Je kan dit doen als Over de randvoorwaarden voor vernieuwing van incidentbestrijding

Transcriptie

1 MPSP Scenario 4 deel 2 Je kan dit doen als Over de randvoorwaarden voor vernieuwing van incidentbestrijding Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 1

2 Inhoud 1- Over dit rapport Inleiding Terugblik MPSP scenario Doel van dit rapport Aanpak De omgeving van dit deelproject Over de workshops Toekomst Incidentbestrijding: 4 denkrichtingen Inleiding Algemeen: De Brandweer over Morgen Denkrichting: Variabele Voertuigbezetting Wat is het? Opdracht: bepaal de slagkracht Opdracht maak je eigen MPSP Randvoorwaarden je kan dit doen als Denkrichting: Specialiseren Wat is het? Opdracht mogelijkheden en beperkingen Maak je eigen MPSP Randvoorwaarden je kan dit doen als Denkrichting: Taakstelling en prestatie Wat is het? Opdracht: Prestatie beschrijven Opdracht: Voorbeeld Inverdienen Randvoorwaarden je kan dit doen als Denkrichting: Brandveilig Leven Wat is het? Opdracht: Brandveiligmaatwerk leveren Randvoorwaarden je kan dit doen als...17 Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 2

3 7- Terugblik en conclusie Algemeen Beeld van de toekomst Werkvormen Van denkrichting naar denklijnen Conclusie: je kan dit doen als...19 Bijlage 1 Randvoorwaarden Variabele Voertuigbezetting...23 Bijlage 2 - opdracht variabele voertuigbezetting...20 Bijlage 3 Randvoorwaarden Specialiseren...24 Bijlage 4 - Opdracht Prestatie beschrijven...25 Bijlage 5 Opdracht doelgroepgerichte Brandveiligheid...27 MPSP 4 deel 2 is onderdeel van de implementatie project MPSP Organisatie workshops: Paul Weyling, Lucien Groenewegen, Tom Kievit en Lucas de Lange Rapportage: Lucas de Lange Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 3

4 1- Over dit rapport 1.1 Inleiding Dit rapport bevat een schets van de mogelijkheden en randvoorwaarden over incidentbestrijding in de toekomst. Het opstellen van dit rapport is onderdeel van de activiteiten van het implementatieplan MPSP. Een viertal workshops, die zijn gehouden in de Veiligheidsregio Haaglanden, vormden de basis voor dit rapport 1.2 Terugblik MPSP scenario 4 Het projectplan van het Materieel Personeel Spreiding Plan (kortweg MPSP) bevatte een deelproject (scenario 4 genoemd) om de toekomstige ontwikkelingen in kaart te brengen. Het eerste rapport is uitgebracht als rapportage MPSP scenario 4. Bij het opstellen van dit rapport is gebruik gemaakt van de ideeën van ruim 40 collega s die zijn besproken tijdens een workshop in de kazerne Leidschendam/Voorburg. Deze ideeën waren samen te vaten in een viertal denkrichtingen: Taakstelling en prestatie Specialisatie van taken Flexibele uitruk Voorlichting en advisering dichterbij Incidentbestrijding 1.3 Doel van dit rapport4 Na afronding van het project MPSP is er een implementatieplan opgesteld. Het implementatieplan van het MPSP bevatte ook een opdracht om scenario 4 verder uit te werken. De Stuurgroep MPSP heeft ingestemd met een vorm waarbij de collega s uit de organisatie onderdeel zijn van de uitwerking. Samengevat was het doel van de uitwerking: 1. Het uitwerken van het rapport Rapportage MPSP scenario 4 (deel 1) 2. Het in beeld brengen van toekomstige keuzes 3. Het in beeld brengen van de randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikkelingen 1.4 Aanpak Dit rapport geeft uitwerking aan de denkrichtingen. Daarbij is gekozen om de nadruk te leggen op de derde doelstelling; de randvoorwaarden. Deze keuze komt voort uit de ervaringen van de workshops. De collega s die deelnamen aan de workshops zien (veel) mogelijkheden voor vernieuwing. Maar deze collega s zien ook dat de mogelijkheden vaak worden bepaald of beperkt door allerlei (ondersteunende) randvoorwaarden. De collega s zijn van mening dat de aandacht voor deze randvoorwaarden bepalend is voor het succesvol vernieuwen van de brandweer. Vanuit het idee dat het belangrijk is dat de medewerkers en de organisatie eenzelfde beeld hebben van de noodzakelijke randvoorwaarden is dit rapport opgesteld. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 4

5 De inhoudelijke resultaten van de workshops zijn samengevat en vooral gebruikt om de randvoorwaarden goed in beeld te brengen. Dit document vormt hiermee een belangrijke bouwsteen voor alle activiteiten die zijn verbonden aan de vernieuwing van de brandweer. 1.5 De omgeving van dit deelproject In dit deelproject wordt verdere uitwerking gegeven aan scenario 4. Dit scenario staat niet op zichzelf. Naast de aandacht voor de toekomst in het MPSP is de organisatie VRH volop in ontwikkeling vanuit de (landelijk ingezette) Brandweer Over Morgen, maar ook de ombuigingen en de nadere uitwerking van de regionalisering. Er zijn (en komen!) meer projecten die passen in de beweging van scenario4. Het opstellen van dit rapport past in de twee sporen dit momenteel in de VRH worden gevolgd om de toekomst vorm te geven: 1. vooruitdenken MPSP Deelproject Uitwerking scenario 4. Een samenhangende uitwerking van de toekomstige organisatie van incidentbestrijding 2. uitproberen - Project Pilots Variabele Voertuigbezetting Haaglanden (werktitel/concept projectplan). Het organiseren van pilots op het gebied van variabele voertuigbezetting om daarmee ervaring op te doen tijdens oefeningen en operationeel optreden. 1.6 Over de workshops De workshops hadden tot doel om meningen en ideeën van collega s te verzamelen. Daarnaast zijn de workshops ook van belang om te zoeken naar een collectief beeld van de toekomst en toekomstige keuzes. De workshops kenden een vaste opbouw en hadden dezelfde onderdelen: Even bijpraten - In dit deel werden de deelnemers bijgepraat over de lopende ontwikkelingen op het gebied van Vernieuwde Repressie. De pilots Vernieuwde Repressie, de Visie Vernieuwde Repressie en scenario 4 van het MPSP zijn hierbij besproken. Voorbeelden De voorbeelden waren presentaties van collega s uit de VRH over concrete ideeën en vormden een inleiding. De voorbeelden waren bedoeld om de discussie op gang te brengen en om verder met elkaar uit te werken. Opdrachten De opdrachten vormden het vervolg op de voorbeelden. De deelnemers werden uitgedaagd de voorbeelden verder uit te werken. Maak je eigen MPSP - In de voorbereiding op de workshops is het idee ontstaan om de deelnemers de brandweerzorg te laten bepalen voor een denkbeeldig verzorgingsgebied. Alle deelnemers hebben dezelfde kennis van dit gebied en er is geen binding met eigen afdelingen of kazernes. Maak je eigen MPSP is aangeduid als een spel maar dat is het niet. Het is een manier om veilig en vrij samen te discussiëren over toekomstige mogelijkheden om incidentbestrijding te organiseren. Bij drie van de vier workshops is deze werkvorm gebruikt. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 5

6 2- Toekomst Incidentbestrijding: 4 denkrichtingen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de schets van de toekomst uit het eerste rapport samengevat. Deze denkrichtingen vormden de input voor de vier workshops. 2.2 Algemeen: De Brandweer over Morgen De brandweer maakt een verandering door in lijn met Brandweer over morgen ( de strategische reis ). De belangrijkste verandering is de toenemende aandacht voor het voorkomen van incidenten en het veranderen van de repressieve organisatie. De toenemende aandacht voor het voorkomen is niet de enige aanleiding om de operationele organisatie te veranderen. Het meer voorkomen van brand in combinatie met een aantal andere ontwikkelingen vraagt om een herziening van de manier van bestrijden. Daarnaast spelen o.a. de volgende ontwikkelingen: De bestuurlijke opdracht: minder slachtoffers en doden, minder schade tegen minder kosten De maatschappelijke trends van meer vrijheid tot ondernemen en eigen verantwoordelijkheid voor burgers en ondernemers voor veiligheid. Het besef dat niet elke vorm van veiligheid kan worden gegarandeerd door het bestrijden van incidenten. Dat voorkomen en het zorgen voor zelfredzaamheid van belang is De toename van complexiteit waardoor er meer complexere incidenten zijn met meer risico bij operationeel optreden Vier denkrichtringen De onderstaande denkrichtingen zijn het resultaat van MPSP scenario 4 deel 1. Deze denkrichtingen zijn gebruikt als input voor de workshops: Taakstelling en prestatie Beschrijving Duidelijker afgebakend takengebied voor de brandweer. Dienstverleningsovereenkomst met de samenleving. Minder taken hogere kwaliteit. Kansen Problemen Discussie over de taakstelling levert een duidelijk beeld op wat de burger zelf kan/mag doen en wat van de brandweer wordt verwacht. Past moeilijk in de huidige denkwijze. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 6

7 Specialisatie van taken Beschrijving Medewerkers meer laten specialiseren en minder breed opleiden. Het ontstaan van specialistische teams voor b.v. hoogbouw, spoorwegongevallen en specifieke brandbestrijding Kansen Problemen Ontwikkeling van kwaliteit brandweeroptreden, meer efficiëntie bij vakbekwaam houden van medewerkers door een kleine groep veel kennis te geven. Voorkomt verdunning van ervaring. Mogelijke verschraling van het takenpakket waardoor minder aantrekkelijk loopbaan voor medewerkers Anderzijds juist ook een optie om basis te beginnen en door te groeien naar een zwaarder specialisme of te switchen en te bekwamen in andere specialisme(n). Flexibele uitruk Beschrijving Kleine,snelle eenheden voor snelle interventie en kleine klussen. Daarnaast grotere aanvullende eenheden voor de bijzondere en specialistische taken Kansen Problemen Meer rood op straat, maatwerk voor de burger, sneller ter plaatse, effectievere inzet mensen waardoor meer kansen andere taken. Uitbreiden noodhulp brandweer met medische noodhulp Ervaren bedreiging voor vrijwilligers, mogelijke bedreiging veiligheid brandweermensen. Voorlichting en advies dichtbij Incidentbestrijding Beschrijving Meer rood op straat, meer contacten tussen burgers en brandweer. Zowel in de normale situatie als na een incident. Kansen Problemen Betere benutting kennis en ervaring operationele medewerkers. Kansen voor het loopbeleid van de brandweer. Een hoger rendement van de inspanningen van de brandweer. Mogelijk knelpunt in prioriteit. Zowel een goede voorlichting als snelle incidentbestrijding vragen beschikbaarheid. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 7

8 3- Denkrichting: Variabele Voertuigbezetting 3.1 Wat is het? Onder variabele voertuigbezetting verstaan we alle afwijkende bezettingen van standaard brandweereenheden. Hierbij betreft het zowel eenheden voor basisbrandweerzorg als ondersteunende of specialistische eenheden. Op dit moment is er in Nederland en de VRH vooral aandacht voor de kleinere basiseenheden als alternatief voor de TS6. De meest voorkomende en besproken varianten zijn de snelle interventie eenheden (SIV) met twee of vier personen, een reguliere tankautospuit met een bezetting van vier personen en de brandweermotor. Deze eenheden zijn daarom gekozen om in deze workshop te bespreken. Andere eenheden zijn zeker ook denkbaar maar komen minder voor in de Nederlandse of internationale praktijk. Voorbeeld - kts Delft (Martijn van der Schans) De (toenmalige) brandweer Delft heeft ruim tien jaar geleden een proef gestart met een kleine tankautospuit. De kts was bedoeld om sneller op te treden bij brand in de binnenstad en enkele omliggende wijken waar de bereikbaarheid minder goed is. De kts kan in deze gebieden wel snel dicht bij de gebouwen komen en daarmee wordt snelheid gewonnen. Het voertuig is uitgerust met Oneseven om een grote slagkracht te bereiken. De kts wordt in Delft als een succes gezien. De inzetprocedures zijn zelf ontwikkeld en kijkend naar de cijfers kwamen er in Delft weinig middelbranden voor. Dat werd veroorzaak omdat met de combinatie kts(4) en een TS(6) een groot deel van de binnenbranden konden worden bestreden. De kts werd ook zelfstandig ingezet voor kleinere klussen zoals liftinsluitingen. Voorbeeld Variabele voertuigbezetting in het land (Lucien Groenewegen) De brandweer in Nederland lijkt overal op een gelijke manier uit te rukken. Je verwacht overal een basiseenheid met zes personen. De werkelijkheid is anders. Er rijden al kleinere tankautospuiten rond, korpsen die tweezijdig aanrijden met niet-volledige bezettingen of redvoertuigen met verlengde cabine. De variatie is groot. Op dit moment wordt er op veel plaatsen een pilot uitgevoerd. Een greep: Zuid-Limburg - proef met een SIV2 met beroepsbezetting i.c.m. TS4 op vrije instroom. Vleuten - proef met een tankautospuit die overdag wordt bemand met vier personen Rotterdam-Rijnmond - diverse proeven met een SIV2 De NVBR maakt een overzicht van alle pilots en eenheden in ons land. In het project Variabele Voertuigbezetting worden de uitgangspunten en ervaringen gebundeld. Ook wordt er gekeken naar de ervaringen in het buitenland en de bestuurlijke en juridische randvoorwaarden. Het rapport van dit project verschijnt in het voorjaar van Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 8

9 3.2 Opdracht: bepaal de slagkracht De deelnemers is gevraagd de slagkracht en beperkingen te bepalen van de verschillende eenheden voor variabele voertuigbezetting. Het volledige overzicht van de opmerkingen is opgenomen in bijlage 1. Samenvatting van de opmerkingen: alle eenheden kennen beperkingen, ook een TS6, deze bereik je echter minder snel een SIV4 kan één klus tegelijk uitvoeren (b.v. redding), een TS6 kan vaker twee klussen (redden en blussen) tegelijk aan. Het plaatsen van deze voertuigen is dus afhankelijk van risico in het verzorgingsgebied. Er is een helder beeld nodig welke klus(sen) een eerste eenheid kan verwachten. de SIV2 en motor kunnen kleine klussen zelfstandig afhandelen en bij grote klussen alleen een begin maken met teveel mensen bij een klus heeft ook nadelen, mensen gaan onnodige zaken doen of gaan hun eigen gang 3.3 Opdracht maak je eigen MPSP Bij deze opdracht is de deelnemers gevraagd de basis-brandweerzorg te organiseren met maximaal 16 fte en maximaal 3 kazerne locaties. Er kon gebruik worden gemaakt van een SIV2, SIV4, TS6 of een motor. Er is daarbij veel aandacht voor de vraag welke eenheid goed past bij de behoefte en het risico van het verzorgingsgebied. Tijdens de opdracht valt op dat: er is meer behoefte aan de motor als snel interventievoertuig dan een SIV2 een SIV2 is volgens de groepen bruikbaar in gebieden met een relatief risico, bijvoorbeeld eengezinswoningen in een dorp een SIV4 wordt over het algemeen ingezet in gebieden met een gemiddeld risico bij het plaatsen van een SIV2 of SIV4 wordt door de groepen rekening gehouden met de plaats van een TS6 voor aanvulling bij grotere klussen. alle groepen maken gebruik van de TS6 in de gebieden met een groot risico. De gebieden met portiekflats en de grote zorginstellingen worden als groot risico gezien. de groepen denken verschillend over de noodzakelijke inzet bij het bedrijfsterrein. De ene groep kiest ervoor hier veel brandweer te stationeren, een andere groep is van mening dat bedrijven vooral zelf maatregelen moeten nemen en dat woningen meer prioriteit moeten krijgen. 3.4 Randvoorwaarden je kan dit doen als Om variabele voertuigbezetting mogelijk te maken zijn een aantal randvoorwaarden noodzakelijk. De volledige lijst van opmerkingen is opgenomen in bijlage 2: Het is belangrijk om de slagkracht en mogelijkheden van de nieuwe eenheden helder te krijgen. Wat kan en wat niet. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 9

10 Het leveren van maatwerk begint bij de alarmcentrale. Deze zal aan moeten sluiten bij het maatwerk en de verschillende eenheden. De tweede eenheid moet overal voldoende snel beschikbaar zijn, zodat snel kan worden opgeschaald (dit heeft een directe link met de discussie over het aantal kazernes in de regio). Het invoeren van andere eenheden is een grote verandering voor de huidige medewerkers en voor toekomstige collega's. Dit zal gevolgen hebben voor de werving, selectie maar ook het vakbekwaam worden en blijven. De individuele kwaliteit van de medewerker wordt belangrijker bij het toepassen van kleine eenheden. Dit kan als de mogelijkheden verbeteren voor vakbekwaam worden en blijven verbeteren. Ook zal er aandacht moeten komen voor het bewaken van de vakbekwaamheid. Er ontstaan nieuwe functies in de operationele dienst. De opleidingen en loopbaanontwikkeling moeten hierop worden aangepast. De inzet en betrokkenheid van vrijwilligers is bij deze verandering belangrijk Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 10

11 4- Denkrichting: Specialiseren 4.1 Wat is het? Bij het specialiseren wordt een groep brandweermensen getraind voor een specifieke taak. Dit is een verandering ten opzichte van de huidige situatie waarbij ieder brandweermens dezelfde basisopleiding heeft en voor alle basistaken kan worden ingezet. Voorbeeld; specialiseren brand (Paul Huls) Het vakmanschap bij brand staat onder druk. Er is minder brand, de branden worden complexer en het wordt daardoor moeilijker om vakbekwaam te blijven. Een gemiddelde brandweerman in Haaglanden bestrijdt maar twee serieuze binnenbranden per jaar. Het bestrijden van brand wordt gerekend tot de basisbrandweerzorg. De beschikbare oefentijd is net voldoende om de basisvaardigheden te beheersen. Hierdoor krijgt de theorie van brandverloop en bouwmaterialen weinig aandacht. Een oplossing kan zijn om te werken met een aantal specialistische teams voor brandbestrijding. Deze teams worden ingezet bij bijzondere, complexe branden. Bijvoorbeeld vanaf middelbrand, brand in oude binnenstad of bij grote gebouwen.. Voorbeeld: vakbekwaamheid bij technische hulpverlening (Rick van Hoeij) De mogelijkheden voor de brandweer om Technische Hulpverlening te beoefenen zijn beperkt. Er is maar een aantal uren voor gepland in de Leidraad Oefenen en bv autowrakken zijn kostbaar. De basisvaardigheden kunnen daarmee worden beoefend maar bijzondere situaties amper. Het oefenen met vrachtwagen, treinen of instortingen is voor veel collega s een uitzondering. Het oefenen voor deze brandweertaak kan vele malen beter en effectiever als maar een kleine groep wordt geoefend. Bijvoorbeeld het heffen van trams. Er is een groot verschil tussen het beoefenen van 800 collega s gedurende 2 uur of 40 collega s 8 uur. De kleine groep is beter getraind en de andere collega s kunnen in de 2 uur op andere onderwerpen trainen. Het specialiseren heeft ook een financieel voordeel. De besparingen kunnen worden gebruikt om andere oefeningen beter te faciliteren. 4.2 Opdracht mogelijkheden en beperkingen De deelnemers hebben uitwerking gegeven aan de mogelijkheden en beperkingen van specialisatie op het gebied van brand en technische hulpverlening. De nut en noodzaak van de beide specialismen worden breed gedragen Er zijn veel verschillende meningen over de afbakening van de basiszorg en de specialismen Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 11

12 De mogelijkheden om te specialiseren zijn divers. Je kan complete teams specialiseren, de basiseenheden ondersteunen met specialisten of een specialistisch adviseur zoals de AGS sturen (bv de Adviseur Technische Hulpverlening). Je kan diep specialiseren (van een klein stukje veel kennis) of breed (van veel onderwerpen een wat kennis). Het is ook mogelijk te specialiseren binnen een team, zoals een specialist HV op een TS. De regionale specialismen moeten aansluiten bij de landelijke specialisten zoals het steunpunt regio s bij CBRN. De risico s van het verzorgingsgebied, de risico s voor het personeel en de inzetfrequentie zijn belangrijke redenen om te kiezen voor specialiseren 4.3 Maak je eigen MPSP De deelnemers zijn gevraagd binnen het fictieve verzorgingsgebied de basisbrandweerzorg en de specialismen brandbestrijding en technische hulpverlening te organiseren. De verschillende groepen hadden verschillende oplossingen om de specialisatie in te vullen. Deze verschillen werden zowel veroorzaakt door een andere visie op zowel de basisbrandweerzorg als de specialisatie. Er is overeenstemming over het principe dat minder medewerkers voor basisbrandweerzorg ruimte maakt voor het specialiseren van medewerkers. De specialisten werden geplaatst in gebieden met het hoogste risico vanwege de noodzakelijke slagkracht en opkomsttijd. Wanneer meer wordt gespecialiseerd levert dat ook voordelen op voor de basisbrandweerzorg. Door de verschuiving van basistaken naar specialistische taken hoeft niet iedereen meer op alles worden geoefend. De oefeningen kunnen meer verdiepend en efficiënter worden uitgevoerd. Het is belangrijk specialismen goed te spreiden. Regionale, interregionale en landelijke samenwerking. Voor sommige onderwerpen is samenwerkingen buiten de brandweer ook een mogelijkheid. Er is twijfel over het volledig specialiseren (ook wel dedicated genoemd). Hierbij vervult een medewerker gedurende meerdere jaren alleen de taak van specialist 4.4 Randvoorwaarden je kan dit doen als Om specialiseren mogelijk te maken zijn een aantal randvoorwaarden noodzakelijk. Het volledige overzicht van de genoemde randvoorwaarden is opgenomen in bijlage 2. Je kan specialiseren als: het specialiseren wordt gezien als zowel een organisatorische en culturele verandering. Het loslaten van het principe iedereen kan hetzelfde wordt als een grote stap gezien, zowel operationeel als beheersmatig. Dit moet goed worden uitgelegd. er samenhang is in de verdeling van taken en vaardigheden tussen basisbrandweerzorg, de regionale en landelijke specialismen. de instroom- en doorstroommogelijkheden worden aantrekkelijk gemaakt voor maximale kwaliteit. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 12

13 er wordt rekening gehouden met de complexiteit van de personeelsplanning door het specialiseren. De uitwisselbaarheid, die op dit moment als erg belangrijk wordt gezien, zal afnemen door het ontstaan van verschillende functies. Het specialiseren een duidelijke plaats krijgt in het loopbaanbeleid van de operationele dienst. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 13

14 5- Denkrichting: Taakstelling en prestatie 5.1 Wat is het? De prestaties en resultaten van de brandweer duidelijk beschreven voor de burger en bestuurder. Hierdoor is het duidelijk wat de brandweer doet en tegen welke kosten. Oneigenlijke inzet van de brandweer wordt voorkomen. Het huidige MPSP beschrijft de kwaliteit van de brandweer in termen van opkomsttijden. De veranderingen in de samenleving maken een heldere verwachting en prestatie noodzakelijk. Daarom is het ontwikkelen van betere indicatoren om de slagkracht en de prestatie te beschrijven gewenst. Hierbij kan worden gedacht aan zowel het omschrijven standaardprestaties (tijd, kwaliteit) als het kwantificeren van de veerkracht bij grote incidenten (tijd, deskundigheid, gelijktijdigheid). Een nadere definiëring van de prestatie van de brandweer biedt grote kansen voor het MPSP. De ontwikkelingen op het gebied van specialisatie, flexibilisering en voorlichting kunnen effectiever en kostenbewuster worden ingevoerd bij een scherpe taakstelling. Voorbeeld: Prestatie versus slagkracht (Paul Weyling en Lucas de Lange) De inzet van de brandweer is op dit moment alleen vastgelegd met een opkomsttijd. De prestatie is niet beschreven. Kan je het resultaat van de brandweer vastleggen in afhandelingstijden, schadebedrag of anders? Het succes van de bestrijding en het risico voor de brandweermensen worden vaak bepaald door de gekozen tactiek. Daardoor kan je zeggen dat de brandweer vaak risico neemt voor het financiële voordeel van anderen, zoals de verzekering. 5.2 Opdracht: Prestatie beschrijven De deelnemers van de workshop zijn gevraagd de prestatie van de brandweer bij een aantal klussen in het fictieve verzorgingsgebied te beschrijven. Daarbij valt op dat: Het is lastig de prestatie van de brandweer te beschrijven omdat er geen zekerheid is over de situatie die wordt aangetroffen (preventie-repressie) Het is een risico dat je bij het beschrijven van de prestaties te snel vervalt in een star systeem waardoor de bedrijfsvoering van de brandweer te ingewikkeld wordt. Een snelle ontdekking van een brand geeft meer kans op een succesvolle bestrijding Misschien dat je bij kleine relatief eenvoudige klussen (b.v. verwijderen dak na aanrijding) een garantie op de snelheid en kwaliteit kan geven Het onderwerp slagkracht en prestatie is moeilijk te omvatten en te beschrijven Opkomsttijden zijn makkelijk te meten, kwaliteit van optreden is veel moeilijk te meten. De deelnemers erkennen de noodzaak om de prestatie van de brandweer op een andere manier te beschrijven dan in de vorm van een opkomsttijd. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 14

15 5.3 Opdracht: Voorbeeld Inverdienen Sommige mensen zijn van mening dat de brandweer prima geld kunnen verdienen met het verrichten van niet-wettelijke taken. De deelnemers van de workshop is gevraagd bij welke taken dit kan. Deze genoemde onderwerpen: PAC meldingen BHV instructie verzorgen Niet-spoedklussen Multi kleur voertuigen/taken voor andere hulpverleningsdiensten Brandveiligheids advies Brandmelders verkopen Concurreren met particulieren partijen die door overheidsgeld betaald worden Mogen we wel concurreren? Dit kan strijdig zijn met de toetsing/handhaving van de brandweer Schadebeperking na een brand (nazorg) 5.4 Randvoorwaarden je kan dit doen als Om het anders beschrijven van de taakstelling en prestatie mogelijk te maken zijn een aantal randvoorwaarden noodzakelijk. Je kunt de taakstelling en prestatie van de brandweer verbeteren als: je de behoefte bepaalt van maatschappij en de brandweer. je inspeelt op beide behoeften de mogelijkheden en onmogelijkheden communiceert uitgaat van de dynamiek. We zijn namelijk geen aannemersbedrijf we ons meer richten op advisering BVL (veerkracht en bedrijfsvoering) je een rol pakt in de nazorg van incidenten Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 15

16 6- Denkrichting: Brandveilig Leven 6.1 Wat is het? Brandveilig Leven is het beïnvloeden van het gedrag van burgers om brand te voorkomen en de effecten van een brand te beperken. Voorbeeld: Onderzoek naar bevolkingssamenstelling en brand (Tom Kievit) Om vanuit brandveilig leven gericht acties te kunnen uitzetten is onderzoek gedaan naar de risicogroepen per gemeente. Wie loopt er bovengemiddeld veel kans op brand, wat kenmerkt deze groep en hoe kunnen we deze mensen het best bereiken met onze voorlichtingsboodschap. Daarnaast is er een link gelegd met brandonderzoek. Herkennen van trends in brandoorzaken helpen bij het specifieker en dus effectiever maken van voorlichting. Uitkomsten van de onderzoeken bieden handvatten voor het bepalen van de insteek van brandveilig leven in het betreffende verzorgingsgebied. Is er bv. huisbezoek nodig, is het effectiever om folders te verspreiden, of via een lokale vereniging voorlichting te geven. Richtingen we ons op gevaren in de keuken, schoorsteen branden, of juist de elektra. Voorbeeld: Brandveilig Leven Brandweer Amsterdam-Amstelland (Susanna Mastenbroek) Collega s in Amsterdam-Amstelland zijn al geruime tijd bezig met brandveilig leven. Eén van hun pilots was voorlichting na brand. Collega s uit de ploeg geven voorlichting nadat er brand is geweest in een buurt. Dit doen ze bewust in uitruk tenue, in een locatie midden in de buurt. Dit kan een zaaltje zijn, maar ook een lokale kapper of theehuis. Hiermee hebben ze erg positieve ervaringen opgedaan. Belangrijke conclusies zijn: 1) goede back-office om zaken rondom deze voorlichting te kunnen organiseren & te zorgen voor bereikbaarheid ivm vragen burger is belangrijk, 2) deze manier van voorlichting, zeker in aandachtswijken, is effectiever dan folders etc., 3) heb aandacht voor de beeldvorming binnen de brandweer, in Amsterdam-Amstelland is er weerstand tegen brandveilig leve, 4) heb aandacht voor de praktische zaken zoals uren vergoeding & opleiding. 6.2 Opdracht: Brandveiligmaatwerk leveren De deelnemers van de workshop zijn gevraagd om na te denken op welke wijze brandveilig leven de huiskamers binnenkomt. De insteek was om per doelgroep te bepalen wat de beste benaderingswijze is. De doelgroepen zijn tijdens deze sessie gekoppeld aan het meeste voorkomende incident in die wijk. Hieronder zijn een aantal benaderingswijze per doelgroep beschreven. Doelgroep: knokkers (lage inkomens) Samenwerking zoeken met vrijwilligers in de wijk, zoals een buurtvader, om voorlichting te geven. Zij zullen dan wel een cursus BVL volgen. Benaderingsinsteek: Sportverenigingen, kapper, buurthuizen en moskeeen. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 16

17 Veel schoolbezoeken, om de allochtone kinderen te enthousiastmeren. Zij spreken vaker beter de Nederlandse taal en kunnen hun ouders bewustmaken Doelgroep: Welvarenden Deze groep op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreken. Met de verzekeringen afspraken maken om mensen te kunnen verplichten tot brandveilig leven TS met lichtsignalen in de wijk zetten. De mensen komen dan vanzelf wel naar buiten om een praatje te maken Na een incident nazorg leveren aan de mensen in de buurt en direct voorlichting geven over BVL Doelgroep: Senioren (Ontruimings)oefening organiseren en dit combineren met voorlichting Met externen als thuiszorg samenwerken. De thuiszorg kan onveilige situaties bij de mensen thuis signaleren. De brandweer kan de thuiszorg ook van praktische tips voorzien. Kazernes opstellen voor voorlichting Senioren zijn gemakkelijk overdag te benaderen aan de deur. 6.3 Randvoorwaarden je kan dit doen als Om Brandveilig Leven door Incidentbestrijding mogelijk te maken zijn een aantal randvoorwaarden noodzakelijk. De rol en taak van de OD moet duidelijk zijn Een mentaliteitsverandering bij de OD teweeg brengen, zodat zij de nut en noodzaak zien van brandveilig leven. En zij dit niet zien als twee tegenstrijdige zaken. Als de insteek Brandveilig leven werkt, vooral blijven doen! Het moet geen project worden. Iedereen moet het binnen de brandweer gaan doen.. Iedereen moet namelijk iets kunnen vertellen over Brandveilig leven Eigen mensen opleiden in voorlichting en specialiseren in Brandveilig leven Maak Brandveilig leven concreet Capaciteit in de OD flexibel maken Laat ook de ondernemers hun verantwoordelijkheid voelen Opleiding Brandveilig leven voor de OD aantrekkelijk maken Minder harde scheiding tussen preventie en de OD. De sterke punten uit de mensen van de OD halen (goede spreker, bekendheid met preventiemiddelen, etc.) Een open bedrijfscultuur creëren naar externen toe (goed bereikbaar zijn) Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 17

18 7- Terugblik en conclusie 7.1 Algemeen Er hebben in ca. 40 collega s deelgenomen aan de workshops. De deelnemers aan de workshops zijn een representatieve vertegenwoordiging van alle afdelingen. Een aantal dagdienstcollega s is eveneens vrijwilliger zodat ook deze groep is vertegenwoordigd. 7.2 Beeld van de toekomst De aanwezige collega s zijn betrokken bij de toekomst van de brandweer. De sfeer tijdens de workshops was gericht op de toekomst zonder de zorgen van vandaag uit het oog te verliezen. De zorgen van vandaag zijn terug te vinden in de randvoorwaarden voor de toekomst. De collega s zijn van mening dat zonder deze randvoorwaarden de veranderingen niet succesvol mogelijk zijn. 7.3 Werkvormen De workshops hebben een compleet en bruikbaar beeld opgeleverd voor het opstellen van dit rapport. De werkvormen die zijn gebruikt zijn goed ontvangen. De opzet van maak je eigen MPSP is in het bijzonder succesvol gebleken. Deze werkvorm is bij drie workshops toegepast (niet bij taakstelling en prestatie) en leidt tot inhoudelijke en open discussies over de toekomst. De werkvorm is daarom breed aangeboden in de organisatie om te gebruiken in ploegen of op posten om het gesprek met elkaar aan te gaan. 7.4 Van denkrichting naar denklijnen Op basis van de workshops is zijn de volgende denklijnen zichtbaar te maken: 1. Het is mogelijk de basisbrandweerzorg voor een deel met kleinere eenheden te organiseren om daarmee meer specialiseren mogelijk te maken. Deze kleinere eenheden kunnen maatwerk leveren voor het risico van het verzorgingsgebied. 2. Het is wenselijk meer te specialiseren, in het bijzonder op de vakgebieden brandbestrijding en technische hulpverlening. Er ontstaat dan kwaliteit in brandweerzorg en effectieve inzet van mensen en middelen. 3. Het is noodzakelijk de brandweerzorg meer te gaan beschrijven in termen van kwaliteit in plaats van opkomsttijd. Deze manier van beschrijven geeft het bestuur en samenleving een beter inzicht in het vakmanschap van de brandweer. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 18

19 7.5 Conclusie: je kan dit doen als Wanneer wordt teruggekeken op de vier workshops is een rode draad zichtbaar in alle noodzakelijke randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden worden door de deelnemers aan de workshops essentieel gezien om de denkrichtingen daadwerkelijk en succesvol te realiseren: Loopbaanbeleid Het totaal van de vier denkrichtingen levert het beeld op dat binnen de brandweer er meer verschillende functies komen. Sommige van deze functies passen goed bij startende collega s, andere bij meer ervaren. De samenhang en het systeem van doorstroom worden als een belangrijke randvoorwaarden. Ook is het voor veel collega s de vraag of alle collega s bij instroom dezelfde kwaliteiten moeten bezitten. Het begrip loopbaanbeleid is in de discussies vaak genoemd. Zowel om vakbekwaamheid te stimuleren als om de brandweer een aantrekkelijke werkgever te laten zijn. Een stevige visie over de samenhang en doorstroom van en naar functies is daarom onmisbaar. Cultuur Het is invoeren van de denkrichtingen is niet slechts een serie implementatieprojecten. De visie op het werk en de rol van de brandweer in de samenleving verandert stevig. Het is daarvoor noodzakelijk de cultuur binnen de brandweer verandert. Het denken over de huidige werkwijze en de verwachtingen van de maatschappij spelen hierbij een belangrijke rol. Vakbekwaamheid Het vakbekwaam worden en blijven zijn onmisbare randvoorwaarden om de denkrichtingen in de toekomst te realiseren. Er zijn meer verschillende opleidingen nodig, de opleidingen zullen meer gespecialiseerd worden en de in- en doorstoomeisen moeten worden getoetst. Alarmcentrale De operationele randvoorwaarden zijn voor een belangrijke deel gericht heldere afspraken zodat eenheden goed kunnen samenwerken en de opschaling transparant verloopt. De alarmcentrale wordt door veel collega s als een cruciale schakel gezien om "brandweerzorg op maat' te kunnen leveren. Risico- inventarisatie en risicoanalyse De vier denkrichtingen hebben inhoudelijk een overeenkomst. Er is een gedegen en gedragen vorm van risico-inventarisatie en risicoanalyse van het verzorgingsgebied voor nodig. Variabele voertuigbezetting, specialiseren, taakstelling/prestatie en Brandveilig Leven baseren zich op de aanwezige risico s. Het is van belang dat deze risico-inventarisatie bruikbaar en herkenbaar is voor alle onderdelen van de organisatie om een succesvolle ontwikkeling van de brandweer te ondersteunen. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 19

20 Bijlage 1 - opdracht variabele voertuigbezetting Slagkracht versus beperking Eenheid Slagkracht Beperking TS6 Br: Br: Werkt obv 2 opdrachten: aanval + opbouw watervoorziening Te druk bij kleine opdrachten (vrije Combinatie redden en verkennen + 2 back-up instroom) Woningbrand, kelderbrand, Garage, Back-up, Bereikbaarheid dubbele aanval? Nu opschalen HV: Trein, beknelling groot HV: OGS: OGS groot, standaard procedure, grijpredding, chemiepak Overschot bij liftinsluiting OGS: bij OGS klein krijg je 6 man voor fles ammonia TS4 WO: Br: HV: OGS: Slachtoffers te water, waadactie Binnenbrand redding Afhankelijk diepte gebouw Kleine brand kan bij aanrijden 2 e voertuig 1 opdracht :redden/aanval Snelle uitruk vrije instroom GWT Meewerkende voorman Enkelzijdig ongeval Lichte beknelling Kan HV incidenten prima aan WO: Br: HV: OGS: 6 man is teveel, want er zijn maar 2 waadpakken Mochten ze niet nodig zijn, dan staan ze in de weg Garagebrand, hoogbouw, complexe gebouwen Je kan niet naar binnen bij een binnenbrand Twee brandhaarden Aantal slachtoffers Slechts 1 opdracht Andere rolverdeling Demotivatie Meewerkend voorman. Moet goed kunnen schakelen buiten en binnen andere rolverdeling Geen beperking Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 20

21 SIV2 MOB1 WO: Br: HV: OGS: WO: Br: HV: OGS: WO: Kan kleine OGS prima aan Grijpredding of verkenning Gaslek 90% van de oppervlakte redding Persoon te water Assistentie WO voertuig Afhankelijk van het incident Buitenbrand (autobrand, bermbrand) Zeer kleine binnenbrand (afzuigkap) Bevelvoerder + chaufeur Kleine klussen zonder risico (verwijderen autodak, mits ambulance op tijd is) Kleine OGS Metingen, vreemde lucht (lichte)ondersteuning WO redklos Snelle inzet Buitenbrand, autosnelweg Verkenning OMS Snelle kleine inzet Kennis hebben van zaken Verkennen (zwaarte bepalen HV) Veiligheidscheck Airbackhoes HTM-schakelen Prio 2 CO WVD-meetpleog redklos WO: Br: HV: OGS: WO: Br: HV: OGS: WO: Beperking bij chemiepakken Geen back-up Uitwisseling mogelijk beperkt Binnenbrand met s.o. Niet alleen op binnenbrand rijden Zware HV geeft problemen Beperking bij chemiepakken Niet waden Geen binnenbrand en grote klussen Beperkt beperkt beperkt Andere toevoegingen: Een TS4 moet je niet ivm met opleiden en oefenen niet op een kazerne gezet worden met een TS6, want dan wordt de TS4 mogelijk niet meer gebruikt Bepaal hoe snel de opschaling verloopt als je de TS4 inzet. Ook denken aan een SIV 3 of 5 Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 21

22 Het is belangrijk welke informatie de meldkamer krijgt. De centralist moet weten wat de kwaliteit van de bebouwing is om een goede opschaling te verzorgen. Kijken naar de ketenaanpak. Er wordt bij een SIV4 meer verwacht van andere hulpverleners. Wat viel op bij het spel? Industrieterrein en gevangenis hebben een laag risico Het inzetten van 3 maal een TS4 voldoet In het dorp een SIV2 of SIV4 zetten op vrije instroom Betere preventieve eisen stellen in het buitengebied. Verantwoordelijkheid weerleggen Voertuigen plaatsen van binnen naar buiten vanuit de stad gerekend. Objecten met het grootste risico krijgen een TS6 MOB1 blijft mobiel tussen de kazernes rijden Een TS2 moet een TS3 worden. (1 bevelvoerder + aanvalsploeg) Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 22

23 Bijlage 2 Randvoorwaarden Variabele Voertuigbezetting Je kan bij de brandweer aan de slag met het onderwerp variabele voertuigbezetting als: 1. De RAC moet snel kunnen beslissen. Ze moeten weten wat de slagkracht is. Om dat te weten moeten de centralisten goed kunnen vertalen. 2. Bij een SIV 4 wordt de kwaliteit van de medewerker nog belangrijker en die moet je borgen. 3. Let op re-integratietrajecten 4. Vooraf moet er een betere selectie zijn van personeel 5. Zorgdragen voor een stevige introductie. (tijd, oefenen, wennen) 6. Zoveel mogelijk standaardiseren van voertuigen om het uitwisselen van personeel niet onnodig complex te maken. Met andere woorden: zo min mogelijk variëren en bijvoorbeeld kiezen voor SIV 5 voor de gehele regio. 7. Er is meer dan SIV 1,2,4,6 8. Goede operationele afspraken maken (denk aan omscholing en bijscholing) 9. Let op generatieverschillen. Eigenlijk moeten we opnieuw de basis beschrijven. 10. Maak een businesscase (VBH en medewerkers) mede in combinatie met alle ontwikkelingen die gaande zijn. 11. Hoe houd je de vrijwilligers betrokken bij minder uitrukken? 12. Blijft de rol van de vrijwilliger op basis van slagkracht bestaan? 13. Moet je van brand of per eenheid geen specialisme maken? 14. Je moet weten wat je krijgt. 15. Je moet rekening houden met de buitengebieden. Let op spreiding en opkomst 2 e voertuig. 16. Je moet de loopbaan opnieuw bekijken. (bv. Instroomeisen bevelvoerder) Er moeten opnieuw eisen worden gesteld: eerst aan de TS6 en vervolgens pas aan de TS Kaders stellen aan pilots en deze goed communiceren aan het personeel. 18. Monitor je pilot (je doel, aanpak en einde) 19. Het aantal keuzes vooraf beperken om het overzichtelijk te houden. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 23

24 Bijlage 3 Randvoorwaarden Specialiseren Je kan bij de brandweer aan de slag met het onderwerp specialiseren als: Er een helder beeld gevormd is over de VBH aspecten (vrijwilligers, beroeps en combi) De totale kennis omhoog gaat de operationele beperking ofwel het grensvlak tussen basis en specialisme beschreven is Er een duidelijk takenpakket is Budget voor goede spullen en VBH-aspecten Er selectiecriteria zijn voor in- en doorstroom binnen het specialisme Het specialisme goed afgekaderd/ omschreven is De slagkracht (mensen en middelen) bepaald is. De bovengrens van brand gedefinieerd is Er draagvlak is van de niet-specialisten Geaccepteerd wordt dat er verschillen ontstaan tussen posten, ploegen, opleidingen etc. Er een overzicht is van alle ontwikkelingen op het gebied van VBH, cluster, VV etc. Het bestaande dekkingsplan losgelaten durft te worden Er geïnvesteerd wordt in teamvorming De ervaringsopbouw goed verzorgd wordt. Het risicogebied goed geanalyseerd wordt en dit ook wordt gedaan voor de toekomstige ontwikkelingen op dit gebied Er goed gekeken wordt naar de functies specialisten/ploegchef, bevelvoerder en koude taken Er interregionaal goede afspraken zijn Men niet bang is voor weerstand en zorgen dat die mensen die willen veranderen de boodschap brengen. Als de commandovoering goed uitgewerkt is Je durft te beginnen! Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 24

25 Bijlage 4 - Opdracht Prestatie beschrijven Prestatieafspraak 1. Woningbrand nieuwbouw (spoedeisend) Prestatie: Wel binnenaanval doen Woning is doorzocht in 10 minuten Brandmeester vanaf melding in 30 minuten Redden mens en dier of redden buiten beschouwing laten Mits: De brand binnen het compartiment is Het een snelle melding is. Een goede bereikbaarheid Gemiddelde vuurbelasting 2. Wateroverlast (niet-spoedeisend) Prestatie: Stabiliseren Brandmeester vanaf melding in 1 uur Dienstverlening: geld tenzij Mits: Is dit wel een taak van de brandweer? Geen gelijktijdigheid Als het risico op groter gevaar kan optreden Klus is eenvoudig 3. Portiekwoningbrand (spoedeisend) Prestatie: Binnen 10 minuten vluchtweg vrijgemaakt Vanaf melding 45 minuten brandmeester (brand of ontruiming is lastiger) Redden van mens en dier Mits: Er geen redding is vanaf het balkon Gegarandeerd kan worden dat de aangrenzende woningen geen gevaar lopen 4. THV (spoedeisend) Prestatie: Personenauto (statisch incident) Deur en dak openknippen in 30 minuten In gezamenlijkheid de weg snel vrijgeven, met als criteria een veilige situatie na het incident. Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 25

26 Prioriteit is snelheid of kwaliteit bij het afhandelen van het incident? 5. Bedrijfspand Prestatie: Geen prestatieafspraken Dynamisch proces afhankelijk van preventie bedrijf Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 26

27 Bijlage 5 Opdracht doelgroepgerichte Brandveiligheid Doelgroepgericht o.b.v. spel Groep Knokkers Benaderingswijze: Insteek op een soort buurtvader, een vrijwilliger uit de buurt die de buurt kent en de taal spreekt. Hij heeft hiervoor een cursus BVL gekregen. Insteek op sportverenigingen, kapper, buurthuis en moskeeën Rode wagen in de buurt zetten of in het winkelcentrum Folders verspreiden (evt. vooraankondiging) De kinderen op scholen in de buurt benaderen door schoolbezoeken (TS neerzetten op het schoolplein) of folders verspreiden Samenwerking zoeken met de woningbouwvereniging vanwege de grote hoeveelheid huurders. Rekening houden met lage inkomens (dus veel gratis producten voor BVL) Wie: OD gaat overdag of in de avond langs de deuren Personen uit de OD selecteren i.v.m cultuur en taalbarrière OD en dagdienst mensen laten samenwerken OD cursus geven over BVL Groep Welgestelden Benaderingswijze: Op afspraak contact zoeken Via de krant, brief of tv voorlichten. Schoorsteenvegers verantwoordelijk stellen. Heel erg op hun eigen verantwoordelijkheid aanspreken Kunnen veel BVL producten zelf aanschaffen Met de verzekering afspraken maken hoe we de mensen kunnen laten verplichten brandveilig te leven. TS in buurt zetten met lichtsignalen aan. De mensen komen dan vanzelf wel naar buiten om een praatje te maken. Collecteren voor de brandwondenstichting met praatje erbij en vooraankondiging. Benaderen via sportverenigingen en recreatie. Wie: Combinatie dagdienst en OD Huis aan huis bezoeken Goede voorbereiding Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 27

28 Groep Senioren Benaderingswijze: Gemakkelijk overdag te benaderen aan de deur De senioren houden erg van voorlichting (in winkelcentra, zorginstellingen, kaartclubs etc) Kazernes opstellen voor voorlichtingsdagen Met externen samenwerken zoals thuiszorg. Thuiszorg signaleren, maar kunnen ook praktische tips geven. Maar ook de samenwerking zoeken met woningbouwverenigingen en VVE s (Ontruimings)oefeningen organiseren en combineren met voorlichting Wie: OD gaat overdag langs de deuren Opleiding BVL wordt door de dagdienst georganiseerd Oefening BVL wordt door de OD georganiseerd Thuiszorg opleiden Nazorg Vooral voorlichting geven op de plek waar een incident heeft plaatsgevonden. Deze voorlichting is wel incidentspecifiek Maatzorg leveren a.d.h.v incident of wijk Dienstverlening door brandweer door rookmelders te plaatsen en een woningcheck doen. Brandveilig Leven kun je doen als De rol en taak van de OD moet duidelijk zijn Een mentaliteitsverandering bij de OD teweeg brengen, zodat zij de nut en noodzaak zien van BVL. En zij dit niet zien als twee tegenstrijdige zaken. Als de insteek BVL werkt, vooral blijven doen! Het moet geen project worden. Iedereen moet het binnen de brandweer gaan doen.. Iedereen moet namelijk iets kunnen vertellen over BVL Eigen mensen opleiden in voorlichting en specialiseren in BVL Maak BVL concreet Capaciteit in de OD flexibel maken Laat ook de ondernemers hun verantwoordelijkheid voelen Opleiding BVL voor de OD aantrekkelijk maken Minder harde scheiding tussen preventie en de OD. Brandonderzoek informatie kan leveren waarmee de voor de OD en BVL De sterke punten uit de mensen van de OD halen (goede spreker, bekendheid met preventiemiddelen, etc.) We zullen een open bedrijfscultuur moeten creëren naar externen toe (goed bereikbaar zijn) Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 28

29 Rapport MPSP scenario 4 deel 2 / pag. 29