BoekStart. Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BoekStart. Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang"

Transcriptie

1 BoekStart Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang 1

2 Trainersmap Voorleescoördinator in de kinderopvang Ontwikkeld in opdracht van Stichting Lezen Moniek Sanders (Het ABC, Amsterdam) (versie november 2016) 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 Algemeen 7 Leeswijzer 7 Train-de-trainer bibliotheekmedewerkers 9 Opdracht voor bibliotheekmedewerkers voorafgaand aan de training 10 Agenda dag 1 training bibliotheekmedewerkers 11 Agenda dag 2 training bibliotheekmedewerkers 12 Training Voorleescoördinator in de kinderopvang pedagogisch medewerkers 13 Training Voorleescoördinator in de kinderopvang Overzicht van de inhoud per bijeenkomst 14 Draaiboek training voorleescoördinator 21 Zakelijke informatie 21 Bijeenkomst 1 23 Bijeenkomst 2 29 Bijeenkomst 3 33 Netwerkbijeenkomst 37 Bijlage 41 Bijlage 1 Inschrijfformulier 43 Bijlage 2 Deelnemerslijst 45 Bijlage 3 Uitnodiging training Voorleescoördinator 49 Bijlage 4 Basisdoelen kinderopvang en prentenboeken 53 Bijlage 5 Zoek iemand die 59 Bijlage 6 Basisdoelen voor de opdracht Kwadrant 61 Bijlage 7 Pedagogische uitgangspunten kinderdagverblijven 67 Bijlage 9 Reader training bibliotheekmedewerkers 101 Bijlage 10 Hand-out PowerPoint bibliotheekmedewerkers 103 Bijlage 11 Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang 107 Bijlage 12 Foto s van de leesomgeving 111 Bijlage 13 Handige links 117 Bijlage 14 Opdrachten bij Voorlezen gaat zó 119 Bijlage 15 Opdrachten voor hbo ers 121 Bijlage 16 Draaiboek workshop voor managers/leidinggevenden van kinderdagverblijven 123 Bijlage 17 Factsheet training Voorleescoördinator in de kinderopvang en Digidreumes 131 Bijlage 18 C urriculum voor de allerjongsten het jonge kind oktober Bijlage 19 Goed leesvoorbeeld doet goed volgen 139 Bijlage 20 Gebruikte literatuur/bronnen 141 3

4 4

5 Inleiding Trainer voorleescoördinator De kinderopvang heeft een belangrijke taak in de ontwikkeling van de literaire competentie en leesmotivatie van kinderen van nul tot vier jaar. Aandacht voor boeken, lezen en voorlezen in de kinderopvang is dan ook van grote betekenis. De training voorleescoördinator is ontwikkeld door Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek, en maakt onderdeel uit van het programma BoekStart in de kinderopvang. Dit programma heeft als doel kinderen via de kinderopvang in aanraking te brengen met boeken en voorlezen door het versterken van de relatie tussen de bibliotheek en de kinderopvang, en het verbeteren van het voorleesklimaat op de kinderopvang. Een goed voorleesklimaat realiseer je beter met de aanwezigheid van een voorleescoördinator. Het doel van deze training is bibliotheekmedewerkers uit de verschillende provincies op te leiden tot trainers, die op hun beurt voorleescoördinatoren van kinderopvanglocaties per regio opleiden. Een voorleescoördinator zorgt ervoor dat het voorlezen een structurele plek krijgt binnen beleid en uitvoering in de instelling. Voor deze training is gebruikgemaakt van het trainingsmateriaal van de training Voorleescoach van skon en de ervaringen die de trainer van skon, Mariette Helmig, met de training heeft opgedaan. Bij het ontwikkelen van deze training is ook dankbaar gebruikgemaakt van de kennis en expertise van de andere leden van de klankbordgroep, te weten: Ingrid Bon (Rijnbrink Groep) Marijke Bos (projectleider BoekStart, Stichting Lezen) Margriet Chorus (publicist/onderzoeker leesbevordering) Julienne van den Heuvel (projectleider BoekStart, Koninklijke Bibliotheek) Truuske Sanders (Sectorinstituut Openbare Bibliotheken t/m 2012) Voor de aanpassing van het materiaal zijn de ervaringen met de eerste vier trainingsgroepen verwerkt, met bijzondere dank aan Marion Bolte en Mignon van Ophuizen van Cubiss, Christine Zwierink van de Openbare Bibliotheek Amsterdam, Winnie Hoogenboom van de Bibliotheek Rotterdam en Gertruud Beemster van ProBiblio voor het delen van hun ervaringen. We hopen met de training Voorleescoördinator nieuwe mogelijkheden te creëren voor de opzet en uitvoering van het (voor)leesbeleid in de kinderopvang en daarmee positief bij te dragen aan de literaire competentie en leesmotivatie van jonge kinderen. Moniek Sanders (ABC, Amsterdam) Marijke Bos (Stichting Lezen) Julienne van den Heuvel (KB) 5

6 6

7 Algemeen Leeswijzer Deze map bestaat uit twee onderdelen: 1. Trainingsmap Dit is het materiaal voor de trainers. Het algemene deel is het materiaal bij de train-de-trainerdagen (pagina 9 t/m 12); beginnend met de doelen van de train-de-trainer, gevolgd door opdrachten en de agenda van de train-detrainerdagen. Op pagina 13 t/m 20zijn de doelen van de training weergegeven, gevolgd door een schematisch overzicht van de training. Daarna (op pagina 21 t/m 40) volgt het draaiboek voor de trainers. In dit draaiboek vind je de opzet van de bijeenkomsten en de werkwijze uitgeschreven. Via de link zijn alle materialen, formulieren, PowerPoint-presentaties enz. tedownloaden. Zo kun je er als bibliotheek je eigen logo op zetten en kun je hetmateriaal op maat maken voor je eigen groep. Bijlagen (vanaf pagina 41): formulieren, opdrachten om uit te delen, artikelen met achtergrondinformatie voor de trainers, extra opdrachten op hbo-niveau, de opdrachten bij Voorlezen gaat zó, een draaiboek voor een aparte bijeenkomst (workshop) voor managers enz. In de reader/literatuurlijst achterin zijn voor de geïnteresseerden nog verwijzingen naar andere achtergrondinformatie opgenomen. De meest actuele bron hiervoor is natuurlijk de website van Stichting Lezen. In de training van september 2016 is een nieuwe component opgenomen gericht op hbo ers. Het kan dan gaan om een hele groep hbo ers zijn (of een groep mbo ers met veel ervaring en veel nascholing), maar ook om een groep pedagogisch medewerkers waar een paar hbo ers bij zitten. Voor de hbo ers zijn extra opdrachten opgenomen, die meer verdiepen en een hoger niveau van zelfwerkzaamheid verwachten. In de training zelf is met *) aangegeven welke opdrachten zouden kunnen vervallen (of in kortere tijd kunnen worden uitgevoerd) als er (veel of uitsluitend) hbo ers meedoen aan de training. De trainer heeft dan de mogelijkheid de training compacter te maken en meer te verdiepen (bijvoorbeeld: twee bijeenkomsten in plaats van drie). 2. Cursusmap Dit is het materiaal voor de deelnemers, de pedagogisch medewerkers, inclusief de bijlagen. Het materiaal is chronologisch geordend per bijeenkomst (drie bijeenkomsten), met voorin een inhoudsopgave. De cursusmap is als los katern te bestellen via Buro Extern. In de bijlagen van de cursusmap zitten de hand-outs van de PowerPoint-presentaties, een voorbeeld van een voorleesplan, een overzicht van aanbieders van digitale prentenboeken en enkele achtergrondartikelen voor de pedagogisch medewerkers. 7

8 Verplichte literatuur voor trainers en pedagogisch medewerkers: Voorlezen gaat zó (Nederlands Jeugdinstituut, 2014); brochures Kwestie van lezen 4 t/m 8 (Stichting Lezen, ). Kleine boekenwurmpjes, het nut van voorlezen, Ouder van nu, 2016 Ogen dicht Kiekeboe! Genieten van boeken in de kinderopvang, Kiddo, voorleesdossier

9 Train-de-trainer bibliotheekmedewerkers Training Voorleescoödinator in de kinderopvang bibliotheekmedewerkers (opleiders) Doelgroep Hbo-geschoolde bibliotheekmedewerkers met voldoende trainings ervaring en bij voorkeur bekend met de kinderopvang. Doel Doel van de training: De bibliotheekmedewerkers zijn na het volgen van de training in staat om pedagogischmedewerkers van kinderopvanginstellingen op te leiden tot voorleescoördinator. Kennis Zij beschikken over kennis van de doelen en de organisatie van de kinder-opvang. Zij weten welke plaats voorlezen zou moeten hebben in de kinderopvang. Zij zijn zich bewust van de mogelijkheden die er zijn om voorleesbeleid te borgen in de kinderopvang en van de rol van de leidinggevende hierin. Zij zijn op de hoogte van de mogelijkheden om activiteiten rond voorlezen op te zetten in het eigen gebied, eventueel in samenwerking met andere partners (gemeente, begeleidingsdienst, educatieve instellingen ) Vaardigheden Zij zijn in staat om pedagogisch medewerkers te enthousiasmeren voor het opzetten van voorlees beleid binnen de eigen locatie en kunnen de pedagogisch medewerkers hierbij waar nodig ondersteunen. 9

10 Opdracht voor bibliotheekmedewerkers voorafgaand aan de training Zoek contact met een kinderopvanginstelling in de regio en vraag of je ter oriëntatie op deze training een werkbezoek mag brengen. Verzamel algemene informatie over de kinderopvanginstelling en de plek van (voor)lezen binnen deze instelling. Vraag of je een (deel van een) ochtend in een groep mag observeren. Noteer wat je opvalt met betrekking tot: meubilair; inrichting; collectie boeken in de groep(en); aanwezigheid van digitale mogelijkheden in de groepen; het pedagogisch klimaat; het dagritme dat gehanteerd wordt; de communicatie tussen de pedagogisch medewerker en de kinderen. 2 Maak zo mogelijk foto s van de leesomgeving (inrichting van een leeshoek, opstelling van de boeken). (N.B. In verband met de privacywetgeving is het maken van foto s waar kinderen op staan niet altijd toegestaan. Vraag dus vooraf aan de leidinggevende of fotograferen een probleem is. Sommige instellingen hebben hier met ouders afspraken over. In ieder geval mogen foto s nooit gepubliceerd worden zonder toestemming van de ouders.) 3 Neem, om de pedagogisch medewerkers te enthousiasmeren, een prentenboek voor de leeftijd 0-4 mee, dat je zou willen gebruiken in de training. 10

11 Agenda dag 1 training bibliotheekmedewerkers Tijd uur Algemene introductie Kennismaking Doel van de training en Leeswijzer Deelnemers op mbo- en hbo-niveau differentiatie in de training Intake uur Kinderopvang: wetgeving en praktijk uur Toelichting op bijeenkomst 1 en 2 van de training voor de pedagogisch medewerkers Maken van een eigen kennismakingsopdracht uur De vier ontwikkelingsgebieden van Riksen-Walraven Interactie in de kinderopvang uur LUNCHPAUZE uur De vier ontwikkelingsgebieden en de literaire competentie koppelen aan voorleesactiviteiten uur Kinderboeken selecteren: uitwisseling van werkwijze en tips Voorlezen: uitwisseling van geschikte boeken en bronnen uur De leesomgeving in de kinderopvang uur Evaluatie en afsluiting Opdracht na dag 1 1 Start de voorbereidingen om te komen tot de organisatie van de training in het eigen gebied (locatie, zaal, apparatuur, deelnemende instellingen, data enz.). Locatie kan Provinciale Steunorganisatie zijn. 2 Oriënteer je op het netwerk in de buurt/plaats waar de training plaats zal vinden. Wat is er vanuit de bibliotheek en evt. andere instellingen (scholen, onderwijsadviesdienst, gemeente, musea, kinderboerderij. ) te doen rond lezen? Waar zijn voorlees activiteiten aan te koppelen? 3 Kijk het trainingsmateriaal door, zodat je de volgende keer eventueel vragen kunt stellen. 4 Neem voor de volgende bijeenkomst een tablet of laptop mee. Meld je vast aan bij www. leesplan.nl (als je daar nog niet aangemeld bent). Let op: als je al aangemeld bent en in het programma voor het basisonderwijs hebt gewerkt, moet je je voor de kinderopvang opnieuw aanmelden met andere inloggegevens). 11

12 Agenda dag 2 training bibliotheekmedewerkers Tijd uur Welkom en opening Uitwisselen huiswerk; ideeën opdoen, tips uitwisselen Vragen over trainersmaterialen bijeenkomst 1 en bijeenkomst 2 voor de pedagogisch medewerkers: de leesomgeving uur Toelichting op bijeenkomst (vervolg) en 3 van de training voor de pedagogisch medewerkers Interactief voorlezen Digitale prentenboeken Ouderpartnerschap Wat kunnen laaggeletterde ouders doen? samen het voorbeeldplan bekijken uur PAUZE uur Vervolg Zelf inloggen en uitproberen Hoe enthousiasmeer je pedagogisch medewerkers om een voorleesplan voor de eigen instelling op te zetten? uur Maken van een sociale kaart met de pedagogisch medewerkers uur Evaluatie en afsluiting 12

13 Training Voorleescoördinator in de kinderopvang pedagogisch medewerkers Doelgroep Pedagogisch medewerkers die affiniteit hebben met voorlezen en hier een centrale rol in willen vervullen binnen de eigen instelling (mbo- of hbo-geschoold). Voorwaarde voor deelname is minimaal één jaar werkervaring in de kinderopvang en enige kennis van jeugdliteratuur/prentenboeken. Doel van de training De deelnemers zijn na de training opgeleid tot voorleescoördinator in de kinderopvang. Elke deelnemer heeft een voorleesplan gemaakt voor de eigen instelling. Kennis De deelnemers beschikken na afloop van de training over basiskennis van (digitale) prentenboeken, voorleesverhalen, liedjes en versjes voor de doelgroep 0-4-jarigen. Vaardigheden De deelnemers zijn in staat om: in samenspraak met de leidinggevende (en binnen het kader van de eigen organisatie) het (voor)leesbeleid op te zetten voor de eigen locatie en dit beleid vast te leggen in een voorleesplan; praktisch uitvoering te geven aan dit beleid; collega s te enthousiasmeren en voorlezen levend te houden binnen de instelling; ouders te informeren (en te enthousiasmeren); een samenwerkingsverband met de bibliotheek en andere cultureel-educatieve instellingen in de eigen regio op te zetten en te onderhouden. 13

14 Training Voorleescoördinator in de kinderopvang Overzicht van de inhoud per bijeenkomst Bijeenkomst 1 Huiswerk vooraf: lezen van Kwestie van lezen 4: Voorlezen in de kinderopvang en inventarisatielijst prentenboeken Voor hbo: lezen van brochure Meer voorlezen, beter in taal en Opdrachten voor hbo ers (bijlage 15). Tijd Inhoud Werkvorm Benodigdheden uur Kennismaking Voorlezen van een (interactief) prentenboek Prentenboek naar eigen keuze (voorbereid in de training) uur Uitreiken van de trainings materialen Toelichting op de training en uitleg van de opbouw van de training: Elke bijeenkomst komen er ingrediënten van het voorleesplan bij. Aan het eind van de training heeft elke deelnemer een voorleesplan voor de eigen instelling uur Een boek waar je van geniet uur Het belang van voorlezen in de kinderopvang: Bespreek dit aan de hand van de dia s. De vier ontwikkelingsgebieden van Riksen-Walraven en literaire competentie, gekoppeld aan concrete situaties en boeken Zoek iemand die Plenair Ronde vertellen over eigen boek Plenair: Interactief in combinatie met presentatie door trainer De opdracht in tweetallen Werkblad Zoek iemand die (bijlage 5) Per deelnemer een cursusmap en een exemplaar van Voorlezen gaat zó (door de deelnemers zelf aan te schaffen of bij de prijs inbegrepen) PowerPoint 1 dia 1-2 De boeken van de deelnemers Kwestie van lezen 4: Voorlezen in de kinderopvang Meer voorlezen, beter in taal PowerPoint 1 dia 3 t/m 16 Verzameling prentenboeken (zie bijlage 4 voor titels om uit te putten) 14

15 Vervolg uur Tape/afplakband om een kwadrant op de vloer af te plakken uur Samen een prentenboek lezen Achtergrondinformatie: specifieke pedagogische uitgangspunten (zie bijlage 7) Prentenboek uur LUNCHPAUZE uur Voorlezen aan jonge kinderen en het selecteren van kinderboeken *) *) compacter voor hbo In tweetallen, plenaire terugkoppeling PowerPoint 1 dia 17 t/m 25 Verzameling prentenboeken Inventarisatielijst uur Terugkoppeling lijst met eigen boekvoorraad *) Individueel en in een groepje. Overzicht van bronnen uit cursusmap Meegenomen huiswerkopdracht Boekenbudget Plenair *) compacter voor hbo uur BoekStart *) Plenair PowerPoint van BoekStart *) wordt voor hbo bekend Filmpje verondersteld uur Toelichting huiswerk Plenair Huiswerkopdracht PowerPoint dia 26 Enkele voorbeelden van foto s leesomgeving Vragenlijst Voorleesbeleid eigen instelling 15

16 Vervolg uur Voorbeeldvoorleesplan + inloggen op Wensen voor boeken Leesopdracht uit Voor-lezen gaat zó, hoofdstuk 1: Boeken uur Evaluatie en afsluiting PowerPoint 1 dia 27 16

17 Bijeenkomst 2 N.B. Zorg voor een trainingsruimte met voor elk tweetal een computer of laptop met internetverbinding Tijd Inhoud Werkvorm Benodigdheden uur De leesomgeving Vanuit een uitwisseling in drietallen naar tips PowerPoint 2: dia 1 t/m 7 Foto s van de deel-nemers Foto s van de leesomgeving (zie bijlage 12) Kwestie van lezen deel 5 De Leesomgeving uur Interactief voorlezen: theoretisch kader *) *) bekend bij hbo of in vogelvlucht doornemen Plenair: interactief in combinatie met presentatie door trainer PowerPoint 2: dia 8 t/m 20 Fragment uit film van de training Interactief voorlezen in de kinderopvang uur Boekjes voor baby s Uitwisselen in drietallen Babyboekjes van de deelnemers Dia 19 uit PowerPoint uur PAUZE uur Digitale prentenboeken: theoretisch kader uur Het maken van een Voorleesplan Interactief in combinatie met presentatie door trainer Bespreken aan de hand van huiswerk eigen instelling en voorbeeld Voorleesplan: hoe maak ik een Voorleesplan voor mijn eigen locatie PowerPoint 2: dia 21 t/m 32 Voorbeeld van een digitaal prentenboek (zie suggesties of zelf selecteren) Kwestie van lezen deel 7 Digitale prentenboeken PowerPoint 2: dia 33, 34 Internetaansluiting i.v.m. de website Invullijstje aan de hand van vragenlijst eigen instelling: welke acties moet ik nog ondernemen om te komen tot een Voorleesplan? 17

18 uur Toelichting huiswerk en maatjes zoeken Plenair PowerPoint 2: dia 34 Huiswerkopdracht: Maak een eigen voorleesplan Leesactiviteiten: leesopdracht uit Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 2: Leesomgeving + hoofdstuk 6: Voorlezen in het pedagogisch beleidsplan uur Evaluatie en afsluiting PowerPoint 2: dia 35 Zacht balletje Parkeerflap 18

19 Bijeenkomst 3 Tijd Inhoud Werkvorm Benodigdheden uur Motivatie en noodzaak om met een voorleesplan te werken a.d.h.v. een prentenboek *) uur Terugkoppeling voorleesplan per instelling: Het proces Het voorleesplan zelf (het product) Ervaringen en tips uitwisselen Wat heeft nog aandacht nodig? uur De rol van de voorleescoördinator Voorlezen en planmatig werken In tweetallen en plenair Plenair Prentenboek Een gat in mijn emmer (Ingrid & Dieter Schubert) Het voorbeeldvoorleesplan Van elke deelnemer het (voorlopige) voorleesplan van de eigen instelling Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang Stellingen rol voorleescoordinator uit de cursusmap Taken van de voorleescoordinator uit de cursusmap uur PAUZE uur Ouderpartnerschap Plenair: informatie In tweetallen een ouderbijeenkomst of activiteit voorbereiden uur Thematische opdracht met In tweetallen een prentenboek uur Sociale kaart Interactief plenair leesbevorderende activiteiten samenstellen PowerPoint 3: dia 1 t/m 7 Tips voor het organiseren van een ouderbijeenkomst Kwestie van lezen deel 6 Voorlezen in meertalige gezinnen en deel 8 Ouders betrekken bij (voor)lezen Verzameling actuele prentenboeken Flap-over met stiften 19

20 uur Wat is er nog nodig? Netwerkbijeenkomst Nieuwsbrief Mailinglist uur Evaluatie en afsluiting Evaluatieformulier Zacht balletje Feestelijke uitreiking certificaten Parkeerflap Certificaten Netwerkbijeenkomst (eerste bijeenkomst niet later dan zes maanden na de training) Tijd Inhoud uur Uitwisselen van ervaringen en tips; bijvoorbeeld rond de volgende onderwerpen: Voorleesplan / voorleesbeleid (jaarkalender) De sociale kaart Ouderpartnerschap; bijeenkomsten met ouders Enthousiasmeren van collega s Evaluatie van het voorleesplan (na een jaar) Kennis uitbreiden, bijvoorbeeld: met een van de verdiepende modules Interactief voorlezen; door een gastspreker uit te nodigen die informatie geeft over een bepaald onderwerp (logopedist, deskundige taalverwerving; prentenboekenauteur ); actuele titels van babyboekjes en prentenboeken te laten zien. 20

21 Draaiboek training voorleescoördinator Zakelijke informatie Vooraf informatie verzamelen over de deelnemende instellingen met inschrijf-formulieren. Verzamel de informatie bij voorkeur in een gesprek met de leidinggevende. Tips voor de start Vraag vooraf spreektijd tijdens een teamoverleg, om draagvlak te creëren voor de plek van voorlezen in de instelling. Informeer vooraf bij de leidinggevende of de deelnemer een vast dienstverband heeft. Dit in verband met de borging van het voorleesbeleid. Als al bekend is welke pedagogisch medewerker deel gaat nemen aan de training, vraag dan of hij/zij aanwezig kan zijn bij het intakegesprek. Geef vooraf aan dat er huiswerkopdrachten bij de training horen: in totaal vragen die minimaal 6 uur (inclusief het schrijven van het voorleesplan). Is er een mogelijkheid om per kinderdagverblijf een leidinggevende en een pedagogisch medewerker aan de training te laten deelnemen? De ervaring is dat dit het opzetten van het voorleesbeleid kan versterken. Een alternatief is het verzorgen van een aparte bijeenkomst (workshop) voor leidinggevenden/managers (zie voor een voorbeelddraaiboek voor zo n bijeenkomst bijlage 16). Een andere optie is de leidinggevende uit te nodigen voor bijeenkomst 3, waarin de voorleesplannen centraal staan. Voorafgaand aan de training de boeken op het kinderdagverblijf saneren, is handig voor de pedagogisch medewerkers. Is het kinderdagverblijf verbonden aan een basisschool (bijvoorbeeld in een Integraal Kindcentrum)? Zo ja, is er een mogelijkheid om een doorgaande lijn aan te brengen in het (voor)leesbeleid, door ook samen te werken (of in ieder geval af te stemmen) met de leescoördinator van de basisschool? Aantal deelnemers: Als het moeilijk blijkt om voldoende deelnemers te werven, zoek dan regionale samenwerking. Als de groep te klein is, is er weinig interactie. Het is daarom aan te bevelen met minimaal 8 deelnemers te werken). Tip: met twee trainers werken is prettig als trainer en afwisselend voor de deelnemers. Uitnodiging en voorbereidingsopdrachten: uiterlijk twee weken voor de eerste trainingsdatum versturen, samen met Kwestie van lezen 4: Voorlezen in de kinderopvang. Voor hbo ers met de link naar Meer Voorlezen, beter in taal. Cursusmappen voor alle deelnemers klaarmaken of bestellen bij Buro Extern. Kies een locatie met goede faciliteiten (stoelen, tafels, digibord, internet enz.); een training in de bibliotheek tussen de boeken is inspirerend. Een bijeenkomst duurt 3 uur. Sommige trainers vinden het prettig er 3,5 uur voor uit te trekken, waardoor er iets meer ruimte is voor het uitwisselen van ervaringen. Een alternatief is vier 21

22 ochtenden van 3 uur. Overleg goed over het tijdstip van de training ( s avonds hoeft er geen vervanging geregeld te worden; een wisselend bijeenkomst om de lasten van vervanging te spreiden; sommige organisaties hebben een vast bijeenkomst voor overleg of trainingen). Tussen de drie bijeenkomsten zitten telkens twee tot vier weken (tussen bijeenkomst 2 en 3 gaan de deelnemers werken aan het voorleesplan; aan te bevelen is dat zij daar minimaal twee weken de tijd voor hebben. Daarna mailen zij het plan naar de trainer, die nog gelegenheid moet hebben om de plannen vóór de laatste bijeenkomst te lezen. Verplichte literatuur: Voorlezen gaat zó. Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang. Margriet Chorus en Irma van Welzen, Uitgeverij SWP Amsterdam/Nederlands Jeugdinstituut Utrecht, De deelnemers schaffen dit boek zelf aan. Tip: schaf het boek centraal aan en verreken de kosten in de cursusprijs. Uitnodiging en voorbereidingsopdrachten De deelnemers krijgen minimaal twee weken voor de eerste bijeenkomst een uitnodigingsbrief met de voorbereidingsopdrachten (bijlage 3) 22

23 Bijeenkomst 1 Voorbereiding Zorg voor een gevarieerde verzameling prentenboeken (zie bijlage 4 voor voorbeelden van titels bij de basisdoelen). Als je als trainer een eigen krat met boeken hebt, ben je niet afhankelijk van de bibliotheek. Kies minimaal 10 boeken per ontwikkelingsgebied. Stal de verzameling prentenboeken op een aantrekkelijke manier uit op een of meer tafels. Breng geen ordening aan: de deelnemers gaan halverwege de ochtend zelf aan de slag met het selecteren van boeken. Maak in het midden van de ruimte op de vloer een kwadrant met in elk vak een vel met de basisdoelen (bijlage 6): 1. Emotionele veiligheid, 2. Persoonlijke competenties, 3. Sociale competenties, 4. Normen en waarden. 5. Literaire competentie staat in een vierkant in het midden. Een cursusmap voor elke deelnemer. Een blanco naamkaartje voor elke deelnemer en post-its. Een kopie van het werkblad Zoek iemand die (bijlage 5) voor elke deelnemer. Voor elke deelnemer een exemplaar van de volgende folders: Voorlezen aan jonge kinderen 0-4: hoe doe je dat? informatiefolder BoekStart BoekStart voor jou! (recente uitgave printen) Eigen exemplaar van Kwestie van lezen 4: Voorlezen in de kinderopvang (zit bij huiswerk voor deelnemers). 23

24 Eigen exemplaar van Voorlezen gaat zó (indien bij de prijs inbegrepen ook voor elke deelnemer een exemplaar). Controleer de internetaansluiting i.v.m. het bekijken van de website Maak tafelgroepen van vier personen. Zet de tafels zo dat de deelnemers de trainer en het digibord goed kunnen zien uur Opening Kennismaking 1 Voorlezen van een (interactief) prentenboek door de trainer Als opwarmertje leest de trainer een (stukje) uit een prentenboek voor, of laat hij/zij een interactief prentenboek zien. Licht toe waarom juist dit prentenboek gekozen is (bijvoorbeeld: geschikt voor heel jonge kinderen; je kunt er een mooie verteltafel mee inrichten omdat er veel attribuutjes bij zijn; kinderen vinden het heel spannend ). Dit onderdeel is voorbereid op de train-de-trainersdag. 2 Zoek iemand die Als kennismakingsactiviteit wordt gebruik gemaakt van een actieve werkvorm waar de trainer aan meedoet. Elke deelnemer krijgt een werkblad Zoek iemand die Op dit werkblad staan 10 vragen. De deelnemers krijgen de opdracht om zich door de ruimte te begeven en op elke vraag een antwoord te krijgen van een van de andere deelnemers. Het antwoord en de naam van de deelnemer wordt opgeschreven. Het meegenomen prentenboek hoort ook bij deze opdracht. Spoor de deelnemers aan zoveel mogelijk antwoorden te verzamelen. Geef van tevoren aan hoeveel tijd er is voor deze opdracht (maximaal 15 minuten). Stop de opdracht na de afgesproken tijd. De meeste deelnemers zullen elkaar nu hebben gesproken en ze weten nu iets van elkaar. Doe een heel kort voorstelrondje (naam en instelling; waarom deze training?). 3 Deel tot slot de naamkaartjes uit en vraag iedereen naam en instelling erop te noteren uur Uitreiking van de trainersmap Benodigdheden: PowerPoint 1: dia 1 en 2 Deel de map uit. De deelnemers is vooraf gevraagd het boek Voorlezen gaat zó aan te schaffen (of ze krijgen dit samen met de map uitgereikt). Geef aan dat gedurende de training hoofdstukken uit het boek gelezen worden en dat het handig is als de deelnemers het boek elke bijeenkomst bij zich hebben. Licht de doelen en de opzet van de training kort toe. Benadruk dat met de verschillende opdrachten in de drie trainingsbijeenkomsten al gaandeweg aan de uitwerking van het voorleesplan van de eigen instelling wordt gewerkt. 24

25 Ga na of de doelen passen bij de verwachtingen van de deelnemers. Hebben zij specifieke vragen/ problemen waar ze aandacht voor willen in de training? Noteer deze op de parkeerflap. Geef aan op welk moment in de training deze zaken aan de orde zullen komen uur Een boek waar je van geniet Voorbereidingsopdracht 1 en 2 Benodigdheden: de boeken van de deelnemers zelf. Vraag de deelnemers om beurten (bijvoorbeeld in estafette: geef een stokje door, of een knuffel of ander voorwerp) kort iets over het boek te vertellen: waarom genieten de deelnemer en de kinderen zo van dit boek? Hou de tijd scherp in de gaten. Geef elke deelnemer bijvoorbeeld 2 minuten. (Tip: gebruik de timer op je telefoon.) uur Het belang van voorlezen in de kinderopvang PowerPoint 1: dia 3 t/m 16. De vier ontwikkelingsgebieden van Riksen-Walraven, gekoppeld aan concrete situaties en boeken Benodigdheden: PowerPoint 1 en verzameling prentenboeken. Neem de Powerpoint-dia s met de deelnemers en op interactieve wijze door. Dia 2 vraagt naar de beleving van Kwestie van lezen 4: Voorlezen in de kinderopvang. Welke informatie verraste de deelnemers? Welke informatie was bekend? Bij een gemengde groep met hbo ers heeft een aantal mensen ook de brochure Meer voorlezen, beter in taal gelezen. In dat geval is er meer voorinformatie en kan er dieper op de materie worden ingegaan. Nodig de hbo ers expliciet uit ook hun leeservaring te delen. Ga na welk belang de deelnemers hechten aan voorlezen en laat het filmpje zien van dia 3. Is de motivatie om voorlezen structureel in te bedden in de organisatie bij de deelnemers aanwezig? En hoe zit dat binnen hun instelling? Laat het filmpje zien van dia 4 en bespreek dia 5 Wat helpt? Bespreek vervolgens dia 6. Zijn de deelnemers bekend met het pedagogisch kader en de vier basisdoelen? Bespreek vervolgens op dia 7 t/m 16 en ga vooral in op de betekenis van de vier basisdoelen voor het voorlezen. Het vijfde basisdoel, bezien vanuit leesbevordering, is het ontwikkelen van de literaire competentie: kinderen boeken laten leren kennen. Laat bij het bespreken van de dia s per basisdoel een voorbeeld zien van een prentenboek dat goed bij dat basisdoel past. Leg het prentenboek in het juiste vak van het kwadrant op de vloer. Laat vervolgens de deelnemers in tweetallen een prentenboek van de tafel pakken en samen bespreken bij welk basisdoel dit boek het beste past. Elk tweetal legt minimaal één prentenboek in één van de vakken. Ze kunnen ook het prentenboek dat ze zelf bij zich hadden, indelen. (Let erop dat ze het na afloop weer meenemen.) Ga door tot een groot deel van de aanwezige boeken verdeeld is over de kwadranten. De deelnemers zullen ontdekken dat in de meeste boeken aan verschillende basisdoelen 25

26 gewerkt wordt. Waar het om gaat is dat zij inzicht krijgen in de betekenis van prentenboeken voor het werken aan de basisdoelen in de kinderopvang. Dit is een argument voor de kinderopvanginstellingen om voorlezen als belangrijke activiteit op te nemen in het beleid. N.B. Sommige kinderdagverblijven werken vanuit specifieke pedagogische uitgangspunten, zoals Montessori of Freinet. Dit kan consequenties hebben voor het voorleesbeleid of de selectie van boeken. Als er in de training deelnemers zijn van instellingen die vanuit een dergelijke visie werken, is het aan te bevelen samen met de deelnemers na te gaan wat dit betekent voor het voorleesbeleid. In bijlage 7 is een beschrijving opgenomen van verschillende pedagogische visies uur Samen een prentenboek lezen Een korte activiteit als afsluiting: kies een prentenboek uit de verzameling op de vloer, liefst een prentenboek waarin het verhaal op een eenvoudige manier op elke pagina een ontwikkeling laat zien en ergens naartoe werkt (bijvoorbeeld: Kleine muis zoekt een huis). Let erop dat het boek voldoende pagina s heeft om elke deelnemer aan de beurt te laten komen. Geef aan dat jullie in estafette gaan lezen, om de beurt een pagina. Begin zelf met de eerste pagina, geef het boek door en ga net zo lang door tot het boek uit is uur PAUZE uur Voorlezen aan jonge kinderen en het selecteren van kinderboeken Bespreek dia 17 t/m 25 over het voorlezen aan jonge kinderen. Wijs per leeftijdsgroep op een of meer geschikte boeken uit de verzameling (zie bijlage 4 voor voorbeelden) Deel de folder Voorlezen aan jonge kinderen: hoe doe je dat? uit. Benadruk het belang van de ouderfolder. Is het bijvoorbeeld een idee om deze folders op locatie te hebben en elke nieuwe ouder na intake een folder mee te geven? Voor elke kinderopvanginstelling bestaat de basis voor het voorlezen uit een gevarieerde boekencollectie. Uitgangspunt is dat op elk moment voor alle kinderen een boek gekozen kan worden (zie Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 1: Boeken ). De collectie is de basis voor de dagelijkse praktijk. Daarnaast kunnen altijd boeken worden geleend uit de bibliotheek. In de meeste kindercentra worden boeken betaald uit het budget voor materialen. Bijna nooit is er een apart boekenbudget. Het is echter goed om wel een apart bedrag te reserveren voor boeken. Als er eenmaal een basiscollectie is, kan die gemakkelijk bijgehouden worden door jaarlijks minimaal zo n vijf boeken te kopen. Het gaat dan om een bedrag van 60 à 70 per groep. Laat de deelnemers in tweetallen de opdracht Kinderboeken selecteren maken. Met de indeling hebben ze in de huiswerkopdracht al kennisgemaakt. Bespreek de uitkomsten kort na. Is de indeling voor alle deelnemers duidelijk? 26

27 uur Terugkoppeling lijst met eigen boekvoorraad, boekenbudget Benodigdheden: meegenomen inventarisatielijst (huiswerkopdracht), overzicht van bronnen en opdracht voor deelnemers. Laat de deelnemers nu hun eigen lijst bekijken en deze vergelijken met de selectie die ze in de vorige opdracht hebben gemaakt. Zijn er categorieën die ontbreken in de eigen instelling? Met welke boeken zouden ze hun collectie willen aanvullen? Waarom? Wijs de deelnemers op de lijst met bronnen die ze kunnen raadplegen bij de aanschaf van nieuwe boeken uur BoekStart Benodigdheden: filmpje (informatiefilm over BoekStart: in de bibliotheek of via en PowerPoint BoekStart; voor elke deelnemer een Informatiefolder BoekStart; voor elke deelnemer een exemplaar (digitaal of geprint) van BoekStart voor jou!. Laat de PowerPoint zien en aansluitend het filmpje. Zijn de deelnemers bekend met BoekStart? Komen ze er op hun instelling mee in aanraking? Deel de folders uit uur Toelichting op het huiswerk voor de volgende bijeenkomst Laat een of twee voorbeelden zien van foto s van een leesomgeving (bijlage 12; niet méér, in bijeenkomst 2 wordt hier uitgebreid bij stilgestaan), zodat de deelnemers weten wat voor soort foto s verwacht worden. Naast het maken van foto s is er een leesopdracht: Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 1: Boeken en het voorbeeldvoorleesplan. Dit voorbeeld zit in de map van de deelnemers. Wijs de deelnemers hierop. Vraag hun het voorleesplan door te nemen en kondig aan dat zij na de volgende keer verder zelf aan de slag gaan met het voorleesplan voor de eigen locatie. Vraag hun alvast in te loggen op www. leesplan.nl. Bespreek met de deelnemers de Vragenlijst Voorleesbeleid van de eigen instelling. Vraag de deelnemers als huiswerk de vragenlijst voor de eigen instelling in te vullen. Met behulp van deze vragenlijst verzamelen ze weer informatie voor het voorleesplan. In deze bijeenkomst is gewerkt aan de boekenvoorraad van de eigen instelling. Het komen tot een evenwichtige en goede voorraad boeken is een onderdeel van het voorleesplan. Met behulp van opdracht 6 van het huiswerk kunnen ze vast bekijken met welke titels ze hun voorraad zouden willen aanvullen. Vraag de deelnemers tot slot de volgende keer allemaal een boekje voor baby s uit te kiezen dat hen aanspreekt en dat mee te nemen. Tijdens de volgende bijeenkomst laten ze deze aan elkaar zien. 27

28 uur Evaluatie en afsluiting Bekijk samen de vragen die op de parkeerflap staan. Welke vragen zijn vandaag aan de orde geweest? Is hier voldoende antwoord op gegeven? Zet een vinkje bij de vragen die voldoende zijn beantwoord. Neem de parkeerflap mee voor de volgende bijeenkomst. Maak een rondje en laat de deelnemers reageren op de volgende vragen: Voldoet de training aan je verwachting? Wat neem je mee van vandaag voor je eigen praktijk? Heb je wensen voor de volgende bijeenkomst? 28

29 Bijeenkomst 2 Voorbereiding Zorg voor een trainingsruimte waar de deelnemers in tweetallen op een computer met internetverbinding kunnen werken om samen de website goed in de vingers te kunnen krijgen. Voor elke deelnemer een exemplaar van Kwestie van lezen 5: De leesomgeving. Neem een zacht balletje mee voor de evaluatie. Hang de foto s van de leesomgeving (bijlage 12) op aan een wand in de trainingsruimte. Controleer de internetaansluiting en het geluid i.v.m. het bekijken van de website en digitale prentenboeken (b.v. Controleer de werking van het filmpje Interactief voorlezen in de kinderopvang. Hang de parkeerflap op uur Welkom en opening Heet de deelnemers welkom. Ga na of het gelukt is met de huiswerkopdrachten en of iedereen die bij zich heeft. Kijk even samen naar de parkeerflap. Welke vragen zullen naar verwachting vandaag aan de orde komen? uur De leesomgeving Benodigdheden: PowerPoint 2: dia 1 t/m 7 Laat de deelnemers in groepjes van drie de foto s van de leesomgeving bekijken met de bijbehorende opdracht. Geef hun daar ongeveer 20 minuten tijd. Bespreek vervolgens plenair wat elk groepje aan de anderen wil laten zien. Leg het belang uit van een stimulerend leesomgeving. Gebruik hierbij dia 2. 29

30 Benoem dit, waar mogelijk, op de foto s van de deelnemers. En gebruik de voorbeeldfoto s aan de wand aanvullend hiervoor. Geef in ieder geval informatie over: de opstelling van boeken voor de kinderen zelf in een lage boekenkast; voorlezen in de hele groep; voorlezen in kleine groepjes (persoonlijke aandacht); een standaard voor het boek, zodat de voorlezer zijn/haar handen vrij heeft; vast tijdstip, en wanneer er behoefte aan is; het inrichten van een leeshoek. (Zie ook Voorlezen gaat zo, hoofdstuk 2: Leesomgeving.) Deel Kwestie van lezen 5 uit. Deze folder kunnen de voorleescoördinatoren gebruiken als ze met hun collega s in gesprek willen over de leesomgeving uur Interactief voorlezen theoretisch kader Benodigdheden: PowerPoint 2: dia 8 t/m 20 Vertel dat er een aparte training Interactief voorlezen in de kinderopvang is en dat daarom in deze training niet diep op interactief voorlezen wordt ingegaan. Hier gaat het uitsluitend om de grote lijnen van de aanpak. Inmiddels zijn er ook verdiepingsmodules ontwikkeld (dia 9). In hoeverre zijn de deelnemers en hun collega s getraind in interactief voorlezen? Is dat recentelijk gebeurd of al langer geleden? Ga afhankelijk van de voorkennis meer of minder diep in op dit onderwerp. Laat fragment 6 uit de film BoekStart. Interactief voorlezen in kinderopvang 0-4 jarigen zien (scene: Will en Fleur van de film BoekStart, oogjes van de poes en oogjes van Fleur). Vraag de deelnemers welke elementen van het voorlezen hun opvallen, en noteer deze op een flap. Welke ervaring hebben zij zelf met interactief voorlezen? Interactief voorlezen betekent met de kinderen in gesprek gaan over een boek. Het betekent dat je een voorleessituatie creëert als gerichte luister- en denkactiviteit. Voor sommige kinderen, voor wie voorlezen geen vaste gewoonte is, is dat even wennen. Begin daarom met eenvoudige vragen, om af te tasten wat de kinderen aankunnen. Bij interactief voorlezen wissel je met de kinderen van gedachten. In het filmpje is Will aan het voorlezen aan Fleur. Elementen van interactief voorlezen die zichtbaar zijn in dit filmpje: herkennen; taalstimulering; fasen in de leesontwikkeling (twee fasen zijn te zien: fase 2: boek hanteren; fase 3: gericht op de inhoud). Presenteer vervolgens de uitgangspunten van interactief voorlezen met behulp van de PowerPoint. Verwijs waar mogelijk terug naar het filmpje. Wijs de deelnemers tot slot op de voorleestips in de cursusmap. 30

31 uur Boekjes voor baby s Laat de deelnemers in drietallen werken met de babyboekjes. Om beurten laten ze elkaar hun boekje zien en vertellen elkaar waarom dat boekje hen aanspreekt. Laat dia 19 uit PowerPoint 1 ( De eerste maanden ) nog een keer zien (of pak de hand-out erbij) en laat de drietallen samen bespreken welke punten van de dia ze herkennen bij deze boekjes uur PAUZE uur Digitale prentenboeken Benodigdheden: PowerPoint 2: dia 21 t/m 32 Laat een digitaal prentenboek naar keuze aan de deelnemers zien. Bijvoorbeeld: De wiebelebillenboogie van (bij dit digitale prentenboek worden ook vragen gesteld aan de luisteraar; dit lokt interactie uit). Vraag om reacties. Wat wordt gezien als voordeel van digitale prentenboeken, naast het voorlezen van boeken? Benoem in ieder geval: geluid; onverwachte beelden en effecten; ze zijn zelf te maken; ze zijn eenvoudig te vermenigvuldigen, zodat kinderen er tegelijk zelf mee kunnen werken; op het web, dus ook thuis toegankelijk; verbanden leggen tussen beeld, geluid en geschreven taal (b.v. woordenschat); interactie is mogelijk. Zie ook De computer leest voor. Een kansrijke vernieuwing in kleuterklassen (Daisy Smeets en Adriana Bus, 2009). Bespreek dia 21 t/m 31. Welke faciliteiten hebben de kindercentra waar de deelnemers werken voor het gebruiken van digitale prentenboeken? Is er een digibord of een beamer om mee te projecteren? Zijn er computers met internetaansluiting waar ook peuters gebruik van kunnen maken? Zijn er laptops, ipads of andere tablets beschikbaar? uur Het maken van een voorleesplan Benodigdheden: PowerPoint 2: dia 33 Bespreek het huiswerk met de deelnemers. Lukte het om de vragenlijst over de eigen instelling in te vullen? Wat heeft dit opgeleverd? Welke aandachtspunten heeft dit opgeleverd voor het eigen voorleesplan? 31

32 Bekijk samen het voorbeeldvoorleesplan. Wat valt de deelnemers op? Welke elementen uit dit voorbeeld zouden ze ook willen gebruiken, en welke juist niet? Waarom? Wat is nog nodig om tot een voorleesplan van de eigen instelling te komen? Geef de deelnemers voldoende tijd om dit op een rij te kunnen zetten. Laat dit resulteren in de opdracht, waarin ze een lijstje maken waarin ze aangeven welke acties ze nog moeten ondernemen om te komen tot een voorleesplan. Bekijk ook samen op mogelijke projecten die in kinderdagverblijven kunnen worden opgezet. Zijn er deelnemers die al ervaring hebben met deze of vergelijkbare projecten? uur Toelichting op het huiswerk voor de volgende bijeenkomst Geef aan dat er met maatjes gewerkt gaat worden en dat die maatjes ook na afloop van de training nog contact met elkaar kunnen houden over de voortgang van het voorlezen in de eigen instelling. Minimaal jaarlijks zal er door de bibliotheek een netwerkbijeenkomst worden georganiseerd, waar de voorleescoördinatoren elkaar ontmoeten om ervaringen uit te wisselen, en als platform waar nieuwe informatie kan worden gedeeld. Elke deelnemer gaat, in overleg met zijn/haar maatje, aan de slag met het voorleesplan voor de eigen instelling. Maak de afspraak dat de deelnemers het voorleesplan uiterlijk een week voor de volgende derde bijeenkomst mailen. Als je werkt met hbo-geschoolde deelnemers, is het aan te bevelen het document Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang (bijlage 11) uit te delen. De deelnemers kunnen deze richtlijnen gebruiken bij het schrijven van het plan. Heb je uitsluitend mbogeschoolde deelnemers, gebruik deze richtlijnen dan alleen zelf als beoordelingsinstrument bij het lezen van de plannen. Laat de deelnemers een maatje kiezen. Het tweede onderdeel van het huiswerk is het lezen van Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 2 Leesomgeving en hoofdstuk 6 Voorlezen in het pedagogisch beleidsplan. In de opdracht hierbij wordt de relatie met het voorleesplan gelegd. Belangrijk is dus eerst de hoofdstukken te lezen en daarna met het Voorleesplan aan het werk te gaan uur Evaluatie en afsluiting Benodigdheden: PowerPoint 2: dia 34 Laat de deelnemers kort nadenken over de volgende vragen: Wat is het belangrijkste dat je vandaag hebt bijgeleerd? Wat is je punt van aandacht voor de komende periode? Vraag de deelnemers om dit in een paar losse woorden op te schrijven. Gooi het balletje naar een willekeurige deelnemer en vraag wat zij/hij heeft opgeschreven. Laat deze deelnemer het balletje naar een willekeurige volgende gooien en ga zo door tot iedereen een beurt heeft gehad. Bekijk opnieuw de vragen die op de parkeerflap staan. Welke vragen zijn vandaag aan de orde geweest? Is hier een voldoende antwoord op gegeven? Zet een vinkje bij de vragen die voldoende zijn beantwoord. Neem de parkeerflap mee voor de volgende bijeenkomst als er nog onbeantwoorde vragen zijn. 32

33 Bijeenkomst 3 Voorbereiding Lees de voorleesplannen die de deelnemers je hebben toegestuurd. Formuleer tips bij de plannen. Gebruik hiervoor de Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang (bijlage 11). Hang de parkeerflap op in de ruimte indien er nog punten op staan die nog aan de orde moeten komen. Voor elke deelnemer een exemplaar van Kwestie van lezen 6: Voorlezen stimuleren in meertalige gezinnen en 8: Ouders betrekken bij (voor)lezen. Prentenboek Een gat in mijn emmer (Ingrid & Dieter Schubert). Organiseer een feestelijke afsluiting rond het uitreiken van de certificaten. Nodig bijvoorbeeld de leidinggevende uit, of de wethouder (als de gemeente een subsidie heeft verstrekt voor de training of op een andere manier betrokken is). Geef een kleine attentie bij het certificaat. Let er bij het beoordelen van de plannen op dat er in ieder geval aandacht is voor: 1. de deskundigheid op gebied van (interactief) voorlezen bij de pedagogisch medewerkers van het kinderdagverblijf; 2. de leesomgeving; 3. de boekenvoorraad; 4. de dagelijkse voorleesroutine in de groepen; 5. overige activiteiten. Het voorleesplan moet zo concreet mogelijk geformuleerd zijn. Bij nieuwe activiteiten moet een tijdsplanning zijn opgenomen. Verder moet uit het plan blijken dat er afstemming en overleg is met de leidinggevende uur Motivatie en noodzaak om met een voorleesplan te werken a.d.h.v. een prentenboek Lees het prentenboek Een gat in mijn emmer (Ingrid & Dieter Schubert) voor. Wat is de moraal van dit verhaal? Als je iets wilt bereiken, is het verstandig om daar een doordacht plan voor te maken. Anders heb je kans dat je steeds voor verrassingen komt te staan en het uiteindelijk van het toeval afhankelijk wordt of je slaagt of niet. Met voorlezen in de kinderopvanginstelling is dat ook zo. Als je er geen plan voor maakt, geen beleid uitzet, weet je niet waar je terechtkomt. En dat terwijl systematisch aandacht voor (voor)lezen de taalontwikkeling van de kinderen stimuleert. Voorlezen is nodig! 33

34 uur Terugkoppeling voorleesplan per instelling Laat de deelnemers kort reageren op het proces van het maken van het voorleesplan. Hoe ging het? Zijn ze tevreden over het resultaat? Maak nieuwe tweetallen (dus niet de maatjes) en laat de deelnemers elkaar hun voorleesplan toelichten. Stimuleer de deelnemers om elkaar vragen te stellen en tips te geven. Geef tijdens het werken in tweetallen ook zelf feedback op de plannen van de deelnemers. Wat hebben de deelnemers nog nodig om het voorleesplan verder af te maken? Kunnen ze hier zelf voor zorgen? Hebben ze hun leidinggevende hiervoor nodig? Hebben ze nog iets nodig van de trainer? Neem zo nodig het voorbeeldvoorleesplan er nog bij om zaken toe te lichten uur De rol van de voorleescoördinator De deelnemers hebben nu een periode achter de rug waarin ze hebben kunnen wennen aan een nieuwe rol binnen de eigen instelling. Vraag hun hoe ze aankijken tegen de rol van voorleescoördinator. Welke taken zien ze voor zichzelf weggelegd? Inventariseer op een flap. Bespreek vervolgens kort de vijf stellingen, die allemaal te maken hebben met de rol van de voorleescoördinator. Neem vervolgens het overzicht Taken van de voorleescoördinator erbij, en bespreek deze taken. Zijn er andere taken dan waar de deelnemers op gerekend hadden of correspondeert het overzicht met de verzameling taken op de flap? uur PAUZE uur Ouderpartnerschap Benodigdheden: PowerPoint 3 dia 1 t/m 7 Een aparte rol van de voorleescoördinator is het organiseren van ouderbetrokkenheid. Ouders zijn zich soms onvoldoende bewust van het belang van (voor)lezen. BoekStart (bijeenkomst 1) is een manier om ouders vroeg in aanraking te brengen met voorlezen aan hun kinderen. Pedagogisch medewerkers kunnen in een individueel gesprek met ouders, of in een algemeen verhaal op een ouderbijeenkomst, aandacht besteden aan de tips uit Kwestie van lezen 6 en 8. Deel deze folders uit, en bespreek de inhoud ervan. Het kindcentrum kan de ouders betrekken bij het voorlezen. Bijvoorbeeld door: mee te doen aan het Nationale Voorleesontbijt en de Kinderboekenweek en de kinderen informatie mee naar huis te geven; 34

35 een ouderbijeenkomst te organiseren over (voor)lezen. een avond/middag met circuit-ouder-kind-bijeenkomst met activiteiten te organiseren voor ouder en kind samen, voor kind apart en voor ouders apart. ouders of grootouders uit te nodigen om te komen voorlezen (dit kan ook tijdens het Nationale Voorleesontbijt of de Kinderboekenweek). regelmatig in nieuwsbrieven verslag te doen van leesactiviteiten; kinderen werkjes mee naar huis te geven. ouders betrekken bij het aanschaffen van de boekencollectie en de inrichting van de leeshoek. de mogelijkheid te bieden om boeken mee naar huis te nemen. Welke ervaringen hebben de deelnemers met activiteiten om ouders bij het (voor)lezen te betrekken? Hoe kun je ouders stimuleren om thuis (meer) voor te lezen? Hebben zij ervaring met het geven van voorleesondersteuning aan ouders. Wissel deze ervaringen uit. Laat de deelnemers samen een plan maken voor een activiteit om ouders te betrekken bij het voorlezen (bijvoorbeeld een ouder-kind-bijeenkomst). In de cursusmap zit een overzicht met tips voor het organiseren van een ouderbijeenkomst. Bespreek de plannen plenair na. BoekStart heeft een pakket van zes korte voorleesfragmenten verzameld waarin voorbeelden te zien zijn van ouders die voorlezen. De voorleesfragmenten met kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar uit o.a. een migrantengezin en een laagopgeleid gezin laten geen ideale interactieve momenten zien, maar vooral dilemma s en niet ideale momenten die iedere voorlezer kan tegenkomen. Bij de filmfragmenten zit een handleiding met kijkvragen. De materialen staan achter de BoekStart-link uur Thematische opdracht: een activiteit rond een prentenboek Laat de deelnemers per tweetal een (digitaal) prentenboek uitkiezen. Ze bedenken samen een activiteit rond het prentenboek, waarbij het prentenboek leidraad is, bijvoorbeeld de start van een thema. Hoe gaan ze het prentenboek interactief voorlezen? Met welke attributen? Welke activiteiten rond het verhaal uit het prentenboek kunnen er na het lezen worden gedaan? Denk ook aan een verteltafel, het inrichten van een hoek, een spel met de attributen. Laat na 20 minuten elk tweetal hun uitwerking presenteren uur Samenstellen van een sociale kaart leesbevorderende activiteiten De training wordt verzorgd door een educatief medewerker van de bibliotheek. De bibliotheek is een belangrijke partner voor de kinderdagverblijven bij het organiseren van leesactiviteiten. Waarschijnlijk zijn er nog meer partners in de regio (de trainer heeft dit in de trainerstraining al voorbereid voor dit gebied). Maak samen met de deelnemers een sociale kaart. Inventariseer welke instellingen er zijn in 35

36 de buurt en op welke manier het kinderdagverblijf gebruik kan maken van diensten van deze instellingen bij het uitvoeren van het voorleesbeleid. Zet de resultaten op een flap. Werk deze later uit en stuur het resultaat toe aan de deelnemers uur Wat is er nog nodig? Bekijk voor de laatste maal samen de parkeerflap. Zijn alle vragen nu beantwoord? Kondig aan dat er (over maximaal een half jaar) een netwerkbijeenkomst georganiseerd wordt voor de voorleescoördinatoren. Leg indien mogelijk de datum al vast. Geef aan dat de netwerkbijeenkomst regelmatig (jaarlijks) georganiseerd wordt. Aan wat voor informatie/ activiteiten zouden de deelnemers behoefte hebben? Zijn er andere zaken die zij nog nodig hebben? Bijvoorbeeld een nieuwsbrief? Is de adres- en mailinglijst compleet? Hebben de deelnemers elkaars contactgegevens om tussentijds contact te hebben? uur Schriftelijke evaluatie Deel het evaluatieformulier uit en vraag de deelnemers dit formulier ter plekke in te vullen en in te leveren. Zij mogen zelf beslissen of ze wél of niet hun naam op het formulier invullen. Geef ruimte voor evaluatieve opmerkingen (indien wenselijk nog een keer met behulp van het zachte balletje). Maak ten slotte een overgang naar het uitreiken van de certificaten. Feestelijke uitreiking van de certificaten 36

37 Netwerkbijeenkomst Tijdens de training voor de voorleescoördinatoren kondig je aan dat er netwerkbijeenkomsten (terugkombijeenkomsten) zullen plaatsvinden. Je kunt kiezen voor een frequentie van eens in het half jaar of eens per jaar. Aanbeveling is de eerste bijeenkomst niet langer dan een half jaar na de training te organiseren. Een jaar na de training kun je ook het evalueren van het voorleesplan op de agenda van de netwerkbijeenkomst zetten. Afhankelijk van het aantal deelnemers van de trainingsgroep kun je de netwerkbijeenkomsten organiseren voor een of meerdere groepen getrainde voorleescoördinatoren. Het doel van de netwerkbijeenkomsten is: het voorleesbeleid van de instelling te blijven stimuleren; de voorleescoördinator te blijven ondersteunen; het contact warm te houden tussen de bibliotheek en het kinderdagverblijf; ervaringen uit te wisselen tussen voorleescoördinatoren van verschillende kinderdagverblijven; actuele informatie te delen met de voorleescoördinatoren; nieuwe ideeën en impulsen te geven voor het voorleesbeleid; evalueren van het voorleesplan. Naast het organiseren van netwerkbijeenkomsten is het aan te bevelen ook op andere manieren contact te houden met de getrainde voorleescoördinatoren, door bijvoorbeeld: BoekStart-nieuwsbrieven door te sturen; regelmatig een nieuwsbrief van de eigen bibliotheek te sturen; een paar maanden na de training eens te bellen om te informeren hoe het loopt met de voorleesplannen van de instellingen en hoe de voorleescoördinator zijn/haar taken ervaart; een groepsapp in stand te houden, die eventueel al tijdens de training is gestart. Voorbereiding Kondig de bijeenkomst tijdig aan. Het is aan te raden om aan het eind van bijeenkomst 3 van de training de datum voor de eerste netwerkbijeenkomst vast te leggen. Verstuur maximaal twee à drie weken voor de bijeenkomst het programma. Vraag de deelnemers eventueel vooraf of ze specifieke onderwerpen willen bespreken (bijvoorbeeld via de groepsapp). Een jaar na het afronden van de training kun je het voorleesplan met de deelnemers evalueren. Maak hiervoor gebruik van het evaluatie-instrument op de website Vraag de deelnemers voorafgaand aan de netwerkbijeenkomst om het evaluatie-instrument in te vullen en de resultaten mee te nemen naar de bijeenkomst. 37

38 Voorbeeldagenda Netwerkbijeenkomst voorleescoördinatoren uur Welkom en opening uur Een voorleesactiviteit of de introductie van actuele prentenboeken uur Uitwisseling van ervaringen en tips (bijvoorbeeld via een opdracht met behulp van de placemat-methode zie het voorbeeld hierbij) uur Koffiepauze uur Een inhoudelijk onderwerp (bijvoorbeeld een van de verdiepende modules interactief voorlezen), of een gastspreker uur Afspraken, rondvraag en afsluiting Opdracht: Uitwisseling van ervaringen en tips Doel van de opdracht: Uitwisselen van ervaringen en tips van voorleescoördinatoren in de kinderopvang. Werkvorm: In groepen van 3 of 4 personen werken met de placemat-methode. De presentatie kan plenair of desgewenst in groepen (in estafettevorm als het een grote groep is). Hang de flaps op. De deelnemers van elke groep verdelen zich over de flaps. Een lid uit de groep die eigenaar is van de flap presenteert de inhoud aan de anderen. Anderen mogen vragen stellen of tips op post-its opschrijven en deze erbij plakken. 5 à 10 minuten. Dan doorschuiven. Werkwijze: 1. Maak op een flap in het midden een grote rechthoek, verdeeld in twee helften. Aan de linkerkant schrijf je Gemeenschappelijke ervaringen, aan de rechterkant Tips en ideeën. 2. Verdeel de overgebleven buitenkant van het papier in vier vakken (zoals in het voorbeeld) of in drie vakken (als er per groepje drie personen zijn). 3. Leg het vel (de placemat) in het midden. Iedere deelnemer heeft nu één groot wit vlak voor zich. 38

39 Voorbeeldplacemat persoon 1 persoon 2 Gemeenschappelijke ervaringen Tips en ideeen persoon 3 persoon 4 4. Neem 10 minuten om elk voor zich je ervaringen te noteren. Gebruik de volgende punten en vragen om je gedachten te ordenen: a. Voorleesplan / de plannen om voorlezen een vaste plek te geven 1. Is het gelukt om je plannen voor het voorlezen uit te voeren in je instelling? 2. Wat is wél gelukt en wat niet? Waarom wél / niet (denk je)? b. Je rol als voorleescoördinator. 1. Wat ging goed, waar kreeg je energie van? 2. Wat vind je nog lastig? 3. Hoe is de samenwerking met je leidinggevende? 4. Hoe is de samenwerking met je collega s? Noteer jouw bevindingen in jouw deel van de placemat. 5. Licht om beurten je bevindingen toe (per persoon maximaal 10 minuten). 6. Bepaal samen de gemeenschappelijke ervaringen en schrijf die in het linkervlak midden op de placemat. 7. Formuleer samen tips voor elkaar of andere deelnemers en schrijf of plak die op in het rechtervlak op de placemat. 8. In de estafette-uitwisseling zijn jullie om beurten presentator van de placemat van jullie groep. Spreek af in welke volgorde jullie presenteren. Wie niet presenteert, is toehoorder bij een van de andere groepen. 39

40 40

41 Bijlagen 41

42 42

43 Bijlage 1 Inschrijfformulier Training voorleescoördinator in de kinderopvang Kinderopvanginstelling Wel / niet een VVE-locatie: Adres: Telefoonnummer: Naam leidinggevende: adres leidinggevende: Naam deelnemer*: adres deelnemer: Programma waarmee gewerkt wordt: Eerder gevolgde trainingen door de deelnemer / de locatie: Omschrijving pedagogisch kader van de instelling: (eventueel bijsluiten als bijlage) *) met minimaal één jaar werkervaring en enige kennis van jeugdliteratuur 43

44 44

45 Bijlage 2 Deelnemerslijst Training voorleescoördinator in de kinderopvang Trainer Organisatie Telefoonnummer Deelnemers Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: 45

46 Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: 46

47 Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: Naam: Kinderdagverblijf: Telefoonnummer: 47

48 48

49 Bijlage 3 Uitnodiging training Voorleescoördinator Beste deelnemer, Van harte welkom bij de training Voorleescoördinator in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. In deze mail vind je de belangrijkste informatie en de voorbereidende opdrachten. Wanneer? Woensdag 20 januari, 10 februari en 24 februari van 9.15 tot uur (inloop met koffie vanaf 9.00 uur). Waar? Centrale Bibliotheek Oosterdokseiland, Oosterdokskade 143 (routebeschrijving). De trainingsruimte is op de jeugdafdeling in het Kinderlab. Meld je even bij de receptie op de begane grond. Wat heb je nodig? Het boek bij de training hoef je niet aan te schaffen: dit krijg je bij de eerste bijeenkomst, evenals de cursusmap. Neem op de tweede en derde bijeenkomst indien mogelijk een tablet, ipad of laptop met wifi mee. Huiswerk Er hoort huiswerk bij deze training. Vooral in februari en maart kan dat veel tijd kosten. Je maakt dan samen met je leidinggevende en collega( s) een voorleesplan. In de bijlage vind je enkele voorbereidende opdrachten. Werk ze op een rustig moment uit en neem je antwoorden mee naar de eerste bijeenkomst. Je hoeft er niet meer dan 1 tot 2 uur voor uit te trekken (mag wel). Ik hoop dat alles duidelijk is. Heb je nog vragen? Mail of bel mij dan gerust. Hartelijke groet, 49

50 Voorbereiding training Voorleescoördinator Beste deelnemer, Binnenkort start je met de training Voorleescoördinator van BoekStart in de kinderopvang. Hierbij ontvang je enkele voorbereidende opdrachten. Met deze opdrachten leer je om op een meer professionele manier naar boeken te kijken. Opdracht 1 Zoek in je eigen groep of vestiging een boek waar de kinderen (en jij) erg van genieten. a. Wat is de titel, wie is de auteur? Wanneer is het boek uitgegeven en bij welke uitgever? b. Waarom vinden de kinderen dit een leuk boek, denk je? c. Voor welke leeftijdsgroep gebruik je dit boek? Is het boek ook boeiend voor jongere of oudere kinderen? Waarom wél of niet? Opdracht 2 Lees of blader het boek door, bekijk de plaatjes en de tekst. a. Is het een gewoon papieren prentenboek? Is het een kartonnen of stoffen boekje? Is het een boek met flapjes, gaatjes, geluiden of andere grapjes? b. Wat is het voor soort boek? Is het bijvoorbeeld een boek met plaatjes of wordt er een echt verhaal(tje) verteld? Of is het een boek met rijmpjes en versjes? Of is het misschien een informatieboek over een onderwerp dat de kinderen interessant vinden? c. Bekijk de tekst en de plaatjes. Zie je vooral tekst of vooral plaatjes? Zie je op de plaatjes wat er in de tekst wordt verteld? Helpen de plaatjes om de tekst te begrijpen? d. Komen er moeilijke woorden voor in het boek? Geef een voorbeeld. Moet je dit woord beheersen om het verhaal te kunnen begrijpen? Is het een raar woord of een woord dat kinderen toch al moeten leren? Hoe zou je dit woord aan de kinderen uitleggen? Opdracht 3 Maak een lijst van alle boeken die aanwezig zijn in elke groep op het kinderdagverblijf. Gebruik hiervoor de Inventarisatielijst boekenvoorraad kinderdagverblijf. Inventarisatielijst boekenvoorraad kinderdagverblijf Soorten boeken voor het Boeken van kinderdagverblijf jonge kind... Leeftijd waarvoor dit boek geschikt is (zet een D bij een digitaal boek) Bundels versjes wiegeliedjes, bakerrijmpjes 50

51 Bed-bad-box-boekjes Aanwijs- en benoemboeken Prentenboeken: heel klein verhaal, een plaat per pagina Prentenboeken: verhaal dicht bij huis Prentenboeken over jou en mij, emoties Prentenboeken: op verkenning, avontuur en fantasie Prentenboeken met uitgebreidere tekst en ingewikkelder verhaal Prentenboeken zonder tekst 51

52 52

53 Bijlage 4 Basisdoelen kinderopvang en prentenboeken De basisdoelen hebben vaak ook met elkaar te maken. Soms ligt het accent echter meer op een bepaald doel. Hetzelfde geldt voor boeken. Sommige boeken lenen zich goed voor een bepaald doelen. Met sommige boeken raak je meerdere basisdoelen. 1. Emotioneel veilig Boeken: Zich terugtrekken om zelf te lezen En nu lekker slapen Sam Lekker bij elkaar zitten Welterusten kleine beer Inrichting van de leesomgeving, Kiki-serie fijne leeshoek Wat nu Olivier? Herkennen van situaties Mama kwijt Herkennen van boekjes (bij Kleine kangaroe herhaald lezen of thuis-opvang) Anton kan toveren Interactie, reageren op elkaar Ik wil twee verjaardagen, T. Ross Jip & Janneke Grote en kleine beer Uilskuikentjes Oma Pluis Nog even achter mijn oortjes kriebelen, Jorg Muhe Kiekeboe! Giuliano Ferri We hebben er een geitje bij Pip en Posy en de lievelingsknuffel Wij samen op stap 2. Persoonlijke competenties Boeken: Woordenschat uitbreiden Kleur, begrippen Fantasie ontwikkelen Concentratie ontwikkelen Leren luisteren (naar elkaar) Ontwikkelingsvaardigheden Motorische vaardigheden (hoe lees je een boekje) Elke dag opnieuw Steghers We gaan op berenjacht Op het potje Elmer Rupsje nooit genoeg Kleine muis zoekt een huis Hop hop paardje T. Vreeland Bakerrijmpjes/versjes Vrolijk Mies van Heul Muis Van Dale peuterwoordenboeken Schatje en scheetje Aanwijsboeken / prentenboeken zonder tekst Ik wil die Nijntje Kaatje 53

54 3. Sociale competentie Boeken: Zich kunnen verplaatsen in een personage en/of meeleven met Samen lezen en beurten krijgen Interactief voorlezen Elkaar helpen Vraag en antwoord Wij gaan op berenjacht Eendje wil geen bril Monkie Dierderij Oma Pluis Wat het lieveheersbeestje hoorde Zusjes Nandi s verrassing Kleine muis zoekt een huis Mama kwijt Kikker in de kou Balotje op vakantie Kleine bever en echo Naar de dokter Wil je mijn vriendje zijn? Op het potje Kleine ezel en het zwarte schaap Buurman Brombeer Piep naar de dokter Berre is bijna jarig Vandaag ben ik blij. Het grote emotieboek van Karel Pip en Posy en het nieuwe vriendje 4. Normen en waarden Boeken: Hoe ga je met materialen om? Iedereen is uniek 5: ontwikkeling van literaire competentie Kikker en pad Rikkie Mijn trui Fiet wil rennen Kikker en de vreemdeling (veel kikkerboeken) Jonnie Wil jij mijn vriendje zijn? Op het potje Wie heeft er op mijn kop gepoept? Mag ik in je luier kijken? Ik doe het lekker toch! Broertje ruilen. Stoute hond! Agent en Boef Het boek van max In principe zijn alle boeken hier natuurlijk geschikt voor. 54

55 Opdracht selecteren kinderboeken Bekijk de lijst op blz. 21 van Voorlezen gaat zó. Je kunt zien hoe je voor verschillende leeftijden verschillende soorten boeken kunt kiezen. Bekijk de verschillende boeken die uitgestald liggen. Kies bij elke categorie één voorbeeld, geef aan voor welke leeftijd je het boek zou gebruiken en schrijf op waarom je dat boek leuk vindt. Boeken Voorbeeld Leeftijd waarvoor dit boek geschikt is Bundel versjes, Hop hop, paardje Truusje Vrooland-Löb gedichtjes, Rijmpjes en versjes uit de oude doos (site wiegeliedjes, BoekStart) bakerrijmpjes Daar buiten loopt een schaap, Mies van Hout Bijt ie in je bil, Petra Koeleman & Ageeth de Haan Bed-badboxboekjes Slaap je Nijntje? Dick Bruna Mijn eerste Van Dale babyboekje Kikker (zwart-wit), zie BoekStart Wat doet hondje Bas? A. Schram Vlindertje blij, zie Boekstart Dikkie Dik flapjes Aanwijs- en Lente, zomer, herfst, winter (Mijn tweede van benoemboek Dale Binnendingen, Matthijs Immink & Nathalie Faber Van wie is die hoed? J. Akveld & T. Tjong-Khing Dick Bruna, boekje met labeltjes van karton Het grote boek van woorden en plaatjes, Konnecke Piep! Allemaal dieren, Fleur van der Weel Piep! Een nieuwe dag, Fleur van der Weel Leve de lente, Rotraut Susanne Berner Prentenboek, Kleine ezel, Rindert Kromhout heel klein Dikkie Dik, Jet Boeke en Arthur van Norden verhaal, een Dribbel, Eric Hill plaat per Babba Baby, B. Sluyzer pagina Klein Geitje kan alles, Yvonne Jagtenberg Mmm een taart, S. Strasser Feest met muis, Lucy Cousins Fien en Milo, Pauline Oud Mijn papa, Guido van Genechten We hebben er een geitje bij, M. Huiberts en I. Deppe 55 Wat ik leuk vind

56 Prentenboek, verhaal dicht bij huis Prentenboek over jou en mij, emoties Prentenboek op verkenning, avontuur en fantasie Prentenboek met uitgebreidere tekst en ingewikkelder verhaal Welterusten kleine beer, Martin Waddell Drie in een, boeken voor Sem, Pauline Oud Muis, Lucy Couisns IJsje de ijsbeer (bijvoorbeeld Het geheim van IJsje), Guido van Genechten Waarom lig jij in mijn bedje? Joke van Leeuwen Balotje-serie, bijvoorbeeld Balotje in de dierentuin, Yvonne Jagtenberg Jop en Boeboe. E. van der Linden Wiebelbillenboogie, Guido van Genechten Raad eens hoeveel ik van je hou, Sam McBratney & Anita Jeram Kleine ezel en jarige Jakkie, Rindert Kromhout Ik zou wel een kindje lusten, Sylviane Donnio Mama kwijt, Chris Haughton Emoties (fotoboek), W. Sneller Vrolijk, M. van Hout Nijntje huilt, Dick En nu lekker slapen Sam, A. Hest Kikker is verliefd, Max Velthuijs Pip en Posy serie We gaan op berenjacht, Helen Oxenbury & Michael Rosen Klipperdeklop, N. Smee Max en de maximonsters, Maurice Sendak Fiet wil rennen, Bibi Dumon Tak De paraplu, Ingrid Schubert & Dieter Schubert Monkie, Dieter Schubert Otto in de stad, Tom Schamp Garage Gust, L. Timmers Koning Koen en de draak, P. Bently De grote rode bus, Judy Hindley Platvoetje, Ingrid Schubert en Dieter Schubert Kleine ezel, Rindert Kromhout Fiet wil rennen, Bibi Dumon Tak Gruffalo, Julia Donaldson Rommelige reus, Stephen Donaldsen en Julia Donaldsen Samen kunnen we alles, Ingrid Schubert Kleine reus, Lia Simone Boer Boris, T. van Lieshout en P. Hopman 56

57 Prentenboek zonder tekst Voorleesboek met illustraties Monkie, Dieter Schubert De gele ballon, Charlotte Demantons Seizoensboeken, Rotraut Berner Paraplu, Ingrid Schubert & Dieter Schubert Otto in de stad, Tom Schamp Jip en Janneke, Annie MG Schmidt Otje, Annie MG Schmidt Het grote boek van Merel, Rindert Kromhout Serie Robin, Sjoerd Kuiper Serie Knofje, Burny Bos Het grote voorleesfeest en andere boeken van Ron Schröder & Marianne Busser De dierderij, L. Dijkstra Sprookjesboek van Sus Busschka Ridders, dino s en piraten, het grote voorleesboek voor stoere jongens Het grote voorleesboek voor peuters, Simone Kortsmit, Betty Sluyzer & Simone Arts 57

58 58

59 Bijlage 5 Zoek iemand die Kennismakingsopdracht Zoek bij elke vraag iemand die deze kan beantwoorden. Schrijf ook de naam van die persoon op en het antwoord op de vraag. Voor elke vraag zoek je een andere deelnemer. Zoek iemand die 1 weet hoe de schrijfster van de boeken van Dikkie Dik heet. Naam:... Antwoord:... 2 zelf kort geleden een mooi boek heeft gelezen. Welk boek was dat? Waarom is het een mooi boek? Naam:... Antwoord:... 3 een favoriet liedje of versje heeft in de groep. Welk lied of versje is dat? Naam:... Antwoord:... 4 deze of vorige week iets leuks heeft meegemaakt in de groep. Wat was dat? Naam:... Antwoord:... 59

60 5 de titel van een prentenboek over zindelijkheid kent. Welk boek is dat? Naam:... Antwoord:... 6 een favoriet prentenboek of voorleesboek bij zich heeft. Welk boek is dat? Naam:... Antwoord:... 7 vandaag of gisteren iets opvallends in de krant heeft gelezen. Wat heeft hij/zij gelezen? Naam:... Antwoord:... 8 een voorbeeld kan noemen van een babyboekje dat op het eigen kinderdagverblijf gebruikt wordt. Welk boek is dat? Naam:... Antwoord:... 9 met de groep regelmatig de bibliotheek bezoekt. Naam: dagelijks voorleest in de groep. Naam:... 60

61 Bijlage 6 Basisdoelen voor de opdracht KwadrantBoeken die vooral het kind zich veilig voelt bewerkstelligen dat 61

62 Boeken die de persoonlijke competenties van het kind ontwikkelen 62

63 Boeken die de sociale competenties van het kind ontwikkelen 63

64 Boeken die het kind normen en waarden meegeven 64

65 Boeken die vooral belangrijk zijn voor de literaire competentie van het kind 65

66 66

67 Bijlage 7 Pedagogische uitgangspunten kinderdagverblijven Er zijn kinderdagverblijven die vanuit specifieke pedagogische uitgangspunten werken, of deze gebruiken als inspiratiebron, zoals: Jenaplan Dalton Montessori Antroposofisch Emmi Pikler Reggio Emilia Thomas Gordon Freinet Deze uitgangspunten kunnen binnen een instelling extra accenten leggen als het om (voor)lezen gaat. Overleg met de deelnemers aan de training in hoeverre dat van invloed is en op welke manier. Vanuit de antroposofie wordt bijvoorbeeld veel met zachte, natuurlijke kleuren gewerkt, maar ook met thema s uit de natuur. Dit zal consequenties hebben voor het samenstellen van de boekencollectie. Bij Montessori is de gevoelige periode van groot belang. Een kind dat graag met boekjes bezig is, moet die gelegenheid krijgen. Een kind dat bij het voorlezen laat blijken al met letters bezig te zijn, zal door leidsters gestimuleerd worden hier verder mee te gaan. Instellingen die vanuit Montessori of Jenaplan werken, zullen met verticale groepen werken, omdat het leren omgaan met kinderen van verschillende leeftijden onderdeel uitmaakt van de visie. Op een kinderdagverblijf dat werkt volgens de pedagogische uitgangspunten van Emmi Pikler zal het voorlezen aan baby s een logische stap zijn. Emmi Pikler raadde ouders aan meteen na de geboorte met hun kind te praten: de dialoog met het kind is belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Er zijn ook kinderdagverblijven die werken vanuit een combinatie van visies. Zo werkt bijvoorbeeld de Kindergarden vanuit een visie die men Wereldwijs noemt, waarbinnen elementen uit verschillende visies terugkomen. Zie hier worden enkele belangrijke punten van het pedagogisch programma van Kindergarden omschreven. Jenaplan Het Jenaplan-concept is gestoeld op de twintig basisprincipes die ontwikkeld zijn door Peter Petersen. Het wordt gekenmerkt door een positief klimaat waarin kinderen zich optimaal kunnen ontplooien als totale persoon. Alle ontwikkelingsgebieden worden hierbij gestimuleerd. Basis hiervoor is samen delen en samen doen, helpen en geholpen worden. Samen jezelf zijn. Dit geeft het besef van de eigenheid en de medemens. De kinderen spelen samen in verschillende leeftijdsgroepen. Het ervaren van oudste en jongste zijn, helpen en geholpen worden krijgen hierbij direct vorm. Dit is een afspiegeling van de thuissituatie en de maatschappij. Op deze wijze wil men kinderen de wereld laten ontdekken. 67

68 De basisprincipes van Jenaplan geven het kader en de speelruimte aan voor de ontwikkeling van Jenaplan-kinderopvang. Hier volgen de twintig punten van Jenaplan: 1 Elk mens is uniek; zo is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. 2 Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door: zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil uitmaken. 3 Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen; met de zintuiglijke waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur; met de niet zintuiglijk waarneembare werkelijkheid. 4 Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. 5 Elk mens wordt als een cultuurdrager en vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. 6 Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. 7 Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. 8 Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. 9 Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert. 10 Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt. 11 De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. 12 Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op. In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. 13 In de kinderopvang wordt het spelen zowel ontleend aan de leef- en belevings-wereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. 14 In de kinderopvang wordt het klimaat uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. 15 In de kinderopvang wordt het klimaat vormgegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering. 16 In de kinderopvang vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. 17 In de kinderopvang wordt zelfstandig spelen afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid spelen. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. 18 In de kinderopvang neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in, met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken. 68

69 19 In de kinderopvang vinden gedrags- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met hem. 20 In de kinderopvang worden verandering en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken. (Naar: Jenaplan Kinderopvang in Apeldoorn, Putten) Dalton Bij Dalton ligt de nadruk op: keuzevrijheid ontwikkelen van zelfstandigheid samenwerken Op een Daltonschool leren kinderen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen maken. Vrijheid betekent in het Daltononderwijs kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Uitgangspunt is het vertrouwen in de eigen kracht van elk kind. Om later als volwassene te kunnen deelnemen aan de samenleving moet je leren samenwerken. Daarom wordt op Daltonscholen veel aandacht besteed aan het spelen en werken in groepjes. Montessori (Maria Montessori) Pedagoge Maria Montessori formuleerde haar ideeën rond Ruim een eeuw ervaring, onderzoek en kennis hebben geleid tot bijstelling van haar visie op het kind. De grondprincipes van haar pedagogiek berusten op de volgende uitgangspunten: Spontane activiteit Van jongs af aan is in het jonge kind een vitale kracht werkzaam, die het leidt tot activiteiten in, aanpassing aan en omgaan met zijn omgeving. Men kan spreken van een innerlijke wil tot het veroveren van zelfstandigheid. Maria Montessori noemt dit de spontane activiteit van het kind. 69

70 De gevoelige perioden Deze spontane activiteit wordt van binnenuit gestuurd door perioden van verhoogde belangstelling voor bepaalde aspecten van de omgeving: de gevoelige perioden. Elk kind heeft deze perioden van verhoogde gevoeligheid. Kan het kind in zo n periode kennismaken met de juiste activiteiten, dan zal het die zich snel eigen maken en het zal zijn behoeften om te leren bevredigen. Elk kind wil leren, maar afhankelijk van de ontwikkelingsfase waarin het zit, zijn het terrein waarop het zich richt en de wijze waarop het leert verschillend. Opvolgende fasen Volgens Montessori verloopt de ontwikkeling van de mens volgens een bepaald grondplan. Dit grondplan bestaat uit een aantal opvolgende fasen die ieder mens doorloopt. Elk van deze ontwikkelingsfasen staat niet op zichzelf, maar legt de basis voor de volgende. De eerste fase, de ontwikkelingsperiode van 0 tot 6 jaar, legt volgens deze zienswijze de basis voor de daaropvolgende perioden. Maria Montessori onderscheidde in de ontwikkelingsfase twee subfasen: van 0 tot 3 jaar en van 3 tot 6 jaar. Het tweede deel van de ontwikkelingsperiode voltrekt zich voor een groot deel in de onderbouw van de basisschool. 0 tot 3 jaar: absorberende geest De vroegste fase is te beschrijven als de periode waarin het kind zich ontwikkelt via zijn absorberende geest. Hiermee wordt bedoeld: de heel speciale wijze waarop het jonge kind informatie opneemt uit zijn omgeving; de indrukken die het kind onbewust opdoet dringen door in zijn innerlijke leven. Het kind verandert hierdoor. Het bouwt aan zijn persoonlijkheid. Omgeving en indrukken moeten dan ook zodanig zijn dat het kind ervan kan profiteren. Het kind selecteert uit zijn omgeving datgene wat het nodig heeft om bepaalde functies (praten, lopen, waarnemen enz.) te ontwikkelen. Dit selectief gericht zijn op bepaalde aspecten van de omgeving weerspiegelt een gevoelige periode van het kind. De taak van de opvoeders is het kind de gelegenheid te geven veel indrukken en ervaringen op te doen. 3 tot 6 jaar: bewust indrukken opdoen Montessori zegt van deze fase dat het kind nu de speciale hulp van de opvoeding op school nodig heeft. Dit is de periode waarin kinderen bewust indrukken opdoen. Het is de gevoelige periode voor het opdoen van zintuiglijke ervaringen, voor waarnemingen in de omgeving, voor het leren van woorden en voor oefeningen uit het dagelijkse leven. Een kenmerk van het kind is dat het zelf wil handelen en dat het aandacht heeft voor het nauwkeurige verloop van handelingen. Het kind herhaalt met plezier vele malen die aangeleerde handelingen vanuit een innerlijke behoefte. Van groot belang is een goed voorbereide omgeving, waarin het kind aan zijn behoefte tot ontwikkeling kan en mag voldoen. 70

71 Kinderdagverblijf Maria Montessori duidt kinderen tussen 0 en 3 jaar aan als spiritueel embryo. De psyche van het kind vormt zich in wisselwerking met zijn om geving, zoals het fysieke embryo zich voor de geboorte heeft ontwikkeld. Het kind absorbeert alles uit zijn omgeving. Met zijn absorberende geest neemt het enorm veel indrukken op, vormt het zijn functies, past het zich aan bij de cultuur waarin het leeft. In deze periode nog onbewust. In de volgende fase, die van 4 tot 6 jaar, bewust. Een met zorg voorbereide omgeving is dus voor kinderen van essentieel belang. De ruimte moet aantrekkelijk en uitnodigend zijn en zijn aangepast aan de behoefte van het kind; gericht op de ontplooiing van het individuele kind. Belangrijk is de wisselende plek in de groep: kinderen van meerdere leeftijden zitten bij elkaar in de groep (eerst ben je de jongste, dan de middelste, dan de oudste), zodat ze ook leren elkaar te helpen en samen te werken (verticale groepen). Antroposofisch (Rudolf Steiner) De eigenheid van het kind staat centraal. Ieder kind is een unieke persoonlijkheid die zijn eigen unieke levensweg zal gaan. Het kind wordt geholpen zelf zijn eigen unieke vaardigheden te ontdekken en te ontwikkelen. Door bewust de zintuiglijke omgeving van het kind vorm te geven, door het te omringen met mooie dingen (bijvoorbeeld uit de natuur) kan het kind een basis vertrouwen ontwikkelen dat de grondslag vormt voor een positieve levenshouding. De leidster wil een goede band met elk kind opbouwen, zodat het zich veilig en vertrouwd voelt en zich optimaal kan ontwikkelen. Zorg voor elkaar, zelfredzaamheid en zelfstandigheid worden gestimuleerd. Het vrije spel is daarbij voor het jonge kind zeer belangrijk. Vaak is het spel de eerste sociale oefening waarin het andere kinderen ontmoet. Spelen is doen en leren. Spelen is leven en scheppen, bewegen en sociaal contact maken. Emmi Pikler De zuigeling is al bij zijn geboorte uitgerust met het vermogen tot communiceren en leren. De volwassene wordt uitgenodigd de voorwaarden te scheppen waaronder dit poten-tieel en de autonomie van het kind tot bloei kunnen komen. Deze voorwaarden zijn: Een vrije bewegingsontwikkeling De volwassenen bereidt een veilige omgeving voor waarin het kind uit eigen initiatief actief kan bewegen en spelen. De baby wordt voorzien van een bewegingsruimte die altijd iets groter is dan hij nodig heeft en van speelgoed dat zijn onderzoeksdrang bevredigt. Er wordt niet onnodig ingegrepen in zijn activiteiten, op geen enkele manier geholpen of gestimuleerd. Hij wordt nooit in posities gebracht waar hij niet zelf (nog) niet in of uit kan komen. Een kind dat de kans krijgt in zijn eigen tempo te leren bewegen, onderzoeken en spelen, leert 71

72 beter zitten, staan, spreken en denken dan een kind dat gestimuleerd of geholpen wordt in zijn ontwikkeling. Betrouwbare relatie met de volwassene De verzorgingsmomenten maaltijden, bad, verschonen, aankleden bieden de mogelijkheid tot regelmatig intiem en plezierig samenzijn met het kind. De kwaliteit van de zorg wordt bepaald door de communicatie tussen de volwassene en het kind op deze momenten, waardoor het kind eerst leert anticiperen, dan kan participeren en uiteindelijk kan coöpereren in zijn eigen zorg. Als een kind de kans krijgt in zijn eigen verzorging een actieve deelnemer te zijn in plaats van een passieve ontvanger, vergroot dit zijn gevoel van autonomie en zelfvertrouwen. Reggio Emilia Respect Bij Reggio Emilia worden kinderen benaderd met respect, wat betekent dat ze uitermate serieus worden genomen. Serieus in wat ze vertellen, in hun behoeften, in hun interesses en emoties. Kinderen zijn de initiatiefnemers voor hun spel en activiteiten, die hen helpen de wereld te onderzoeken en te ontdekken. Zo komen ze tot inzichten in het functioneren van de wereld om hen heen en de plaats die zij daarin zelf kunnen of willen innemen. Bij Reggio Emilia betekent dit dat kinderen vanaf het eerste moment dat zij in het kinderdagverblijf binnenkomen met dit respect worden benaderd. Als ze nog heel jong zijn, spitst zich dit respect toe op de communicatie met het kind. Naarmate de kinderen ouder worden, verlegt het accent zich naar de uitings vormen die kinderen zelf ontwikkelen om hun gedachtegoed concreet te maken. De interactie van het kind met de leiding, met de andere kinderen en van het kind met de omgeving waarin het zich bevindt is altijd belangrijk. Onderdeel van de basisfilosofie is immers dat een kind een competent wezen is met ontelbare mogelijkheden om zichzelf te uiten en zich te ontplooien in relatie tot de wereld. Voor de groepsleiding betekent dit een continue reflectie op het eigen handelen en een doorlopende dialoog met het kind, met collega s en met zichzelf. Ze moeten voortdurend moeite doen om het kind in al zijn honderd talen te begrijpen. Dit wordt o.a. gedaan door middel van observeren en met video-opnamen. Zo krijgt men steeds meer inzicht in de processen die zich in een kinderdagverblijf voordoen. Dit inzicht wordt dan weer besproken met collega s, kinderen en de ouders. Ieder kinderdagverblijf moet streven naar het ontwikkelen van eigenheid in de omgang met kinderen. Deze eigenheid is afhankelijk van de cultuur waarin je leeft, van specifieke kwaliteiten die de groepsleiding heeft, van de vragen die de kinderen stellen, van de rol die de ouders willen spelen, van de middelen die je tot je beschikking hebt. Niet nadoen dus, maar de ervaringen van Reggio Emilia gebruiken om goed te kijken naar de kinderopvang die je zelf hebt opgebouwd en de mogelijkheden die je daarin hebt om de kinderen te benaderen met het respect dat ze verdienen. 72

73 Communicatie als belangrijkste basishouding van de groepsleiding De groepsleiders kijken vooral hoe en wanneer kinderen spelen en leren en, passen de werkwijze daarop aan en spelen in op wat kinderen doen en beleven. Zij staan naast de kinderen en proberen zo goed mogelijk in te spelen op de behoeften van de kinderen. Dit is ook het uitgangspunt voor de manier van communiceren met de kinderen. Een kind wordt volstrekt serieus genomen en dat geeft zelfwaardering en zelfvertrouwen. Dit is zodoende nooit een statische methode van werken, want wat kinderen bezighoudt is iedere dag weer anders. Creatief aanbod Zelfstandigheid wordt ondersteund door kinderen van alles zelf te laten onderzoeken. Een kind krijgt volop de gelegenheid om de creatieve mogelijkheden te ontwikkelen als uitingsvormen naast de gesproken taal. Hiervoor zijn veel inspirerende materialen beschikbaar waarmee alle kinderen hun eigen ideeën en interesses kunnen vormgeven. Vooral het niet kant-en-klare speelgoed biedt de meeste mogelijkheden. Het kind is vrij hierin eigen keuzes en afwegingen te maken en leert vooral door omgang met het materiaal en door met andere kinderen om te gaan. De ruimte De omgeving moet uitnodigend zijn en tegemoetkomen aan de onderzoeksdrang van kinderen. De omgeving is op zo n wijze ingericht dat kinderen gestimuleerd worden op ontdekking uit te gaan, alleen of samen met andere kinderen, waarbij de relaties tussen de kinderen onderling heel belangrijk zijn. Het idee van de eigen groepsruimte wordt losgelaten. Het kind komt op meerdere plaatsen in het dagverblijf, met de eigen groepsruimte wel als veilige basis. Thomas Gordon Het zelfbeeld van het kind Hoe heeft de manier van omgaan met kinderen invloed op het beeld dat het kind van zichzelf heeft en hoe kun je het zelfvertrouwen van het kind stimuleren? Door het kind serieus te nemen en door respect te tonen voor het kind leert het kind respect te hebben voor zichzelf als ook voor een ander kind of volwassene. Ten aanzien van de groepsleiding wordt de nadruk gelegd op responsiviteit en sensitiviteit op het juiste moment. De groepsleiding hoeft daarbij niet voortdurend op elk moment voor ieder kind beschikbaar te zijn. Het is ook heel belangrijk dat groepsleiding zich op sommige momenten juist bewust afzijdig houdt om kinderen de gelegenheid te geven met elkaar iets te ondernemen. Acceptatie Hoe laat je een kind zien en voelen dat het geaccepteerd wordt? Op welke punten ontstaan problemen en van wie is het probleem? Een positieve benadering en ondersteuning van het kind zijn hierbij van belang. De dingen die het al kan, worden benadrukt, waardoor het meer zelfvertrouwen krijgt en vanzelfsprekend groeit en zich ontwikkelt. Het kind wordt aangemoedigd de dingen die het al zelf kan ook zelf te doen. 73

74 Actief luisteren Hoe kom je erachter wat een kind bedoelt en verduidelijk je samen met het kind de eigen gevoelens? Door actief te luisteren gaat de groepsleiding in op behoeften en gevoelens van kinderen. Ik-boodschap Hoe kun je, zonder het kind te beschuldigen of te veroordelen, uitleggen wat een bepaald gedrag van het kind oproept bij andere kinderen of bij de groepsleiding? Oplossen van conflicten via de win/win-methode. Een oplossing zoeken samen met het kind via actief luisteren en ik-boodschappen. De bereidheid om er samen uit te komen vormt de basis. De bereidheid van de groepsleiding tot toenadering, luisteren en goed rekening houden met de behoefte van ieder kind afzonderlijk worden gecombineerd met de positieve mogelijkheden die kinderen elkaar onderling kunnen bieden in de eigen vertrouwde groep. Het kind wordt op positieve wijze geholpen om de eigen behoeften en verlangens (ook die tot conflicten met andere kinderen en de groepsleiding kunnen leiden) bespreekbaar te maken. Samen met het kind wordt naar een oplossing gezocht zonder dat de groepsleiding de strijd aangaat met het kind. Freinet Wat zijn de uitgangspunten en wat is de visie van het Freinet-onderwijs? De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen het vertrekpunt van het onderwijs, waarna de leerkracht en de groep ervoor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt. Leren is: het al behandeld experimenteel zoeken en ontdekken, waarbij zelf gevonden mogelijkheden in een nieuw verband worden gezet (tastenderwijs uitproberen). Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvolle context. Dat wil zeggen dat het bekend voor hen moet zijn en dat ze er iets mee kunnen. De opvoeding op school staat niet los van de maatschappij. Er zijn geen eenzijdige gezagsverhoudingen, maar de opvoeding vindt plats door democratisch/ coöperatief overleg. Centraal thema Contact met het maatschappelijk leven en zelfstandigheid. Kenmerken communicatie met andere groepen en naar buiten. geschreven tekst. vrije expressie. groeiboeken. themaboeken. materiaal uit de gewone wereld. gedeelde verantwoordelijkheid. 74

75 Onderwijs Freinet vindt dat je het meest leert van zaken die je zelf ontdekt hebt. De ontdekkingen worden op allerlei manieren benaderd zoals: erover praten. het tekenen. erover schrijven. ermee aan het rekenen slaan. Waar komt het vandaan? Waar bestaat het uit? Waarvoor zou je het nog meer kunnen gebruiken? Ontwikkeling Freinet vindt het belangrijk dat kinderen opgroeien tot volwaardige, gelukkige mensen die in staat zijn om een positief leefklimaat te scheppen en te behouden. In deze visie is het belangrijk dat kinderen: een positieve en kritische kijk op de samenleving ontwikkelen; betrokken zijn en zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving; weet hebben van rechten en plichten, of deze met elkaar kunnen bedenken en hiervoor op kunnen komen; vanzelfsprekend met tolerantie en respect omgaan met anderen; normen en waarden meekrijgen die leven in onze maatschappij; kennis, inzicht en vaardigheden verwerven en uitdragen die een passende aansluiting op het vervolgonderwijs waarborgen; hun probleemoplossend vermogen ontwikkelen. Opvoeding Een Freinet-school is een anti-autoritaire school. Dat wil zeggen: ten aanzien van de opvoeding geldt het idee van gelijkwaardigheid en democratie. Volgens Freinet zijn kinderen niet gelijk, maar wel gelijkwaardig, en moeten zij ook als zodanig behandeld worden. Volgends Freinet zijn kinderen weetgierig. Ze zijn geïnteresseerd in de werkelijkheid om hen heen. Kinderen willen de werkelijkheid niet alleen kennen, maar ze willen deze, net als een volwassenen, ook leren beheersen. De school moet aansluiten op deze behoeften. De omgang Kinderen met elkaar. Kinderen werken veel samen. In de klassenvergaderingen wordt gereageerd op de leukste werkjes en die worden uitgekozen om verder mee door te gaan. Regels Freinet heeft dertig pedagogische regels bedacht. Een greep hieruit: Elk autoritair bevel is fout. Dwang werkt verlammend. 75

76 De leerkracht staat niet boven zijn leerling. Het beheer van de school gebeurt in samenwerking door hen die in de school leven, dus leerlingen, leerkrachten en ouders. Elke klas is een leefruimte met eigen regels. Deze regels zijn tot stand gekomen in het groepsleven zelf: het zijn eigen afspraken die de groep gemaakt heeft. De leerkracht is een belangrijk lid van deze groep. Samen bepalen ze de rechten en plichten waar elk lid van de groep zich aan te houden heeft. Deze regels geven aan wat kinderen wel/niet kunnen en mogen doen. Maar ze beschermen ook iedereen, zodat elk lid van de groep als individu en als lid van de groep aan zijn trekken kan komen. Individuele behoeften en mogelijkheden Om aan de individuele behoeften en mogelijkheden van de leerlingen te voldoen, is veel gedaan. Kinderen zijn zelf verantwoordelijk voor het inrichten van het lokaal en ook maken ze hun eigen rooster. 76

77 Bijlage 8 Relatie tussen BoekStart en Relatie tussen BoekStart en programma s voor kinderopvang/ programma s voor kinderopvang/ voorscholen voorscholen 77

78 BIJLAGE Schematische beschrijving van de aandacht voor het voorleesklimaat in programma s voor de kinderopvang 78

79 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 UITGANGSPUNTEN VAN DE BESCHRIJVING 4 3 DOELEN VAN VOORLEZEN AAN PEUTERS 6 4 DOELEN TRAINING VOORLEESCOÖRDINATOR IN DE KINDEROPVANG 6 5 PROGRAMMA S Taallijn Piramide Uk & Puk Kaleidoscoop Startblokken Peuterplein Ben ik in Beeld Doe meer met Bas 21 BIJLAGE 24 Schematische beschrijving van de aandacht voor het voorleesklimaat in programma s voor de kinderopvang Colofon OPDRACHTGEVER Kunst van Lezen TEKST Moniek Sanders van ABC onderwijsadviseurs VORMGEVING Lijn 1, Haarlem Februari

80 1 INLEIDING BoekStart is een programma dat het lezen met heel jonge kinderen (vanaf de babyleeftijd) wil bevorderen én ouders met jonge kinderen wil laten genieten van boeken. BoekStart gaat uit van de gedachte dat kinderen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met boeken een voorsprong (op school) ontwikkelen waar ze hun hele leven voordeel van hebben. In 2011 werd als uitbreiding van BoekStart voor baby s een begin gemaakt met BoekStart in de kinderopvang. Met als doel om kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, hun ouders en pedagogisch medewerkers via de kinderopvang intensief met boeken en het lezen daarvan in aanraking te brengen door hen te binden aan de Bibliotheek. BoekStart in de kinderopvang is een overkoepelend programma, waarbinnen alle leesbevorderingsinitiatieven die in het verleden zijn ontwikkeld door Bibliotheken of kinderopvangorganisaties een plaats hebben gekregen. Binnen BoekStart in de kinderopvang staan zes elementen centraal: 1 Een aantrekkelijke leesplek in de kinderopvang in samenwerking met de Bibliotheek. 2 Opbouw van een startcollectie geschikte boekjes in samenwerking met de Bibliotheek (leesplein.nl: 0-6). 3 Deskundigheidsbevordering van pedagogisch medewerkers. Per kinderopvangorganisatie wordt een pedagogisch medewerker door de Bibliotheek opgeleid tot voorleescoördinator. Enkele pedagogisch medewerkers krijgen een praktische training over alles wat zij moeten weten over boekjes en voorlezen. 4 Betrekken van ouders, zodat er thuis ook (meer) voorgelezen wordt en zij bekend raken met de mogelijkheden van de Bibliotheek. 5 Opnemen van een voorleesplan (voorleesplan.nl), zodat voorlezen een vaste plek krijgt in de kinderopvang. 6 Samenwerking met partners in een leesbevorderingnetwerk. Behalve aan de Bibliotheek valt te denken aan jeugdgezondheidszorg, gemeente en boekhandel. De meeste kinderopvanginstellingen werken met een programma. In alle programma s is (interactief) voorlezen opgenomen als onderdeel van de educatieve activiteiten. De uitwerking verschilt per programma. In alle gevallen is BoekStart een goede aanvulling om het voorleesbeleid van de instelling vorm te geven. In geen van de programma s wordt expliciet gesproken over het opzetten van een voorleesbeleid of over het maken van een voorleesplan. Voorliggend document brengt in kaart op welke manier voorlezen een plek heeft in de volgende programma s voor de kinderopvang: Taallijn, Piramide, Uk & Puk, Kaleidoscoop, Startblokken, Peuterplein, Ben ik in Beeld, en Doe meer met Bas. In uw contacten als bibliotheekmedewerker met een kinderopvanginstelling kunt u de informatie gebruiken van het programma dat de instelling hanteert. U heeft dan de relevantie informatie tot uw beschikking om in overleg met de instelling te bepalen op welke manier BoekStart een aanvulling vormt op het beleid van de instelling <

81 Hieronder wordt allereerst beschreven vanuit welke uitgangspunten de beschrijving van de programma s is opgezet (paragraaf 2). Vervolgens worden de doelen van het lezen voor jonge kinderen beschreven (paragraaf 3). Paragraaf 4 bevat een omschrijving van de doelen van de training Voorleescoördinator in de kinderopvang. Paragraaf 5 begint met een samenvatting van de aandacht voor voorlezen in de diverse programma s. Vervolgens is een beschrijving van elk programma opgenomen. In de schematische beschrijving in de bijlage kunt u in één oogopslag de informatie nog eens terugvinden. Dit overzicht is handig te gebruiken in gesprekken met kinderopvanginstellingen. 2 UITGANGSPUNTEN VAN DE BESCHRIJVING De voorleescoördinator zorgt ervoor dat voorlezen een structurele plek binnen beleid en uitvoering in de instelling krijgt. In de training Voorleescoördinator in de kinderopvang is aandacht voor een aantal basisaspecten om te komen tot een structureel stimulerend voorleesklimaat. Deze aspecten vormen het uitgangspunt voor de beschrijving van de programma s in dit document. Het betreft achtereenvolgens: Voorleesbeleid Voorlezen zou opgenomen moeten worden in het pedagogisch beleidsplan van elke instelling. De voorleescoördinator kan daarin een sleutelrol hebben. Tijdens de training Voorleescoördinator in de kinderopvang krijgt de voorleescoördinator het gereedschap in handen om een voorleesbeleid op te zetten. Dit voorleesbeleid wordt vastgelegd in een voorleesplan. De trainer van de Bibliotheek ondersteunt hierbij. Voorleescoördinator Elke instelling zou een voorleescoördinator moeten hebben. De voorleescoördinator zorgt ervoor dat: in elke stamgroep een leeshoek is ingericht; in elke stamgroep een basiscollectie boeken is voor elke leeftijd (ook voor baby s); voorlezen regelmatig in het werkoverleg geagendeerd wordt; ouders geïnformeerd worden over het voorlezen in de groepen en er minimaal 1 keer per jaar een activiteit voor de ouders wordt georganiseerd; en enthousiasmeert de collega s; zet in samenspraak met de leidinggevende het (voor)leesbeleid binnen de eigen locatie op; overlegt jaarlijks met de leidinggevende over het beschikbare boekenbudget en de besteding daarvan; onderhoudt het contact met de Bibliotheek en andere instellingen die behoren tot het leesnetwerk (kinderboekwinkel, andere voorleescoördinatoren, oudercommissie, basisschool, consultatiebureau etc.); houdt geschikte activiteiten, tips, nieuw verschenen boeken etc. bij. > 4 Interactief voorlezen Interactief voorlezen is een manier om kinderen actief te betrekken bij het voorlezen en goed aan te sluiten bij de aanwezige kennis van het kind. Het kind geniet van het voorlezen en beleeft het verhaal intensiever. Met interactief voorlezen motiveer je kinderen tot lezen. Al op heel jonge leeftijd kan een baby genieten van interactief voorlezen. 81

82 Frequentie van voorlezen Om een verschil te maken voor een kind in de taalontwikkeling, moet elk kind minimaal een kwartier per dag worden voorgelezen. Streven zou daarom moeten zijn in de kinderopvang dagelijks minimaal een kwartier voor te lezen. Het voorlezen begint al op de babyleeftijd door bijvoorbeeld samen op schoot een boekje te lezen. Leesomgeving Een uitdagende leesomgeving, met een leeshoek en een collectie boeken op ooghoogte van de kinderen draagt bij aan de leesmotivatie van kinderen. Het is belangrijk de collectie voor de kinderen regelmatig te wisselen en voor hen aantrekkelijke boeken te laten bevatten. Boekvoorraad (+ budget) Elke kinderopvanginstelling heeft een eigen voorraad boeken nodig. Die voorraad moet regelmatig aangevuld worden, zoals ook speelgoed regelmatig aangevuld of vervangen wordt. Als er eenmaal een basiscollectie is, is een budget van jaarlijks zo n 70 euro per groep voldoende om de collectie te onderhouden. Keuze van boeken Het juiste boek op het juiste moment is cruciaal. De boeken moeten passen bij het ontwikkelingsniveau en de leeftijd van de kinderen. Welke interesses hebben de kinderen in de groep? Zijn er voldoende boeken die ook voor jongens aantrekkelijk zijn? Zijn er voldoende boeken voor de allerkleinsten, zoals knisperboekjes? De voorleescoördinator leert hoe ze naar boeken kan kijken en welke boeken ze kan kiezen voor de verschillende leeftijdsgroepen, en met welk doel er voorgelezen kan worden. Digitale prentenboeken Digitale prentenboeken kunnen een onderdeel zijn binnen het voorleesbeleid van de instelling, mits de apparatuur hiervoor beschikbaar is. Het gebruik van digitale prentenboeken vereist specifieke kennis en vaardigheden van de leidsters, waartoe zij geschoold zouden moeten worden. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De Bibliotheek is een belangrijke partner van de kinderopvang als het gaat om het verzorgen van de juiste boeken bij thema s. Het kinderdagverblijf heeft uiteraard een eigen boekenvoorraad, maar kan niet bij elk thema een uitputtend aanbod hebben. De Bibliotheek kan dit met themacollecties aanvullen. De Bibliotheek verzorgt de trainingen Voorleescoördinator in de kinderopvang en Interactief voorlezen. Ook kan de Bibliotheek een netwerk opzetten voor voorleescoördinatoren uit de regio en ouderactiviteiten verzorgen. Ouderbetrokkenheid Ouders spelen natuurlijk een heel belangrijke rol als het gaat om het ontwikkelen van leesplezier van kinderen. Niet voor alle ouders is dit vanzelfsprekend. BoekStart stimuleert ouders om te lezen met hun kind, door het BoekStartkoffertje uit te reiken en met enige regelmaat ouderbijeenkomsten in de Bibliotheek te organiseren. De kinderopvang kan ook een rol spelen in het stimuleren van het voorlezen thuis en de Bibliotheek kan meestal ook op het kinderdagverblijf ondersteunen door het organiseren van ouderbijeenkomsten of daar een bijdrage aan leveren <

83 3 DOELEN VAN VOORLEZEN AAN PEUTERS In het algemeen wordt voorlezen in de programma s voor de kinderopvang opgevat als manier om met de kinderen te werken aan de doelen voor beginnende geletterdheid, en/of doelen voor begrijpend luisteren. Het ontwikkelen van leesplezier of literaire competentie wordt in de meeste programma s niet genoemd als doel. Die doelen voor het jonge kind zijn in 2012 verder uitgewerkt door SLO/UvA, afgeleid van het referentieniveau Taal, dat in augustus 2010 in het onderwijs van kracht is geworden. De programma s voor de kinderopvang zijn nog niet gebaseerd op deze nieuwe uitwerking van de Taaldoelen voor het jonge kind. Wat betreft voorlezen gaat het om de volgende doelen die kinderen moeten beheersen voordat ze naar groep 1 gaan: Luisteren luistert naar een op de leeftijd afgestemd verhaal en ontwikkelt verhaal - begrip door het interactief voorlezen Leesplezier beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes Oriëntatie op boek en verhaal ontdekt de samenhang tussen illustratie en tekst heeft ervaring opgedaan met boeken en de manier waarop boeken (voor)gelezen worden ontdekt de structuur in verhalen kan de inhoud van het boek al een beetje voorspellen op basis van de omslag van het boek kan een verhaal navertellen aan de hand van een plaatjesboek kan de pedagogisch medewerker nadoen als zij stukjes uit het boek uitbeeldt Voor de pedagogisch medewerkers is hierbij aangegeven aan welk soort activiteiten ze kunnen denken om aan deze doelen te werken. Ook de leesomgeving en de Bibliotheek worden in dit overzicht genoemd. Zie DOELEN TRAINING VOORLEESCOÖRDINATOR IN DE KINDEROPVANG De kinderopvang werkt vanuit een viertal basisdoelen, te weten: 1 Het kind voelt zich emotioneel veilig. 2 Het kind ontwikkelt persoonlijke competenties. 3 Het kind ontwikkelt sociale competenties. 4 Het kind maakt zich normen en waarden eigen. > 6 In de training Voorleescoördinator in de kinderopvang wordt de relatie gelegd tussen voorlezen en deze basisdoelen. Taalontwikkeling maakt in principe deel uit van basisdoel 2: het ontwikkelen van persoonlijke competenties. Maar feitelijk kan voorlezen een bijdrage leveren aan elk basisdoel. Gezellig een groepje kinderen voorlezen zorgt voor emotionele veiligheid (basisdoel 1), samen lezen met een groepje kinderen draagt bij aan de sociale competenties 83

84 (hoe ga je met elkaar om in een groep, basisdoel 3) en in veel prentenboeken leren kinderen over normen en waarden aan de hand van de gebeurtenissen in een verhaaltje (bijvoorbeeld het prentenboek Rikki; basisdoel 4). In de training Voorleescoördinator in de kinderopvang worden de basisdoelen met de pedagogisch medewerkers doorgenomen en krijgen zij inzicht in de betekenis van voorlezen voor de basisdoelen in de kinderopvang. Vanuit het belang van leesbevordering hebben we in de training Voorleescoördinator in de kinderopvang een vijfde doel toegevoegd: de ontwikkeling van de literaire competentie. Bij de literaire competentie gaat het erom dat: 1 Kinderen leren wat een verhaaltje is, dat er een begin en een eind, hoofdpersonen en gebeurtenissen zijn (een verhaallijn). 2 Kinderen leren dat je in een boek kunt bladeren. 3 Kinderen leren dat je plaatjes kunt kijken in een boek. 4 Kinderen in aanraking komen met verschillende soorten prenten - boeken, versjes, rijmpjes en liedjes. De literaire competentie komt in grote lijnen overeen met de nieuwe taaldoelen voor het jonge kind. In het vierde onderdeel gaat het basisdoel literaire competentie verder dan de taaldoelen voor het jonge kind. Vanuit de literaire competentie is het niet alleen wenselijk dat kinderen in aanraking komen met prentenboeken, maar dat ze ook in aanraking komen met verschillende soorten prentenboeken, versjes, rijmpjes en liedjes. In de verschillende programma s voor de kinderopvang worden prentenboeken ingezet bij verschillende activiteiten of projecten, voorlezen speelt altijd op de een of andere manier een rol in de programma s. In geen enkel programma wordt echter de relatie gelegd tussen voorlezen en de basisdoelen voor de kinderopvang. Doelen vanuit de ontwikkeling van de literaire competentie worden in de meeste programma s voor de kinderopvang niet expliciet benoemd. In paragraaf 5.1 t/m 5.8 wordt de plek van voorlezen besproken in de verschillende programma s voor de kinderopvang. 5 PROGRAMMA S Samenvatting Kijkend naar de basisaspecten uit de training Voorleescoördinator in de kinderopvang is er geen enkel programma dat alle aspecten uit de training omvat. In geen van de programma s wordt de functie van voorleescoördinator genoemd en in geen van de programma s wordt het opstellen van een voorleesplan aangeraden. Geen van de programma s geeft aan hoe groot de boekenvoorraad in een instelling zou moeten zijn en welk budget een instelling nodig heeft. Sommige programma s geven tips voor boeken of geven het belang van een gevarieerde collectie aan. Alleen de Taallijn adviseert collecties bij de Bibliotheek te lenen. In het algemeen is de Taallijn het meest compleet als het gaat om het bepalen van het voorleesklimaat in de kinderopvang. De aanwijzingen uit de Taallijn zijn echter een keuze die een instelling kan maken. Om die keuze gefundeerd te kunnen maken is het van belang een (voor)leesbeleid te formuleren in een leesplan en een voorleescoördinator aan te stellen <

85 Kaleidoscoop heeft in de training Interactief met boeken de ideeën uit de Taallijn verwerkt en komt om die reden het dichtst in de buurt van de uitgangspunten van de training Voorleescoördinator in de kinderopvang. In Piramide heeft interactief voorlezen een vaste plek, zijn vaste prentenboeken opgenomen en wordt met name uitgegaan van de kracht van herhaald voorlezen. Ook hebben liedjes en versjes een belangrijke plaats in het programma. In Uk & Puk zijn de SLO-doelen Leesplezier en Oriëntatie op boek en verhaal vervat onder het doel Begrijpend luisteren en wordt gewerkt met interactief voorlezen in de kleine groep en individueel. Startblokken heeft veel aandacht voor interactief voorlezen en de leesomgeving, maar geeft echter geen aanwijzingen voor de frequentie van het voorlezen. Wel zijn er aanvullend jaarlijks boekenlijsten rond thema s beschikbaar. Ben ik in Beeld ziet voorlezen als essentieel onderdeel voor de ontwikkeling van jonge kinderen en werkt met dagelijks voorlezen. Er worden gevarieerde werkvormen gebruikt. Doe meer met Bas werkt met een verhaallijn van prentenboeken, maar voornamelijk met de vaste prentenboeken van het programma. In het volgende deel van deze notitie wordt per programma een toelichting gegeven op de plek van voorlezen binnen het programma. Hoewel het ene programma uitgebreider aandacht besteedt aan (interactief) voorlezen en de leesomgeving, geeft geen van de programma s aanwijzingen voor het opzetten van een voorleesbeleid voor de instelling. Stichting Lezen adviseert om die reden het opleiden van een voorleescoördinator voor elke instelling binnen de kinderopvang, zodat elke instelling een weloverwogen voorleesbeleid kan ontwikkelen en uitvoeren. De voorleescoördinator kan ervoor zorgen dat de onderdelen rond voorlezen uit het gebruikte programma optimaal ingezet worden, en waar nodig worden aangevuld met extra middelen en activiteiten. Alleen op die manier wordt voorlezen in de kinderopvang structureel onderdeel van de dagelijkse gang van zaken. Beschrijving van de programma s 5.1 Taallijn Peuters interactief met taal. De Taallijn: taalstimulering voor jonge kinderen. (Stoep en van Elsacker, Expertisecentrum Nederlands, 2005) Paragraaf 5.3 Interactief voorlezen van prentenboeken Paragraaf Het belang van herhaald voorlezen Paragraaf Het juiste boek kiezen Voorleesbeleid Het doel dat benoemd wordt in de Taallijn is dat kinderen plezier beleven aan het voorlezen en het zelf lezen van prentenboeken. Hierdoor ontwikkelen zij een positieve leeshouding. Een positieve leeshouding is van belang omdat een sterke leesmotivatie een voorwaarde is voor de leesvaardigheid. Voorleescoördinator - > 8 Interactief voorlezen Zie Interactief voorlezen van verhalende prentenboeken in peutergroepen (Stoep & Corvers, 2004). 85

86 Een prentenboek wordt meerdere malen op verschillende manieren voorgelezen. Dit is verwerkt in de voorleescyclus. In het begin leest de pedagogisch medewerker de tekst nog niet letterlijk voor. Het boek wordt afwisselend in een grote en een kleine groep voorgelezen en rondom het boek worden allerlei taalstimulerende activiteiten georganiseerd. Er is een overzicht opgenomen met twaalf vaardigheden voor inter actief voorlezen (blz. 74 uit Peuters interactief met taal). In paragraaf 2.5 van het Prototype Interactief voorlezen in peutergroepen wordt beschreven hoe de pedagogisch medewerker een uitnodigende gesprekssituatie kan creëren, wordt besproken hoe de pedagogisch medewerker luisterresponsen kan geven, vragen kan stellen en kinderen kan aanmoedigen. In paragraaf 2.10 worden Interactieve kernactiviteiten omschreven. De Taallijn is ontwikkeld voor peuters en besteedt geen aandacht aan voorlezen met baby s. Frequentie van voorlezen Gewerkt wordt vanuit het principe van herhaald voorlezen binnen de voorleescyclus van eenzelfde prentenboek. Dit wordt beschreven als een feest van herkenning voor peuters. Een voorleescyclus duurt twee tot drie weken en bestaat uit zes fasen. Herhaald voorlezen is dus een onderdeel binnen de hele voorleescyclus. In fase 4 wordt doorgegaan op het thema met andere boeken erbij. De voorleescyclus van de Taallijn is ontworpen om te worden opgenomen binnen VVE-programma s, waarbij het gekozen prentenboek moet passen binnen het thema van het programma. Leesomgeving Geadviseerd wordt om te werken met afwisselende voorleessettings. De kleine groep wordt aangemerkt als het meest geschikt voor interactief voorlezen. Er is een schema ontwikkeld (van veraf naar dichtbij) waarin de voorleessetting wordt beschreven (p. 11 Prototype Interactief voorlezen in peutergroepen). In de voorleescyclus wordt gebruikgemaakt van: een thematafel een vertelkoffer een boekenhoek met boekjes over het thema een boekenmuur (maken met de kinderen; wordt in fase 5 besproken met de kinderen) Boekenvoorraad (+ budget) In de handleiding worden geen expliciete aanwijzingen gegeven over de omvang van de boekenvoorraad. Wel wordt aangegeven dat er verschillende prentenboeken bij een thema moeten zijn en dat er in de boekenhoek voldoen - de boeken moeten liggen. De boekenhoek wordt regelmatig van nieuwe boeken voorzien. Hoewel er meerdere boeken in de boekenhoek liggen, wordt de pedagogisch medewerker geadviseerd niet te veel verschillende boeken voor te lezen. Het heeft de voorkeur te werken met herhaald voorlezen. Keuze van boeken Voor de keuze van de boeken geeft de Taallijn een aantal heldere aanwijzingen: Het thema en het taalniveau moeten aansluiten bij het niveau van de peuters. Het boek lokt interactie uit (bijvoorbeeld door de tekeningen of een uitdagende verhaallijn waarin problemen naar voren worden gebracht die op verschillende manieren kunnen worden opgelost) <

87 Boek sluit aan bij de belevingswereld van peuters (is een interessant thema voor peuters). Illustraties ondersteunen het verhaal. Herhaling van zinnen in het boek. Rijm. Dit wordt omschreven in de Checklist boekkeuze (blz. 68). Digitale prentenboeken Er is een aparte paragraaf Werken met digitale prentenboeken (paragraaf uit Peuters interactief met taal). In deze paragraaf zijn criteria opgenomen voor een goed digitaal prentenboek, staat een handreiking voor het zelf maken van een digitaal prentenboek en is een overzicht opgenomen van de voordelen van digitale prentenboeken. Daarnaast zijn er tips opgenomen voor het inrichten van een computerhoek (p. 76 Peuters interactief met taal). Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De Bibliotheek wordt expliciet benoemd als partner: boeken voor de boekenhoek of het boekenrekje kunnen geleend worden bij de wijkvestiging of er kan een themakist bij de Bibliotheek worden geleend. De Bibliotheek kan ook adviseren over geschikte boeken voor peuters bij een bepaald thema. Ouderbetrokkenheid Voor ouderbetrokkenheid is er de Logeerboekhandleiding Praten rondom prentenboeken (Stoep 2003). Het televisieprogramma Meneer Logeer, uitgezonden door Peuter tv op wordt genoemd. Er wordt gewerkt met een gezinsportfolio (hierin zou je voorlezen een plekje kunnen geven, dit wordt niet benoemd). Wat betreft tweetaligheid wordt het belang van communicatie in de eigen taal benoemd en het belang van een rijk taalaanbod in de eigen taal. 5.2 Piramide Voor kinderdagverblijven zijn de volgende boeken vanuit Piramide beschikbaar: Piramide-boek voor kinderdagverblijven. Piramide: Welkom in het kinderdagverblijf. Piramide-projecten voor peuters. Piramide-projecten voor baby s en dreumesen. In de Piramide-methode draait het erom peuters en kleuters de kans te geven om zich optimaal te ontwikkelen. Piramide is erop gericht kinderen een sterke pedagogische basis en een krachtige leeromgeving te bieden. De methode start op de peuterspeelzaal of in het kinderdagverblijf en loopt door tot en met de groepen 1, 2 en 3 van de basisschool. Piramide is ontwikkeld door Van Kuyk (2000) in opdracht van het Cito. In Piramide is de Taallijn uitgewerkt. Acht ontwikkelingsgebieden worden geïntegreerd in projecten aangeboden. Het gaat hierbij om de volgende gebieden: 1 persoonlijkheidsontwikkeling 2 sociaal-emotionele ontwikkeling 3 ontwikkeling van de waarneming > 10 87

88 4 taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven 5 denkontwikkeling en ontwikkeling van rekenen 6 oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning 7 motorische ontwikkeling 8 kunstzinnige ontwikkeling Bij het vierde ontwikkelingsgebied taalontwikkeling en ontwikkeling van lezen en schrijven draait het om communiceren met kinderen én volwassenen, de woordenschat uitbreiden en interactief voorlezen. Binnen de projecten, die enkele weken duren, verkennen kinderen aansprekende thema s. In de Piramidetraining voor pedagogisch medewerkers wordt gewerkt aan de volgende competenties rond voorlezen en vertellen: 1 De pedagogisch medewerker/leerkracht verduidelijkt en verrijkt het verhaal om het dichter bij de kinderen te brengen of laat plaatjes regelmatig zien. 2 De pedagogisch medewerker/leerkracht speelt het verhaal mee en varieert met de stem om de kinderen betrokken te houden. 3 De pedagogisch medewerker/leerkracht houdt het thema voor langere tijd vast door met de kinderen na te gaan hoe de dingen in het verhaal verlopen (zijn) en brengt verdieping aan in het gesprek. Interactief voorlezen is een apart hoofdstuk in het Piramide-boek voor kinderdagverblijven, met een uitgebreide omschrijving van de voorleesontwikkeling van kinderen; van baby s en dreumesen en van peuters. Voorleesbeleid Piramide ziet interactief voorlezen als manier om de kinderen op een natuurlijke wijze voor te bereiden op geschreven taal en het leren lezen. Kinderen gaan de betekenis leren zien, maar gaan ook het feitelijke lezen en schrijven uitproberen. Het belang van interactief voorlezen wordt benoemd vanuit de taalontwikkeling en leren lezen, alsmede om rust, ontspanning en plezier te creëren. Geadviseerd wordt al in de babyperiode te beginnen met boeken en voorlezen. Bij Piramide is het cursorische programma Taalplezier ontwikkeld, gericht op kinderen met een taalachterstand. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen Piramide ziet interactief voorlezen als manier om de kinderen op een natuurlijke wijze voor te bereiden op geschreven taal en het leren lezen. Kinderen gaan de betekenis leren zien, maar gaan ook het feitelijke lezen en schrijven uitproberen. Ook het omgaan met boekjes voor baby s wordt uitgebreid omschreven binnen de fasen van Piramide. De baby s kunnen meeluisteren als de oudere kinderen worden voorgelezen. Frequentie van voorlezen Binnen elk thema heeft interactief voorlezen een vaste plek. Er zijn per jaar tien thema s. Bij ieder thema zijn twee centrale prentenboeken gekozen: een voor jongste en een voor oudste peuters. De pedagogisch medewerker kan zelf kiezen welk boek het beste aansluit bij het niveau van de peuters in de groep. Het werken met prentenboeken is uitgewerkt in vier stappen: Oriënteren, <

89 Demonstreren, Verbreden en Verdiepen. Elk prentenboek wordt dus minimaal vier keer interactief voorgelezen op een steeds hoger en dieper niveau. Uitgangspunt is dat kinderen een verhaal pas goed begrijpen en goed leren kennen als het vier- tot vijfmaal is voorgelezen op verschillende manieren. Leesomgeving De taal- en leeshoek is een belangrijke plek in de ruimte bij Piramide. In de taal- en leeshoek vinden de kinderen prentenboeken en leesboeken, zo mogelijk op een boekenrek, goed zichtbaar. Er is een rustige plaats of bank om de prentenboeken te bekijken. De boeken moeten zodanig neergezet zijn, dat de kinderen er spontaan aandacht aan gaan besteden. Ook is er een mogelijkheid tot het luisteren met een cassetterecorder of cd-speler met koptelefoon. Boekenvoorraad Per project worden twee prentenboeken genoemd. Er is een advieslijst met liedjes en spelletjes. Er worden geen aanwijzingen gegeven omtrent de omvang van de boekvoorraad, maar er wordt wel aangegeven dat er voor kinderen boeken in de leeshoek moeten staan die aansluiten bij het thema. En voor baby s moeten er knisperboekjes, stoffen boekjes, kunststofboekjes en stevige kartonnen boekjes in de leeshoek zijn, liefst van een titel meerdere exemplaren. Keuze van boeken Er zijn vaste boeken bij de projecten. Aangeraden wordt om in het boeken - rek in de taal- en leeshoek boeken op verschillende ontwikkelingsniveaus bij het thema te zetten. De boeken kunnen aangeschaft worden via Daarnaast kan een gebruiker van Piramide zich abonneren op een digitale Piramide-kinderboekenlijst via Digitale prentenboeken Een computerhoek kan deel uitmaken van een ontdekhoek. Er worden suggesties gegeven voor websites en andere digitale mogelijkheden en er is in het programma een bijlage opgenomen over het zelf maken van digitale boeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De rol van de Bibliotheek wordt in Piramide genoemd voor het lenen van themacollecties, ook voor baby s. Ouderbetrokkenheid Piramide heeft een ouderprogramma dat parallel loopt met de projecten. Het ouderprogramma is uitgewerkt in projectboeken. Spelinloop voor de ouders is een dagelijks terugkerende activiteit. Bij de activiteit Boekje lezen bij elk thema wordt een suggestie gedaan voor een ouderactiviteit. 5.3 Uk & Puk KO-totaal is een educatief programma dat een gestructureerde, didactische aanpak biedt voor de voor- en vroegschoolse educatie. KO-totaal bestaat uit een aantal onderdelen voor de voorschoolse educatie en een aantal onderdelen voor de vroegschoolse educatie. Voor de voorschoolse educatie (2,5 tot 4 jaar) zijn er: Puk & Ko en Puk & Ko Thuis. Voor de kinderopvang is Uk & Puk ontwikkeld; met activiteiten voor kinderen van 0 tot 4 jaar, in horizontale > 12 89

90 én verticale groepen. Uk & Puk werkt aan de brede ontwikkeling van baby s, dreumesen en peuters. Er zijn tien thema s van elk vier weken. Voor de vroegschoolse educatie (4 tot 6 jaar) is er Ik & Ko, bestaande uit: Ik & Ko Taal, Ik & Ko Rekenen, Ik & Ko Sociaal-Communicatieve Vaardigheden en de Schooltv-serie De kamer van Ko. De belangrijkste uitgangspunten van KO-totaal zijn verwerkt in de activiteiten ( Deze activiteiten: stimuleren de brede ontwikkeling van jonge kinderen; doen een beroep op de actieve betrokkenheid van kinderen; zijn speels van opzet en stimuleren jonge kinderen om zelf dingen te ontdekken; lokken interactie uit tussen pedagogisch medewerker/leerkracht en de kinderen en tussen de kinderen onderling; bieden een rijk taalaanbod met mogelijkheden om ook taalvaardige kinderen uit te dagen; garanderen een doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen van 2,5 tot 6 jaar; doen waar mogelijk een beroep op de ouders. Het hoofddoel van KO-totaal is het vergroten van de Nederlandse taalvaardigheid van alle kinderen, zodat taalachterstanden in groep 3 worden voorkomen. Daarbij legt het peuterprogramma Puk & Ko de basis voor een succesvolle start in groep 1 van het basisonderwijs. Ik & Ko sluit hierop aan en werkt gericht toe naar de minimum kerndoelen voor taal. Taalontwikkeling is echter een onlosmakelijk deel van de totale ontwikkeling van een kind. Daarom zijn in KO-totaal ook expliciet activiteiten uitgewerkt voor de rekenontwikkeling en de ontwikkeling van sociaalcommunicatieve vaardigheden (De Croon, Coenen & Van der Ploeg-Feenstra 2001). Voorleesbeleid Uk & Puk besteedt veel aandacht aan voorlezen. Want voorlezen stimuleert de woordenschat en oefent kinderen in begrijpend luisteren. Er zijn twee voorleesactiviteiten per thema: één in de kleine groep en één met kinderen individueel. Tijdens de activiteit staat een voorleesverhaal centraal. De verhalen zitten in drie knieboeken. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen Interactief voorlezen is een vast onderdeel binnen elk thema. Voor baby s is er een kijkboek met plaatjes. Frequentie van voorlezen In elk thema wordt een verhaal eenmaal in de kleine groep en eenmaal individueel voorgelezen. Leesomgeving Het inrichten van een aantrekkelijke leesomgeving wordt in Uk & Puk niet beschreven. Wel wordt er aangegeven dat de groepsruimte overzichtelijk moet worden, en een themahoek of projecttafel kan worden ingericht <

91 Boekvoorraad Bij Uk & Puk zitten eigen verhalen in knieboeken. Dit zijn gevarieerde verhalen van prentenboekenauteurs. Voor baby s en oudere kinderen die aandacht voor woordenschatuitbreiding nodig hebben zijn er kijkboeken met grote platen. Keuze van boeken Naast de boeken die bij Uk & Puk horen worden geen andere titels van boeken geadviseerd. Ook worden geen aanwijzingen gegeven voor de keuze van geschikte prentenboeken. Digitale prentenboeken In Uk & Puk wordt geen informatie gegeven over het gebruik van digitale prentenboeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De rol van de Bibliotheek wordt in Uk & Puk niet benoemd. Ouderbetrokkenheid Uk & Puk thuis is een speciaal programma voor ouderbetrokkenheid, met basisinformatie voor ouderbijeenkomsten. Voorlezen is geen apart onderwerp in dit programma. Wel wordt in de informatie voor ouders verteld waar het voorleesverhaal uit het thema over gaat. Ook worden er aanwijzingen gegeven voor ouderactiviteiten zoals zingen en praten met je kind. Bij Puk & Ko thuis zijn er prentenboekjes in het Nederlands, Turks en Marokkaans-Arabisch om mee naar huis te geven, ook op cd-rom. 5.4 Kaleidoscoop Kaleidoscoop is een bewerking van het Amerikaanse High/Scope-programma. Het is ontwikkeld vanuit het onderwijsachterstandenbeleid en wil de onderwijskansen van kinderen in achterstandssituaties vergroten ( De voornaamste uitgangspunten van Kaleidoscoop zijn: Kinderen verwerven kennis door hun actieve betrokkenheid bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën, een proces dat gebaseerd is op motivatie van binnenuit. Kinderen ontwikkelen hun vaardigheden in een voorspelbare volgorde, maar ieder kind ontwikkelt zich in eigen tempo. De steun van volwassenen draagt bij aan de intellectuele, sociale, emotionele en lichamelijke ontwik - keling van het kind. Constante ondersteuning en respect van volwassenen voor de keuzes van kinderen, hun gedachten en daden versterken het zelfbewustzijn van kinderen. Zorgvuldige observatie van individuele kinderen is een noodzakelijke voorwaarde om op de hoogte te zijn van het niveau van ontwikkeling en om de juiste interacties met kinderen te kunnen plannen en uitvoeren. > 14 Het programma gaat uit van actief leren. In het programma wordt gewerkt met zogenaamde sleutelervaringen. Deze beschrijven de sociale, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 6 jaar. Gezamenlijk geven de sleutelervaringen een gedetailleerd beeld van de handelingen die typerend zijn voor jonge kinderen en de soorten kennis die zij verwerven (Hohmann & Weikart 1998). 91

92 De sleutelervaringen zijn ingedeeld in de volgende gebieden: 1 creatieve representatie 2 taal en ontluikende geletterdheid 3 initiatief en sociale relaties 4 muziek en beweging 5 classificatie 6 seriatie (eigenschappen vergelijken, rangschikken in serie of patroon en relaties onderscheiden) 7 hoeveelheid 8 ruimte 9 tijd De sleutelervaringen kunnen opgevat worden als doelstellingen, zoals deze geformuleerd zijn voor Kaleidoscoop. Op het gebied van taal en ontluikende geletterdheid leren de kinderen het volgende (Hohmann & Weikart 1998): Met anderen praten over ervaringen van persoonlijke betekenis. Voorwerpen, gebeurtenissen en verbanden beschrijven. Plezier beleven aan taal: naar verhalen en gedichten luisteren, verhalen en rijmpjes verzinnen. Op verschillende manieren schrijven: tekenen, krabbelen, vormen maken die op letters lijken, zelfbedachte spelling gebruiken en schrijven op de gebruikelijke manier. Op verschillende manieren lezen: tekens en symbolen interpreteren, boeken en andere gedrukte materialen lezen, lezen wat je zelf hebt geschreven. Verhaaltjes navertellen. Kaleidoscoop (NJI Utrecht) heeft drie nascholingsmodules ontwikkeld voor pedagogisch medewerkers in Kaleidoscoop-peuterspeelzalen. Uitgangspunt waren de producten van de Taallijn (Expertise centrum Nederlands en Sardes), waaronder Interactief voorlezen. Kaleidoscoop is ontwikkeld voor kinderen vanaf 2,5 jaar, maar heeft ook toepassingsmogelijkheden voor het werken met baby s en dreumesen. Voorleesbeleid In de training Interactief met boeken wordt aandacht besteed aan de relatie van de nieuwe inzichten uit de Taallijn tot het leesbeleid binnen Kaleidoscoop. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen De manier van werken met de voorleescyclus uit de Taallijn is verweven in het Kaleidoscoop-programma. Er zijn geen aanwijzingen voor het voorlezen met baby s. Frequentie van voorlezen Conform de Taallijn; er is een voorleescyclus van ongeveer twee à drie weken. Leesomgeving In het programma wordt aandacht besteed aan de inrichting van de leesomgeving. Er wordt geadviseerd te werken met een thematafel en de ruimte in te richten met attributen die te maken hebben met het voorleesboek uit de cyclus <

93 Boekvoorraad In Kaleidoscoop worden geen aanwijzingen gegeven voor de omvang van de benodigde boekvoorraad. Keuze van boeken Er is een criterialijst bij Kaleidoscoop voor het kiezen van geschikte prentenboeken voor peuters. Het onderwerp sluit aan bij de belevingswereld van de peuters. De verhaallijn is helder. Je kunt het verhaal uitspelen. Taalgebruik is niet moeilijk maar ook niet te gemakkelijk. Met interessante nieuwe woorden en uitdrukkingen. De illustraties helpen het verhaal vertellen. Het verhaal bevat: - Spannende en onverwachte gebeurtenissen - Problemen & oplossingen - Oorzaak & gevolg-relaties - Herhalende gebeurtenissen. Digitale prentenboeken Bij Kaleidoscoop worden geen aanwijzingen gegeven voor het werken met digitale prentenboeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De rol van de Bibliotheek wordt niet benoemd in Kaleidoscoop, maar wel binnen de Taallijn, waar de aanvulling Interactief met boeken op gebaseerd is. Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid is onderdeel van Kaleidoscoop, maar niet specifiek ten aanzien van voorlezen. > Startblokken Startblokken van Basisontwikkeling is een pedagogisch werkplan om de ontwikkeling van baby s, peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Basisontwikkeling, het werkplan voor de onderbouw van de basisschool, bestaat al sinds In 2001 is Startblokken, als werkplan voor pedagogisch medewerkers en leerkrachten van peuters en jonge kleuters, verschenen. In 2007 is dit werkplan uitgebreid voor medewerkers van de kinderopvang ( Startblokken van Basisontwikkeling gaat uit van ontwikkelingsgericht onderwijs. Via betekenisvolle activiteiten kunnen kinderen groeien, zich ontwikkelen en leren. De ontwikkeling gaat niet vanzelf; volwassenen zijn er opzettelijk op uit om kinderen verder te helpen bij hun ontwikkeling (Janssen-Vos & Pompert 2001). Startblokken bevat praktijkvoorstellen om de jongste kinderen te ondersteunen en te stimuleren zodat hun kansen op schoolsucces zullen toenemen. De accenten liggen op voorwaarden voor een optimale ontwikkeling (veiligheid en geborgenheid, zelfvertrouwen), op sociale en communicatieve competenties, op taalontwikkeling, beginnende geletterdheid en het leren van Nederlands als tweede taal. De spelactiviteit is daarin het belangrijkste ontwikkelingsinstrument. Veel aandacht gaat dan ook uit naar spelactiviteiten: bewegingsspel, manipulerend spel, rollenspel en constructief spel, en naar 93

94 activiteiten met verhalen, boeken en teksten. Thema s of gemeenschappelijke onderwerpen zorgen voor samenhang (Janssen-Vos & Pompert), waarbij nadrukkelijk doelgericht en beredeneerd gewerkt wordt. De basisdoelen van Startblokken van Basisontwikkeling zijn erop gericht een kind een sterke emotionele basis te geven om te kunnen groeien en leren. Kinderen moeten zich prettig voelen in de groep. Ze moeten plezier hebben in gezamenlijke activiteiten. Ze zijn nieuwsgierig naar wat de omgeving te bieden heeft. Ze bouwen vertrouwen op, zijn actief en nemen zelf initiatieven. Wanneer deze doelen zijn bereikt, kan gewerkt worden aan de doelen die samenvallen met de sociale ontwikkeling, de communicatieve ontwikkeling en de taalontwikkeling. Doelen van de taalontwikkeling zijn: Kinderen gaan de (Nederlandse) taal steeds beter begrijpen en geven blijk van een groeiend taalbegrip. Ze gaan in betekenisvolle activiteiten de Nederlandse taal zelf actiever gebruiken. Ze beschikken over steeds meer begrippen en woordbetekenissen. Ze raken geïnteresseerd in verhalen in prentenboeken en in de betekenis van gedrukte taal en beeldverhalen. Ze bouwen belangstelling op voor geschreven en gedrukte taal in de omgeving. Ze gaan middelen gebruiken om op meerdere manieren met taal te communiceren. Ze gaan steeds meer vertellen over eigen ervaringen en gebeurtenissen. Ze breiden hun vertellingen uit en bouwen deze op als verhaal. Voorleesbeleid Als doel van voorlezen wordt onder andere het ontdekken van het verschil tussen spreektaal en boekentaal genoemd. Voorlezen is expliciet benoemd als belangrijk instrument voor de taalontwikkeling. Taal en denken zijn verbonden aan de spelhandelingen van de kinderen en dat spel gaat altijd ergens over. Objecten, mensen of situaties en gebeurtenissen. Daarover wordt gesproken en later getekend en geschreven en natuurlijk gelezen. In elk thema vormt een prentenboek de rode draad. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen Interactief lezen wordt zowel in de grote als de kleine groep gedaan. Interactief voorlezen bestaat uit drie fasen: voor het lezen (oriëntatie op het boek, wat weten de kinderen al?, voorspellen waar het verhaal over gaat), tijdens het lezen (voorlezen met kleine tussenstops voor vragen stellen over het verhaal en kleine stukjes uitleg bij bijvoorbeeld woorden) en na het lezen. Frequentie van voorlezen Er wordt dagelijks meerdere keren voorgelezen. Het verhaal uit het centrale prentenboek wordt nagespeeld op de verteltafel. Leesomgeving Een boekenhoek is vast onderdeel van een groep. De boeken zijn goed zichtbaar uitgestald. Het zijn er niet teveel. Kinderen moeten boeken kunnen herkennen zodat ze hun favorieten krijgen. In de boekenhoek zitten hoekbewoners die <

95 je kunt voorlezen (zoals een grote beer). In de boekenhoek kunnen ook boeken beluisterd worden met cassettebandjes of cd s. Daarnaast is een verteltafel aanwezig, waar de kinderen eerst onder begeleiding, daarna zonder begeleiding het verhaal na kunnen spelen. Boekvoorraad Er wordt niet expliciet benoemd hoeveel boeken er in een kinderdagverblijf aanwezig zouden moeten zijn. Keuze van boeken De boeken in de boekenhoek zijn gevarieerd: (klassieke) prentenboeken, informatieve boeken, boeken met versjes en liedjes, boeken over het thema etc. De Activiteit zorgt er door het hele jaar heen voor dat er boekenlijsten beschikbaar zijn rond thema s, bij het Voorleesontbijt, Kinderboekenweek, sint en kerst. Meestal ook voorzien van ideeën en suggesties. In 2013 verscheen bij De Activiteit het eerste deeltje van de prentenboekserie Kasper. Bij deze prentenboeken wordt een digitaal woordenschatprogramma ontwikkeld. Alle zeven Kasper-titels komen op deze manier beschikbaar (kleermaker, fietsenmaker, werkplaats, bakker, schilder, timmerman, tuinman). Deze boeken zijn uitermate geschikt om juist bij Startblokken van Basisontwikkeling in te zetten omdat interessante wereldkennis in een verhalende structuur wordt aangeboden. Digitale prentenboeken De rol van digitale prentenboeken wordt in Startblokken niet beschreven. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De rol van de Bibliotheek wordt in Startblokken niet genoemd. Ouderbetrokkenheid Binnen ontwikkelingsgericht onderwijs worden ouders en pedagogisch medewerkers als bond genoten gezien. Er zijn activiteiten om ouders te betrekken zoals koffieochtenden en ouders mee laten doen in de groep. Voorlezen wordt niet apart genoemd als activiteit die wordt ingezet om te werken aan de ouderbetrokkenheid. > Peuterplein Peuters zijn enorm nieuwsgierig. Zeker in de leeftijd van 2 tot 4 jaar gaan ze de wereld om hen heen ontdekken. Peuterplein wil inspelen op die nieuwsgierigheid en heeft ruim 130 activiteiten op verschillende ontwikkelingsgebieden. Met Peuterplein leren de kinderen spelenderwijs. Peuterplein bestaat uit een pakket materialen en activiteiten voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, bedoeld voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Beoogd wordt de ontwikkelingsgebieden taal, voorbereidend rekenen, bewegen, fijne motoriek, muziek en sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Het materiaal is opgezet rondom acht thema s: lente; water; herfst; je lichaam; zomer; huisdieren; winter; familie. Een thema biedt voldoende stof voor drie tot vier weken. De thema s kunnen in willekeurige volgorde behandeld worden. Elk thema biedt zestien losse activiteiten die vijf tot dertig minuten duren. Voor elke activiteit wordt aangegeven welk ontwikkelingsgebied aan bod komt, hoe lang de activiteit duurt en het aantal kinderen dat mee kan doen (vier à vijf of maximaal vijftien kinderen). 95

96 Door alle thema s en activiteiten heen wordt aan vier sociaal-emotionele gebieden gewerkt: zelfkennis, zelfvertrouwen, rekening houden met anderen en samen spelen en werken. Het pakket bestaat uit een themamap, een schootboek, vier prentenboeken, de handpop Raai de Kraai, een liedjes-cd en een werkboekje Ik ga naar de basisschool. Elk thema heeft een eigen katern in de themamap, eigen verhaalmateriaal in de vorm van een prentenboek of een verhaalplaat in het schootboek, en een eigen themaliedje op de audio-cd. Voorleesbeleid Er worden geen expliciete doelen genoemd op het gebied van voorlezen. Voorlezen is een van de activiteiten die ingezet worden om doelen op gebied van taalontwikkeling te bereiken. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen Elk thema heeft een verhaallijn in een prentenboek of schootboek. De verwerking wordt op twee niveaus gegeven. Interactief voorlezen is een van de activiteiten uit elk thema. Daarbij wordt binnen de beschrijving van de activiteit advies gegeven voor een stapje naar beneden en een stapje naar boven. Ook wordt het werken met een verteltas (een tas met attributen voor interactief voorlezen) genoemd als optie. Binnen Peuterplein wordt gewerkt met de handpop Raai de Kraai. Frequentie van voorlezen Elk thema heeft een verhaallijn. En bij elk thema hoort een prentenboek of schootboek. Leesomgeving In Peuterplein is aangegeven dat er een boekenrekje kan worden ingericht en worden titels genoemd die bij een thema in dat boekenrekje kunnen staan. Ook wordt er geadviseerd in de leeshoek een fotomuur te maken bij het thema en te werken met een thematafel. Boekvoorraad (+ budget) Er worden in Peuterplein geen aanwijzingen gegeven over de omvang van de boekvoorraad, naast de vaste boeken van Peuterplein. Keuze van boeken Peuterplein geeft geen aanwijzingen voor het kiezen van geschikte prentenboeken, naast de vaste boeken van Peuterplein. Digitale prentenboeken Peuterplein geeft geen aanwijzingen voor het werken met digitale prentenboeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) De rol van de Bibliotheek wordt in Peuterplein niet genoemd. Ouderbetrokkenheid Er zijn kopieerbare ouderbrieven, maar niet expliciet gericht op lezen <

97 5.7 Ben ik in Beeld Ben ik in Beeld is een compleet programma voor de VVE en sluit aan op de Wet OKE. Het programma is gericht op het versterken van de competenties van de pedagogisch medewerkers en de ontwikkeling van het kind. Binnen Ben ik in Beeld wordt gewerkt met videobegeleiding. Voor het volgen van de ontwikkeling van de kinderen wordt gebruikgemaakt van de observatiemethode Kijk. Voorleesbeleid Interactief voorlezen is een belangrijk onderdeel binnen Ben ik in Beeld. Er wordt gewerkt met een voorleescyclus en een vertelkoffer. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen In Ben ik in Beeld nemen prentenboeken een belangrijke plaats in. Bij elk thema stelt de pedagogisch medewerker een vertelkoffer samen, wordt voorgelezen in een voorleescyclus en komen activiteiten voorbij die met de vertelkoffer te maken hebben. Er zijn veel redenen waarom (voor)lezen zo belangrijk is. Voorlezen helpt bij het creëren van betrokkenheid. Kinderen raken enorm geboeid door prentenboeken, vooral als je gebruikmaakt van een vertelkoffer en interactief voorleest. Ze kunnen niet genoeg krijgen van bepaalde boeken en willen hetzelfde boekje graag vaak horen en zien. Kinderen komen in aanraking met een sterke verhaallijn. Een goed prenten - boek bevat een heldere verhaallijn, met een begin, midden en eind. De prenten ondersteunen de verhaallijn duidelijk: op de illustraties is te zien wat er geschreven staat. Kinderen kunnen zich de geschreven taal eigen maken en ontwikkelen verhaalbegrip. Na een tijdje kunnen ze het verhaal voorspellen of zelf lezen. Voorlezen is betekenisvol. Uit het prentenboek halen pedagogisch medewerkers een thema, van waaruit zij verschillende betekenisvolle spel - activiteiten met kinderen kunnen doen. Lezen is plezierig. Kinderen komen in aanraking met boeken en beleven plezier aan het voorgelezen worden. Dit stimuleert het zelf willen lezen. Dit kan later een positieve invloed hebben op het leesplezier. Voorlezen is interactief. Als er veel verbale interactie is tussen de voorlezer en het kind, en je het kind uitdaagt om mee te praten en te denken, leren ze meer dan wanneer ze alleen mogen luisteren en niets kunnen zeggen. Het is een voorbereiding op de basisschool. Herhaald en interactief voorlezen heeft een gunstige invloed op het leren lezen en begrijpend lezen in groep 3 en 4 van de basisschool. Het vergroot de woordenschat. Kinderen leren woorden beter als ze binnen een thematisch netwerk worden aangeboden, als woorden onderling in verband staan. Woorden die met elkaar te maken hebben worden makkelijker in onze hersenen opgeslagen. > 20 Alles bij elkaar vormt het lezen een gezellig, leerzaam en onmisbaar element op een dag in het kinderdagverblijf. Ben ik in Beeld biedt handvatten om het voorlezen systematisch en duidelijk in de praktijk te brengen. Het voorlezen vindt plaats in de kleine kring. 97

98 Frequentie van voorlezen Dagelijks. Leesomgeving Er wordt gewerkt met een vertelkoffer per thema. Als extra faciliteit is er een vertelkast beschikbaar. Boekvoorraad (+ budget) Er worden geen aanwijzingen gegeven voor de omvang van de boekenvoorraad. Keuze van boeken Bij het programma worden prentenboeken binnen de thema s aangedragen. Digitale prentenboeken Er worden geen aanwijzingen gegeven voor het omgaan met digitale prentenboeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) Er wordt niet expliciet verwezen naar de Bibliotheek, maar wel naar bruikbare websites: VoorleesExpress, de Verteltas, Voorleesplein (meertalige boeken), tijdschift Entoenentoen. Ouderbetrokkenheid Ben ik in Beeld gaat ervan uit dat de ouders de belangrijke opvoeders zijn van het kind. Een regelmatige uitwisseling tussen pedagogisch medewerkers en de ouders is daarom van groot belang. Ben ik in Beeld geeft aanknopingspunten voor het onderhouden van een goede relatie met de ouders en het verdiepen van de ontwikkelingsgebieden uit de methode. Hiertoe is het Bronnenboek ouderbetrokkenheid ontwikkeld. 5.8 Doe meer met Bas Doe meer met Bas is een VVE-programma rond de prentenboeken van Bas. Het programma is onderdeel van een totaalpakket van 2,5 tot 12 jaar voor school en thuis. Doe meer met Bas is voor de leeftijdsgroep 2,5 tot 6 jaar en gaat uit van een gemiddelde tijdsinvestering van vier dagdelen in de week. De prentenboeken van Bas vormen de basis van het programma en gaan over alledaagse gebeurtenissen dichtbij huis. Doe meer met Bas bestaat uit acht thema s, waarvan de eerste vier vooral toegespitst zijn op peuters. Voorleesbeleid De verhaallijn in de prentenboeken van Bas vormen de basis om te werken aan de taalontwikkeling van kinderen. Doe meer met Bas werkt vanuit doelen voor taal en rekenen, waar verhaalbegrip en boekoriëntatie deel van uitmaken. Voorleescoördinator - Interactief voorlezen In elk thema wordt (interactief) voorgelezen. Het taaldoel Boekoriëntatie staat in thema 8 centraal, dat thema gaat over de Bibliotheek. Dit thema is meer toegespitst op kleuters dan op peuters. Het taaldoel Verhaalbegrip staat <

99 centraal in thema 2 t/m 7. In de handleiding is een aparte paragraaf gewijd aan de manier waarop je interactief voorlezen aan peuters en kleuters vorm kunt geven. Er is geen aandacht voor voorlezen aan baby s, Doe meer met Bas begint op de peuterleeftijd. Frequentie van voorlezen Per thema staat een prentenboek centraal en hoort er nog een ander prentenboek bij. Daarnaast wordt met versjes en liedjes gewerkt. Leesomgeving Er wordt in een aantal thema s gewerkt met een verteltafel. Het werken met de verteltafel wordt in de handleiding toegelicht, waarbij er ook een checklist wordt gegeven om de ontwikkeling van de kinderen te volgen bij het werken met de verteltafel. Er is een apart hoofdstuk rond de inrichting van het speellokaal, waarbinnen een lees- en luisterhoek als onmisbaar onderdeel van de inrichting apart omschreven wordt. De inrichting van de leeshoek is omschreven als een rustige, knusse plek met een bank, kussens, leesstoel. Daarnaast worden tips gegeven als het werken met een boekenmuur, verteltafel en een plek voor eigen boeken. Aparte aandacht binnen dit hoofdstuk is er voor een luistergedeelte in de leeshoek, waar de kinderen ook zelfstandig naar liedjes en verhalen kunnen luisteren. Boekvoorraad (+ budget) In de leeshoek moet een collectie aantrekkelijke boeken staan, die er ook goed verzorgd uitziet. Naast prentenboeken moeten er informatieve boeken staan, verder kan er ook een krant of tijdschrift liggen. Het boek dat centraal staat in het thema moet ook in de leeshoek staan. Voor het kiezen van boeken wordt verwezen naar de criterialijst. De boeken uit de methode worden genoemd (totaal zestien prentenboeken). Bij elk thema hoort een ander bestaand prentenboek. Er worden geen aanwijzingen gegeven voor de omvang van de boekenvoorraad op de groep. Keuze van boeken De boeken van Bas (Dagmar Stam) groeien met het kind mee en gaan over het leven van alledag. Er zijn prentenboeken met themaplaten en woordenschatwoorden, en prentenboeken met verhaal op rijm. In de meeste thema s wordt ook nog een ander prentenboek gebruikt (bijvoorbeeld De trein van muis, Lucy Cousins en nijntje op de fiets, Dick Bruna). In het thema waarin Boekoriëntatie centraal staat, wordt expliciet aandacht besteed aan andere soorten boeken. Er is een lijst met criteria voor het kiezen van een geschikt prentenboek opgenomen. Deze criterialijst is afkomstig uit detaallijn. Digitale prentenboeken Bij de inrichting van het speellokaal wordt het inrichten van een computerhoek beschreven. Het maken van een digitaal prentenboek (met behulp van foto s van tekeningen van kinderen) wordt als voorbeeld genoemd voor een activiteit met de computer. Er worden geen verdere aanwijzingen gegeven voor het inzetten van digitale prentenboeken, hoewel het programma voor de oudere kinderen (vanaf 6 jaar) wel digitale mogelijkheden bevat (cd-roms en een digibordtoepassing). Wel wordt verwezen naar schoolbegeleidingsdiensten en het SLO voor het leren maken van digitale prentenboeken en > 22 99

100 wordt in de theoretische achtergrond verwezen naar de Bibliotheek om digitale prentenboeken te zoeken. Rol van de Bibliotheek (en andere instellingen) Het laatste thema uit Doe meer met Bas heet Met Bas naar de Bibliotheek. Er wordt gewerkt met een praatplaat en de kinderen gaan ook naar de Bibliotheek. In dit thema wordt geadviseerd het belang van bibliotheek - bezoek ook aan de ouders over te dragen. in het hoofdstuk theoretische achtergrond wordt naar de Bibliotheek verwezen voor het zoeken naar digitale prentenboeken. Ouderbetrokkenheid Er zijn aparte prentenboeken met een korte handleiding voor ouders voor het voorlezen thuis <

101 Bijlage 9 Reader training bibliotheekmedewerkers Verplicht Voorlezen gaat zó, Margriet Chorus en Irma van Welzen (2014) Meer voorlezen, beter in taal (te downloaden via publicaties) Meer lezen, beter in taal (te downloaden via publicaties) Curriculum voor de allerjongsten, L. Kleerekoper. Het jonge kind, oktober 2008 Goed voorbeeld doet goed volgen, Bibliotheekblad, nummer 3, 2011 Verder lezen Levende boeken: zo werkt dat! Praktische suggesties voor het werken met Levende Boeken op school en thuis, Kees Broekhof & Hans Cohen de Lara (te downloaden via Wat weten we over ICT en taalontwikkeling van jonge kinderen, Adriana Bus. Kennisnet, Zoetermeer, september 2009 De computer leest voor. Een kansrijke vernieuwing in kleuterklassen, Daisy J.H. Smeets en Adriana G. Bus. Stichting Lezen reeks 14, 2011 BoekStart. Een strategisch verhaal, Julienne van den Heuvel (te downloaden via Handboek Interactief Voorlezen, Cito/Delubas (te downloaden via Hoofdstuk 5.3 Interactief voorlezen van prentenboeken en hoofdstuk 5.4 Peuters en ICT In: Peuters Interactief met Taal, Judith Stoep en Willy van Elsäcker. De Taallijn VVE: Taalstimulering voor jonge kinderen. Expertisecentrum Nederlands en Sardes, 2005 Spelend leren. Digitale media 2-4 jaar. SIOB, Stichting Kennisnet / Mijn Kind Online, 2014 (te bestellen via de BoekStart-bestellijst 101

102 102

103 Bijlage 10 Hand-out PowerPoint bibliotheekmedewerkers 103

104 104

105 105

106 106

107 Bijlage 11 Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang In het voorleesplan moet zichtbaar zijn dat de instelling gericht werkt aan de 7 basisvoorwaarden: 1. Er is een voorleescoördinator 2. Er is een geoormerkt jaarlijks budget voor boeken en leesbevorderingsactiviteiten 3. Er is een actuele, gevarieerde boekencollectie 4. Er is een goede samenwerking met de openbare bibliotheek 5. Voorlezen (minimaal 15 minuten per dag; liefst in kleine groepjes) en vrij lezen (zelf boekjes pakken en bekijken) zijn dagelijks ingeroosterd 6. Ouders worden actief betrokken bij lezen 7. Het voorleesbeleid wordt tussentijds geëvalueerd en bijgesteld Een plan werkt het beste als het zo SMARTI mogelijk is geformuleerd en afgesproken met de leidinggevende, dat wil zeggen: Specifiek (bijvoorbeeld niet alleen maar: we werken aan ouderbetrokkenheid, maar welke concrete plannen zijn er gemaakt om daaraan te werken); ook specifiek gericht op de instelling, passend bij het pedagogisch beleid en de eigenheid van de instelling Meetbaar (bijvoorbeeld: we lezen elke dag 15 minuten voor is meetbaar) Acceptabel (bijvoorbeeld: we hebben geen babyboekjes en die schaffen we ook niet aan, we hebben toch geen tijd om met de baby s te lezen ; is niet acceptabel en botst met de opvattingen van BoekStart) Realistisch (het past bijvoorbeeld binnen het budget; het past binnen de werktijden van de medewerkers; het past binnen het dagritme van de instelling) Tijdsgebonden (er zijn data afgesproken waarop afspraken zijn uitgevoerd, er zijn data afgesproken voor activiteiten) Inspirerend: het plan enthousiasmeert en laat het belang van het voorlezen voor de eigen instelling goed zien 107

108 In het voorleesplan moet zichtbaar zijn dat de instelling gericht werkt aan de 7 basisvoorwaarden: Dit is op de volgende manier wel/niet zichtbaar in het plan; tips 1. Er is een voorleescoördinator 2. Er is een geoormerkt jaarlijks budget voor boeken en leesbevorderingsactiviteiten 3. Er is een actuele, gevarieerde boekencollectie 4. Er is een goede samenwerking met de openbare bibliotheek 5. Voorlezen (minimaal 15 minuten per dag; liefst in kleine groepjes) en vrij lezen (zelf boekjes pakken en bekijken) zijn dagelijks ingeroosterd 6. Ouders worden actief betrokken bij lezen 7. Het voorleesbeleid wordt tussentijds geëvalueerd en bijgesteld (hierbij wordt het Evaluatie-instrument gebruikt) 108

109 Een plan werkt het beste als het zo SMARTI mogelijk is geformuleerd en afgesproken met de leidinggevende, dat wil zeggen: Specifiek bijvoorbeeld niet alleen maar: we werken aan ouderbetrokkenheid, maar welke concrete plannen zijn er gemaakt om daaraan te werken); ook specifiek gericht op de instelling, passend bij het pedagogisch beleid en de eigenheid van de instelling Meetbaar bijvoorbeeld: we lezen elke dag 15 minuten voor is meetbaar Acceptabel bijvoorbeeld: we hebben geen babyboekjes en die schaffen we ook niet aan, we hebben toch geen tijd om met de baby s te lezen is niet acceptabel en botst met de opvattingen van BoekStart) Realistisch het past bijvoorbeeld binnen het budget; het past binnen de werktijden van de medewerkers; het past binnen het dagritme van de instelling Tijdsgebonden er zijn data afgesproken waarop afspraken zijn uitgevoerd, er zijn data afgesproken voor activiteiten Inspirerend het plan enthousiasmeert en laat het belang van het voorlezen voor de eigen instelling goed zien 109

110 110

111 Bijlage 12 Foto s van de leesomgeving 111

112 112

113 113

114 114

115 115

116 116

117 Bijlage 13 Handige links Materialen voor de training, te gebruiken door bibliotheken: Jong geleerd is oud gedaan met BoekStart (2010): Kunst van lezen, BoekStart, Gilze-Rijen: moeder met baby aan het woord (12 maart 2010): Cursus Voorleescoördinator in de Kinderopvang, BoekStart, Kapelle (3 mei 2012): Filmpje over BoekStart in de kinderopvang, en wat het opzetten van een voorleesbeleid betekent voor Kinderdagverblijf Dikkie Dik in s-hertogenbosch (maart 2012). Het filmpje mag gebruikt worden tijdens de training, maar niet op een openbare website worden geplaatst. Het filmpje is te vinden op de Cubiss Vimeo account (Wachtwoord: bskoevaluatiedenbosch) Tips om boekjes te lezen met je kind. Verkorte versie BoekStart-film (april 2014): Voorlezen met BoekStart, met Marijke Bos, Marianne Mondeel (Openbare Bibliotheek Amsterdam): leuk voor toelichting op leeftijden en boekjes (15 april 2013): Uitleg over hoe BoekStart werkt door leesconsulenten ( s-hertogenbosch, 30 maart 2015): BoekStart, succesvol samenspel tussen bibliotheek en gemeenten in het hele land (vanaf 2:46 specifiek over kinderopvang): Mama s wereld, Apeldoorn bibliotheek Coda (3 mei 2016): Kort promotiefilmpje, gedeeld op Facebook door BoekStart (september 2016): 117

118 Filmpje over de werking van de Kamishibai en tips voor gebruik: Filmpje waarin het verhaal Boer Boris gaat naar zee met de Kamishibai wordt verteld: Filmpje van de Stichting Lezen en Schrijven over laaggeletterdheid Het verhaal van Lisa: Baby view IPad: youtube.com/watch?v=ljr4annhctg Leeshoeken/leesplekken:

119 Bijlage 14 Opdrachten bij Voorlezen gaat zó Huiswerkopdracht voor bijeenkomst 2 1. Lees hoofdstuk 1 uit Voorlezen gaat zó. Waar en hoe zou je je basiscollectie willen aanvullen? Geef dit aan in de Vragenlijst Voorleesbeleid van de eigen instelling. Vragenlijst Voorleesbeleid van de eigen instelling Interactief voorlezen 1. Hoe vaak wordt er voorgelezen op de groepen? 2. Zijn er pedagogisch medewerkers opgeleid in interactief voorlezen? Zo ja, hoeveel mensen? Boekencollectie 3. Is er een ruime boekencollectie? 4. Wat zou je willen verbeteren aan de boekencollectie (zie verder uitwerking bij opdracht 6.) 5. Is daar budget voor? 6. Wordt er gebruik gemaakt van digitale prentenboeken? Zo ja, op welke manier? De leesomgeving 7. Is er op de groepen een leeshoek ingericht? 8. Kunnen de kinderen zelf boeken pakken? 2. Aanvulling basiscollectie Als voorleescoördinator ga je een gevarieerde startcollectie samenstellen voor jullie vestiging. Ga naar Je vindt per leeftijdsgroep tientallen boeken met een beschrijving. Denk aan de kinderen in je groep of vestiging. Kies een of meer van de volgende categorieën die je binnen de collectie wilt verbeteren en maak de opdrachten naar keuze. 119

120 A. Klik op Baby. a. Lees van minimaal vijf boeken de beschrijving goed door. b. Kies minimaal twee boeken, noteer de titels. Waarom heb je deze boeken gekozen? B. Klik nu op Dreumes. a. Lees van minimaal vijf boeken de beschrijving. b. Kies minimaal twee boeken, noteer de titels. Waarom heb je deze boeken gekozen? c. Kies een boek met een echt verhaaltje. C. Klik nu op Peuter. a. Lees weer van minimaal vijf boeken de beschrijving. b. Kies minimaal twee boeken, noteer de titels. Waarom heb je deze boeken gekozen? c. Kies voor de oudste peuters ook nog twee kleuterboeken (4-6 jaar) met een echte plot (een probleem en een ontknoping). d. Kies minimaal één informatief boek. Bijvoorbeeld door op leesplein.nl > 0-4 jaar boeken te kiezen over een thema, bijvoorbeeld: cijfers en tellen. D. Zoek ook voor iedere groep in jouw vestiging minimaal één boek met liedjes, rijmpjes of versjes. Hoe zou je zo n boek kunnen inzetten? (Zie: Huiswerkopdracht voor bijeenkomst 3 1. Lees Voorlezen gaat zó, hoofdstuk 2: Leesomgeving en hoofdstuk 6 Voorlezen in het pedagogisch beleidsplan. A. Noteer welke aandachtspunten uit de hoofdstukken je van belang vindt voor je eigen instelling. Aandachtspunt(en) uit hoofdstuk 2: Leesomgeving : Aandachtspunt(en) uit hoofdstuk 6: Voorlezen in het pedagogisch beleidsplan : B. Verwerk deze aandachtspunten in het voorleesplan. 120

121 Bijlage 15 Opdrachten voor hbo ers Leesopdracht vooraf Lees de brochure Meer voorlezen, beter in taal. De invloed van voorlezen op de taalontwikkeling van kinderen. 1. Welke effecten van voorlezen herken je? 2. Zie je verschil in taalontwikkeling bij kinderen van ouders die veel of weinig voorlezen? 3. Welke adviezen zou je ouders willen geven? Te downloaden: beter_in_taal_okt2014.pdf Opdracht bij bijeenkomst 2 (werken aan het voorleesplan) 1. Met welk programma werken jullie? 2. Zoek dit programma op in het rapport Relatie tussen BoekStart en programma s voor kinderopvang/voorscholen (feb. 2014). In dit rapport wordt elk programma kort beschreven en wordt aangegeven hoe BoekStart ingepast kan worden in het programma. 3. Lees de beschrijving van jullie programma en noteer wat dit betekent voor je voorleesbeleid? Welk uitgangspunten passen goed bij BoekStart? Welke aanvullingen zijn nodig en waar moet je extra accenten leggen? Neem je antwoorden bij 3 op in het voorleesplan. Opdracht bij het maken van het voorleesplan (bij huiswerk voor bijeenkomst 3) Maak een start voor het voorleesplan voor je eigen instelling. Zorg dat je voorleesplan voldoet aan de Richtlijnen voor het beoordelen van een (concept) voorleesplan BoekStart in de kinderopvang. 121

122 122

123 Bijlage 16 Draaiboek workshop voor managers/ leidinggevenden van kinderdagverblijven BoekStart in de kinderopvang 123

124 Inhoudsopgave DIT GAAN WE INDELEN ALS ER EEN DEFINITIEF IS Doelstelling 00 Verdeling van de taken 00 To do / dagplanning / agenda 00 Bijlagen 1 Save the date -mail 00 2 Mail agenda 00 3 Deelnemerslijst

125 Doelstelling De managers van de kinderdagverblijven handvatten geven zodat zij hun voorleescoördinator kunnen ondersteunen op de volgende punten: Voorleesplan Vraag: wat hebben jullie nodig? Budget (eerste collectie en meubels) Vervolg op deze training Inrichting leesklimaat/leesomgeving Borging: Communicatie Evaluatie(een jaar na het opstellen Profileren van het voorleesplan invullen van het Op de agenda zetten Evaluatie-instrument van leesplan.nl: Interpreteren van de monitorgegevens ( In kaart brengen van de benodigde Draagvlak bij de medewerkers vaardigheden van de pedagogisch Wat hebben jullie nog nodig? medewerkers - Netwerkbijeenkomst 1 à 2 keer per jaar Foto s Training Interactief voorlezen Verdeling van de taken (naam toevoegen aan elke taak) Voorleesplan Budget (eerste collectie en meubels) Inrichting leesklimaat/ omgeving Foto s Communicatie en profileren Monitor 4 april open In kaart brengen van de benodigde vaardigheden van de pedagogisch medewerkers: is dit nodig? Training Interactief voorlezen : inhoudelijk / logistiek Vervolg op deze training: Borging Evaluatie Draagvlak bij de medewerkers Vraag: wat hebben jullie nodig? Netwerkbijeenkomst 1 à 2 keer per jaar Laatste kwartier afspraken maken over training Interactief voorlezen en bezoeken van de leesomgeving met de managers. 125

126 Organisatie en stappenplan workshop Datum prikken Zaal reserveren (laptop, beamer, post-its, markers) Save the date -mail, zie voorbeeld (bijlage) Uitwerking bijeenkomst Officiële uitnodiging plus agenda Herinneringsmail managers, zie bijlage Aankleding To do / dagplanning / agenda To do Voorafgaand aan de workshop Deelnemerslijst managers Klaarzetten materialen Controle van de apparatuur Tijdens de workshop / agenda Kennismaking Verwachtingen Doelen workshop Agenda Korte samenvatting training Voorleescoördinator Voorleesplan Draagvlak Kijkwijzer Opmerking Evaluatie Opvolging? Na de workshop Bellen beheer Secretariaat Materialen opruimen Laptop Alleen op 8ste deur laten afsluiten i.v.m. apparatuur en diefstal 126

127 BIJLAGEN Bijlage 1: Save the date -mail Managersbijeenkomst BoekStart in de kinderopvang Goedemorgen, Op verzoek van vele managers organiseert de Openbare Bibliotheek Amsterdam een bijeenkomst over BoekStart in de kinderopvang. Diverse managers willen graag weten op welke wijze zij hun voorleescoördinator kunnen ondersteunen bij het implementeren van BoekStart in de kinderopvang. Deze betrokkenheid kunnen wij alleen maar toejuichen en daarom hebben we besloten om in deze behoefte te voorzien door een workshop voor de managers te organiseren. Praktische informatie: Datum: Tijd: Locatie: Meer informatie over de inhoud volgt. Met vriendelijke groet, Het BoekStart-team Bijlage: BoekStart in de kinderopvang, Beleidsdocument voor directie en MT Kinderopvang (Vindplaats: 127

128 Bijlage 2: Mail agenda: Managersbijeenkomst BoekStart in de kinderopvang Beste, Ontzettend leuk dat zoveel managers zich hebben aangemeld en zelfs vervanging hebben geregeld voor de managersbijeenkomst. Tijdens deze workshop komen de volgende onderwerpen aan bod: Leesplan Budget (eerste collectie en meubels) Inrichting leesklimaat/ leesomgeving Foto s Communicatie en hoe te profileren Monitor (digitale vragenlijst) Benodigde vaardigheden van de pedagogisch medewerkers Training Voorleescoördinator en Interactief voorlezen Vervolg op deze training Borging: Evaluatie Draagvlak bij de medewerkers Vraag: wat hebben jullie nodig? Netwerkbijeenkomst 1 à 2 keer per jaar Afstemmen en indien mogelijk afspraken inplannen voor interactief voorleestraining en leesomgeving en projectbegeleiding. Afspraken inplannen met de trainers Aankomende tijd zijn de voorleescoördinatoren druk bezig met het voorleesplan en/of het implementeren en het verbeteren van de leesomgeving. Hierbij behoren ook de Interactief voorleestraining en projectbegeleiding van 10 uur. De trainingen en begeleiding worden verzorgd door [naam trainers]. Praktische informatie: [Datum: Tijd: Locatie:] Tot volgende week, Het BoekStart-team 128

129 Bijlage 3: Deelnemerslijst: Managersbijeenkomst BoekStart in de kinderopvang KDV Naam manager Contactgegevens 129

130 130

131 Bijlage 17 Factsheet training Voorleescoördinator in de kinderopvang en Digidreumes BoekStart Voorleescoördinator in de Kinderopvang Trainers: bibliotheekmedewerkers Doelgroep: pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang De training is bedoeld voor 1 of 2 pedagogisch medewerkers per instelling/locatie Duur van de training: 3 x 3 uur; jaarlijkse netwerkbijeenkomst Materiaal: Reader Voorleescoördinator BoekStart en boek Voorlezen gaat zó (M. Chorus en I. van Velzen, 2014) Doel: deelnemers zijn na de training opgeleid tot voorleescoördinator in de kinderopvang. Achterliggend idee: De voorleescoördinator legt in het voorleesplan van de instelling het voorleesbeleid van de instelling vast. Dat gebeurt in samenwerking met de leidinggevende. Het voorleesplan omvat in ieder geval de 7 basisvoorwaarden van BoekStart in de Kinderopvang: 1. Er is een voorleescoördinator 2. Er is een geoormerkt jaarlijks budget voor boeken en leesbevorderingsactiviteiten 3. Er is een actuele, gevarieerde boekencollecties 4. Er is een goede samenwerking met de openbare bibliotheek Digidreumes Trainers: bibliotheekmedewerkers en trainers uit de educatieve infrastructuur Doelgroep: pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang De training is bedoeld voor het hele team. In september 2016 wordt de doelgroep uitgebreid met buitenschoolse opvang en onderbouw primair onderwijs. Inspiratiebijeenkomst voor hele organisatie, basistraining van 3 uur voor pedagogisch medewerking, masterclass voor interne coördinatoren. eenmalige coaching op de werkvloer Materiaal: Boek Speel Digiwijs! (2013) en inlogcode (portal) Doel: pedagogisch medewerkers informeren over het belang van mediaopvoeding en inspireren om zelf bewust media in te zetten bij het werken met jonge kinderen. Achterliggend idee: De training Digidreumes wil de kinderopvang stimuleren om zelf bewust mediabeleid te hanteren. De training leert de pedagogisch medewerkers hoe zij media bewust en activerend in kunnen zetten ten behoeve van de ontwikkeling van jonge kinderen. De bedoeling hiervan is media versterkend in te zetten in de kinderopvang. 131

132 5. Voorlezen (minimaal 15 minuten per dag; liefst in kleine groepjes) en vrij lezen (zelf boekjes pakken en bekijken) zijn dagelijks ingeroosterd 6. Ouders worden actief betroken bij lezen 7. Het voorleesbeleid wordt tussentijds (in ieder geval jaarlijks) geëvalueerd en bijgesteld (hierbij wordt het Evaluatieinstrument gebruikt) Raakvlakken tussen de trainingen Beide trainingen beogen beleid te ontwikkelen binnen de instelling: voorleesbeleid c.q. mediabeleid. Met het oog op een structurele en weloverwogen inzet van voorlezen c.q. media in de kinderopvanginstelling, ten behoeve van de ontwikkeling van het jonge kind. Beide trainingen beogen de instellingen handreikingen te geven om te werken aan ouderbetrokkenheid (informeren en inspireren). In de training Voorleescoördinator is dit uitgewerkt in bijeenkomst 3 (45 minuten), in de training Digidreumes in bijeenkomst 2 (15 minuten). Beide trainingen besteden aandacht aan de interactievaardigheden voor de kinderopvang. De training Voorleescoördinator informeert de trainers hierover. De interactievaardigheden zijn voor de pedagogisch medewerkers aan de orde binnen het onderdeel van de training waar het gaat over de basisdoelen van de kinderopvang en de functie die voorlezen kan vervullen om die doelen te behalen. In de training Digidreumes worden de interactievaardigheden ingezet bij de uitwerking van activiteiten bij media, in het werkatelier. Gezien de ontwikkelingen in de kinderopvang is het logisch dat de interactievaardigheden in beide trainingen aan de orde komen, maar er zit geen overlap in. In de training Voorleescoördinator is het werken met digitale prentenboeken een onderdeel in bijeenkomst 2. Bij Digidreumes komen digitale prentenboeken aan de orde bij het onderwerp media in bijeenkomst 1. In beide trainingen gaat het om een kort onderdeel (10/15 minuten). 132

133 Aanbevelingen 1. Bij het onderdeel Werken met digitale prentenboeken in de training Voorleescoördinator een korte introductie geven over het omgaan met media. Daarmee kan getoond worden wat Digidreumes kan betekenen voor een instelling. 2. Bij het onderdeel Digitale prentenboeken in de training Digidreumes verwijzen naar de BoekStart-trainingen Voorleescoördinator en Interactief voorlezen (en de verdiepingsmodules) voor het opzetten van voorleesbeleid en het omgaan met prentenboeken. 3. Indien vooraf bekend is dat pedagogisch medewerkers beide trainingen gaan volgen, kunnen de onderdelen Digitale Prentenboeken en Ouders geïntegreerd worden aangeboden. 4. De getrainde voorleescoördinator kan een actieve rol spelen bij het opstellen van het mediabeleid binnen de kinderopvang met de kwaliteitsmedewerker en het management en zou extra getraind kunnen worden t.b.v. interne coaching op de brede inzet op media. Het verdient in ieder geval aanbeveling de uitvoering van het mediabeleid, net zoals het voorleesbeleid, onder te brengen bij een coördinator op de werkvloer. 5. Voor het opstellen van het mediabeleid kan de (voorlees)coördinator de toolbox Visie op media in de kinderopvang gebruiken. 6. Onderdeel van het voorleesplan kan de inzet van media ten behoeve van leesbevordering zijn, en de intentie het team daarop te scholen. In dat geval kan de training Digidreumes een mooi vervolg vormen op de training Voorleescoördinator. 133

134 134

135 Bijlage 18 Curriculum voor de allerjongsten het jonge kind oktober

136 136

137 137

138 138

139 Bijlage 19 Goed leesvoorbeeld doet goed volgen 139

140 140

BoekStart. Handleiding training. Voorleescoördinator in de kinderopvang

BoekStart. Handleiding training. Voorleescoördinator in de kinderopvang BoekStart Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang BoekStart Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang 1 TRAININGSMAP TRAININGSMAP dleiding training ractief voorlezen

Nadere informatie

BoekStart. Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang

BoekStart. Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang BoekStart Handleiding training Voorleescoördinator in de kinderopvang 1 Trainersmap Voorleescoördinator in de kinderopvang Ontwikkeld in opdracht van Stichting Lezen door Moniek Sanders (ABC Onderwijsadviseurs)

Nadere informatie

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang

Scholing binnen BoekStart. voor de Bibliotheek en kinderopvang Scholing binnen BoekStart voor de Bibliotheek en kinderopvang SCHOLING BINNEN BOEKSTART In het kader van BoekStart zijn trainingen ontwikkeld die Bibliotheekmedewerkers, medewerkers van de Provinciale

Nadere informatie

Leesbevordering in de BSO

Leesbevordering in de BSO Leesbevordering in de BSO T r a i n i n g vo O r p e da g O g i S c h m e d e w e r k e r S i n d e Bu i T e n S c h O O L S e O p va n g i nhoud inleiding 3 Opzet training 4 voorbereiding 5 programmabeschrijving

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018

Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018 Monitor BoekStart in de kinderopvang 2018 6 maart 2018 Programma Inleiding Monitor BoekStart in de kinderopvang Meting 2018 - wat en hoe Praktijkvoorbeeld Bibliotheek Noord West Veluwe Pauze Zelf aan de

Nadere informatie

Voorlezen gaat zó. Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang

Voorlezen gaat zó. Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang Voorlezen gaat zó Tips en ervaringen uit de praktijk van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en buitenschoolse opvang Margriet Chorus en Irma van Welzen Deze uitgave werd mede mogelijk

Nadere informatie

1a. Werkt uw kinderopvang met een specifiek taalstimuleringsprogramma bijvoorbeeld vanwege VVE?

1a. Werkt uw kinderopvang met een specifiek taalstimuleringsprogramma bijvoorbeeld vanwege VVE? Voorbeeld leesplan kinderopvang Meerjarenplan 1. Visie Raadpleeg het beleidsplan of het taalplan van uw kinderopvanginstelling en vraag na bij collega's. Waarom vindt uw kinderopvanginstelling leesbevordering

Nadere informatie

Week 1 twee weken voorafgaand aan het Voorleesontbijt. Bijeenkomst 1. Materiaal

Week 1 twee weken voorafgaand aan het Voorleesontbijt. Bijeenkomst 1. Materiaal Introductie Deze lesmodule is geschreven voor een project van 5 bijeenkomsten van elk 60 minuten, waarvan de laatste bijeenkomst het werkelijke Voorleesontbijt is. Het aantal, de duur en inhoud van de

Nadere informatie

Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang

Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang Handleiding Trainer Training werken met de Monitor BoekStart in de kinderopvang November 2018 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Doelgroep 3 Doelen 3 Organisatie 3 Voorbereiding 4 Benodigdheden 4 BIJLAGEN 1 LEERDOELEN

Nadere informatie

Workshop voor professionals: voorbereiding, voorbeelddraaiboek, werkvormen, voorbeelden

Workshop voor professionals: voorbereiding, voorbeelddraaiboek, werkvormen, voorbeelden Workshop voor professionals: voorbereiding, voorbeelddraaiboek, werkvormen, voorbeelden Doelen workshops professionals Workshops voor professionals over Ouderpartnerschap bij gezonde leefstijl hebben tot

Nadere informatie

De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen De Bibliotheek voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen EEN KIND DAT 15 MINUTEN PER DAG LEEST, LEERT DUIZEND NIEUWE WOORDEN PER JAAR! 1 Wat kan de Bibliotheek betekenen voor kinderdagverblijven en

Nadere informatie

Wij gaan (voor)lezen

Wij gaan (voor)lezen Wij gaan (voor)lezen Aanbod Primair Onderwijs Bibliotheek Helmond-Peel 2015-2016 De bibliotheek die ertoe doet Asten Deurne Helmond Someren 1 Voorwoord Rode Draad: Lezen is leuk! Met de hele school de

Nadere informatie

Inhoudelijk draaiboek voor leerkrachten basisonderwijs

Inhoudelijk draaiboek voor leerkrachten basisonderwijs Inhoudelijk draaiboek voor leerkrachten basisonderwijs Een collega of bijvoorbeeld de bibliothecaris heeft via De Schrijverscentrale geregeld dat er een schrijver op uw school komt. U bent gevraagd om

Nadere informatie

Workshop samen talenten benutten

Workshop samen talenten benutten Workshop samen talenten benutten Doelgroep: organisaties die met vrijwilligers met een beperking willen werken Doel: kennis en vaardigheden overdracht voor het werken met mensen met een beperking Bijeenkomst

Nadere informatie

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten AAN DE SLAG MET DE TOOLBOX Betekenisvol Contact Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten TOOLBOX Ideeën voor betekenisvol contact tussen ouderen met dementie en familie of vrijwilligers Inleiding Voor

Nadere informatie

in de kinderopvang intro > menu > contactinformatie >

in de kinderopvang intro > menu > contactinformatie > in de kinderopvang intro > > contactinformatie > www.bibliotheek.rotterdam.nl Menu introductie > voor de voorleescoördinator > voor het team > voor de pedagogisch medewerker en de kinderen > voor de ouders

Nadere informatie

Voorleescoördinator voor de kinderopvang

Voorleescoördinator voor de kinderopvang TRAIN DE TRAINER Voorleescoördinator voor de kinderopvang Ontwikkeld in opdracht van Stichting Lezen door Moniek Sanders (ABC Onderwijsadviseurs) September 2011 1 Inhoudsopgave Inleiding 4 ALGEMEEN Voorbereiding

Nadere informatie

De kwaliteit van de leesomgeving verdient aandacht

De kwaliteit van de leesomgeving verdient aandacht De kwaliteit van de leesomgeving verdient aandacht Voorlezen is belangrijk, maar staat niet op zichzelf. Er is meer nodig om jonge kinderen te laten uitgroeien tot mensen die makkelijk kunnen lezen en

Nadere informatie

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4

Voorlezen en vertellen - ROC 4. Voorlezen en vertellen ROC 4 Voorlezen en vertellen ROC 4 135 136 Voorlezen en vertellen - ROC 4 1. Interactief voorlezen Waar gaat het over? Tijdens je stage heb je vast wel eens een juf zien voorlezen aan de klas. Tijdens het voorlezen

Nadere informatie

Al doende leren Een module voor trainers

Al doende leren Een module voor trainers Al doende leren Een module voor trainers Bijlagen: Powerpoint Een module voor trainers Handouts: Stappenplan internetgebruik (De Strategiekaart) Print van Powerpoint prestaties geld Parktijkopdrachten

Nadere informatie

Bijlage 1: Draaiboek workshop inbedding gedragscode korte versie

Bijlage 1: Draaiboek workshop inbedding gedragscode korte versie Bijlage 1: Draaiboek workshop inbedding gedragscode korte versie Doel Werkvorm Tijd Materialen Inleiding Het managen van de verwachtingen over de workshop Deel 1: Presentatie + filmpje Creëren van draagvlak

Nadere informatie

Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie.

Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie. Evaluatieformulier BoekStart in de kinderopvang Te gebruiken voor eigen lokale evaluatie; niet voor de landelijke organisatie. Daartoe dient de laatste kolom van de subsidieaanvraag. in te vullen door

Nadere informatie

2014-2015. Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

2014-2015. Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 2014-2015 Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Inhoud Inleiding 3 Voorlezen in de kinderopvang BoekStart in de kinderopvang 4 Deskundigheidsbevordering 5 Training tot voorleescoördinator

Nadere informatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal DRAAIBOEK TRAINING 1, 2,3,4,5 REALISTEN ROADMOVIE De prezi presentatie voor de trainingsbijeenkomsten vindt u via de onderstaande link. https://prezi.com/0txqqdqmauta/training-realisten-roadmovie-5-bijeenkomsten/

Nadere informatie

Effecten van het VVE-aanbod van Bibliotheek West-Achterhoek in gemeente X

Effecten van het VVE-aanbod van Bibliotheek West-Achterhoek in gemeente X Effecten van het VVE-aanbod van Bibliotheek West-Achterhoek in gemeente X Een monitoring-onderzoek naar de effecten van het VVE-aanbod van de bibliotheek In opdracht van Bibliotheek West-Achterhoek Uitgevoerd

Nadere informatie

Spelenderwijs Utrecht & de Bibliotheek Utrecht

Spelenderwijs Utrecht & de Bibliotheek Utrecht Spelenderwijs Utrecht & de Bibliotheek Utrecht schooljaar 2015-2016 Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Spelenderwijs Utrecht U weet hoe belangrijk voorlezen voor kinderen is. Net als wij! Daarom zetten

Nadere informatie

Jaarprogramma Kinderopvang

Jaarprogramma Kinderopvang Jaarprogramma 2017 Kinderopvang Wij zijn VOOR het LEZEN De Kinderopvang is dé plek voor kinderen om naast de thuissituatie structureel in aanraking te komen met (voor)lezen. Een goed voorleesklimaat hoort

Nadere informatie

Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg

Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Draaiboek voor het team Kwaliteit van verzorging en opvoeding in de residentiële jeugdzorg Marjan de Lange Cécile Chênevert Utrecht, september 2011 2011 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op?

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2017: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang groeit door Bij de eerste meting in 2015 namen 18 bibliotheken, 51 kinderopvanglocaties en

Nadere informatie

Handleiding In Dialoog met studenten aan de hand van uitkomst JOB-monitor:

Handleiding In Dialoog met studenten aan de hand van uitkomst JOB-monitor: Handleiding In Dialoog met studenten aan de hand van uitkomst JOB-monitor: Inhoud document Hulpmiddel (draaiboek) om een bijeenkomst te organiseren waarin de uitkomsten van de JOBmonitor (of ander onderzoek

Nadere informatie

Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang

Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang Elly van der Linden en Lea Kessels juli 2013 Foto: Studio Nijkerk 1 Programma BoekStart en BoekStart in de kinderopvang Elly van der Linden en Lea Kessels

Nadere informatie

Piramide voor kinderdagverblijven

Piramide voor kinderdagverblijven Kinderdagverblijven Piramide Piramide voor kinderdagverblijven Spelend de wereld ontdekken Voor alle kinderen van 0 tot 4 jaar Plezier voor kinderen, pedagogisch medewerkers en ouders Sociaal-emotionele

Nadere informatie

D R A A I B O E K W O R K S H O P :

D R A A I B O E K W O R K S H O P : D R A A I B O E K W O R K S H O P : K L A N T G E R I C H T W E R K E N B I J. Programma Samen voor de klant 3 O U T L I N E Opdracht vóór de eerste sessie: Neem een positief voorbeeld van klantgerichtheid

Nadere informatie

Spelenderwijs & de Bibliotheek Utrecht. Samen maken we lezen nóg leuker!

Spelenderwijs & de Bibliotheek Utrecht. Samen maken we lezen nóg leuker! Spelenderwijs & de Bibliotheek Utrecht Samen maken we lezen nóg leuker! schooljaar 2014-2015 Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Spelenderwijs U weet hoe belangrijk voorlezen voor kinderen is. Net als

Nadere informatie

DRAAIBOEK Ouderavonden LOGO 3000

DRAAIBOEK Ouderavonden LOGO 3000 DRAAIBOEK Ouderavonden LOGO 3000 Draaiboek Ouderavonden LOGO 3000 i 1. Opzet van de bijeenkomsten Dit draaiboek geeft informatie over 4 ouderbijeenkomsten, die u kunt organiseren rond woordenschat en LOGO

Nadere informatie

TRAINING interactievaardigheden BSO

TRAINING interactievaardigheden BSO TRAINING interactievaardigheden BSO Vierde bijeenkomst: Gebruik van de ruimte Leerdoelen van de vierde bijeenkomst: Duur van de bijeenkomst: De pedagogisch medewerkers weten wat voor materiaal ze tot hun

Nadere informatie

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken.

TOOLKIT voor co-creatie. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken. Download Acrobat Reader voor tablet / computer / etc om deze interactieve pdf te gebruiken. welkom Binnen een co-creatie ontwikkel je samen met een leerkracht een antwoord op de vraag van de school vanuit

Nadere informatie

Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Spelenderwijs Utrecht

Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Spelenderwijs Utrecht Utrecht & de Bibliotheek Utrecht schooljaar 2016-2017 Activiteiten Bibliotheek Utrecht voor Utrecht U weet hoe belangrijk voorlezen voor kinderen is. Net als wij! Daarom zetten Utrecht en de Bibliotheek

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

Voorbereidende workshop voor maatschappelijke organisaties

Voorbereidende workshop voor maatschappelijke organisaties Voorbereidende workshop voor maatschappelijke organisaties Voorbereiding Doel: De deelnemende maatschappelijke organisaties helpen bij hun voorbereiding op de Beursvloer; zoals bij het formuleren van een

Nadere informatie

Alles over. Uk & Puk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Uk & Puk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

2015-2016. Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

2015-2016. Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 2015-2016 Educatief programma peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Inhoud Inleiding De bibliotheek, uw voorleespartner De bibliotheek, uw voorleespartner 3 BoekStart in de kinderopvang 4 Deskundigheidsbevordering

Nadere informatie

E- book. 5 werkvormen met post- its. LaCretio ondersteunt trainers met het geven en ontwikkelen van hun training!

E- book. 5 werkvormen met post- its. LaCretio ondersteunt trainers met het geven en ontwikkelen van hun training! E- book 5 werkvormen met post- its LaCretio ondersteunt trainers met het geven en ontwikkelen van hun training! Inleiding Post- its, ze zijn er in allerlei verschillende kleuren, maten en merken. Ik heb

Nadere informatie

Monitor BoekStart. Haal meer uit de Monitor. [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019

Monitor BoekStart. Haal meer uit de Monitor. [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019 Monitor BoekStart Haal meer uit de Monitor [voor]leesconsulent Liesbeth Versteeg 14 maart 2019 de Bibliotheek Z-O-U-T Eén van de gemeentelijke doelen waarin de Bibliotheek een rol speelt: Voorkomen laaggeletterdheid

Nadere informatie

DUUR WAT HOE MATERIAAL

DUUR WAT HOE MATERIAAL DUUR WAT HOE MATERIAAL 0.00 5 min Intro begeleiders Introductie thema agressiehantering Doelen simulatiespel Toelichting rollen Introduceer jezelf en het spel Introductie begeleiders Nodig deelnemers uit

Nadere informatie

Schrijf je leerwensen voor deze training op. Laat je hierbij inspireren door je standpunten bij de uitspraken die de trainer net gedaan heeft.

Schrijf je leerwensen voor deze training op. Laat je hierbij inspireren door je standpunten bij de uitspraken die de trainer net gedaan heeft. DAG 1 OPDRACHT BESCHIKBARE HULPMIDDELEN TIJD LEEROPBRENGSTEN 1.1. Schrijf je leerwensen op Post-it en flip-over met als titel: Leerwensen 5-10 minuten Bewust bezig zijn met je eigen ontwikkeling als begeleider

Nadere informatie

De verteltafel. Bouwstenen voor leesbevordering

De verteltafel. Bouwstenen voor leesbevordering De verteltafel Aanvulling Competent in leesbevordering Docentengids voor opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent Auteur: Eva Janssen Bouwstenen voor leesbevordering Colofon Auteur: Eva Janssen

Nadere informatie

Voor wie? Het leesplan is voor basisscholen die structureel en planmatig willen werken aan leesbevordering.

Voor wie? Het leesplan is voor basisscholen die structureel en planmatig willen werken aan leesbevordering. Leesplan maken? Op deze site kun je je eigen (school)leesplan schrijven en bewaren. Daarvoor moet je eerst inloggen. Voor scholen die niet meedoen aan de aanpak de Bibliotheek op school is er een andere

Nadere informatie

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst

Voorbeeldprogramma startbijeenkomst BIJLAGE 3 Voorbeeldprogramma startbijeenkomst Inleiding De startbijeenkomst vindt plaats vooraf aan iedere activiteit, ook wanneer jongeren al vaker mee hebben gedaan met M25. Natuurlijk kun je variëren

Nadere informatie

OnzeLes. september AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Gebruik van dit materiaal alleen met uitdrukkelijke toestemming van stichting leerkracht

OnzeLes. september AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Gebruik van dit materiaal alleen met uitdrukkelijke toestemming van stichting leerkracht OnzeLes september 2017 AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Gebruik van dit materiaal alleen met uitdrukkelijke toestemming van stichting leerkracht Facilitator notes 'OnzeLes' app Doel Leren kennen van de 'OnzeLes'

Nadere informatie

KWALITEITSKAART. Bibliotheek op school. Taal / lezen / rekenen

KWALITEITSKAART. Bibliotheek op school. Taal / lezen / rekenen KWALITEITSKAART Taal / lezen / rekenen PO Kinderen die graag lezen, gaan meer lezen. Kinderen die meer lezen, gaan beter lezen. Kinderen die beter lezen gaan beter leren. Leesbevordering is daarom een

Nadere informatie

Tijd vrijmaken Workshop

Tijd vrijmaken Workshop Tijd vrijmaken Workshop 2019-2020 AUTEURSRECHTELIJK BESCHERMD Gebruik van dit materiaal alleen met uitdrukkelijke toestemming van stichting leerkracht Tijd vrijmaken hangt samen met Teamindeling en Ritmiek

Nadere informatie

Gastlessen voor studenten 1 e leerjaar PW 3 en 4 Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar - Docentenhandleiding. Doelgroepen in de kinderopvang

Gastlessen voor studenten 1 e leerjaar PW 3 en 4 Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar - Docentenhandleiding. Doelgroepen in de kinderopvang Gastlessen voor studenten 1 e leerjaar PW 3 en 4 Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar - Docentenhandleiding Doelgroepen in de kinderopvang Gastles Doelgroepen in de KO- Docentenhandleiding Deze lesmodule

Nadere informatie

DE SMEDERIJ BLOK 1 'SCHETSEN'

DE SMEDERIJ BLOK 1 'SCHETSEN' DE SMEDERIJ BLOK 1 'SCHETSEN' DAG 1 'DE WERKGEVERSBENADERING' Vandaag begin je aan blok 1 van het opleidingstraject Naar een succesvolle werkgeversbenadering. De dag die het startsein vormt voor een intensieve

Nadere informatie

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G

B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G B O E K S TA R T I N D E K I N D E R O P VA N G Beleidsdocument voor directie en MT kinderopvang januari 2013 O P B R E N G S T E N Meer expertise in huis BoekStart biedt kinderopvangmedewerkers trainingen

Nadere informatie

Jaarprogramma 2016. Kinderopvang en Peuterspeelzalen

Jaarprogramma 2016. Kinderopvang en Peuterspeelzalen Jaarprogramma 2016 Kinderopvang en Peuterspeelzalen Inleiding Samen verder met taal Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zijn dé plek voor kinderen om naast de thuissituatie structureel in aanraking

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

Trainershandleiding. Startbijeenkomst (regiebijeenkomst) Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag

Trainershandleiding. Startbijeenkomst (regiebijeenkomst) Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag Trainershandleiding Startbijeenkomst (regiebijeenkomst) Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag Uitnodiging met projectbeschrijving is verzonden aan deelnemers Locatie is geregeld. Het moet een ruime,

Nadere informatie

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Kleine Ezel Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Colofon Cubiss Tilburg, 2009 Samenstelling: Marion Bolte, Cubiss J:\klantenservice\Rode Draad\handleiding bibliothecaris\kleine Ezel groep 1-2 bibl.290609

Nadere informatie

Checklist Zichtbaarheid

Checklist Zichtbaarheid Hoe staat het met de zichtbaarheid van BoekStart in de Bibliotheek en online? Het is belangrijk om regelmatig met een frisse blik te kijken naar de lokale zichtbaarheid van BoekStart. Ouders komen naar

Nadere informatie

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4

BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4 BiebPanel Concept vragenlijst ouders van jonge kinderen van 0-4 Doelgroep: ouders met minstens één kind in de leeftijd 0-4 uit een Nederlands panel; 30% kinderen die lid zijn van de Bibliotheek, 70% kinderen

Nadere informatie

TRAINING interactievaardigheden BSO

TRAINING interactievaardigheden BSO TRAINING interactievaardigheden BSO Eerste bijeenkomst: Kinderen en hun ontwikkeling in de bso Leerdoelen van de eerste bijeenkomst: Duur van de bijeenkomst: De pedagogisch medewerkers weten grofweg welke

Nadere informatie

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie

Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie Handleiding Perspectief 3 e editie: Introductie Bekijk het leven Ter introductie van het nieuwe vak is er een korte terugblik op eerder ervaringen met het vak godsdienst/levensbeschouwing. De leerlingen

Nadere informatie

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

HANDLEIDING TALENTENQUIZ HANDLEIDING TALENTENQUIZ STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe

Nadere informatie

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt

Nadere informatie

Lesplan atheneum 5. Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1

Lesplan atheneum 5. Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1 Woensdag 16 mei 2007, 3 e uur, blok 6: literatuur, les 1 - Leerlingen weten wat er dit blok van ze wordt verwacht. - Ze vormen groepen, verdelen de taken (logboek en planning, contextonderzoek, filmen

Nadere informatie

Gespreksspel. gespreksspel. Ontdek meer over elkaars pleegzorg-ervaringen. Ontdek meer over elkaars pleegzorgervaringen

Gespreksspel. gespreksspel. Ontdek meer over elkaars pleegzorg-ervaringen. Ontdek meer over elkaars pleegzorgervaringen Het grote Grote pleegzorg Pleegzorg gespreksspel Gespreksspel Ontdek meer over elkaars pleegzorgervaringen Ontdek meer over elkaars pleegzorg-ervaringen Het grote pleegzorg gespreksspel Het Grote pleegzorg

Nadere informatie

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Handleiding Voor de Personeelscyclus! Handleiding Voor de Personeelscyclus! Om goede professionele kinderopvang te blijven bieden moeten we ons blijven ontwikkelen. In deze handleiding lees je hoe we dat doen. We doorlopen elke twee jaar een

Nadere informatie

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op?

Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang Landelijke analyse 2016: wat valt op? Monitor BoekStart in de kinderopvang sterk gegroeid In 2015 was de deelname aan de monitor voor BoekStart nog beperkt tot 18 bibliotheken,

Nadere informatie

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht

De Voorleesvogel voor ouders en kleuters. Draaiboek voor de leerkracht De Voorleesvogel voor ouders en kleuters Draaiboek voor de leerkracht 1 Openbare Bibliotheek Amsterdam Team Educatie 020-5230786 / 780 g.vanderbijl@oba.nl 2 Inhoud In het kort... 4 Een planning... 6 1.

Nadere informatie

Ouderbeleid VVE Kinderdagverblijf Oase

Ouderbeleid VVE Kinderdagverblijf Oase Ouderbeleid VVE Kinderdagverblijf Oase Gericht ouderbeleid Doel Samen met ouders willen wij de kinderen ondersteunen in hun ontwikkeling. Dit willen we bereiken door ouders te stimuleren om thuis ontwikkelings-

Nadere informatie

Voorlezen in de kinderopvang 2012. TNS/Nipo

Voorlezen in de kinderopvang 2012. TNS/Nipo TNS/Nipo 2 TNS/Nipo 3 Colofon Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam 020-6230566 www.lezen.nl info@lezen.nl Vormgeving cover Lijn 1 Haarlem, Ramona Dales 2013 TNS/Nipo,, Amsterdam 4 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie

Taal vergroot je wereld samen met de Bibliotheek

Taal vergroot je wereld samen met de Bibliotheek Taal vergroot je wereld samen met de Bibliotheek Westfriese Bibliotheken jong geleerd, is oud gedaan Ruim 15% van de kinderen in Nederland loopt een risico op taalachterstand. Wie moeite heeft met lezen

Nadere informatie

AANBOD VOORSCHOOLS IN DE GEMEENTE WIERDEN VAN DE BIBLIOTHEEK WIERDEN

AANBOD VOORSCHOOLS IN DE GEMEENTE WIERDEN VAN DE BIBLIOTHEEK WIERDEN AANBOD VOORSCHOOLS IN DE GEMEENTE WIERDEN VAN DE BIBLIOTHEEK WIERDEN SCHOOLJAAR 2009 2010 Aanbod Voorschools 2009-2010 2 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 1. Bibliotheekabonnement 4 2. Introductiebezoek 5 3. Lezingen

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Samen met je team meer werkplezier voor jou!

Samen met je team meer werkplezier voor jou! Samen met je team meer werkplezier voor jou! Mijn inziens is dit de juiste aanpak om gedragsverandering te bewerkstelligen. Met behulp van deze bijeenkomsten, het stellen van de juiste vraag en het bewust

Nadere informatie

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? -

China Pagina 1. - Wie nodig jij uit voor een Chinese maaltijd? - China Pagina 1 Colofon Uitnodiging voor maaltijd in Chinees Les voor groep 6-8 150-180 minuten Handvaardigheid Let op! In deze les opzet werken leerlingen in tweetallen, en maken samen 1 werkstuk, maar

Nadere informatie

Handleiding trainer: Module 4 Werk maken van je eigen praktijk

Handleiding trainer: Module 4 Werk maken van je eigen praktijk Handleiding trainer: Module 4 Werk maken van je eigen praktijk Voorbereidingen voor de trainers In dit document staan de voorbereidingen voor de trainers om module 4 te kunnen uitvoeren. Het document bestaat

Nadere informatie

Suggestie De opdracht van het werkblad Plaatsen langs de Schelde kan ook als huiswerk opgegeven worden of in zelfstandig werktijd gemaakt worden.

Suggestie De opdracht van het werkblad Plaatsen langs de Schelde kan ook als huiswerk opgegeven worden of in zelfstandig werktijd gemaakt worden. Projectintroductie Les 1 Doel: De leerlingen ontdekken wat zij al weten over de Schelde. Ook ontdekken ze dat er soms andere belangen liggen vanuit deze thema s. Lesduur: 50 minuten Vak(ken): aardrijkskunde

Nadere informatie

DOCENTHANDLEIDING BIJ ONDERWIJSPROGRAMMA

DOCENTHANDLEIDING BIJ ONDERWIJSPROGRAMMA DOCENTHANDEIDING BIJ ONDERWIJSPROGRAA Bijeenkomst Naam: Dag 1 intro ocatie/opstelling: Hotel De Witte Raaf, Noordwijk Hoofdzaal: Tuinzaal Subzaal: Kruidenkamer Opstelling: U-vorm Aantal deelnemers: 14

Nadere informatie

Trainershandleiding. Pijler 1. Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag

Trainershandleiding. Pijler 1. Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag Trainershandleiding Pijler 1 Voorbereiding vóórafgaand aan de trainers dag Uitnodiging met projectbeschrijving is verzonden aan deelnemers Locatie is geregeld. Ruimte moet groot genoeg zijn en meerdere

Nadere informatie

Baby- en kindergebaar Workshop Catalogus

Baby- en kindergebaar Workshop Catalogus Baby- en kindergebaar Workshop Catalogus 2014 Baby- en kindergebaar IIllustratie: Studio Neeltje Foto s: Marieke Zwartscholten Uitgegeven door: Baby- en kindergebaar, 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Trainershandleiding Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar

Trainershandleiding Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar Trainershandleiding Huiswerk Bikkels versie 2016 Inhoudsopgave Introductie 6 Organiseer je training 8 Praktische tips 10 Het les- en werkboek 14 Powerpoint presentatie 16 Draaiboek 18 Deel 1 20 Deel 2

Nadere informatie

Planmatig samenwerken met ouders

Planmatig samenwerken met ouders Ouderparticipatie Team Planmatig samenwerken met ouders Samen vooruit! Tamara Wally Tamara Wally (MSc.) is werkzaam bij de CED- Groep. Ze werkte mee aan de publicatie Samen vooruit, over planmatig werken

Nadere informatie

Leesplan maken? Introductie basisonderwijs

Leesplan maken? Introductie basisonderwijs Leesplan maken? Introductie basisonderwijs Op de www.leespan.nl kun je je eigen (school)leesplan schrijven en bewaren. Daarvoor moet je eerst inloggen. Voor scholen die niet meedoen aan de aanpak de Bibliotheek

Nadere informatie

Een educatief programma voor groep 8 (en 7) Handleiding Deel 2 Draaiboek Woordvoerders van de Eendenkooi

Een educatief programma voor groep 8 (en 7) Handleiding Deel 2 Draaiboek Woordvoerders van de Eendenkooi Een educatief programma voor groep 8 (en 7) Handleiding Deel 2 Draaiboek Woordvoerders van de Eendenkooi Inhoudsopgave Deel 2: programma Eendenkooi 1. Planning en organisatie 1.1. Voordat u begint 1.2.

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Logeer boeken. Groep 1-2

Logeer boeken. Groep 1-2 Logeer boeken Groep 1-2 INHOUD 1 Inleiding... 1 1.1 Doelstelling... 1 2 Logeerboeken... 2 2.1 Organisatie... 2 2.2 Voorbereiding... 4 2.3 Algemene Lessuggesties... 5 3 Bijlagen... 8 3.1 Informatiebrief

Nadere informatie

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Titel Vruchtentaart Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Leerkracht:

Nadere informatie

Lessenserie bij Goed Gelezen! VTL Pluspakket groep 4

Lessenserie bij Goed Gelezen! VTL Pluspakket groep 4 Lessenserie bij Goed Gelezen! VTL Pluspakket groep 4 Op basisschool de Lemborgh in Limbricht wordt gewerkt met Goed Gelezen! begrijpend en studerend lezen en met Goed Gelezen! voortgezet technisch lezen.

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

WORKSHOP LOOPBAAN OP PEIL OUTLINE (60 MIN)

WORKSHOP LOOPBAAN OP PEIL OUTLINE (60 MIN) Deze sheet is bedoeld voor de facilitator van de workshop WORKSHOP LOOPBAAN OP PEIL OUTLINE (60 MIN) Tijd Wat Hoe Benodigdheden 45 min Voorbereiding Klaarzetten opstelling voor de workshop, 5 flip-overs

Nadere informatie

Les 1: Vaktijdschriften: een eerste oriëntatie

Les 1: Vaktijdschriften: een eerste oriëntatie Les 1: Vaktijdschriften: een eerste oriëntatie Aanvulling Competent in leesbevordering Docentengids voor opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent Auteur: Annemiek Hermans Bouwstenen voor leesbevordering

Nadere informatie

Draaiboek voorbereidende bijeenkomst, startsituatie team in kaart brengen en traject uitwerken

Draaiboek voorbereidende bijeenkomst, startsituatie team in kaart brengen en traject uitwerken Draaiboek voorbereidende bijeenkomst, startsituatie team in kaart brengen en traject uitwerken Inhoud document Hulpmiddel om een bijeenkomst met het team te organiseren om de startsituatie van het team

Nadere informatie

GASTLES ONDERNEMERSCHAP. Handreiking. voor ondernemers. Ondernemerschap in de klas

GASTLES ONDERNEMERSCHAP. Handreiking. voor ondernemers. Ondernemerschap in de klas GASTLES ONDERNEMERSCHAP Handreiking voor ondernemers Ondernemerschap in de klas Ondernemerschap in de klas WAAROM ALS GASTDOCENT VOOR DE KLAS Er zijn allerlei redenen te noemen waarom praktijkmensen als

Nadere informatie