PROGRAMMA EN ABSTRACTS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROGRAMMA EN ABSTRACTS"

Transcriptie

1 PROGRAMMA EN ABSTRACTS 3 e SYMPOSIUM 1 E LUSTRUM STICHTING BAARMOEDERHALSKANKER- PREVENTIE OOST Donderdag, 8 november 2001 Papendal, Arnhem

2 Inhoudsopgave: Voorwoord... 3 Algemene informatie... 4 Programma... 5 Abstracts... 6 Lijst met sprekers/voorzitter

3 VOORWOORD A. Hanselaar Door de introductie van bevolkingsonderzoeken in de westerse landen is een sterke reductie van de incidentie en mortaliteit van baarmoederhalskanker opgetreden. In de tweede helft van de negentiger jaren is het Nederlandse bevolkingsonderzoek gereorganiseerd. Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhals-kanker wordt nu in geheel Nederland uitgevoerd. De uitvoering van het bevolkingsonderzoek is in handen van regionale screenings-organisaties. In de besturen en stuurgroepen van deze screenings-organisaties, hebben leden zitting die als huisartsen, gynaecologen, pathologen, GGD-artsen of bij het integrale kankercentrum in de regio werkzaam zijn. De Stichting Baarmoederhalskankerpreventie Oost is één van de twaalf screeningsorganisaties in het land. Tijdens het derde symposium van deze Stichting Oost wordt stilgestaan bij nieuwe ontwikkelingen rond het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Voor de pauze betreft dit de ontwikkeling van richtlijnen, enerzijds centraal gecoördineerd geformuleerd worden en anderzijds aansluiten bij nieuwe inzichten in diagnostische mogelijkheden zoals automatische screening, suspensiecytologie en HPVdetectie. Na de pauze komen de nieuwe ontwikkelingen in de kwaliteit van het diagnostisch proces in de huisartsenpraktijk en bij de gynaecoloog aan bod. Wij wensen u een leerzaam symposium toe. Namens het organiserend comité, Dr. A.G.J.M. Hanselaar Regionaal Coördinerend Patholoog Oost 3

4 ALGEMENE INFORMATIE Accreditatiepunten Huisartsen : 2,5 uur Gynaecologen : 2 punten Praktijkassistenten : deelnamecertificaat Pathologen : 3 punten Cytologisch analisten : 3 uur Doelgroep Het symposium is bedoeld voor huisartsen, praktijk-assistenten, pathologen, analisten, gynaecologen en artsen van GGD en en van de Kankercentra. Daarnaast ook voor arts-assistenten in opleiding en overige geïnteresseerden. Organiserend comité Dr A.G.J.M. Hanselaar, voorzitter Mr J.A. Hupkes Mw E.A.M. Mulders Mw M.R.J. Salet Drs C.P.T. Schijf Drs A.G. Siebers Mw J.E.M. Vedder Mw S.W.G.M.D. Witkamp 4

5 PROGRAMMA uur Ontvangst met koffie en broodjes uur Opening A. van der Linden uur Richtlijnen voor een bevolkingsonderzoek A. Boer Nieuwe ontwikkelingen I Voorzitter: A. Hanselaar uur Inleiding en introductie van de industriële exhibities A. Hanselaar uur Dunne laag cervixcytologie, is het nu echt beter? P. Klinkhamer uur De screening geautomatiseerd: resultaten uit de literatuur H. Doornewaard uur HPV, wat doen we ermee? J. Broekman uur Pauze Nieuwe ontwikkelingen II Voorzitter: C. Schijf uur Follow-up van cervixuitstrijkjes in de huisartsenpraktijk: effectiviteit van twee reminder-systemen R. Hermens uur Kwaliteit uitstrijk praktijk-assistenten H. Verblackt uur Digitale colposcopie; het nieuwe antwoord op een afwijkende cervix- uitstrijk E. Hopman Afsluiting Met een drankje en hapje 5

6 ABSTRACTS 6

7 Richtlijnen in het bevolkingsonderzoek B. Boer Bevolkingsonderzoek is fundamenteel anders dan individuele gezondheids-zorg. Er is sprake van een op het populatieniveau aangeboden interventie, waarvan de winst en schade (slechts) over individuen binnen de populatie ongelijk verdeeld zijn en slechts op populatieniveau zijn vast te stellen. Bovendien is er meestal geen spontane vraag om deze zorg, in veel gevallen komt de vraag juist niet uit de deelpopulatie die er het meest baat bij zou hebben (cervixscreening). De preventieve interventie wordt aangeboden aan een deelpopulatie die aan bepaalde, tevoren zorgvuldig vastgestelde kenmerken voldoet. Deze populatie wordt als groep aan de interventie blootgesteld. Binnen de uitvoering van een screeningsprogramma is dan ook weinig ruimte voor individuele variatie in uitvoering. Variaties worden tevoren gedefinieerd en de condities daarvoor eveneens. Preventie is dus geen maatwerk, maar confectie; daarin onderscheidt programmatische preventie zich van de curatieve zorg. De benadering van de populatie is epidemiologisch, niet casuïstisch. Voor de deelnemers aan een bevolkingsonderzoek is het grootste verschil met de overige zorg dat men meestal niet op eigen initiatief aan een programma deelneemt, dat meestal de condities en omstandigheden minder vrij worden gekozen. Vaak is de setting een andere dan de gebruikelijke, hoewel dat niet geldt voor de cervixscreening. Groter dan voor de cliënten echter zijn de verschillen voor de aanbieders van de zorg (artsen, analisten) en ook voor sturen van de zorg door instellingen en overheid. Artsen zijn per definitie casuïsistisch ingesteld en dat is maar goed ook. Maar voor screening moet je als het ware meer een routine instelling hebben: om confectie te leveren en jezelf te voegen in een programma. De overheid heeft zich meestal wel gerealiseerd dat een sturing op programma niveau nodig is (overigens niet altijd, zoals blijkt uit het beleid ten aanzien van de jeugdgezondheidszorg). Vandaar dat er een coördinatiefunctie is gecreëerd. Daarin worden de specificaties voor allerlei aspecten van een bevolkingsonderzoek vastgesteld en vervolgens bewaakt: de medische zaken, organisatie, kwaliteitsbewaking, evaluatie, informatisering, financiering en juridische aangelegenheden. De spelregels voor de uitvoering van een bevolkingsonderzoek zijn algemeen geldend. Ze zijn nodig om de verhouding van opbrengst en schade zo gunstig mogelijk te maken op het populatieniveau. Daarin is geen ruimte voor individuele variaties in techniek. Als er nieuwe technologie komt moet daarover gecoördineerde besluitvorming plaatsvinden. Wetenschappelijk onderzoe-kers stellen op populatieniveau de waarde vast van een innovatie, professionele organisaties formuleren op basis daarvan de state-of-the-art, regionale organisaties buigen zich over de praktische implicaties, de landelijke organen, stellen op basis daarvan 7

8 programmakenmerken bij. Die nauwe interactie (horizontaal en verticaal) is een voorwaarde voor een verantwoord preventie aanbod. In Nederland verloopt de samenwerking tussen verschillende groepen actores in het algemeen voortreffelijk. Alle actores in de keten: de individuele arts of analist, de regionale organisatie, de landelijke coördinatie organen en de overheid moeten zich bewust zijn van de noodzaak van spelregels: alleen zo optimaliseren we de opbrengst van deze operatie. Op een andere manier is het niet verantwoord een screeningsprogramma aan te bieden. En daarin is programmatische preventie gewone gezondheid 8

9 Dunne laag cervixcytologie, is het nu echt beter? P. Klinkhamer Sedert enkele jaren is de dunne laag cytologie internationaal aan een gestage opmars bezig binnen de cervixcytologie. In Nederland werd in samenwerking met het CBO een concensusprocedure gestart om, met gebruikmaking van zogenaamde evidence based methoden, de literatuur te evalueren. Doel daarbij was te bepalen of er voldoende argumenten zijn voor introductie van deze methoden in de cervixcytologie en vooral het bevolkingsonderzoek. Om dit te bereiken werd de diagnostische waarde van de dunne laag cytologie voor wat betreft de detectie van atypie of hoger (ASCUS+); geringe dysplasie en hoger (LSIL+) en matige dysplasie en hoger (HSIL+) vergeleken met de conventionele cytologie. De studie beperkte zich tot de twee meest gebruikte technieken in Europa: AutoCytePrep en ThinPrep. In totaal werden 136 artikelen geselecteerd met behulp van Medline, PubMed, en persoonlijke archieven. Deze werden gescreend op de aanwezigheid van een Engelstalige samenvatting, op het verschijnen in een erkend medisch tijdschrift, en op het feit dat het onderwerp van de studie cervixcytologie moet zijn gebruikmakend van ofwel AutoCytePrep of ThinPrep. De 60 overgebleven artikelen bevatten alle studies die ook waren opgenomen door grote andere internationale overzichtsstudies. Van slechts 10 van deze studies kon een complete vragenlijst worden ingevuld (4 betreffende AutoCytePrep, 6 betreffende ThinPrep). Op deze lijst stonden essentiële vragen betreffende het studieontwerp en de resultaten. Slechts in één studie was het mogelijk de absolute en relatieve sensitiviteit te berekenen. De overigen hadden een incomplete follow-up van negatieve gevallen. In deze studies werd het detectiecijfer, alsmede de relatieve sensitiviteit en specificiteit berekent. Voor wat betreft AutoCytePrep waren er indicaties dat wat betreft ASCUS+ de detectiegraad en relatieve specificiteit lager was dan de conventionele cervixcytologie. Voor wat betreft LSIL+ en HLSIL+ was geen conclusie mogelijk op grond van tegengestelde resultaten. Voor ThinPrep zijn er indicaties dat met betrekking tot ASCUS+ de methode een hogere detectie met minimaal lagere specificiteit toont vergeleken met de conventionele cytologie. Het is aannemelijk dat ThinPrep een hogere detectiecijfer met gelijkblijvende of gering lagere specificiteit heeft vergeleken met conventionele cytologie. Concluderend lijken er geen contra-indicaties om ThinPrep te gebruiken binnen de cervixcytologie in Nederland. Vooraleer landelijke invoering kan plaatsvinden dienen nadere studies naar de kosteneffectiviteit te worden verricht. Ook zouden met het AutoCytePrep systeem nadere 9

10 studies moeten worden verricht die voldoen aan de criteria welke in dit overzicht zijn gebruikt. 10

11 De screening geautomatiseerd: resultaten uit de literatuur H. Doornewaard Inleiding: Om antwoord te geven op de vraag of automatische screening zinvol ingepast kan worden in de dagelijkse praktijk van cytologisch onderzoek van baarmoederhals-afwijkingen in het kader van bevolkingsonderzoek, werd een CBO-richtlijn ontwikkeld waarin aanbevelingen, adviezen en instructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering in de Nederlandse gezondheidszorg staan. Methoden: De resultaten berusten op beoordeling van wetenschappelijk onderzoek op dit gebied (gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur tot mei 2000) door een werkgroep van ter zake kundige personen. Aan de hand van procedurevragen werd de literatuur beoordeeld en gewogen (zgn. evidence based medicine). Gebaseerd op deze uitkomst volgde een discussie en meningsvorming van de werkgroepleden, uitgedrukt in een conclusie en adviestekst. Resultaten: Voor wat betreft de literatuur tot april 1998 werden de resultaten van het rapport van een vergelijkbare Amerikaanse werkgroep gebruikt (AHCPR). Voor de periode daarna werden nog 123 manuscripten gevonden in de databestanden, waarvan uiteindelijk 1 artikel over AutoPap Primary Screening en 3 artikelen over het voormalige PAPNET systeem voldoende bewijskracht hadden om besproken te worden in de richtlijn. Conclusie: De werkgroep is van mening dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de toepassing van het AutoPap Primary Screening systeem of het PAPNET systeem zou kunnen bijdragen aan een verbetering van de detectie van afwijkingen. Advies: De werkgroep is van mening dat nader onderzoek naar de toepasbaarheid van het AutoPap systeem in Nederland zou moeten voldoen aan de eisen van evalueerbaarheid volgens de in de richtlijn gehanteerde systematiek. Voor het voormalige PAPNET systeem wordt onderzoek bemoeilijkt omdat de apparatuur niet meer nieuw kan worden gekocht en omdat de bestaande software en apparatuur niet meer onderhouden worden vanuit de fabrikant en de licentiehouder van de software. 11

12 HPV, wat doen we ermee? J. Broekman Epidemiologisch onderzoek heeft aangetoond dat langdurige aanwezigheid van bepaalde typen Humaan Papilloma Virus (HPV) in het slijmvlies van de baarmoederhals een belangrijke risicofactor vormt voor het ontstaan van baarmoederhalskanker. HPV kan met behulp van moleculair-biologische technieken (bv. PCR) in de epitheelcellen van het slijmvlies worden aangetoond. De meeste infecties met HPV zijn voorbijgaand, slechts persisterende infecties met de zogenaamde high risk typen HPV (hr-hpv) zijn geassocieerd met het ontstaan van baarmoederhalskanker. Ook is aangetoond dat langdurige infectie met deze hr-hpv kan leiden tot progressie van dysplasie van het baarmoederhals slijmvlies. Recent werd een model gepubliceerd waarin aannemelijk wordt gemaakt op welke wijze besmetting van een cel met hr-hpv zou kunnen lijden tot celproliferatie en uiteindelijk maligne ontaarding. Aangezien HPV infecties kunnen worden aangetoond in meer dan 90 % van vrouwen met baarmoederhalskanker, in ongeveer 90% bij carcinoma-in-situ en ongeveer 80% bij vrouwen met lichte of ernstige dysplasie is de vraag voor de hand liggend of het opsporen van HPV infectie kan bijdragen tot het opsporen van vrouwen met baarmoederhalskanker of voorstadia daarvan; ook dringt zich de vraag op of voor vrouwen met geen of geringe cytologische afwijken die wel een (langdurige) hr-hpv infectie hebben een ander follow-up beleid moet worden gehanteerd dan voor vrouwen die zowel cytologisch geen afwijkingen tonen als hr-hpv negatief zijn. Er zijn aanwijzingen dat het aantonen van hr-hpv bij vrouwen met afwijkende cytologie of histologisch vastgestelde dysplasie kan bijdragen aan een betere selectie voor verdere behandeling. Aan de hand van de beschikbare literatuur zal op deze vragen worden ingegaan, ook zal besproken worden of de moleculair-biologische detectie methoden voor HPV voldoende betrouwbaar en reproduceerbaar zijn om, indien dit wenselijk zou zijn, toegepast te kunnen worden in het Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker of in het vervolg onderzoek bij vrouwen met afwijkende cytologie. 12

13 Follow-up van cervixuitstrijkjes in de huisartsenpraktijk: effectiviteit van twee reminder systemen R. Hermens Inleiding Voor een effectief bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is, naast een hoge opkomst, een adequate follow-up van afwijkende en onbeoordeelbare uitstrijkjes zeer belangrijk. Echter, uit onderzoeken naar het follow-up traject van vrouwen met afwijkende en onbeoordeelbare uitstrijkjes is gebleken dat, in Nederland maar ook in andere landen, de adviezen voor vervolgonderzoek in de praktijk vaak slecht worden opgevolgd. Om de follow-up van afwijkende en onbeoordeelbare uitstrijkjes te optimaliseren zijn twee verschillende remindersystemen tussen pathologie laboratorium en huisartspraktijk - gericht op verschillende categorieën afwijkende uitstrijkjes - geïmplementeerd in twee laboratoria in Nijmegen (UMC St. Radboud en CWZ). De effectiviteit van beide systemen (afgemeten aan het aantal niet uitgevoerde vervolgonderzoeken) en de factoren in de huisartspraktijk die de implementatie van de systemen belemmerden dan wel bevorderden werden onderzocht. Methode In een gecontroleerde studie werden 171 huisartspraktijken, die hun bevolkingsonderzoek uitstrijken ter beoordeling naar één van beide laboratoria stuurden, gerandomiseerd in twee groepen: a) praktijken die een intensief remindersysteem vanuit het lab aangeboden kregen (d.w.z. reminding van alle afwijkende en onbeoordeelbare uitstrijken door het pathologie laboratorium bij het achterwege blijven van vervolgonderzoek); b) praktijken die een minder intensief remindersysteem vanuit het lab aangeboden kregen (d.w.z. reminding van alleen matig/ernstige afwijkende uitstrijken door het pathologie laboratorium bij het achterwege blijven van vervolgonderzoek). Een reminder in de vorm van een patiënt specifieke brief van laboratorium naar huisarts werd verstuurd indien er binnen de herhalingsadviestermijn plus 10 weken (adequate follow-up periode genoemd) geen vervolgonderzoek geregistreerd was. Het betrof uitstrijken van vrouwen die ingeschreven stonden in de 171 praktijken en die een afwijkende of onbeoordeelbare bevolkingsonderzoek uitstrijk hadden gedurende de periode juni 1998-juni 1999 (n=2260). In het lokale Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) werd nagegaan in hoeverre er een vervolgonderzoek geregistreerd was binnen een jaar na het bekend zijn van de uitslag van de initiële uitstrijk. Daarnaast werden bij de centrale PALGA-database uitslagen opgevraagd van het cytologisch en klinisch pathologisch onderzoek van deze vrouwen. De factoren die de implementatie van de systemen in de huisartspraktijk belemmerden dan wel bevorderden werden gemeten m.b.v. vragenlijsten aan het eind van de studieperiode. 13

14 Resultaten Uiteindelijk bleken 132 huisartspraktijken gedurende de studieperiode hun bevolkingsonderzoek uitstrijken naar de twee laboratoria gestuurd te hebben. - In het intensieve remindersysteem werd, binnen de adequate followup periode (=vóór reminding), bij 556 van de 1226 (= 45.4%) afwijkende en onbeoordeelbare uitstrijkjes geen vervolgonderzoek gevonden. In het minder intensieve systeem betrof dit 521 van de 1034 (= 50.1%) uitstrijkjes (niet significant verschil). - Eén jaar na de initiële uitstrijk bleek bij 19.2% in het intensieve systeem en 31.9% in het minder intensieve systeem geen vervolgonderzoek geregistreerd te zijn. Dit verschil was significant (p < ). Zoals verwacht betrof dit verschil met name de onbeoordeelbare tot gering afwijkende uitstrijken. Belangrijke belemmerende factoren van de deelnemende huisartspraktijken bij implementatie van de systemen betroffen onder andere hun gebrek aan registratievaardigheden, de huidige financiering, het niet geloven in de voordelen van follow-up van milde afwijkingen, en het feit dat men follow-up de verantwoordelijkheid van de vrouw vond. Conclusie Eén jaar na de initiële uitstrijk bleken in het intensieve systeem ruim 12% meer vervolgonderzoeken geregistreerd te zijn dan in het minder intensieve systeem. Dit betrof met name de onbeoordeelbare tot gering afwijkende uitstrijken. De effectiviteit van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker lijkt dus, met een weinig ingewikkelde interventie als het sturen van reminder brieven, bij afwijkende of onbeoordeelbare uitstrijken significant verbeterd te kunnen worden. 14

15 Kwaliteit uitstrijk praktijk-assistenten H. Verblackt Inleiding In de literatuur is weinig bekend over verschillen in kwaliteit van uitstrijken gemaakt door praktijk assistentes in vergelijking met uitstrijken gemaakt door huisartsen. Kant en Palm 1 beschreven een sterke verlaging van het percentage ECC- en PAP 0 na training van praktijkassistentes en huisartsen. Zij zagen een overall percentage ECCna training van respectievelijk 13% en 14%. Voordijk en Buntinx beschrijven in 2000 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een onderzoek waarbij percentage ECC- voor praktijkassistentes van 12,3 % en voor huisartsen van 7,2 % worden gevonden bij een gemiddeld landelijk percentage ECC- van 10 % Opzet Voor de huidige analyse zijn door de DHV Groot-Gelre 13 praktijken geselecteerd waar de praktijkassistentes (PASS) de patiënten in het kader van het BVO uitstrijken en 13 praktijken waar de huisarts (HA) zelf de BVO-uitstrijken uitvoert. Selectie is verricht op AGB/LISZ-code. De onderzochte periode betreft t/m Het betreft hier uitsluitend uitstrijken, gemaakt in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Overzicht van het aantal geanalyseerde uitstrijken per praktijksoort is gegeven in tabel 1. BVO PASS 3876 HA 2993 Tabel 1: aantal onderzochte uitstrijken per praktijkvorm. Resultaat Kwaliteit van de uitstrijk(st)er kan tot uitdrukking komen in de categorie Beoordeelbaarheid (B). Voor wat betreft de B-classificatie zijn er verschillende scores, welke iets zeggen over de kwaliteit van de uitstrijk(st)er. In meest algemene zin is dit het percentage B2 en B3. Nadeel is dat hier ook patiëntgebonden factoren een rol kunnen spelen (bv sterke ontsteking). Een ander veel gebruikt kwaliteitsmeetinstrument is het percentage B2j (ECC-). Ook het percentage B3 alleen wordt als kwaliteitsmeetinstrument gebruikt. Alle 3 categorieën zijn opgenomen in tabel 2. 15

16 BVO %B2/B3 %B2j % B3 Gem. lab. 14,5 % 8,7 % 1,2 % PASS 17,9 %* 11,0 %* 1,6 % * HA 14,2 % ns 8,1 % ns 1,2 % ns * significant hoger % (Χ 2 -kwadraat toets, p<0,05) Tabel 2: Percentage verminderd of niet-beoordeelbare uitstrijken door praktijkassistentes en huisartsen gerelateerd aan het gemiddelde van alle bij UMC St Radboud inzendende artsen. Om te beoordelen of het uitstrijkinstrument van invloed is geweest op bovenstaande verschillen is ook hier onderzoek naar gedaan. De verdeling van het soort uitstrijkinstrument over de 2 groepen is verdeeld zoals weergeven in tabel 3. De cervexbrush wordt significant minder gebruikt door assistentes in vergelijking met huisarts. Dit is erg opvallend omdat in alle tot nu toe gegeven trainingen voor het maken van uitstrijkjes door praktijkassistentes wordt geadviseerd de cervexbrush te gebruiken. De verschillen tussen deze 2 categorieën zijn in alle gevallen significant. cervexbrush cytobrush/spatel Spatel Anders Onbekend PASS 79,9 % * 14,4 % * 2,3 % * 3,4 % * HA 89,3 % 9,3 % 0,4 % 1,1 % Tabel 3: Verdeling uitstrijk instrument Conclusie In dit onderzoek blijken de praktijkassistenten slechter uit te strijken dan de huisartsen. Dit geldt zowel voor de klasse B2j (ecc-) als voor B3. De verschillen bij ECC- zijn significant. Aangezien de afname van de uitstrijk steeds meer naar de praktijkassistente wordt gedelegeerd is het van groot belang nog meer aandacht te besteden aan de uitstrijktechniek. LITERATUUR: 1. Kant AC, Palm BT, Dona DJ, Makkus AF, Vooys GP, van Weel C.,: Cellular composition of cervical smears taken by general practitioners. Int J Qual Health Care 1995 Mar; (1): Voordijk-van der Ben MH, Buntinx f.: Cervical smears taken by physicians assistants are of lesser quality than smears taken by family physicians, but almost as good as the national average. Ned Tijdschr Geneeskd Feb 19; 144 (8):399 16

17 Digitale microscopie, Het antwoord op een afwijkende cervixuitstrijk E. Hopman Al tientallen jaren is colposcopie het vervolgonderzoek bij een afwijkende uitslag van cytologisch onderzoek van de cervix uteri. Bij colposcopie wordt gebruik gemaakt van het verschil in hoeveelheid kerneiwitten in normale en dysplastische cellen. De applicatie van een 3% azijnzuuroplossing op de cervix zorgt voor een reversibele neerslag van die kerneiwitten. Bij belichting van de cervix met de colposcoop vindt dan een andere reflectie van het licht plaats in dysplastisch epitheel ten opzichte van normaal epitheel. Dysplastische gebieden krijgen een witte kleur naast het normale roze epitheel. De cervicale laesies kunnen zo worden geïdentificeerd zodat een gerichte biopsie mogelijk is. Tevens wordt door de azijnzuurapplicatie de vasculaire structuur duidelijker zichtbaar in de vorm van mozaiek- en punctatie patronen. De intensiteit van de witte kleur en de regelmaat en grofheid van de vaatpatronen zijn een maat voor de ernst van de dysplasie. Het beoordelen van die maten is echter zeer subjectief en vereist veel ervaring. Uit literatuuronderzoek blijkt dat de colposcopist de PA-uitslag correct voorspelt op basis van het colposcopisch beeld in 78% van de patiënten met CIN 3 en in 62% van de patiënten zonder CIN; CIN 1 en 2 werden beduidend minder goed voorspeld. Het nemen van een colposcopisch gericht biopt verhoogt het aantal correct voorspellingen 1. Uit eigen onderzoek naar de observervariatie bij het beoordelen van colposcopische beelden kwam een zelfde tweedeling tussen enerzijds ernstige dysplasie en geen dysplasie (weinig variatie) en anderzijds lichte en matige dysplasie (veel variatie) 2. Deze bevindingen komen vrijwel overeen met soortgelijke studies onder pathologen bij de interpretatie van histopathologische coupes van CIN 3. De observervariatie lijkt dus een belangrijke oorzaak van het niet correct voorspellen van de PA-diagnose bij colposcopisch onderzoek. Het selecteren van patiënten voor een afwachtend beleid bij 'low-grade' dysplasie dan wel een lokale behandeling bij 'high grade' dysplasie zonder invasieve diagnostiek is moeilijk. Een oplossing voor de subjectiviteit bij het beoordelen van colposcopische beelden zou zijn het beoordelen van die beelden door een computer. Uit onderzoek blijkt dat het quantificeren van kleurintensiteit en vaatpatronen goed mogelijk is. Op basis hiervan is het mogelijk te differentiëren tussen 'low grade' en 'high grade' laesies. Het proces van quantificeren van digitale colposcopische beelden was echter deels interactief zodat een zekere mate van subjectiviteit moet worden geaccepteerd. Voorts werden de voorwaarden gedefinieerd voor follow-up van patiënten met een 'low grade' dysplasie 4. 17

18 Digitale colposcopie waarbij het colposcopisch beeld door de computer wordt beoordeeld is mogelijk en zou de correct voorspellende waarde van het colposcopisch onderzoek kunnen vergroten. Referenties: 1. Hopman EH, Kenemans P, Helmerhorst TJM. Positive predictive rate of colposcopic examination of the cervix uteri: An overview of literature. Obstet Gynecol Survey 1998;53: Hopman EH, Voorhorst FJ, Kenemans P, Meyer CJLM, Helmerhorst TJM. Observer agreement on interpreting colposcopic images of CIN. Gynecol Oncol 1995;58: Ismail SM, Colclough AB, Dinnen JS, et al. Observer variation in histopathological diagnosis and grading of cervical intraepithelial neoplasia. Br Med J 1989;298: Hopman E. Colposcopy in the diagnosis of cervical intraepithelial neoplasia; from the traditional colposcope 18

19 Lijst met sprekers/voorzitters Drs A. Boer, College voor zorgverzekeringen, Postbus 396,1180 BD AMSTELVEEN Drs J. Broekman (patholoog) Groot Ziekengasthuis, Instituut voor Pathologie, Nieuwstraat 34, 5211 NL DEN BOSCH Mw Dr H. Doornewaard (patholoog) Afdeling klinische Pathologie, Groene Hart Ziekenhuis, Postbus 576, 2800 AN GOUDA Dr A.G.J.M. Hanselaar (patholoog) Universitair Medisch Centrum, St Radboud, Afdeling Pathologie (437 PA), Postbus 9101, 6500 HB NIJMEGEN Mw Dr E. Hopman (gynaecoloog) Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen, Afdeling Gynaecologie, Postbus 9015, 6500 GS NIJMEGEN Mw Drs R. Hermens (gezondheidswetenschapper) Universitair Medisch Centrum Nijmegen, Afdeling Huisarts-, sociale- en Verpleeghuis Geneeskunde (229 HSV), Postbus 9101, 6500 HB NIJMEGEN Dr P. Klinkhamer (patholoog) Stg. PAMM lab. Pathologie, Michelangelolaan 2, 5623 EJ EINDHOVEN Dr A. van der Linden (Directeur IKO) Hatertseweg 1, Postbus 1281, 6501 BG NIJMEGEN Drs H. Verblackt (huisarts) P. Potterweg 63, 6562 XK Groesbeek 19

PROGRAMMA EN ABSTRACTS

PROGRAMMA EN ABSTRACTS PROGRAMMA EN ABSTRACTS 2 e SYMPOSIUM Stichting Baarmoederhalskankerpreventie Oost Donderdag, 12 oktober 2000 Papendal, Arnhem Inhoudsopgave: Voorwoord... 3 Algemene informatie... 4 Programma... 5 2 VOORWOORD

Nadere informatie

8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost

8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost 8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Diagnostiek en etiologie van endocervicale afwijkingen Donderdag 9 november 2006 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een infectie met een virus, het zogenaamde hoog-risico humaan papillomavirus (hrhpv).

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitoring Het Bevolkingsonderzoek (BVO) Baarmoederhalskanker wordt gecoördineerd door het RIVM. De jaarlijkse Landelijke Monitoring van het Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

HPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink

HPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink HPV nu en in de toekomst Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink 15000 HPV HPV2 HPV4 HPV6 HPV11 High risk HPV (hr-hpv) Hr HPV 80 % van alle vrouwen maakt eens

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

HPV test volgens landelijke richtlijn. Heleen Doornewaard, Patholoog Gelre ziekenhuizen, 11 maart 2009

HPV test volgens landelijke richtlijn. Heleen Doornewaard, Patholoog Gelre ziekenhuizen, 11 maart 2009 HPV test volgens landelijke richtlijn Heleen Doornewaard, Patholoog Gelre ziekenhuizen, 11 maart 2009 HPV-vaccinatie Het kan je leven redden, maar ook voor niks zijn NRCnext, dd 03-03-09 1.Wat heeft baarmoederhalskanker

Nadere informatie

CERVIXCARCINOOM. Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM

CERVIXCARCINOOM. Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM CERVIXCARCINOOM Nascholingsavond voor assistenten en poh ers DINSDAG 13 NOVEMBER ROTTERDAM Nascholing Diagnostiek en behandeling van het Cervixcarcinoom Programma 1. Ontvangst en Welkom 2. Cytologische

Nadere informatie

5 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost

5 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost 5 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost BVO Baarmoederhalskanker in breed perspectief Donderdag 27 november 2003 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën Microsymposium

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting Chapter 9 Nederlandse Samenvatting Summary and Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Deze ziekte wordt gedurende een periode

Nadere informatie

Baarmoederhalskanker screening

Baarmoederhalskanker screening Baarmoederhalskanker screening Wat gaat er veranderen? Lex Makkus, Patholoog PAL Geschiedenis BVO-BMHK Huidige BVO - hrhpv Triage Sterfte cervix carcinoom absolute aantallen/cohort 45 40 35 30 25 20 15

Nadere informatie

PROGRAMMA EN ABSTRACTS

PROGRAMMA EN ABSTRACTS PROGRAMMA EN ABSTRACTS 1 e multidisciplinaire bijeenkomst Stichting Baarmoederhalskankerpreventie Oost Dinsdag, 12 oktober 1999 Papendal, Arnhem Inhoudsopgave: Algemene informatie... 3 Programma... 4 Abstracts

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek Samenvatting Nederland heeft een goed bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ( het uitstrijkje ). Er zijn echter kansen om de preventie van baarmoederhalskanker verder te verbeteren. Zo is er een

Nadere informatie

Richtlijn. Toepassing van automatische screening, suspensiecytologie en HPV-detectie in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Richtlijn. Toepassing van automatische screening, suspensiecytologie en HPV-detectie in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Richtlijn Toepassing van automatische screening, suspensiecytologie en HPV-detectie in het kader van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 1 RICHTLIJN CERVIXCYTOLOGIE Colofon Richtlijn Cervixcytologie

Nadere informatie

Inhoudsopgave: Voorwoord... 2. Programma... 3. Abstracts... 5 t/m 10

Inhoudsopgave: Voorwoord... 2. Programma... 3. Abstracts... 5 t/m 10 Inhoudsopgave: Voorwoord... 2 Programma... 3 Abstracts... 5 t/m 10 VOORWOORD Dit is het 13 e Papendalsymposium dat zoals gebruikelijk in samenwerking met de 7 laboratoria uit regio Oost en mede onder auspiciën

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift gaat over (symptomatische) vulvovaginale candidiasis en over de asymptomatische aanwezigheid van Candida in de vagina. Vulvovaginale candidiasis (VVC) wordt veroorzaakt door

Nadere informatie

Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker

Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker 13-april-2016 Dorry Boll, gynaecoloog Lizette Nollen, patholoog Rob Beumer, huisarts In samenwerking met: Els Bovy, Bevolkingsonderzoek Zuid Programma Baarmoederhalskanker

Nadere informatie

KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING

KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING Baarmoederhalskanker of cervixcarcinoom is wereldwijd nog steeds een van de belangrijkste oorzaken van sterfte aan kanker bij vrouwen. Nederland is één van de Europese landen

Nadere informatie

4 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost. Afscheidsymposium Dr. A. Hanselaar

4 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost. Afscheidsymposium Dr. A. Hanselaar 4 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Afscheidsymposium Dr. A. Hanselaar Donderdag 21 november 2002 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën Microsymposium Pathologie

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Cervixcytologie (2016)

Nieuwe Richtlijn Cervixcytologie (2016) (2016) Inleiding, praktisch gebruik Herhalingsadviezen & HPV-test Stand van zaken na 1 jaar BVO Hans Bulten 13 April 2018, Veenendaal Symposium VAP/NVVP Disclosure Hans Bulten (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kanker van de dikkedarm en endeldarm (darmkanker of colorectaal carcinoom) is een zeer belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 12.000

Nadere informatie

In 2009 werden vrouwen en in vrouwen uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.

In 2009 werden vrouwen en in vrouwen uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. 1. SAMENVATTING De Stichting Bevolkingsonderzoek Oost, hierna genoemd SBO, is in de regio Oost verantwoordelijk voor de opzet, uitvoering en procesmatige kwaliteit van het bevolkingsonderzoek voor de opsporing

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken? Kan de zelfafnameset het uitstrijkje vervangen? IMPROVE Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken? Uitnodiging voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek. www.hpvzelfafname.nl

Nadere informatie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Implementatie PALGA moleculaire protocolmodule

Implementatie PALGA moleculaire protocolmodule Implementatie PALGA moleculaire protocolmodule Joyce Radersma-van Loon Senior analist Moleculaire Pathologie - UMC Utrecht Gedetacheerd bij PALGA - 1/8/2018 tot medio 2019 Moleculaire pathologie - van

Nadere informatie

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Geprotocolleerd herbeoordelen nav een carcinoomaudit Commissie cytologie NVVP

Geprotocolleerd herbeoordelen nav een carcinoomaudit Commissie cytologie NVVP Geprotocolleerd herbeoordelen nav een carcinoomaudit Commissie cytologie NVVP In de praktijkrichtlijn cervixcytologie dienen laboratoria van elk patiënte tussen 29 en 65 waarbij cervixcarcinoom is vastgesteld,

Nadere informatie

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Auteur: Veronique Verhoeven Augustus 2009 Conclusie van deze opvolging

Nadere informatie

Q1 Wat is uw specialistische registratie?

Q1 Wat is uw specialistische registratie? Q Wat is uw specialistische registratie? Beantwoord: Overgeslagen: 0 Patholoog Gynaecoloog Huisarts Analist Moleculair bioloog Medisch microbioloog Doktersassisten t Verpleegkundige Anders, nl.: 0% 0%

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Het afwijkende uitstrijkje. Polikliniek Gynaecologie (TZA)

Het afwijkende uitstrijkje. Polikliniek Gynaecologie (TZA) Het afwijkende uitstrijkje Polikliniek Gynaecologie (TZA) In het kader van het bevolkingsonderzoek of omdat u klachten heeft, is er bij u een uitstrijkje gemaakt. De uitslag van dit uitstrijkje blijkt

Nadere informatie

Dienst Gynaecologie. Verloskunde. Waartoe dient een uitstrijkje? Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje

Dienst Gynaecologie. Verloskunde. Waartoe dient een uitstrijkje? Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje Dienst Gynaecologie Informatie voor de patiënte Afwijkend uitstrijkje Verloskunde Waartoe dient een uitstrijkje? Een uitstrijkje wordt ook wel de PAPsmeartest genoemd. Het dient om een voorstadium van

Nadere informatie

Indicatoren vernieuwd BVO BMHK

Indicatoren vernieuwd BVO BMHK vernieuwd BVO BMHK Inleiding zijn meetbare aspecten van een proces en worden gebruikt om het bevolkingsonderzoek op individueel, regionaal en landelijk niveau te kunnen monitoren en evalueren. De indicatoren

Nadere informatie

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven Chapter 7 Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting Ondanks belangrijke vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Anale Intraepitheliale Neoplasie (AIN) Irina Cairo, dermatoloog

Anale Intraepitheliale Neoplasie (AIN) Irina Cairo, dermatoloog Anale Intraepitheliale Neoplasie (AIN) Irina Cairo, dermatoloog Humaan papilloma virus (Anogenitale) wratten Pre-maligniteiten: CIN = Cervicale intraepitheliale neoplasie VIN = Vulvaire intraepitheliale

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen Samenvatting Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen In Nederland bestaat al decennia een succesvol programma voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarmee

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Welkom. Vervolgscholing. Colofon. Programma. Vervolgscholing Cervixscreening - Versie Cervixscreening

Welkom. Vervolgscholing. Colofon. Programma. Vervolgscholing Cervixscreening - Versie Cervixscreening Welkom Vervolgscholing Cervixscreening Colofon Uitgave NHG NVDA NVOG NVVP RIVM Screeningsorganisaties VAP Bilthoven, 2018. De Vervolgscholing Cervixscreening mag worden gebruikt door iedereen die beroepsmatig

Nadere informatie

Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie

Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie U heeft een verwijzing gekregen naar het uitstrijkjespreekuur omdat u een afwijkende uitslag heeft van het uitstrijkje

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Balanceren op het slappe koord 4. Stand van zaken m.b.t. ontwikkelingen 5 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Inhoudsopgave. Balanceren op het slappe koord 4. Stand van zaken m.b.t. ontwikkelingen 5 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Inhoudsopgave Balanceren op het slappe koord 4 Mw. Drs. G.A. Bentvelsen-Prins Raad van Bestuur Bevolkingsonderzoek Oost, Deventer Stand van zaken m.b.t. ontwikkelingen 5 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Nadere informatie

BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS. Dr.

BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS. Dr. BEREIKEN VAN NIET-DEELNEMERS IN HET BVO BAARMOEDERHALSKANKER AAN DE HAND V/E HERINNERINGSBRIEF VAN DE GMD-HOUDEND HUISARTS Dr. Eliane Kellen EPIDEMIOLOGIE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER OPZET

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

OVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA

OVERGANGSFASE BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA OVERGANGSFASE 2016 2017 BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER EN INDICATIE INFORMATIE VOOR LABORATORIA 2016 HUIDIG BEVOLKINGSONDERZOEK: BELANGRIJKE WIJZIGINGEN 1 SEPTEMBER 2016 De laatste uitnodigingen

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen.

Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkje Inleiding Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkjes worden gemaakt om de volgende redenen: Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Het uitstrijkje. van de baarmoederhals

PATIËNTEN INFORMATIE. Het uitstrijkje. van de baarmoederhals PATIËNTEN INFORMATIE Het uitstrijkje van de baarmoederhals 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over het uitstrijkje van de baarmoederhals.

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

In deze speciale uitgave van Screen. het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Highlights:

In deze speciale uitgave van Screen. het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Highlights: SPECIAL BMHK Screenmaart 2012 In deze speciale uitgave van Screen staat het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker (BMHK) centraal. Highlights: praktijkondersteuners BMHK stellen zich aan u voor > 2

Nadere informatie

Kankerpreventie bij de vrouw

Kankerpreventie bij de vrouw Kankerpreventie bij de vrouw Dirk Devroey 8 november 2006 Kankerpreventie Er worden 1000x minder levens gered met kankerpreventie dan dat er mensen ongerust gemaakt worden Lesdoelstellingen Verschil kennen

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Moleculaire analyse van sputum voor de diagnostiek van longkanker Motivering van dit proefschrift Longkanker kent de hoogste mortaliteit van alle kankers. Dit komt doordat de ziekte

Nadere informatie

Inhoudsopgave: Voorwoord... 2. Programma... 3. Abstracts... 5 t/m 10

Inhoudsopgave: Voorwoord... 2. Programma... 3. Abstracts... 5 t/m 10 Inhoudsopgave: Voorwoord... 2 Programma... 3 Abstracts... 5 t/m 10 VOORWOORD Dit 11 e Papendalsymposium is wederom met veel plezier vanuit het RCP-buro georganiseerd. Het programma is tot stand gekomen

Nadere informatie

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS

OVERZICHT 2/07/2013 HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Dr. Stefan Teughels KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Dr. Stefan Teughels OVERZICHT KANKERSCREENING IN VLAANDEREN EPIDEMIOLOGIE BMHKS HET VLAAMS BEVOLKINGSONDERZOEK NAAR BMHK OVERZICHT KANKERSCREENING IN

Nadere informatie

Inventarisatie Moleculaire Diagnostiek

Inventarisatie Moleculaire Diagnostiek Inventarisatie Moleculaire Diagnostiek 2004-2009 De enquête Inventarisatie Moleculaire Diagnostiek 2008 en 2009, gezonden aan alle pathologie laboratoria eind 2009, is door 28 laboratoria ingevuld teruggezonden

Nadere informatie

Informatie voor patiënten gynaecologie Afwijkend uitstrijkje

Informatie voor patiënten gynaecologie Afwijkend uitstrijkje Informatie voor patiënten gynaecologie Afwijkend uitstrijkje Nederrij 133 2200 Herentals t 014 24 61 11 f 014 24 61 26 www.azherentals.be Mijn baarmoederhalsuitstrijkje vertoont afwijkingen Antwoorden

Nadere informatie

Gynaecologie. Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

Gynaecologie. Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien

Nadere informatie

Wat is de betekenis van HPV-testen in de cervixscreening anno 2004?

Wat is de betekenis van HPV-testen in de cervixscreening anno 2004? G0680N_2004 Willy Poppe De kennis over humane papillomavirussen (HPV) in het ontstaan van baarmoederhalskanker en de ontwikkeling van HPV-testen hebben de screening naar voorloperletsels en beginnende

Nadere informatie

Taakherschikking in de pathologie

Taakherschikking in de pathologie Taakherschikking in de pathologie Wat is haalbaar? Patholoog Radboudumc Nijmegen Dag van de pathologie 13-04-2018 Geen belangenconflicten Geen betalingen door commerciële bedrijven Geen belangen bij commerciële

Nadere informatie

De baarmoedermond. Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

De baarmoedermond. Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Er zijn verschillende onderzoeken van de baarmoedermond:

Nadere informatie

man, vrouw en kind info voor patiënten Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje

man, vrouw en kind info voor patiënten Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje man, vrouw en kind info voor patiënten Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje Afwijkend baarmoederhalsuitstrijkje Mijn baarmoederhalsuitstrijkje vertoont afwijkingen. Antwoorden op veelgestelde vragen. Wat

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie

Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Onderzoek naar gezondheidsvaardigheden in psychosociale oncologie Dr Mirjam Fransen Amsterdam UMC, Universiteit van Amsterdam Afdeling Sociale Geneeskunde, locatie AMC Deze presentatie 1. Waarom onderzoek

Nadere informatie

Welkom. Basisscholing. Colofon. Programma. Praktijkavond 2 BSC Hand-out - V Cervixscreening. Tweede bijeenkomst

Welkom. Basisscholing. Colofon. Programma. Praktijkavond 2 BSC Hand-out - V Cervixscreening. Tweede bijeenkomst Welkom Basisscholing Cervixscreening Colofon Uitgave NHG NVDA NVOG NVVP RIVM Screeningsorganisaties VAP Bilthoven, 2016. De Basisscholing Cervixscreening mag worden gebruikt door iedereen die beroepsmatig

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Vaccinatie baarmoederhalskanker. Gynaecologie

Vaccinatie baarmoederhalskanker. Gynaecologie Vaccinatie baarmoederhalskanker Gynaecologie Inleiding Als u nog nooit van het Humaan Papillomavirus (hierna te noemen: HPV) en baarmoederhalskanker heeft gehoord, dan bent u niet de enige. Ondanks het

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Vernieuwing bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Presentatie voor professionals April 2016 1 Disclaimer Hoewel deze presentatie met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is opgesteld en wordt onderhouden,

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD VAN HET DES CENTRUM. nr. 1 Bewijs leveren aan het DES Fonds

INFORMATIEBLAD VAN HET DES CENTRUM. nr. 1 Bewijs leveren aan het DES Fonds INFORMATIEBLAD VAN HET DES CENTRUM nr. 1 Bewijs leveren aan het DES Fonds Dit is een Informatieblad van het DES Centrum. Met dit informatieblad willen wij u helpen om bewijsdocumenten te vinden die u nodig

Nadere informatie

Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie

Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie Humaan Papillomavirus (HPV) Polikliniek Gynaecologie Humaan Papilloma Virus (HPV) Inleiding Als u nog nooit van het HPV (Humaan Papilloma Virus) gehoord heeft, is dat niet raar: want ondanks dat het virus

Nadere informatie

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen?

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen? Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Wat zijn de veranderingen? Wat zijn de veranderingen? Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gaat veranderen. Wat verandert er precies? Testen op

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Chapter Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker kost in Nederland jaarlijks aan 200 vrouwen het leven. Het aantal sterfgevallen als gevolg van baarmoederhalskanker is de afgelopen decennia gelukkig

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Albert Schweitzer ziekenhuis Januari 2012 pavo 0597 Inhoudsopgave Inleiding 2 Algemeen 2 1. Het uitstrijkje 3 1a. Hoe wordt een uitstrijkje

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Chapter 5. Samenvatting. Fear and Cervical cancer screening

Chapter 5. Samenvatting. Fear and Cervical cancer screening Chapter 5 Samenvatting Fear and Cervical cancer screening 115 Samenvatting Samenvatting Angst en cervixkankerscreening Angst en screening voor baarmoederhalskanker: Een onderzoek naar risicogedrag, angst

Nadere informatie

Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Kaderdocument lichaamsmateriaal bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Dit document is na advisering door de programmacommissie baarmoederhalskanker en de screeningsorganisaties vastgesteld door het

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van

Nadere informatie

Optische diagnostiek van poliepen. Mariëlle W.E. Bouwens Arts-onderzoeker Gastroenterologie en Hepatologie Maastricht University Medical Center

Optische diagnostiek van poliepen. Mariëlle W.E. Bouwens Arts-onderzoeker Gastroenterologie en Hepatologie Maastricht University Medical Center Optische diagnostiek van poliepen Mariëlle W.E. Bouwens Arts-onderzoeker Gastroenterologie en Hepatologie Maastricht University Medical Center V&VN 15 November 2012 Colorectale poliepen Mucosa Mucosa Adenoom

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Om de herkenning van patiënten met depressieve stoornis in de eerste lijn te verbeteren wordt wel screening aanbevolen. Voorts worden pakketinterventies aanbevolen om de kwaliteit van zorg en de resultaten

Nadere informatie

Afwijkend uitstrijkje - colposcopie

Afwijkend uitstrijkje - colposcopie Afwijkend uitstrijkje - colposcopie Wat is een afwijkend uitstrijkje? Een baarmoederhalsuitstrijkje (ook PAP- test genoemd) heeft als doel veranderingen op te sporen die, over lange tijd, zouden kunnen

Nadere informatie

HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma*

HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma* Onderzoek HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma* Aagje G. Bais en Theo J.M. Helmerhorst Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A661 Doel Opzet

Nadere informatie

Uitnodiging. 6e Up-to-date. 25 jaar Lynch Syndroom. Oncologische themadag 7 december 2017, 9.15 uur Radboudumc, Nijmegen

Uitnodiging. 6e Up-to-date. 25 jaar Lynch Syndroom. Oncologische themadag 7 december 2017, 9.15 uur Radboudumc, Nijmegen Uitnodiging 6e Up-to-date 25 jaar Lynch Syndroom Oncologische themadag 7 december 2017, 9.15 uur Radboudumc, Nijmegen Toelichting 6e Up-to-date in erfelijke kanker: 25 jaar Lynch Syndroom Wat is er in

Nadere informatie

aangetoond dat er een onomstotelijk verband bestaat tussen roken, blijvende aanwezigheid van bepaalde HPV stammen en een hogere kans op baarmoederhals

aangetoond dat er een onomstotelijk verband bestaat tussen roken, blijvende aanwezigheid van bepaalde HPV stammen en een hogere kans op baarmoederhals Wat is een afwijkend uitstrijkje eigenlijk? Een baarmoederhalsuitstrijkje (ook PAP- test genoemd) heeft als doel veranderingen op te sporen die, over lange tijd, zouden kunnen leiden tot baarmoederhalskanker.

Nadere informatie

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( ) 15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2012) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.

Nadere informatie

Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Twente. Jaarverslag 2009

Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Twente. Jaarverslag 2009 Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Twente Jaarverslag 2009 1. Inleiding Voor u ligt het laatste jaarverslag van de Stichting Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker Twente (SBBT) Per 1

Nadere informatie

Een afwijkend uitstrijkje

Een afwijkend uitstrijkje Een afwijkend uitstrijkje Aan een uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen zijn voor (een voorstadium van) baarmoederhalskanker. Als in het uitstrijkje afwijkende cellen worden gezien, wordt een nieuw

Nadere informatie

Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 -

Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 - Validatiedossier van een IHC onderzoeksmethode HER2 - K Zwaenepoel, klinisch wetenschappelijk medewerker, dienst pathologie, UZ Antwerpen 17 NOV 2018 HER2 IHC klinisch belang HER2 IHC als (pre)screen voor

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

13 Ioannidis JP, Cappelleri JC, Lau J, Skolnik PR, Melville B,

13 Ioannidis JP, Cappelleri JC, Lau J, Skolnik PR, Melville B, 6 Abramson NS, Wald KS, Grenvik AN, Robinson D, Snyder JV. Adverse occurrences in intensive care units. JAMA 1980;244: 1582-4. 7 Wright D, Mackenzie SJ, Buchan I, Cairns CS, Price LE. Critical incidents

Nadere informatie