Nota van beantwoording inspraakreacties. Ontwerpnota visstandbeheer

Transcriptie

1 Nota van beantwoording inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer

2 2

3 Nota van beantwoording inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer Vastgesteld door het algemeen bestuur op 28 april 2010 Verantwoording Titel: Nota van beantwoording inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer. Auteur: Peter Heuts Versie: 3.0 Colofon Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden Afdeling Planvorming & Advies Postbus GJ Houten Telefoon: Fax: Website: É-mail: 3

4 4

5 Inhoudsopgave blz. 1. Inleiding 6 2. Hoofdpunten van inspraak Algemeen Inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer Beleidsnota op hoofdlijnen Missie en ambities KRW doelverlaging Vermindering emissies nutriënten en bestrijdingsmiddelen Doelen en normen overig water Visconferentie 16 oktober Afzonderlijke inspraakreacties 11 5

6 1 Inleiding Het voor u liggende document, de nota van beantwoording inspraakreacties, vormt de verwerking van de ontvangen zienswijzen op de Ontwerpnota visstandbeheer. Met de nota van beantwoording geeft het waterschap aan op welke manier de zienswijzen op de ontwerpnota zijn verwerkt in de definitieve Beleidsnota visstandbeheer en op welke wijze het waterschap de komende planperiode zorg wil dragen voor het visstandbeheer. Op 25 augustus 2009 heeft het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden de Ontwerpnota visstandbeheer inspraakrijp verklaard. Op basis van de inspraakverordening van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft de ontwerpnota in de periode van 5 oktober tot 15 november 2009 ter inzage gelegen. Op 16 oktober is een conferentie georganiseerd voor de belanghebbenden om van gedachten te wisselen over het geformuleerde beleid met betrekking tot visstandbeheer. Op de Ontwerpnota visstandbeheer zijn 7 zienswijzen binnengekomen: het Visserijplatform Stichtse Rijnlanden; Sportvisserij Nederland; de Combinatie van Beroepsvissers; twee hengelsportverenigingen; de gemeente Nieuwegein en één particuliere reactie. De inspraakreacties vragen niet alleen om aanpassing of beleidswijzigingen van de ontwerpnota. Een deel van de reacties geeft ondersteuning aan de ingezette koers. Een aantal reacties vraagt om verduidelijking of correctie van feitelijke onjuistheden op een aantal onderdelen van de ontwerpnota. Hieraan wordt tegemoet gekomen in deze nota van beantwoording en in de aangepaste Beleidsnota visstandbeheer. Daarnaast is een aantal reacties niet van toepassing op de ontwerpnota. Het onderwerp waarop de vraag of opmerking betrekking heeft, behoort niet tot de taken van het waterschap of gaat voorbij aan de strekking van de ontwerpnota. Een samenvatting van de inspraakreacties is weergegeven in hoofdstuk 2. De individuele inspraakreacties zijn weergegeven in hoofdstuk 3. Bij elke afzonderlijke reactie bestaat de behandeling uit drie punten. Eerst wordt samengevat wat de zienswijze van de betrokkene is. Daaropvolgend wordt de afweging van het waterschap vermeld en vervolgens staat aangegeven of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van de ontwerpnota. De nota van beantwoording inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer en de Beleidsnota visstandbeheer (versie 6.0) waarin de wijzigingen zijn opgenomen, zijn op 28 april 2010 vastgesteld door het algemeen bestuur. 6

7 2 Hoofdpunten inspraak 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden de discussiepunten uit de zienswijzen en de reactie van het waterschap hierop weergegeven In paragraaf 2.2 wordt ingegaan op de inspraakreacties. Allereerst komen de reacties over de bredere context van het waterbeheerplan aan bod, vervolgens de meer inhoudelijke discussiepunten. In paragraaf 2.3 worden de aanpassingen op hoofdlijnen vermeld. In hoofdstuk 3 zijn de afzonderlijke reacties opgenomen. 2.2 Inspraakreacties Ontwerpnota visstandbeheer Beleidsnota op hoofdlijnen Reactie: Een inspraakreactie gaat in op lokaal specifieke omstandigheden met de vraag hiervoor lokale maatregelen op te nemen. Ook gaat een aantal inspraakreacties in op de algemeen geformuleerde beleidsdoelen. Gevraagd wordt deze in de beleidsnota te concretiseren. Waterschap: De Adviesnota beleid waterbeheer-visstandbeheer van de Unie van waterschappen vormt het uitgangspunt voor de Beleidsnota visstandbeheer. Dit betekent dat in principe de beleidsthema s volgens deze adviesnota zijn uitgewerkt. De Beleidsnota visstandbeheer geeft het beleid op hoofdlijnen weer. Lokale specifieke problematiek wordt in de regel via andere planvormen, zoals water(gebieds)plannen en visstandbeheerplannen geconcretiseerd. In de op te richten Visstandbeheercommissie (VBC) wordt de uitwerking in visstandbeheerplannen en visplannen aan de orde gesteld. De VBC adviseert vervolgens het waterschap over haar bevindingen. Daarbij komen lokale knelpunten aan de orde en hoe deze opgelost kunnen worden in het operationele beheer. Conclusie: Deze reacties leiden niet tot aanpassing van de Beleidsnota visstandbeheer Missie en ambities Reactie: Een aantal reacties vraagt naar de uitgangspunten voor een duurzaam waterbeheer. Vraag hierbij is op welke wijze het waterschap dit denkt te realiseren in een bredere maatschappelijke context. Waterschap Het waterschap zorgt voor veilige dijken, droge voeten en schoon water. Waterbeheer kan niet los gezien worden van de samenleving. Bij de uitvoering van het waterbeheerplan Water voorop! en het daarin vastgelegde beleid draagt het waterschap dan ook zichtbaar bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Daarbij werkt het waterschap intensief samen met andere partijen. Dit betekent dat bij de uitvoering het waterschap actief meedenkt waar dit vanuit de watertaak passend is over andere belangen zoals natuur, recreatie en cultuurhistorie. Het realiseren van een gezond en duurzaam watersysteem is een belangrijke taak van het waterschap. Met de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water is de verantwoordelijkheid van het waterschap concreet ingevuld voor het bereiken van ecologische doelen en een goede chemische kwaliteit voor alle wateren. Vis is een expliciet onderdeel binnen deze ecologische doelen. Hiermee is het waterschap verantwoordelijk voor een goede visstand die deel uitmaakt van deze ecologische doelen. In diverse plannen van het waterschap zoals het waterbeheerplan Water Voorop! en watergebiedsplannen zijn 7

8 maatregelen opgenomen waardoor het waterschap de ontwikkeling van de visstand deels zelf (aan-)stuurt. Deze maatregelen zijn gericht op de verbetering van het leefmilieu van vissen. Conclusie: De Beleidsnota visstandbeheer wordt op dit punt aangepast. De taken en de brede blik van het waterschap worden expliciet vermeld. Ook wordt in de beleidsnota een samenvatting van het waterbeheerplan Water voorop! opgenomen KRW doelverlaging Reactie: Verschillende insprekers vinden dat te weinig rekening is gehouden met de recreatieve gebruiksfunctie van viswater en dringen aan op bijstelling tot reële, haalbare ecologische doelen waarbij rekening wordt gehouden met de recreatieve visserij. Waterschap: Het waterschap biedt de visserijsector ruimte om daar waar het verantwoord is hun sport en beroep uit te kunnen oefenen. Wel is het daarbij van belang dat het medegebruik op duurzame wijze plaatsvindt en aansluit bij de doelstellingen vanuit het waterbeheer en geen negatieve effecten heeft op andere functies. De systematiek voor de vaststelling van de doelen voor de waterlichamen is landelijk vastgelegd. In de vastgestelde waterplannen van provincies en rijk (plantermijn ) zijn KRW-doelen voor de zogenaamde waterlichamen vastgesteld. De KRW houdt in dat het waterschap dient te zorgen voor een goede waterkwaliteit en de daarbij horende visstand. In Nederland geldt dat in ieder geval géén achteruitgang mag worden veroorzaakt ten opzichte van de huidige situatie (de situatie zoals die in het jaar 2005 is vastgesteld). Conclusie: Deze reacties leiden niet tot aanpassing van de Beleidsnota visstandbeheer Vermindering emissies nutriënten en bestrijdingsmiddelen Reactie: De visserijsector pleit voor een verscherping van het generieke beleid en toevoeging van aanvullend regionaal beleid met betrekking tot nutriëntbronnen, die het oppervlaktewater beïnvloeden. Waterschap: De kunstmatige en sterk veranderde hydromorfologische inrichting én de hoge belasting met nutriënten, vooral fosfaat zijn de belangrijke factoren die het realiseren van ecologische doelen in de weg staan. De belangrijkste bronnen van nutriëntenemissies komen vanuit de landbouw, RWZI's, lokale overstorten. Daarnaast spelen ook andere bronnen (fauna, bladeren, atmosferische depositie) een rol. Het terugdringen van emissies uit RWZI's gebeurt primair op grond van de Richtlijn Stedelijk afvalwater. Voor het terugdringen van nutriëntenemissies uit de landbouw is het generieke mestbeleid bepalend. Aanvullende regionale en lokale maatregelen bij de RWZI's, sanering van overstorten en in de landbouwsector worden alleen genomen indien deze kosten-effectief zijn. Aanvullend op het landelijk beleid is het waterschap samen met provincies actief in gesprek met de landbouw, bijvoorbeeld binnen het innovatieproject praktische bedrijfsinnovaties in de landbouw (getrokken door de provincie Utrecht), om de duurzaamheid van watersystemen te vergroten. Ook voert het waterschap onderzoek uit, bijvoorbeeld naar innovatieve technieken om bodemdaling tegen te gaan, dit heeft weer positieve effecten op natuurlijke achtergrondbelasting. Via stimuleringsprojecten, zoals de stimuleringsregeling groen-blauwe diensten, werkt het waterschap samen met de landbouw en andere partners aan een duurzaam watersysteem. Het waterschap geeft op 8

9 deze wijze invulling aan het waterbeheer zoals verwoord in het waterbeheerplan Water voorop!. Deze acties zullen leiden tot een betere ecologie en waterkwaliteit en dus tot een betere leefomgeving van de vis. Conclusie: Verscherping van het generieke beleid en toevoeging van aanvullend beleid valt buiten de kaders van de Beleidsnota visstandbeheer. Deze reacties leiden niet tot aanpassing van de nota Doelen en normen overig water Reactie: Verschillende instanties vragen naar de procedure voor het vaststellen van doelen en normen voor overige wateren waarbij rekening wordt gehouden met de recreatieve functie, gebaseerd op de KRW-normen. Waterschap: Het waterschap hecht er grote waarde aan dat duurzame en ecologisch gezonde watersystemen in al het oppervlaktewater worden gerealiseerd. Het waterschap zal hiertoe een actieve rol vervullen. Het waterschap zal in de planperiode onderzoek doen (in samenwerking met andere partners) naar doelen en normen voor overig water en op welke wijze deze doelen kunnen worden gebruikt als afwegingskader voor de ontwikkeling van en ingrepen in de overige wateren. Met betrekking tot de recreatieve functie zie ook reactie Conclusie: Deze reacties vallen buiten de kaders van de Beleidsnota visstandbeheer en leiden niet tot aanpassing van de Beleidsnota visstandbeheer. 2.3 Visconferentie 16 oktober 2009 De reacties van de aanwezigen tijdens de conferentie op 16 oktober hebben geleid tot een geheel herziene versie van de nota. Vooral is tegemoet gekomen aan de wens de leesbaarheid te vergroten. Om dat te bereiken is gekozen voor een andere indeling. De tekst is minder directief en de bijlage Europese Kaderrichtlijn Water is geheel herzien. Een nieuwe bijlage is toegevoegd met een samenvatting van het Waterbeheerplan Water voorop! Het schema procedurebeschrijving is vervangen door een vereenvoudigd schema dat de relaties tussen het waterbeheer, het visstandbeheer en het visserijbeheer weergeeft. De huurovereenkomst maakt geen onderdeel uit van de ontwerpnota en is uit de nieuwe versie verwijderd. 9

10 3 Afzonderlijke inspraakreacties De individuele inspraakreacties zijn in dit hoofdstuk weergegeven. Bij elke afzonderlijke reactie bestaat de behandeling uit drie punten. Eerst wordt samengevat wat de zienswijze van de betrokkene is. Daaropvolgend wordt de afweging van het waterschap vermeld en vervolgens staat aangegeven of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van de Ontwerpnota visstandbeheer. 10

11 REACTIE INSPREKER REACTIE HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN AANPASSING BELEIDSNOTA 1. Visserijplatform Stichtse Rijnlanden; van Slingelandt-lanen EP Woerden. Brief d.d (briefnummer ) 1.0. Het ontbreken van relevante regels en verplichtingen van de Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden met het oog op de waterkwaliteit en de visstand, welke direct samenhangen met de beheerstaken van het waterschap 1.0. Het realiseren van een gezond en duurzaam watersysteem is een belangrijke taak van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Met de inwerkingtreding van de Europese Kaderrichtlijn Water is de verantwoordelijkheid van het waterschap concreet ingevuld voor het bereiken van ecologische doelen en een goede chemische kwaliteit voor alle wateren. Vis is een expliciet onderdeel binnen deze ecologische doelen. Hiermee is het waterschap verantwoordelijk voor een goede visstand die behoort bij deze ecologische doelen. In diverse plannen van het waterschap, zoals het waterbeheerplan Water Voorop! en watergebiedsplannen, zijn maatregelen opgenomen waardoor het waterschap de ontwikkeling van de visstand deels zelf (aan- )stuurt. Deze maatregelen zijn gericht op de verbetering van het leefmilieu van vissen. De regels en verplichtingen onder de punten 1 en 2 waarnaar de inspreker verwijst zullen uitgewerkt worden in de genoemde plannen en instrumenten van het waterschap en in de nader op te stellen visstandbeheerplannen. In de Beleidsnota visstandbeheer is opgenomen dat het waterschap na vaststelling van deze nota binnen twee jaar visstandbeheerplannen (4 tot 6) opstelt. - Toevoegen van een samenvatting; - Toevoegen van bijlage met een samenvatting van het waterbeheerplan Water voorop 1.1. Regels en verplichtingen voor de wijze van het gebruik van de gronden direct naast de watergangen en sloten met het oog op beperking van de instroom op het 1.1. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is aan landelijke regels gebonden om te voorkomen dat deze stoffen in het

12 oppervlaktewater van voor het watermilieu schadelijke stoffen zoals pesticiden en meststoffen Regels en verplichtingen voor het beheer van de waterpeilen op een zodanige wijze dat de visstand daar geen schade van ondervindt. Dit betreft o.a. : 1. 2a. Het bouwen van visvriendelijke gemalen, (zie bijlage artikel visvriendelijk gemaal in de Hoekpolder van Delfland) 1. 2b. Het stellen van eisen (en het handhaven daarvan) aan de uitvoering van maaiactiviteiten in watergangen en sloten. Dit ter voorkoming/beperking van ongewenste invloeden op de visstand. Vooral het verplichtstellen dat maaiactiviteiten in doodlopende sloten alleen nog maar mogen worden uitgevoerd beginnende vanuit het einde van de doodlopende sloot. 1. 2c. Het stellen van eisen (en het handhaven daarvan ) aan de vormgeving van bruggen en duikers, vooral aan de oppervlaktewater terechtkomen. Voor meststoffen is de regel dat binnen een halve meter vanaf de slootrand niet bemest mag worden. Het waterschap doet momenteel onderzoek om meer inzicht te krijgen in de effecten van de oppervlakkige afstroming van meststoffen. Wanneer het onderzoek daartoe aanleiding geeft zal het waterschap ten behoeve van de waterkwaliteit aanvullende maatregelen uitwerken. Deze maatregelen zullen geen onderdeel zijn van de Beleidsnota visstandbeheer, maar van de plannen genoemd onder reactie a. Het waterschap participeert in een landelijk onderzoek om meer inzicht te krijgen welke gemalen visvriendelijk zijn en welke niet. Dit onderzoek zal eind 2010 worden afgerond. De resultaten zal het waterschap meenemen in haar beleid. Bij herziening van beleidsnota s zullen deze inzichten verwerkt worden (zie ook reactie 1.0) 1. 2b. Het regulier beheer is geregeld door de flora en faunawet. In de gedragscode van de waterschappen staat beschreven hoe de waterschappen daarmee omgaan. Het waterschap heeft dit nader uitgewerkt in werkprotocollen. Maaien vanaf het doodlopende einde is daar onderdeel van. 1. 2c. Momenteel geldt een minimummaat van

13 minimaal vereiste vrije breedte ter hoogte van het wateroppervlak. Dit ter voorkoming/beperking van slechte afvoer en stagnatie en ophoping van kroos, en dientengevolge het voorkomen van te grote afname van de waterkwaliteit (zuurstofgehalte). 1. 2d. Het stellen van eisen aan de minimale diepgang van sloten en watergangen en inrichting van refugia met het oog op de waterkwaliteit en bevisbaarheid en het gevaar van geheel dichtvriezen van de waterkolom Inleiding blz. 5 2 e alinea: De visstand kan zowel de ecologie als de fysisch chemische kwaliteit beïnvloeden. Omdat de vis redelijk hoog in de voedselketen staat moet dat onzes inziens zijn: De visstand wordt bepaald door de biotische (levensgemeenschap) en de abiotische componenten van het watersysteem (de fysisch chemische waterkwaliteit), maar beïnvloedt deze in sommige gevallen ook Blz. 20 Beslispunt 3. Toevoegen tekstvoorstel: ABB zal niet worden toegepast om de visstand te laten voldoen aan de normen van de KRW. De visstand is namelijk een meetlat voor de ecologische kwaliteit van het water en om die reden mag die niet door ABB worden beïnvloed. mm doorsnede. Dit is in de keur opgenomen. In het onderzoek De noodzaak van vispassages wordt door de onderzoekers voorgesteld de doorsnede van duikers te verhogen tot 800 mm. Het waterschap heeft op dit moment nog geen bestuurlijk standpunt ingenomen of dit in het beleid van het waterschap wordt overgenomen. De verwachting is dat het waterschap in het voorjaar 2010 bij de behandeling van de beleidsregels behorend bij de keur hier een uitspraak over doet. 1. 2d. Vanuit de keur is al een minimale diepgang van sloten en watergangen bepaald. Met ingang van 2009 is de diepteschouw weer ingevoerd. Door het opheffen van barrières kunnen vissen de genoemde refugia bereiken Een goede aanvulling: aanpassing als volgt: De visstand wordt bepaald door de biotische (levensgemeenschap) en de abiotische componenten van het watersysteem (de fysisch chemische waterkwaliteit en de morfometrie van het water), maar kan zowel de ecologie als de fysisch chemische waterkwaliteit beïnvloeden Het waterschap ziet Actief Biologisch Beheer (ABB) alleen als een flankerende maatregel ter ondersteuning van de effecten van brongerichte maatregelen. Wanneer een water niet voldoet aan de doelstellingen van de KRW kan ABB een mogelijke maatregel zijn. ABB wordt alleen toegepast als een vooronderzoek heeft aangetoond dat dit middel kan leiden tot een Tekst in beleidsnota wordt aangepast. Tekst in beleidsnota en kader over ABB wordt aangepast. 13

14 1. 5 Blz. 28 Kader 7: 3 e en 4 e regel: Als beheer maatregel kan bijvoorbeeld roofvis zoals snoek worden uitgezet. Tekstvoorstel: Het uitzetten van snoek is zeer ineffectief, omdat vreemde snoek door de aanwezige roofvispopulatie wordt aangevallen. Alleen als de snoek afwezig is of de populatie zeer gering is, heeft dit effect, maar meestal is het een achteruitgang van de plaats waar de snoek is onttrokken en levert het niets op, op de plaats waar ze wordt uitgezet Blz. 29 Huidige stand van zaken. Tekstvoorstel: Enkele verenigingen, waaronder een van de grotere verenigingen, de Algemene Utrechtse Hengelsport Vereniging (AUHV) zijn uit het VPSR gestapt, omdat ze het niet eens waren met de inhoud van deze nota Blz. 30 Kader 8 Aal: Het uitzetplan voor 157 ton aal is al een gepasseerd station. Er is besloten dat er dit jaar 2 en volgend jaar 3 maanden niet op aal gevist mag worden gedurende de aaltrek. Onzes inziens hier een tekst kiezen die aansluit bij de aalverordening van de minister Blz. 32 Beslispunt 10. Ten aanzien van de verhuur van volledig visrecht is er door de aalproblematiek een probleem ontstaan. Bij volledig visrecht zou de sport voor het beroep moeten gaan bepalen wat zij mogen vangen en wanneer. De sportvisserij gaat voor zichzelf uit van de nuloptie voor de aalvangst. Daarmee zal een spagaat ontstaan tussen de belangen van het beroep en de mening van de sportvisserij. De sport kan echter geen dwingend standpunt gaan innemen tegenover het beroep. De tegenovergestelde beheerstoepassing van aal tussen sport en beroep maakt het noodzakelijk, om veel problemen te vermijden, de visrechten toch gesplitst te heldere toestand van het water en de voorwaarden aanwezig zijn om deze heldere toestand te handhaven De opmerking is correct; de betreffende zin wordt verwijderd De AUHV heeft zelf een reactie op de nota gegeven. Daar zal een reactie worden gegeven op deze opmerking Terechte opmerking. Het betreffende kader wordt aangepast. Alinea 2 en 3 worden verwijderd. Tekst alinea 4 wordt aangepast aan huidig rijksbeleid Om differentiatie tussen beroeps- en sportvisserij mogelijk te maken wordt in de Beleidsnota visstandbeheer opgenomen visrecht en aalrecht te splitsen. Het waterschap blijft zich conformeren aan het landelijk beleid met betrekking tot de mogelijkheden tot het wegvangen van aal. Echter door de splitsing van het visrecht kan het waterschap de sportsector de mogelijk bieden om een strikter beleid te voeren. Beslispunt 10 zal als volgt worden aangepast Tekst in beleidsnota wordt aangepast Tekst in beleidsnota wordt aangepast Tekst in beleidsnota wordt aangepast 14

15 verhuren. Voorstel daarom: Afzien van volledig verhuur van visrecht en daar waar nodig gesplitste verhuur mogelijk maken. Het waterschap verhuurt bij voorkeur het volledige visrecht. Zonodig kan zij kan hiervan afwijken, echter alleen op advies van de visserijsector. Het waterschap splitst in dat geval de verhuur in: - aalvisrecht voor de beroepsvisser; - schubvisrecht voor de hengelsportorganisatie(s) In beslispunt 11 wordt gesteld dat het Waterschap zeggenschap moet hebben over het visstandbeheer in alle wateren van het beheergebied en dat dit via een artikel in de keur geregeld kan worden. Gesteld wordt dat langs die weg de visrechthebbenden gehouden kunnen worden om de richtlijnen van het waterschap te volgen. Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vragen: Tekst in beleidsnota wordt aangepast a. Welke van de in de nota genoemde richtlijnen worden in de keur als eis opgenomen? 1. 9a. In de Ontwerp Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 Hoofdstuk 4 Ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen zijn de volgende bepalingen opgenomen: Artikel 4 Visplan 1. Het is verboden de visserij uit te oefenen in oppervlaktewaterlichamen anders dan op basis van en in overeenstemming met het visplan als bedoeld in het tweede lid. 2. De in het beheergebied van het waterschap opererende visrechthebbenden overleggen aan het college een visplan mede ten behoeve van de ecologische kwaliteit van de oppervlaktewaterlichamen. 3. Het college is bevoegd nadere regels vast te stellen met betrekking tot de inhoud en de wijze van totstandkoming van het in het tweede lid bedoelde visplan. 4. De visplannen zijn voor het eerst ingediend uiterlijk 15

16 b. Betekent dit dat elke landeigenaar met eigen viswater een visstand beheerplan en een visplan moet opstellen indien hij derden (niet Hsv en) laat vissen in zijn wateren? c. Kunnen de onder punt 4 genoemde punten ook in de keur worden opgenomen? 1 10.In punt 6 van de nota wordt het visplan behandeld. Een van de punten daarin is de onttrekking van vis en het monitoren daarvan. In het kader nr. 5 staat dat de visrechthebbende zijn vangst dient te registreren. In kader nr. 6 wordt de monitoring nader beschreven. Daarbij wordt gesteld dat het waterschap op de hoogte gesteld wil worden van bijzondere visvangsten door hengelsportverenigingen. Wordt hier alleen de vangst bedoeld die aan het viswater wordt onttrokken of ook de vangsten die direct worden teruggezet? In de nota (zie bv. Blz. 26) is aangegeven dat de initiatiefnemer van bepaalde ingrepen in de visstand de kosten van een verplicht gesteld vooraf in te stellen onderzoek voor zijn rekening moet nemen. Wij verzoeken in de nota regelgeving op te nemen dat indien blijkt dat de huurder gedwongen werd het initiatief te nemen omdat de HDSR geen actie in de betrokken kwestie heeft op 1 juli De visplannen behoeven de goedkeuring van het college, welke wordt gegeven binnen 12 weken na de indiening daarvan bij het college. Artikel 4 van de keur wordt als kader 9 in Beleidsnota visstandbeheer opgenomen. 1. 9b. Het waterschap stelt visstandbeheerplannen op, dat hoeft de visrechthebbende niet te doen. Wel wordt van de visrechthebbende verwacht dat hij een visplan opstelt binnen de kaders van het visstandbeheerplan. 1. 9c. De Keur behandelt zaken over ruimtelijke ordening, waterkeringen en waterbeheer. De Keur is niet het geëigende instrument om bepalingen over visstandbeheer op te nemen. Bij het opstellen van visstandbeheerplannen zullen we hier invulling aan geven Het waterschap wordt graag op de hoogte gebracht van bijzondere vissoorten in haar gebied. Het is een verzoek aan de visserijsector deze te melden. Het maakt niet uit of het een onttrekking is of een vangst die is teruggezet. In de Beleidsnota visstandbeheer wordt dit opgenomen In visstandbeheerplannen worden maatregelen en randvoorwaarden voor het behoud of de ontwikkeling van een goede cq gezonde visstand uitgewerkt. Deze maatregelen kunnen zowel betrekking hebben op het waterschap zelf of op de visrechthebbende. Grootschalige visuitzettingen komen doorgaans Tekst in beleidsnota wordt aangepast 16

17 ondernomen de kosten op de HDSR verhaald kunnen worden. In gevraagde regelgeving zou een koppeling in procenten van een minimaal vereiste visstand aan een draagkrachttabel opgenomen kunnen worden. Dit principe zien wij ook graag toegepast voor alle onderzoeken die door huurders worden verricht omdat geen actie is ondernomen door de HDSR Bijlage 2 Model uniform huurcontract is geen deel van de nota en dus ook niet voor inspraak vatbaar. Wij stellen voor deze bijlage te laten vervallen voor de ontwerp nota, omdat deze niet voor de inspraak vatbaar is en wel dreigt te worden vastgesteld, terwijl er bij ons zeer veel vragen en onduidelijkheden leven ten aanzien van dit contract. Daarnaast staan er ook de nodige fouten nog in dit contract. Daarover is op ambtelijk niveau al duidelijk gecommuniceerd met de HDSR, maar wij willen onze belangrijkste punten voor alle zekerheid hier toch weergeven In beslispunt 7 wordt de rol van de VBC als adviesorgaan bij het opstellen van visplannen genoemd. In de VBC werken de visrechthebbenden samen met andere betrokkenen aan de totstandkoming van het visplan en dus bij de uitvoering van artikel 6 van de huurovereenkomst. Waarom wordt de VBC niet in dit artikel 6 genoemd? In de huurovereenkomst /nota ontbreekt een geschikte (ter zake deskundig, onafhankelijk en laagdrempelig aanspreekbaar) arbitragefunctie/regeling voor het geval de in de VBC samenwerkende visrechthebbenden het niet met elkaar eens worden Tevens ontbreekt een vermelding van een operationeel meldpunt bij de HDSR waar door de beoefenaren van de ten goede van sport- en beroepsvisserij. Zij zijn dus belanghebbende en dragen dan ook de kosten, binnen de randvoorwaarden van het waterschap. Grootschalige onttrekkingen zijn doorgaans in het kader van actief visstandbeheer of actief biologisch beheer met als doel de waterkwaliteit te verbeteren. Dat is de verantwoordelijkheid van het waterschap Deze bijlage wordt verwijderd uit de Beleidsnota visstandbeheer. De door u gestelde vragen en opmerkingen 17 t/m 21 worden in dit kader niet behandeld De reden dat de VBC niet is genoemd, is omdat deze nog niet bestaat. Wanneer er een VBC is opgericht zal het artikel hieraan worden aangepast Omdat dit een zaak tussen visrechthebbenden is, zal dit in VBC verband nader worden uitgewerkt Het meldpunt is te vinden op de website van het waterschap: onder contact. Daar Verhuurcontract verwijderen uit de Beleidsnota visstandbeheer. Colofon opnemen met betreffende 17

18 visserij (huurders) waargenomen misstanden en/of problemen met het waterbeheer, de waterkwaliteit en de visstand kunnen worden gemeld. kunnen calamiteiten worden gemeld. Voor de volledigheid zal dit in de nota worden verwerkt gegevens. 18

19 REACTIE INSPREKER REACTIE HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN AANPASSING BELEIDSNOTA 2. Sportvisserij Nederland, Leijenseweg 115, 3721 BC Bilthoven. Brief dd (briefnummer ) Wijze van invulling aan het operationaliseren van het De inspreker geeft terecht aan dat samenwerking visstandbeheer. Niet de publiekrechtelijke belangrijk is voor een goed visstandbeheer. De samenwerking staat voorop maar de nota komt over als zorg voor de visstand is een gezamenlijk belang een dwingend en beperkend dictaat waarin de ruimte en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het voor de sportvisserij wordt ingeperkt ten behoeve van waterschap en de visserijpartners. Een goede het optimaliseren van enkel de ecologische waarden afstemming tussen het waterschap en zijn van het oppervlaktewater visserijpartners is daarom belangrijk. Het waterschap streeft naar een actieve en open communicatie met haar visserijpartners en naar structureel overleg. Het waterschap ziet een visstandbeheercommissie en visplannen als goede instrumenten om de gewenste afstemming en samenwerking verder vorm te geven. De Beleidsnota visstandbeheer wordt zodanig aangepast dat er meer nadruk komt te liggen op de publiekrechtelijke samenwerking tussen het waterschap en de visserijsector voor een goede visstand. Op deze wijze komt er meer evenwicht in de Beleidsnota visstandbeheer tussen de publiekrechtelijke samenwerking van het waterschap met de visserijsector en de privaatrechtelijke regels waar het visserijbeheer 2. 2., Er wordt voorbij gegaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de sector Het grote recreatieve belang van een van de belangrijkste gebruikers van het oppervlaktewater wordt mee te maken krijgt Het waterschap verwacht een actieve bijdrage van de visserijsector en ziet haar als een volwaardige partner. De verantwoordelijkheid van de sector wordt gerealiseerd in de door hun zelf op te stellen visplannen (zie reactie 2.1) Het waterschap vindt het belangrijk dat mensen gebruik kunnen maken van het water. Het Toevoegen van een samenvatting en de tekst van de nota wordt aangepast zodat deze minder directief is. Tekst in beleidsnota wordt aangepast (zie aanpassing 2.1) Zie reactie

20 ontkend. Dit staat haaks op een van de pijlers van de KRW, namelijk het streven naar een maatschappelijk gedragen en uitvoerbaar waterbeheer. waterschap staat dan ook positief tegenover (recreatief) medegebruik van de wateren in haar gebied. Het waterschap biedt de visserijsector ruimte om daar waar het verantwoord is hun sport en beroep uit te kunnen oefenen. Hierbij is het van belang dat het medegebruik op duurzame wijze plaatsvindt en aansluit bij de doelstellingen vanuit het waterbeheer en geen negatieve effecten heeft op andere functies. Om deze reden is de Ontwerpnota visstandbeheer onder begeleiding van Sportvisserij Nederland en in nauw overleg met het Visserijplatform Stichtse Rijnlanden opgesteld. Het uitgangspunt van het waterschap is dat benutting van de visstand tot de mogelijkheden behoort. Wij denken hiermee voldoende rekening te hebben gehouden met het maatschappelijk belang en de recreatieve betekenis De toon van de ontwerpnota Onder punt 2.1 is vermeld hoe het waterschap zijn verhouding tot de visserijpartners ziet. De toon van de ontwerpnota is hiermee niet altijd in overeenstemming. De ontwerpnota zal hierop afgestemd worden Sportvisserij Nederland betreurt het dat de sportvisserij als handelingsonbekwaam en bedreigend voor de (KRW) beleidsdoelen wordt neergezet. Voorbeelden zijn hiervan vermeende verstoring door de sportvisserij, het gebruik van lokvoer en het uitzetten van vis Zoals gesteld onder 2.1 vindt het waterschap samenwerking met de visserijsector belangrijk voor een goed visstandbeheer. De zorg voor de visstand is een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het waterschap en de visserijpartners. Het intensieve overleg bij het opstellen van de ontwerpnota is daar een voorbeeld van. Dat neemt niet weg dat er van de visserijsector gedragsregels kunnen worden gevraagd. De tekst wordt aangepast met het oog op de duurzaamheid en de doelen van het waterbeheer. Tekst in beleidsnota wordt aangepast (zie aanpassing 2.1) Tekst aanpassen: De vissers en hun organisaties stellen zelf gedragsregels op. Deze gedragsregels worden opgenomen in het visplan. 20

21 2. 6. Onterecht voorbijgaan aan de voortrekkersrol die de visserijsector heeft gehad bij het op de beleidsagenda plaatsen van de samenwerking van waterbeheerder en duurzame visserij Bij het vaststellen van het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) is het grote maatschappelijke belang van een voor de sportvisser aantrekkelijke visstand niet meegewogen Het besluit om in het beheergebied van het waterschap om de KRW voor alle wateren te laten gelden perkt de ontwikkelingsmogelijkheden voor aantrekkelijk sportvisserijwater nog verder in. De regels voor het uitzetten van vis zijn in gezamenlijk overleg opgesteld De Adviesnota beleid waterbeheervisstandbeheer, opgesteld door de Unie van Waterschappen met de visserijsector is het uitgangspunt van de ontwerpnota en heeft daarin een prominente plaats ingenomen. Naast de waardering voor de samenwerking met de visserijsector geeft dit punt aan dat het waterschap erkent dat de visserijsector een belangrijke rol speelt bij een duurzaam visstanden visserijbeheer De ecologische KRW-doelstellingen (inclusief de doelstellingen voor vis) zijn onderwerp van een langdurig maatschappelijk proces geweest. Het resultaat van dit proces is formeel vastgelegd in de waterplannen van provincies en rijk. Deze plannen mede het kader voor deze Beleidsnota visstandbeheer. Het valt echter buiten het kader van deze beleidsnota om deze doelen (opnieuw) vast te stellen In de vastgestelde waterplannen van provincies en rijk (plantermijn ) zijn KRW-doelen voor de zogenaamde waterlichamen vastgesteld. Echter in principe geldt de KRW-richtlijn voor al het oppervlaktewater. Voor het zogenaamde overige water (anders dan de waterlichamen) worden nog GEP s opgesteld door de provincies in samenwerking met de waterschappen. De KRW houdt in dat het waterschap dient te zorgen voor een goede waterkwaliteit en de daarbij horende visstand. In Nederland geldt dat in ieder geval géén achteruitgang mag worden veroorzaakt ten opzichte van de huidige situatie (de situatie zoals 21

22 2. 9. De ontwerpnota is niet integraal van karakter en wordt in de huidige vorm niet gedragen door de sportvisserijsector De sportvisserij actief betrekken bij het vaststellen van doelen, het uitwerken van aangepaste maatlatten en de wenselijkheid van directe ingrepen in de visstand. die in het jaar 2005 is vastgesteld). Dit is géén beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden voor sportvisserij maar een verbetering De ontwerpnota is in nauw overleg met de visserijsector tot stand gekomen. Sportvisserij Nederland heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inhoud van de nota. Tijdens de inspraakperiode is nog een werkconferentie georganiseerd om informatie uit te wisselen Zie reactie 2.7 en 2.8. Ingrepen in de visstand zullen, zoals vermeld in de nota, in VBC verband worden besproken. 22

23 REACTIE INSPREKER REACTIE HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN AANPASSING BELEIDSNOTA 3. Combinatie van beroepsvissers, Postbus 72, 2280 AB Rijswijk. D.d (briefnummer ) Het doet ons genoegen dat vis door de Provincie Voor kennisgeving aangenomen. Utrecht en HDSR op de kaart wordt gezet. De beroepsvisser heeft kennis van de visstand en kan een belangrijke rol spelen bij monitoring Pagina 8 beslispunt 7. De CvB adviseert het volledig visrecht (het aalvisrecht en het schubvisrecht) gezamenlijk te verhuren aan de beroepsvisser en de hengelsportvereniging Zie reactie 1.8 Zie aanpassing Pagina 9 beslispunt 10. Het visrecht niet volledig verhuren tenzij aan de beroepsvisser. Deze dient dan aan de hengelsportvereniging machtiging te verlenen. Andere optie is gezamenlijk te verhuren aan beroep en recreatie Pagina 9 beslispunt 12. Advies om alleen visrechten te verhuren aan beroepsvissers die ondernemer zijn en voldoen aan de eisen van LNV Pagina 13 hoofdstuk 3.1. Het is correct dat in de visplannen wordt gewerkt volgens de Nota Vissen met Verstand Pagina 19 beslispunt 3. Bij het toepassen van actief biologisch beheer kan de beroepsvisser een belangrijke rol spelen. Aandacht schenken bij ABB en het visstandbeheer aan de aalscholverstand Zie reactie 1.8 Zie aanpassing Het visrecht wordt verhuurd aan houders van gedoogbrieven. De huurder dient volgens de huidige wetgeving het visrecht uit te oefenen. Blijft hij in gebreke dan kan het waterschap de overeenkomst opzeggen Voor kennisgeving aangenomen Zie reactie 1.4. Wanneer ABB zal worden toegepast zullen wij uw aanbod in overweging nemen. Met betrekking tot de aalscholverstand in relatie tot de visstand zijn de meningen verdeeld. Indien ABB aan de orde is zal dit punt meegenomen worden Opmerkingen tav de huurovereenkomst De model huurovereenkomst wordt uit de Beleidsnota visstandbeheer gehaald (zie opmerking 1.12) Zie aanpassing

24 3. 8. Pagina 24. Kader 5 onderaan. Vooraf relatief zware beperkingen opleggen bij het beheer van de visstand of het beheer van de visserij is niet wenselijk. Belangrijk is dat door de sportvisserij en de beroepsvisserij gezamenlijk een visplan wordt opgesteld op basis van de KRW, N2000, Vissen met verstand e.d. en het waterschap goedkeuring verleent Pagina 30 kader 8 Aal. Voorgesteld wordt dat de beroepsvisserij samen met de sportvisserij en uw waterschap, zowel praktisch, juridisch als financieel, de kans wordt geboden om in de verschillende wateren in uw beheergebied decentraal aalbeheer uit te voeren op basis van huurovereenkomsten voor een lange periode. Dezerzijds wordt gedacht aan contractteelt van schieraal voor het gehele beheergebied van het HDSR, waarbij glasaal en/of pootaal wordt uitgezet en de schieraal over de dijk (in zee) wordt gezet De zorg voor de visstand is een gezamenlijk belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het waterschap en de visserijpartners. De kaders voor het visstandbeheer en het visserijbeheer wordt in navolging van deze beleidsnota uitgewerkt in regionale visstandbeheerplannen door het waterschap. Het visstandbeheerplan beschrijft concrete kaders en richtlijnen voor de visplannen die de visrechthebbenden opstellen. Het waterschap ziet een visstandbeheercommissie en visplannen als goede instrumenten om de gewenste afstemming en samenwerking verder vorm te geven (zie ook reactie 1.0 en 2.1). Natura 2000 gebieden zijn: De Haak, Schraallanden de Meije, Kolland en Overlangbroek. In deze gebieden liggen geen primaire watergangen, voornamelijk ondiepe sloten en voor de hengelsport en beroepsvisserij niet interessant. In de uiterwaarden van de Lek en Nederrijn is Rijkswaterstaat kwaliteitsbeheerder Het waterschap volgt het overheidsbeleid ten aanzien van aal. De tekst zal worden aangepast. Zie aanpassing 1.0 en 2.1 Aanpassen zie Pagina 44. overeenkomst huur en verhuur van visrecht Zie reactie Verhuurcontract verwijderen uit de beleidsnota visstandbeheer. 24

25 REACTIE INSPREKER REACTIE HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN AANPASSING BELEIDSNOTA 4. Algemene Utrechtse Hengelsport Vereniging, Beerze HC Wijk bij Duurstede. D.d. 10 november 2009 (briefnummer ) Op diverse plaatsen wordt in de nota verwezen naar het zgn. Waterbeheerplan. Doelstellingen en maatregelen, blijkbaar verwoord in dit plan, worden echter niet vermeld. Wel is het Visstandbeheerplan hierop gebaseerd. Dit houdt in dat een transparante toetsing voor ons onmogelijk is. Naast de verplichtingen van de KRW, die overigens m.b.t. het visstandbeheer en het visplan niet worden geëxpliciteerd, missen wij ook vermelding van de verplichtingen voortvloeiende uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is ook deze regelgeving kaderstellend voor de onderhavige nota. Dit achten wij een nogal onzorgvuldige benadering van de aan de orde zijnde ontwikkelingen. Op deze wijze wordt het voor de overige betrokkenen, waaronder de sportvisserij, buitengewoon moeilijk tot een samenhangend oordeel te komen aangaande de ontwerpnota. 4.1 Naar aanleiding van uw reactie is een samenvatting van het waterbeheerplan opgenomen. Op blz. 6 en in de bijlage wordt de Europese Kaderrichtlijn Water toegelicht. Deze bijlage is geheel herzien ten opzichte van de vorige versie. De Natura 2000 gebieden komen voort uit de vogel- en habitatrichtlijn. Het waterschap heeft geen primaire watergangen in deze gebieden, uitgezonderd de Boswegwetering. Deze is aan Natuurmonumenten verhuurd. Zie ook antwoord 3.8 Het volledige waterbeheerplan is te downloaden van de website van HDSR aterbeleid/waterbeheerplan Tekst in beleidsnota wordt aangepast Bovendien missen wij in de nota een relatie met omliggende milieufactoren. Te denken valt bijv. aan de vervuilde land- en veeteeltgronden die de betreffende watersystemen omringen. Welke invloed heeft de mogelijke vervuiling op het ecosysteem en de waterkwaliteit en daarom de consequenties hiervan op de visstand. Voor de start van monitoring van de waterkwaliteit toch een belangrijk gegeven Voorts willen wij opmerken dat de nota nogal eenzijdig allerhande verplichtingen bij de sportvisserij legt. In de Zie reactie zie reactie 4.1. en 3.8 Zie aanpassing

26 voorliggende nota is het moeilijk te achterhalen welke verantwoordelijkheden en verplichtingen het waterschap zelf heeft m.b.t. de waterkwaliteit en gezonde visstand Tijdens de informatiebijeenkomst d.d. 16 oktober jl. is naar onze mening terecht door de dijkgraaf, de heer Poelmann, gewezen op het belang van samenwerking en samenspraak tussen alle betrokken partijen. Dit belang onderstrepend achten wij het dan ook voor de hand liggend dat de opstelling van visstandbeheer- en visplannen wordt opgesteld binnen een VBC (Visstand Beheer Commissie), waarin alle partijen in deelnemen. Op deze wijze kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid en expertise van allen die belang hebben bij schoon water en een gezonde visstand Beslispunt 1; Dit principe onderschrijven wij. Dat visstandbeheer een gezamenlijk belang is en geïntegreerd moet worden zal vorm moeten krijgen via een VBC Visstand Beheer Commissie Beslispunt 2; Dit is één van de taken van de nieuw te vormen VBC. Het huidige Visserij Platform Stichtse Rijnlanden beschouwt de AUHV niet als VBC Beslispunt 4; Het is aan het bestuur om de oprichting van een VBC te faciliteren en adequate, deskundige manager(s) in de VBC plaats te geven. Daarnaast zullen de (5?) belangrijkste visrechthebbenden plaats hebben. De voorzitter moet onafhankelijk zijn. De VBC moet zich kunnen laten bijstaan door adviseurs Het waterschap sluit aan bij de taakverdeling zoals die is verwoord in de Adviesnota beleid waterbeheer-visstandbeheer (blz.63). De waterbeheerder is bevoegd en verantwoordelijk voor het beheer van de leefomgeving van de vis en als zodanig verantwoordelijk voor het visstandbeheer. Het waterschap is dus verantwoordelijk voor het opstellen van visstandbeheerplannen. De huurder van het visrecht is bevoegd tot het visserijbeheer. Dit wordt weergegeven in visplannen die ter goedkeuring aan het waterschap worden voorgelegd. Beide plannen worden in overleg met belanghebbenden opgesteld, dit laat onverlet ieders verantwoordelijkheid. De adviserende rol van de nog op te richten VBC wordt door een VBCwerkgroep uitgewerkt Zie reactie Zie reactie De invulling van de VBC wordt momenteel uitgewerkt door een werkgroep waarin Sportvisserij Nederland, Visserijplatform Stichtse Rijnlanden, de Combinatie van Beroepsvissers, het Keernet en het waterschap zijn vertegenwoordigd. Wij wachten het advies van de 26

27 4. 8. De financiering van de VBC zal plaats moeten vinden vanuit het waterschap, immers adviesorgaan van. De VBC informeert de betrokkenen. Het gaat niet aan de financiële lasten eenzijdig bij een van de partijen te leggen. Zoals eerder al opgemerkt heeft ook het waterschap alle belang bij een goede waterkwaliteit en daarom gezonde visstand Beslispunt 5 en 6; Vooralsnog is visstandbeheer, en daarmee de uitzetting en onttrekking van vis wettelijk voorbehouden aan de visrechthebbende. Dit zal dus een overlegpunt zijn binnen de VBC Beslispunt 7; De VBC is een adviesorgaan aan het Dagelijks Bestuur van waterschap en aan alle visrechthebbenden binnen het gebied. Deze VBC zal als taak hebben een concept huurovereenkomst visrecht, visstandbeheerplannen en visplannen op te (laten) leveren. Omdat in de ontwerpnota blijkt dat het waterschap de verantwoordelijkheid voor het visstandbeheer naar zich toe wil trekken is het niet meer dan logisch dat zij ook de benodigde onderzoeken hiervoor financieren Beslispunt 8; Dit landelijke beleid moet de VBC als leidraad meekrijgen, evenals het binnenkort door de Ministerraad vast te stellen Ontwerp Nationaal Waterplan hier wordt sportvisserij genoemd als een belangrijke oeverrecreatie die gefaciliteerd moet worden. werkgroep af en zullen naar aanleiding van dit advies handelen Zie reactie Wij verwijzen naar de adviesnota en de daarin beschreven bevoegdheden. Het visstandbeheer is de verantwoordelijkheid van het waterschap. In het visplan wordt in ieder geval beschreven welke vissen worden uitgezet en welke hoeveelheden worden onttrokken. Het visplan wordt ter goedkeuring aan het waterschap voorgelegd. Zie antwoord Het waterschap gaat uit van de verantwoordelijkheden zoals die zijn afgesproken tussen de visserijsector en de Unie van waterschappen. Zoals eerder al vermeld staan die weergegeven in de adviesnota. Daarin staat duidelijk verwoord dat het waterschap verantwoordelijk is voor het visstandbeheer. Zie ook reactie 4.4. Onderzoeken die het waterschap nodig heeft om haar taak te kunnen uitoefenen zullen ook door het waterschap worden gefinancierd Zoals in dit beslispunt staat geformuleerd zal het waterschap het landelijke beleid volgen Beslispunt 9; Gelijktrekken huurovereenkomsten Aan de rechten van de houders van 27

28 visrechten inhoudelijk moet dit binnen de VBC plaatsvinden. Door huurders nieuwe contracten met een kortere looptijd dan 6 jaar aan te bieden verliest de huurder het recht op automatische verlenging en vervalt de mogelijkheid op toetsing door de Kamer voor de Binnenvisserij. Dit is voor de AUHV onacceptabel, dit bedreigt onze continuïteit. Als maatregel om gelijktijdigheid te realiseren kan in de VBC een convenant gemaakt worden waaraan alle visrechthebbenden zich dienen te conformeren Beslispunt 10; De beroepsvisser ontvangt van de visrechthebbende een toestemming voor 3 jaren, die nadat deze is goedgekeurd door de Kamer van de Binnenvisserij pas rechtsgeldig wordt Beslispunt 11; Opneming in de keur nadat de VBC hierover advies heeft gegeven. huurcontracten wordt niet getornd. Wanneer de houder een zesjarig contract had zal, nadat het kortdurend contract is beëindigd, weer een zesjarig contract aangeboden worden. Het kortdurend contract is alleen bedoeld om alle expiratiedata gelijk te krijgen Zie reactie Indien de uitvoering van dit beslispunt het noodzakelijk maakt zullen instrumenten worden herzien Beslispunt 12; conflicterend met tekst op blz. 33: Een huurcontract kan per direct worden ontbonden door het waterschap wanneer blijkt dat de huurder zich niet houdt aan de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de visserij of aan de artikelen in de overeenkomst. Een contract ontbinden kan alleen plaatsvinden door verhuurder Op pagina 9 wordt alleen gesproken over Gedoogbrieven aan beroepsvissers (=vissend met andere tuigen dan de hengel) die door het waterschap zijn afgegeven.(*) (*)deze zijn, niet goedgekeurd door de Kamer van de Binnenvisserij, daarom illegaal en zouden per direct al omgezet moeten worden Bijlage 2, model uniform huurcontract. Deze maakt geen deel uit van de nota, de inhoud Bij de tekst is uitgegaan van de privaatrechtelijke taak van het waterschap en die geldt natuurlijk alleen wanneer het waterschap verhuurder is Nadat de beleidsnota is vastgesteld worden de gedoogbrieven omgezet in een huurcontract Het college van het waterschap is als enige bevoegd om de inhoud van het contract vast te 28

29 hiervan zal in de VBC moeten worden vastgesteld. Op deze omvangrijke overeenkomst, soms inhoudelijk al tegenstrijdig zijnde artikelen, onthouden wij ons hier van commentaar, de inhoud zal in de VBC moeten worden vastgesteld Met de voorgestelde beslispunten blijft er zeer weinig ruimte voor de VBC om een goed advies af te geven Het bestuur van de AUHV wil verder hier nog aanmerken dat één van de doelstellingen (pijlers) van Sportvisserij Nederland is om recreatieve vissers in zoveel mogelijk viswater te kunnen laten vissen, hiervoor is afgesproken dat de huurder schriftelijke toestemming (v/h vergunning) afgeeft aan andere verenigingen binnen en buiten de provincie om hun leden in het water van de huurder te kunnen laten vissen. Dit over en weer. stellen, gehoord hebbende de Sportvisserij Nederland, de Combinatie van binnenvissers en het VPSR. Zie ook reactie De VBC speelt een belangrijke adviserende rol bij het opstellen van visstandbeheerplannen en visplannen. Met deze plannen wordt regionaal invulling gegeven aan het beleid ten aanzien van visstandbeheer Dit is een onderwerp dat in VBC verband kan worden behandeld. 29