Voor het bieden van deze integrale ondersteuning is het noodzakelijk dat de partners persoonsgegevens van inwoners verwerken.

Transcriptie

1 CONCEPT Privacyregeling Integrale Ondersteuning Sociale Teams Bronckhorst Het gemeentebestuur van Bronckhorst en het bevoegd gezag van: Jeugdbescherming Gelderland; MEE Oost Gelderland; Sensire, maatschappelijk werk; B&AGroep, Welzijn, Werk en Zorg; hierna te noemen de partners Aanleiding en doel van deze privacyregeling Het beleid inzake ondersteuning van inwoners in Bronckhorst is gericht op: - voorkomen en vroegtijdig signaleren van de behoeften van inwoners aan ondersteuning; - inschakelen, herstellen en versterken van eigen mogelijkheden en van het probleemoplossend vermogen van inwoners en hun sociaal netwerk; - bieden van effectieve ondersteuning en, in geval van meervoudige en/of complexe ondersteuningsvragen of problemen, bieden van integrale ondersteuning aan inwoners; Ter uitvoering van dit gemeentelijk beleid werken de partners intensief samen in het bieden van integrale ondersteuning die goed aansluit bij de vragen en behoeften van inwoners en die ook een appel doet op hun eigen oplossend vermogen en het oplossend vermogen van het sociaal netwerk. Voor het bieden van deze integrale ondersteuning is het noodzakelijk dat de partners persoonsgegevens van inwoners verwerken. Omdat de partners rechtmatig en zorgvuldig willen omgaan met deze persoonsgegevens, achten de partners het noodzakelijk de verwerking van persoonsgegevens in een regeling vast te leggen. De wet en regelgeving die van toepassing is: Artikel 8 EVRM, artikel 10 Grondwet en artikel 272 Wetboek van Strafrecht; Archiefwet; Jeugdwet; Participatiewet; Wet bescherming persoonsgegevens; Wet eenmalige gegevensuitvraag; Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; Wajong; Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst; Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg; Wet Sociale Werkvoorziening; Beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers; Gedragscode van het Nederlands Instituut voor Psychologen; Gedragscode van de Nederlandse Vereniging van Onderwijskundigen en Pedagogen; Zorgvuldig en Bewust, kabinetsvisie gegevensverwerking en privacy in een gedecentraliseerd sociaal domein mei 2014 Handreiking Bemoeizorg van KNMG, GGD Nederland en GGZ Nederland d.d. november 2014;

2 Beleidsplan Sociaal Domein d.d. 30 oktober 2014 Bronckhorst voor Elkaar 3.0, de sociale visie uitgewerkt, vastgesteld d.d. 19 december 2013 Convenant verwijsindex risicojongeren regio Achterhoek d.d. 2 december 2009 De privacyreglementen van de partners; De partners stellen de volgende privacyregeling vast Artikel 1 ambtelijk sociaal consulent beheerder bestand betrokkene casusregie casusregisseur coördinatie van zorg dat informatie derde gezinslid huiselijk geweld Begripsbepalingen sociaal consulent die naast de algemene taken van de sociaal consulent door het gemeentebestuur gemandateerd is om inwoners niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning toe te wijzen; degene die, onder verantwoordelijkheid en op aanwijzing van de verantwoordelijke, de dagelijkse zorg heeft voor het beheer van de gegevens die in het bestand zijn opgenomen, zijnde de leidinggevende van het sociaal team; de verzameling persoonsgegevens van de inwoners vastgelegd door het sociaal team met het oog op het bieden van integrale ondersteuning; de persoon op wie een persoonsgegeven betrekking heeft; het oppakken van de ondersteuningsvraag van de inwoner en zijn gezin, het zo nodig verhelderen van deze ondersteuningsvraag, er zorg voor dragen dat de integrale ondersteuning die noodzakelijk is, wordt geboden en het onderzoeken of de geboden ondersteuning de resultaten heeft opgeleverd die afgesproken zijn; de sociaal consulent die de casusregie voert; casusregie in die gevallen waarin de ondersteuningsvraag meervoudig en complex is en de inwoner en zijn gezin zelf niet in staat zijn om de verschillende onderdelen van de ondersteuning op elkaar af te stemmen en de uitvoering te bewaken; persoonsgegevens die uitsluitend betreffen: of aan een inwoner of zijn gezin ondersteuning wordt of werd geboden, welk type ondersteuning het betreft of betrof, de datum van de start en de afsluiting van deze ondersteuning; ieder die geen deel uit maakt van het sociaal team, niet zijnde de inwoner, het gezinslid, de betrokkene, de beheerder of de verantwoordelijke; de persoon met wie de inwoner in gezinsverband leeft of heeft geleefd en die op enigerlei wijze is betrokken bij de integrale ondersteuning; lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring; integrale ondersteuning verschillende vormen van ondersteuning die op elkaar worden afgestemd en in onderlinge samenhang worden aangeboden door de partners, daaronder ook verstaan het beoordelen van de mogelijke meervoudigheid of complexiteit van de ondersteuningsvraag of de problematiek en het besluiten over en toe leiden naar niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning, jeugdhulp en zorg; jeugdhulp jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet; inwoner de persoon die zijn woonplaats heeft in de gemeente Bronckhorst; kindermishandeling elke vorm van een voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend, of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel;

3 minderjarige ondersteuning niet- ambtelijk sociaal consulent ondersteuningsplan partner persoonsgegeven schilpartner sociaal consulent sociaal netwerk sociaal team verantwoordelijke verwerken van persoonsgegevens wettelijk vertegenwoordiger zorgcoördinator persoon tot achttien jaar; maatschappelijke ondersteuning zoals beschreven in de Wmo2015, ondersteuning zoals bedoeld in de Participatiewet, de Wajong en de Wsw en jeugdhulp zoals omschreven in de Jeugdwet; sociaal consulent die naar zijn algemene taken onafhankelijke cliëntondersteuning biedt met het doel te bevorderen dat de cliënt de ondersteuning ontvangt die hij nodig heeft; beschrijving van de beoogde doelen en de beoogde resultaten van de ondersteuning, de wijze waarop de (meervoudige) vragen om ondersteuning zullen worden aangepakt, de vormen van ondersteuning die zullen worden geboden en waarin ook wordt omschreven welk aandeel de inwoner en zijn gezinsleden zelf hebben in deze aanpak en of en zo ja welk aandeel de sociale omgeving daarin heeft; de instelling of organisatie die deze regeling heeft ondertekend en zich daarmee bindt aan de bepalingen van deze privacyregeling; elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon; instellingen die geen deel uit maken van het sociaal team maar door de aard van hun taken en hun contacten met inwoners en/of hun gezinsleden vragen, problemen en behoeften aan ondersteuning kunnen signaleren en doorleiden; lid van het sociaal team dat informatie en advies geeft, vragen van inwoners verheldert, informele ondersteuning door het sociaal netwerk bevordert en een verbinding legt met formele ondersteuning, lichte kortdurende ondersteuning biedt en zo nodig coördinatie van zorg uitvoert indien de inwoner daartoe zelf niet in staat is; familieleden, vrienden en andere personen met wie de inwoner en zijn gezinsleden zich verbonden voelen; team van ambtelijke en niet ambtelijke sociaal consulenten dat voor inwoners de toegang vormt tot de integrale ondersteuning; verantwoordelijke zoals bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, zijnde het college van B&W van de gemeente Bronckhorst; elke handeling, of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; de ouder van de minderjarige die het gezag over hem uitoefent, of indien er geen ouder is die het gezag uitoefent, de voogd van de minderjarige die het gezag over hem uitoefent; de sociaal consulent die de coördinatie van zorg uitvoert. I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 2 Doel van de gegevensverwerking Doel van de verwerking van persoonsgegevens is: - voorkomen en vroegtijdig signaleren van de behoeften van inwoners aan ondersteuning;

4 - inschakelen, herstellen en versterken van eigen mogelijkheden en van het probleemoplossend vermogen van inwoners en hun sociaal netwerk; - bieden van effectieve ondersteuning en, in geval van meervoudige en/of complexe vragen of problemen, bieden van integrale ondersteuning aan inwoners; Artikel 3 Toepassingsgebied 1. Deze regeling is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in verband met het gezamenlijk bieden van integrale ondersteuning aan inwoners van de gemeente Bronckhorst door het sociaal team. 2. Deze regeling betreft iedere vorm van verwerking van de in lid 1 genoemde persoonsgegevens, ongeacht of deze gegevens op papier, via e mail of anderszins digitaal of door middel van foto, video of audio worden verwerkt. Artikel 4 Verantwoordelijkheden van het gemeentebestuur 1. Het college van B&W van de gemeente Bronckhorst ziet er als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens op toe dat: - deze regeling wordt nageleefd evenals alle overige wettelijke verplichtingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen; - er voorzieningen worden getroffen ter bevordering van de juistheid en de volledigheid van de persoonsgegevens die worden verwerkt; - ten aanzien van de beveiliging van persoonsgegevens afdoende maatregelen worden genomen; - uitsluitend de voor het doel zoals omschreven in artikel 2 persoonsgegevens worden verwerkt en dat deze gegevens niet langer worden bewaard dan noodzakelijk; - de verwerking van persoonsgegevens op grond van deze regeling wordt aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Artikel 5 Verantwoordelijkheid van (de beroepskrachten van) de partners 1. Ieder die op grond van deze regeling bevoegd is persoonsgegevens te verwerken, draagt er bij het vastleggen, bespreken of verstrekken van persoonsgegevens zorg voor dat hij: - niet meer persoonsgegevens verwerkt dan nodig is voor integrale ondersteuning; - feiten en interpretaties van feiten scheidt; - de bron beschrijft als hij ook feiten, of interpretaties van feiten, verwerkt die afkomstig zijn van derden; - in geval van een interpretatie, de feiten beschrijft waarop de interpretatie is gebaseerd; - diagnoses alleen verwerkt indien zij afkomstig zijn van een bevoegde professional; - bij het informeren van, of het vragen van toestemming aan een inwoner en zijn gezinsleden, alsmede bij het uitnodigen van de inwoner en zijn gezinsleden voor een overleg, de bepalingen over de leeftijdsgrenzen in 21 artikel naleeft. - de bepalingen van deze regeling naleeft, in het bijzonder ook de geheimhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 22, evenals de instructies die hem door of namens de verantwoordelijke gegeven worden in verband met de beveiliging van de persoonsgegevens die op basis van deze regeling worden verwerkt. 2. De ambtelijk sociaal consulent ziet er tevens op toe dat hij geen gegevens van burgers opvraagt, die door gemeentelijke diensten al eerder in een gemeentelijk bestand zijn vastgelegd.

5 II. INTERN OVERLEG BINNEN HET SOCIAAL TEAM IN VERBAND MET DE TAKEN VAN HET SOCIAAL TEAM Artikel 6 Informeren van de inwoner en het vragen van toestemming 1. Indien het sociaal team, in verband met zijn taakuitoefening, persoonsgegevens van een inwoner en zijn gezinsleden verwerkt, draagt het sociaal team er zorg voor dat zij zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd over de verwerking van hun persoonsgegevens door het sociaal team. Het sociaal team beschrijft welke gegevens worden vastgelegd, met welk doel dit gebeurt, welke rechten de betrokkenen kunnen uitoefenen ten aanzien van de verwerking van hun gegevens en tot wie zij zich voor de uitoefening van deze rechten kunnen wenden. Ook beschrijft het sociaal team de samenstelling en de werkwijze van het sociaal team dat hen integrale ondersteuning biedt. 2. Nadat het sociaal team de inwoner en zijn gezinsleden heeft geïnformeerd zoals beschreven in lid 1 en lid 2, vraagt het sociaal team de inwoner en zijn gezinsleden om toestemming voor de verwerking van zijn gegevens binnen het team. Daarbij zijn de leeftijdsgrenzen van artikel 21 van toepassing. III. VOEREN VAN OVERLEG EN GEGEVENSUITWISSELING MET AANBIEDERS VAN ONDERSTEUNING IN VERBAND MET COÖRDINATIE VAN ZORG DOOR HET SOCIAAL TEAM Artikel 7 Informeren van de inwoner en zijn gezinsleden en het vragen van toestemming 1. Indien het sociaal team meent dat het noodzakelijk is, in verband met de meervoudigheid en complexiteit van de ondersteuningsvragen van de inwoner en zijn gezinsleden, dat een van de leden van het team de coördinatie van zorg uitvoert, bespreekt het lid van het team de noodzaak van hiervan met de inwoner en zijn gezinsleden. Het lid van het team beschrijft welke gegevens van de verschillende partners die ondersteuning bieden aan de inwoner en zijn gezin in verband met de coördinatie van zorg zullen worden vastgelegd. Nadat het sociaal team de inwoner heeft geïnformeerd zoals beschreven in lid 1, vraagt hij toestemming aan de inwoner en zijn gezin voor de verwerking van persoonsgegevens in verband met de coördinatie van zorg. 2. Indien in verband met de coördinatie van zorg ook overleg tussen de bij de integrale ondersteuning betrokken beroepskrachten wordt gehouden, beoordeelt de zorgcoördinator of het mogelijk en gewenst is dat de inwoner en zijn gezinsleden worden uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn. IV. VOEREN VAN OVERLEG EN GEGEVENSUITWISSELING MET AANBIEDERS VAN NIET VRIJ TOEGANKELIJKE VORMEN VAN ONDERSTEUNING Artikel 8 Gegevensverstrekking aan en door aanbieders van niet vrij toegankelijke vormen van ondersteuning 1. Indien aan een inwoner en zijn gezinsleden een verleningsbesluit is verstrekt voor een of meer vormen van niet vrij toegankelijke ondersteuning, geldt als uitgangspunt dat de inwoner en zijn gezin zelf zorg dragen voor de verstrekking van de noodzakelijke gegevens voor deze ondersteuning aan de aanbieder(s) van de niet vrij toegankelijke ondersteuning. 2. Achten de inwoner en zijn gezinsleden zichzelf onvoldoende in staat om de relevante gegevens te verstrekken, dan kan het sociaal team aanbieden om, op uitdrukkelijk verzoek van de inwoner en zijn gezin, (al dan niet ten dele) voor deze gegevensverstrekking zorg te

6 dragen, voor zover het sociaal team over deze gegevens beschikt. De gegevens die het sociaal team aan de aanbieder verstrekt worden in afschrift eveneens verstrekt aan de inwoner en zijn gezinsleden. 3. Meent een aanbieder van niet vrij toegankelijke ondersteuning dat het voor het bieden van deze ondersteuning noodzakelijk is dat het sociaal team gegevens over de inwoner en zijn gezinsleden verstrekt, omdat de gegevens die zij zelf hebben verstrekt niet toereikend zijn, dan verstrekt het sociaal team deze gegevens, indien de aanbieder voor deze verstrekking de toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden heeft gekregen. Het sociaal team verstrekt een afschrift van deze gegevens aan de inwoner en zijn gezinsleden. 4. Overleg bij het begin, gedurende of bij de afronding van het ondersteuningstraject tussen de aanbieder van de niet vrij toegankelijke ondersteuning en het sociaal team vindt plaats met toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden. Beide partijen beoordelen gezamenlijk of het mogelijk en gewenst is dat de inwoner en zijn gezinsleden bij dit overleg aanwezig zijn. 5. In verband met de gemeentelijke toegangstaken en de casusregie die het sociaal team uitvoert, informeert de aanbieder van de niet vrij toegankelijke ondersteuning het sociaal team over de datum waarop zijn hulp aan de inwoner en zijn gezinsleden is gestart en wanneer deze is afgerond dan wel is afgebroken en of met de geboden ondersteuning de resultaten zijn behaald die waren afgesproken. V. VOEREN VAN OVERLEG EN GEGEVENSUITWISSELING MET SCHILPARTNERS Artikel 9 Gegevensverstrekking door en aan de schilpartners 1. Indien een schilpartner het in verband met vragen en problemen van inwoners en hun gezinsleden, of in verband met hun mogelijke behoefte aan integrale ondersteuning, gewenst acht om overleg te voeren met (een of meer leden van) het sociaal team, of gegevens aan het sociaal team te verstrekken, of een inwoner en zijn gezinsleden aan te melden bij het sociaal team, vraagt de schilpartner toestemming hiervoor aan de inwoner en zijn gezinsleden. Voordat toestemming wordt gevraagd informeert de schilpartner de inwoner en zijn gezinsleden over het doel van de gegevensverstrekking en de aard van de gegevens die zullen worden verstrekt. 2. Indien tot een overleg wordt besloten tussen het sociaal team en een of meer schilpartners, beoordelen het sociaal team en de schilpartner(s) samen of het mogelijk en gewenst is om de inwoner en zijn gezinsleden uit te nodigen voor dit overleg. VI. ANDERE GEGEVENSVERSTREKKINGEN OF ANDERE VORMEN VAN OVERLEG Artikel 10 Informeren en toestemming vragen 1. Indien het sociaal team meent dat het noodzakelijk is dat het gegevens verstrekt aan, of overleg voert over een inwoner en zijn gezinsleden, anders dan beschreven in de artikelen 7, 8 en 9, vraagt het team daarvoor toestemming aan de inwoner en zijn gezinsleden. Deze toestemming wordt pas gevraagd nadat het team de inwoner en zijn gezinsleden heeft medegedeeld aan wie hij gegevens wil verstrekken of met wie hij overleg wil voeren, wat het doel daarvan is en wat de aard is van de gegevens die worden verstrekt of waarover wordt overlegd. 2. Indien een overleg wordt gehouden, beoordeelt het sociaal team of het mogelijk en gewenst is dat de inwoner en/of de leden van zijn gezin daarbij aanwezig zijn. VII. VERWERKEN VAN GEGEVENS ZONDER TOESTEMMING VAN DE INWONER EN/OF DE LEDEN VAN ZIJN GEZIN DOOR HET SOCIAAL TEAM

7 Artikel 11 Verwerken van persoonsgegevens van de inwoner en zijn gezinsleden door het sociaal team zonder toestemming 1. Het sociaal team verwerkt geen persoonsgegevens van inwoners en hun gezinsleden en voert geen overleg over hen indien op grond van de bepalingen in de artikelen 6, 7, 8, 9 of 10 van deze regeling toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden is vereist en deze toestemming niet is gegeven. 2. Stelt een lid van het sociaal team echter vast dat: - een inwoner en zijn gezinsleden mogelijkerwijs in een ernstige situatie verkeert of verkeren; en - hij of zij in verband met de ernst van de situatie en/of de vitale belangen die aan de orde zijn; - dringend is of zijn aangewezen op integrale ondersteuning of bescherming; en - ondanks inspanningen van het sociaal team het niet mogelijk is gebleken om de toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden voor de noodzakelijke verwerking van hun persoonsgegevens te krijgen, dan kan het sociaal team besluiten om, ondanks het ontbreken van toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden, toch persoonsgegevens van hen te verwerken en/of overleg te voeren. Het sociaal team kan hiertoe besluiten indien het team tot het oordeel komt dat deze verwerking van gegevens redelijkerwijs er toe zal leiden dat de ernst van de situatie wordt verminderd en de vitale belangen van de inwoner en zijn gezinsleden die in verband met deze situatie aan de orde zijn, zullen worden beschermd. 3. Over een verwerking van gegevens zoals bedoeld in lid 1 en 2 vindt vooraf collegiale consultatie plaats met minimaal één ander lid van het sociaal team en met de coördinator. 4. Het besluit zoals bedoeld in lid 1 wordt vastgelegd in het bestand met daarbij de redenen die tot het besluit hebben geleid. 5. De inwoner en zijn gezinsleden worden zo spoedig mogelijk over de verwerking van hun gegevens, zonder dat zij daarvoor toestemming hebben gegeven, mondeling of schriftelijk geïnformeerd. Het informeren van de inwoner en zijn gezinsleden kan uitsluitend worden uitgesteld indien en voor zover er concrete aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de veiligheid van de inwoner en zijn gezinsleden, van het sociaal team, of die van anderen, door dit infomeren kan worden bedreigd. Artikel 12 Verstrekken van gegevens van een inwoner en zijn gezinsleden in verband met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In geval van signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling volgt het sociaal team de stappen van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Achterhoek. 2. Indien het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK Veilig Thuis)) het sociaal team benadert in verband met onderzoek naar een melding van signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld, kan het sociaal team, zo nodig zonder toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden, de voor de taakuitoefening van het AMHK Veilig Thuis noodzakelijke persoonsgegevens van de inwoner en zijn gezinsleden verstrekken. 3. Over de verstrekking zoals bedoeld in lid 2 worden de inwoner en zijn gezinsleden geïnformeerd tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat door deze informatie de veiligheid van de inwoner en/of zijn gezin, van het sociaal team of die van anderen kan bedreigen. 4. Over een gegevensverstrekking zoals bedoeld in dit lid vindt vooraf overleg plaats met minimaal één ander lid van het sociaal team en met de leidinggevende van het team. 5. Contacten met het AMHK Veilig Thuis zoals bedoel in lid 1 en in lid 2 worden vastgelegd in het bestand. Artikel 13 Verstrekken van gegevens aan de gezinsvoogd in verband met een ondertoezichtstelling

8 1. Indien de gezinsvoogd het sociaal team verzoekt om informatie in verband met (de uitvoering van) de ondertoezichtstelling van een minderjarige, verstrekt het sociaal team de gegevens waarover zij beschikt voor zover deze van belang zijn voor (de uitvoering van) de ondertoezichtstelling. Lid 3, 4 en 5 van artikel 12 zijn van toepassing. 2. Indien het sociaal team meent dat de gezinsvoogd moet worden geïnformeerd over de omstandigheden waarin een minderjarige en zijn gezinsleden verkeren, kan het team de voor de ondertoezichtstelling relevante informatie, zo nodig zonder toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden aan de gezinsvoogd verstrekken. Lid 3, 4 en 5 van artikel 12 zijn van toepassing. Artikel 14 Een melding in de verwijsindex risicojongeren Regio Achterhoek 1.Het sociaal team kan een jeugdige tot 23 jaar, zo nodig zonder toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden, melden in de verwijsindex risicojongeren indien er een redelijk vermoeden is dat de jeugdige in de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid daadwerkelijk wordt bedreigd door een van de volgende risico s: - de jeugdige staat bloot aan geestelijk, lichamelijk of seksueel geweld, enige andere vernederende behandeling, of verwaarlozing; - de jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende psychische problemen, waaronder verslaving aan alcohol, drugs of kansspelen; - de jeugdige heeft meer dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen; - de jeugdige is minderjarig en moeder of zwanger; - de jeugdige verzuimt veelvuldig school of een andere onderwijsinstelling, dan wel verlaat die voortijdig of dreigt die voortijdig te verlaten; - de jeugdige is niet gemotiveerd om door legale arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien; - de jeugdige heeft meer of andere dan bij zijn leeftijd normaliter voorkomende financiële problemen; - de jeugdige heeft geen vaste woon of verblijfplaats; - de jeugdige is een gevaar voor anderen door lichamelijk of geestelijk geweld of ander intimiderend gedrag; - de jeugdige laat zich in met activiteiten die strafbaar zijn gesteld; - de ouders of andere verzorgers van de jeugdige schieten ernstig tekort in de verzorging of opvoeding van de jeugdige; - de jeugdige staat bloot aan risico s die in bepaalde etnische groepen onevenredig vaak voorkomen. 2. In geval van een melding zoals bedoeld in lid 1 worden naast het inwoner servicenummer van de jeugdige uitsluitend de volgende gegevens in de verwijsindex opgenomen: - de identiteit en de contactgegevens van het lid van het sociaal team dat de melding doet; - de datum en het tijdstip van de melding; - de datum en de tijd waarop op grond van artikel 2n tweede lid onder a Wet op de jeugdzorg, de gegevens over de melding uit de verwijsindex zullen worden verwijderd. 3. Over een melding en de risico s die aanleiding vormen voor de melding, voert het lid van het team die de melding wil gaan doen, zo mogelijk vooraf, overleg met de jeugdige vanaf twaalf jaar en met zijn ouders, als de jeugdige nog geen zestien jaar oud is. 4. Over een melding en de risico s die aanleiding vormen voor de melding voert het lid van het sociaal team dat de melding wil gaan doen, eveneens overleg met de leidinggevende van het sociaal team. 5. Voor het voeren van overleg na de melding met een of meer beroepskrachten die geen deel uit maken van het sociaal team die eveneens een melding hebben gedaan, vraagt het sociaal team toestemming aan de inwoner en zijn gezinsleden. Artikel 11 is daarbij van toepassing.

9 III. HET BESTAND VAN HET SOCIAAL TEAM Artikel 15 Vastleggen, bewaren en vernietigen van persoonsgegevens van de inwoner en zijn gezinsleden 1. In het bestand van het sociaal team worden niet meer gegevens vastgelegd dan noodzakelijk is voor het bieden van integrale ondersteuning. Voor zover mogelijk voor een verantwoorde taakuitoefening legt het sociaal team in het bestand van het sociaal team alleen dat informatie vast. Alleen indien dit strikt noodzakelijk is voor de integrale ondersteuning kunnen ook gegevens worden vastgelegd over de inhoud van de ondersteuning die geboden wordt en over de aard en inhoud van de meervoudige of complexe problematiek. 2. Alleen voor zover strikt noodzakelijk voor de integrale ondersteuning worden gegeven vastgelegd over de geestelijke of lichamelijke gezondheidstoestand van de inwoner en zijn gezinsleden. Deze gegevens blijven in ieder geval beperkt tot dat informatie. 3. Gegevens over ras, nationale of regionale herkomst of etniciteit worden niet vastgelegd in het bestand van het sociaal team, en niet verwerkt door leden van het sociaal team die niet over de wettelijke bevoegdheid beschikken om deze gegevens te verwerken. 4. In het bestand van het sociaal team worden in ieder geval vastgelegd: - de NAW gegevens en het burger service nummer van de inwoner en zijn gezinsleden; - voor zover relevant de NAW gegevens van de leden van de sociale omgeving van de inwoner en zijn gezinsleden; - welk lid van het sociaal team casusregisseur is, of indien deze is aangewezen wie de coördinatie van zorg op zich neemt; - het ondersteuningsplan met de doelen en resultaten die de inwoner en zijn gezinsleden met de integrale ondersteuning willen bereiken, de namen en contactgegevens van de instellingen en beroepskrachten en van anderen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van dit plan; - gegevens over de uitvoering, de wijziging of aanvulling en de mogelijke stagnaties in de uitvoering van het ondersteuningsplan; - indien van toepassing het verleningsbesluit voor niet vrij toegankelijke ondersteuning, alsmede het type ondersteuning dat wordt geboden en de naam en de contactgegevens van de instelling of de beroepskracht die deze ondersteuning verleent; - de afsluiting van de integrale ondersteuning en de resultaten die met de integrale ondersteuning zijn behaald; - verstrekkingen van persoonsgegevens aan derden; 5. Indien het sociaal team zelf lichte, kortdurende ondersteuning biedt worden in ieder geval vastgelegd: - De NAW gegevens en het burger service nummer van de inwoner en/of van zijn gezinsleden; - de ondersteuningsvraag en de doelen waarop de ondersteuning is gericht; - welk lid van het sociaal team casusregisseur of zorgcoördinator is; - Gegevens over de voortgang van de ondersteuning; - De datum van de start en van de afsluiting van de ondersteuning; - Indien van toepassing: afspraken over doorverwijzing of een vervolg elders bij de afsluiting van de ondersteuning. 6. De persoonsgegevens in het bestand worden vijftien jaar bewaard, te rekenen vanaf het jaar waarin de integrale ondersteuning is afgesloten. 7. De beheerder draagt er zorg voor dat de gegevens zoals bedoeld in lid 5 na de bewaartermijn zoals genoemd in lid 5 zo spoedig mogelijk worden vernietigd, of zodanig van identificerende kenmerken worden ontdaan dat zij redelijkerwijs niet langer zijn te herleiden tot een individuele persoon.

10 Artikel 16 Toegang tot de persoonsgegevens in het bestand 1. Uitsluitend toegang tot het bestand hebben, voor zover noodzakelijk voor de taakuitoefening: - de leden van het sociaal team; - de leidinggevende van het sociaal team; - de verantwoordelijke; - degenen die zijn belast met het afhandelen van klachten over de integrale ondersteuning; 2. De leden van het sociaal team kunnen, voor zover noodzakelijk voor de integrale ondersteuning, persoonsgegevens uit het bestand verstrekken aan: - (schil)partners, aanbieders van (niet vrij toegankelijke) ondersteuning of andere instellingen die direct zijn betrokken bij de integrale ondersteuning, voor zover de inwoner en zijn gezinsleden daarvoor toestemming hebben verleend; - leden van het sociaal netwerk, voor zover de inwoner en zijn gezinsleden daarvoor toestemming hebben verleend; - functionarissen van de gemeente in verband met de verlening en de financiering van de integrale ondersteuning en in verband met het afleggen van verantwoording over de integrale ondersteuning die is geboden. 3. Aan anderen dan de in lid 1 en 2 genoemde personen en instellingen worden uitsluitend persoonsgegevens uit het bestand verstrekt op grond van een wettelijke plicht of met de uitdrukkelijke toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden. IV. RECHTEN VAN BETROKKENEN Artikel 17 Recht op informatie, inzage en afschrift 1. Iedere betrokkene heeft het recht zich schriftelijk tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of persoonsgegevens worden verwerkt die op hem betrekking hebben. 2. De verantwoordelijke deelt de betrokkene binnen vier weken mee of persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, worden verwerkt. 3. Indien dit het geval is biedt de verantwoordelijke de betrokkene een volledig overzicht van de persoonsgegevens die zijn opgenomen in het bestand en die op hem betrekking hebben, het doel daarvan, alsmede een overzicht van de personen en instellingen aan wie de verantwoordelijke persoonsgegevens van de betrokkene heeft verstrekt en het doel van deze verstrekking(en). 4. Het informatierecht zoals in dit artikel omschreven kan worden geweigerd in het belang van: a. de veiligheid van de Staat; b. het voorkomen, opsporen en vervolgen van strafbare feiten; c. gewichtige economische en financiële belangen van de Staat en van andere openbare lichamen; d. het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de hier boven bedoelde belangen; e. de bescherming van de betrokkene, of van de rechten en vrijheden van anderen. 5. De verantwoordelijke deelt de betrokkene zijn afwijzing op het verzoek binnen vier weken schriftelijk en met vermelding van de motieven voor de afwijzing mede. Artikel 18 Correctierecht 1. Nadat de betrokkene op grond van artikel 17 kennis heeft genomen van de verwerking van zijn persoonsgegevens, kan hij de verantwoordelijke verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen voor zover deze gegevens onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.

11 2. Is de betrokkene het niet eens met een oordeel dat over hem in het bestand is opgenomen, dan kan hij de verantwoordelijke verzoeken zijn eigen verklaring omtrent dit oordeel aan het bestand toe te voegen. 3. De verantwoordelijke reageert binnen vier weken na ontvangst van het verzoek schriftelijk en gemotiveerd op verzoeken zoals bedoeld in lid 1 en Mocht het verzoek om correctie leiden tot aanpassing of verwijdering van gegevens, dan draagt de verantwoordelijke er zorg voor dat deze aanpassing ook bekend wordt gemaakt aan derden die op grond van deze regeling kennis hebben genomen van deze persoonsgegevens. Artikel 19 Vernietigingsrecht 1. De betrokkene heeft het recht zich schriftelijk tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek gegevens uit het bestand die op hem betrekking hebben te vernietigen. 2. In reactie op het verzoek van de betrokkene vernietigt de verantwoordelijke uiterlijk binnen drie maanden de gegevens die in het bestand zijn opgenomen en op de betrokkene betrekking hebben, tenzij het bewaren van deze gegevens van aanmerkelijk belang moet worden geacht voor een ander dan de betrokkene, of het vernietigen van de gegevens in strijd is met een wettelijke plicht of met verplichtingen die de verstrekker van de financiering van de hulp het sociaal team heeft opgelegd in verband met het afleggen van verantwoording over de inzet van de verstrekte financiële middelen. Artikel 20 Uitoefenen van rechten door de (wettelijk) vertegenwoordiger(s) 1. De rechten die een jeugdige op basis van deze regeling heeft, worden uitgeoefend door de wettelijk vertegenwoordiger(s) indien de jeugdige nog geen twaalf jaar oud is. 2. De rechten zoals bedoeld in lid 1 worden uitgeoefend door de wettelijk vertegenwoordiger(s) en de jeugdige beiden, indien de jeugdige al wel twaalf maar nog geen zestien jaar oud is. 3. Vanaf zestien jaar oefent een jeugdige zijn rechten zelfstandig uit. 4. In geval van wilsonbekwaamheid van een jeugdige van 16 jaar of ouder, worden zijn rechten uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s). 5. De rechten die een (wettelijk) vertegenwoordiger uitoefent op basis van dit artikel, kunnen door de leidinggevende van het sociaal team worden beperkt of geweigerd indien zwaarwegende belangen van de jeugdige zich tegen deze uitoefening verzetten. 6. De bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing indien de jeugdige op grond van deze regeling om toestemming dient te worden gevraagd voor een gegevensverstrekking of daarover dient te worden geïnformeerd. 7. De bepalingen van dit artikel zijn eveneens van toepassing indien een jeugdige op grond van deze regeling uitgenodigd wordt voor een (extern) overleg van het sociaal team, met dien verstande dat het sociaal team beslist over de wenselijkheid van deelname van een jeugdige die al wel twaalf maar nog geen zestien jaar oud is. Dit besluit wordt genomen in goed overleg met de ouders en zo mogelijk met de jeugdige. Artikel 21 Geheimhouding Een ieder die op grond van deze regeling kennis neemt van persoonsgegevens van een inwoner en zijn gezinsleden of van een betrokkene, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij de wet of deze regeling anders bepaalt. Artikel 22 Slotbepalingen 1. Deze privacyregeling treedt inwerking op de datum na 2. Deze regeling kan worden gewijzigd door een gezamenlijk besluit van de partners.

12 3. Deze regeling kan worden aangehaald als Privacyregeling Integrale Ondersteuning Sociale Teams Bronckhorst Bronckhorst (000) 2014

13 Bijlage 1: Privacyafspraken Sociale Teams Bronckhorst en Schilpartners Aanleiding voor de privacyafspraken De sociale teams en de schilpartners in Bronckhorst hechten aan een open werkwijze in de richting van de inwoners. Het is de ambitie van de sociale teams en de schilpartners om zoveel mogelijk met inwoners in gesprek te gaan over mogelijke ondersteuningsvragen en problemen en zo min mogelijk met anderen over hen te spreken, zonder dat zij daarbij aanwezig zijn of zonder dat zij daarvan op de hoogte zijn. Alleen door een zo open mogelijke werkwijze kan de ambitie slagen om de inwoners aan te spreken op eigen probleemoplossend vermogen en om hen passende ondersteuning te bieden waarbij zij de regie, voor zover mogelijk en verantwoord, zelf in handen houden. In verband met deze open werkwijze, maken de sociale teams en de schilpartners de volgende afspraken 1. Indien een schilpartner het in verband met vragen en problemen van inwoners en/of hun gezinsleden, gewenst acht om overleg te voeren met (een of meer leden van) het sociaal team, of gegevens aan het sociaal team te verstrekken, vraagt de schilpartner toestemming hiervoor aan de inwoner en zijn gezinsleden. 2. Voordat deze toestemming wordt gevraagd legt de schilpartner de inwoner en zijn gezinsleden uit aan wie hij de gegevens wil verstrekken, of met wie hij overleg wil voeren, waarom hij dat wil doen en wat de aard is van de gegevens die hij al dan niet tijdens een overleg) wil verstrekken. 3. Indien tot een overleg wordt besloten tussen het sociaal team en een of meer schilpartners, beoordelen het sociaal team en de schilpartner(s) samen of het mogelijk en gewenst is om de inwoner en zijn gezinsleden uit te nodigen voor dit overleg. 4. Indien een schilpartner meent dat een inwoner en zijn gezinsleden aangemeld dienen te worden bij het sociaal team in verband met hun behoeften aan integrale ondersteuning, moedigt de schilpartner de inwoner en zijn gezinsleden aan zich zelf aan te melden bij het sociaal team. Blijkt dat niet mogelijk, dan kan de schilpartner de inwoner en zijn gezinsleden aanmelden bij het sociaal team, indien hij daarvoor de toestemming heeft van de inwoner en zijn gezinsleden. Afspraak 2 is daarbij van toepassing. 5. Een schilpartner kan altijd contact opnemen met het sociaal team voor advies over de wijze waarop een inwoner en zijn gezinsleden kunnen worden gemotiveerd om zich aan te melden bij het sociaal team of om toestemming te geven voor gegevensverstrekking of voor een overleg. 6. Lukt het ondanks inspanningen van de schilpartner niet om toestemming te krijgen voor gegevensverstrekking, overleg of aanmelding, en meent de schilpartner dat ondersteuning door het sociaal team dringend nodig is in verband met de ernstige situatie waarin de inwoner en zijn gezinsleden verkeren, dan kunnen de schilpartner en het sociaal team in een gezamenlijke afweging besluiten om toch gegevens uit te wisselen, overleg te voeren of een inwoner en zijn gezinsleden aan te melden bij het sociaal team, indien dit redelijkerwijs kan leiden tot verbetering van de ernstige situatie of tot bescherming van de inwoner en zijn gezinsleden. Bronckhorst,

14 Toelichting Privacyregeling Integrale Ondersteuning Sociale Teams Bronckhorst Inleiding Deze toelichting op de Privacyregeling Sociale Teams Bronckhorst 2015 geeft uitleg bij de regels die de privacyregeling geeft over de omgang met persoonsgegevens door de sociale teams van de gemeente Bronckhorst. De privacyregeling is geschreven op basis van de wettelijke regelingen over privacy en beroepsgeheim die gelden voor de verschillende beroepskrachten die lid zijn van de teams, zoals (jeugd)verpleegkundigen maatschappelijk werkers, jeugdzorgwerkers, medewerkers van Werk en Inkomen, enzovoort., Artikelen 1 tot en met 5 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen De beheerder is de functionaris die de dagelijkse zorg heeft voor het bestand en voor de persoonsgegevens die daarin zijn opgenomen. De leidinggevende van het sociaal team is in de privacyregeling aangewezen als beheerder van het bestand. Het bestand is de term die wordt gebruikt voor het registratiesysteem van het sociaal team. In dit systeem worden gegevens vastgelegd over inwoners en hun gezinsleden in verband met de integrale ondersteuning die het sociaal team biedt. NB: Als het reglement de term bestand gebruikt gaat het uitdrukkelijk om de verzameling van persoonsgegevens van het sociaal team, niet om de cliëntdossiers van de instellingen die deelnemen aan het sociaal team. Casusregie is het oppakken van de ondersteuningsvraag, deze verhelderen, zorgen dat de ondersteuningsvraag wordt beantwoord en vaststellen of met de integrale ondersteuning die is geboden de doelen en resultaten zijn behaald die waren afgesproken. Coördinatie van zorg kan worden gezien als een zware vorm van casusregie in geval van meervoudige en complexe problematiek waarbij de inwoner en zijn gezin niet in staat blijken zelf de regie te voeren. Dat informatie is de (niet juridische) term die wordt gebruikt voor gegevens over de buitenkant van de ondersteuning die wordt geboden: of er ondersteuning wordt geboden, om welk type het gaat, door wie of door welke instelling de ondersteuning wordt geboden, en wanneer deze is gestart en afgerond is. De term dat informatie is van belang om de gegevensuitwisseling tussen de verschillende vormen van ondersteuning enigszins te beperken. In veel gevallen zal het voldoende zijn voor de verschillende instanties die bij de integrale ondersteuning zijn betrokken om te weten of er nog andere vormen van ondersteuning worden geboden en om welk type ondersteuning het gaat. Als daaraan dan ook nog de contactgegevens van de instelling of beroepskracht worden toegevoegd die de betreffende ondersteuning biedt, dan zal deze informatie in veel gevallen volstaan. Integrale ondersteuning is de verzamelterm voor alle vormen van maatschappelijke ondersteuning, ondersteuning in de sfeer van werk en inkomen en jeugdhulp die als een samenhangend geheel worden geboden. Het gezin wordt gevormd door de persoon of personen met wie de inwoner in gezinsverband leeft of heeft geleefd. Het gaat voor deze regeling om de personen op wie de ondersteuning zich mede richt, of die op een andere manier bij de ondersteuning zijn betrokken.

15 Inwoner is degene die zijn woonplaats heeft in de gemeente Bronckhorst en aan wie op grond daarvan integrale ondersteuning kan worden geboden. Het begrip jeugdhulp is overgenomen uit de Jeugdwet. Het is een verzamelterm voor nagenoeg alle vormen van ondersteuning en hulp aan inwoners en hun gezinsleden bij opgroei en opvoedproblemen, bij gedragsstoornissen, bij lichamelijke of verstandelijke beperkingen en bij adoptiegerelateerde problematiek. Jeugdhulp valt onder de brede paraplu van het begrip integrale ondersteuning,zoals in deze regeling gehanteerd. Onder het begrip persoonsgegevens valt alle informatie over een individuele ouder of jeugdige zoals: naam, adres, ondersteuningsvraag en informatie over de ondersteuning die wordt geboden. Bepaalde persoonsgegevens genieten een bijzondere bescherming, dat zijn de zogeheten bijzondere persoonsgegevens. Het gaat om gegevens die bijzonder privacygevoelig zijn zoals o.a. persoonsgegevens over ras en etniciteit, gegevens over de gezondheid, over de godsdienst en over de politieke overtuiging. Sociaal netwerk is de term in de regeling voor de personen met wie het gezin zich verbonden voelt en die daarom mogelijkerwijs kunnen worden betrokken bij de integrale ondersteuning aan het gezin. Verwerken van persoonsgegevens is de verzamelterm voor iedere handeling met persoonsgegevens zoals: opslaan, opvragen, doorgeven, bewerken, analyseren en bewaren. Schilpartners is de verzamelterm voor instellingen en beroepskrachten die vanwege hun contacten met inwoners een belangrijke rol spelen in de toegang tot de ondersteuning door het signaleren van vragen en problemen en het tijdig daarop reageren. Zij vormen als het ware de schil om het sociale team heen. Zoals: de wijkverpleegkundige, de huisarts, de praktijkondersteuner GGZ en het ondersteuningsteam op de scholen Artikel 2 Doel In artikel 2 wordt het doel beschreven van de verwerking van persoonsgegevens. Dit artikel geeft daarmee antwoord op de vraag waarom de gegevens van inwoners en hun gezinsleden worden verwerkt. Deze bepaling is van belang omdat aan dit doel de gegevensverwerking door het sociaal team wordt opgehangen. Doel is kort gezegd tijdig signaleren van vragen en behoeften en zo nodig integrale ondersteuning bieden aan inwoners en hun gezinsleden waarbij goed wordt ingespeeld op de ondersteuningsvraag en op de eigen mogelijkheden van de inwoner, zijn gezin en de sociale omgeving. Artikel 3 Reikwijdte De regels over de omgang met persoonsgegevens gelden voor iedere verwerking van persoonsgegevens van de inwoner en zijn gezin door het sociaal team, ongeacht of dit schriftelijk, via beeldmateriaal of elektronisch gebeurt. Artikel 4 en 5 verantwoordelijkheden De Wet bescherming persoonsgegevens noemt het orgaan of de persoon die de eindverantwoordelijkheid draagt voor de gegevensverwerking de verantwoordelijke. Dit is degene die ook deze regeling vaststelt en kan wijzigen of intrekken. In deze regeling is als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens aangewezen het college van B&W van Bronckhorst. De verantwoordelijke draagt, ook naar buiten toe, de eindverantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking.

16 Artikel 5 beschrijft de eigen verantwoordelijkheid van alle beroepskrachten die met persoonsgegevens van inwoners en hun gezinsleden omgaan. Artikel 5 maakt duidelijk wat er op dit punt van hen verwacht wordt. Het gaat om een zorgvuldige omgang met gegevens of deze nu worden vastgelegd, worden verstrekt of in een overleg worden besproken. Artikel 6 Informeren van de inwoner en zijn gezin en het vragen van toestemming Als het sociaal team contact heeft met een inwoner en/of de leden van zijn gezin in verband met vragen of behoeften aan ondersteuning, legt het team gegevens over de inwoner en zijn gezinsleden vast en zal er doorgaans ook binnen het team overlegd worden over de ondersteuningsvraag. Daarvoor is toestemming nodig van de inwoner en zijn gezin. Van belang daarbij is dat eerst goed uitgelegd wordt waarom deze uitwisseling nodig is en wie, dit wil zeggen welke instanties bij de gegevensuitwisseling betrokken zijn. Pas nadat de inwoner daarover is geïnformeerd, is de vraag van toestemming aan de orde. Deze toestemming kan mondeling of schriftelijk worden gegeven. Is mondeling toestemming gegeven dan legt het sociaal team deze toestemming zorgvuldig vast in het bestand van het sociaal team. Een schriftelijke toestemming wordt eveneens vastgelegd in het bestand. Waarom toestemming voor het interne overleg binnen het team nodig is Ofschoon vanuit de landelijke overheid sterk gestimuleerd wordt dat gemeenten jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en voorzieningen op het terrein van werk en inkomen integraal bieden en zoveel mogelijk op basis van één gezinsplan, zijn de verschillende sectorregelingen daar maar in zeer bepekte mate op toegesneden. De leden van het team vertegenwoordigen verschillende taakvelden en het is niet zondermeer mogelijk om gegevens tussen die taakvelden uit te wisselen, bijvoorbeeld tussen Werk en Inkomen, jeugdhulp, en zorg. Daar is toestemming van de betrokkenen voor nodig. Dit klemt te meer als er aan overleg ook wijk of jeugdverpleegkundigen, artsen of hulpverleners uit de ggz meedoen. Zij hebben nog uitdrukkelijker toestemming nodig voor overleg of gegevensuitwisseling met andere professionals. Vandaar dat in het eerste contact met de inwoner en/of zijn gezinsleden toestemming wordt gevraagd voor het vastleggen van gegevens en voor de interne gegevensuitwisseling binnen het team. Hoe toestemming vragen In schema verloopt een gesprek waarin toestemming wordt gevraagd als volgt: 1. leg uit waarom de uitwisseling van gegevens in het sociaal team nodig is en welke instanties mee doen aan het sociaal team; 2. Nodig de inwoner uit om een reactie te geven (Wat vindt u daarvan?); 3. Ga in gesprek over vragen en mogelijke bezwaren; 4. Stel vast of er toestemming is (Dus u vindt het wel/niet goed dat ). Een aandachtspunt is dat de toestemming in vrijheid moet worden gegeven. Als te kort door de bocht de aanpak geen toestemming, geen ondersteuning wordt gekozen wordt onvoldoende recht gedaan aan de positie van de inwoner. Dit is niet alleen vanuit juridisch oogpunt problematisch maar ook methodisch. Hij wordt immers door het sociaal team aangesproken op zijn eigen kracht en het is de bedoeling dat hij zelf de regie over de ondersteuning houdt. Daarin past niet dat zijn toestemming min of meer afgedwongen wordt.

17 Externe gegevensuitwisseling en extern overleg In de artikelen 7 tot en met 10 geeft de privacyregeling regels voor het gegevensverkeer tussen in het algemeen geformuleerd het sociaal team en anderen. Artikel 7 Gegevensverstrekking en overleg in verband met coördinatie van zorg Artikel 7 richt zich op het gegevensverkeer en het overleg in verband met coördinatie van zorg die het sociaal team voert in geval van meervoudige en complexe problematiek, waarbij regie door de inwoner en/of zijn gezinsleden tekort schiet. In geval van coördinatie van zorg door een teamlid van het sociaal team geldt dat het teamlid de noodzaak van coördinatie van zorg uitlegt, daar draagvlak voor probeert te krijgen en vervolgens aangeeft welke informatie uitgewisseld wordt en met wie in verband met deze coördinatie van zorg. Op basis van deze informatie vraagt het teamlid toestemming voor deze informatie uitwisseling. Wordt er overleg gehouden in verband met de coördinatie van zorg, dan wordt altijd beoordeeld of het mogelijk en gewenst is dat de inwoner en zijn gezin daarbij aanwezig zijn. Artikel 8 Gegevensvestrekking en overleg in verband met niet vrij toegankelijke ondersteuning Artikel 8 gaat over het gegevensverkeer tussen het sociaal team en de aanbieders van niet vrij toegankelijke ondersteuning. Uitgangspunt is dat de inwoner en/of zijn gezinsleden zelf zorgen voor het aanleveren van de noodzakelijke gegevens aan de aanbieder. Lukt dit niet dan kan het sociaal team, met toestemming van de inwoner en zijn gezinsleden, de gegevens verstrekken, waarbij in het kader van transparantie een afschrift van de verstrekte gegevens aan de inwoner worden gegeven. Wenst de aanbieder van de ondersteuning overleg te voeren met of gegevens te verstrekken aan het sociaal team dan gebeurt dat ook weer met toestemming van de inwoner en/of zijn gezinsleden. En in geval van overleg wordt weer beoordeeld of het mogelijk en gewenst is de inwoner en/of de leden van zijn gezin daarbij uit te nodigen. Artikel 9 Gegevensverstrekking en overleg met de schilpartners Voor gegevensuitwisseling en overleg tussen het sociaal team en de schilpartners zoals de scholen, de wijkverpleegkundige en de huisartsen, gelden dezelfde regels als beschreven in artikel 9: toestemming vragen voor gegevensverstrekking en voor overleg en zo mogelijk overleg in aanwezigheid van de inwoner en zijn gezinsleden. Ook een aanmelding van een inwoner bij het sociaal team door een schilpartner gebeurt met toestemming van de inwoner. Artikel 10: Andere vormen van gegevensverstrekking of overleg Na de artikelen over gegevensuitwisseling en overleg met specifiek genoemde partijen, moet artikel 10 worden gezien als een restartikel. Ook voor overleg met anderen dan de partijen genoemd in de voorgaande artikelen vraagt het sociaal team gericht toestemming. Overleg met deze anderen wordt zo mogelijk ook gevoerd in aanwezigheid van de inwoner en/of zijn gezinsleden.