NAAM Maria Verstegen - Verheijen STUDENTNUMMER AFSTUDEERRICHTING Staats- en bestuursrecht BEGELEIDER Mw. mr. J.G.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NAAM Maria Verstegen - Verheijen STUDENTNUMMER AFSTUDEERRICHTING Staats- en bestuursrecht BEGELEIDER Mw. mr. J.G."

Transcriptie

1 NAAM Maria Verstegen - Verheijen STUDENTNUMMER AFSTUDEERRICHTING Staats- en bestuursrecht BEGELEIDER Mw. mr. J.G. Hubbeling

2 VOORWOORD Deze scriptie is de afsluiting van mijn studie Rechtswetenschappen aan de Open Universiteit Nederland. Het voorwoord wil ik graag benutten om mijn waardering en dank uit te spreken naar degenen die mij gedurende mijn studie geholpen hebben en naar mijn dierbaren die het mij mogelijk hebben gemaakt om deze studie te beginnen en af te ronden. Allereerst wil ik mijn ouders danken, die mij geleerd hebben niet op te geven en door te gaan ook als het moeilijk is. Doorzettingsvermogen is een vereiste om naast gezin, werk en sociale leven een studie te volgen. Doorzettingsvermogen alleen is echter niet voldoende. Een sociale omgeving is een onmisbare voorwaarde. Een speciaal woord van dank gaat dan ook uit naar mijn gezin, in het bijzonder mijn echtgenoot. Zonder mijn echtgenoot was het niet gelukt om de tijd te investeren die noodzakelijk is voor het afronden van deze studie. Gedurende mijn studietijd heeft hij vele taken van mij vergenomen. Maar ook mijn kinderen wil ik danken. Ondanks dat ik heb geprobeerd mijn kinderen niet te belasten, hebben zij ongetwijfeld zo nu en dan last ondervonden van hun studerende moeder. Al was het maar dat zij tijdens hun studietijd niet thuis hoefden te komen met een ongemotiveerd houding. Mijn dierbare vriendinnen mag ik evenmin vergeten. Zij hebben mij altijd gesteund, zeker op die momenten waarop het studeren zwaar was. Mijn manager en collega s van de gemeente Venray wil ik bedanken voor hun steun, interesse en feed back gedurende mijn studie. Uiteraard een woord van dank voor mijn scriptiebegeleidster mevrouw mr. J.G. Hubbeling. Zij heeft mij op voortreffelijke en vooral prettige manier voorzien van adviezen tijdens het maken van mijn scriptie. 2

3 IHOUDSOPGAVE VOORWOORD HOOFDSTUK 1 INLEIDING Algemeen Onderzoeksvraag Deelvragen Leeswijzer 6 HOOFDSTUK 2 LAST ONDER BESTUURSDWANG EN LAST ONDER DWANGSOM Doelstelling Herstel Preventie Onverwijlde spoed Historie Grondslag herstelsancties Bestuursdwang Last onder dwangsom Begripsomschrijving Last onder bestuursdwang Last onder dwangsom Vergelijking herstelsancties Last onder bestuursdwang Last onder dwangsom Conclusie 17 HOOFDSTUK 3 DE ACTOREN IN HET HANDHAVINGSTRAJECT De overtreder Normadressaat (Functioneel) daderschap Rechthebbende De verzoeker om handhaving Verzoek om handhaving Verzoek om toepassing sanctiemiddel Bestuursorgaan Karakter van handhaving Handhavingbeleid Conclusie 26 3

4 HOOFDSTUK 4 DE GRENZEN VAN DE HERSTELSANCTIES Algemene beginselen behoorlijk bestuur Gelijkheidsbeginsel Vertrouwensbeginsel Belangenafweging Concreet zicht op legalisatie Onevenredigheid Specifieke grenzen Algemeen Begunstigingstermijn Dwangsom Conclusie 37 HOOFDSTUK 5 BEDREIGINGEN VOOR DE EFFECTIVITEIT VAN DE HERSTELSANCTIES Wettelijke kaders Discretionaire bevoegdheid Begunstigingstermijn Complexe en tegenstrijdige regelgeving Uitvoering handhaving Talmende overheid Kwaliteit van de handhaving Politieke klimaat Calculerende burger Gerechtelijke procedures Rechtsbescherming Rechtspraak Conclusie 52 HOOFDSTUK 6 CONCLUSIE Algemeen Slotconclusie 55 LITERATUURLIJST 57 JURISPRUDENTIEREGISTER 63 PARLEMENTAIRE STUKKEN 66 4

5 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Algemeen Gemeente had Chemie-Pack al lang moeten sluiten 1 en Chemie-Pack lapte regels aan laars 2. De brand bij Chemie-Pack op 5 januari 2011 haalde het landelijke nieuws. De gemeente zou niet daadkrachtig hebben gehandhaafd tegen overtreding van wet- en regelgeving 3. De klacht dat niet of onvoldoende handhavend is opgetreden, is eerder gehoord bij de vuurwerkramp in Enschede en bij de brand in café Het Hemeltje in de Nieuwjaarsnacht van De meeste overtredingen zijn, gelukkig maar, niet van dien aard dat ze de landelijke pers halen. Overtredingen in het kader van het ruimtelijk bestuursrecht kunnen variëren van (geluids)overlast van een kraaiende haan tot illegale lozingen op het oppervlaktewater, van een in afwijking van of zonder een verleende vergunning gerealiseerd bouwwerk tot een in strijd met het bestemmingsplan in gebruik zijnde bedrijfswoning. Dit neemt niet weg dat er, afhankelijk van de aard en de omvang van de overtreding, wel degelijk sprake kan zijn van ernstige schade voor het milieu of een bedreiging van de veiligheid. Van onze bestuursorganen wordt dan ook verwacht dat zij toezicht houden en, indien nodig, handhavend optreden. Overigens heeft het maken van weten regelgeving überhaupt geen zin als deze niet worden nageleefd 4. Het bestuursorgaan neemt haar taak niet serieus als niet wordt opgetreden tegen overtreding van wet- en regelgeving 5. Om naleving van wet- en regelgeving te kunnen afdwingen heeft het bestuursorgaan een aantal bestuursrechtelijke sanctiemiddelen ter beschikking, waaronder de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang. Het doel van deze sanctiemiddelen is het beëindigen van de overtreding, voor zover mogelijk het ongedaan maken van de gevolgen van de overtreding en het voorkomen van verdere overtredingen. De last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom hebben dan ook een reparatoir karakter en worden daarom herstelsancties genoemd. 1.2 Onderzoeksvraag De voorbeelden van de brand bij Chemie-Pack, de vuurwerkramp en de Nieuwjaarsbrand roepen de vraag op waarom het bestuursorganen blijkbaar niet lukt om direct of op korte termijn een einde te (laten) maken aan een overtreding. In titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht staan de bestuursrechtelijke middelen opgenomen, waaronder de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom, met behulp waarvan het bestuursorgaan een einde kan (laten) maken aan een overtreding. De indruk bestaat dat bestuursorganen deze instrumenten kennelijk niet kunnen of willen gebruiken. In deze scriptie staat de probleemstelling centraal of de last onder 1 Van Dongen 2011, 2 ANP 2011, 3 J. Vreugdenhil 2011, 4 Kamerstukken II , , nrs. 1-2, p Van Alphen e.a. 2004, p

6 bestuursdwang en de last onder dwangsom als bestuursrechtelijke maatregelen effectief zijn bij de handhaving van het omgevingsrecht. Met andere woorden, is met behulp van deze middelen te bereiken dat de feitelijke situatie in overeenstemming gebracht kan worden met vigerende wet- en regelgeving? 1.3 Onderzoeksvragen Om de probleemstelling te kunnen onderzoeken zijn een aantal onderzoeksvragen geformuleerd: - Wat houdt een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom in? - Wie zijn de actoren in het handhavingtraject? - Wat zijn de grenzen van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom? - Welke factoren bedreigen de effectiviteit van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom? 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 behandelt de eerste deelvraag wat een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom inhoud. Daarvoor is onder andere ingegaan op de doelstelling, de historische ontwikkeling en de grondslag voor de toepassing van de herstelsancties. Uiteraard zijn de herstelsancties beschreven en is een vergelijking gemaakt tussen beide middelen. Hoofdstuk 3 gaat in op de actoren die betrokken zijn bij een handhavingtraject. Uiteraard is dat de (functionele) overtreder die de overtreding begaat en het bestuursorgaan dat daartegen handhavend op dient te treden. De derde partij is de verzoeker om handhaving die het bestuursorgaan kan verzoeken om handhavend op te treden. Het opleggen van herstelsancties kent zijn grenzen. Deze grenzen, onder andere de belangenafweging die het bestuursorgaan dient te maken alvorens een herstelsanctie wordt opgelegd, worden beschreven in hoofdstuk 4. Vervolgens komen in hoofdstuk 5 de bedreigingen van de effectiviteit van de herstelsancties aan de orde. Ten slotte wordt de scriptie in hoofdstuk 6 afgesloten met een conclusie. 6

7 HOOFDSTUK 2 LAST ONDER BESTUURSDWANG EN LAST ONDER DWANGSOM Hoofdstuk 2 behandelt de vraag wat de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom inhouden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn een aantal aspecten van belang, zoals een korte historische terugblik, de wettelijke grondslag, de begripsomschrijving, een vergelijking tussen en de doelstelling van beide middelen. Het lijkt logisch om te beginnen met een kort historisch overzicht of de begripsomschrijving. Mij lijkt het interessant om te beginnen met de vraag met welk doel de beide bestuursrechtelijke sanctiemiddelen in het leven zijn geroepen. Met andere woorden, wat is de doelstelling van last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Deze vraag wordt in paragraaf 2.1 beantwoord. Vervolgens beschrijft paragraaf 2.2 het ontstaan en de ontwikkeling van de beide bestuurlijke sanctiemiddelen. Paragraaf 2.3 geeft vervolgens aan waar de grondslag voor de toepassing van de sanctiemiddelen is vastgelegd. Als logisch vervolg wordt in paragraaf 2.4 ingegaan op de begripsomschrijving. Tenslotte is in paragraaf 2.5 een vergelijking tussen de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom opgenomen. Paragraaf 2.6 sluit hoofdstuk 2 af met een conclusie. 2.1 Doelstelling Om te waarborgen dat onze woonomgeving veilig en leefbaar is, zijn regels vastgelegd in wet- en regelgeving. Als voorbeeld kan genoemd worden het omgevingrecht dat regels stelt omtrent onze fysieke leefomgeving, zoals de Wet ruimtelijke ordening, Woningwet of Wet Milieubeheer. Een ander voorbeeld is de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), een gemeentelijke regelgeving die regels vastlegt met betrekking tot de plaatselijke openbare orde. Naleving van deze regels is niet vanzelfsprekend. Om uiteenlopende redenen wordt wet- en regelgeving overtreden 6. Dit kan zijn uit onwetendheid en soms als gevolg van financiële onmogelijkheden. Niet naleving kan echter ook het gevolg zijn van normvervaging, calculerend gedrag (berekening pakkans) of erger nog, crimineel gedrag 7. De gemeente heeft tot taak toe te zien op naleving van wet- en regelgeving en handhavend op te treden als dit niet gebeurt. Op grond van de bestuursdwang- en de dwangsombevoegdheid kan de gemeente de overtreder met behulp van bestuurlijke sanctiemiddelen dwingen de overtreding te beëindigen. De bestuurlijke sanctiemiddelen zijn de intrekking van de vergunning, de bestuurlijke boete, de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. De intrekking van een vergunning kan worden ingezet met zowel een punitief karakter als met een herstellend karakter. De bestuurlijke boete is een sanctie met een sterk punitief karakter, een sanctie met het oogmerk leed toe te voegen 8. De bestuurlijke boete en de intrekking van een vergunning blijven in deze scriptie buiten beschouwing. De last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom zijn aan te merken 6 Zie artikel 5:1 Algemene wet bestuursrecht; een overtreding is een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens wettelijk voorschrift. 7 Van Wijk/Konijnenbelt 1997, p Een onvoorwaardelijke sanctie waarbij verwijtbaarheid een vereiste is. 7

8 als herstelsancties, met als primaire doel de feitelijke situatie in overeenstemming te brengen met de geldende wet- en regelgeving, met andere woorden, herstel van de rechtsorde Herstel De herstelsancties zijn primair gericht op het doen ophouden van de normovertreding 9, het beëindigen dan wel het ongedaan maken van de overtreding, het zo mogelijk ongedaan maken van de gevolgen ervan en het voorkomen van verdere overtredingen 10. Leedtoevoeging ofwel het straffen van de overtreder is dan ook niet het oogmerk, maar het bereiken van een situatie die in overeenstemming is met de wet- en regelgeving. Dergelijke sancties worden dan ook wel situatieve sancties, ofwel reparatoire sancties (herstelsancties) genoemd. Als een deel van de bedrijfswoning op een perceel in de gemeente Loenen wordt gebruikt voor kamerverhuur, maakt het college van die gemeente gebruik van een reparatoire sanctie 11. Op grond van het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming Niet agrarische bedrijven. Op grond van de bestemmingsplanvoorschriften is slechts één bedrijfswoning toegestaan. In de bestemmingsplanvoorschriften is opgenomen dat het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming. De verhuur van een deel van de bedrijfswoning aan de kamerhuurders is dan ook niet in overeenstemming met het bestemmingsplan. Onder oplegging van een last onder dwangsom gelast het college de verhuur van een deel van de bedrijfswoning te beëindigen en beëindigd te houden. De last onder dwangsom is hier gebruikt met het oogmerk het gebruik van de bedrijfswoning in overeenstemming te brengen met de voorschriften van het bestemmingsplan. In casu zijn alle huurders voor het aflopen van de begunstigingstermijn vertrokken. Ook in het kader van overtredingen van het milieurecht kan de gemeente gebruik maken van de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom. Bij besluit van 27 februari 2004 heeft het college op grond van artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) besloten bestuursdwang toe te passen terzake van het, in strijd met artikel 8.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer, zonder vergunning houden van rundvee in een stal op het perceel (locatie) te (plaats) 12. In deze situatie heeft het college ervoor gekozen met toepassing van een last onder bestuursdwang de overtreding in het kader van de Wet milieubeheer te beëindigen Preventie In beginsel worden bestuurlijke sancties opgelegd zodra een overtreding heeft plaatsgevonden. Er zijn echter ook situaties denkbaar waarin er sterke aanwijzingen zijn, ofwel dat het klaarblijkelijk is dat de regelgeving wordt overtreden. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de afdeling) blijkt dat de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom kunnen worden toegepast ook al is er op het moment van het nemen van het besluit nog geen sprake van een overtreding 13. In casu hebben beide middelen dan een preventief karakter. Voorwaarde is wel dat er sprake moet zijn van een klaarblijkelijk gevaar van een op zeer korte termijn te verwachten overtreding van een concreet bij of krachtens de wet gesteld 9 Van Wijk/Konijnenbelt 1997, p Van Buuren, Jurgens en Michiels 2005, p Zie ABRvS 1 juni 2011, /1/H1. 12 Zie ABRvS 2 maart 2005, /1. 13 Zie ABRvS 4 september 1997, nr. H , AB 1997, 396, ABRvS 1 februari 1999, AB 1999,

9 voorschrift 14. Korte tijd, voor het eerst in , heeft de Afdeling in verschillende uitspraken nog de aanvullende voorwaarde gesteld dat er sprake moet zijn van te verwachten ernstige schade als gevolg van de overtreding 16. Dit extra vereiste heeft vanaf het begin veel kritiek gekregen en met de uitspraak van de ABRvS van 7 november lijkt het van de baan. Op 18 september 2009 diende aanvrager een melding in op grond van artikel 8.19, eerste lid, van de Wet milieubeheer, waarin hij vermelde dat hij voornemens was binnen de inrichting (een paardensportcentrum) een kleindierententoonstelling te houden op 8 en 9 oktober Op de tentoonstelling zouden 415 klein gefokte paarden, pony's, konijnen en hoenders worden tentoongesteld. Het college heeft bij besluit van 7 oktober 2009 een last onder dwangsom opgelegd 18. Het college heeft hier gebruik gemaakt van de last onder dwangsom als preventieve sanctie, met het oogmerk te voorkomen dat er een overtreding zou plaatsvinden. Het houden van een kleindierententoonstelling in het paardensportcentrum was in strijd met artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, aangezien deze activiteiten niet passen binnen de voor de inrichting op 14 maart 2006 op grond van de Wet milieubeheer verleende vergunning. Uiteindelijk is de tentoonstelling op een andere locatie binnen de gemeente. Conform vaste jurisprudentie zijn er overigens wel voorwaarden verbonden aan de oplegging van een preventieve last onder dwangsom. Een besluit tot het opleggen van een preventieve last onder dwangsom kan slechts worden genomen indien sprake is van een gevaar van een overtreding van een concreet bij of krachtens de wet gesteld voorschrift die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal plaatsvinden 19. In casu had belanghebbende geen vergunning om de binnen zijn inrichting aanwezige puinbreker te gebruiken. Het college van de gemeente Almelo had de preventieve last onder dwangsom opgelegd, gebaseerd op de verwachting dat de mobiele puinbreker die binnen de inrichting was geparkeerd ook binnen de inrichting zou worden gebruikt. Het college had nimmer geconstateerd of dat feitelijk zo was Onverwijlde spoed Behalve als herstel- of preventieve sanctie kunnen de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom ook worden toegepast om per direct een einde te maken aan een overtreding. Het college zal de spoed sanctie toepassen in die situaties waarbij sprake is van gevaar en ingrijpen niet achterwege kan blijven. In de nacht van 12 op 13 januari 2008 is de sportaccommodatie de Hoekenhof afgebrand. Hierbij is asbest vrijgekomen. Op 13 januari 2008 heeft het college bestuurdwang aangezegd gericht op verwijdering van de vrijgekomen asbest. Dit besluit is op 15 januari 2008 op schrift gesteld 20. In casu heeft het college gebruik gemaakt van de last onder bestuurdwang als spoed sanctie, met het oogmerk direct een einde te maken aan een overtreding. Door het vrijkomen en de verspreiding van asbestvezels ten gevolge van de brand in de sportaccommodatie de Hoekenhof, zijn ernstige nadelige gevolgen ontstaan of dreigden acuut te ontstaan, voor mens en 14 Kamerstukken II, , , nr. 3. P Zie ABRvS 4 september 1997, AB 1997, Van Buuren 2005, p ABRvS 7 november 2001, /1, AB 2002, Zie ABRvS 15 december 2010, /1/M2. 19 Zie ABRvS 30 september 2009, AB 2009, Zie ABRvS 25 november 2009, /1/m2. 9

10 milieu. Dit maakte onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk. De eigenaar van de sportaccommodatie trof zelf geen maatregelen om de nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Het college heeft daarom besloten tot het toepassen van spoedbestuursdwang, bestaande uit het inschakelen van een gespecialiseerd bedrijf om het verontreinigd gebied te saneren. Het komt tegenwoordig regelmatig voor dat in woningen hennepkwekerijen worden aangetroffen. Om deze kwekerijen te voorzien van de noodzakelijke stroom zonder daarvoor te hoeven betalen, wordt vaak geknoeid met de elektrische installatie. Brandgevaar is dan ook niet ondenkbeeldig. Vanwege de constructie van de woning bestaat er bovendien instortingsgevaar. Uit jurisprudentie van de Afdeling blijkt dat het college bij het aantreffen van een hennepkwekerij in een woning gerechtvaardigd spoedbestuursdwang kan toepassen. Bij besluit van 22 juni 2009 heeft het college zijn beslissing om bestuursdwang toe te passen ter zake van het op 18 maart 2009 ontmantelen van een hennepkwekerij in de woning aan de [locatie] te [plaats] op schrift gesteld. Het college heeft daarbij tevens bepaald dat de kosten voor toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellante] komen 21. In casu was de hennepkwekerij in strijd met de voorschriften in de Woningwet ten aanzien van de brandveiligheid 22. Vanwege het acuut gevaar voor brand door oververhitting en overbelasting van de elektrische installatie, had het college van de gemeente Vlaardingen besloten spoedeisende bestuursdwang toe te passen in de vorm van het ontmantelen van de hennepkwekerij. De last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom kunnen, behalve in situaties waarbij sprake is van gevaar, ook worden toegepast om te voorkomen dat een overtreding wordt voltooid. Denk hierbij aan de (ver)bouw van een bouwwerk zonder dat daarvoor een vergunning is verleend. De uitoefening van de bevoegdheid tot het stilleggen van de bouwwerkzaamheden is dan gericht op de onmiddellijke stillegging van de met de wet strijdige bouwwerkzaamheden, om te voorkomen dat er een onomkeerbare situatie ontstaat. Bij besluit van 15 mei 2008 heeft het college van de gemeente Stein onder oplegging van een dwangsom gelast alle bouwactiviteiten te staken op het perceel te Stein totdat een bouwvergunning is aangevraagd en verleend 23. Belanghebbende verrichtte bouwactiviteiten die (mede) strekten tot verbouwing van de benedenverdieping van het pand van winkel tot kantoor. Voor deze bouwactiviteiten beschikte belanghebbende niet over een bouwvergunning. De gemeente heeft, volgens de uitspraak van de Afdeling, terecht de bouwactiviteiten stilgelegd. De stillegging is een last onder bestuursdwang en in casu (meestal overigens) gecombineerd met een last onder dwangsom, om te voorkomen dat ondanks de stillegging de bouwactiviteiten worden voortgezet. 2.2 Historie Bestuursdwang is de oudste bestuurlijke sanctie. Toen de gemeentewet van Thorbecke in 1851 tot stand kwam, werd impliciet aangenomen dat de colleges van burgemeester en wethouders 21 Zie ABRvS 29 juni 2011, /1/H1. 22 Artikel 1b, tweede lid, aanhef en onder a, j artikel 2, tweede lid, j artikel 7b, tweede lid, aanhef en onder a, j derde lid, j artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Woningwet, j artikel 2.52, eerste lid, van het Bouwbesluit 2003, j van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken. 23 Zie ABRvS 9 februari 2011, /1/H1. 10

11 moesten toezien op de naleving van wettelijke voorschriften 24. Zo nodig mocht gebruik gemaakt worden van bestuursdwang. Aanvankelijk werd bestuursdwang nog aangeduid met de oude benaming politiedwang, waarbij politie in deze term de betekenis heeft van overheidsbestuur 25. Alhoewel technisch gezien er geen verschil was, kende de oude Gemeentewet nog afzonderlijke bepalingen voor bestuursdwang in de sfeer van de autonomie (artikel 210) en van het medebewind (artikel 151 en 155) 26. Bestuursdwang kenmerkt zich door zijn directe karakter. Hiermee kan de gemeente direct een einde maken aan de overtreding. Aan de bestuursdwang kleven echter nogal wat bezwaren, o.a. organisatorische en financiële. Maar ook de ingrijpendheid van bestuursdwang, zoals het sluiten van bedrijven of het slopen van bouwwerken, gebouwd zonder de daarvoor noodzakelijke vergunningen, weerhielden en weerhouden gemeenten vaak tot toepassing van bestuursdwang. Mede als gevolg daarvan is de figuur van de last onder dwangsom als alternatief voor de bestuursdwang in het leven geroepen 27. Voor het eerst in 1981, artikel 28a van de Hinderwet 28. Daarna volgden spoedig andere wetten, zoals de Mededingingswet. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Gemeentewet in 1994 werd de algemene bestuursdwangbevoegdheid uitgebreid met de dwangsombevoegdheid. Op 1 januari 1998 is de derde tranche Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb) in werking getreden waarmee de bestuursdwang- en dwangsombevoegdheid werd veralgemeniseerd (hoofdstuk 5) 29. De afzonderlijke regeling van de dwangsombevoegdheid in de Gemeentewet (artikel 136) kwam hiermee weer te vervallen. Waar de Gemeentewet sprak over dwangsom introduceerde de Awb het begrip last onder dwangsom. Dit was overigens geen materiële wijziging. De toevoeging van last aan de begripsomschrijving, geeft nauwkeuriger aan dat er sprake is van een bevel (last) aan de overtreder om een einde te maken aan de overtreding. Met de inwerkingtreding van de Vierde tranche Awb in 2004 is de term bestuursdwang gewijzigd in last onder bestuursdwang. Dit is gebeurd op advies van de Raad van State. De Raad van State was van mening dat, evenals bij de last onder dwangsom, sprake is van een bevel (last) aan de overtreder om de overtreding te beëindigen 30. Bovendien komt de parallel tussen de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom beter tot uitdrukking. 2.3 Grondslag herstelsancties Op grond van het legaliteitsbeginsel mag geen bestuurlijke sanctie (i.c. last onder bestuursdwang of last onder dwangsom) worden opgelegd dan op grond van een daaraan voorafgaande wettelijke bepaling 31. Voor de gemeente is een algemene bestuursdwangbevoegdheid neergelegd in artikel 125, eerste lid, van de Gemeentewet 32. Uit het tweede lid blijkt dat deze bevoegdheid wordt 24 Konijnenbelt 2001: De gemeentelijk handhavingstaak, Gst , Van Buuren 2011, p Van Wijk/Konijnenbelt 1997, p Van Buuren 2005, p Van Wijk/Konijnenbelt 1997, p Kamerstukken I, , , nr. 188, p Kamerstukken II, , , nr. 4, p. 17 en nr. 3, p Damen e.a. 2003, p Het gemeentebestuur is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. 11

12 uitgeoefend door het college van burgemeester en wethouders, behalve wanneer het gaat om de handhaving van regels met de uitvoering waarvan de burgemeester belast is 33. Behalve dat van voor het toepassen van een herstelsanctie een wettelijke bevoegdheid is vereist 34, geldt ook het beginsel nullum crimen sine praevia lege criminali, nulla poena sine praevia lege poenali 35. In titel 5:1, algemene bepalingen, van de Awb zijn beide beginselen gecodificeerd 36. Bovendien is in titel 5.1, algemene bepalingen, van de Awb, de grondslag te vinden voor het opleggen van de preventieve (herstel)sanctie, i.c. de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom 37. In titel 5.3 van de Abw zijn specifiek de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom nader uitgewerkt Bestuursdwang In spoedeisende gevallen kan het noodzakelijk zijn bestuursdwang toe te passen zonder daaraan een last aan vooraf te laten gaan. Artikel 5:31 van de Awb vormt daarvoor de grondslag. Er moet dan nog wel een besluit worden genomen en bekendgemaakt 38. Daarmee mag bovendien niet te lang worden gewacht. Dit ondervond de gemeente Rotterdam 39. Het college van Rotterdam had besloten tot toepassen van spoedeisende bestuursdwang, in casu het verwijderen van vuilniszakken op de openbare weg. Voordat de zakken verwijderd werden vond onderzoek plaats naar gegevens van de overtreder. Deze werden gevonden en nadat de zakken waren verwijderd werd de overtreder aangeschreven 40. De beslissing was echter pas vier maanden later op papier gezet. De overtreder legde de zaak voor aan de Afdeling bestuursrechtspraak en kreeg gelijk. De Afdeling was in deze van mening dat door het te laat op schrift stellen en bekendmaken van de beslissing, de overtreder de reële kans is ontnomen om aannemelijk te maken dat de gemeente hem ten onrechte als overtreder heeft aangemerkt. Bovendien dient, volgens jurisprudentie van de Afdeling, het college niet te gemakkelijk aan te nemen dat er sprake is van een spoedeisende situatie. In het najaar van 2008 diende de rechtbank Middelburg de vraag te beantwoorden of de ontmanteling van een hennepkwekerij zo spoedeisend was dat aan belanghebbende geen termijn hoefde te worden gegund om zelf maatregelen te nemen om de tenuitvoerlegging van de bestuursdwang te voorkomen 41. Het college van de gemeente Terneuzen had op 12 juni 2007 een hennepkwekerij uit de woning van belanghebbende laten verwijderen, omdat zij van mening was dat er sprake was van een spoedeisende situatie vanwege het risico op brand. De Rechtbank oordeelde dat het college niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisende situatie vanwege acuut gevaar van brand. 33 Zie artikel 125, tweede en derde lid van de Gemeentewet. 34 Van der Meijden 2010, p Geen strafbaar feit en geen straf zonder voorafgaande wettelijke bepaling. Voor het strafrecht is dit beginsel gecodificeerd in artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht. 36 Kamerstukken II , , nr. 3, p Artikel 5:7 van de Awb: een herstelsanctie kan worden opgelegd zodra het gevaar voor de overtreding klaarblijkelijk dreigt. 38 Kamerstukken II, ,29 702, nr. 3, p Van den Broek 2011, p Zie ABRvS 13 oktober 2010, AB 2010, Zie Rechtbank Middelburg, 25 november 2008, LJN: BG5557, Awb 08/

13 In zeer spoedeisende situaties kan bovendien op grond van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb, bestuursdwang worden toegepast zonder dat daaraan een last vooraf gaat. Aan de (spoed)bestuursdwangbevoegdheid zijn een aantal zorgvuldigheidseisen gekoppeld 42, terug te vinden in o.a. de artikelen 5:25 tot en met 5:20 van de Awb 43. De effectuering van de bestuursdwang is feitelijk handelen en daardoor, in tegenstelling tot de last onder bestuursdwang, géén besluit. Op grond van artikel 3:1, tweede lid, van de Awb zijn de afdelingen 3.2 tot en met 3.5 geclausuleerd van overeenkomstige toepassing verklaard. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de zorgvuldigheidseis van artikel 3:2, van de Awb. De toetsing van het besluit de last onder bestuursdwang geschiedt achteraf door de bestuursrechter, de toetsing van de feitelijke toepassing van de bestuurdwang door de burgerlijke rechter Last onder dwangsom Uit artikel 5:32, van de Awb blijkt, dat vanwege het feit dat de gemeente bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, zij ook bevoegd is tot het opleggen van een last onder dwangsom. Er is dan ook sprake van een afgeleide bevoegdheid 44. Anders dan de bestuursdwangbevoegdheid wordt de dwangsombevoegdheid dus niet toegekend door de organieke of bijzondere wetten 45. Als een bijzondere wet voorziet in een zelfstandige dwangsombevoegdheid 46, dan is afdeling van de Awb (voorheen afdeling 5.4 Awb) slechts van toepassing als dat in die bijzondere wet is bepaald. Bovendien is in dit artikel specifiek vastgelegd dat voor de last onder dwangsom niet mag worden gekozen als het belang dat het betrokken voorschrift beoogd te beschermen, zich daartegen verzet. Dit heeft te maken met het feit dat met het opleggen van een last onder dwangsom niet vaststaat dat de overtreding ook daadwerkelijk beëindigd wordt 47. Bij een overtreding waarbij sprake is van een gevaarzettende situatie die geen uitstel van optreden duldt, zoals de huisvesting van arbeidsmigranten in een loods die niet voldoet aan de brandveiligheidvoorschriften, mag dan ook niet gekozen worden voor de last onder dwangsom. 2.4 Begripsomschrijving De last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom zijn op grond van de Awb (herstel)sanctiemiddelen 48. Conform de wettekst: Sancties die strekken tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding. 42 Damen, 2003, p Rechten en plichten betreffende respectievelijk kostenverhaal, binnentreden, verzegeling gebouwen en terreinen, meevoeren en opslaan van zaken en de verkoop, overdracht of vernietiging van zaken. 44 Zie artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht. 45 Theunissen 2005, p B.v. artikel 56, van de Mededingingswet, of artikel 90b, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, of artikel 48b, van de Wet toezicht effectenverkeer Damen 2003, p Zie artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder 3 j titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht. 13

14 2.4.1 Last onder bestuursdwang In de Awb wordt onder de last onder bestuursdwang 49 verstaan de herstelsanctie inhoudende een last om de overtreding geheel of gedeeltelijk te herstellen en de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Dit betekent concreet dat het bestuursorgaan bevoegd is door (zelf) feitelijk te handelen de overtreding geheel of gedeeltelijk te herstellen als de overtreder dit nalaat te doen. Zij kan dit zelf of in opdracht laten doen. In beginsel is de last onder bestuursdwang bedoeld als stok achter de deur. De overtreder krijgt de keus om zelf aan de overtreding een einde te maken. Pas als hij dat achterwege laat zal de gemeente gebruik maken van haar bevoegdheid tot effectuering van de bestuursdwang. Hierin verschilt de last onder bestuursdwang van de last onder dwangsom 50. Aan de definitie van de last onder bestuursdwang kleven overigens enkele bezwaren 51. Anders dan bij de last onder dwangsom gaat het om een bevoegdheid van de gemeente om zelf aan de overtreding een einde te maken. Van een last aan de overtreder is dan ook geen sprake. Bovendien moet worden opgemerkt dat de woorden herstel van de overtreding onjuist zijn. Niet de overtreding wordt hersteld, maar de rechtsorde 52. Een overtreding kan niet ongedaan gemaakt worden. De last onder bestuursdwang wordt opgelegd zonder rechterlijke tussenkomst 53. Aan de feitelijke toepassing van de bestuursdwang moet, behalve in spoedeisende gevallen 54, een beschikking vooraf gaan. Dit betekent dat alle regels van de Awb van toepassing (kunnen) zijn 55. Als gevolg daarvan kunnen de voorzieningenrechter en de bestuursrechter worden ingeschakeld om de vraag te beoordelen of de feitelijke bestuursdwang respectievelijk mag worden of terecht is toegepast. In concreto vindt dus pas achteraf een rechterlijke toets plaats en dan nog alleen als daartoe een verzoek door een belanghebbende is ingediend. Dit kan degene zijn aan wie de sanctie is opgelegd, maar uiteraard ook degene wiens verzoek om handhaving is afgewezen. De kosten die gemoeid zijn met de effectuering van de bestuursdwang (het feitelijke uitvoeren of uit laten voeren van de herstelmaatregelen) kunnen, onder voorwaarden, op grond van artikel 5:25 Awb verhaald worden op de overtreder. Overigens is, ondanks de imperatieve redactie, het bestuursorgaan niet verplicht om tot kostenverhaal over te gaan 56. Daarnaast zijn de bevoegdheden met betrekking tot binnentreden, verzegeling, het meevoeren en opslaan van zaken, retentierecht en de verkoop, overdracht of vernietiging van de opgeslagen zaken nader uitgewerkt 57. Het toepassen van bestuursdwang in spoedeisende situaties is gecodificeerd in artikel 5:31 Awb. Overigens dient er nog wel een besluit te worden genomen en bekendgemaakt, waarin het 49 Artikel 5:21 Awb. 50 Zie ABRvS 22 mei 2002, /1. 51 Aldus Van Buuren, Jurgens en Michiels 2011, p Aldus Van Buuren, Jurgens en Michiels 2011, p Van der Meijden 2010, p Zie artikel 5:31 van de Awb. 55 Van Buuren, Jurgens en Michiels 2011, p Van Buuren, Borman 2009, p Respectievelijk artikel 5:27 Awb, artikel 5:28 Awb, artikel 5:29, Awb en artikel 5:30 Awb. 14

15 bestuursorgaan omschrijft waaruit de maatregelen hebben bestaan 58. Overigens blijkt uit jurisprudentie dat spoedeisend belang niet te snel mag worden aangenomen Last onder dwangsom In de Awb wordt onder last onder dwangsom 60 verstaan, een herstelsanctie inhoudende een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en de verplichting tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Zoals eerder is opgemerkt (zie onder 2.3.2) is de dwangsombevoegdheid een afgeleide bevoegdheid. Het opleggen van de last onder dwangsom legt de verantwoordelijkheid voor de beëindiging en het beëindigd houden van de overtreding bij de overtreder zelf. Concreet betekent dit dat de gemeente de verbeurde dwangsommen kan innen als de overtreder de overtreding niet beëindigd en beëindigd houdt. De last onder dwangsom is geen punitieve sanctie en is in beginsel dan ook niet bedoeld om geld te innen, maar om de overtreder te prikkelen tot beëindiging en beëindigd houden van de overtreding. Dus ook hier als stok achter de deur. Evenals de last onder bestuursdwang is de last onder dwangsom een beschikking, zodat de regels van de Awb ook op deze lastgeving van toepassing is. 2.5 Vergelijking herstelsancties Het doel van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom is hetzelfde. Beide sanctiemiddelen zijn gericht op het beëindigen en beëindigd houden van een situatie die strijdig is met wet- en regelgeving 61. Over het algemeen heeft het college een grote beleidsvrijheid om te kiezen tussen de last onder bestuursdwang of de last onder dwangsom en geldt daarbij geen plicht deze keuze te motiveren Last onder bestuursdwang Zoals eerder opgemerkt, kenmerkt bestuursdwang zich door zijn directe karakter. De gemeente kan met dit middel (zo nodig) met harde hand een einde maken aan de overtreding. Meest directe effect heeft de spoedbestuursdwang. In casu kan volstaan worden met een zeer korte begunstigingstermijn en in zeer spoedeisende situaties kan zelfs worden afgezien van een last vooraf. De kans dat feitelijk handelen wordt verhinderd, als gevolg van gebruikmaking van de rechtsmiddelen bezwaar en voorlopige voorziening, is bij toepassing van spoedbestuursdwang zeer gering. Toepassen van bestuursdwang betekent meer inspanning dan het toepassen van een last onder dwangsom, omdat het niet blijft bij het maken van een besluit. Als een last onder bestuursdwang is opgelegd en de overtreding is niet beëindigd, wordt het college direct 58 Kamerstukken II , , nr. 3, p ABRvS 29 juni 2005, /1, AB 2005,48 en ABRvS 29 juni 2011, /1/H3, 60 Zie artikel 5:31d van de Algemene wet bestuursrecht. 61 Van Setten en Verbruggen 2003, p Zie bijvoorbeeld ABRvS 19 juni 2002, /1, AB 2003, 53, m. nt. A. Nijmeijer, ABRvS 11 augustus 2004, /1, Gst. 2004, 201 m.nt. L. Rogier, ABRvS 14 oktober 2009, /1/m1, ABRvS 7 juni 2010, /1/M2, 15

16 geconfronteerd met het maken van kosten. De voorbereidingen bestaan ook uit het regelen van een machtiging 63, het nemen van maatregelen voor het afvoeren en de opslag van materialen en het inschakelen van derden voor het uitvoeren van de feitelijke maatregelen (b.v. de sloop van een gebouw). De herstelmaatregelen zullen ofwel door de gemeente zelf moeten worden uitgevoerd, dan wel door derden in opdracht van de gemeente. De kosten die gepaard gaan met de toepassing van de bestuursdwang kunnen weliswaar op de overtreder verhaald worden 64, de realiteit is echter dat de gemeente meestal met de kosten blijft zitten. Het komt regelmatig voor dat de overtreder niet meer te achterhalen en/of is juridisch niet meer in staat om aan de overtreding een einde te maken. Bovendien bestaat de kans dat de bestuursrechter het tegen de toepassing van de bestuursdwang gerichte beroep gegrond verklaard. In casu zal de gemeente eventuele herstelkosten moeten vergoeden. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de gemeente, naarmate er meer kosten zijn gemoeid met de bestuursdwang, terughoudend zijn met het toepassen daarvan. Bestuursdwang kan, in tegenstelling tot de last onder dwangsom, ook worden toegepast als de overtreder niet bekend is 65. Voorwaarde is wel dat het besluit bekend wordt gemaakt aan belanghebbenden en de (onbekende) overtreders 66. Bij regelmatige terugkerende en voortdurende overtredingen is de last onder bestuursdwang vrijwel onmogelijk, omdat bestuursdwang betekent dat er voortdurende gecontroleerd moet worden. Dit vereist menskracht en financiële middelen Last onder dwangsom De last onder dwangsom heeft een indirect karakter. Het is nl. nog maar de vraag of de overtreder de overtreding beëindigd. Toepassing van de last onder dwangsom heeft echter voor het college een aantal voordelen. Het kost minder inspanning, geeft minder praktische rompslomp en heeft minder financiële risico s. Overigens moet worden opgemerkt dat veel gemeenten uiteindelijk terugschrikken voor het invorderen van (soms hoge) dwangsommen. De last onder dwangsom kan alleen worden gericht tot de overtreder 68. Dit maakt dat de last onder dwangsom praktisch zonder betekenis als de overtreder onbekend is 69. Bij repeterende overtredingen daarentegen is de last onder dwangsom effectiever dan de last onder bestuursdwang. De last blijft immers na beëindiging van de overtreding bestaan, hetgeen betekent dat bij hernieuwde overtreding de dwangsom alsnog wordt verbeurd. 63 Indien binnentreden in een woning noodzakelijk is. 64 Zie artikel 5:25 van de Algemene wet bestuursrecht. 65 ABRvS 27 juli 1995, R , Gst ,3, m. nt. E. Brederveld, ABRvS 9 februari 2005, /1, AB 2005, 226, m. nt. R. Wetheim, ABRvS 24 oktober 2007, /1, AB 2008, 74, m. nt. F. Vermeer. 66 Zie artikel 3:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht: Indien de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze. 67 Damen e.a. 2003, p Zie artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 69 Van Buuren, Jurgens en Michiels 2011, p

17 2.6 Conclusie Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de bestuurlijke sanctiemiddelen zijn ontstaan uit een behoefte aan hulpmiddelen om overtreders te dwingen hun overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. De doelstelling van zowel de last onder bestuursdwang als de last onder dwangsom is dan ook de feitelijke situatie in overeenstemming te brengen met de geldende wet- en regelgeving, met andere woorden, herstel van de rechtsorde. De wettelijke grondslag en de begripsomschrijving is vastgelegd in de Awb. De last onder bestuursdwang heeft een directer effect en kan, in tegenstelling tot de last onder dwangsom, ook toegepast worden als de overtreder niet bekend is. De last onder dwangsom is als alternatief van de bestuursdwang in het leven geroepen omdat aan bestuursdwang, als oudste bestuurlijke sanctie, nogal wat bezwaren kleven en is effectiever wanneer er sprake is van herhaalde overtreding. Bovendien vergt de toepassing van de last onder dwangsom minder organisatie en voorbereiding en is financieel minder risicovol. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de actoren in het handhavingstraject. 17

18 HOOFDSTUK 3 DE ACTOREN IN HET HANDHAVINGSTRAJECT Hoofdstuk 3 gaat in op de actoren die betrokken zijn in een handhavingprocedure. Op de eerste plaats is dit uiteraard de overtreder. Hij is degene tot wie de bij of krachtens de wet gestelde norm zich richt 70. Primair zal aan deze persoon de herstelsanctie worden opgelegd. Paragraaf 3.1 gaat in op het begrip overtreder en de verschillende vormen waarin de overtreder voorkomt. Er kan echter ook sprake zijn van een belanghebbende die er belang bij heeft, of althans meent er belang bij te hebben, dat de gemeente gaat handhaven. In dat geval zal de belanghebbende een verzoek doen om handhaving. In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de verzoeker om handhaving. Paragraaf 3.3 gaat in op de handhavende partij, in casu het college van burgemeester en wethouders (verder: het college). De conclusie in paragraaf 3.4 sluit hoofdstuk 3 af. 3.1 De overtreder Vóór 1 juli 2009 kende de Awb het begrip overtreder niet. De bestuursdwang of een last onder dwangsom moest worden opgelegd aan de overtreder conform respectievelijk artikel 130 en artikel 136 van de Gemeentewet. Gelet op de wettekst en de memorie van toelichting bij de Gemeentewet volgt ondubbelzinnig dat als overtreder in de zin van dit wetartikel slechts is aan te merken degene die het te handhaven wettelijk voorschrift daadwerkelijk heeft geschonden 71. Uit de memorie van antwoord bij de Gemeentewet blijkt dat slechts de overtreder en niet de belanghebbende die niet de overtreder is, een dwangsom kan worden opgelegd 72. Sinds 1 juli 2009 wordt, conform artikel 5:1, tweede lid, van de Awb, onder overtreder verstaan degene die de overtreding pleegt of medepleegt en is het medeplegen als modaliteit van het overtrederschap in het bestuursrecht ingevoerd 73. Als overtredingen worden geconstateerd is de vraag aan wie de herstelsanctie, opgelegd kan worden. Voor het antwoord op die vraag, is het belangrijk te weten tot wie de overtreden norm zich richt (de normadressaat), of er sprake is van meerdere overtreders (medeplegen), aan wie de feitelijke overtreding kan worden toegerekend (daderschap) en of de sanctie ook aan anderen dan de overtreder opgelegd kan worden Normadressaat Uiteraard kan slechts degene tot wie de norm zich richt de overtreding begaan. De formulering van het wettelijk voorschrift is dan ook bepalend, in het bijzonder voor de toepassing van de last onder dwangsom. In tegenstelling tot de last onder bestuursdwang, kan de last onder dwangsom namelijk uitsluitend aan de overtreder worden opgelegd 74, omdat het college niet iemand kan dwingen tot herstelmaatregelen als hij hiertoe feitelijk of juridisch niet in staat is. In tegenstelling 70 Van Buuren, Jurgens en Michiels 2011, p ABRvS 19 juni 1995, H , AB 1995, 582, ABRvS 30 oktober 1998, H , AB 1999, Kamerstukken II , , nr. 10, p Kamerstukken II , , nr. 3. P Artikel 5:32, eerste lid, Awb. 18

19 tot de bestuursdwang is het machtsvereiste hier dus van belang. Ter illustratie kan gewezen worden op het gebruiksverbod van een bestemmingsplan. Als het gebruiksverbod inhoudt dat het is verboden gronden of opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming, kan de eigenaar van de grond die een huurder of pachter gelegenheid biedt het gehuurde in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken, géén last onder dwangsom worden opgelegd, omdat hij niet als overtreder kan worden aangemerkt. Als daarentegen in de gebruiksvoorschriften is opgenomen dat het is verboden gronden of opstallen te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming, is de ook de eigenaar overtreder en kan ook aan hem een last onder dwangsom worden opgelegd. Als meer dan één persoon afzonderlijk een wettelijk voorschrift overtreedt, dan zijn zij allen overtreders. Van medeplegen is sprake als meerdere personen niet afzonderlijk een wettelijk voorschrift hebben overtreden, maar wel betrokken zijn bij de overtreding 75. Ook binnen een rechtspersoon kan sprake zijn van medeplegen. Bedrijfsactiviteiten kunnen overigens ook door meerdere rechtspersonen worden bedreven. Ieder voor zich kan worden aangesproken op de naleving van de vergunningsvoorschriften of de voor die activiteit geldende voorschriften 76. Overigens blijkt uit de wettelijke voorschriften niet altijd even duidelijk tot wie de norm zich richt, omdat deze zich niet richt tot een ieder, maar tot degene met een bepaalde hoedanigheid. Bijvoorbeeld de drijver van een onderneming, de vergunninghouder, of de illegale bouwer (degene die zonder de daarvoor benodigde vergunning een bouwwerk bouwt). Maar wie is deze illegale bouwer, is dit de aannemer, de metselaar of de opdrachtgever? Mede hierom is het functioneel daderschap van belang (Functioneel) daderschap Zoals reeds vermeldt, is met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Awb het begrip overtreder beschreven als degene die de overtreding pleegt of medepleegt. Het uitgangspunt is, evenals in het strafrecht, dat de herstelsanctie kan worden opgelegd aan degene die de bestanddelen van de overtreding vervuld. Dit kan degene zijn die de fysieke handeling pleegt of medepleegt. Overigens is in het bestuursrecht, in tegenstelling tot het strafrecht, geen behoefte aan de figuur van medeplichtigheid, uitlokking of doen plegen 77. Binnen het omgevingsrecht wordt, anders dan in het milieurecht, een breder overtredingbegrip gehanteerd. Mogelijke verklaring is het gegeven dat binnen het milieurecht expliciet een dader is aangegeven (de drijver van de inrichting) 78, terwijl de gebruiksbepalingen van het bestemmingsplan ruimer geïnterpreteerd kunnen worden 79. Een eigenaar mag een pand niet verhuren voor een gebruik in strijd met de bestemmingsplanvoorschriften en moet daar ook op toezien Damen e.a. 2003, p Van der Meijden 2010, p Kamerstukken II, , , nr. 3, p ABRvS 30 juni 2000, /1/ /1/2, AB 2000, 401, ABRvS 26 oktober 2005, /1, ABRvS 4 maart 2009, /1, ABRvS 9 maart 2011, /1/m1. 79 Aldus Van der Meijden 2010, p ABRvS 22 mei 2002, /1, m. nt. J. Teunissen, ABRvS 10 november 2004, /1 (Utrechtse stadsnomaden), AB 2004,457, Rechtbank Rotterdam 6 juni 2007, LJN BA9701, AB 2007, 226 m. nt. F. Michiels. 19

20 In het strafrecht is sinds de uitspraak van de Hoge Raad van 23 februari , het functioneel daderschap aanvaard. Sindsdien kan ook een bedrijf of de leiding van een bedrijf, als overtreder worden aangemerkt, ook al is de gedraging in fysieke zin gepleegd door een werknemer. Met de inwerkingtreding van de Vierde tranche Awb is in artikel 5:24, derde lid, artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht, van overeenkomstige toepassing verklaart. Dit betekende de intrede van het functioneel daderschap in het bestuursrecht. De jurisprudentie formuleert de overtreder als degene die het desbetreffende wettelijke voorschrift daadwerkelijk schendt, dan wel voor die schending als opdrachtgever of anderszins verantwoordelijk is 82. Als de rechtspersoon de overtreder is, is er uiteraard altijd sprake van functioneel daderschap. Om te voorkomen dat niet de juiste rechtspersoon wordt aangeschreven, is het verstandig om ook de leidinggevende aan te schrijven Rechthebbende Bij de last onder bestuursdwang ligt het accent op de overtreding, niet op de overtreder. Artikel 5:24, eerste lid, van de Awb, legt slechts vast dat de te nemen herstelmaatregelen omschreven moeten worden en houdt in dat het college zal ingrijpen als niet aan de last wordt voldaan 84. Als gevolg daarvan kan ook bij onbekende overtreders bestuursdwang kan worden toegepast. Bekend fenomeen zijn de fietsen die in strijd met de Apv op de weg of anderszins foutief zijn geparkeerd bij scholen of stations 85. Ook ingeval er sprake is van het dumpen van huisvuil kan ingrijpen niet achterwege blijven. De overtreders zijn onbekend, maar ingrijpen is noodzakelijk. De gemeente kan met behulp van bestuursdwang de fietsen en het afval verwijderen. Voorwaarde is dan wel dat de actie aan de overtreders en eventuele belanghebbenden bekend gemaakt wordt 86. Dit kan door publicatie in het plaatselijke dagblad, of het aanplakken op het gemeentehuis. Spoed is overigens bij dergelijke acties zelden aan de orde 87. Omdat de last onder bestuursdwang zich concentreert op de overtreding en niet op de overtreder, kan de last onder bestuursdwang niet alleen worden opgelegd aan de (onbekende) overtreders, maar ook aan de rechthebbende op het gebruik van een zaak. Daarom moet de last onder bestuursdwang op grond van artikel 5:24, derde lid, van de Awb, behalve aan de overtreder ook bekendgemaakt worden aan de rechthebbende op het gebruik van de zaak ten aanzien waarvan bestuursdwang wordt toegepast 88. De overtreder en de rechthebbende hoeven dus niet dezelfde te zijn. Laatstgenoemde hoeft niet per definitie de overtreder te zijn en hoeft het zelfs niet in zijn macht te hebben om de overtreding te beëindigen 89. Het machtsvereiste is in het kader van een bestuursdwang dan ook irrelevant. Zou dit anders zijn, dan wordt het college opgezadeld met privaatrechtelijke problemen over de vraag of de overtreder het in zijn macht heeft om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Dit is uit een oogpunt van effectieve handhaving 81 HR 23 februari 1954, NJ 1954, 378 (het befaamde Ijzerdraadarrest). 82 ABRvS 20 augustus 2008, AB 2008, 290, ABRvS 15 oktober 2008, AB 2008, ABRvS 9 augustus 2006, /1. 84 Van Buuren, Jurgens, Michiels 2011, p Damen 2010, p Nationale Ombudsman 95/98, 25 april 1995, LJN AN4274, AB 1995, 330, m. nt. P. Stolk. 87 ABRvS 24 oktober 2007, /1, Gst. 2008, 54, m. nt. J. Teunissen, ABRvS 12 mei 2010, /1/H3, AB 2010, 270 m. nt. L. Damen. 88 Zie ABRvS 9 augustus 2006, /1, Gst. 2007, 68, m. nt. L. Rogier. 89 Zie ABRvS 10 september 2003, AB 2004, 86, m. nt. R. Vermeer. 20

VMR Actualiteitendag

VMR Actualiteitendag VMR Actualiteitendag Handhaving - overtreder 20 maart 2014 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Begrip overtreder bij bestuurlijke handhaving

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Oost-Brabant van 11 mei 2016 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2016 in het arrondissement Oost- Brabant De deken van de orde in het arrondissement

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 12 april 2017 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2017 in het arrondissement Zeeland-West- Brabant De deken van de orde

Nadere informatie

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg Bijlage 8.6 Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg De in de sanctiematrix Drank- en Horecawet

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326948_1 30 april 2018 Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Nadere informatie

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 Datum uitspraak: 21-02-2012 Datum publicatie: 21-02-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; CVDR Officiële uitgave van Bunnik. Nr. CVDR611797_1 23 juli 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Enschede Nr. 132605 21 juni 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede Burgemeester en wethouders van gemeente Enschede Gelet op artikel

Nadere informatie

Voorwoord 11. Afkortingen 13

Voorwoord 11. Afkortingen 13 Inhoud Voorwoord 11 Afkortingen 13 1 Inleiding en afbakening 15 1.1 Drie handhavingswegen 15 1.1.1 Strafrechtelijke handhaving 16 1.1.2 Bestuurlijke handhaving 18 1.1.3 Het verschil tussen strafrechtelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector staats- en bestuursrecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3192 Vragen van het lid

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen

Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Beleidsnota: Verwijdering van inboedels bij (huis)uitzettingen Gemeente Waalre Afdeling Publiekszaken Team handhaving 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3. 2. Situatie zonder beleid 4. 3. Beleid 5. 3.1 Uitspraak

Nadere informatie

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met: 1. Middelen In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan

Nadere informatie

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016 AANTEKENEN Handelsonderneming Bepo B.V. T.a.v. de directie Ceintuurbaan 124 3051 KD ROTTERDAM Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcmr.nl W www.dcmr.nl Ons

Nadere informatie

Handhavingsinstrumenten

Handhavingsinstrumenten Bijlage 2 Handhavingsinstrumenten Privaatrechtelijk De gemeente is naast een bestuursorganisatie ook rechtspersoon. Als rechtspersoon heeft de gemeente privaatrechtelijke mogelijkheden om te handhaven.

Nadere informatie

Beleidsregel. Toepassing bestuursdwang bij huisuitzettingen

Beleidsregel. Toepassing bestuursdwang bij huisuitzettingen Beleidsregel Toepassing bestuursdwang bij huisuitzettingen 1 Inleiding Zoals in veel gemeenten het geval is, vinden er in de gemeente Woensdrecht met enige regelmaat huisuitzettingen of andere executies

Nadere informatie

VERZONDEN - 1 SEP 2015

VERZONDEN - 1 SEP 2015 .Gemeente lemen Ons kenmerk Uw kenmerk Uw aanvraag Bijlagen Beh.ambtenaar Telefoonnummer Emailadres mr. D. Walraven 020-3144793 d.walraven@diemen.nl Aan Advocatenkantoor Kerpestein T.a.v. de heer G.M.

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe Vastgesteld door het college op 11 februari 2014 Publicatie in Huis aan Huis op 26 februari 2014 Inwerkingtreding

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Gemeenschappelijke Dienst Directie Juridische Zaken AJBZ mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Telefoon 070 339

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 9555 16 januari 2019 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Burgemeester en wethouders van Gemeente Zaanstad Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Rubriek Openbare orde en veiligheid Naam regeling Citeertitel Beleidsnotitie Woningontruiming n.v.t. Wettelijke grondslag Algemene plaatselijke verordening

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Midden-Groningen Nr. 80597 18 april 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Midden-Groningen 2018 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Toepassing Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Regels, overtredingen en de gevolgen De overheid heeft regels gemaakt om de omgeving waarin we wonen, werken en recreëren zo schoon, mooi

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld

Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld : Vergunninghouder Versie : 1.2 Grondslag : Artikel 2.23 en 2.24 Wabo, artikel 5.16 t/m 5.19 Bor Opmerkingen

Nadere informatie

Handhaving. naleving, toezicht en sanctionering na de wabo

Handhaving. naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Handhaving naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Handhaving naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Mr.drs.D.vanderMeijden Mr. T.H.H.A. van der Schoot(eindredactie) HANDHAVING Berghauser

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE GEZAMENLIJKE AANPAK INBREKERS GEMEENTE RIDDERKERK EN POLITIE

BELEIDSNOTITIE GEZAMENLIJKE AANPAK INBREKERS GEMEENTE RIDDERKERK EN POLITIE BELEIDSNOTITIE GEZAMENLIJKE AANPAK INBREKERS GEMEENTE RIDDERKERK EN POLITIE Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk, Op xxxxxx 2017 Inleiding In 2016 heeft

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam Gemeente Loon op Zand De Burgemeester van Loon op Zand, overwegende: dat artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet de burgemeester de bevoegdheid geeft om een last onder bestuursdwang toe te passen indien

Nadere informatie

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregels van de burgemeester van Valkenburg aan de Geul voor de uitvoering van artikel 174a van de Gemeentewet, dat de burgemeester de bevoegdheid

Nadere informatie

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE Bijlage 2 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Westvoorne IZ/OWO

Nadere informatie

Beleidsregel sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen

Beleidsregel sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen Beleidsregel sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen Corsanr.: 18.012539 De burgemeester van Rijswijk, gelet op artikel 2:41a van de Algemene plaatselijke verordening Rijswijk 2017, waarin is

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Auteur(s): Patrick Spiegeler en Ralph Pitlo Notitie: Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

Beleidsregel handhaving Wet Damocles 1 "Al gemeente f(s Heemskerk Beleidsregel handhaving Wet Damocles 15 december 2014 BIVO/2014/30108 Illill Hl lllll lllll lllll lllll Z015994FE86 fë BELEIDSREGEL HANDHAVING WET DAMOCLES Inhoudsopgave Beleidsregel

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Aanpak van overtredingen bij gebouwen, open erven en terreinen

Aanpak van overtredingen bij gebouwen, open erven en terreinen Aanpak van overtredingen bij gebouwen, open erven en terreinen Gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor de handhaving van regels met betrekking tot de staat van gebouwen, open erven en terreinen.

Nadere informatie

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard.

De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van de amvb) terughoudend van aard. Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2012 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunnik 2012 in verband met Wet aanpak woonoverlast

Raadsvergadering. Onderwerp Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunnik 2012 in verband met Wet aanpak woonoverlast RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 22 juni 2017 17-046 Onderwerp Wijziging APV in verband met Wet aanpak woonoverlast Aan de raad, Onderwerp Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunnik

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen; Victoriabeleid Alkmaar De burgemeester van Alkmaar Overwegende: dat overlast vanuit en rond woningen en lokalen een zeer ernstige inbreuk vormt op de leefbaarheid van een wijk en op de veiligheidsgevoelens

Nadere informatie

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten: 2.2.5 Handhaving Villa de Lux en Begijnhofstraat 28 1 Dossier 1075 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1075 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 29 november 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Handhaving

Nadere informatie

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen INLEIDING De meeste mensen willen graag wonen in een gemeente die veilig is en er netjes en verzorgd uitziet. Maar we willen ook wel eens iets aan de omgeving

Nadere informatie

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel HOOFDSTUK 16 BESTUURSRECHTELIJKE18 HANDHAVING EN UITVOERING Afdeling 16.1 Algemene bepalingen18.1 Bestuursrechtelijke handhaving 18.1.1 Bestuursrechtelijke handhavingstaak en handhavingsbevoegdheid Artikel

Nadere informatie

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 1. Inleiding De gemeente Druten verleent jaarlijks veel omgevingsvergunningen. Verreweg het grootste deel van die

Nadere informatie

Aansprakelijkheden van QESHmanagers. veiligheidsfunctionarissen

Aansprakelijkheden van QESHmanagers. veiligheidsfunctionarissen Aansprakelijkheden van QESHmanagers en veiligheidsfunctionarissen Remko Wijling Deltalinqs Arbo contactgroep d.d. 21 april 2017 1 Programmaonderdelen Inleiding Strafrechtelijke aansprakelijkheid? Bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6. HC 11, , toezicht, herstelsancties

Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6. HC 11, , toezicht, herstelsancties Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6 HC 11, 9-10-2017, toezicht, herstelsancties Overtreding: In het bestuursrecht is het begrip overtreding iets anders dan in het strafrecht. Volgens art. 5:1 Awb

Nadere informatie

Drank- en Horecawet 2013

Drank- en Horecawet 2013 Onderwerp : Bijlage02: Handhavingsprotocol Drank- en Horecawet 2013 Registratienummer : at13003237 Registratiecode : *at13003237* Auteur : Saskia Wilmink Drank- en Horecawet 2013 Handhavingsprotocol gemeenten

Nadere informatie

Beleid dwangsomhoogte Wabo

Beleid dwangsomhoogte Wabo Beleid dwangsomhoogte Wabo 1. Inleiding Een handhavingsprocedure begint wanneer de gemeente een overtreding van de ruimtelijke en/of bouwregelgeving constateert. De constatering kan ambtshalve worden gedaan

Nadere informatie

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV)

TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) TOELICHTING Tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016 (APV) A In artikel 1:6, onderdeel d, wordt na gemaakt binnen ingevoegd: of gedurende. De volledige tekst van de bepaling

Nadere informatie

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering 1. Algemeen Een bestuursorgaan komt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid

Nadere informatie

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543 ECLI:NL:RVS:2017:695 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602860/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie 1. Nalevingstrategie De nalevingstrategie geeft aan op welke wijze en met de inzet van welke instrumenten naleving van de regelgeving en de gestelde doelen wordt bereikt. De nalevingstrategie omvat strategieën

Nadere informatie

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Paragraaf 1 Algemeen Het college hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang en Peuterspeelzalen bij het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Nr.: INT18-1020 Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Hennepteelt en handel in hard- en softdrugs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en geprofessionaliseerd en daarmee ook de risico s die daar

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar Openbaar Onderwerp Beslissingen op bezwaar gericht tegen last onder dwangsom Regentessestraat 3 Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer D12.871468 Portefeuillehouder H. Kunst

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Vaststelling 19 december 2013

Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Vaststelling 19 december 2013 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 123 Naam Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Publicatiedatum 18 december 2013 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregel bij besluit van

Nadere informatie

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT

0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT ALGEMENE REGELS 0 ALGEMENE REGELS TEN AANZIEN VAN MANDAAT In dit hoofdstuk wordt in het eerste onderdeel nader ingegaan op de wettelijke voorschriften met betrekking tot mandaat. In het tweede gedeelte

Nadere informatie

uitspraak RECHTBANK LIMBURG

uitspraak RECHTBANK LIMBURG uitspraak RECHTBANK LIMBURG Zittingsplaats: Roermond Bestuursrecht zaaknummers: AWB/ROE 141505 en AWB/ROE 14/506 uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 april 2014 op het beroep en het verzoek om voorlopige

Nadere informatie

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie AAN VAN Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP. DATUM 3 februari 2010 KOPIE AAN J. Spijkerman BIJLAGE. REGISTRATIENUMMER 107967 Geachte raadsleden, Burgemeester en

Nadere informatie

BELEIDSREGEL INTREKKEN VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN EN BOUWCOMPONENT OMGEVINGSVERGUNNING HELMOND 2010

BELEIDSREGEL INTREKKEN VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN EN BOUWCOMPONENT OMGEVINGSVERGUNNING HELMOND 2010 Jaar: 2010 Nummer: 49 Besluit: B&W 13 april 2010 Gemeenteblad BELEIDSREGEL INTREKKEN VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN EN BOUWCOMPONENT OMGEVINGSVERGUNNING HELMOND 2010 Burgemeester en wethouders van Helmond,

Nadere informatie

Handhavingsintrumentarium Woningwet. Ministerie van Binnenlandse Zaken Frederike Brouwer

Handhavingsintrumentarium Woningwet. Ministerie van Binnenlandse Zaken Frederike Brouwer Handhavingsintrumentarium Woningwet Ministerie van Binnenlandse Zaken Frederike Brouwer 1 2 Inhoudsopgave Achtergrond en aanleiding Wetswijzing 2015 Onderzoek en leerkring Uitkomsten onderzoek Toekomst

Nadere informatie

Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding.

Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding. Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject Stap 1: aanwijzing (artikel 1.65, eerste lid en artikel 2.23, eerste lid van de Wko) Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018 Artikel 1 Algemeen Binnen gemeentegrenzen is sprake van drugshandel. Drugshandel wordt binnen gemeenten alleen gedoogd vanuit een coffeeshop.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag

Brief aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. G.A. van der Steur Postbus EH Den Haag Concept wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht naar aanleiding van de evaluatie van de regeling over bestuursrechtelijke geldschulden en het Besluit buitengerechtelijke kosten Dit

Nadere informatie