Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 24 september 2013

Transcriptie

1 Natuurbeheerplan Zeeland Planwijziging 2013 Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 24 september

2 1. Inleiding Het Natuurbeheerplan Zeeland bevat het provinciale beleid voor begrenzing, verwerving, omvorming, inrichting en beheer van natuurgebieden en agrarische beheergebieden van de Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het Natuurbeheerplan wordt jaarlijks gewijzigd. Daarbij worden ook verzoeken van eigenaren en/of beheerders behandeld. Op 29 september 2009 heeft het College van GS het Natuurbeheerplan Zeeland 2009 integraal vastgesteld. In 2010, 2011 en 2012 zijn kleine planwijzigingen doorgevoerd. In 2013 is een grote planwijziging doorgevoerd vanwege de landelijke herijking van de ecologische hoofdstructuur. Verzoeken tot wijziging van de begrenzing van natuur-en beheergebieden kunnen jaarlijks tot 1 april door eigenaren en/of beheerders worden ingediend. Verzoeken tot wijziging van beheerpakketten kunnen tot 1 april worden ingediend en daarnaast ook tijdens de inspraakperiode op de ontwerp planwijziging. GS stelt de planwijziging van het Natuurbeheerplan jaarlijks in september vast, tijdig voor de openstelling SNL medio november. Deze planwijziging betreft de volgende punten: 1- Herijking Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur 2- Afstemming SNL-beheertypen en N2000-habitattypen 3- Actualisering ambitiekaart 4- Wijziging begrenzing natuur- en beheergebieden 5- Wijziging beheertypen natuur- en beheergebieden 6- Technische correcties 7- Collectief agrarisch beheergebied De planwijzigingen staan in hoofdstuk 2 beschreven. De planwijziging 2013 heeft de gebruikelijke openbare procedure van inspraak en advies PCGR doorlopen. De ontwerp planwijziging is op de gebruikelijke wijze bekendgemaakt via advertenties en website en op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegd. De inspraakreacties zijn beschreven en beantwoord in een aparte antwoordnota. Naar aanleiding hiervan is de planwijziging op enkele punten aangepast. Hiermee worden ook tegelijkertijd de kaarten 8, 9 en 10 van de Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ) aangepast, conform art 2.14 (wijzigingsbevoegdheid GS). De planwijziging is van toepassing op de aanvraagperiode Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) De kaarten bij deze planwijziging kunnen met ingang van november in detail worden bekeken op de provinciale website in de kaartlagen 'EHS2013', 'beheerpakketten2013' en 'natuurdoelen2013'. Het geoloket is te openen op: 2

3 2. Planwijzigingen 2.1 Herijking Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur Als gevolg van het nieuwe beleid van rijk en provincie moeten de provincies hun ontwikkelopgave nieuwe natuur herijken. Daarbij ligt het accent op het realiseren van dat deel van de EHS, dat nodig is voor de internationale doelen (Natura 2000, KRW, soorten) èn op afronden van bestaande natuurgebieden. De ontwikkelopgave wordt in overeenstemming gebracht met de landelijk verdeelde taakstellingen en middelen. De herijking heeft gevolgen voor de omvang en begrenzing van de nog niet gerealiseerde natuurontwikkelingsgebieden. Deze worden verkleind van ca ha naar ca ha en 50 ha natuurontwikkeling wordt omgezet in agrarische natuurbeheer. Bijlage 1 bevat een toelichting op de wijzigingen. De herijking heeft ook gevolgen voor de begrenzing van agrarische beheergebieden binnen EHS. Deze worden, in overeenstemming met de provinciale ruimtelijke verordening, beperkt tot de beheergebieden van ecologische betekenis en als zodanig op kaart aangegeven. Er worden daarbuiten geen nieuwe agrarische beheergebieden meer begrensd. Bijlage 1 toont tevens de agrarische beheergebieden van ecologische betekenis. Met de herijking en het decentralisatieakkoord komt ook het aankoopbeleid voor reeds bestaande natuurgebieden te vervallen. De legenda van de beleidskaart Ecologische hoofdstructuur kan daarmee worden vereenvoudigd tot de volgende eenheden: 1- Bestaande natuur Dit omvat alle als zodanig aangeduide beschermde natuurgebieden met bestaande natuurwaarden, waarbij de natuurfunctie in stand blijft en die met behulp beheersubsidie worden veiliggesteld 2- Nieuwe natuur Dit omvat alle als zodanig aangeduide landbouwgrond die, op vrijwillige basis, met behulp van omvormingssubsidie, kan worden omgevormd naar bestaande natuur en waarbij de functie landbouw dan wordt gewijzigd in de functie natuur 3- Agrarisch beheergebied van ecologische betekenis Dit betreft alle als zodanig aangeduide landbouwgrond met beschermde bestaande natuurwaarden, waarbij de landbouwfunctie in stand blijft en die op vrijwillige basis met beheersubsidie in stand gehouden worden 4- Natuurcompensatiegebied Dit betreft alle als zodanig aangeduide landbouwgrond die, in het kader van een compensatieopgave, kan worden omgevormd naar bestaande natuur en waarbij de landbouwfunctie wordt gewijzigde in de functie natuur Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland Afstemming SNL-beheertypen en N2000-habitattypen Het SNL is het beheerinstrument voor N2000 gebieden en habitattypen in Zeeland. Teneinde de habitatkwaliteit van de N2000 gebieden in stand te kunnen houden dienen de juiste beheertypen te worden ingezet. De beheertypen in de N2000 gebieden van Zeeland worden afgestemd op de habitattypen van de N2000 beheerplannen. De koppeling tussen de habitattypen en beheertypen voor de Zeeuwse N2000 gebieden is weergegeven in bijlage 5. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland

4 2.3 Actualisering ambitiekaart Op grond van nieuwe inventarisaties en informatie van beheerders wordt de ambitiekaart met de gewenste natuurkwaliteit geactualiseerd. De gebieden met gewijzigde ambitietypen zijn weergegeven in kaartbijlage 4. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland Wijziging begrenzing natuur- en beheergebieden Op verzoek van beheerders en/of eigenaren en naar aanleiding van de inspraakreacties (zie antwoordnota) worden kleine wijzigingen in de begrenzing van natuur- en beheergebieden doorgevoerd. De wijzigingen zijn een zinvolle verfijning van de kaart van de Ecologische hoofdstructuur. De wijzigingen zijn weergegeven op kaartbijlage 3 en toegelicht in bijlage 2. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland Wijziging beheertypen natuur- en beheergebieden Op verzoek van de beheerders en naar aanleiding van inspraakreacties (zie antwoordnota) worden kleine wijzigingen in de beheertypenkaart doorgevoerd. De wijzigingen zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de SNL, zijn op kaart weergegeven in bijlage 3 en nader gespecificeerd in bijlage 2. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland Technische correcties Dit betreft jaarlijks onderhoud aan de digitale kaarten, zodat deze in overeenstemming blijven met landelijke registers en voorschriften. Aangezien het overwegend zeer gedetailleerde correcties betreft (snippers) worden de wijzigingen niet apart op kaart weergegeven maar wordt verwezen naar de gewijzigde kaarten. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland Collectief agrarisch beheergebied Het collectief agrarisch beheergebied in Zeeland - tot dusver beperkt tot de akkerranden - wordt door middel van deze planwijziging uitgebreid met de agrarische beheergraslanden, weidevogelgraslanden en de agrarische landschapselementen. Deze uitbreiding is vereist ten behoeve van de uitvoering de SNL waarbij de agrarische beheersubsidie met ingang van 2014 volledig via collectieve beheerplannen zal worden aangestuurd. Daarmee wordt beoogd dat er op gebiedsniveau ook meer samenhang gaat ontstaan in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Ook wordt geanticipeerd op het toekomstige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) waarin gebiedscollectieven per 2016 een belangrijke rol krijgen bij het uitvoeren van maatregelen in het landelijk gebied. Het collectief agrarisch beheergebied graslanden, weidevogels, akkerranden en landschapselementen is weergegeven in bijlage 5. 4

5 De ZLTO treedt, namens de agrarische natuurverenigingen in Zeeland, op als gebiedscoördinator. Dit is een wijziging van par en van kaart 1a-g van het Natuurbeheerplan Zeeland

6 3. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Wijzigingen EHS herijking (kaart met toelichting) Tabel individuele wijzigingen begrenzing en beheerpakketten EHS gebieden Kaart individuele wijzigingen begrenzing en beheertypen EHS gebieden Kaart gebieden met gewijzigde natuurdoelen Tabel Koppeling SNL beheertypen aan N2000 habitattypen in Zeeland Collectieve beheergebieden graslanden, weidevogels, landschap, akkerranden 6

7 Notitie Herijking Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur (EHS) 1. Huidige EHS (1991-heden) 1.1. Doelstelling De begrenzing van de huidige EHS is formeel vastgelegd in het Natuurbeheerplan Zeeland (NBP) en opgenomen in het Omgevingsplan Zeeland en de bijbehorende Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ). In de EHS dienen de kenmerkende Zeeuwse natuurwaarden ook in de toekomst een veilig onderkomen te vinden. Hiervoor worden de bestaande natuurgebieden uitgebreid door actieve natuurontwikkeling en onderling zo veel mogelijk verbonden. Er ontstaat een stabiel en duurzaam netwerk van grote kerngebieden met ecologische verbindingszones: de Zeeuwse Ecologische Hoofdstructuur. Kerngedachte van de EHS is, dat er ook op termijn in een intensief gebruikt land als Nederland altijd voldoende ruimte zal zijn voor de natuur, die hier thuis hoort. Aangezien de natuur dynamisch is, moeten natuurlijke processen een kans krijgen. Dit vraagt om grotere eenheden, zo mogelijk met een eigen waterhuishouding en een integraal beheer. Topografisch logisch begrensde gebieden met weinig randlengte zorgen voor minder overlast over en weer. Grotere, logisch afgeronde natuurgebieden hebben minder last van versnippering, vermesting, verzuring en verdroging. Eén beheerder per natuurgebied is in de praktijk de beste garantie voor integraal beheer, gericht op natuurlijke processen in plaats van een lappendeken aan beheersmaatregelen en prikkeldraadafscheidingen binnen het natuurgebied. Waar nog veel cultuurhistorische relicten in het veld te zien zijn zoals in de Yerseke Moer of het Heggengebied van Nisse, wordt de natuurontwikkeling nadrukkelijk afgestemd op de cultuurhistorie met een intensief 'patroonbeheer'. Waar dat niet meer het geval is, wordt gestreefd naar meer natuurlijke dynamiek op basis van bodem en waterhuishouding met een meer extensief 'procesbeheer', zoals in het plan Tureluur. In Zeeland gaat het bij de EHS om de typisch Zeeuwse natuurwaarden van een kustgebied ('Land In Zee'). Het is de natuur, die te vinden is op de grens van land en water, zout en zoet, nat en droog, zand en klei, hoog en laag. Deze overgangen zijn internationaal van belang, waardoor veel Zeeuwse natuurgebieden de status hebben van Natura-2000-gebied. Ook vallen diverse gebieden onder de PAS (Programmatische Aanpak stikstof). Binnen de EHS kan onderscheid gemaakt worden in vier deelgebieden: a. De duinen Aansluitend aan de bestaande duingebieden van de Kop van Schouwen en de Manteling van Walcheren wordt de binnenduinrand uitgebreid met bos en struweel, waterpartijen en soortenrijke graslanden. Hierdoor wordt de hele landschappelijke en ecologische gradiënt compleet gemaakt: van strand en zeereep via de vroongronden naar binnenduinrand en overgang naar de polder. De nieuwe binnenduinrand dient tegelijkertijd als milieubuffer van de bestaande duinen en als hydrologische overgangszone voor het afstromende duinwater. b. De Deltawateren Langs de Oosterschelde en Westerschelde wordt op grote schaal direct onder de zeedijk slechte landbouwgrond omgezet in topnatuur, aansluitend aan de bestaande inlagen en karrevelden. Laaggelegen grond, waar veel zilte kwel optreedt, word omgevormd tot brakwatermoerassen van internationale allure. Het bekendste voorbeeld is het Plan Tureluur langs de zuidkust van Schouwen en Tholen met op grote schaal zoutvegetaties en enorme aantallen vogels, als aanvulling op en in samenhang met de buitendijkse natuur van de Oosterschelde (slikken en schorren). c. De Oudlandreservaten In de laaggelegen kern van de oudste delen van Zeeland liggen nog een aantal Oudlandreservaten, zoals de Yerseke - en Kapelse Moer, de St. Laurense Weihoek en de Hengstdijkse Putting. Hier zijn de oorspronkelijke Middeleeuwse onregelmatige blokverkaveling, 7

8 het oude heggenlandschap en de resten van de moernering (zout- en veenwinning) nog zichtbaar. Naast de cultuurhistorische waarden zijn deze gebieden van groot ecologisch belang vanwege hun zoutvegetaties en vogelrijkdom. Via natuurontwikkeling worden de restanten Oudland uitgebouwd tot robuuste kerngebieden met een eigen waterhuishouding. d. De kreekresten Tussen de voormalige eilanden zijn nog restgeulen zichtbaar, zoals het Schenge en het Zwaakse Weel op Zuid-Beveland, de Pluimpot op Tholen en de Linie/Passageule en Braakman in Zeeuws- Vlaanderen. Daarnaast vormen de vele tientallen kreekresten de stille getuigen van talloze overstromingen door de eeuwen heen. Naast natuurlijke oorzaken speelden inundaties tijdens oorlogen een belangrijke rol: van de Tachtigjarige Oorlog (Staats Spaanse Linie in Zeeuws- Vlaanderen) tot de Tweede Wereldoorlog (Walcheren). Via natuurontwikkeling worden de voormalige Deltawateren omgevormd tot groene linten in het landschap en wordt de oude eilandenstructuur weer zichtbaar. Bij de kreekresten worden de laaggelegen oeverlanden weer hersteld, met een enorme vogelrijkdom en een zeer gevarieerde moerasvegetatie als resultaat. 1.2 Uitgangspunten en werkwijze van de Zeeuwse EHS Vanaf het begin van de Zeeuwse EHS (1991) wordt consequent een aantal vaste uitgangpunten toegepast. Deze zijn gedurende al die jaren vastgelegd in begrenzingenplannen, streekplannen, Omgevingsplan en Ruimtelijke Verordening en gelden ook nu nog onverkort. Dit betreft: a. Vrijwilligheid bij verwerving. Er wordt geen onteigening toegepast bij aankoop van EHS-rond. b. Geen planologische schaduwwerking. De geldende landbouwfunctie, inclusief de bijbehorende agrarische ontwikkelruimte, kan ook bij een begrenzing als 'nieuwe natuur' ongehinderd worden voortgezet. Pas na vrijwillige verkoop wijzigt de bestemming van 'landbouw' naar 'natuur', veelal op basis van een in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Voor de 'nieuwe natuur' is er wel een waarborgingsbeleid: naast de geldende agrarische bestemming en een eventuele natuurfunctie worden andere functies in de toekomst uitgesloten. c. Eenheid van beheer. Gestreefd wordt naar één beheerder per zelfstandig natuurgebied om versnippering te voorkomen. Bij uitbreiding en afronding van een bestaand natuurgebied komt de beheerder van het bestaande natuurgebied (particulier of Nb-organisatie) als eerste in aanmerking voor het beheer van de nieuwe natuur. d. Afstemming natuur en landbouw. Verwerving van EHS-grond wordt zo veel mogelijk gecombineerd met agrarische structuurverbetering via landinrichting of kavelruil. In Zeeland passen de belangen wonderwel bij elkaar: wat slechte grond is voor de landbouw, is goed voor de natuur en omgekeerd. De laaggelegen, natte marginale landbouwgrond met o.a. veel zilte kwel is perfect voor de ontwikkeling van internationale topnatuur. Door kavelruil kan deze grond afgestoten worden naar de natuur en kunnen de boeren verhuizen naar hoger gelegen, betere landbouwgrond. De realisatie van het Plan Tureluur langs de zuidkust van Schouwen, waarbij 1200 ha slechte landbouwgrond via de landinrichting Schouwen-oost is vrijgemaakt, is hiervan het mooiste voorbeeld. e. Synergie met waterbeheer. Door op de laagst gelegen grond de landbouwfunctie te wijzigen in natuur hoeft het waterschap niet langer tegen veel kosten deze lastige percelen droog te houden. Daarnaast kan in tijden van wateroverlast het water vast gehouden worden in de natuurgebieden, zodat de gemalen ontlast worden en alle maalcapaciteit beschikbaar komt voor de landouwgrond en de bebouwing. Tenslotte kunnen de natuurontwikkeling (de vlakken van de EHS) en het realiseren van een betere waterkwaliteit (de lijnen van de KRW) bij de aankoop en inrichting zoveel mogelijk gecombineerd worden. f. Toegankelijke natuurgebieden. Bestaande en nieuwe natuurgebieden worden, met respect voor de natuurwaarden, zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt voor recreatief medegebruik en opgenomen in het Zeeuwse fietsroute- en wandelnetwerk. 8

9 Door het consequent en betrouwbaar hanteren door de provincie van bovenstaande uitgangspunten is het maatschappelijk draagvlak voor het EHS-beleid in Zeeland groot. Vanaf het begin is er sprake van een uitstekende samenwerking met de landbouwsector, waarbij met name binnen de vele landinrichtingsprojecten de belangen goed afgestemd en gecombineerd zijn. Alle partijen bespreken het EHS-beleid in de Provinciale Commissie Groene Ruimte (PCGR), waarin naast de overheden (waterschap, gemeenten, provincie) ook alle betrokken maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn (landbouw, recreatie, terreinbeheerders, ZMF, particulier grondbezit). Er is consensus in Zeeland over de begrenzing van de EHS en over de provinciale werkwijze, gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten. Daarnaast kent Zeeland een traditie van een heel praktische aanpak, waarbij het motto is: 'als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan'. Vanuit een ecologische visie wordt de begrenzing vastgelegd, bij de realisatie wordt echter ook scherp gelet op het benutten van kansen, die zich voordoen bij de vrijwillige verwerving. Door korte lijnen en kennis van de grondmarkt wordt vaak via kavelruil direct ingespeeld op de mogelijkheden, die zich voordoen, waarbij met het systeem van kleine planwijzigingen snel maatwerk bij de begrenzing geleverd kan worden. 2. Nieuw beleid De laatste jaren zijn er diverse nieuwe beleidsontwikkelingen geweest zowel provinciaal als ook nationaal. Als gevolg van bezuinigingen en een andere maatschappelijke prioriteitstelling wordt het EHS-beleid, dat al vanaf 1991 onveranderd van kracht was, sinds enkele jaren kritisch tegen het licht gehouden. Chronologisch geeft dit het volgende beeld: Oktober 2010 is van rijkszijde (Rutte-1) een abrupt eind gemaakt aan de hele plattelandsontwikkeling (ILG), inclusief de EHS, in afwachting van een herijking van het beleid. Na veel bestuurlijk overleg is in december 2011 het Deelakkoord Natuur tussen rijk en provincies gesloten met daarin afspraken over de aanleg voor 2021 van een herijkte EHS ( ha verwerving, ha inrichting). De realisatie vindt plaats op basis van grondvoor-grond, waarvoor ha rijksgrond beschikbaar wordt gesteld naast de provinciale grond Medio 2012 hebben de afzonderlijke provincies hun eigen ontwikkelopgave in beeld gebracht, d.w.z. het deel van de begrensde EHS, dat nodig is voor het voldoen aan de internationale doelen (N-2000, PAS, KRW, soorten). Deze opgave diende als input voor de Commissie Jansen-1, die een bindend advies uitgebracht heeft over de verdeling van de opgaven en middelen van de herijkte EHS over de afzonderlijke provincies. De herijkte EHS op basis van de 12 provinciale ontwikkelopgaven is twee maal zo groot als de EHS van het Deelakkoord ( verwerving, ha inrichting). Eind 2012 kwam het rijk (Rutte-2) met extra middelen (200 miljoen/jaar) om een nieuwe impuls te geven aan de EHS en het natuurbeheer. Gestreefd wordt naar een 'robuuste EHS', die voldoet aan de internationale doelen, in 2027 gereed is en waar een duidelijk plus opzit. De provincies nemen als vertrekpunt voor de herijking van deze nieuwe robuuste EHS de eigen ontwikkelopgaven van medio Aan de Commissie Jansen-2 is gevraagd om een advies uit te brengen over de verdeling van de 200 miljoen over de afzonderlijke provincies. Samenvattend: Het rijk streeft naar een robuuste EHS in 2027 en stelt daarvoor beschikbaar ha rijksgrond en ca. 120 miljoen/jaar (het deel van de 200 miljoen voor de verwerving en inrichting EHS). De provincies moeten deze realiseren op basis van een aangepaste begrenzing van de oorspronkelijke EHS, die tenminste voldoet aan de internationale doelen. 3. Beleidskaders voor de herijking van de EHS 3.1 Natuurdoelen Als vetrekpunt voor de herbegrenzing van de EHS in Zeeland geldt de ontwikkelopgave, die Gedeputeerde Staten op 4 juli 2012 hebben vastgesteld en aan de Commissie Jansen-1 hebben 9

10 gestuurd. Met de nieuwe natuur van deze EHS wordt op de volgende wijze bijgedragen aan de internationale doelen van N2000/PAS, KRW en internationale soortenbescherming: De Zeeuwse Natura-2000 gebieden, die met uitzondering van het Veerse Meer ook PASgebied zijn, worden versterkt door uitbreiding van het areaal, tegengaan van versnippering, en verbetering van de milieukwaliteit en waterhuishouding. Dit vindt plaats in de binnenduinrand, de oevers van de Deltawateren, de Oudlandreservaten en de kreekresten. De synergie met de KRW vindt plaats door de verwerving en inrichting van de vlakken van de EHS en de lijnen van de KRW zo veel mogelijk te combineren met name in de oude stroomgeulen en kreekresten. De bescherming van internationale soorten (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn II en IV) krijgt extra aandacht in de Oudlandgebieden (o.a. Kluut, Lepelaar, Kleine zilverreiger), de kreekresten (o.a. Roerdomp, Bruine kiekendief, Blauwborst) en in specifieke amfibieëngebieden, zoals de wallen van Retranchement, Sluis en Aardenburg (Boomkikker, Kamsalamander). 3.2 Werkwijze Het ecologische streefbeeld is vervolgens bezien met een heel praktische blik. Daarbij is o.a. gekeken naar de haalbaarheid van verwerving op vrijwillige basis. Huiskavels en bouwblokken zijn in principe niet te verwerven en nauwelijks uit te ruilen via kavelruil. Hooggelegen, betere landbouwgrond heeft ecologisch minder prioriteit dan laaggelegen, slechtere grond. Daartegenover zijn er gebieden, die ecologisch niet onmisbaar zijn, maar als logische afronding van bestaande natuurgebieden wel heel zinvol en die wel te verwerven zijn, omdat de boeren de grond graag kwijt willen. Tenslotte zijn kaartfouten hersteld. De combinatie van ecologie en praktijk leidt tot een werkwijze, waarbij hoger gelegen landbouwgrond, die ecologisch minder prioritair is en waar de kans op vrijwillige aankoop klein is, wordt geschrapt. Mocht in de toekomst dit soort gebieden alsnog te koop worden aangeboden, dan kan dan bezien worden of omzetten in nieuwe natuur via een kleine planwijziging gewenst is. Via kleine planwijzigingen blijft de EHS-kaart dus flexibel en kan desgewenst maatwerk geleverd worden als agrariërs buiten de herijkte begrenzing op vrijwillige basis grond voor natuurontwikkeling willen verkopen. 3.3 Bestuurlijke uitgangspunten Ook voor de nieuwe robuuste EHS gelden de oorspronkelijke bestuurlijke uitgangspunten onverkort: Vrijwillige verwerving Bij nieuwe natuur geen planologische schaduwwerking voor de boeren, wel een waarborgingsbeleid Eenheid van beheer Via kavelruil streven naar combinatie natuurontwikkeling en agrarische structuurverbetering Waar mogelijk synergie natuurontwikkeling en waterbeheer Zoveel mogelijk toegankelijke natuurgebieden 4. De nieuwe Zeeuwse robuuste EHS 4.1 De kaartlegenda Op de kaart van de herijking staan de volgend legenda-eenheden: a. Bestaande natuur (groen) Dit omvat de oorspronkelijke bestaande natuurgebieden van vóór 1991, de sinds 1991 aangelegde nieuwe natuur (verworven en ingericht) en de op locatie verworven grond, waarvan de inrichting onderhanden is ('EHS-pijplijnprojecten'). b. Nieuwe natuur (geel) De begrensde nieuwe natuur van de herijkte robuuste EHS, die nog verworven en ingericht moet worden. 10

11 c. Agrarisch beheersgebied van ecologische betekenis (donker blauw) Dit betreft agrarisch beheersgebieden binnen de EHS, die niet die niet verworven worden maar als agrarisch gebied in eigendom blijven bij de boeren. Het betreft restanten heggenpercelen, hollebollig grasland, karrevelden en kreekresten. Er is sprake van actuele natuur- en landschapswaarden, die al via de VRPZ planologisch beschermd zijn als 'agrarisch gebied van ecologische betekenis'. In deze gebieden wordt het mogelijk gemaakt om op vrijwillige basis een beheersovereenkomst voor agrarisch natuurbeheer af te sluiten. d. Geschrapte nieuwe natuur (rood) Betreft eerder begrensde 'nieuwe natuur', die komt te vervallen als gevolg van de herijking. Op de nieuwe kaart van het NBP-2014 worden deze gebieden dus 'wit' (agrarisch gebied). e. Naar agrarisch natuurbeheer omgevormde nieuwe natuur (oranje) Betreft eerder begrensde 'nieuwe natuur', waar afgezien wordt van aankoop en inrichting als natuurgebied en waar agrarisch natuurbeheer voor in de plaats komt. Deze gebieden worden op de nieuwe kaart van het NBP-2014 'donker blauw' (agrarisch beheersgebied van ecologische betekenis). f. Agrarisch beheersgebied buiten de EHS (licht blauw) Dit betreft zuiver agrarisch gebied zonder actuele natuur- of landschapswaarden, landschappelijke vergelijkbaar met de akkerranden. Deze gebieden komen op de EHS-kaart te vervallen en worden op de nieuwe kaart van het NBP-2014 dus 'wit' (agrarisch gebied). Ze zullen opgenomen worden in het collectief beheerplan graslanden en weidevogelbeheer. 4.2 De wijzigingen De combinatie van focus op internationale doelen en een praktische werkwijze leidt tot een robuuste EHS, die kleiner is dan de huidige EHS van het Natuurbeheerplan Een deel van de begrensde nieuwe natuur komt te vervallen(rood) en lokaal wordt nieuwe natuur veranderd in agrarisch natuurbeheer (oranje). Daarnaast wordt de kaart van de bestaande natuur bijgewerkt voor de recent ingerichte en op locatie verworven gronden. Van de oorspronkelijke EHS (6772 ha) was er nog 454 ha nieuwe natuur niet begrensd. Hiervan wordt nu afgezien. Mocht het bestuurlijk gewenst zijn om in de toekomst nog gebieden toe te voegen, dan kan dat via het systeem van kleine planwijzigingen na advisering door de PCGR. Schematisch betekent dit voor de opgave van de herijkte robuuste EHS: Oorspronkelijke EHS 6772 ha Gerealiseerd 4564 ha Restopgave oude EHS 2208 ha Geschrapt 456 ha Omgevormd naar agrarisch natuurbeheer 50 ha Niet begrensd 553 ha Restopgave nieuwe EHS 1149 ha Daarmee wordt de nieuwe robuuste EHS: Robuuste EHS 5713 ha (100%) Gerealiseerd 4564 ha (80 %) Restopgave nieuwe EHS 1149 ha (20 %) 4.3 Vervolgprocedure De wijzigingen van de EHS worden verwerkt in de nieuwe kaart van het Natuurbeheerplan Zeeland 2014, dat na advisering door de PCGR en afronding van de formele inspraakprocedure door Gedeputeerde Staten naar verwachting in september 2013 wordt vastgesteld. Daarmee worden ook tegelijkertijd de kaarten 8, 9 en 10 van de Verordening Ruimte Provincie Zeeland (VRPZ) aangepast, conform art 2.14 (wijzigingsbevoegdheid GS). 11

12

13 naam init straat code plaats beheerder opmerking wijziging kaart nr Calon G Oud Vlissingen CB Hoek Calon beheertype N12.06, ambitie idem beheertypen gewijzigd 1 Calon G Oud Vlissingen CB Hoek Calon wordt status 10 beheertype N12.02, ambitie idem beheertypen gewijzigd Deveneijns J.G.A. Vrijedijk SM Ijzendijke Devenijns pakket wijzigen in A a ambitie idem beheertypen gewijzigd 2 Flikweert P. Oudenieuwlandseweg NE Ouwerkerk Flikweert pakket wijzigen in A ambitie idem beheertypen gewijzigd 3 Haverbeke K. Oranjestraat CA IJzendijke Haverbeke beheergebied schrappen beheergebied geschrapt 4 Stichting Zeeuws Landschap Postbus AA Wilhelminadorp HZL schor N09.01 verkleinen aanvullen N01.01 beheertypen gewijzigd 5 Kosten MTS E.J. Puitsedijk PT Tholen Kosten pakket wijzigen in A ambitie idem beheertypen gewijzigd 6 Koster Oude polderdijk RG Baarland Koster Koster bht wijzigen in N10.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd 7 Maas J. van der Beoostenbleysestraat PA Axel Maas Maas: landschapspakket poel L01.01 begrenzen beheertypen gewijzigd 8 Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond status 80 bht N12.02 ambitie idem nieuwe natuur begrensd, beheertype gewijzigd 9 Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bestaande natuur status10 status gewijzigd, beheertype gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond pakket N14.03 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bht N10.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bht N14.03 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bht N12.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bht N12.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moermond bht N04.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Moolenburg bht=leeg amb1=n % amb2=n % beheertypen gewijzigd 10 Bossinga W. van Horapark AC Ede Moolenburg bht=leeg amb1=n % amb2=n % beheertypen gewijzigd Natuurmonumenten Postbus ZS s Graveland NM afsplitsen pakket N12.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd 11 Persijn L. Kruispad BW Koewacht nieuwe natuur status 80 handhaven geen 12 Bossinga W. van Horapark AC Ede Ruitenberg bhtamb = N08.02 beheertypen gewijzigd 13 Bossinga W. van Horapark AC Ede Ruitenberg bhtamb = N08.03 beheertypen gewijzigd Bossinga W. van Horapark AC Ede Ruitenberg bht1amb = N08.03 beheertypen gewijzigd Sloeveer geen Sloeveer Sloeveer: pakket A a ambitie idem beheertypen gewijzigd 14 Staatsbosbeheer Postbus AH Tilburg diverse detailwijzigingen beheerpakketten GIS shape diverse wijzigingen beheergrenzen en -typen Verdurmen P. Postbus AA Bergen op Zoom Verdurmen pakket wijzigen in A a ambitie idem beheertypen gewijzigd 15 Versprille E Markt AD Retranchement Versprille status van 50 naar 10 pakket N12.02 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd 16 Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport begrenzen status 10, pakket N12.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd 17 Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport pakket N04.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport pakket N04.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport pakket N04.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport pakket N04.02ambitie idem beheertypen gewijzigd Zeeland Seaports Postbus AC Terneuzen Zeeland Seaport pakket N04.02 ambitie idem beheertypen gewijzigd Wesemael geen Wesemael beheergebied verkleinen beheergebied verkleind 18 Lantsheer geen Zeeduin schrappen EHS ivm ruimtelijke verordening bestaande natuur geschrapt 19 Bosch Slabbers Postbus AC Middelburg Kogelhof beheerpakket dennen- eiken beukenbos N15.02 wordt N14.03 Haagbeuken- essenbos 20 Bossinga W. van Postbus AC Ede Groot Eiland wijzigen beheerpakket in kruidenrijk grasland N12.02 op drie bospercelen wordt N12.02 op drie bospercelen 21 Bossinga W. van Postbus AC Ede Groot Eiland beheerpakket moeras voor delen Oude Vaart wordt N05.01 Bossinga W. van Postbus AC Ede Prinsenhoeve beheertype duinvallei en hakhout voor enkele terreinen beheertype duinvallei opnemen 22 DLG Tilburg Nisse beheergebieden begrenzen beheergebieden begrenzen 23 DLG Tilburg dijken Borssele beheergebieden begrenzen beheergebieden begrenzen 24 DLG Tilburg kustlicht beheergebieden begrenzen beheergebieden begrenzen 25 Flikweert P. Oudenieuwlandse Weg NE Ouwerkerk Beheergebied vergroten bestaand beheergebied bij St Maartensdijk beheergebied vergroten 26 Gemeente Borssele Postbus AA Heinkenszand sloegroen handhaving ruime begrenzing Sloegroen percelen toevoegen 27 Hage T. Steinstraat BH Bruinisse schor Bruinisse opnemen schor en inlaag Bruinisse op beheerkaart schor en inlaag begrenzen 28 Moolenburgh C.? elementen toevoegen elementen wilgenrij en bosrand aan beheerkaart elementen toevoegen 29 Stichting Het Zeeuwse Landschap Postbus AA Heinkenszand Cadzand begrenzen grasland bij Cadzand als bestaande natuur grasland begrenzen 30 Veraart L.A.C. Zuiddiepe SK Ijzendijke beheerpakket beheerpakket botanisch weiland botanisch weiland A Veraart L.A.C. Zuiddiepe SK Ijzendijke beheergebied schrappen Oostburg H102 beheergebied schrappen

14 overige geen overige status 40 bht N01.03 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige status 40 bht N01.03 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige status 40 bht N01.03 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige schrappen herijking 2013 bestaande natuur geschrap overige geen overige schrappen herijking 2013 bestaande natuur geschrap overige geen overige schrappen herijking 2013 bestaande natuur geschrap overige geen overige schrappen herijking 2013 bestaande natuur geschrap overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige begrenzen status 53 pakket A02.01 ambitie idem status gewijzigd, beheertype gewijzigd overige geen overige beheergebied schrappen beheergebied geschrapt Mesu C.P.W. Koningin Emmaweg 2a 4354KC Vrouwenpolder geen wijziging ivm herijking beheergebieden geen Thomaes M. Zuidlangeweg KE Hoofdplaat geen wijziging ivm herijking beheergebieden geen

15

16 1 Calon

17 2 Deveneijns

18 3 Flikweert

19 4 Haverbeke

20 5 Stichting Zeeuws Landschap

21 6 Kosten

22 7 Koster

23 8 Maas

24 9 Bossinga/Moermond

25 10 Bossinga/Moolenburg

26 11 Natuurmonumenten

27 12 Persijn

28 13 Bossinga/Ruitenberg

29 14 Sloeveer

30 15 Verdurmen

31 16 Versprille

32 17 Zeeland Seaport

33 18 Wesemael

34 19 Lantsheer/Zeeduin/Overduin

35 Kaart 20

36 Kaart 21

37 Kaart 22

38 Kaart 22

39 Kaart 23

40 Kaart 24

41 Kaart 25

42 Kaart 26

43 Kaart 27

44 Kaart 28

45 Kaart 29

46 Kaart 30

47 Kaart 31

48 ambitiekaart

49 N2000 habitattypen in Zeeland en de corresponderende beheertypen SNL Systeem Habitattype Natuurbeheertype Getijdegebied H1110_B Permanent overstroomde zandbanken (Noordzee-kustzone) N01.01 Zee en wad H1130 Estuaria N01.01 Zee en wad H1140_A Slik- en zandplaten (getijdengebied) N01.01 Zee en wad H1140_B Slik- en zandplaten (Noordzee-kustzone) N01.01 Zee en wad H1160 Grote baaien N01.01 Zee en wad H1310_A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H1310_A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) N09.01 Schor of kwelder H1310_B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H1310_B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) N09.01 Schor of kwelder H1320 Slijkgrasvelden N01.02 Duin- en kwelderlandschap H1320 Slijkgrasvelden N09.01 Schor of kwelder H1330_A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H1330_A Schorren en zilte graslanden, buitendijks N09.01 Schor of kwelder H1330_B Schorren en zilte graslanden (binnendijks) N12.04 Zilt - en overstromingsgrasland Duinen H2110 Embryonale duinen N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2110 Embryonale duinen N08.01 Strand en embryonaal duin H2120 Witte duinen N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2120 Witte duinen N08.02 Open duin H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2130_A Grijze duinen (kalkrijk) N08.02 Open duin H2130_B Grijze duinen (kalkarm) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2130_B Grijze duinen (kalkarm) N08.02 Open duin H2130_C Grijze duinen (heischraal) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2130_C Grijze duinen (heischraal) N08.02 Open duin H2150 Duinheide met struikhei N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2150 Duinheiden met struikhei N08.04 Duinheide H2160 Duindoornstruwelen N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2160 Duindoornstruwelen N08.02 Open duin H2160 Duindoornstruwelen N15.01 Duinbos H2170 Kruipwilgstruwelen N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2170 Kruipwilgstruwelen N08.02 Open duin H2170 Kruipwilgstruwelen N08.03 Vochtige duinvallei H2180_A Duinbossen (droog) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2180_A Duinbossen (droog) N15.01 Duinbos H2180_B Duinbossen (vochtig) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2180_B Duinbossen (vochtig) N15.01 Duinbos H2180_C Duinbossen (binnenduinrand) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2180_C Duinbossen (binnenduinrand) N15.01 Duinbos H2190_A Vochtige duinvalleien (open water) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2190_A Vochtige duinvalleien (open water) N04.02 Zoete plas H2190_A Vochtige duinvalleien (open water) N08.03 Vochtige duinvallei H2190_B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2190_B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) N08.03 Vochtige duinvallei H2190_C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2190_C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) N08.03 Vochtige duinvallei H2190_D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) N01.02 Duin- en kwelderlandschap H2190_D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) N08.03 Vochtige duinvallei H6410 Blauwgraslanden N10.01 Nat schraalland Moerassen H6430_B Ruigten enzomen (harig wilgenroosje) N01.03 Rivier- en moeraslandschap H6430_B Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) N05.01 Moeras Veengebieden H6430_B Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) N12.06 Ruigteveld H6430_B Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) N14.02 Hoog- en laagveenbos H7140_B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) N01.03 Rivier- en moeraslandschap H7140_B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden) N06.01 Veenmosrietland en moerasheide H7210 Galigaanmoerassen N05.01 Moeras Bossen H91E0_A Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) N01.03 Rivier- en moeraslandschap H91E0_A Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos

50

51

52

53