Milieubarometer. Mariska Raeymakers Gemeente Wuustwezel

Transcriptie

1 2014 Milieubarometer Mariska Raeymakers Gemeente Wuustwezel

2 Pagina 2 Inhoud 1. Papierverbruik per jaar Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door gemeentelijke diensten Totaal waterverbruik door de gemeentelijke diensten Totaal elektriciteitsverbruik door de gemeentelijke diensten Totaal gasverbruik door de gemeentelijke diensten Aantal fotovoltaïsche zonnepanelen in beheer van de gemeente Jaarlijkse uitgaven fiets- en ecovergoeding gemeentepersoneel Totale hoeveelheid huishoudelijk afval Hoeveelheid niet-recupereerbaar huishoudelijk afval per inwoner per jaar Selectief ingezamelde afvalfracties m.u.v. groenafval, bouw- en sloopafval, houtafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten/ inwoner/jaar Gewichtspercentage selectief ingezameld huishoudelijk afval per inwoner Aantal gemelde sluikstorten Hoeveelheid ingezameld afval voor hergebruik Zuiveringsgraad huishoudelijk afvalwater Kwaliteit van het oppervlaktewater: biologische kwaliteit Kwaliteit van het oppervlaktewater: zuurstofhuishouding Leidingwaterverbruik per aangesloten inwoner Aantal klachten geluid Aantal klachten (andere dan geluid) Register verontreinigde bodems Totaal bosareaal Elektriciteitverbruik door openbare straatverlichting Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Huishoudelijk gasverbruik per aangesloten inwoner Aantal scholen die deelnemen aan MOS Evolutie van de veestapel Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet Totaal areaal goedgekeurde beheersovereenkomsten....77

3 Pagina 3 1. Papierverbruik per jaar. Indicatorgegevens Papierverbruik per jaar per VTE. Definitie Totaal verbruikte hoeveelheid papier (A4) door gemeentediensten. Meeteenheid Vellen. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Afval Papier bestaat uit cellulose dat uit hout wordt gehaald. Elk jaar worden er voor de papierfabricage wereldwijd miljoenen hectaren woud omgehakt en rijke ecosystemen vernield. De papierfabricage brengt nog veel meer miserie mee. Om de cellulose uit de houtvezels te trekken, is er veel water nodig. Om het papier te drogen, is er veel energie nodig. De fabricage brengt ook veel vervuiling mee, meer bepaald een aanzienlijke uitstoot van kooldioxide en zwavelverbindingen. Het water wordt vervuild door de organische materie en vooral door chloor, als het papier op die manier gebleekt wordt. Al deze gevaarlijke stoffen, die vaak kankerverwekkend zijn, kunnen moeilijk worden afgebroken en hopen zich op in de voedselketen. Bovendien resulteert ons papierverbruik in veel afval. Instrumentarium - Interne Milieuzorg In een gemeentelijke administratie wordt dagelijks een grote hoeveelheid papier verbruikt. Het is dan ook belangrijk om dit papierverbruik zoveel mogelijk te beperken. Om de milieu-impact te verkleinen werd reeds overgeschakeld op (milieuvriendelijk) gerecycleerd papier. In het milieubeleidsplan meldt de gemeente dat het haar intentie is om haar papierverbruik te verminderen. Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie Eigen diensten: aankoopdienst. Een vergelijking in de tijd is mogelijk. Bij een vergelijking tussen verschillende gemeenten moet rekening worden gehouden met de grootte van de gemeente. Enkel het verbruik van wit A4-papier wordt bijgehouden, het verbruik van andere formaten wordt niet in rekening gebracht omdat dit in verhouding erg laag ligt. Op het gemeentehuis wordt er regelmatig gekopieerd voor verenigingen (flyers, affiches, ). Het jaarlijks papierverbruik wordt hierdoor omhoog getrokken. Totaal papierverbruik (A3, gekleurd papier), verbruik enveloppen. Jaarlijks. Laatste rapportering 2014 Volgende rapportering 2014.

4 Feitelijke data Jaar Aantal vellen Pagina Toelichting De drukmachine van de gemeente was in 2012 defect. Deze is eind 2012 vervangen door een nieuw drukmachine. Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Het papierverbruik in de gemeente gaat wat op en neer. Men mag uiteraard niet vergeten dat de gemeente ook regelmatig kopieert voor verenigingen, waardoor de gebruikte hoeveelheid papier hoger ligt. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing In 2007 was er een daling van 2,64% t.o.v In 2008, 2009 en 2010 was er een stijging van respectievelijk 3,99%, 6,63% en 5,87% t.o.v In 2011 was er een kleine daling t.o.v In 2012 was er een daling van ruim 10% t.o.v In 2013 was er weer een kleine toename van ongeveer 4%. Het intern papierverbruik wordt steeds verder verminderd, doordat er wordt geopteerd om zoveel mogelijk digitaal te bezorgen. Zowel intern als extern (aan adviesraden en dergelijke). Hierdoor dienen er minder documenten te worden afgedrukt en houdt dit automatisch een papierbesparing in. Sensibilisatie blijft nodig. Vaak wordt er nog onnodig afgedrukt of drukt men niet tweezijdig af. Blijvende sensibilisatie naar het eigen personeel. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail: duurzaam@wuustwezel.be.

5 Pagina 5 2. Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door gemeentelijke diensten. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen door gemeentelijke diensten. Totaal verbruikte hoeveelheid werkzame bestanddelen door gemeentediensten op openbare terrein uitgedrukt in Kg. De hoeveelheid werkzame bestanddelen wordt berekend uit het verbruikt volume van de producten en het gehalte (%) van de werkzame stoffen in het product. Kilogram kg. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Milieuverantwoord productgebruik Het gebruik van bestrijdingsmiddelen geeft een milieubelasting op bodem, water, fauna en flora. Milieuverantwoord productgebruik Er moet gestreefd worden naar een vermindering van bestrijdingsmiddelen om de negatieve effecten op het milieu tegen te gaan. Dit vraagt een mentaliteitswijziging bij het eigen personeel, de beleidsmakers én de inwoners. Een vermindering van het gebruik van pesticiden moet gepaard gaan met een sensibilisatie van deze doelgroepen. In het milieubeleidsplan is opgenomen dat de gemeente haar gebruik van bestrijdingsmiddelen gefaseerd wil afbouwen volgens het reductieprogramma. Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren Verbruik bestrijdingsmiddelen worden doorgegeven door uitvoerende technische dienst; Gegevens met betrekking tot het gebruik in aanneming worden opgevraagd bij de aannemers; Gegevens met betrekking tot de producten werden opgevraagd bij de leveranciers. Een vergelijking in de tijd is slechts mogelijk indien de gegevens volledig zijn. Het is niet mogelijk met deze indicator om verschillende gemeenten te vergelijken omdat er geen rekening gehouden wordt met de oppervlakte openbaar domein. Hoeveelheden doorgegeven door aannemers zijn niet altijd betrouwbaar. In 2004 waren er problemen met de firma (vzw Groenwerk) die instond voor het uitvoeren van groenzorg. Als gevolg hiervan kon het verbruik van onkruidbestrijdingsmiddelen van deze firma in 2004 niet achterhaald worden. Verbruik milieubelastende bestrijdingsmiddelen door gemeentelijke diensten.

6 Rapporteringfrequentie Jaarlijks. Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Pagina 6 Feitelijke data Jaar Actieve stof (kg) , , , , , , , , ,68 Toelichting De hoeveelheid actieve stof wordt stilaan afgebouwd. Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Er is een daling in het verbruik vast te stellen, maar om tegen 1/1/2015 volledig pesticidenvrij te zijn, zal er nog het één en ander moeten worden gedaan. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing Er is een duidelijke maar voorzichtige daling waar te nemen. Mensen hebben het graag helemaal proper, waardoor er een mentaliteitswijziging moet gebeuren bij de inwoners. Vanuit de bevolking zal meer tolerantie gevraagd worden. Blijvende sensibilisatie naar personeel en inwoners. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail: duurzaam@wuustwezel.be.

7 Pagina 7 3. Totaal waterverbruik door de gemeentelijke diensten. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Totaal waterverbruik door de gemeentelijke diensten. Per jaar wordt de som van het waterverbruik van alle gemeentelijke gebouwen gemaakt. m³. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Water Drinkwater is een kostbaar goed en de productie ervan is belastend voor het milieu. Daarom, en om de behoeftevoorziening voor de komende generaties te vrijwaren, moeten we er zuinig en rationeel mee omspringen. Instrumentarium - Interne Milieuzorg & Water De gemeente dient het goede voorbeeld te geven inzake efficiënt en zuinig gebruik van energie. In het milieubeleidsplan is opgenomen dat de gemeente haar waterverbruik blijvend wilt verminderen. Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Via eigen maandelijkse metingen van watermeters in gemeentelijke gebouwen. De indicator is vergelijkbaar in de tijd indien geen bijkomende gebouwen worden opgenomen. Een vergelijking maken met andere gemeenten is moeilijk, omdat elke gemeente andere gebouwen in zijn beheer heeft (niet elke gemeente heeft evenveel sporthallen, een zwembad, enz.). Slechts de meest relevante gebouwen werden opgenomen in de som van de jaarverbruiken. Andere gebouwen kunnen toegevoegd worden, doch dit zal een vertekend beeld geven wanneer deze worden vergeleken. Leidingwaterverbruik per VTE. Maandelijks. Feitelijke data Jaar Verbruik in m³

8 Toelichting Door het uitvallen van een hemelwaterinstallatie aan GC t Schoolhuis en een aantal lekken is het waterverbruik toegenomen. Pagina 8 Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Het waterverbruik is gestegen. Zoals al hierboven bij de toelichting aangehaald is dit deels mee te verklaren door het uitvallen van een hemelwaterinstallatie en het aantal lekken. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing Door het uitvallen van een hemelwaterinstallatie aan GC t Schoolhuis en een aantal lekken is het waterverbruik toegenomen. Niet iedereen is er even goed van doordrongen om zuinig om te springen met water. Sensibilisatie naar het personeel, maar ook naar de gebruikers van de gebouwen. Er zal ook een meter worden geplaatst op de waterputten, zodat ook dat verbruik mee opgevolgd kan worden. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail: duurzaam@wuustwezel.be

9 Pagina 9 4. Totaal elektriciteitsverbruik door de gemeentelijke diensten. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Totaal elektriciteitsverbruik door de gemeentelijke diensten. Per jaar wordt de som van het elektriciteitsverbruik van alle gemeentelijke gebouwen gemaakt. kwh. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Energie Om in de periode aan de internationale engagementen bij het Kaderverdrag inzake Klimaatsverandering en het Protocol van Kyoto te kunnen voldoen, moet België de broeikasgasemissies met 7,5% reduceren t.o.v. het basisjaar Minder elektriciteitsverbruik betekent minder broeikasgasemissie en bovendien een financiële besparing. Instrumentarium - Interne Milieuzorg & Energie Het gemeentelijk beleid zal erop gericht zijn om het duurzame en efficiënte gebruik van energie maximaal te stimuleren en te promoten naar haar personeel en inwoners toe. De gemeente dient zelf het goede voorbeeld te geven inzake efficiënt en zuinig gebruik van energie. In het milieubeleidsplan is opgenomen dat de gemeente streeft naar een zo laag mogelijk energieverbruik. Relatie tot het gewestelijke beleid Indicator op gewestelijk niveau Kyoto-protocol. Beleidsdoelstelling op gewestelijk niveau Het behalen van de Kyoto - norm. Bron - Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie Laatste rapportering Via eigen maandelijkse opmetingen van elektriciteitsmeters in gemeentelijke gebouwen. Het is mogelijk om een vergelijking in de tijd te maken, al moet er ook rekening worden gehouden met het gebruik van de gebouwen. De indicator is vergelijkbaar in de tijd indien geen bijkomende gebouwen worden opgenomen. Een vergelijking maken met andere gemeenten is moeilijk, omdat elke gemeente andere gebouwen in zijn beheer heeft (niet elke gemeente heeft evenveel sporthallen, een zwembad, enz.). Elektriciteitsverbruik per VTE. Maandelijks.

10 Volgende rapportering 2014 Feitelijke data Jaar Verbruik in kwh Pagina Toelichting Het wijkhuis Loenhout is verbouwd in Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Er is een sterke stijging in het elektriciteitsverbruik. De bedoeling is om minder elektriciteit te verbruiken, maar er is een sterk meerverbruik opgetreden van maar liefst ruim 11%. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing De gebruikers van de gebouwen zijn het afgelopen jaar niet zuinig geweest met elektriciteit. Ook een aantal stookinstallaties zijn aan vervanging toe. Sommige gebouwen worden ook of zelfs grotendeels door inwoners gebruikt, waardoor sensibilisatie soms moeilijk is. Daarnaast zijn ook de eigen personeelsleden nog niet allemaal even goed doordrongen van het feit dat ze ook op het werk energie kunnen besparen. Blijvende sensibilisatie naar het eigen personeel en naar de gebruikers van de gebouwen. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail:

11 Pagina Totaal gasverbruik door de gemeentelijke diensten Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Totaal gasverbruik door de gemeentelijke diensten. Per jaar wordt de som van het gasverbruik van alle gemeentelijke gebouwen gemaakt. m³. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Energie. Om aan de internationale engagementen bij het Kaderverdrag inzake Klimaatsverandering en het Protocol van Kyoto te kunnen voldoen, moet België de broeikasgasemissies met 7,5% reduceren t.o.v. het basisjaar Minder gasverbruik betekent minder broeikasgasemissie en bovendien een financiële besparing. Instrumentarium - Interne Milieuzorg & Energie. De gemeente dient het goede voorbeeld te geven inzake efficiënt en zuinig gebruik van energie. In het milieubeleidsplan is opgenomen dat de gemeente streeft naar een zo laag mogelijk energieverbruik. Relatie tot het gewestelijke beleid Indicator op gewestelijk niveau Kyoto - protocol. Beleidsdoelstelling op gewestelijk niveau Het behalen van de Kyoto - norm. Bron - Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Via eigen maandelijkse opmetingen van gasmeters in gemeentelijke gebouwen en de gegevens van de dataloggers. De indicator is vergelijkbaar in de tijd indien geen bijkomende gebouwen worden opgenomen. Een vergelijking maken met andere gemeenten is moeilijk omdat elke gemeente andere gebouwen in zijn beheer heeft (niet elke gemeente heeft evenveel sporthallen, een zwembad, enz.). Slechts de meest relevante gebouwen werden opgenomen in de som van de jaarverbruiken. Gasverbruik per VTE. Maandelijks. Feitelijke data Jaar Verbruik in m³

12 Pagina Toelichting Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Er is een stijging van het aardgasverbruik t.o.v De gewenste daling van het aardgasverbruik wordt dus niet behaald. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing Een deel hiervan is te verklaren door de strenge en lange winter. Daarnaast is er ook in de kleuterschool van GBS t Blokje de verwarming op mazout vervangen door een verwarming op aardgas. Hierdoor is het totaal verbruik van aardgas toegenomen, maar als men gaat kijken naar kwh/m² gaat kijken, dan is deze gedaald. De gebouwen worden ook door de inwoners gebruikt, waardoor het sensibiliseren niet altijd eenvoudig is. Daarnaast zijn ook niet alle personeelsleden even doordrongen van het feit dat ze zuinig moeten zijn. Blijvende sensibilisatie naar het gemeentepersoneel en de gebruikers van de gebouwen. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail: duurzaam@wuustwezel.be.

13 Pagina Aantal fotovoltaïsche zonnepanelen in beheer van de gemeente. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Aantal fotovoltaïsche zonnepanelen in beheer van de gemeente. Het aantal kwh dat geproduceerd wordt door de fotovoltaïsche zonnepanelen gelegen op gemeentegebouwen. De fotovoltaïsche zonnepanelen zijn in eigendom van de gemeente. kwh. Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu Energie. Om aan de internationale engagementen bij het Kaderverdrag inzake Klimaatsverandering en het Protocol van Kyoto te kunnen voldoen, moet België de broeikasgasemissies met 7,5% reduceren t.o.v. het basisjaar Minder elektriciteitsverbruik betekent minder broeikasgasemissie en bovendien een financiële besparing. Energie. Het gemeentelijk beleid zal erop gericht zijn om het duurzame en efficiënte gebruik van energie maximaal te stimuleren en te promoten naar haar personeel en inwoners toe. De gemeente dient zelf het goede voorbeeld te geven inzake efficiënt en zuinig gebruik van energie. Maar zuinig omspringen alleen is niet voldoende. Er zal ook op zoek worden gegaan naar alternatieve energiebronnen. In het milieubeleidsplan staat dat de gemeente haar energieverbruik zo laag mogelijk wilt houden. Naast het uitvoeren van energiebesparende maatregelen, is het ook van belang dat er hernieuwbare energiebronnen worden ingeschakeld. Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren - Rapporteringfrequentie Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Via eigen maandelijkse opmetingen van de groenestroomtellers in gemeentelijke gebouwen en via dataloggers. De indicator is vergelijkbaar in de tijd indien geen bijkomende gebouwen worden opgenomen. Een vergelijking maken met andere gemeenten is moeilijk omdat elke gemeente andere gebouwen in zijn beheer heeft, met verschillende mogelijkheden. Alle fotovoltaïsche zonnepanelen worden opgenomen. De zonnepanelen van GC Blommaert zijn in gebruik genomen in Die van GLS Klim Op zijn pas in november Maandelijks. Feitelijke data Jaar Bib GC GLS Klim Totaal

14 Blommaert OP Pagina , , , , , , , , ,05 143, , , , , , , , , ,98 Toelichting De fotovoltaïsche zonnepanelen liggen niet op alle gebouwen even lang. De fotovoltaïsche zonnepanelen op de bibliotheek liggen er sinds 2005, die op GC Blommaert liggen ze er sinds 2011 en op GLS Klim Op werken ze sinds november Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Geleidelijk aan komt er een stijging in het aantal fotovoltaïsche zonnepanelen en hun productie. Uiteraard is de productie voor een gedeelte ook afhankelijk van de uren zon. Een bewolkt jaar heeft uiteraard zijn weerslag op het aantal geproduceerde kwh. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing De gemeente probeert zelf het goede voorbeeld te geven betreffende de productie van hernieuwbare energie. Niet alle gebouwen zijn geschikt voor het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen. Dit heeft te maken met de ligging van het dak, de omgeving (bomen, hogere gebouwen, ). Er moet ook rekening gehouden worden met de kosten-batenanalyse. Bij nieuwbouw kan hier rekening mee worden gehouden, maar bij bestaande gebouwen is het moeilijk. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail: duurzaam@wuustwezel.be.

15 Pagina Jaarlijkse uitgaven fiets- en ecovergoeding gemeentepersoneel. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Jaarlijkse uitgaven fiets- en ecovergoeding gemeentepersoneel. De totale som van de jaarlijkse uitgaven die aan personeelsleden van het gemeentebestuur wordt toegekend die met de fiets of te voet naar het werk komen. Het aantal betoelaagde kilometers dat jaarlijks met de fiets of te voet van en naar het werk wordt afgelegd door de personeelsleden van het gemeentebestuur. Euro per VTE (omgezet naar km). Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Leefmilieu - Mobiliteit. Het wegverkeer veroorzaakt heel wat neveneffecten zoals luchtvervuiling, fileproblemen (congestie), ongevallen, geluidshinder, klimaatverandering Haar uitstoot van fijn stof, ozonvormende gassen en broeikasgassen blijft toenemen. Instrumentarium - Interne Milieuzorg & Mobiliteit. Bij de uitwerking van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid wordt in belangrijke mate rekening gehouden met milieudoelstellingen, meer bepaald de promotie van milieuvriendelijk verplaatsingsgedrag bij scholen, eigen personeelsleden en inwoners van de gemeente. Door het toekennen van een fietsvergoeding aan het eigen personeel wil het gemeentebestuur het goede voorbeeld geven en het fietsgebruik stimuleren. In het gemeentelijk milieubeleidsplan staat vermeld dat de gemeente het verplaatsen met de fiets en/of te voet van en naar het werk via de uitwerking van een ecovergoeding wilt stimuleren. Data Dataleverancier Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte Validiteit Complementaire indicatoren / Rapporteringfrequentie Gemeentelijke dienst financiën. Een vergelijking in de tijd en de ruimte is mogelijk. Er wordt aan iedereen die met de fiets of te voet naar het werk komt een fietsvergoeding gegeven. Zo worden ook de occasionele fietsers of voetgangers mee opgenomen in de cijfers. Jaarlijks. Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Feitelijke data Bedrag Gefietste / gewandelde km.

16 Pagina , , , , , , , , Toelichting -. Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Uit de cijfers blijkt dat er een stijgende lijn zit in het aantal gefietste kilometers. T.o.v wordt al bijna 50% meer met de fiets of te voet naar het werk gekomen. In 2013 is er iets minder gefietst dat in Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing De gemeente probeert het met de fiets en te voet naar het werk komen zoveel mogelijk te stimuleren. Niet enkel via de vergoeding, maar ook via andere acties en campagnes zoals Mijn Korte Ritten, fietsontbijt, Er werken steeds meer mensen van buiten de gemeente bij de gemeente. Voor hen is het moeilijker om veel met de fiets naar het werk te komen, omwille van de langere reistijd. Blijvend sensibiliseren naar inwoners en personeel. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail:

17 Pagina Totale hoeveelheid huishoudelijk afval Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Totale hoeveelheid huishoudelijk afval. Totale hoeveelheid aangeboden hoeveelheid huishoudelijke en gelijkgestelde afvalstoffen, met een onderscheid naar gemengd huisvuil (restfractie), grofvuil, gemeentevuil en selectief ingezamelde fracties berekend per inwoner en per jaar. Kilogram afval per inwoner per jaar. (kg/inw/jr) Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Leefmilieu - Afval Afvalstoffenbeheer Iedereen wordt dagelijks met afval geconfronteerd. Voor de huishoudens houdt het probleem meestal op met het op tijd en stond buiten zetten van hun restafval, PMD, glas- en papierafval, of naar het containerpark brengen van hun KGA en grofvuil. Het probleem is echter veel complexer dan dat. Grote hoeveelheden afval moeten opgehaald en verwerkt worden en de uiteindelijke verwijdering van de afvalstoffen (verbranden en storten) brengt tal van milieuproblemen met zich mee (verlies van grondstoffen en energie, emissies naar bodem, water en lucht, ruimtebeslag). In de verschillende opties inzake afvalbeheer is een voorkeursrangorde aangebracht nl.: de ladder van Lansink. Deze rangorde geeft een algemene aanduiding van hun relatieve milieuhygiënische voor- en nadelen: 1. Preventie; 2. (Product)hergebruik; 3. Recyclage en compostering; 4. Verbranden met een hoog energierendement. 5. Verbranden. 6. Storten. Het voorkomen van afvalstoffen is het belangrijkste doel in het afvalstoffenbeleid, immers wat niet moet verwerkt worden kan ook niet voor problemen zorgen. De afvalstoffen die vervolgens ontstaan, dienen zoveel mogelijk te worden gerecupereerd. Hiermee wordt hergebruik, recyclage en compostering bedoeld. Op die manier blijven producten en grondstoffen binnen de stofkringloop. De afvalstoffen die niet kunnen worden voorkomen of gerecupereerd, dienen op de meest milieuvriendelijke manier te worden verwijderd, waarbij het verbranden (met energieterugwinning) de voorkeur verdient boven storten. Afval Het afvalpreventieplan dat door IGEAN werd opgemaakt, i.o.v. de gemeente Wuustwezel, werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni De verschillende actiepunten die in dit plan aan bod komen zijn: 1. Thuiscomposteren; 2. Anti-reclame stickers;

18 Pagina 18 Gemeentelijke beleidsdoelstelling 3. Sensibilisering via gemeentelijke informatiekanalen; 4. Kippenactie; 5. Afvalpreventie naar scholen; 6. Afvalpreventie andere doelgroepen; 7. Actie boodschappentas; 8. Afvalvoorkoming op evenementen. De gemeente wenst in te blijven spelen op afvalpreventie en het sorteren van het afval. Op deze wijze wil de gemeente als eerste ervoor zorgen om de hoeveelheid afval zo klein mogelijk te maken. Daarnaast wilt de gemeente dat het onvermijdelijke afval, zo goed mogelijk wordt gesorteerd, zodat er een optimale recyclage mogelijk is. Relatie tot het gewestelijke beleid Indicator op gewestelijk niveau Beleidsdoelstelling op gewestelijk niveau Bron MINA plan 4. De totale hoeveelheid afval primair geproduceerde bedrijfsafvalstoffen. De totale hoeveelheid afval - geproduceerde huishoudelijke afvalstoffen. Totale hoeveelheid niet-selectief aangeboden bedrijfsafval. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid gestorte nietbrandbare bedrijfsafvalstoffen. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval (restafval). In 2015 is de milieudruk als gevolg van afvalproductie en verwerking verminderd: De totale hoeveelheid afval is niet meer toegenomen. De totale hoeveelheid niet selectief aangeboden bedrijfsafval daalt. De hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval is verminderd. De hoeveelheid gestorte niet-brandbare bedrijfsafvalstoffen is verminderd. Maximaal stimuleren van reclyclage van afvalstoffen. Voor de niet te vermijden lekstromen de meest performante verwerkingsmethode gebruiken. Data Dataleverancier Primaire databron : - Intercommunale Igean; - gegevens ophaal en verwerkingsfirma's; - eigen gegevens; - inwoners: bevolkingsregister. Secundaire databron: Jaarlijkse inventarisatie van de OVAM op basis van door gemeenten ingediende gegevens in de afvalstoffenenquete. Jaarlijks publiceert OVAM een Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen. Dit omvat een overzicht van alle huishoudelijke afvalstoffen en de vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen ingezameld door of in opdracht van de 308 Vlaamse gemeenten. De cijfers geven een overzicht van de hoeveelheid restafval, de selectieve en totale hoeveelheid

19 Pagina 19 Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Cijfers beschikbaar vanaf De statistieken bestaan over het algemeen lang genoeg om evoluties in de tijd aan te duiden. Toch moet rekening gehouden wordt met volgende gebeurtenissen die het totale gewicht aan restafval kunnen beïnvloeden: Begindatum van de selectieve ophaling bracht over het algemeen een sterke daling mee van de hoeveelheid restafval aangeboden door de inwoners. De selectieve ophaling van groenafval is meestal van een recentere datum en betekent een verdere daling van de hoeveelheid restafval. De hoeveelheid gemeentevuil binnen de restfractie is sterk afhankelijk van het aantal evenementen, markten, veegbeurten straten, Wijzigingen in de prijs van de zak voor restafval blijken een evenredig effect te hebben op de hoeveelheid aangeboden restafval. De wijze waarop huishoudelijk afval wordt verwerkt, verschilt naargelang het gaat om selectief of niet selectief ingezameld afval. Al het niet selectief ingezameld afval gaat richting verbrandingsinstallaties en stortplaatsen. De selectieve inzameling van huishoudelijk afval daarentegen heeft tot doel materiaal aan te bieden voor hergebruik, compostering of recyclage, met uitzondering van bv. KGA dat deels ook omwille van een ecologisch verantwoorde verwijdering apart wordt ingezameld. Toch komt een hoeveelheid van het selectief ingezamelde afval niet voor deze verwerkingswijzen in aanmerking, wegens vervuiling door bepaalde componenten. Andere wijzigingen in het afvalbeleid: voorbeeld promotie van 'afvalkippen', Dataverzameling en verwerking wordt door OVAM georganiseerd en gecontroleerd, wat vergelijking tussen de gemeenten in principe perfect mogelijk maakt. Toch moet rekening gehouden worden met volgende factoren vooraleer gemeenten met elkaar te vergelijken: Net zoals er zich binnen de gemeente verschuivingen in de tijd kunnen voordoen, bestaan er tussen de gemeenten belangrijke basisverschillen; Zoals vermeld in het vigerende uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen', wordt voor restafval en voor selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen bij een beperkt aantal gemeenten een correctiefactor toegepast voor studenten, toeristen, Voor zover er geen aparte registratie bij de ophaling gebeurt van het restafval dat niet afkomstig is van particulieren (aparte ophaalronde, geautomatiseerd informatiesysteem) omvat het aantal kg 'huishoudelijk' restafval in de praktijk alle restafvalstoffen die de facto door of in opdracht van gemeenten worden ingezameld. Dit afval is hoofdzakelijk afkomstig van particuliere huishoudens. Maar het kan ook afkomstig zijn uit de publieke ruimte (zwerfvuil, marktvuil, afval van evenementen, ), van kantoren, winkels, landbouwers, voor zover het vergelijkbare afvalstoffen betreft die samen met de huishoudelijke werden ingezameld. Vooral in plattelandsgemeenten wordt nog veel aan

20 Pagina 20 Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie thuisverbranding in open lucht gedaan. Maar ook in steden 'verdwijnt' nog heel wat restafval via zogenaamde allesbranders. Tussen de gemeenten bestaan belangrijke verschillen in intensiteit van de controles op of sensibilisatie rond deze fenomenen. De problemen veroorzaakt door een afvalstof worden niet alleen bepaald door de hoeveelheid afvalstof, maar ook door de samenstelling (fysische en chemische eigenschappen) en het beheer (opslag, transport, verwerking) van die afvalstof. Grote hoeveelheden ongevaarlijk afval kunnen minder problemen veroorzaken dan kleine hoeveelheden gevaarlijk afval. Anderzijds kan het verwerken van ongevaarlijk afval aanleiding geven tot de vorming van gevaarlijke stoffen, afhankelijk van de procesvoering. Alle Vlaamse gemeenten zijn verplicht om de jaarlijkse afvalstoffenenquête in te vullen waarin gepeild wordt naar de afvalstoffengegevens van het afgelopen jaar. De gemeenten zijn niet verplicht om het afval van kleine ondernemingen in te zamelen, maar ze kunnen hun systemen voor gescheiden inzameling openstellen voor vergelijkbaar bedrijfsafval dat wat betreft aard, samenstelling en hoeveelheid vergelijkbaar is met huishoudelijke afvalstoffen. De gemeenten worden aangemoedigd om dit bedrijfsafval zo goed mogelijk afzonderlijk te registreren. Sommige gemeenten trachten zelf in te schatten hoe groot het aandeel van het vergelijkbaar bedrijfsafval is. Dit doen ze door via een steekproef in de gemeente het gemiddeld gewicht van een recipiënt te bepalen. De methode hiervoor moet goedgekeurd zijn door OVAM. De geschatte hoeveelheid vergelijkbaar bedrijfsafval wordt dan niet meegeteld bij het huishoudelijk afval. Sommige gemeenten hebben een aparte ophaalronde voor het vergelijkbaar bedrijfsafval of maken gebruik van het DIFTAR-systeem. Dit wordt dan ook niet meegeteld bij het huishoudelijk afval. Voor sommige gemeenten is het niet mogelijk om aan te geven wat het aandeel van het bedrijfsafval is. Het cijfer voor huishoudelijk afval bevat daarom steeds een fractie bedrijfsafval. Sinds september 2007 is er een nieuwe methode om de hoeveelheid bedrijfsafval te schatten. De OVAM heeft zelf een studie laten uitvoeren om het gemiddeld gewicht van verschillende types recipiënten te bepalen (afvalzakken, kleine en grote rolcontainers). Alhoewel we van alle Vlaamse gemeenten cijfers hebben, wil dit niet zeggen dat het geen schattingen zijn. Zo bestaat er onzekerheid over huishoudelijk afval dat niet via de gemeente opgehaald wordt. Samengestelde indicator die de totale hoeveelheid afval in al zijn componenten analyseert en daarenboven de afvalpreventie probeert te meten: hoeveelheid restafval, hoeveelheid afval afkomstig van sluikstorten en zwerfvuil, hoeveelheid klein gevaarlijk afval, omzet kringloopcentra, Verontreiniging veroorzaakt door afvalverwerkingsbedrijven. Jaarlijks. Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Feitelijke data Jaar Kg/inwoner , ,89

21 Pagina , , , , , , ,42 Toelichting Nog geen definitieve gegevens. Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen Uit deze cijfers blijkt dat de mensen zich steeds meer bewust zijn van het afval dat ze produceren. Daarom proberen ze dit zoveel mogelijk te beperken. Ook blijkt uit de cijfers dat er een verder doorgedreven sortering plaats vindt, waardoor ook de mate voor hergebruik is toegenomen. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing Door het verder doorvoeren van het DIFTAR-systeem zien we dat de mensen steeds beter gaan sorteren en er ook wordt gezocht naar alternatieven, zoals bijvoorbeeld composteren, kippen, Vaak worden er nog vuilzakken aangeboden met materialen in die niet in desbetreffende vuilzak thuishoren. Daarnaast wordt er ook nog veel gesluikstort. Blijvend sensibiliseren naar alle inwoners toe. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail:

22 Pagina Hoeveelheid niet-recupereerbaar huishoudelijk afval per inwoner per jaar. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Hoeveelheid niet-recupereerbaar huishoudelijk afval per inwoner per jaar. Dit is het totale gewicht aan restafval per inwoner per jaar of nog genoemd de terminaal te verwijderen afvalstoffen (te storten of verbranden). (Niet selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen). Dit bestaat uit verschillende afvalstoffen: De totale hoeveelheid aangeboden gemengd huisvuil ingezameld via ophaling en containerpark; Het sorteerresidu dat uit het PMD-afval verwijderd wordt; Het niet-recupereerbaar grofvuil afkomstig van huishoudens; Het gemeentevuil bevat volgende te verwijderen afvalstoffen: marktafvalstoffen, straat- en veegvuil, afval van de werking van de gemeentelijke diensten (kantoorafval, kantineafval, kerkhofafval,...), strandafval, afval van recipiënten tegen de bestrijding van zwerfvuil, opruiming van sluikstorten, verontreinigd wegbermmaaisel, gemengd gemeenteafval ingezameld in containers. Het omvat niet: 1. Riool- en kolkenslib, afval van de afbraak van kunstwerken, wegen, gebouwen, afval van de gemeentelijke werkplaatsen; 2. Plantsoenafval en gemeentelijk groenafval; 3. Slib van septische putten; 4. Reinigingsmateriaal van waterlopen, grachtafval. Kilogram per inwoner per jaar. (kg/inw/jr) Situering Beleidsdomein Bekommernis Leefmilieu Afval Afvalstoffenbeheer Iedereen wordt dagelijks met afval geconfronteerd. Voor de huishoudens houdt het probleem meestal op met het op tijd en stond buiten zetten van hun restafval, PMD, glas- en papierafval, of naar het containerpark brengen van hun KGA en grofvuil. Het probleem is echter veel complexer dan dat. Grote hoeveelheden afval moeten opgehaald en verwerkt worden en de uiteindelijke verwijdering van de afvalstoffen (verbranden en storten) brengt tal van milieuproblemen met zich mee (verlies van grondstoffen en energie, emissies naar bodem, water en lucht, ruimtebeslag). In de verschillende opties inzake afvalbeheer is een voorkeursrangorde aangebracht nl.: de ladder van Lansink. Deze rangorde geeft een algemene aanduiding van hun relatieve milieuhygiënische voor- en nadelen: 1. Preventie; 2. (Product)hergebruik; 3. Recyclage en compostering; 4. Verbranden met een hoog energierendement. 5. Verbranden. 6. Storten.

23 Pagina 23 Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Gemeentelijke beleidsdoelstelling Het voorkomen van afvalstoffen is het belangrijkste doel in het afvalstoffenbeleid, immers wat niet moet verwerkt worden kan ook niet voor problemen zorgen. De afvalstoffen die vervolgens ontstaan, dienen zoveel mogelijk te worden gerecupereerd. Hiermee wordt hergebruik, recyclage en compostering bedoeld. Op die manier blijven producten en grondstoffen binnen de stofkringloop. De afvalstoffen die niet kunnen worden voorkomen of gerecupereerd, dienen op de meest milieuvriendelijke manier te worden verwijderd, waarbij het verbranden (met energieterugwinning) de voorkeur verdient boven storten. Afval De fracties die ingezameld worden via de huis-aan-huisinzameling, of op het recyclagepark worden verwerkt volgens het principe van de ladder van Lansink. Het gemeentebestuur streeft naar een vermindering van de hoeveelheid terminaal te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen. Deze verwijderingmethoden (storten, verbranden) zijn namelijk zeer milieubelastend. Men wil max. 150 kg/inw/jaar. Dit is terug te vinden in zowel de Samenwerkingsovereenkomst als in het gemeentelijk milieubeleidsplan Relatie tot het gewestelijke beleid Indicator op gewestelijk niveau Beleidsdoelstelling op gewestelijk niveau Bron MINA plan 4 De totale hoeveelheid afval primair geproduceerde bedrijfsafvalstoffen. De totale hoeveelheid afval - geproduceerde huishoudelijke afvalstoffen. Totale hoeveelheid niet-selectief aangeboden bedrijfsafval. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid gestorte nietbrandbare bedrijfsafvalstoffen. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval (restafval). In 2015 is de milieudruk als gevolg van afvalproductie en verwerking verminderd: De totale hoeveelheid afval is niet meer toegenomen. De totale hoeveelheid niet selectief aangeboden bedrijfsafval daalt. De hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval is verminderd. De hoeveelheid gestorte niet-brandbare bedrijfsafvalstoffen is verminderd. Data Dataleverancier Primaire databron : - Intercommunale Igean; - gegevens ophaal en verwerkingsfirma's; - eigen gegevens; - inwoners: bevolkingsregister. Secundaire databron:

24 Pagina 24 Jaarlijkse inventarisatie van de OVAM op basis van door gemeenten ingediende gegevens in de afvalstoffenenquete. Jaarlijks publiceert OVAM een Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen. Dit omvat een overzicht van alle huishoudelijke afvalstoffen en de vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen ingezameld door of in opdracht van de 308 Vlaamse gemeenten. De cijfers geven een overzicht van de hoeveelheid restafval, de selectieve en totale hoeveelheid huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Cijfers beschikbaar vanaf Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte De statistieken bestaan over het algemeen lang genoeg om evoluties in de tijd aan te duiden. Toch moet rekening gehouden wordt met volgende gebeurtenissen die het totale gewicht aan restafval kunnen beïnvloeden: Begindatum van de selectieve ophaling bracht over het algemeen een sterke daling mee van de hoeveelheid restafval aangeboden door de inwoners. De selectieve ophaling van groenafval is meestal van een recentere datum en betekent een verdere daling van de hoeveelheid restafval. De hoeveelheid gemeentevuil binnen de restfractie is sterk afhankelijk van het aantal evenementen, markten, veegbeurten straten, Wijzigingen in de prijs van de meestal grijze zak voor restafval blijken een evenredig effect te hebben op de hoeveelheid aangeboden restafval. De wijze waarop huishoudelijk afval wordt verwerkt, verschilt naargelang het gaat om selectief of niet selectief ingezameld afval. Al het niet selectief ingezameld afval gaat richting verbrandingsinstallaties en stortplaatsen. De selectieve inzameling van huishoudelijk afval daarentegen heeft tot doel materiaal aan te bieden voor hergebruik, compostering of recyclage, met uitzondering van bv. KGA dat deels ook omwille van een ecologisch verantwoorde verwijdering apart wordt ingezameld. Toch komt een hoeveelheid van het selectief ingezamelde afval niet voor deze verwerkingswijzen in aanmerking, wegens vervuiling door bepaalde componenten. Andere wijzigingen in het afvalbeleid: voorbeeld promotie van 'gouden afvalkippen', Dataverzameling en verwerking wordt door OVAM georganiseerd en gecontroleerd, wat vergelijking tussen de gemeenten in principe perfect mogelijk maakt. Toch moet rekening gehouden worden met volgende factoren vooraleer gemeenten met elkaar te vergelijken: Net zoals er zich binnen de gemeente verschuivingen in de tijd kunnen voordoen, bestaan er tussen de gemeenten belangrijke basisverschillen; Zoals vermeld in het vigerende Uitvoeringsplan Huishoudelijke afvalstoffen, wordt voor restafval en voor selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen bij een beperkt aantal gemeenten een correctiefactor toegepast voor studenten, toeristen, Voor zover er geen aparte registratie bij de ophaling gebeurt van het restafval dat niet afkomstig is van particulieren (aparte ophaalronde, geautomatiseerd informatiesysteem) omvat het aantal kg 'huishoudelijk' restafval in de praktijk alle restafvalstoffen die de facto door of in opdracht van gemeenten worden ingezameld. Dit afval is hoofdzakelijk afkomstig van

25 Pagina 25 Validiteit Complementaire indicatoren Rapporteringfrequentie particuliere huishoudens. Maar het kan ook afkomstig zijn uit de publieke ruimte (zwerfvuil, marktvuil, afval van evenementen, ), van kantoren, winkels, landbouwers, voor zover het vergelijkbare afvalstoffen betreft die samen met de huishoudelijke werden ingezameld. Vooral in plattelandsgemeenten wordt nog veel aan thuisverbranding in open lucht gedaan. Maar ook in steden 'verdwijnt' nog heel wat restafval via zogenaamde allesbranders. Tussen de gemeenten bestaan belangrijke verschillen in intensiteit van de controles op of sensibilisatie rond deze fenomenen. Een dalende trend restafval wijst op daling van de noodzaak tot storten of verbranden en dus tot meer duurzaamheid. Storten van afval kan immers leiden tot bodem- en waterverontreiniging met negatieve gevolgen voor mens en natuur. Afvalverbranding wordt vaak geassocieerd met gevaren voor de gezondheid, vooral door de potentiële uitstoot van kankerverwekkende stoffen zoals dioxines. Restafval betekent tevens een aanzienlijke directe kost. Maar een daling van de hoeveelheid restafval, terwijl de totale hoeveelheid afval blijft stijgen, kan betekenen dat afvalproblematiek enkel benaderd wordt via de laagste treden van de verwerkingshiërarchie geïnspireerd op de Ladder van Lansink. Voor het meest recente jaar ontbreken gegevens voor de fracties textiel, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) en kringloopafval. Deze fracties worden door OVAM bijgeschat op basis van gemiddelden. In de loop van het jaar worden de exacte gegevens over deze fracties ingevuld in de databank van OVAM. Het komt voor dat de hoeveelheid afvalstoffen die de gemeenten aan OVAM moeten rapporteren, uitgedrukt worden in m 3. OVAM rekent dit om naar kg op basis van een gemiddeld soortelijk gewicht. Voor het berekenen van de hoeveelheid afval per inwoner worden de inwonersaantallen van 1 januari van het daaropvolgende jaar gebruikt. Samengestelde indicator die de totale hoeveelheid afval in al zijn componenten analyseert en daarenboven de afvalpreventie probeert te meten: totale hoeveelheid afval, hoeveelheid afval afkomstig van sluikstorten en zwerfvuil, hoeveelheid klein gevaarlijk afval, omzet kringloopcentra, Jaarlijks. Laatste rapportering Volgende rapportering 2014 Feitelijke data Jaar Kg/inwoner , , , , , , ,649

26 Pagina 26 Toelichting , , , Nog geen definitieve gegevens. Interpretatie van de gegevens Vergelijking met doelstellingen In de gemeente daalt de hoeveelheid restafval gestaag. In 2007 en in 2011 was er een kleine stijging waar te nemen. In 2011 is dit voor een deel mee te verklaren door de luiers die in het restafval moesten worden gedaan. Momenteel is Wuustwezel de gemeente met het laagste cijfer in het werkingsgebied van IGEAN. Verklaring Knelpuntenanalyse Oplossing Als je kijkt naar het dalend getal en daarbij ook rekening houdt met het dalende cijfer van het totaal huishoudelijk afval, dan kunnen we melden dat niet alleen het totaal huishoudelijk afval afneemt, maar dat de mensen ook steeds meer sorteren. Vaak worden er nog vuilzakken aangeboden met materialen die niet in de desbetreffende vuilzak thuishoren. Daarnaast wordt er ook nog veel gesluikstort. Blijvende sensibilisatie naar de inwoners toe. Administratief Contactgegevens Datum 19 mei Duurzaamheidsambtenaar Mariska Raeymakers Mariska Raeymakers, Tel.: , Mail:

27 Pagina Selectief ingezamelde afvalfracties m.u.v. groenafval, bouw- en sloopafval, houtafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten/ inwoner/jaar. Indicatorgegevens Definitie Meeteenheid Selectief ingezamelde afvalfracties m.u.v. groenafval, bouw- en sloopafval, houtafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten/ inwoner/jaar. Hoeveelheid huishoudelijk afval dat selectief wordt ingezameld. Kilogram afval per inwoner per jaar (kg/inwoner/jaar). Situering Beleidsdomein Bekommernis Relatie tot de SO Situering in het lokale beleid Leefmilieu - Afval Afvalstoffenbeheer Iedereen wordt dagelijks met afval geconfronteerd. Voor de huishoudens houdt het probleem meestal op met het op tijd en stond buiten zetten van hun restafval, PMD, glas- en papierafval, of naar het containerpark brengen van hun KGA en grofvuil. Het probleem is echter veel complexer dan dat. Grote hoeveelheden afval moeten opgehaald en verwerkt worden en de uiteindelijke verwijdering van de afvalstoffen (verbranden en storten) brengt tal van milieuproblemen met zich mee (verlies van grondstoffen en energie, emissies naar bodem, water en lucht, ruimtebeslag). In de verschillende opties inzake afvalbeheer is een voorkeursrangorde aangebracht nl.: de ladder van Lansink. Deze rangorde geeft een algemene aanduiding van hun relatieve milieuhygiënische voor- en nadelen: 1. Preventie; 2. (Product)hergebruik; 3. Recyclage en compostering; 4. Verbranden met een hoog energierendement. 5. Verbranden. 6. Storten. Het voorkomen van afvalstoffen is het belangrijkste doel in het afvalstoffenbeleid, immers wat niet moet verwerkt worden kan ook niet voor problemen zorgen. De afvalstoffen die vervolgens ontstaan, dienen zoveel mogelijk te worden gerecupereerd. Hiermee wordt hergebruik, recyclage en compostering bedoeld. Op die manier blijven producten en grondstoffen binnen de stofkringloop. De afvalstoffen die niet kunnen worden voorkomen of gerecupereerd, dienen op de meest milieuvriendelijke manier te worden verwijderd, waarbij het verbranden (met energieterugwinning) de voorkeur verdient boven storten. Afval De fracties die ingezameld worden via de huis-aan-huisinzameling, of op het recyclagepark worden verwerkt volgens het principe van de ladder van Lansink (zie ook Bekommernis). Het gemeentebestuur streeft naar een vermindering van de hoeveelheid terminaal te verwijderen huishoudelijke afvalstoffen. Deze verwijderingmethoden

28 zijn namelijk zeer milieubelastend (storten, verbranden). Daarom tracht ze de hoeveelheid selectief ingezameld afval zo hoog mogelijk te krijgen. Gemeentelijke beleidsdoelstelling Een zo hoog mogelijk cijfer voor het selectief ingezamelde hoeveelheid. Pagina 28 Relatie tot het gewestelijke beleid Indicator op gewestelijk niveau Beleidsdoelstelling op gewestelijk niveau Bron MINA plan 4 De totale hoeveelheid afval primair geproduceerde bedrijfsafvalstoffen. De totale hoeveelheid afval - geproduceerde huishoudelijke afvalstoffen. Totale hoeveelheid niet-selectief aangeboden bedrijfsafval. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid gestorte nietbrandbare bedrijfsafvalstoffen. Eindverwerking van afvalstoffen hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval (restafval). In 2015 is de milieudruk als gevolg van afvalproductie en verwerking verminderd: De totale hoeveelheid afval is niet meer toegenomen. De totale hoeveelheid niet selectief aangeboden bedrijfsafval daalt. De hoeveelheid definitief verwijderd huishoudelijk afval is verminderd. De hoeveelheid gestorte niet-brandbare bedrijfsafvalstoffen is verminderd. Data Dataleverancier Primaire databron : Vergelijkbaarheid in de tijd en ruimte - Intercommunale Igean; - gegevens ophaal en verwerkingsfirma's; - eigen gegevens; - inwoners: bevolkingsregister. Secundaire databron: Jaarlijkse inventarisatie van de OVAM op basis van door gemeenten ingediende gegevens in de afvalstoffenenquete. Jaarlijks publiceert OVAM een Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen. Dit omvat een overzicht van alle huishoudelijke afvalstoffen en de vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen ingezameld door of in opdracht van de 308 Vlaamse gemeenten. De cijfers geven een overzicht van de hoeveelheid restafval, de selectieve en totale hoeveelheid huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Cijfers beschikbaar vanaf De statistieken bestaan over het algemeen lang genoeg om evoluties in de tijd aan te duiden. Toch moet rekening gehouden wordt met volgende gebeurtenissen die het totale gewicht aan restafval kunnen beïnvloeden: Begindatum van de selectieve ophaling bracht over het algemeen een sterke daling mee van de hoeveelheid restafval aangeboden door de inwoners.