TOETSING/ACCREDITERING VAN DE OPLEIDERSPRAKTIJK OFTEWEL DE CERTIFICERING

Transcriptie

1 TOETSING/ACCREDITERING VAN DE OPLEIDERSPRAKTIJK OFTEWEL DE CERTIFICERING U vindt in deze lees-presentatie - Recente geschiedenis rond onstapeling Oorzaken ontevredenheid Pijnpunten voor opleiders Certificering, de stand van zaken Wie maakt de regels 17 - De regels bij verlenging van de erkenning 18 - Rode kop betekent toelichting op de vorige dia 1

2 ONTSTAPELEN Organisatie van eisen aan de huisartsopleider: een bestuurlijke uitdaging Invitational Conference, donderdag 25 april 2013 Creative Valley, Utrecht Dagvoorzitter: Patrick Bindels 2

3 TOELICHTING OP VORIGE DIA Begin 2013 werd door Huisartsopleiding Nederland een invitational gehouden over de toenemende regeldruk en eisen die aan opleiders gesteld werden. Deelnemers waren de LHOV (landelijke opleidersvereniging), de hoofden van de acht instituten, hoogleraren huisartsgeneeskunde, bestuurders van NHG, LHV, CHO, RGS, SBOH, NPA en CHO. Conclusie: 1. Kwaliteit is van ons allemaal. 2. Keuzes maken we zelf. 3. De beroepsgroep streeft naar ontstapelen van regelingen en eisen, het NHG neemt het voortouw. 3

4 HET ROER MOET OM 2015 Vertrouwen in de zorg/professional, samenhang door samenwerking Maatwerk, niet schaalvergroting Samenwerken en onderhandelen op gelijkwaardige basis 4

5 TOELICHTING OP VORIGE DIA Een taskforce met vertegenwoordigers van huisartsen, patiënten en zorgverzekeraars werkt het thema kwaliteit uit. Een werkgroep van de beroepsorganisaties van huisartsen ontwerpt een vernieuwd kwaliteitssysteem met basiskwaliteitseisen, opleverdatum 1 maart Intervisie krijgt een belangrijke plek. Zorgverzekeraars sluiten aan bij de indicatoren van de huisartsen. Minder indicatoren. Meten en evalueren van patiëntenervaringen wordt nader bekeken. 5

6 BOOSDOENERS Samenwerking gefrustreerd door Mededingingswet Ongelijkwaardigheid Indicatoren leiden tot juridisering en bijpassende organisaties worden misbruikt en dienen niet de individuele patiënt Terug naar een kwart Procedures en administratie 6

7 WEERSTAND Transparantiedwang (maatschappij) Weerstand bij indicatorenmakers (experts) Buitenlui zijn verantwoordelijk voor de bemoeizucht van het stelsel (bestuurders) 7

8 TOELICHTING OP VORIGE DIA Overal in de maatschappij is drang naar verdere kwaliteitsontwikkeling en toetsing groot. We willen verzekerd zijn van het beste en vertrouwen niet zomaar op de blauwe ogen. Experts zien immer meer kansen voor doorontwikkeling. Bestuurders zouden afwegingen moeten maken: wegen de inspanningen op tegen het rendement? Bestaat er genoeg draagvlak bij de professionals Wordt door nog meer kwaliteitscontroles de intrinsieke motivatie niet buiten de deur gezet. Afvinken in plaats van doordenken. 8

9 PIJNPUNTEN OPLEIDERS Landelijke items Certificering (nodeloos uitgebreid, betuttelend) Visitatie (IF-H) (al zo in opleiderschap ingebed) Erkenningsprocedure (dubbeling) Lokale items Opleiders te weinig betrokken bij beslissingen Wvvttk (bijv. duo-opleiderschap) 9

10 TOELICHTING OP VORIGE DIA De beroepsgroep (LHV en NHG, middels het CGS) heeft in de regelgeving vastgelegd dat huisartspraktijken zich dienen te laten toetsen. Voor opleiderserkenning is deze toetsing verplicht gesteld. De RGS ziet toe op handhaving van deze regels. Opleiders hebben aangegeven te begrijpen dat de opleidingspraktijk aan een aantal kwaliteitseisen moet voldoen en dat dit getoetst wordt. Het construct accreditering lijkt echter dusdanig uitgebreid te zijn dat het doel niet meer alle middelen heiligt. Hierdoor verliest het de link met het opleiderschap. Opleiders en instituten dragen gezamenlijk verantwoording voor de opleiding. Daar hoort bij dat ondoelmatige verplichtingen worden bestreden. 10

11 RESULTATEN OPLEIDERS Certificering wordt eenvoudiger, toegesneden, herkenbaarder. Certificering geeft ontheffing visitatie (IF-H). Erkenningsprocedure: simpeler en passender. Opleiders worden meer betrokken bij beslissingen, passender. Opleiders beslissen landelijk en regionaal mee over hen aangaande verplichtingen. 11

12 OVERZICHT VAN DE DOOR DE BEROEPSGROEP GEACCEPTEERDE CERTIFICATEN (KLIK HIER VOOR HET MEEST RECENTE OVERZICHT ) 12

13 TOELICHTING Een ingewikkeld plaatje! Maar om een auto te kunnen rijden hoef je tegenwoordig niet meer onder de motorkap te kijken. De essentie: er is keus. De eerste kolom geeft weer welke certificaten door de beroepsgroep worden erkend. De middelste kolom laat de organisaties zien die een dergelijk certificaat kunnen verlenen. Door de keuzemogelijkheid wordt bevorderd dat leveranciers klantvriendelijkheid, rationaliteit, en rendement hoog in hun vaandel zullen willen hebben. Zowel binnen de eigen groep (huisartsen) als op de instituten (HAO team) zijn adviezen beschikbaar. Daarnaast is er op de markt aanbod van adviseurs die zich goed hebben ingewerkt in het begeleiden van huisartsen (huisartsencoöperaties, particuliere adviseurs). 13

14 VOORBEELD: DE HUISARTSEN ZELF Kwaliteit in de praktijk Heel Noord-Limburg wordt er beter van Continue kwaliteitsverbetering is steeds vanzelfsprekender in huisartsenland. Om kwaliteit zichtbaar en meetbaar te maken zijn er verschillende certificeringen en accrediteringen in omloop. In Noord-Limburg werd de wens uitgesproken om op zoek te gaan naar één geïntegreerd en onafhankelijk kwaliteitssysteem. Op basis van de NEN-EN en de landelijke veldnormen, zoals vastgesteld door de beroepsgroep en partners in de huisartsenzorg, is in samenwerking met 5 andere zorggroepen de HaZo24 ontwikkeld als basis voor certificering voor alle huisartsenzorg: binnen de ketenzorgprogramma s, de dagzorg en de avond-, nacht- en weekendzorg. De pilotfase in Noord-Limburg werd in april 2014 afgesloten met vier auditdagen. Deze resulteerden op 12 mei 2014 in de allereerste certificaten voor twee huisartsenpraktijken, de Huisartsenposten Noord-Limburg en Cohesie Cure and Care. Begin 2015 zijn 5 praktijken gestart met de implementatie van het HaZo24 kwaliteitsmanagementsysteem. Cohesie heeft samen met haar achterban de ambitie uitgesproken om in drie jaar een groot deel van de aangesloten praktijken te begeleiden naar certificering. Uitgangspunt is de huisartsen en de praktijken maximaal te faciliteren en te ont-zorgen bij het realiseren van goede kwaliteit van zorg en het continue verbeteren van zorg. Hierdoor kunnen huisartsen en medewerkers zich maximaal bezig houden met de inhoud van zorg. 14

15 VOORBEELD: DE MARKT Voor wie het certificeringsproces nogal ingewikkeld overkomt (het is geen dagelijks werk voor de huisarts), kan advies waarde hebben. Er zijn inmiddels adviseurs die het certificeringsproces kunnen begeleiden, minder en meer actief. Ook de certificerende instellingen zijn zich bewuster van de noodzaak tot advies. Dit advies gaat verder dan alleen de certificering, er is ook aandacht voor de context waarin de certificering moet plaatsvinden (de vele taken waar de huisarts sowieso mee wordt geconfronteerd). 15

16 NIEUW: NHG-PRAKTIJKACCREDITERING VERSIE 2.1 Verminderde administratieve druk Praktijken gaan minder tijd besteden aan het maken van documenten waarin zaken formeel worden vastgelegd. Zo is bijvoorbeeld de schriftelijke beheerprocedure kwaliteitssysteem vervangen door een eenvoudige (mondelinge) werkafspraak. Het aantal gegevens dat door praktijken moet worden verzameld ten behoeve van de audits is aanzienlijk verminderd. Vermindering van het aantal kwaliteitsnormen Diverse normen zijn geschrapt ten opzichte van versie Bijvoorbeeld de eisen met betrekking tot het privacyreglement, het inkoopsysteem, de lijst infrastructuur en benodigde middelen en de koude keten. Meer aandacht voor de zorginhoudelijke kant van vak Praktijken krijgen de mogelijkheid deel te nemen aan (facultatieve) thema-audits, waarbij tijdens de controle-audit een bepaald aspect van de huisartsenzorg onder de loep wordt genomen. De thema-audit heeft geen consequenties voor de uitkomst van de reguliere audit. Doel is mogelijkheden voor verbeteringen met uw praktijk in kaart te brengen. 16

17 WIE MAAKT DE REGELS Beroepsgroep formuleert, het CGS besluit, de minister stemt in, en de RGS houdt toezicht. De beroepsgroep zijn wij als huisartsen zelf. Dus waar we soms last van hebben komt oorspronkelijk uit ons eigen nest. Instituten en opleiders worden geacht zich te houden aan de eisen. De RGS is verantwoordelijk voor het al of niet erkennen van opleiders. Besluit huisartsgeneeskunde C.2. Verplichtingen opleider De opleider voldoet aan de volgende aanvullende verplichting: De opleider heeft zijn praktijkvoering laten toetsen met behulp van een door de beroepsgroep erkende methode. 17

18 REGELS BIJ VERLENGING VAN ERKENNING Per 1 januari 2019 moet in de voorafgaande erkenningsperiode de praktijktoetsing zijn begonnen of hebben plaatsgevonden. Als de erkenning eindigt vóór 1 januari 2017, en de toetsing heeft niet plaatsgevonden of is niet begonnen, dan hernieuwt de RGS de erkenning eenmalig voor twee jaar mits de opleider vóór de expiratiedatum alsnog de praktijktoetsing laat uitvoeren of daar daadwerkelijk mee start. Heeft men éénmaal eerder een erkenning voor beperkte duur gekregen, dan is nadien geen hernieuwende erkenning mogelijk zonder dat daadwerkelijk aan de verplichting is voldaan. 18