ICU EZ. Startscherm. ICU EZ kan worden bereikt via

Transcriptie

1 ICU EZ ICU EZ (spreek uit als bij easy ) is een gebruiksvriendelijke schil die over ICU Connect gebouwd is. In tegenstelling tot het volledige ICU Connect, is EZ bedoeld voor gebruik door de eindklant en is minder geschikt voor beheer en onderhoud doeleinden. Wat EZ vooral ondersteund is de toegang tot de laadpunten. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een laadpunt op bepaalde tijdstippen open te stellen. Daarnaast is voor de eigen laadpunten inzichtelijk welke identificatie gebruik hebben gemaakt van de laadinfrastructuur en kunnen de laadpunten bediend worden. ICU EZ kan worden bereikt via Omdat EZ gericht is op de eindklant, is deze interface een stuk gebruiksvriendelijker op mobiele apparaten zoals een smart phone of tablet. De interface is beter te schalen en met de omvang van de knoppen is rekening gehouden met de grootte van een touch screen. Daarnaast hoeft er minder gescrolled en geklikt te worden waardoor de bediening veel intu ıtiever is. Bijvoorbeeld, wanneer de onderzijde van een pagina wordt bereikt, verschijnt het icoon Scroll to top. Hierbij kan weer snel naar de boven gemanoeuvreerd worden. Het icoon komt op diverse plekken in ICU EZ terug. Omdat de basis van EZ gevormd wordt door ICU Connect, is de structuur voor beide systemen gelijk. Ook bij ICU EZ wordt onderscheid gemaakt tussen dezelfde rollen van beheerders en zijn de rechten gelijk. Belangrijk verschil bij EZ is dat het niet mogelijk is om groepen aan te maken of te verwijderen. Wel is de groepenstructuur op de achtergrond aanwezig, zo is het alleen mogelijk om de laadpunten in de eigen toegewezen groep te bekijken en te bedienen. Startscherm Het startscherm van EZ geeft een snel grafisch overzicht van de beschikbare laadpunten en de status daarvan, alsmede de hoeveelheid kilowattuur geladen in de afgelopen periode. Helemaal bovenaan de pagina wordt het overzicht, de zogenaamde facts, in getallen weergegeven. Van de groep van de beheerder Instructor zijn de volgende gegevens bekend: Laadpunten; Transacties; kwh Geladen; Laadsessies;

2 Op de startpagina staan deelschermen die informatie uit de informatiebalk tonen in diagrammen. In de linker grafiek wordt de samengestelde beschikbaarheid van een laadpunt getoond, terwijl de middelste grafiek de status van het totale aantal sockets (contactstoppen) weergeeft. De grafiek aan de rechterzijde toont het kwh-verbruik van de afgelopen week. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt of sprake is van een groei, stabilisatie of afname van het gebruik aan kwh op de laadinfrastructuur. In het lagere gedeelte van het startscherm wordt een overzicht getoond van de laadpunten. Door op de naam van een laadpunt te klikken, komt meer informatie beschikbaar. Het volgende wordt weergegeven betreft de laadpunten in het groep: Identificatie van het laadpunt (Chargepoint): Geeft de identificatie waarmee het laadpunt zichzelf kenbaar maakt binnen een beheersysteem; Starttijd (Time start): Geeft de startdatum en -tijd van een lopende transactie; Looptijd (Duration): Geeft aan hoe lang de huidige transactie duurde (of loopt) en hoeveel kwh na afloop of tijdens de transactie is afgenomen, als het laadpunt geconfigureerd is om die waarde mee te geven bij iedere heartbeat. Rechts onderin is een kaart zichtbaar. Daarin is de locatie van de verschillende laadpunten geografisch weergegeven en kan men via het kaartje doorklikken naar het desbetreffende laadpunt.

3 ICU EZ Menubalk De menubalk van ICU EZ is totaal anders dan die van ICU Connect en heeft als belangrijkste doel om snel en eenvoudig naar de gewenste onderwerpen te gaan. Wanneer een onderdeel geactiveerd is, wordt het icoon in oranje weergegeven. De niet actieve iconen zijn in het grijs weergegeven. De volgende iconen zijn beschikbaar Thuis (Home): Dit toont een compleet overzicht van de laadpunten, hun status, welke laadpunten gebruikt worden en waar ze staan. Ook het aantal geladen kwh is direct zichtbaar. Transacties (Transactions): In dit onderdeel worden de transacties op de laadpunten getoond. Identificaties (Identifications): Hier wordt weergegeven welke identificatie gebruik hebben gemaakt van de laadinfrastructuur. Laadpunten (Chargepoints): Hier worden de beschikbare laadpunten in een overzicht getoond. Ondersteuning (Support): Langs deze weg is het mogelijk vragen te stellen over ICU EZ, of over laadpunten. Afhankelijk van de vraag wordt deze opgepakt door de systeembeheerders van ICU Connect, of door verkoop/ service van ICU In het menu voor de beheerder kan gekozen worden om uit te loggen (Sign out), of om het eigen profiel aan te passen. Als gekozen wordt om het profiel te wijzigen, wordt het onderstaande scherm en kunnen de volgende velden ingevuld worden: Voornaam (First name): Verplicht veld. Achternaam (Last Name): Verplicht veld.telefoonnummer (Phone): Voer het telefoonnummer in van de beheerder. Verplicht veld, onder andere bedoeld om contact op te kunnen nemen met de beheerder. Nieuw wachtwoord (New password): Geef het nieuwe wachtwoord op. Nieuw wachtwoord (herhalen) (New password (again): Het nieuwe wachtwoord moet bevestigd worden alvorens deze wordt doorgevoerd. Het is niet mogelijk om de gebruikersnaam te wijzigen. Neem hiervoor contact op met de beheerder van ICU Connect.

4 Transacties In het scherm Transacties kunnen alle transacties inzichtelijk gemaakt worden. Helemaal bovenin het scherm kan een filter (zie knop helemaal rechts) ingevoerd worden zodat het overzicht voor een bepaalde tijdsperiode weergegeven wordt. Net als bij ICU Connect is de knop Export to CDR beschikbaar zodat de transactiegegevens gebruikt kunnen worden door derde partijen om verrekening van de transacties mogelijk te maken. Het verrekenen zelf kan ondersteund worden door ICU EZ, dit is mogelijk via een UTP kabel aansluiting. De volgende gegevens zijn zichtbaar in het scherm van Transacties: Naam (Name): Naam behorend bij de identificatie is aan het laden is of heeft geladen. In dit veld wordt alleen een naam weergegeven als deze expliciet is opgegeven. Anders blijft het veld leeg; Verborgen ID (Hidden ID): Dit is het zogenaamde verborgen nummer van de laadpas, ofwel de identificatie die door het laadpunt wordt gebruikt; Service provider: Dit is de dienstverlener die de laadpas heeft uitgegeven. De inhoud van dit veld komt ook terug in de ge exporteerde bestanden; Laadpunt (Chargepoint): Identificatie van het laadpunt; Starttijd (Time start): Datum en tijd van het moment waarop de laadtransactie gestart werd; Looptijd (Duration): Looptijd van de transactie; kwh: Aantal geladen kwh na afloop van de transactie of tijdens de transactie, als het laadpunt geconfigureerd is om die waarde mee te geven bij iedere heartbeat. Helemaal onderaan de pagina kan door alle beschikbare transacties gebladerd worden.

5 Identificaties Het scherm Identificaties geeft een overzicht van de identificaties die op de eigen laadinfrastructuur worden toegelaten. Het is voor een beheerder mogelijk om identificaties toe te voegen, te verwijderen of te blokkeren. Zo kan gecontroleerd worden wie gebruik kan maken van de laadpunten. Helemaal boven in het scherm Identificaties is het mogelijk om te filteren. Deze functie is vooral handig als sprake is van veel identificaties De volgende opties zijn beschikbaar om te filteren: Contact: Dit is een invoerveld dat bijvoorbeeld de naam van de pashouder in te voeren (mits bekend). Helemaal rechts bevindt zich de knop Filter. Daarmee wordt het filter geactiveerd. Wanneer de beheerder hier een waarde heeft ingevuld, kan deze verwijderd worden met behulp van het kruisje dat rechts van het invoerveld verschijnt. Door opnieuw op de knop Filter te drukken worden het filter ongedaan gemaakt;

6 Selecteer Status (Select State): Hieronder bevinden zich de toestanden waar in een identificatie zich kan bevinden. In eerste instantie wordt deze status overgenomen van bijvoorbeeld CIR. Zodoende is bijvoorbeeld te achterhalen waarom een laadpas niet werkt. Let op: mocht de status van de laadpas aangepast worden binnen ICU Connect of ICU EZ, dan wordt deze nieuwe waarde niet overgenomen naar CIR. Een laadpas (identificatie) blijft dus ongeldig buiten de eigen laadinfrastructuur. De volgende toestanden kunnen ingegeven worden bij het filter: Geldig (Valid) Ongeldig (Invalid) Geblokkeerd (Blocked) Verlopen (Expired) Onbekend (Unknown)CIR9 Selecteer Service Provider (Select Service Provider): Hieronder bevindt zich een lijst van partijen die een pas hebben uitgegeven. Deze lijst wordt overgenomen van het CIR CIR Identificatie checkbox: Hiermee kan een snel filter gemaakt worden van de identificaties die uit het CIR komen. Het is mogelijk om een nieuwe identificatie aan te maken. Hiervoor is het noodzakelijk het juiste Hidden ID te kennen. Dit is het nummer van bijvoorbeeld de laadpas dat een laadpunt detecteert (dus niet de nummer op de laadpas zelf). Mocht dit nummer niet direct beschikbaar zijn, vraag die dan na bij de service provider of de beheerder. De nieuwe gebruiker zal altijd geactiveerd staan zodat direct gebruik gemaakt kan worden. Door op een identificatie te klikken, worden de details van de identificatie zichtbaar;

7

8 Laadpunten In het scherm laadpunten zijn alle laadpunten zichtbaar die binnen het beheer van de beheerder vallen. In tegenstelling tot ICU Connect zijn de groepen niet zichtbaar in ICU EZ. Het overzicht bevat daarom het totale aantal laadpunten binnen alle groepen toegewezen aan de beheerder. Wanneer veel laadpunten beschikbaar zijn is het nuttig om te filteren op naam of op toestand om sneller een selectie te maken. In de filterbalk kan gezocht worden op naam van het laadpunt zoals ALF 005, of op het adres. Voor beheer van de laadpunten kan gekozen worden uit de volgende toestanden: Niet geregistreerd (Not registered) Gepland (Planned) Beschikbaar (Available) Bezet (Occupied) Gereserveerd (Reserved) Niet beschikbaar (Unavailable )Foutief (Failed) Onbekend (Unknown)

9 Wanneer op de naam van een laadpunt geklikt wordt, komt het scherm met laadpuntdetails tevoorschijn.

10 De volgende zaken worden getoond: Kaart met geografische ligging van het laadpunt; deze is vergelijkbaar met het kaartje met het totaaloverzicht, echter nu met enkel een specifiek laadpunt ingetekend Details van het laadpuntinformatie over de sockets in het laadpunt OpeningstijdenOverzicht van lopende en voltooide transacties De openingstijden van een laadpunt kunnen door de beheerder gekozen worden. Zo is het mogelijk om een laadpunt na sluiting als onbeschikbaar in te stellen voor nieuwe gebruikers. Lopende transacties worden niet gestopt als een laadpunt tijdens de transactie sluit, gebruikers zullen hier geen hinder van ondervinden. De openingstijden gelden alleen voor nieuwe identificaties. Rechtsonder het venster voor openingstijden bevindt zich een knop Wijzigen Openingstijden (Edit Opening times). Voor iedere dag kan een tijdframe gekozen worden om open te zijn. Daarnaast kan een hele dag gesloten eenvoudig gekozen worden. Het scherm met laadpuntdetails bevat de details van de identificaties die gebruik hebben gemaakt van een laadpunt. De gebruikers van een aantal bekende serviceproviders zijn zichtbaar bij identificaties waarvan de gebruiker anoniem blijft. Onderaan het scherm is wederom een balk aanwezig om door de transactie te bladeren

11 Ondersteuning Via het scherm Ondersteuning (Support) is het mogelijk om een vraag te stellen aan de beheerder van ICU Connect, of aan een medewerker van ICU. De naam van de ingelogde beheerder wordt automatisch ingevuld zodat de beheerder van ICU Connect kan herkennen wie de vraag heeft en om welke laadpunten het gaat. In het keuzemenu voor Onderwerp (Subject) kan de beheerder kiezen wie de vraag krijgt: Vraag over ICU EZ (Questions about ICU EZ): deze vragen gaan naar de beheerder van ICU Connect. Vraag over laadpunten (Questions about charge points): deze vragen gaan naar een medewerker van ICU. In het tekstveld kan de beheerder de vraag stellen. Deze vraag wordt bij voorkeur zo compleet en uitgebreid mogelijk geformuleerd zodat de achtergrond van de vraag ook duidelijk wordt. Daarna kan de vraag verzonden worden door te klikken op Verzenden (Send).