Een onderzoek naar fouten die leerlingen maken bij het uitvoeren van een leertaak.

Transcriptie

1

2 Programma overzicht Wat is een foutenanalyse? Doel foutenanalyse Voorwaarden Statistische & didactische analyse Diagnostisch gesprek Rekenen-wiskunde Taal

3 Een onderzoek naar fouten die leerlingen maken bij het uitvoeren van een leertaak.

4 Inzicht krijgen in de oorzaken van bepaalde fouten die leerlingen maken

5 tekort aan parate kennis ontbreken van nauwkeurigheid tekort aan methodisch denken verkeerde interpretatie wat schort aan de instructie

6 Kennis van de leerlijnen van de methode (Opbouw van de leerstof per leerjaar) Kennis van de meest gehanteerde oplossingsmethode(n)

7 Statistische analyse (kwantitatief) onderzoek naar hoeveelheid/frequentie van fouten Didactische analyse (kwalitatieve) onderzoek naar soort (type) fouten en de oorzaken daarvan.

8 Aftrekken tot optellen tot Onder elkaar vermenigvuldig en Getalstructuur Metriekstelsel: gewichtsmate n Geldrekenen Klokkijken Gelijknamig maken Vereenvoudig en Breuk omzetten in decimaal getal en omgekeerd Statistische analyse Subdomeinen Elementaire operaties Meten Breuken en decimalen Opgave Leerling 1 Rachel X X 2 2 Patrick X X X X X 5 3 Mercedes 0 4 Aniel X X X 3 5 Ruth X X 2 6 Patricia X 1 7 Wilma X X X X X X X X 8 Totaal aantal fouten Totaal

9 Klassikaal Welke type opgaven hebben voor de meeste leerlingen problemen opgeleverd? Wat zijn de oorzaken hiervan? Individueel Welke leerlingen de meeste en opmerkelijke fouten hebben gemaakt Wat zijn de oorzaken hiervan?

10 Inzicht krijgen in de onjuiste gedachtengang Redenering en handeling leerling Wat kent/kan de leerling al?

11 Hoe ga je dit uitrekenen of oplossen? Hoe heb je dit uitgerekend of opgelost? Welke oplossingsmanier heb je bedacht? Teken dit of schrijf het op? Kun je me uitleggen waarom je zegt dat? Waarom doe je het zo? Wat vind je hiervan makkelijk? Wat vind je hiervan moeilijk?

12 Rekenen-wiskunde Goed zo, ga maar door Mitchel! Dat is 2x

13 Na de repetitie/toets Identificeren en categoriseren van de fouten Aangeven van mogelijke oorzaken Handelingsplan (plan van aanpak) klassikaal, in groepsverband, individueel;diagnostisch gesprek

14 De leerkracht start met de som De leerling: - lost de som op - vertelt hoe zij/hij de som heeft opgelost De leerkracht: -krijgt inzicht in de gedachtengang en oplossingsstrategie van het kind -biedt een makkelijke oplossingsstrategie aan, -maakt gebruik van contexten en modellen -geeft oefenstof

15

16

17 Voorbeeld van een individuele foutenanalyse Naam: Mayra Subdomein Opdracht Goede (G) en foute (F) antwoord Welke fout(en) heeft u geconstateerd? Hoe komt het volgens u? (na een diagnostisch gesprek) Wat kunt u doen om de leerling de fout voortaan niet meer te laten maken? Klokkijken: tijdsduur Papa gaat naar Nickerie. Hij vertrekt om kwart over negen s morgens en komt aan om tien over twee s middags. Hoe lang doet hij over de weg? F u u u G. 14u en 10min. - 9u en 15min u en 70min. - 9u en 15min. 4u en 55min. -foute aanpak bij het maken van de som. -trekt af als bij een gewone bewerking bij het inwisselen* - het gaat om de tijdsduur -1 uur wordt omgezet in 10, wat staat voor 100 minuten i.p.v. 6 wat staat voor 60 min. Er is sprake van verwarring tussen tijd en de tijdsduur als de uitwerking wordt geanalyseerd. -laat zien dat het bij het berekenen van de tijdsduur belangrijk is de uren en de minuten helemaal uit te schrijven, zodat verwarring wordt voorkomen. -laat inzien dat 1u=60min. -laat oefenen met soortgelijke sommen Onder elkaar optellen t/m F G telt steeds 1 minder. - telt nog steeds op de vingers en begint vanaf 9 door te tellen. Dus 9, 10,11, 12, 13. Zo ook bij heeft tellen over het tiental niet geautomatiseerd. -geeft opteloefeningen over het tiental, door eerst aan te vullen tot 10, waarbij het tweede getal gesplitst wordt en daarna de rest in n keer erbij geteld wordt. 9 +5= = 14 -geeft oefeningen om dit uit het hoofd te doen.

18 De vijf vuistregels bij rekenen-wiskunde Luisteren en begrijpen Inzicht geven Context of model gebruiken Tafels oefenen Hoofdrekenen

19 Inzicht in het getoetste onderdeel Benoemen van soorten gemaakte fouten Nadruk leggen op fouten die te maken hebben met het getoetste onderdeel

20 Toevoeging (belangerijk i.p.v. belangrijk) Weglating (voebal i.p.v. voetbal) Vervanging ( klijn i.p.v. klein) Inversie (poesten i.p.v. poetsen) Fouten voortvloeiend uit de spreek- en moedertaal (vetrekken i.p.v. vertrekken en die meisje i.p.v. dat meisje)

21 Begrijpend lezen

22 Betekenisvraag Opzoekvraag Verwijsvraag Hoofdzaakvraag Structuurvraag

23 De leerkracht: - identificeert en categoriseert de fouten - geeft de mogelijke oorzaken aan - maakt een handelingsplan (plan van aanpak) Geeft advies om bv. beter te lezen Biedt gerichte oefenstof aan Stimuleert leerlingen om aan zelfreflectie te doen