Protocol Ambulant werken

Transcriptie

1 Protocol Ambulant werken

2 Colofon Jeugd-Punt levert uitvoerend jongeren(opbouw)werk en advies voor lokaal jeugdbeleid voor gemeenten en welzijnsorganisaties. We bieden oplossingen waarbij we onze methoden en strategieën afstemmen op de specifieke vraag van de klant. In de praktijk van het jongerenwerk zetten we deskundige professionele werkers in. Voordurend werkt Jeugd-Punt aan verbetering en vernieuwing van haar producten en methodieken op het gebied van uitvoerend jongeren(opbouw)werk. Voeding daartoe vindt enerzijds plaats vanuit de dagelijkse praktijk, anderzijds inspelend op veranderende vragen van de opdrachtgever. Lokale en regionale welzijnsinstellingen kunnen ook hiervan gebruik maken, door het inkopen van trainingen, cursussen en coachingtrajecten. Deze kunnen desgewenst op in company aangeboden worden. Naast het uitvoeren van jongerenwerk, adviseert Jeugd-Punt lokale overheden op het gebied van jeugdbeleid. We werken hierbij in èn vanuit de klei naar doeltreffend beleidsadvies. Voor het beste resultaat doen we dit samen met anderen en met oog voor ieders deskundigheid. Vanuit onze visie op jeugd en opvattingen over maatwerk, werken we aan verbetering van de positie van jongeren en de leefbaarheid in de gemeenten. Jeugd-Punt, stevig in aanpak en dun in rapport. Uw maat voor het positioneren en participeren van de jeugd! Uitgave: Jeugd-Punt Niasstraat WT Utrecht telefoon: info@jeugd-punt.nl Referentie: Ies Niëns Datum: maart 2010

3 Inhoud 1. Inleiding Sleutelfiguren Werkgebied Sleutelkaart 6 3. Contact leggen en contacten onderhouden 7 4. Beschikbare informatie en analyse 8 5. Aanpak en acties Eigen activiteiten en werkzaamheden Informatie voor jeugdbeleid 11 Bijlagen: I Gespreksonderwerpen volwassenen II Sleutellijst III Analysekaart

4 Inleiding In de visie van Jeugd-Punt vormt het ambulante werk, het opzoeken en onderhouden van contacten met jeugd, de kern van het jongerenopbouwwerk. De pedagogische relaties die worden aangegaan zijn gericht op een beter toekomstperspectief van jeugd met als uiteindelijk doel en resultaat een goed leefklimaat. Ambulant werken zorgt ervoor dat er kennis is van wat er leeft, hoe jeugd in het werkgebied de vrije tijd doorbrengt, hoe voorzieningen gewaardeerd of gemist worden, waar knelpunten met de omgeving zitten en welke (groepen van) jeugd risico s loopt. Een goed inzicht in deze materie zorgt er voor dat de producten die het jongerenopbouwwerk uitvoert aansluiten op de wensen en behoeften van jongeren binnen de lokale mogelijkheden. Met deze kennis worden ook de kansen benut jeugd actief te laten deelnemen aan de maatschappij en worden lokale en/of regionale organisaties, instellingen en verenigingen gestimuleerd om aansluiting te houden bij de snel veranderende leefwereld. De kennis stelt het jongerenopbouwwerk in staat de gemeente adequaat te informeren en invloed uit te oefenen op de beleidskeuzes; de maatschappelijke thema s voor het jeugdbeleid. De producten zijn hier een afgeleide van. En last, but not least is het jongerenopbouwwerk met deze kennis een sterke partij binnen het gemeentelijke jeugdbeleid. Om deze drie elementen goed tot hun recht te laten komen is dit protocol ontwikkeld. Het omschrijft de werkwijze om tot een analyse van groepen te komen en de te ondernemen acties naar aanleiding daarvan. De beleidsdagen van het Jongerenopbouwwerk Jeugd-Punt (toen nog Schakels) in september 2003, waar de ervaringen en bevindingen van de jongerenopbouwwerkers zijn geïnventariseerd en de ervaringen van de externe trainingen die in 2004 en 2005 zijn gegeven, vormen de basis voor dit protocol. In 2006 is het protocol geactualiseerd en de uitkomsten van de themabijeenkomst ambulant werken 2008 heeft tot verdere aanscherping geleid op het gebied van analyseren van groepen. Vooral de procesbeschrijving is een belangrijker onderdeel van het protocol geworden.

5 2. Sleutelfiguren en werkgebied 2.1 Sleutelfiguren Sleutelfiguren zijn volwassenen die relevante en zinvolle informatie geven over jeugd in het werkgebied. Bij de start van ambulant werken, maar ook doorlopend daarna, is het belangrijk om precies te weten met wie er gesproken kan worden over jeugd. De gesprekken geven informatie over de lokale situatie en maken duidelijk met welke jongeren contact gelegd moet worden en welke ontwikkelingen er gaande zijn. Om de informatie zo volledig mogelijk te krijgen is een lijst ontwikkeld (bijlage 1, lijst volwassenen). Deze lijst geeft de aanknopingspunten voor de gesprekken, het is dus geen vragenlijst om in te vullen. Afhankelijk van specifieke groepen, situaties of andere lokale omstandigheden kun je de lijst op maat maken. De bedoeling van een dergelijke lijst is om informatie zo volledig mogelijk te maken en de gesprekken minder vrijblijvend. Per gemeente of werkgebied kunnen sleutelfiguren telkens andere personen zijn, maar in ieder geval is het van belang te spreken met lokale professionals: Beleidsmedewerker jeugd van de gemeente. De wijkagent of het wijkteam van politie. Leerlingbegeleiders voortgezet onderwijs. Directeuren basisscholen. Maatschappelijk werker, preventiewerkers C.A.D. contactpersoon Bureau Jeugdzorg. Buurthuiswerkers, opbouwerkers. Maatschappelijk werker woningstichting. Medewerker bibliotheek. Afhankelijk van het werkgebied andere professionals. Uit de eerste gesprekken wordt duidelijk wie er nog meer goed zicht heeft op de lokale situatie, dat kunnen zijn: Overige beleidsmedewerkers gemeente; openbare orde, groen, leerplicht. Vrijwilligers binnen sportverenigingen. Vrijwilligers bij lokale jeugdinitiatieven; scouting, kerkelijk jongerenwerk, KPJ en dergelijke. Plaatselijke winkeliers; snackbarhouders, muziekwinkels en dergelijke. Horeca ondernemers. Actieve en betrokken burgers. Buurtraden, wijkcomités, etc. Uit een eerste ronde gesprekken in een nieuwe situatie ontstaat een beeld over wie er voor wil gaan, jeugd een warm hart toedraagt, een positieve instelling heeft. Het levert de informatie op waar kansen liggen in de toekomst en met wie er samengewerkt kan worden. Het geeft ook een beeld over de sleutelfiguren waar je wel mee moet samenwerken, maar waar weerstand te verwachten valt. Met hen is het belangrijk wel contact te onderhouden en ze te informeren en je gezicht te laten zien. Een keer of twee per jaar, een verdergaande tijdsinvestering is niet verantwoord. Met de relevante sleutelfiguren wordt intensiever contact onderhouden, ideeën worden getoetst, ontwikkelingen besproken. De eerste ronde met sleutelfiguren maakt dus duidelijk waar de eerste contactlegging met jongeren moet plaatsvinden. Welke groepen vallen op, hoe is de samenstelling, wat is hun positie in de wijk, hoe staan ze bekend. Maar ook de plekken waar de vrije tijd wordt doorgebracht, populaire disco s of cafés en dergelijke. 2.2 Werkgebied Een goede kennis van het werkgebied is uiteraard noodzakelijk en houdt dus in dat je weet welke voorzieningen er zijn; de (sport)verenigingen, uitgaansgelegenheden, speelplekken, et cetera. Dat betekent dat in gesprek met volwassenen (en later met jongeren) de praktische kennis over het voorzieningenniveau gekoppeld moet worden aan de waardering over voorzieningen; Is de tennisverenging een club die veel extra s doet voor de jeugdleden en hoe waarderen ze dat?

6 Is de muziekschool een stimulans voor jongeren die een bandje willen beginnen? Zou de voetbalvereniging te porren zijn om de kantine s middags te laten gebruiken voor huiswerkbegeleiding wanneer daar behoefte aan is? Zou de plaatselijke KPJ ook iets met tieners willen die een eigen moment willen? Jeugd zit niet altijd op school in de eigen gemeente, de vrijetijdsbesteding speelt zich voor een deel ergens anders af of een groep veroorzaakt veel trammelant in een naburige gemeente. Dit soort zaken vragen om een actieve benadering buiten het eigen werkgebied. Contact met de school, bezoeken van uitgaansgelegenheden, opzoeken van de wijkagent en beleidsmedewerker in de naburige gemeente is soms noodzakelijk. Na een eerste contact en jezelf op de kaart gezet te hebben (bel me als er iets is ) is het afhankelijk van ontwikkelingen hoe intensief dit moet zijn. 2.3 Sleutelkaart De informatie over volwassenen wordt op hoofdlijnen vastgelegd. Ontwikkelingen en veranderingen worden hierin opgenomen. Dit is de sleutelkaart, deze wordt alleen intern gebruikt voor collegiale overdracht van informatie. Er staat ook in wie een positieve bijdrage kan leveren. De sleutelkaart is ook de basis voor een zorgvuldige en volledige overdracht van de informatie bij een personele wisseling. De gegevens op de sleutelkaart worden ook gebruikt als onderlegger voor de rapportage(s) en maakt zo voor de opdrachtgever inzichtelijk met wie er contacten worden onderhouden.

7 3. Contact leggen en contacten onderhouden Het leggen van contact vergt een actieve outreachende houding en het initiatief ligt bij de jongerenopbouwwerker. Het leggen en onderhouden van contacten is een continu proces en nooit klaar. Generaties volgen elkaar snel op, groepen wisselen van samenstelling, plekken zijn opeens (on)interessant en uitgaansgelegenheden zijn opeens in. Het leggen van de contacten gebeurt dus niet alleen op straat, maar ook in uitgaansgelegenheden, op scholen of bij de sportvereniging. Het belangrijkste aspect in het leggen van contact is het winnen van wederzijds respect en vertrouwen. Dat moet dus opgebouwd worden, daarbij is het eerste contact het belangrijkst en ook het spannendst. Bij het eerste contact zijn de volgende zaken belangrijk: Stel je voor. Vertel wat je werk/functie is. Leg uit wat je komt doen en wat eventueel de aanleiding van het bezoek is. Spreek een vervolg af. Na het leggen van contact volgt de fase van het contacten onderhouden. Daar wordt door jongeren kritisch naar gekeken: Kom je je afspraken na? Kan je waarmaken wat je ze vertelt? Heb je ze iets te bieden? Is het ze ook duidelijk wat je niet kunt doen? Kortom, kun je er voor zorgen dat er vertrouwen opgebouwd wordt. De groepen jongeren waar het jongerenopbouwwerk zich over het algemeen op richt hebben niet het meeste vertrouwen in de volwassenen. De fase van het contact leggen en het gaan bepalen welke kansen en mogelijkheden er liggen na de analyse, vergt enige tijd. Vaak wordt er na een (te) beperkte kennismaking al een richting ingeslagen. Neem de tijd voor de kennismaking en het opbouwen van het contact. Het is helemaal niet erg een wat langere periode regelmatig langs te komen en belangstelling te tonen. In deze fase is het goed jongeren te confronteren met wat jij vindt. Je bent een volwassene die belangstelling heeft, niet acuut negatief reageert en ze verwachten een mening van je. Daarvoor moet je dus stevig in de schoenen staan en helder hebben hoe jij tegen zaken aankijkt (vernielen, bedreigen, spijbelen, drugsgebruik et cetera...). Aanspreken op gedrag zonder gelijk te oordelen. Laat de uitleg maar komen waarom er met flesjes gegooid moet worden. Er is ook een grens. Wat doe je als je op de hoogte bent van een mishandeling of bezit van een vuurwapen. Ook over zulke zaken moet je communiceren. Wanneer geef je informatie aan anderen door? Gebruik hiervoor ook de mogelijkheden van de werkbegeleiding en/of intervisie. Het langer opbouwen van de contacten heeft ook tot gevolg dat de eerste verwachtingen die snel kunnen ontstaan (ga jij een disco voor ons regelen?) getemperd kunnen worden en dat bekend is dat niet alles mogelijk is. Door op deze manier contacten op te bouwen, je te laten informeren en op positieve manier de confrontatie aan te gaan krijg je de informatie die je echt nodig hebt, kun je een juiste analyse maken en kun je aan het vervolg van deze contacten gaan werken. Het vervolg van de contacten is drieledig: Inhoud eigen activiteiten en werkzaamheden. Passend aanbod van het maatschappelijk veld. Beleidsinformatie.

8 4. Beschikbare informatie en analyse Om verder te kunnen moet er dus door de contacten inzicht ontstaan over aard en samenstelling van groepen en een beeld zijn van eventuele risico s. (Risico s houden in dat op enig terrein knelpunten zijn waardoor een normale ontwikkeling naar volwassenheid belemmerd wordt.) De feitelijke gegevens van een groep zijn zichtbaar. Is het een groep waarin zowel jongens als meiden met elkaar optrekken, de leeftijd, grootte van de groep. Meerdere culturen, etnisch, maar ook kleding, muziek. Ook in het onderdeel gegevens een eerste inventarisatie van wensen, behoeften en ideeën die leven binnen de groep ten aanzien van voorzieningen en vrije tijd. Op welke tijdstippen is de groep aanwezig? Om meer inhoudelijk (groeps-)inzicht te verkrijgen werken we met een analyse van leefgebieden. Deze leefgebieden zijn: Thuissituatie. Welke kenmerken springen in het oog, zijn er veel opvallende gezinssituaties, heeft de gezinssituatie invloed op het (groeps)gedrag. Veel of weinig aandacht en steun van thuis. Individuen uit een groep kunnen opvallen door een slechte thuissituatie (bijvoorbeeld mishandeling).* Onderwijs & werk. Groepskenmerken ten aanzien van opleidingsniveau en/of werk. Allemaal hetzelfde niveau op dezelfde school? Verdeeld over de regio? Vast werk, werkloos, schooluitval. Individuen uit een groep kunnen opvallen door spijbelen of (dreigende) schooluitval.* Gezondheid. Groepsgedrag ten aanzien van middelengebruik (drugs, alcohol, roken), maar kan ook opvallend eetpatroon zijn en gebrek aan lichaamsbeweging. Naast kenmerken voor een groep kunnen ook individuen extra opvallen door gedrag.* Vrije tijd. Groepsgedrag ten aanzien van rondhangen, uitgaan, lid van (sport)verenigingen, wel of niet actief (willen) zijn, maatschappelijk betrokken. Financiën. Groepskenmerken ten aanzien van geld, veel bijbaantjes en geld te spenderen, schulden, gokken. Ook hierbij kunnen individuen extra in het oog springen.* Politie en justitie. Hoe is de relatie met de politie, het contact met de wijkagent. Is er na overlast sprake van repressie, plegen groepsleden criminele feiten zoals diefstal, bedreiging of afpersing. Zijn er leiders en volgers.* De verschillende leefgebieden vormen de agenda voor de gesprekken met jongeren. Gesprekken kunnen uiteraard over van alles gaan, maar hoe meer vertrouwen er is, hoe beter de band, des te meer er gestuurd kan worden op de informatie die jij belangrijk vindt. * Wanneer individueel gedrag opvallend is binnen een groep is het zinvol daar in de analyse melding van te doen: Binnen de groep zijn er. met problemen ten aanzien van. Oplossingen en/of verdergaande actie moeten vorm krijgen binnen de lokale samenwerking, bijvoorbeeld binnen een netwerk jeugdhulpverlening. Afhankelijk van de afspraken met de opdrachtgevers en samenwerkingspartners kunnen individuele gegevens anoniem, met initialen of met naam vermeld worden. Kaarten die als openbare onderlegger de gemeente informeren kunnen nooit volledige namen van groepsleden bevatten. Op de kaart ook de beschrijving van een plek of groep in relatie tot de omgeving. Klagen mensen veel? Is er een verstoorde verhouding? Zijn het de leiders die de boel verzieken? Gaat het om normale ontmoeting waarbij een geringe tolerantie een rol speelt? Is er (verregaande) rivaliteit met andere groepen? Verder apart opgenomen informatie van professionals / vrijwilligers. Relevante informatie die volwassenen uit de omgeving van desbetreffende groep geven wordt hier vermeld. In de analyse biedt dit vervolgens de ruimte die informatie te toetsen en te waarderen.

9 Op de analysekaart groepsdynamiek. Wie zijn de leiders, volgers en meelopers? Wie beïnvloeden de groep en welke invloeden zijn dat? Met wie en hoe kan je het groepsgedrag beïnvloeden? Zit er leeftijdsverschil tussen de meelopers en de gangmakers? Is er een duidelijke hiërarchie, een hechte structuur, onderlinge solidariteit? Is de samenstelling vast of wisselend? Door op deze manier groepen te beschrijven ontstaat er een analyse van de groepen. Het maakt inzichtelijk waar knelpunten zitten en op welk leefgebied(en) het belangrijk is te focussen. Het geeft ook een beeld over het totale beeld en gedrag van de groepen. Deze zijn in te delen in categorieën. Ook de politie werkt met een indeling in categorieën die is afgeleid van de Beke shortlist methode van Ferwerda. Deze zijn: Hinderlijke jeugdgroep. Hangen wat rond in de buurt, zijn af en toe luidruchtig en trekken zich niet al te veel van de omgeving aan. Soms loopt het wat uit de hand en af en toe vinden er kleine vernielingen plaats. Over het algemeen wat jonger en (nog) goed aan te spreken op het gedrag, de gevolgen daarvan en de eigen verantwoordelijkheid. Is nog te beïnvloeden (dit soort groepen zijn goed geschikt om binnen het jongerenopbouwwerk activiteiten mee te ontplooien). Overlastgevende jeugdgroep. Dit soort groepen is nadrukkelijker aanwezig, kunnen provocerend optreden. Ze vallen omstanders wel eens lastig of intimideren en bedreigen, er vinden regelmatig vernielingen plaats. Er is vaak sprake van drank- en druggebruik. Laten zich weinig gelegen liggen aan andere mensen en zijn niet of nauwelijks te corrigeren (om gedrag te beïnvloeden en te veranderen is een grotere investering gewenst en samenwerking met anderen nodig). Criminele jeugdgroep. Dit soort groepen bestaat overwegend uit jongeren die er voor kiezen criminele feiten te plegen. Groepsleden zijn allemaal bekend bij de politie. Veroorzaken soms minder overlast op de plek waar ze elkaar treffen, maar plegen in de wijk en daarbuiten strafbare feiten. Geweld wordt normaal gevonden (het is belangrijk om te weten wat er allemaal speelt en hoe zaken in elkaar steken (meelopers, leiders...), maar op gebied van activiteiten weinig mogelijk. Vraagt om (te) veel tijdsinvestering). Hier is een 0-categorie aan toegevoegd: Nulcategorie. Ontmoeten elkaar in de buurt, kletsen en/of sporten wat. Zijn (goed) bekend bij de volwassenen en hun gedrag leidt niet of nauwelijks tot klachten. Zij zijn over het algemeen druk met school, sport en overige activiteiten. De categorie van een groep wordt bovenaan de kaart weergegeven, maar is pas na het invullen van de benodigde informatie mogelijk. De indeling van de categorie is vooral van belang om met samenwerkingspartners overeenstemming te hebben of te krijgen over de typering van de groep. De groepsgegevens en bevindingen op de leefgebieden, de groepsdynamica en de categorie waar de groep in valt, vaststellen vormen de basis van de analyse kaart die per groep en/of plek wordt gemaakt. Na invulling hiervan kun je aangeven wat voor een resultaat je wilt bereiken met de groep. Dit houdt niet altijd in dat het jongerenopbouwwerk dit zelf of alleen kan realiseren. Als laatste kolom op de kaart wordt ingevuld tot welke actie dit kan/moet leiden. Dit zijn voorstellen. De analyse geeft een compleet beeld, de voorstellen zoomen in op kansen die je kunt/wilt versterken, of op knelpunten of problemen die om een aanpak en oplossing vragen. Hierop wordt het handelen van de jongerenopbouwwerker dus gebaseerd.

10 In het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. Hieronder alvast enkele voorbeelden: Onderdeel Analyse / situatie Resultaat Actie Veel ruzie met buurtbewoners. Onderlinge relatie in buurt is goed. Jongeren organiseren opruimactie in de buurt. Jongeren nodigen buurtbewoners uit voor voetbalwedstrijd met afsluitende BBQ. Overmatig experimenteren blowen. Sofdrugsgebruik is afgenomen. Met de groep worden op straat 3 bijeenkomsten gehouden, het programma van het Trimbos Instituut wordt gedraaid. Met de gemeente afspraken maken over voorlichting op basisscholen. Alcoholgebruik 13 jarigen. Geen drankgebruik 13 jarigen in openbare ruimte. Ouders van deze jongeren benaderen en voorlichten over risico s. In samenspraak met politie verkopers aanspreken op verantwoordelijkheid. Een groep spijbelaars met ruzie thuis. School wordt afgemaakt. Met jongeren wordt gesproken en gevraagd of hun situatie in het netwerk 12+ besproken mag worden. Wanneer al deze informatie bekend is komt de volgende stap. Dat is het vaststellen van een aanpak en de acties die hier uit volgen. Het ingevulde resultaat en de voorgestelde actie moeten aan 2 voorwaarden voldoen: Het moet passen binnen de (eigen) afgesproken werkzaamheden, of aanpassingen afspreken met de opdrachtgever. Wanneer anderen (politie, AMW, gemeente en dergelijke) hierbij betrokken zijn moeten afspraken gemaakt zijn.

11 5. Aanpak en acties Dit vindt plaats op drie gebieden: de eigen activiteiten en werkzaamheden; een passend aanbod van het (overige) maatschappelijk veld; informatie voor het activiteitenprogramma en/of jeugdbeleid. Aangezien iedere lokale situatie en het daar aanwezige voorzieningenniveau verschilt, is de hier gegeven omschrijving erg algemeen. Het is natuurlijk de bedoeling om per werkgebied te kunnen bepalen waar aanknopingspunten en kansen voor jongerenopbouwwerk liggen. Hier zit ook een verborgen doelgroepkeuze in: Wordt er verwacht met de meest moeilijke groepen aan de slag te gaan? Is het de bedoeling zo veel mogelijk jongeren een recreatief programma te bieden? Ligt het zwaartepunt op gebied van individuele ondersteuning en toeleiding naar de (jeugd)hulpverlening? Het gaat natuurlijk vaak om een mix van deze mogelijkheden, maar in het contact en contract met de opdrachtgever moet hierover duidelijkheid zijn. 5.1 Eigen activiteiten en werkzaamheden. Op de eerste plaats worden keuzes voor activiteiten duidelijker. Als bekend is waar behoefte aan is kun je de activiteiten van het jongerenopbouwwerk daar op aanpassen. Hierbij moet er gezocht worden naar een mix van de wens van de opdrachtgever en de wens van desbetreffende jongeren. Dat kan dus inhouden dat bestaande activiteiten niet (voldoende) aansluiten en andere activiteiten gewenst zijn en opgestart worden. De activiteiten zijn een middel om te werken aan doelen die je met de groep(en) wilt bereiken. Dus overlast terugdringen, minder onderlinge agressie, beter contact tussen jong en oud vormen eerder de leidraad voor handelen dan we willen een disco met drank. Op de tweede plaats betekent het dat behoeften op gebied van steun en advies inzichtelijk worden. Welke groepsleden hebben op welk gebied ondersteuning nodig. Een eigen netwerk van professionals is hiervoor te raadplegen, bijvoorbeeld een advocaat, een maatschappelijk werker of een jeugdhulpverlener. Deze individuele ondersteuning moet toeleiden naar professionele hulp van de organisaties die daarvoor zijn, er wordt dus toegewerkt naar overdracht. Steun en advies kunnen ook betrekking hebben op verbeteringen in de wijk of buurt, waardoor jongeren zich beter op hun plek voelen. Daarvoor is vaak overleg met de gemeente en/of bijvoorbeeld een woningstichting nodig. Participatie op buurtniveau. Dit soort werkzaamheden die uit de contacten voortkomen, leiden automatisch al tot: Een beter passend aanbod van het maatschappelijk veld. Het jongerenopbouwwerk dat goede contacten onderhoudt is ook op de hoogte van de waardering over andere voorzieningen. In netwerken, binnen samenwerkingsverbanden of als belangenbehartiger moet dat bespreekbaar zijn. Wanneer het maatschappelijk werk een grote onbekende is bij jongeren, dan moet daar aan gewerkt gaan worden. Wanneer een wijkagent een verkeerde benadering heeft bij bepaalde groepen, maar het wel in het takenpakket zit, dan moet daar iets aan gebeuren. Maar dat geldt ook andersom. Wanneer plaatselijke winkeliers meer bemoeienis met een groep vragen van het jongerenopbouwwerk, dan is dat bespreekbaar en moeten goede afspraken gemaakt kunnen worden. Lokale samenwerking moet niet alleen leiden tot goede informatie uitwisselingen, maar ook tot afstemming en taakverdeling. Met name de groepen die als overlast aangevend bekend staan vragen om een gemeenschappelijke aanpak. 5.2 Informatie voor jeugdbeleid De analysekaarten die voortkomen uit de ambulante contacten geven in samenhang met signalen binnen de lokale samenwerking informatie die de dagelijkse praktijk overstijgt. Het zijn bouwstenen voor adequaat jeugdbeleid. Zowel voor inzet in preventieve sfeer om te voldoen aan een functionerend geheel van voorzieningen, als voor de aanpak van knelpunten en problemen. Voorbeelden: Toenemend alcohol gebruik wordt groepsnorm over een langere periode. Voorzieningen in de wijken die niet meer aansluiten op de wensen.

12 Steeds minder uitgaansgelegenheden. Radicalisering en agressie tussen meerdere groepen. Het zijn voorbeelden die niet door het jongerenopbouwwerk (alleen) aangepakt of opgelost kunnen worden, maar die vragen om politieke stellingname en bijstelling van het gemeentelijke jeugdbeleid. Het jongerenopbouwwerk zal in de verslaglegging van de uitvoering en in overleg met de gemeente dit soort zaken moeten aankaarten en gezamenlijk zoeken naar verbeteringen. Dit leidt ook tot aanpassingen van het activiteitenprogramma. Met dit protocol zal het jongerenopbouwwerk duidelijker met jongeren en samenwerkingspartners aan gewenste resultaten kunnen werken.

13 6. Voortgang proces Het beoogde resultaat en de daaruit voortvloeiende acties van het jongerenopbouwwerk en andere actoren uit het maatschappelijke veld kennen een sterke dynamiek, de leefwereld van jongeren is aan snelheid onderhevig. Never a dull moment, nietwaar? In de kolom voortgang en proces wordt weergegeven welke effecten de afgesproken acties hebben. Wat de gevolgen zijn van de (gezamenlijke) inzet? Welke nieuwe inzichten levert het op? Moet het beoogde resultaat bijgesteld worden? Is er sprake van een einde van de inzet en zo ja waarom? Wat zijn zinvolle vervolg acties? De kolom voortgang proces wordt ingevuld, totdat er een nieuwe versie analysekaart opgesteld wordt, of omdat er geen aanleiding meer is deze plek en groep te analyseren. De beschrijving van de voortgang / het proces is tegelijkertijd de informatie die opgenomen kan worden in de voortgangsrapportages voor de opdrachtgever.

14 Bijlage I Gespreksonderwerpen volwassenen Op welke manier en met welke jongeren bekent? Waar zijn jongeren te vinden, te ontmoeten. Plekken. Actieve verenigingen. Cafés en dergelijke. Zijn er groepen of plekken waar zich problemen (mee) voordoen? Wat voor groep(en) gaat het om: samenstelling; cultuur; leeftijd; et cetera. Wat is het probleem/knelpunt Lawaai. Troep. Drank. Drugs. Et cetera. Hoe is uw/jouw relatie met deze groep? Is bekend wat de jongeren willen/missen? Wat is een mogelijke reden voor bepaald gedrag? Wie heeft er contact met de groep(en), wie houdt zich er mee bezig? Geschiedenis, wat is er allemaal aan vooraf gegaan? Met wie zou ik ook nog kunnen of moeten praten over deze groep(en)?

15 Bijlage II Sleutellijst Instelling, contactpersoon, functie Beschikbare informatie Houding Instelling:. Naam:. Tel. nr.:.. . Instelling:. Naam:. Tel. nr.:. . Instelling:. Naam:. Tel. nr.:.. Instelling:. Naam:. Tel. nr.:. . Etc.

16 Bijlage III Analysekaart Jeugd-Punt Gemeente: Groep / plek: Categorie: Datum: Aanleiding contact: Gegevens Analyse Individuele aandacht Aantal M: Thuissituatie V: Leeftijd Cultuur Onderwijs en / of Werk Gezondheid Vrije tijd Wensen, ideeën v.d. groep Tijdstippen Financiën Politie, Justitie Relatie Omgeving Informatie van prof. / volw. Groepsdynamiek Beoogd resultaat Acties Voortgang / proces