volgt er een literatuuronderzoek, waarin de concepten cause-related marketing en self-affirmation theory uitvoerig besproken worden aan de hand van relevante literatuur. Hierin zullen tevens de hypothesen worden opgebouwd. Daarna volgt een eerste empirisch onderzoek, dat de invloed van interpersoonlijke gevoelens op de intentie tot CRM-deelname zal nagaan via een methode van zelfaffirmatie. Dit empirisch onderzoek is verder opgebouwd uit twee delen. In een eerste deel wordt de opzet van het onderzoek beschreven. Voor de dataverzameling werd een vragenlijst gebruikt. In het tweede deel worden de resultaten besproken. In de algemene conclusie wordt dan teruggekomen op deze resultaten met betrekking tot de hypothesen. Een tweede onderzoek zal dan voortbouwen op de resultaten van het eerste. Ook hier zal de invloed van interpersoonlijke gevoelens op CRM-deelname gemeten worden, maar dan via gedrag in plaats van intentie. Eerst wordt kort besproken hoe het tweede onderzoek ondersteuning biedt aan de resultaten van het eerste. Het verder verloop is gelijkaardig aan het eerste empirisch onderzoek. Om het gedrag te meten mochten de respondenten kiezen uit 2 gelijkaardige chocoladerepen, waarvan er één fairtrade was. In het algemeen besluit zal tenslotte een conclusie worden getrokken uit beide onderzoeken. De hypothesen zullen worden besproken aan de hand van de resultaten. Er zal dus worden nagegaan of de interpersoonlijke gevoelens al dan niet een invloed hebben op CRM-deelname. Verder volgen er nog de beperkingen van deze studie. Als laatste zullen er nog de eventuele implicaties voor marketingacties in de praktijk worden meegedeeld. [2]

12 LITERATUURSTUDIE 1. Cause-related marketing De literatuurstudie is opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel zal cause-related marketing worden besproken. Eerst zal de term worden toegelicht aan de hand van enkele definities, zijn voornaamste voordelen en de terughoudendheid tegenover deze marketingvorm. Daarna komen enkele belangrijke moderatoren aan bod. Daar zal dan de link gelegd worden met het onderzoek. 1.1 Toelichting Cause-related marketing (CRM) is een vrij recente term. Het onderwerp werd voor het eerst opgemerkt in de marketingliteratuur nadat het financiële dienstverleningsbedrijf American Express de eerste grote CRM-actie had gelanceerd, om zo het gebruik van hun kredietkaarten te verhogen. De consument leverde bij elke transactie die ze deden met één van hun kaarten automatisch een bijdrage aan de restauratie van het Vrijheidsbeeld in de New York Bay. Dit zorgde voor een extra stimulans bij de consument om de diensten van American Express te gebruiken. Concreet ging de actie als volgt: van elke gemaakte transactie met een kredietkaart ging er één penny naar het restauratieproject en per nieuw geregistreerde kredietkaart werd er nog eens één dollar geschonken. Het succes was gigantisch: het aantal transacties steeg met 28%, terwijl het aantal nieuwe kaarten toenam met 17%. In totaal werd er 1,7 miljoen dollar verzameld voor het herstel van het Vrijheidsbeeld (Varadarajan & Menon, 1988). De eerste definitie van cause-related marketing kwam er slechts in 1988, door Varadarajan & Menon. Hun definitie van CRM was de volgende: Het formuleren en implementeren van marketingactiviteiten die gekenmerkt worden door een aanbod van de onderneming om een bepaald bedrag bij te dragen aan een toegewezen goed doel. Dit gebeurt wanneer klanten deelnemen aan omzetgenererende activiteiten, die zowel bijdragen tot het vervullen van organisatorische als individuele doelstellingen. Hierbij is de ontvanger van de donaties meestal een niet-gouvernementele organisatie (NGO), die zich inzet voor een bekend en veelgeliefd goed doel, dat zowel lokaal als globaal kan zijn. Deze NGO vormt dus een symbiotische relatie met een commercieel bedrijf. De NGO zal voorzien worden van financiële of andere hulp, terwijl het bedrijf vooral profiteert van het in verband staan met deze NGO. Het bedrijf linkt het merk met de NGO om een positievere houding van de consument tegenover het product te bekomen, en zo mogelijks ook een grotere bewustwording ervan. Het [3]

13 creëren van een positieve houding tegenover dit doel is daarom slechts een bijproduct (Berglind & Nakata, 2005). Varadarajan en Menon wilden vooral de nadruk leggen op het feit dat een CRM-campagne erop gericht is om de klant zijn productkeuze te beïnvloeden met een sociaal motief, namelijk het steunen van een goed doel. Deze campagnes kunnen eventueel verder ondersteund worden met economische motieven, zoals het verkrijgen van coupons en andere promotiemiddelen. Volgens Sue Adkins (1999) zou de definitie van Varadarajan en Menon niet breed genoeg zijn, omdat ze enkel rekening houden met donaties die bekomen worden via transacties. Zij stelt dat hun definitie enkel betrekking heeft op verkoopbevordering, wat slechts één van de vele aspecten is die de term cause-related marketing omvat. Adkins pleit dus voor een bredere definitie en beschrijft CRM als: een vorm van marketing die een win-winsituatie creëert tussen een winst georiënteerd bedrijf en een non-profitorganisatie. Zoals Adkins met haar definitie suggereert, weet zowel het bedrijf als de non-profitorganisatie voordeel uit de CRM-actie te halen. De bedrijfsvoordelen van CRM manifesteren zich zowel binnen als buiten het bedrijf. Zo kan een succesvolle CRM-actie de werknemers motiveren (Drumwright, 1996; Wragg, 1994) en het bedrijfsimago opkrikken (Andreasen, 1996). Verder kan CRM ook een positieve invloed hebben op de omzet van het bedrijf, zoals in het eerste voorbeeld reeds werd aangetoond. Ook een non-profitorganisatie (NPO) kan heel wat voordelen uit een CRM-actie halen, naast de financiële vergoeding die hen meestal aanzet tot het voeren van een CRM-beleid (Cone, Feldman & Da Silva, 2003). Zo kan er door de publiciteit van het commercieel bedrijf omtrent de actie een grotere bewustwording ontstaan voor het sociaal doel waar de NPO naar streeft (Docherty & Hibbert, 2003; Wood, 1998). Dit resulteert vaak in een verhoging van het aantal vrijwilligers op korte termijn(docherty et al., 2003; Polonsky & Wood, 2001). Verder kan de NPO via het partnerschap met het bedrijf zich beroepen op enkele van diens hulpmiddelen. Zo kunnen ze onder meer gebruik maken van professionele vaardigheden, technische expertise en distributienetwerken (Cone et al., 2003; Wood,1998). Ondanks al de voordelen die cause-related marketing biedt, kunnen consumenten toch enige vorm van terughoudendheid tonen tegenover het fenomeen. Deze terughoudendheid ontstaat er doordat het bedrijf zijn motivatie om aan CRM te doen in twijfel wordt getrokken (Mohr, Eroglu & Ellen, [4]

14 1998). Terughoudendheid tegenover CRM wordt voornamelijk opgewekt door een zekere scepsis tegenover het concept ervan, namelijk het linken van donaties met de aankoop van een product (Webb & Mohr,1998). Toch zijn er enkele factoren die dit scepticisme negatief kunnen beïnvloeden. Zo gaat een CRM-actie positiever ervaren worden naarmate het donatiebedrag groter wordt (Webb et al., 1998) en er een sterkere fit bestaat tussen de aard van het bedrijf en het sociaal doel van de non-profit organisatie (Pracejus & Olsen, 2003). Deze factoren hebben dus een zeker effect op het slagen van een CRM-actie. Ze worden verder besproken in de volgende paragraaf. 1.2 Moderatoren De effectiviteit van een CRM-actie kan beïnvloed worden door tal van factoren, waarvan er hier enkele belangrijke worden aangehaald. Zoals reeds in de vorige paragraaf werd aangehaald, heeft de fit (of congruentie) tussen het bedrijf en de NPO een belangrijke invloed op het succes van een CRM-actie. Pracejus en Olsen (2004) onderzochten dit voor het eerst en kwamen tot de conclusie dat consumenten een hogere waardering geven aan CRM-producten met een hoge fit dan aan CRM-producten met een lage fit. Deze gepercipieerde fit is afhankelijk van een aantal factoren. Enkele voorbeelden zijn de perceptie van het merk en van het goede doel, de mate van vertrouwdheid ermee en de gepercipieerde motieven van het bedrijf om aan CRM te doen (Bischoff,2014). Ook de donatiegrootte heeft een belangrijke invloed op de effectiviteit van een CRM-actie. Uit een studie van Koschate-Fischer, Stefan en Hoyer (2012) bleek dat er een positief verband bestaat tussen de donatiegrootte per CRM-product en de consument zijn bereidheid tot betalen. Dit verband zou vooral heel sterk zijn bij de consumenten die een zeer positieve houding vertonen tegenover het helpen van anderen en een grote mate van betrokkenheid vertonen tegenover het goed doel. Via hun onderzoek kwamen ze tevens tot de bevinding dat een sterkere fit tussen het bedrijf en het goede doel om een lagere donatiegrootte vraagt. Als laatste concludeerden ze dat een hoger donatiebedrag meer flexibiliteit geeft in het uitkiezen van een goed doel. Verder kan ook de mate van het verschil tussen het product en zijn substituten een modererende rol spelen. Hierbij gaat het zowel om het verschil in prijs als het verschil in prestaties. Barone, Mizayaki & Taylor (2000) toonden aan dat merken die grote gelijkenissen vertonen met hun substituten veel makkelijker voordeel kunnen halen uit CRM-acties. Merken waarvoor dit niet het geval is, moeten voorzichtiger omgaan met de overweging om een CRM-actie te ondernemen. [5]

15 In recent onderzoek rond CRM zijn er nog heel wat moderatoren ontdekt. Zo zouden CRM-acties over het algemeen beter werken indien er geld gedoneerd wordt aan het goede doel in plaats van producten (Folse, Grau, Moulard & Pounders,2012). Verder kan de mate van wereldburgerschap van de consument een invloed spelen. Dit is het leggen van verbanden tussen jezelf en anderen, zowel dichtbij als veraf. Zo zouden personen die laag op deze indicator scoren eerder geneigd zijn om deel te nemen aan CRM-acties die een doel steunen dat zich dicht bij huis afspeelt, en vice versa (Strizhakova, Coulter & Price, 2011). Als laatste zouden CRM-acties het ook beter doen indien de consument een meer levendige beschrijving wordt aangeboden van het goede doel in kwestie (Baghi, Rubaltelli & Tedeschi, 2008). De moderator waarvan we de invloed willen nagaan in dit onderzoek is echter van een andere aard. Er zal namelijk gefocust worden op de invloed van de interpersoonlijke gevoelens (gevoelens zoals het liefhebben, de generositeit en de verbondenheid met anderen) op de intentie tot CRMdeelname. In tegenstelling tot de voorgaande moderatoren, heeft deze geen betrekking tot het product of de CRM-actie zelf, maar eerder tot de potentiële deelnemers aan de actie. De redenering achter interpersoonlijke gevoelens als moderator voor CRM-deelname vertrekt vanuit de literatuur. Daarin werd reeds aangetoond dat deelname aan een geloofwaardige CRM-actie de consument een gevoel van voldoening kan geven, doordat hij er een goed doel mee kan steunen (Bono, 1999; Pringle & Thompson, 1999; Polonsky et al., 2001). Men zou dus kunnen argumenteren dat via een CRM-actie het bedrijf de consument een extra incentive geeft om deel te nemen aan een zekere interactie, namelijk door in te spelen op zijn interpersoonlijke gevoelens. In het onderzoek zal worden nagegaan of personen die een boost ervaren in interpersoonlijke gevoelens een hogere intentie tot CRM-deelname vertonen. Voor de manipulatie van de interpersoonlijke gevoelens zal gebruik worden gemaakt van een techniek uit de zelfaffirmatietheorie, die het tweede luik vormt van dit literatuuronderzoek. [6]

16 2. Self-affirmation theory In het tweede deel zal de zelfaffirmatie theorie van Steele aan bod komen. Eerst wordt deze theorie toegelicht en geïllustreerd met een voorbeeld. Vervolgens worden de principes besproken. Verder zullen nog de moderatoren, mechanismen en wijzen van zelfaffirmatie aan bod komen. Ten slotte wordt dan de link met cause-related marketing gelegd en worden er twee hypothesen opgebouwd m.b.t. het eerste empirisch onderzoek. 2.1 Toelichting en voorbeeld De self-affirmation theory werd voor het eerst voorgelegd in 1988 door Steele. Dit deed hij in een onderzoek dat één van de centrale stellingen van de cognitieve dissonantietheorie (Festinger, 1956) betwistte. Hij beweerde namelijk dat dissonantiegedrag niet zozeer wordt veroorzaakt door psychologische inconsistentie op zich, maar eerder door de dreiging tegenover het zelfbeeld die eruit voortvloeit. Tot op vandaag vormt zijn theorie één van de hoofdbestanddelen van de sociale psychologie. Steele zijn theorie leert ons dat mensen er steeds op uit zijn om hun zelfintegriteit te beschermen door het stellen van een positief en moreel verantwoord zelfbeeld. Zelfintegriteit verwijst hier naar de mate waarin iemand een goed en juist persoon is. Een juist persoon wordt gezien als iemand die gedrag vertoont dat passend is binnen de normen en waarden van zijn cultuur (Sherman & Cohen, 2006). Deze theorie behandelt dus het gedrag dat mensen vertonen indien hun zelfintegriteit bedreigd wordt. Hoewel deze bedreigingen verschillende vormen kunnen aannemen- zo kunnen ze betrekking hebben op vaardigheden, kennis, uiterlijk, etc.- gaat het wel steeds om werkelijke of vermeende tekortkomingen om te voldoen aan culturele of maatschappelijke standaarden (Leary & Baumeister, 2000). Er zijn drie manieren waarop men kan omgaan met dreigingen op de zelfintegriteit (Sherman et al., 2006). Ten eerste kan men beslissen om de dreiging te aanvaarden en te gebruiken als basis voor verandering van attitude en gedrag. Dit is echter een pak lastiger indien het gaat om een dreiging op een belangrijk domein van een persoon zijn zelfintegriteit. Hier neemt de nood toe om de zelfintegriteit te bewaren, wat het lastiger maakt om de dreigende informatie te accepteren en het gedrag op een correcte wijze aan te passen. [7]

17 Een tweede mogelijke reactie is dat men zich defensief gaat opstellen tegenover de dreiging. Dit kan men zowel doen door de dreiging anders te gaan interpreteren (bv. een mislukking interpreteren als een leermogelijkheid; Dweck & Leggett, 1988), als door de informatieve waarde ervan te onderkennen (bv. door het negeren of ontkennen van de dreiging). Hoewel een defensieve reactie op dreigende informatie de zelfintegriteit kan herstellen, verkleint een afwijzing van deze informatie de kans dat de persoon in kwestie er iets van zal opsteken(sherman et al.; 2006). De zelfaffirmatie theorie biedt nog een derde mogelijkheid via dewelke men dreigende informatie kan verwerken. Deze reactie vraagt zowel een zekere psychologische aanpassing als een aanpassing in het gedrag. Wanneer de zelfintegriteit van een individu op een bepaald vlak wordt bedreigd, kan hij hierop reageren door zichzelf te bevestigen in een domein dat niet onmiddellijk gerelateerd is aan de dreiging. Dit gebeurt veelal op 2 manieren. Ofwel gaat men zich meer focussen op andere domeinen van het leven die niet onmiddellijk in verband staan met de dreiging, ofwel kan men deelnemen aan activiteiten die andere belangrijke waarden van het individu doen oplichten. Een succesvolle zelfaffirmatie doet een persoon beseffen dat zijn eigenwaarde van meer afhangt dan enkel de gevolgen die dreigende informatie met zich kan meebrengen. Dit maakt het hem tevens makkelijker om open en evenwichtig te reageren op deze informatie(steele,1988; Sherman et al., 2006). Ter illustratie van de verschillende manieren waarop men antwoord kan bieden aan een dreiging, nemen we het voorbeeld van een roker die geconfronteerd wordt met de risico s van roken op zijn gezondheid. Aangezien de informatieve waarde van deze risico s botst met het gedrag dat hij vertoont (i.e. het roken zelf), kan zijn zelfintegriteit hierdoor aangetast worden. De roker ervaart deze informatie dus als een dreiging op zijn zelfintegriteit, en kan vervolgens op drie manieren reageren. Ten eerste kan hij de dreiging aanvaarden en zijn gedrag aanpassen door te stoppen met roken. Als tweede mogelijkheid kan hij zich defensief opstellen tegenover de dreiging. Zo kan hij zich gaan focussen op enkele tegenvoorbeelden van de gezondheidsrisico s die het roken biedt. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door een opsomming te maken van mensen die heel hun leven rookten en toch een lang en gelukkig leven hebben gehad. Ten slotte kan de roker nog zijn zelfintegriteit herstellen door zich te bevestigen op een ander vlak, dat niet direct gerelateerd is aan de dreiging. Hij kan zich bijvoorbeeld gaan focussen op het feit dat hij een belangrijke bijdrage levert aan de maatschappij via het steunen van diverse goede doelen. [8]

18 2.2 Principes De zelfaffirmatie theorie beweert dat men zichzelf kan beschermen van een dreiging op de zelfintegriteit, bij wijze van een affirmatie in een domein dat niet onmiddellijk aan die dreiging gelinkt is. De theorie is gebaseerd op de volgende 4 principes (Sherman et al., 2006): 1. Mensen zijn ertoe geneigd hun zelfwaarde en door zichzelf waargenomen identiteit te beschermen. Volgens Steele (1988) was dit het meest elementaire principe van zijn theorie. Alle mensen beschikken namelijk over een self-system, dat hen er steeds toe drijft zichzelf te ervaren als adaptief en moreel adequaat. De zelfopvattingen en -beelden waaruit dit self-system is opgebouwd, kunnen gezien worden als belangrijke domeinen voor het individu. Ze geven hem tevens een gevoel van eigenwaarde (Crocker & Wolfe, 2001). 2. Motivaties om de zelfintegriteit te beschermen kunnen resulteren in defensieve reacties. Hoewel defensieve reacties op het eerste zicht rationeel en logisch lijken, worden ze enkel gebruikt om zichzelf te rationaliseren (Aronson, 1968; Kunda, 1990; Pyszczynski & Greenberg, 1987). Ze dienen namelijk om de zelfintegriteit van een individu te beschermen door weinig belang te hechten aan de dreiging. Dit kan negatieve gevolgen hebben indien de informatieve waarde van de dreiging hoog is. 3. Het self-system is flexibel. Mensen gaan vaak hun successen in bepaalde domeinen benadrukken om zo te compenseren voor hun gebreken in andere domeinen (Murphy, 1947). Ze kunnen op dezelfde manier omgaan met informatie die een dreiging voor hun zelfwaarde vormt: men gaat zich vaak affirmeren in een domein dat niet in direct verband staat met de dreiging (Brown & Smart, 1991). informatieve waarde van de dreiging hoog is. 4. Mensen kunnen geaffirmeerd worden door deel te nemen aan activiteiten die hen eraan herinneren wie ze zijn (hierdoor verkleinen de gevolgen van dreigende gebeurtenissen op de zelfintegriteit). Deze activiteiten bevinden zich in domeinen die centraal zijn voor een individu en die bijdragen aan de vorming van zijn zelfbeeld. Ze herinneren hem aan zijn belangrijkste kwaliteiten en bieden hem een ruimer perspectief van hemzelf. Deze activiteiten stellen een persoon tevens in staat om beter om te gaan met dreigende informatie. Hij kan deze nu beter plaatsen binnen zijn eigen identiteit en kan zich dus puur focussen op de informatieve waarde van de dreiging (Sherman et al., 2006). [9]

19 2.3 Moderatoren Om meer vat te krijgen op het proces dat de zelfaffirmatie bewerkstelligt, is het belangrijk om de invloed na te gaan van modererende factoren. Volgens Sherman et al. (2006) zijn de volgende factoren de belangrijkste moderatoren van zelfaffirmatie: cultuur, zelfvertrouwen, centraliteit van de dreiging en factoren die een omgekeerd affirmatie-effect veroorzaken. Cultuur beïnvloedt voornamelijk de manier waarop mensen zichzelf gaan affirmeren. Zo gaan personen uit collectivistische culturen zichzelf eerder affirmeren via waarden die zowel betrekking hebben op zichzelf en hun familie. Mensen uit individualistische culturen daarentegen, gaan zichzelf affirmeren door zichzelf te herinneren aan waarden die betrekking hebben op hun eigen persoon(hoshino-browne, Zanna, Spencer, Zanna, Kitayama, & Lackenbauer, 2005). Aangezien we in dit onderzoek geen interculturele verschillen onderzoeken, gaan we niet verder in op deze factor. De andere drie moderatoren worden hieronder uitvoeriger besproken Zelfvertrouwen Eén redenering achter zelfvertrouwen als moderator voor zelfaffirmatie is de volgende: Indien mensen kunnen reageren op dreigingen door zichzelf te affirmeren in een ander domein dan waarin de dreiging zich voordoet, dan zullen vooral de personen met een zeer positieve kijk op zichzelf een groot reservoir aan zelfmiddelen hebben ter bevestiging (Sherman et al., 2006). Uit een onderzoek van Steele et al. (1993) bleek dat mensen met hoog zelfvertrouwen minder geneigd waren om een keuze die ze maakten te rationaliseren, en dus minder defensief gedrag vertoonden. Dit was echter enkel het geval voor respondenten die vooraf gewezen werden op hun hoog niveau van zelfvertrouwen via het invullen van een vragenlijst. Een andere redenering stelt dan weer dat mensen met hoog zelfvertrouwen net defensiever gaan reageren, gezien de grotere discrepantie tussen de dreiging en hun zelfbeeld. Gibbons, Eggleston en Benthin (1997) gingen daarvan uit toen ze een onderzoek voerden in een rookstopkliniek. Zij ontdekten dat onder de mensen die hervielen in hun slechte gewoonte, het vooral degenen waren met een hoog zelfvertrouwen die de potentiële gezondheidsgevolgen gingen onderschatten. Hier waren het dus de mensen met een hoger zelfvertrouwen die defensiever reageerden. Een laatste redenering houdt het midden tussen de twee voorgaande. In deze redenering wordt beweerd dat zelfvertrouwen slechts een invloed heeft op zelfaffirmatie indien mensen hun gedrag gaan beoordelen volgens een persoonlijke standaard. Bij het gebruik van een normatieve standaard [10]

20 (bv. het gedrag dat de meeste mensen vertonen) is dit dus niet het geval (Stone & Cooper, 2003). Indien er gebruik wordt gemaakt van een persoonlijke standaard, dan is, afhankelijk van de aard van de dreiging, één van de twee andere redeneringen van toepassing. In situaties waarin de zelfaffirmatie zich bevindt in hetzelfde domein van de dreiging (bv. schrijven over hoe onbevooroordeeld iemand is na het uiten van racistische uitspraken), ligt de nadruk vooral op de persoonlijke standaard i.v.m. gedragsnormen. In dit geval wordt er gewezen op de discrepantie tussen die standaard en de persoon zijn voormalig gedrag, en is dus eerder de tweede redenering van toepassing. Hier zijn het dus de personen met een laag zelfvertrouwen die zichzelf eerder gaan affirmeren. Zelfaffirmaties niet gerelateerd aan de dreiging daarentegen, wijzen de persoon op zijn reservoir aan zelfmiddelen. Hier is dus de eerste redenering van toepassing en zijn het de personen met een hoog zelfvertrouwen die zich eerder affirmeren (Stone et al., 2003) Centraliteit van de dreiging in de identiteit Of informatie uit een bepaald domein al dan niet een dreiging kan vormen op de zelfintegriteit van een individu, hangt af van de mate waarin dit domein centraal staat in de vorming van zijn identiteit. Parallel hiermee bepaalt de centraliteit van een dreiging tevens de sterkte van de invloed van de zelfaffirmatie (Boninger, Krosnick & Berent, 1995). Zo gaan fervente koffiedrinkers bijvoorbeeld heviger reageren op een studie die de negatieve effecten van cafeïne benadrukt. Het zijn dan ook zij die hun defensief gedrag het meest zullen aanpassen indien ze de kans krijgen om zich te affirmeren in een ander domein Factoren die leiden tot een averechts affirmatie-effect Door zichzelf te affirmeren, gaat een individu zich vaak minder defensief opstellen tegenover een dreiging op zijn zelfintegriteit. Dit is echter niet altijd het geval. Zo zijn er namelijk ook bepaalde zelfaffirmaties waarbij een defensieve houding tegenover de dreiging versterkt wordt (Sherman et al., 2006). Een belangrijke soort zelfaffirmaties die soms een averechts effect kunnen opwekken, zijn affirmaties van morele waarden. Personen die bevestigd worden als zijnde moreel bekwaam, hebben namelijk vaak het gevoel dat ze zichzelf niet langer moeten bewijzen in dit domein. Bijgevolg krijgen ze het gevoel dat ze vrijer kunnen handelen en zullen ze al sneller bepaalde morele principes schenden. Dit lijkt vooral te gebeuren in een context waarin men niet weet wat moreel aanvaardbaar is (Sherman et al., 2006). Zo toonden Monin & Miller (2001) aan dat mensen die zichzelf hadden geaffirmeerd als onbevooroordeeld sneller geneigd waren om een discriminerende uitspraak te doen dan anderen. Een zelfaffirmatie die gelijkaardige effecten oplevert is het bevestigen van zichzelf als zijnde objectief (Uhlmann & Cohen, 2005). [11]

21 2.4 Mechanismen van zelfaffirmatie Tal van studies wijzen er op dat zelfaffirmaties gebruikt kunnen worden om defensief gedrag te reduceren. Waar echter minder duidelijkheid over heerst in de literatuur, zijn de mechanismen die dit effect bewerkstelligen (Sherman et al., 2006; Armitage & Rowe,2011; Crocker et al.,2008) Intuïtief zou men kunnen aannemen dat het effect van zelfaffirmatie bekomen wordt door het boosten van een individu zijn zelfvertrouwen, of door het verbeteren van zijn humeur. Er zijn echter tal van studies die aantoonden dat zelfaffirmatie geen significante invloed heeft op het zelfvertrouwen van een persoon, noch op zijn gemoedstoestand (Fein & Spencer, 1997; Sherman et al., 2000; Schmeichel & Martens, 2005; Spencer et al., 2001). Een ander element dat het zelfaffirmatieproces zou kunnen verklaren, is een verhoging van de interpersoonlijke gevoelens van het individu. Dit werd voor het eerst aangetoond door Crocker et al. (2008), in de hoop een verklaring te kunnen bieden waarom zelfaffirmatie niet getriggerd wordt door een verhoging van het individu zijn zelfvertrouwen. Zij vonden dus dat de effecten van zelfaffirmatie getriggerd wordt door de boost in interpersoonlijke gevoelens die het individu ervaart bij de affirmatie. Dit leidde hen er zelfs toe om de zelfaffirmatie theorie in twijfel te trekken en de effecten ervan te verklaren door een praktijk genaamd zelftranscendentie. Deze term houdt in dat een individu zichzelf gaat overstijgen door het besef dat er belangrijkere dingen zijn dan de tijdelijke gevoelens van dreiging op hun zelfintegriteit. Het voorstel om de term zelfaffirmatie te vervangen is echter niet helemaal solide. Zo scoorden de geaffirmeerde respondenten uit de studie van Sherman et al. (2009) wel degelijk hoger op een zelfintegriteitsschaal dan niet-geaffirmeerde respondenten. Armitage & Rowe (2011) bouwden verder op de studie van Crocker et al. Zij gingen zowel het effect na van interpersoonlijke gevoelens als dat van zelfvertrouwen, en controleerden op verschillende methoden van zelfaffirmatie. Ze bekwamen dezelfde resultaten, al was het waargenomen verschil in interpersoonlijke gevoelens kleiner. In hun conclusie suggereren ze dat het zelfaffirmatie-effect niet veroorzaakt wordt door het verhogen van het zelfvertrouwen, maar wel deels door het onderhouden ervan. Zo kan men bij een dreiging zijn niveau van zelfvertrouwen behouden zonder hiervoor een defensieve houding te hoeven aannemen. Een tweede trigger van zelfaffirmatie bleek dus, net zoals Crocker et al. reeds aantoonden, de boost in interpersoonlijke gevoelens te zijn. [12]

22 2.5 Wijzen van zelfaffirmatie Eén van de sterktes van Steele zijn theorie is dat een zelfaffirmatie kan bekomen worden op verschillende manieren (Armitage & Rowe, 2011). Armitage en Rowe gingen in een onderzoek na of er verschillen bestonden tussen de werking van enkele gekende manieren van zelfaffirmatie. Hiervoor gebruikten ze drie verschillende manieren van zelfaffirmatie. De eerste techniek die ze gebruikten, was de values essay -techniek (voor het eerst gebruikt door Cohen et al. in 2000). Hierbij werd er aan de respondenten gevraagd om hun meest belangrijke waarde aan te duiden uit een lijst en hierover een kort verslag te schrijven. In de kindness essay, een tweede methode van zelfaffirmatie, werd hen gevraagd om over de waarden vriendelijkheid en zachtaardigheid te schrijven. Als laatste werd er gebruik gemaakt van de kindness questionnaire van Aspinwall en Reed (1998). Dit is een lijst van 10 ja-neevragen, ontworpen om voorbeelden van situaties uit te lokken waarin mensen lief en vriendelijk waren naar anderen toe. Indien mensen ja antwoordden op een vraag, werd hen gevraagd om dit te illustreren met een voorbeeld. Zo herinnerden ze zichzelf aan hun goede daden. De resultaten van hun onderzoek zijn merkwaardig. Zo bleek dat de zelfaffirmatie telkens op dezelfde manier getriggerd werd, namelijk door een verhoging van de interpersoonlijke gevoelens. Hieruit concludeerden ze dat een zelfaffirmatie op verschillende manieren kan bekomen worden, en dat deze telkens werkt via een boost in interpersoonlijke gevoelens. Niet alle studies lijken zich echter aan te sluiten bij de conclusie van Armitage en Rowe. Zo is er de studie van Schimel, Arndt, Banko & Cook (2004), die aantoonde dat een intrinsieke zelfaffirmatie (i.e. een onconditionele vorm van zelfaffirmatie die niet opgelegd is door standaarden van buitenaf) effectiever bleek te zijn dan een extrinsieke zelfaffirmatie (i.e. een meer conditionele vorm, waarin de persoon beïnvloed wordt door zich te evalueren volgens opgelegde standaarden). Een studie van Taylor & Francis (2009) focuste zich niet zozeer op de werking van verschillende zelfaffirmaties, maar eerder op de effecten ervan. Zij onderzochten de effectiviteit van zelfaffirmatie in het reduceren van een defensieve houding tegenover de risico s van huidkanker. Bovendien gingen ze na of de zelfaffirmatie een verandering in het gedrag kon bewerkstelligen, namelijk door het aanbieden van gratis staaltjes zonnecrème. Twee van de drie zelfaffirmatiemethoden die ze gebruikten, staan hierboven reeds beschreven. Dit zijn de kindness questionnaire en de values essaytechniek. Als extra methode hadden ze een vorm van zelfaffirmatie ontworpen die aangepast was [13]

23 aan hun studie, namelijk de positive traits -methode. Hierin werd de respondenten gevraagd om uit een lijst van positieve eigenschappen diegene aan te duiden die op zichzelf van toepassing waren. Uit de resultaten van hun onderzoek bleek dat alle gemanipuleerde respondenten een reductie in defensief gedrag vertoonden, ongeacht de methode van zelfaffirmatie. Het was echter opmerkelijk dat enkel de respondenten beïnvloed door de positive traits-methode sneller geneigd waren tot het aannemen van een gratis staaltje zonnecrème. Een verklaring volgens hen was dat de positive traitsmethode de respondenten op meerdere dimensies affirmeerde, terwijl dit bij de andere vormen maar op één dimensie gebeurde. Er moet wel bij gezegd worden dat de positive traits-methode als enige in de folder met informatie over huidkanker verwerkt zat en letterlijk adviseerde om een staaltje te nemen. Wat misschien een goede conclusie zou kunnen zijn uit hun onderzoek, is dat het aanpassen van de affirmatie aan de dreiging bevorderlijk kan werken. Duclos ging na in zijn onderzoek (2008) of er een verband bestaat tussen een dreiging op de zelfintegriteit en de voorkeur voor een bepaalde methode van liefdadigheid. Hij vond dat men bij een dreiging meer geneigd was om vrijwilligerswerk te doen in plaats van geld te doneren. De redenering hierachter is dat vrijwilligerswerk meer inzet en persoonlijke betrokkenheid van een individu vraagt. Bij het verwerken van een dreiging zal deze vorm van liefdadigheid dus ook eerder dienst doen als zelfaffirmatie. Het onderzoek van Vanoost (2013) bouwde verder op de resultaten van Duclos. Daar werd geprobeerd om het verband van zelfaffirmatie met liefdadigheid door te trekken naar cause-related marketing. Er werd namelijk verondersteld dat personen zichzelf beter gingen voelen na een zelfbevestiging, en vanuit dat feel good -moment meer geneigd zijn om deel te nemen aan CRMacties. Het onderzoek kon aantonen dat personen na een zelfaffirmatie een hogere intentie tot CRMdeelname vertonen. In dit onderzoek zal tevens een verband tussen zelfaffirmatie en de intentie tot CRM-deelname worden nagegaan. Toch zijn er enkele belangrijke verschillen met de studie van Vanoost (2013). Zo wordt hier vertrokken vanuit de bevindingen van Armitage & Rowe(2011), namelijk dat een zelfaffirmatie deels werkt via het verhogen van de interpersoonlijke gevoelens. Verder zal dit onderzoek ook nog nagaan of dezelfde resultaten bekomen worden bij personen die de manipulatiecheck en de intentiemeting invullen in een verschillende volgorde. De volledige opzet met de opbouw van de hypothesen wordt verder besproken in de volgende paragraaf. [14]

24 2.6 Onderzoek en hypothesen Steele gaf in 1988 als eerste aan dat personen via een zelfaffirmatie hun eigen integriteit kunnen bewaren, in het geval dat ze blootgesteld worden aan een dreiging. Ondertussen heeft zijn theorie reeds de basis gevormd voor een groot aantal onderzoeken. Ook zijn er nu reeds tal van methoden ontwikkeld waarmee een persoon zichzelf kan bevestigen (Sherman et al., 2009). Armitage en Rowe (2011) hebben enkele belangrijke methoden van zelfaffirmatie vergeleken en kwamen tot de conclusie dat de effecten ervan telkens getriggerd worden door een toename in interpersoonlijke gevoelens. Deze boost lijkt zowel aanwezig te zijn bij affirmaties die voorafgegaan zijn door een dreiging, als bij affirmaties waaraan geen dreiging gekoppeld is (Crocker et al.,2009, Armitage & Rowe,2011). Over de grootte en impact van de boost in interpersoonlijke gevoelens is voorlopig nog weinig geweten. Dit onderzoek zou hier echter op voortbouwen vanuit een marketingperspectief, namelijk door de relatie na te gaan van deze versterkte gevoelens en de intentie om deel te nemen aan een CRM-actie. In de literatuur werd er al gewezen op een zekere link tussen de zelfaffirmatie theorie en liefdadigheid. Zo toonde Duclos (2008) aan dat mensen bij een dreiging voorkeur hebben voor liefdadigheid in de vorm van vrijwilligerswerk, omdat dat het meest affirmerend kan werken. Verder gaven Sherman en Cohen (2006) in hun uiteenzetting van de zelfaffirmatie-theorie reeds enkele voorbeelden waarin personen zichzelf affirmeren door te doneren aan een goed doel. De link die gelegd wordt in ons onderzoek verschilt hier echter van op twee manieren: i. In deze studie wordt onderzoek gedaan naar cause-related marketing in plaats van rechtstreekse donaties aan een goed doel. Deze twee tonen echter enkele belangrijke gelijkenissen. Zo kan er aan het merendeel van de NPO s die gesteund worden bij CRM ook gewoon gedoneerd worden. Bovendien geeft een succesvolle CRM-campagne de klant het gevoel dat hij de maatschappij steunt (Bono, 1999; Pringle & Thompson, 1999; Polonsky & Wood, 2001). Hoewel er enige scepsis rond het fenomeen bestaat, kan deze gereduceerd worden door als bedrijf geloofwaardig over te komen (Brown & Dacin, 1997) ii. Het zwaartepunt van dit onderzoek ligt veeleer op de gevolgen van zelfaffirmatie, dan op het proces of de methode ervan. Zo is het voornaamste doel van deze studie om na te gaan of zelfaffirmatie (hier in de vorm van de kindness questionnaire, cf. supra) leidt tot een hogere [15]

25 intentie in CRM-deelname. Wel wordt er met een tweede hypothese nagegaan of de intentie tot CRM-deelname geen affirmerende effecten veroorzaakt. Dit zou kunnen omdat de vragen in verband met CRM-deelname peilen naar het feit of de respondent al dan niet zou deelnemen aan een actie via dewelke hij een goed doel kan steunen. Het feit dat hij de respondent er dus een goed doel mee kan steunen, zou een affirmerende werking op hem kunnen hebben. Het nagaan van deze hypothese gebeurt dus vooral om er zeker van te zijn dat de resultaten niet vertekend worden door de intentiemeting. Uit het bovenstaande kunnen de volgende twee hypothesen worden afgeleid: H1: Personen die eerst hun intentie tot CRM-deelname aangeven, ervaren geen verschil in affirmerende invloed tegenover personen die eerst de manipulatiecheck invullen. Met andere woorden: De manipulatiecheck wordt niet vertekend door eerst de intentie tot CRM-deelname aan te geven. H2: Personen waarbij een geslaagde zelfaffirmatie wordt doorgevoerd aan de hand van de kindness questionnaire, zullen via een boost in interpersoonlijke gevoelens een hogere intentie tot CRMdeelname vertonen dan personen waarbij geen zelfaffirmatie is doorgevoerd. [16]

26 EERSTE EMPIRISCH ONDERZOEK De hypothesen zullen getest worden aan de hand van een online vragenlijst. Voor elke hypothese worden twee condities met elkaar vergeleken. Aangezien er twee hypothesen zijn die telkens de vergelijking van twee condities vergen, zullen er dus vier verschillende vragenlijsten zijn, die elk een andere combinatie van condities bevatten. De eerste opdeling in condities heeft betrekking op hypothese 1, en verdeelt de respondenten in een experimentele groep en een controlegroep. De tweede opdeling houdt rekening met hypothese 2, en verdeelt de respondenten door 2 verschillende volgorden in de vragenlijst te hanteren. De vier verschillende condities worden aangegeven in onderstaande tabel. In de opbouw van de vragenlijst zullen ze verder verduidelijkt worden. Conditie 1: - Experimentele groep - Intentiemeting voor manipulatiecheck Conditie 3: - Experimentele groep - Manipulatiecheck voor intentiemeting Conditie 2: - Controlegroep - Intentiemeting voor manipulatiecheck Conditie 4: - Controlegroep - Manipulatiecheck voor intentiemeting Tabel 1: De vier mogelijke condities van de participanten uit het eerste empirisch onderzoek 3. Methodiek 3.1 Opbouw vragenlijst Participanten werden at random toegewezen aan één van de vier condities. Respondenten uit condities 1 en 3 behoren tot de experimentele groep. Bij hen werd een zelfaffirmatie doorgevoerd door hen de kindness questionnaire (Reed & Aspinwall, 1998) te laten invullen. Deze questionnaire bestaat uit 10 vragen die de respondent herinnert aan de goede daden die hij verricht heeft in het verleden. Zo is er bijvoorbeeld de vraag Heb je ooit je best gedaan om iemand niet te kwetsen? Indien men hier ja op antwoordde, werd er gevraagd om dit te illustreren met een voorbeeld. Indien men nee antwoordde, kon direct worden overgegaan naar de volgende vraag. De respondenten uit condities 2 en 4 maakten deel uit van de controlegroep. Zij ontvingen een vragenlijst met 10 stellingen, waarmee men al dan niet akkoord kon gaan. Het principe is gelijkaardig: indien de respondent akkoord ging, werd hem gevraagd om te verklaren waarom; indien hij niet akkoord ging, kon hij direct overgaan naar de volgende vraag (Reed & Aspinwall, 1998). [17]

27 In de volgende delen van de vragenlijst bevonden zich de manipulatiecheck en de meting van de intentie tot CRM-deelname. De respondenten uit condities 1 en 2 vulden eerst de intentiemeting in. Bij condities 3 en 4 was dit anders. Zij ontvingen eerst de manipulatiecheck. Door een verschillende volgorde van deze twee items over de vragenlijsten te hanteren, werd gecontroleerd of er enige invloed uitging van de positie van de intentiemeting tegenover de manipulatiecheck. Zo had het bijvoorbeeld gekund dat de intentiemeting als affirmerend bleek te werken, waardoor er met de manipulatiecheck niet meer gecontroleerd kon worden of de eerste affirmatie succesvol was. Met een insignificant verschil tussen beide volgordes kon er tevens geconcludeerd worden dat de manipulatiecheck geen invloed uitoefende op de resultaten van de intentiemeting. Voor de manipulatiecheck werd de Self-integrity Scale (Sherman et al., 2009) gebruikt. Met deze schaal werd het niveau van de zelfintegriteit van de respondent nagegaan aan de hand van 8 stellingen over zichzelf. Men kon dan op een zevenpunt Likertschaal aanduiden in welke mate men akkoord ging. Indien de zelfintegriteit van de experimentele groep hoger bleek dan die van de controlegroep, kon er worden besloten dat de manipulatie geslaagd was. Om de intentie tot CRM-deelname te meten, werden er aan de respondent een tiental CRM-acties gepresenteerd (Vanoost, 2013). Er werd hem dan telkens de waarschijnlijkheid gevraagd waarmee hij eraan zou deelnemen. Dit werd gemeten op een zevenpuntsschaal. Indien de volgorde van de manipulatiecheck en de intentiemeting geen rol bleken te spelen, werd de tweede hypothese bevestigd en konden de resultaten van beide experimentele groepen samengevoegd worden. Hetzelfde gold voor de controlegroepen. Hierna werd de attitude towards CRM gemeten van de respondent. Dit was om de invloed ervan als eventuele derde variabele na te gaan. Hierbij werd gebruik gemaakt van een 4-itemschaal die ontwikkeld werd door Kropp, Holden en Lavack in De klant zijn attitude werd gemeten door hem te laten aanduiden in welke mate hij akkoord was met enkele stellingen over CRM. Ten slotte werd nog gepeild naar enkele socio-demografische kenmerken. Hierbij werd gevraagd naar leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en of de respondent al dan niet verantwoordelijk is voor het merendeel van de inkopen binnen het gezin. Aan de respondenten die de vragenlijst niet in het lab invulden, werd er nog de mogelijkheid gegeven om hun adres op te geven. Zo konden ze kans maken op twee cinematickets. Deze optie werd [18]

28 hen in het begin van de vragenlijst meegedeeld, zodat men de vragenlijst zeker volledig zou ingevuld hebben. De verschillende delen van de vragenlijst zijn bijgevoegd als bijlage. 3.2 Dataverzameling De vragenlijst werd online afgenomen. Een deel van de respondenten werd verzameld door het verspreiden van de vragenlijst, terwijl een ander deel de kans kreeg om deze in te vullen in het marketinglabo. Voor het verspreiden van de vragenlijst werd voornamelijk gebruik gemaakt van de sociale media. Tevens werd de hulp ingeschakeld van familie, vrienden en kennissen om meer respondenten te werven. Als laatste werden er ook nog folders met afscheurstrookjes rondgehangen in de faculteiten van de Universiteit Gent. Om meer personen aan te zetten tot deelname aan het onderzoek, werden er twee cinematickets verloot onder de respondenten. Een deel van de respondenten werd verzameld in het marketinglabo. Hier werden ze gevraagd om enkele enquêtes in te vullen, waaronder de vragenlijst voor dit onderzoek. De respondenten werden vergoed voor hun deelname met een bepaalde geldsom, of met een extra credit voor een marketingvak. 3.3 De steekproef In totaal werden er 163 antwoorden verzameld die bruikbaar zijn voor het onderzoek. Dit was na het verwijderen van een aantal ongeldige observaties, die hieronder worden besproken. Van de geldige antwoorden werden er 84 verzameld door de verspreiding van de vragenlijst, en 79 ervan kwamen van het marketinglabo. Van de oorspronkelijke deelnames werden er exact 70 verwijderd, omdat ze onvolledig waren. Verder werden er nog enkele antwoorden verwijderd van respondenten die de vragenlijst hadden ingevuld in een zeer korte of zeer lange tijdspanne. Zo zijn er enkele personen die minder dan drie minuten over de vragenlijst hebben gedaan. Gegeven de lengte van de lijst en het aantal open vragen die ingevuld dienen te worden, konden hun resultaten niet als representatief worden beschouwd. Enkele andere respondenten hadden de vragenlijst dan weer ingevuld in een tijdspanne van meer dan twee uur. Dit wil waarschijnlijk zeggen dat ze er aan gewerkt hebben in meerdere tijdsperiodes. Aangezien dit nefast kan zijn voor de effecten van de manipulatie, werden ook hun data verwijderd. Figuur 1 verduidelijkt de verzameling en de controle van de data met exacte cijfers. [19]

29 Totaal aantal deelnames: Aantal onvolledige deelnames: 70 - Deelnames onder de drie minuten: 5 - Deelnames langer dan twee uur: 3 Aantal geldige deelnames 163 Figuur 1: Controle van de data 3.4 Indeling van de respondenten met betrekking tot de hypothesen Zoals reeds vermeld werd, is er bij dit onderzoek gebruik gemaakt van vier verschillende vragenlijsten. Elke respondent werd willekeurig aan één van deze vragenlijsten toegewezen, waardoor er in totaal vier verschillende groepen ontstonden. Er werd voor gekozen om een gelijk aantal van elke vragenlijst te verspreiden. De eerste opdeling in twee groepen gebeurde door de respondenten onder te delen in een experimentele groep en een controlegroep. Bij de experimentele groep werd een zelfaffirmatie doorgevoerd via de kindness questionnaire. De controlegroep kreeg een gelijkaardige vragenlijst qua vorm, maar deze was van onschuldige aard. Zo kon men de effecten van zelfaffirmatie nagaan. Deze twee groepen werden verder onderverdeeld door per groep de ene helft eerst de intentiemeting te laten invullen en de andere helft eerst de manipulatiecheck. Dit was om de tweede hypothese na te gaan. Uit de uiteindelijke data bleek de experimentele groep slechts 70 mensen bevatte, terwijl dit er bij de controlegroep 93 waren. Deze waarneming valt echter te verklaren. Er zijn namelijk heel wat onvolledige antwoorden verwijderd van de respondenten die de vragenlijst thuis invulden. Aangezien de vragenlijst van de experimentele groep persoonlijker is en een grotere mentale inspanning vraagt, is het logisch dat er meer respondenten uit deze groep zijn afgehaakt. Zo peilt de kindness questionnaire naar herinneringen van goede daden van de respondent, terwijl de controlequestionnaire naar directe meningen vraagt over triviale onderwerpen. Bij de tweede opsplitsing, namelijk voor de verschillende volgorde in de vragenlijst, was er oorspronkelijk geen merkwaardig verschil in aantal respondenten te vinden. Dit gaf de verdeling uit tabel 2. [20]

30 Aanvankelijk was er echter een fout in de online weergave van bepaalde vragenlijsten. Hierdoor werden 46 manipulatiechecks niet ingevuld in de vragenlijsten waar eerst de intentiemeting werd ontvangen. Voor de personen die de manipulatiecheck wel hebben ingevuld, krijgen we onderstaande verdeling: Verdeling van de respondenten Experimentele groep Controlegroep Totaal Intentiemeting eerst ontvangen: Manipulatiecheck eerst ontvangen: Totaal Tabel 2: Verdeling van de respondenten per conditie Verdeling van de respondenten die de manipulatiecheck hebben ingevuld Experimentele groep Controlegroep Totaal Intentiemeting eerst ontvangen: Manipulatiecheck eerst ontvangen: Totaal Tabel 3: Verdeling per conditie van de respondenten die de manipulatiecheck hebben ingevuld Behalve voor de controle van de manipulatie leverden de 46 observaties zonder manipulatiecheck waardevolle data op. Voor de statistische testen waar de manipulatiecheck niet aan te pas kwam, konden we dus beroepen op de data uit tabel 3. [21]

31 4. Verwerking van de resultaten 4.1 Profiel van de participanten Er werden 163 geldige antwoorden verzameld voor het onderzoek. Tabel 4 geeft een overzicht van enkele kenmerken van de participanten. Eén persoon heeft beslist om deze niet mee te delen. Frequentie Percentage Geslacht Man % Vrouw % Missing 1 Opleidingsniveau Secundair onderwijs % Bachelor of gelijkwaardig % Master of gelijkwaardig % Missing 1 Is de respondent verantwoordelijk voor de dagelijkse aankopen binnen het gezin? Ja % Nee % Missing 1 Heeft de respondent de vragenlijst ontvangen die tot doel had een zelfaffirmatie door te voeren? Ja % Nee % Is de respondent zijn intentie tot CRM-deelname gemeten voor of na de manipulatiecontrole? (het controleren of de manipulatie al dan niet geslaagd is) Voor % Na % Totaal (aantal respondenten) % Tabel 4: Profiel van de participanten uit het eerste empirisch onderzoek Van de 163 respondenten waren er ongeveer 60 % vrouwen en 40 % mannen. 61,8% van de respondenten heeft een hoger diploma (bachelor of master) behaald. Er werd tevens nagegaan of de respondenten verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse aankopen binnen hun gezin. Dit was slechts bij ongeveer een vierde (27,8%) van de respondenten het geval. Bovendien werd nagegaan of de personen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse inkopen een grotere intentiescore haalden. Dit bleek niet het geval. Tevens werd er geen verband gevonden tussen de leeftijd en de intentiescore. [22]

32 Aan deze laatste bevinding moet wel toegevoegd worden dat het merendeel van de respondenten (92%) tussen de 18 en 30 jaar was. Verder toont tabel 4 toont nogmaals de twee opdelingen die gemaakt werden, samen met hun frequenties. 4.2 Interne consistentie In het onderzoek werden enkele concepten gemeten aan de hand van een schaal met meerdere items. Dit werd zowel gedaan voor het meten van de zelfintegriteit, de intentiemeting en de attitude tegenover CRM. Om na te gaan of deze schalen intern consistent zijn en dus wel degelijk één construct meten, werd een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in tabel 5. Construct Aantal items Cronbach's alpha Gemiddelde Standaardafwijking Zelfintegriteit Intentie tot CRM-deelname Attitude tegenover CRM Tabel 5: Betrouwbaarheidsanalyse bij het eerste empirisch onderzoek Elk van de drie schalen bleek een Cronbach s alpha te hebben van hoger dan 0.7. Ze werden alle drie geverifieerd als betrouwbaar en kunnen dus worden gebruikt in het onderzoek. Verder diende er uit geen enkele schaal een item verwijderd te worden. 4.3 Volgorde in de vragenlijst Voordat alle antwoorden samengevoegd werden, werd eerst nagegaan of het aangeven van de intentie tot CRM-deelname geen invloed had op de resultaten van de manipulatiecheck. Dit slaat dus op de eerste hypothese. Om deze na te gaan, werden er twee verschillende volgorden van de intentiemeting en de manipulatiecheck gehanteerd over de vragenlijsten. Indien er toch een affirmerende invloed van de CRM-deelname zou gebleken hebben, dan had dit willen zeggen dat deze de manipulatiecheck zou kunnen vertekend hebben. De resultaten zouden dan enkel per volgorde onderzocht kunnen geweest zijn. Het bevestigen van hypothese 1 vormde dus een voorwaarde voor het samenvoegen van de observaties. [23]

33 Om de eerste hypothese na te gaan, werd dus onderzocht of er een verschil in de manipulatiecheck was tussen beide volgorden. Uit de resultaten bleek er een klein verschil te bestaan tussen de manipulatiecheck van zij die deze eerst hadden ingevuld (M = 4.8) en zij die eerst de vragenlijst hadden ingevuld (M = 5.0). Dit verschil bleek echter niet significant te zijn (t(115) = om; p=0.137). Hierdoor werd hypothese 2 bevestigd en mochten de antwoorden van de verschillende vragenlijsten worden samengevoegd. Volgorde vragenlijst Aantal Gemiddelde Standaardafwijking t df Significantie Eerst de manipulatiecheck n = Eerst de intentiemeting n = Tabel 6: Resultaten independent t-test voor het samenvoegen van de vragenlijsten p = Controle op de manipulatie Om te controleren of de manipulatie geslaagd was, werd de self-integrity scale gebruikt als manipulatiecheck. Net zoals in de studie van Cohen et al. (2008) werd er van uitgegaan dat, indien de zelfaffirmatie geslaagd was, de zelfintegriteit van de geaffirmeerde groep hoger zou moeten gelegen hebben dan die van de controlegroep. De resultaten van de independent samples t-test zijn opgenomen in tabel 7. Zoals reeds werd vermeld zijn er een aantal manipulatiechecks verloren gegaan door een fout in de vragenlijst. Uiteindelijk werd de manipulatiecheck ingevuld door 53 personen uit de experimentele groep en 64 uit de controlegroep. Er bleek echter geen significant verschil te bestaan tussen het niveau van zelfintegriteit van de gemanipuleerde groep (Mmanipulatie = 4.9) en dat van de controlegroep (Mgeen manipulatie = 4.9). Er kon dus niet worden besloten dat de manipulatie niet heeft gewerkt, alleszins toch niet via een verhoging van de zelfintegriteit. Manipulatie Aantal Gemiddelde Standaardafwijking Ja n = Nee n = Tabel 7: Resultaten van de manipulatiecheck uit het eerste empirisch onderzoek t df Significantie p = In de resultaten werd eerst nagegaan of er toch een verschil in intentie tot CRM-deelname bestaat tussen de experimentele groep en de controlegroep. Indien dit het geval was, kon in een tweede studie onderzocht worden of er andere effecten aan de oorzaak lagen van de manipulatie. [24]

34 4.5 Resultaten Algemene resultaten Via een independent t-test werd nagegaan of er een significant verschil in intentie tot CRMdeelname bestaat tussen personen, waarbij een zelfaffirmatie is doorgevoerd via de kindness questionnaire, en een controlegroep. De resultaten worden in tabel 8 weergegeven. Zelfintegriteit Gemiddelde t(df) Sig. Mmanipulatie = 4.9 t(115) = 0.22 p = Mgeen manipulatie = 4.9 Intentie tot CRM-deelname Mmanipulatie = 4.4 Mgeen manipulatie = 4.1 t(161) = p = Bij aankoop van een pak Pampers wordt er één tetanusvaccin geschonken aan UNICEF. De modeketen E5-mode houdt een inzamelactie van oude kleren die aan Oxfam worden geschonken. Per volle zak kleding ontvang je een bon van 5. Bij indienen van een jas, krijg je 10 korting op een nieuwe jas. Mmanipulatie = 4.9 Mgeen manipulatie = 4.3 Mmanipulatie = 5.0 Mgeen manipulatie = 4.6 Tabel 8: Algemene resultaten van de independent t-test bij het eerste empirisch onderzoek t(161) = p = t(161) = p = Zoals reeds in de vorige paragraaf werd aangehaald, gaf de manipulatiecheck geen significante resultaten. Uit de resultaten bleek echter dat er wel degelijk een significant verschil bestaat in de intentie tot CRM-deelname van de experimentele groep (Mmanipulatie = 4.4) en de controlegroep (Mgeen manipulatie = 4.1) (t(161) = -2.00; p = 0.047). Uit deze resultaten bleek dat na het invullen van de kindness questionnaire, personen een hogere intentie tot CRM-deelname vertoonden. Aangezien de controle van de manipulatie niet significant bleek, houdt dit in dat het effect van de kindness questionnaire niet werd veroorzaakt door een verhoging van de zelfintegriteit. Uit tabel 8 kan tevens worden afgeleid aan welke acties de experimentele groep eerder wou deelnemen dan de controlegroep. Dit bleek vooral zo voor de actie van Pampers. Daar was er een duidelijk verschil waar te nemen tussen de intentie van de gemanipuleerde groep (Mmanipulatie = 4.9) en die van de controlegroep (Mgeen manipulatie = 4.3) (t(161) = -2.45; p = 0.015). Ook bij de actie van E5- mode leek er een verschil in intentie te bestaan(mmanipulatie = 5.0 vs. Mgeen manipulatie = 4.6). Dit resultaat was echter net niet significant (t(161) = -1.91; p = 0.058). [25]

35 Via een stapsgewijze lineaire regressie werd nagegaan welke variabelen gebruikt kunnen worden om de intentie tot CRM-deelname te voorspellen. Aan alle voorwaarden met betrekking tot lineaire regressie werd voldaan. De resultaten zijn weergegeven in tabel 9. Uit dit model blijkt dat vooral de algemene attitude tegenover CRM een sterke predictor is voor de intentie tot CRM-deelname. Zelfs een regressiemodel met enkel deze variabele leverde reeds een R²-waarde van Dit kon slechts verhoogd worden tot 0.16 door de tweede meest significante variabele op te nemen. Dit is de variabele die naging of de respondent al dan niet gemanipuleerd werd. Verder leken de sociodemografische variabelen van geen voorspellende waarde te zijn. β t Sig. Algemene attitude tegenover CRM p < Werd de respondent gemanipuleerd? p = F(df) (2,158) R² 0.16 Afhankelijke variabele: Intentie tot CRM-deelname Tabel 9: Resultaten van de lineaire regressie Via de lineaire regressie werd tevens op outliers gecontroleerd. Door de residuen te plotten op de onafhankelijke variabelen bleek dat er twee observaties waren met een zeer hoge score op CRMintentie in vergelijking met de rest. Onderstaande boxplot toont aan dat de beide observaties afkomstig waren van respondenten uit de controlegroep. Figuur 2: Outlierdetectie [26]

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Overredende gezondheidsteksten, die als doel hebben om mensen te overtuigen hun ongezonde gewoonten te veranderen, zijn alom aanwezig

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Cause-related marketing: profiel van participanten

Cause-related marketing: profiel van participanten UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2012 2013 Cause-related marketing: profiel van participanten Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Tonen van dankbaarheid: een nieuw therapeutisch hulpmiddel?

Tonen van dankbaarheid: een nieuw therapeutisch hulpmiddel? Artikel Issue Issue / Series / Title PsychoPraktijk Issue / Series / Volume Nr 2 Issue / Date 2015 Issue / Pages / First Page Issue / Pages / Last Page Tonen van dankbaarheid: een nieuw therapeutisch hulpmiddel?

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren

Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 Samenvatting onderzoek: Diversificatiestrategieën van accountantskantoren Frederik Verplancke onder leiding van Prof. dr. Gerrit

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Recente trends in cause-related marketing

Recente trends in cause-related marketing UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 Recente trends in cause-related marketing Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen Competitie en jongeren Opleiding Competitie en jongeren VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen Waarom bezinningsmoment? Competitie en jongeren = Een dubbeltje op zijn kant Wat zijn positieve gevolgen/gevoelens

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22735 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Yeniad Malkamak, Nihal Title: Self-regulation in ethnic minority children : associations

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Effectiviteitsbarometer Rapport voorbereid voor Effie Belgium door Profacts 1 maart 2019

Effectiviteitsbarometer Rapport voorbereid voor Effie Belgium door Profacts 1 maart 2019 Effectiviteitsbarometer 2018 Rapport voorbereid voor Effie Belgium door Profacts 1 maart 2019 1 Achtergrond & objectieven Doel en context Effie Belgium was tot voor kort vooral gekend vanwege de prijzen

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Marketing facts 2. De relatie tussen het bewuste en onbewuste van de consument. TSVC I Measure - Optimize - Launch!

Marketing facts 2. De relatie tussen het bewuste en onbewuste van de consument. TSVC I Measure - Optimize - Launch! Snel zicht op innovatie insights, marktpotentieel en groeikansen Marketing facts 2 De relatie tussen het bewuste en onbewuste van de consument De relatie tussen het bewuste en onbewuste van de consument

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan Project: Communicatieplan Smokeless Nathalie Kooiman, 0863131 Charlotte Voorn, 0847183 Wendy Lanser, 0862815 Rowan Lens, 0857190 CDM1A Hogeschool Rotterdam Rowan Lens - CDM1A - Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD

DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel METING JUNI 16 DONATEURSVERTROUWEN ONVERANDERD Het tweede kwartaal

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

TH-SCI Sales Capability Indicator. Best Peter Sales Representative

TH-SCI Sales Capability Indicator. Best Peter Sales Representative Best Peter Sales Representative TH-SCI Sales Capability Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 03-09-2013 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 24-07-2013. OVER DE SALES

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

Experience Tracker is de eerste praktische tool op dit vlak in Vlaanderen en vermoedelijk ook in Europa. Deze tool zal zorgen dat:

Experience Tracker is de eerste praktische tool op dit vlak in Vlaanderen en vermoedelijk ook in Europa. Deze tool zal zorgen dat: De opportuniteit In de huidige productmaatschappij hebben consumenten doorgaans de keuze uit een ruim assortiment producten om een bepaalde behoefte te bevredigen. Bijgevolg is het product op zich niet

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren

SAMENVATTING Het ontwikkelen van een solide studie design met bijbehorende instrumenten om een CRM training te evalueren SAMENVATTING Op de Intensive Care (IC) worden fouten gemaakt, sommige met ernstige gevolgen voor de patiënt. Er is steeds meer bewijs dat deze fouten kunnen worden vermeden, of de gevolgen er van af te

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

Dienstverlening door de politie: issues en visies. Jeroen Maesschalck Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven

Dienstverlening door de politie: issues en visies. Jeroen Maesschalck Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven Dienstverlening door de politie: issues en visies Jeroen Maesschalck Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven jeroen.maesschalck@kuleuven.be Overzicht Dienstverlening: perspectief van politieambtenaren

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 14 Geslacht Normgroep Sociale wenselijkeheid man jongens 12 t/m 15 jaar

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 1

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 SAMENVATTING Dit proefschrift gaat over een onderwerp waaraan veel mensen een groot gedeelte van hun leven besteden, namelijk het werken in teams. De omstandigheden in deze teams kunnen een grote invloed

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders?

Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders? Leidt de maatregel rechtsaf door rood (RADR) voor fietsers tot een toename van roodrijden elders? Tim De Ceunynck Instituut voor Mobiliteit (IMOB) - Universiteit Hasselt tim.deceunynck@uhasselt.be Inleiding

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA.

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met Scotch & Soda en het Lectoraat Crossmedia van de HVA. Willem Buffing. Docent/onderzoeker consumentengedrag. W.J.F.M.Buffing@hva.nl Mei 2016. In welke

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie

Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie Evaluatie van een 24-uur-niet-roken actie De onderzoeksresultaten van de pre- en post-vragenlijsten December 2011 Uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen, in opdracht van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

De psychologie van de wanbetaler

De psychologie van de wanbetaler 07-10-2015 De psychologie van de wanbetaler Dr. Martijn Keizer Rijksuniversiteit Groningen m.keizer@rug.nl Deze presentatie Deze presentatie Hoe motiveren we debiteuren om actie te ondernemen? Overzicht

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

HOOFDSTUK 11: MERKSTRATEGIEËN OPSTELLEN EN UITVOEREN

HOOFDSTUK 11: MERKSTRATEGIEËN OPSTELLEN EN UITVOEREN HOOFDSTUK 11: MERKSTRATEGIEËN OPSTELLEN EN UITVOEREN 1 INTRODUCTIE H:11 Een merkstrategie voor een bedrijf identificeert welke merkelementen een bedrijf kiest voor toepassing op de diverse producten die

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie