Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie"

Transcriptie

1 Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid (22-26) Monitoring voor actie VOLWASSENEN campagne Resultatenrapport bestemd voor intermediairen Het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma wordt uitgevoerd door het Steunpunt Milieu en Gezondheid in opdracht van de Vlaamse Overheid December 26 Verantwoordelijke uitgever Steunpunt Milieu en Gezondheid

2 INHOUD SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN...3 Resultaten blootstellingsmerkers...4 Resultaten gezondheidseffecten...6 Resultaten perceptie-onderzoek AANPAK MEETCAMPAGNE VOLWASSENEN Organisatie Selectie van studiegebieden Wie kon meedoen aan de meetcampagne? Rekrutering van de deelnemers Waaruit bestond het onderzoek? Welke metingen werden gedaan, welke gegevens werden verzameld? Biomerkers van blootstelling in bloed en urine Biomerkers van effect in bloed en uit de vragenlijsten Andere gegevens uit de vragenlijsten Gegevens uit bestaande gegevensbanken RESULTATEN MEETCAMPAGNE VOLWASSENEN Deelnemingspercentage op niveau van de gemeenten Deelnemingspercentage op niveau van de deelnemers Aantal deelnemers Wie heeft deelgenomen? Grote variaties in blootstelling binnen eenzelfde aandachtsgebied Referentiewaarden voor de blootstelling Waar lag de blootstelling boven de referentiewaarden? Vergelijking met het laagste gebied Eén blootstellingsmerker van naderbij Twee gebieden van naderbij Verbrandingsovens Havengebieden Welke onderzochte factoren bepalen de variabiliteit in blootstelling? Vergelijking met pilootstudie in Vlaanderen Vergelijking van de referentiegemiddelden met buitenlandse waarden Vergelijking van referentiewaarden met internationale advieswaarden Gezondheidseffecten Astma en allergie Endocriene merker Cardiovasculaire merkers Merkers voor DNA schade Tumormerkers Relaties tussen blootstelling en gezondheidseffecten Wat denken volwassenen over Milieu en Gezondheid? Lokale milieuproblemen? Milieuprobleem in woonomgeving? (percentages) Gezondheidsklachten door milieuproblemen?... 5 Informatie over milieuproblemen en vertrouwen... 5 Wie moet instaan voor oplossen milieuproblemen? Betrokkenheid burgers bij milieubeleid Deelname aan verder perceptieonderzoek WIE HEEFT WAT GEDAAN? MET DANK AAN GEBRUIKTE BEGRIPPEN

3 SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN Studie-opzet In de volwassenencampagne van het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma werden merkers voor blootstelling aan vervuilende stoffen (polluenten) gemeten in bloed en urine. Prioritair werd in deze campagne gekozen voor stoffen waarmee men dagelijks in contact kan komen via de omgeving, de voeding, hobby-blootstelling, e.d. Het gaat zowel om stoffen die zich opstapelen in het lichaam als om vluchtige verbindingen die snel afbreken. Al deze stoffen - of ze nu jaren of slechts enkele uren in het lichaam aanwezig zijn - kunnen een bedreiging vormen voor de gezondheid. Het biomonitoringsmeetnetwerk werd opgezet in acht aandachtsgebieden met een kenmerkende en verschillende milieubelasting: Antwerpse agglomeratie; Gentse agglomeratie; Fruitstreek rond Sint-Truiden; Landelijk (gebieden in Oost- en West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant); Havens: Antwerpse haven en Gentse kanaalzone; Olen; Albertkanaalzone (van Geel tot Beringen); Verbrandingsovens: wijken rond verbrandingsovens in Gentbrugge, Harelbeke, Menen, Roeselare, Sint-Niklaas en Wilrijk. Volgende stoffen werden gemeten in bloed of urine van 1583 volwassenen: (i) Gechloreerde persistente stoffen: Dioxine-achtige stoffen in serum (dioxines en furanen) Serum PCB s (polygechloreerde bifenyls) Serum p,p -DDE (afbraakproduct van DDT) Serum HCB (hexachloorbenzeen); (ii) Zware metalen: Bloed lood Bloed cadmium Urinair cadmium; (iii) Afbraakproducten van vluchtige stoffen: Urinaire PAK-merker: 1-hydroxy-pyreen is een afbraakproduct van PAK s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) Urinaire benzeen-merker: t,t -muconzuur is een afbraakproduct van benzeen. De gemeten polluenten kunnen een effect hebben op de gezondheid van de mens. Een deel van de informatie over de gezondheid werd verkregen via vragenlijsten. Aangezien sommige van de gemeten stoffen het afweersysteem kunnen verstoren, werd gedetailleerde informatie gevraagd over astma en allergie; om 3

4 mogelijke gevolgen van hormoonverstoring op te sporen werden vragen gesteld over miskramen. Een aantal van de gemeten stoffen kunnen kankerverwekkend zijn. Daarom werden op bloed en urine metingen uitgevoerd die een maat geven van de schade die genotoxische stoffen kunnen aanrichten aan het DNA (erfelijk materiaal). Daarnaast werden ook een aantal tumormerkers gemeten. Recent is er in de internationale literatuur toenemende interesse voor het effect van milieuvervuiling op hart- en vaatziekten. Daarom werden ook twee cardiovasculaire merkers gemeten. Deze merkers geven informatie over mogelijke ontstekingsprocessen in de wand van de bloedvaten. Verder gaven de deelnemers informatie over hun levensstijl, voedingsgewoonten, tijd doorgebracht in verkeer, woonomstandigheden, hobby s en familiaal voorkomen van sommige ziekten. Deze parameters kunnen naast de woonplaats ook een invloed hebben op de gehaltes aan vervuilende stoffen in het lichaam of op het voorkomen van bepaalde gezondheidseffecten. Tenslotte peilden we naar de mening van de deelnemers over milieu- en gezondheidsproblemen. Resultaten blootstellingsmerkers Op basis van de resultaten van de totale groep werden twee referenties berekend: het referentiegemiddelde geeft een beeld van de gemiddelde blootstelling, terwijl de referentie-p 9 iets zegt over de piekwaarden in de groep. In de tabel worden de referentiewaarden voor de blootstellingsmerkers gegeven: Merker Aantal Referentiegemiddelde (95% BI) Dioxine-achtige stoffen (pg Calux TEQ/g vet) PCB s (ng/g vet) p,p -DDE (ng/g vet) HCB (ng/g vet) Bloed lood (µg/l) Bloed cadmium (µg/l) Urinair cadmium (µg/g creatinine) PAK-merker (1-hydroxypyreen in ng/g creatinine) Benzeen-merker (t,t - muconzuur in µg/g creatinine) Referentie-P 9 (95% BI) ,2 (18,2-2,2) 46,1 (43,3-49,) ( ) 515 ( ) ( ) 136 ( ) ,9 (55,2-58,6) 11 (14-115) ,6 (38,4-4,9) 77,3 (73,8-8,9) 1534,42 (,4-,44) 1,3 (,96-1,9) 1535,62 (,6-,64) 1,21 (1,14-1,28) ( ) 61 (529-69) (79-92) 331 (28-381) 4

5 In de figuur wordt een overzicht gegeven van de gebiedsverschillen voor de blootstellingsmerkers. De kleur geeft aan of de waarde in een gebied significant hoger (rood), lager (groen) of niet verschillend (wit) was van het referentiegemiddelde. Het symbool (!) betekent dat significant méér dan 1% van de meetwaarden boven de referentie-p 9 lagen, terwijl dit maar voor 1% van de meetwaarden verwacht werd. Gentse agglomeratie landelijke gebieden havengebieden regio Olen Antwerpse agglomeratie fruitstreek Albertkanaal zone verbrandings ovens DIOXINES & FURANEN! PCBs! p,p'-dde!! HCB LOOD B-CADMIUM! U-CADMIUM PAKs (1-hydroxy-pyreen) BENZEEN (t,t'-muconzuur)! De dioxine-achtige stoffen (dioxines en furanen) waren significant verhoogd in de Antwerpse agglomeratie. PCB s waren sterk verhoogd in het landelijk gebied (gemiddeld hoger én meer uitschietende waarden) en in de regio Olen (significante verhoging van het gemiddelde). Net zoals bij de pasgeborenen en de jongeren bleek p,p -DDE verhoogd in het landelijk gebied en in de Albertkanaalzone. Bij de volwassenen werd er echter ook een significante verhoging vastgesteld in de fruitstreek en in Olen. Uit de ratio DDT/DDE kon worden afgeleid dat het in de fruitstreek en het landelijk gebied om meer historische vervuiling gaat, terwijl het in Olen en in de Albertkanaalzone om meer recente vervuiling gaat. Hexachloorbenzeen was significant verhoogd in de twee meer rurale gebieden, namelijk in het landelijk gebied en in de fruitstreek. Voor bloed lood werd een significante verhoging vastgesteld in de Gentse agglomeratie en in het landelijk gebied. De resultaten van bloed cadmium en urinair cadmium vertoonden dezelfde trends, maar toch lagen de significante verschillen nog lichtjes anders. Bloed cadmium was significant verhoogd in de havengebieden en in Olen; urinair cadmium was significant verhoogd in Olen en in de Albertkanaalzone. Voor de PAK-merker werden geen significante gebiedsverschillen vastgesteld. De benzeen-merker was significant verhoogd in de Antwerpse agglomeratie. 5

6 In vergelijking met de campagnes bij de pasgeborenen en de jongeren worden een aantal gebiedstrends bevestigd: - Ook bij de volwassenen was was de blootstelling aan PCB s en gechloreerde pesticiden in het landelijk gebied sterk verhoogd. Bij de oudste leeftijdsgroep werd echter ook een verhoging van de gechloreerde pesticiden vastgesteld in de fruitstreek. - In de Albertkanaalzone werd het probleem van p,p -DDE bevestigd, maar nu werden ook in Olen hoge waarden vastgesteld. - De twee havengebieden kunnen niet zomaar met elkaar worden vergeleken omdat ze elk een eigen typische milieudruk hebben. In de Gentse kanaalzone werden problemen met PCB s en bloed cadmium gedetecteerd. In de Antwerpse haven waren zowel bloed cadmium als urinair cadmium hoger dan het referentiegemiddelde. - Voor de regio verbrandingsovens in zijn geheel werd geen enkele significante verhoging vastgesteld. Indien we de verbrandingsovens apart bekijken, komen er wel geïsoleerde problemen voor: dioxine-achtige stoffen en hexachloorbenzeen in Wilrijk; cadmium in Harelbeke, Menen en Roeselare; benzeen in Sint-Niklaas. Naast gebied waren er ook andere factoren die de gemeten gehaltes aan verontreinigde stoffen verklaren. Vrouwen hadden hogere waarden dan mannen voor alle polluenten, behalve voor PCB s; de meeste polluenten namen toe met de leeftijd; roken verhoogde de gehaltes van lood, cadmium, PAK s en benzeen; de persistente polluenten waren hoger indien de consumptie van dierlijke vetten hoger lag; de persistente polluenten werden ook sterk beïnvloed door schommelingen in het lichaamsgewicht. Resultaten gezondheidseffecten Het meten van biomerkers van effect is belangrijk. Ze kunnen effecten opsporen van verontreinigende stoffen die aanwezig zijn in het lichaam maar waarvan de gehaltes niet noodzakelijk gemeten werden in de meetcampagnes. Ook kunnen ze de resultante zijn van additieve of zelfs cumulatieve effecten van verschillende polluenten. Astma kwam frequent voor bij volwassenen (5,5% diagnose door arts en 15% eigen rapportering), maar lag toch merkelijk lager dan bij de jongeren (respectievelijk 9% en 25%). Het percentage deelnemers met astma verschilde niet naargelang de woonplaats. De meeste andere vormen van allergie kwamen ook frequent voor: 21% hooikoorts, 25% contactallergie, 9% eczeem, 23% voedselallergie. Slechts 1% van de volwassenen rapporteerde dierenallergie. Voor geen enkele vorm van allergie werden significante verschillen tussen de regio s vastgesteld. De kans op astma was lager bij een hogere blootstelling aan PCB s, p,p -DDE of hexachloorbenzeen. Dit is in overeenstemming met vroegere internationale en 6

7 Vlaamse studies en is mogelijk toe te schrijven aan een onderdrukking van het immuunsysteem door de gechloreerde persistente polluenten. Hs-CRP en interleukine 6 zijn merkers voor cardiovasculaire ontstekingsprocessen en zijn mogelijk gerelateerd met luchtvervuiling. De gemiddelde concentratie van deze merkers verschilde niet significant tussen de regio s, en er werden geen significante dosis-effect relaties gevonden met de gemeten polluenten. De merkers voor DNA-schade geven een indicatie voor de stress die er door de omgeving op het erfelijk materiaal wordt uitgeoefend. In deze studie werden de komeettest en de micronucleustest uitgevoerd op serum. In de urine werd 8- hydroxy-deoxyguanosine (8-HDG) - een merker voor DNA-herstel - gemeten. In vergelijking met het referentiegemiddelde, waren de waarden van de komeettest significant hoger in de Gentse agglomeratie en de waarden voor de micronucleustest en 8-HDG waren significant verhoogd in de regio rond de verbrandingsovens. Na correctie voor leeftijd, roken en geslacht werd er een positief verband vastgesteld tussen 8-HDG in de urine en de urinaire PAKmerker. Het percentage deelnemers met kanker (op basis van zelfrapportering) was niet verschillend tussen de acht regio s. Er werd ook geen verband gevonden tussen het hebben van kanker en de blootstelling aan de gemeten polluenten. Er werden 3 tumormerkers gemeten: PSA (prostaat specifiek antigen) bij mannen, CEA (carcino-embryonaal antigen) en p53. Er werden geen gebiedsverschillen vastgesteld voor PSA of p53. CEA lag significant lager in de fruitstreek en de Albertkanaalzone. Er werd een positieve associatie gevonden tussen CEA en de blootstelling aan lood, cadmium (urinair cadmium) en PAK s. Mannen met een PSA waarde boven het 9 e percentiel hadden een hogere concentratie van cadmium in de urine. Vier procent van de deelnemers rapporteerden diabetes. Personen met diabetes hadden hogere waarden voor PCB s en voor hexachloorbenzeen. Dit komt overeen met eerdere bevindingen in de literatuur. Resultaten perceptie-onderzoek We vroegen de deelnemende volwassenen naar hun visie op milieuproblemen en de aanpak ervan. Iets minder dan de helft (45%) van alle volwassenen geeft aan dat er een milieuprobleem is in hun woonomgeving. Dit aandeel ligt duidelijk hoger dan bij de moeders van pasgeborenen en de jongeren in de vorige biomonitoringscampagnes: daar gaf ongeveer eenderde aan dat er sprake is van een milieuprobleem in de woonomgeving. 7

8 Net als bij de resultaten bij de moeders van pasgeborenen, zien we bij de volwassenen duidelijke verschillen tussen de verschillende onderzoeksgebieden: het valt vooral op dat in landelijk gebied men weinig milieuproblemen veronderstelt. Bij de jongeren zagen we weinig verschil tussen de verschillende onderzoeksgebieden. Net als bij de moeders van pasgeborenen zien we bij de volwassenen ook dat bij een hoger opleidingsniveau er meer milieuproblemen aangegeven worden. Bij de jongeren zagen we een omgekeerd beeld. Net als bij de jongeren zien we bij de volwassenen geen onderscheid op basis van geslacht. Zowel de volwassenen, de jongeren, als de moeders verwijzen daarbij het vaakst naar luchtvervuiling, uitlaatgassen en pesticiden. Bedrijven worden als belangrijkste bron van vervuiling aangeduid. Slechts een kwart van de volwassenen is ongerust over gezondheidsrisico s naar aanleiding van milieuproblemen; bij de moeders van pasgeborenen was dit ruim een kwart, en bij de jongeren nog minder (13,7%). Slechts een klein aantal volwassenen (9,8%; bij de moeders van pasgeborenen was dit 5%, bij de jongeren 3,4%) legde daadwerkelijk een verband tussen gezondheidsklachten die ze hadden en specifieke milieuproblemen. Er wordt dan onder andere naar luchtwegproblemen, spierklachten en stressgerelateerde klachten verwezen. We zien duidelijk een verschil tussen de meest vertrouwde informatiekanalen met betrekking tot informatie over milieuproblemen (wetenschappers, milieuorganisaties en huisartsen) en de kanalen waarmee de volwassenen het meeste ervaring hebben (algemene en lokale of regionale media) en die men ook noodzakelijk acht (gemeentebestuur en lokale of regionale media). Kanalen, waar de deelnemers in het verleden het meeste informatie van ontvingen (algemene en regionale media), worden niet als meest vertrouwenwekkend gezien, maar worden wel noodzakelijk beschouwd voor informatieverschaffing. Het meest noodzakelijk geachte kanaal, het gemeentebestuur, scoort bij de volwassenen matig op vertrouwen. We zien hierbij geen grote verschillen met de resultaten bij de moeders van pasgeborenen of de jongeren. Opvallend is de paradox tussen de lage eigen bereidheid aan inspraak deel te nemen (22% van alle volwassenen), en het belang dat de volwassenen toch ruimschoots hechten aan betrokkenheid van de bevolking bij milieubeleid. Ruim 9% van de volwassenen die deze vraag invulden vond betrokkenheid wenselijk. Bij de moeders van pasgeborenen zagen we een vergelijkbare paradox (12,5% wil individueel deelnemen, 8% vindt betrokkenheid van de bevolking wenselijk) als ook bij de jongeren (26% wil individueel deelnemen, ruim 9% vindt betrokkenheid van de bevolking wenselijk). Met betrekking tot besluitvorming over milieubeleid, wordt de eindverantwoordelijkheid gelegd bij de overheid, die evenwel rekening dient te houden met de stem van de bevolking. 8

9 1 AANPAK MEETCAMPAGNE VOLWASSENEN 1.1 Organisatie Onderzoekers van verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen waren verantwoordelijk voor de organisatie van de meetcampagne, de rekrutering van de deelnemers, de procedures van staalname, de toxicologische metingen, de statistische verwerking van de resultaten, de kwaliteitsborging, het communicatieplan en de ethische leidraad. Het dossier werd op 4 juli 22 goedgekeurd door de Commissie Ethiek van de Universiteit Antwerpen. 1.2 Selectie van studiegebieden Er werd geopteerd om te monitoren in acht aandachtsgebieden met een kenmerkende en verschillende milieubelasting. Het zijn m.a.w. acht milieutypegebieden. De selectie van de gebieden gebeurde in nauwe samenwerking met de Vlaamse Overheid als opdrachtgever van de campagne. Tabel 1 : Aandachtsgebied Kenmerken van afgebakende aandachtsgebieden Oppervlakte (km 2 ) Aantal gemeenten* Aantal inwoners** Antwerpse Agglomeratie Gentse Agglomeratie Fruitstreek Landelijk Vlaanderen Havens: - Antwerps havengebied Gentse kanaalzone Regio Olen Albertkanaalzone Verbrandingsovens TOTAAL *** * Fusiegemeenten. Van sommige gemeenten werden slechts een aantal statistische sectoren opgenomen in het aandachtsgebied. ** Gebaseerd op inwonersaantallen van 1998 *** Sommige gemeenten hebben statistische sectoren in meerdere aandachtsgebieden, vandaar dat de som van aantallen gemeenten per aandachtsgebied niet gelijk is aan het totaal aantal in onderste rij van de tabel. De totale oppervlakte van het afgebakende gebied bedraagt 335 km 2, wat 22% is van de oppervlakte van Vlaanderen. In totaal zijn 65 gemeenten geselecteerd, wat gelijk is aan 1/5 van het aantal Vlaamse (fusie-)gemeenten (Tabel 1). In Figuur 1 wordt de ligging van de gemeenten in de acht aandachtsgebieden 9

10 weergegeven op de kaart van Vlaanderen. In totaal wonen er ca. 1,2 miljoen inwoners, d.i. 2% van de Vlaamse bevolking. Figuur 1: Kaart van de afgebakende aandachtsgebieden waar deelnemers aan het Humaan Biomonitoringsprogramma gerekruteerd werden 1.3 Wie kon meedoen aan de meetcampagne? De voorwaarden voor deelname aan de meetcampagne waren: - tussen de 5 en 65 jaar oud zijn; - schriftelijke toestemming voor deelname geven via een geïnformeerd toestemmingsformulier ( informed consent ); - tenminste 5 jaar wonen in één van de acht aandachtsgebieden; - voldoende Nederlands spreken om de vragenlijst in te vullen. 1.4 Rekrutering van de deelnemers Er werd een aantal gemeenten geselecteerd binnen de aandachtsgebieden. De adresgegevens van de inwoners in de juiste leeftijdscategorie werden opgevraagd bij de burgerlijke stand. Er werd een indeling gemaakt in de volgende leeftijdsgroepen 5-54, en 6-65 jaar. De selectie gebeurde evenredig binnen elke leeftijdsgroep. 1

11 Een korte selectievragenlijst werd opgestuurd samen met een folder waarin het onderzoek werd toegelicht. Ook de partners mochten deelnemen als ze voldeden aan de voorwaarden voor deelname. Zij die niet reageerden op de eerste brief kregen een nieuwe oproep. Mensen die niet in aanmerking kwamen op basis van de selectievragenlijst werden vervangen door kandidaten uit dezelfde leeftijdsgroep en van hetzelfde geslacht. Mensen die wilden deelnemen werden opgebeld. Er werd een datum en plaats van onderzoek afgesproken. Dit werd bevestigd in een brief waarbij ook een uitgebreide vragenlijst werd gevoegd. Deze vragenlijst moest ingevuld meegebracht worden op de dag van het onderzoek, samen met een geïnformeerd toestemmingsformulier. 1.5 Waaruit bestond het onderzoek? Tijdens het onderzoek werden de volwassenen gewogen en gemeten, en er werd een bloed- en urinestaal genomen. Op het ogenblik van het onderzoek vulden de deelnemers nog een korte vragenlijst in over recente blootstelling (bijv. roken, speciale voeding, blootstelling aan verkeer, enz. tijdens de voorbije 2 dagen. 1.6 Welke metingen werden gedaan, welke gegevens werden verzameld? Biomerkers van blootstelling in bloed en urine Om een idee te krijgen over de hoeveelheid vervuilende stoffen in het lichaam werden volgende stoffen (blootstellingsmerkers) gemeten in het bloed en de urine van de volwassenen: Tabel 2: Biomerker Dioxineachtige stoffen in serum Merker PCB s: 138, 153, 18 in serum Meting van vervuilende stoffen in bloed en urine Bespreking Vervuiling: Dioxines en furanen komen vrij bij verwarmingssystemen en open vuurtjes. Ze worden uitgestoten door ijzer-, staal-, non-ferrobedrijven en bij afvalverbranding. Het grootste deel van de dioxines komt in ons lichaam terecht via de dierlijke vetten in onze voeding (vette vis, vet vlees, volle zuivelproducten en producten waarin dierlijke vetten verwerkt zijn (koekjes, sauzen, desserten)). Mogelijke gezondheidseffecten: Dioxines zijn kankerverwekkend, kunnen een effect hebben op het gedrag en kunnen de werking van hormonen en van het afweersysteem in het lichaam verstoren. Vervuiling: Polychloorbifenyls (PCB s) werden door de industrie gebruikt o.a. in transformatoren en condensatoren (bijvoorbeeld in koelkasten). PCB s komen in het milieu bij lekken uit deze toestellen en bij afvalverbranding. PCB s worden moeilijk afgebroken en komen vooral voor in vetrijke voedingsmiddelen: vette vis (zalm, tonijn, paling), schaaldieren, vlees, volle zuivelproducten, Belangrijkste gezondheidseffecten: PCB s kunnen de werking van hormonen en van het afweersysteem verstoren. Mogelijk zijn ze kankerverwekkend. 11

12 Biomerker p,p -DDE in serum Hexachloorbenzeen (HCB) in serum Lood in bloed Cadmium in bloed en urine PAK-merker: 1-hydroxypyreen in urine Bespreking Vervuiling: p,p -DDE (dichloordifenyldichloorethaan) is een persistent afbraakproduct van DDT, een insectenverdelger die in het verleden massaal werd gebruikt over de hele wereld. DDT is momenteel verboden in de meeste landen, waaronder België. DDE is aanwezig in de lucht, de bodem en het water. DDE kan voorkomen in knolgewassen, bladgroenten en in vet vlees, vis en kip. Belangrijkste gezondheidseffecten: DDT en DDE kunnen de werking van hormonen verstoren en daardoor de puberteitsontwikkeling ontregelen. Ze hebben ook kankerverwekkende eigenschappen (IARC classificatie). Vervuiling: Hexachloorbenzeen is een schimmelwerend middel voor planten, zaden en granen. Het werd vroeger ook gebruikt bij de productie van vuurwerk, munitie en synthetisch rubber. Momenteel is het gebruik verboden. Omdat het zo moeilijk afgebroken wordt, is het nog steeds in het milieu aanwezig. Hexachloorbenzeen kan voorkomen in vette vis, volle melk, volle zuivelproducten en vet vlees. Kleine hoeveelheden kunnen in het drinkwater aanwezig zijn. Belangrijkste gezondheidseffecten: HCB kan de werking van hormonen verstoren en daardoor de puberteitsontwikkeling ontregelen. Het heeft ook kankerverwekkende eigenschappen. Vervuiling: Vervuiling met lood gebeurde in het verleden vooral door de non-ferro industrie (zinksmelters), de uitstoot van loodhoudende benzine en het gebruik van loodhoudende verf. Lood kwam ook in ons drinkwater terecht door het gebruik van loden drinkwaterleidingen. Ondertussen zijn veel van deze problemen aangepakt. Door circulatie van stof en water wordt lood nog steeds verder verspreid in onze omgeving. Belangrijkste gezondheidseffecten: Langdurige blootstelling aan lood kan leiden tot bloedarmoede. Het kan de werking van de nieren en de vruchtbaarheid verstoren. Lood kan (op latere leeftijd) het ontstaan van kanker in de hand werken. Bij kinderen kunnen lage dosissen een remmende werking hebben op de intelligentie. Richtwaarde: De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beschouwt waarden lager dan 1 µg/l als niet-schadelijk voor de gezondheid. Recent wetenschappelijk onderzoek beschrijft echter schadelijke effecten op de intellectuele ontwikkeling van kinderen beneden deze dosis. Vervuiling: Eén van de belangrijkste bronnen van cadmium is sigarettenrook. In het verleden werd cadmium voornamelijk uitgestoten door non-ferro bedrijven en verbrandingsovens. Cadmium kan in de voedselketen terecht komen. Het wordt vooral teruggevonden in bladgroenten (sla, spinazie en selder) en in orgaanvlees van vee dat graast in vervuilde gebieden. Belangrijkste gezondheidseffecten: Cadmium kan de nierwerking verstoren, de botvorming belemmeren, de bloeddruk verhogen en longkanker veroorzaken na inademing. Richtwaarden: Voor cadmium in bloed wordt een waarde onder 5 µg/l als niet schadelijk aanzien. Voor cadmium in de urine wordt een waarde onder de 2 µg/g creatinine als niet schadelijk beschouwd. Vervuiling: Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK s) zijn stoffen die ontstaan bij onvolledige verbranding. We komen er vooral mee in contact via de lucht (sigarettenrook, uitlaatgassen van het verkeer, rook van houtkachels en open haard, bosbranden, e.d.). Ook voedsel met zwart verbrande deeltjes (gegrilde vis, vlees of groenten, korsten van brood of gebak) bevat PAK s. Belangrijkste gezondheidseffecten: PAK s zijn zelf niet schadelijk voor de gezondheid, maar ze worden in ons lichaam omgezet tot giftige stoffen. Deze afbraakproducten kunnen kankerverwekkend zijn, hormoonverstorend werken en het afweersysteem ontregelen. 12

13 Biomerker Benzeenmerker: t,t -muconzuur in urine Bespreking Vervuiling: Benzeen is aanwezig in uitlaatgassen van auto s, in sigarettenrook, in dampen van lijm of verf en wordt gevormd door sommige fabrieken uit de chemische of petrochemische industrie. In mindere mate wordt benzeen ook in de natuur gevormd, o.a. bij bosbranden of vulkaanuitbarstingen. Belangrijkste gezondheidseffecten: Langdurige blootstelling aan benzeen veroorzaakt bloedarmoede, kan het afweersysteem ontregelen en kan kanker verwekken Biomerkers van effect in bloed en uit de vragenlijsten Om een idee te krijgen over de gezondheidseffecten van vervuilende stoffen op het lichaam, werden een aantal klinische metingen uitgevoerd in het bloed en de urine van de deelnemers (Tabel 3): Tabel 3: Biomerker Komeettest Micronucleus test 8-DHG in urine Meting van gezondheidseffecten in bloed Bespreking Wat werd er gemeten? De komeettest meet de hoeveelheid DNA-beschadiging. DNA is het erfelijk materiaal dat in elke cel van het lichaam aanwezig is en dat alle processen in de cel stuurt. Een aantal schadelijke stoffen uit het milieu kunnen het DNA beschadigen. Het lichaam gaat deze beschadiging normaal gezien onmiddellijk herstellen. Indien de beschadiging te groot is, of indien het herstelmechanisme fouten maakt, kan DNA-schade aanwezig blijven. Betekenis: De komeettest meet veranderingen van het DNA. We veronderstellen dat de meeste wijzigingen niet blijvend zijn, maar hersteld worden. De test is dus een maat voor herstelbare schade aan het genetisch materiaal. Wat werd er gemeten? De cellen in ons lichaam ondergaan een proces van celdeling. Hierbij wordt een nieuwe identieke cel gevormd uit de oorspronkelijke cel. Tijdens dit proces kan het gebeuren dat het DNA niet netjes mee splitst. Een chromosoom, 1 van de DNA-elementen, kan dan in zijn geheel of gedeeltelijk een afzonderlijk celkern vormen in plaats van deel uit te maken van de grote kern. Dit noemt men een microkern of micronucleus. Betekenis: Indien een chromosoom een dergelijke structuur vormt, wijst dit op DNA-schade die van buitenaf veroorzaakt werd. Echter, ook leeftijd, geslacht en vooral roken kunnen hier een effect op hebben. Wat werd er gemeten? Indien het DNA van een cel wordt beschadigd (bijv. door oxidatieve schade aan de cel), zal de cel trachten om het DNA zelf te herstellen. Hierbij wordt dan 8-DHG of 8-deoxy-hydroxy-guanosine gevormd, wat uit het lichaam wordt verwijderd via de urine. 8-DHG wijst dus op de verwijdering van de aangetaste moleculen uit DNA door herstelprocessen. Betekenis: 8-DHG is een maat voor DNA-herstel. Hoge waarden van deze moleculen in de urine kunnen erop wijzen dat er intensief DNA-herstel heeft plaatsgevonden. Met andere woorden, de concentratie van 8-DHG in urine reflecteert de balans tussen DNA-schade en DNA-herstel. 13

14 Biomerker PSA CEA p53 hs-crp Bespreking Wat werd er gemeten? PSA of Prostaat Specifiek Antigen is een eiwit dat wordt aangemaakt door de prostaatklier. Betekenis: Een verhoogd gehalte is een aanwijzing, maar beslist geen bewijs voor het bestaan van prostaatkanker. Dat komt omdat het gehalte aan PSA niet alleen afhankelijk is van de leeftijd van de man, maar ook van de grootte van de prostaat op het moment van de meting. Bewijs voor het bestaan van prostaatkanker wordt meestal slechts geleverd door een punctie in de prostaat. Wat werd er gemeten? CEA of Carcino-Embryonaal Antigen is een molecule dat bij de foetus voorkomt op cellen van de darm, lever en pancreas. Betekenis: Bij de ontwikkeling van een tumor in een van de organen waar CEA embryonaal voorkomt, zowel goed- als kwaadaardig, kunnen de serumniveaus van CEA stijgen. CEA-bepaling in bloedserum wordt vaak toegepast als hulpmiddel bij de diagnostiek van dikke darm en levertumoren. Wat werd er gemeten? p53 is een eiwit dat in de cel voorkomt als er DNA-schade is. Dit eiwit zal ervoor zorgen dat de celcyclus wordt stilgelegd tot de schade hersteld is, zodanig dat er geen fouten worden doorgegeven aan nieuwe cellen. Als p53 zelf niet meer naar behoren functioneert, door een fout (mutatie) van het gen zelf, valt deze verdediging weg en kan de cel onbeperkt delen en zich ongecontroleerd vermenigvuldigen, met mogelijk een tumor tot gevolg. Betekenis: De stijging van p53 in het bloed is een teken dat p53 een mutatie heeft ondergaan. Daardoor kan het niet degelijk functioneren om de groei van een tumor te onderdrukken. Waarschijnlijk zijn hogere p53 waarden in het serum geassocieerd met een enigszins verhoogd risico op kanker. Wat werd er gemeten? CRP (C-Reactive Protein) is een eiwit dat bij ontstekingsprocessen in het bloed voorkomt. Indien we heel gevoelig gaan meten in de lage range, spreken we van een "high sensitivity (hs), meting, dit wil zeggen een meting met hoge gevoeligheid. Betekenis: Een CRP-concentratie boven de 1 mg/l wijst op een "echte" ontstekingsreactie, bijvoorbeeld een ernstige bronchitis of een darmontsteking. Binnen de range die tot nu toe als normaal werd beschouwd, kan de waarde van het CRP gezien worden als een discrete ontstekingsmerker. Een lichte verhoging van CRP (tussen 3 en 1 mg/l) duidt op een verhoogde risico op een ontsteking van de vaatwand. IL-6 Wat werd er gemeten? Interleukine 6 (IL-6) is een eiwit dat bij ontstekingsprocessen in het bloed voorkomt. Betekenis: Een IL-6 concentratie boven de 9,7 pg/ml wijst op een "echte" ontstekingsreactie. Binnen de range die tot nu toe als normaal werd beschouwd, kan de waarde van het IL-6 gezien worden als een discrete ontstekingsmerker. De exacte waarden die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op ontsteking van de vaatwand zijn echter momenteel nog niet gekend. 14

15 Naast de metingen in bloed, werd er informatie verwerkt over de gezondheid van de deelnemers die afkomstig was van de vragenlijsten. In Tabel 4 wordt een overzicht gegeven: Tabel 4: Gezondheidseffecten uit vragenlijsten Orgaansysteem Biomerkers Vruchtbaarheid bij de vrouw - Aantal miskramen Afweersysteem - Astma - Hooikoorts - Contactallergie - Eczeem - Voedselallergie - Dierenallergie Andere gegevens uit de vragenlijsten De algemene vragenlijst bevatte vooral vragen over het gezin en de woning, hobby s en vrije tijd, eet- en drinkgewoonten, gebruik van medicatie. Er zijn heel wat factoren die mogelijk een invloed hebben op de blootstellings- en gezondheidseffectmerkers en hiermee willen we zoveel mogelijk rekening houden in de verwerking van de gegevens. De voedingsvragenlijsten peilden naar verbruik van bepaalde voedingsmiddelen (soort en hoeveelheid) gedurende het jaar voor het onderzoek (voedselfrequentievragenlijst). Dierlijke vetten zijn een belangrijke blootstellingsweg voor PCB s en gechloreerde pesticiden. Bepaalde groenten en fruit kunnen zware metalen of resten van bestrijdingsmiddelen bevatten. In de perceptievragenlijst werd gepeild naar de mening van de deelnemers over milieu en gezondheid. Er werden vragen gesteld over millieuproblemen in de woonomgeving, mogelijke gezondheidsklachten die hieruit kunnen voortkomen, de verantwoordelijke actoren en de mogelijke oplossingen voor milieuproblemen Gegevens uit bestaande gegevensbanken Er werden gegevens verzameld uit bestaande gegevensbanken: Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI). Sommige metingen zijn klimaatsafhankelijk. Daarom werden bij het KMI de gemiddelde dagtemperatuur, het aantal uren zonneschijn en de UV-index opgevraagd voor de onderzoeksperiode. Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Sommige metingen worden beïnvloed door de hoeveelheid ozon in de lucht. Daarom werden bij de VMM de ozonmetingen opgevraagd voor de onderzoeksperiode. 15

16 2 RESULTATEN MEETCAMPAGNE VOLWASSENEN 2.1 Deelnemingspercentage op niveau van de gemeenten Bij de keuze van de steekproef werden de methodologische aspecten (bijv. de representativiteit van de deelnemers) en de organisatorische aspecten van het veldwerk tegen elkaar afgewogen. Aangezien het interessanter bleek om het veldwerk lokaal te organiseren in culturele centra of gemeentelijke lokalen, werd er eerst via een toevalssteekproef een selectie gedaan van deelgemeenten. Binnen de deelgemeenten werden dan at random een aantal statistische sectoren geselecteerd. De geselecteerde gemeenten kregen een brief van de ministers van Volksgezondheid en Milieu met de oproep voor deelname aan de studie. De gemeenten selecteerden uit het rijksregister mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie van 5 tot 65 jaar in de aangeduide regio s, volgens een stratificatieschema van 5-55, 55-6, Uit deze lijst werden dan op willekeurige wijze een aantal personen geselecteerd die een brief met oproep tot deelname ontvingen. Eventuele partners konden ook deelnemen aan het onderzoek indien ze in aanmerking kwamen. 2.2 Deelnemingspercentage op niveau van de deelnemers De geselecteerde personen ontvingen eerst een brief met uitleg over de studie, en een oproep tot deelname. In totaal werden 6867 brieven verstuurd, met indien nodig een herinneringsoproep na 3 weken. Hiervan waren er 3263 personen (47,5%) die hun antwoord terugstuurden, waarvan er 173 personen (5,3%) niet aan de inclusiecriteria voldeden en 86 personen (24,7%) weigerden om deel te nemen. Personen die bereid waren om deel te nemen, werden telefonisch gecontacteerd met bijkomende uitleg over de studie. Op dit moment haakten nog 729 personen af (22,3% van diegene die gecontacteerd werden) omdat ze niet beschikbaar konden zijn voor het onderzoek, bijvoorbeeld omdat ze zich niet konden vrijmaken op de dag van het onderzoek, zich niet konden verplaatsen naar de onderzoekslocatie, ziek waren,. De onderzoeken werden uitgevoerd tussen september 24 en juni 25. Het deelnemingspercentage werd berekend op niveau van het gezin (partners werden als 1 deelname beschouwd, tenzij ze beiden geselecteerd waren in de eerste oproep). Voor diegene die niet reageerden op de oproep, moeten we een veronderstelling maken voor het percentage dat uitgesloten is van het onderzoek, d.w.z. personen die niet 16

17 voldoen aan de inclusiecriteria of die niet beschikbaar zijn voor het onderzoek (27,6% in de groep die wel antwoordde). Indien we veronderstellen dat 3% van de non-responders niet had kunnen deelnemen aan de studie, bedraagt het deelnemingspercentage gemiddeld 27,4% (met een variatie tussen 22,3% indien iedereen van de non-responders had kunnen deelnemen en 6,1% indien niemand van de non-responders had kunnen deelnemen). De deelname was het hoogst in Olen (34,5%) en het laagst in de Antwerpse agglomeratie (18,4%). 2.3 Aantal deelnemers In totaal namen 1583 volwassenen deel aan de meetcampagne. In ieder gebied waren ongeveer 2 deelnemers. Tabel 5: Aantal deelnemers in de acht aandachtsgebieden Aandachtsgebied Aantal volwassenen Antwerpse agglomeratie 197 Gentse agglomeratie 198 Fruitstreek 193 Landelijk gebied 199 Havens 199 Regio Olen 23 Albertkanaalzone 196 Verbrandingsovens 198 Totaal Wie heeft deelgenomen? Figuur 2 en Tabel 6 geven een overzicht van de belangrijkste kenmerken per regio. De deelnemers in de acht regio s waren gemiddeld even oud, er was een gelijke verdeling tussen mannen en vrouwen (Tabel 6) en er waren geen significante verschillen in de frequentie van roken (Figuur 2a). Er waren kleine maar significante verschillen in alcoholconsumptie (Figuur 2b) en in de frequentie van overgewicht en zwaarlijvigheid (obesitas) (Figuur 2c). Het gebruik van lokale voeding was hoger in de landelijke gebieden; het opleidingsniveau en de blootstelling aan verkeer waren hoger in de stedelijke gebieden (Figuur 2d-f). Aangezien de onderzoeken geen volledig kalenderjaar in beslag namen, zijn er geen onderzoeken gebeurd in de zomerperiode. Ondanks het feit dat er ieder trimester gerekruteerd werd in iedere regio, was er toch nog een ongelijke verdeling 17

18 over de seizoenen. Dit leidde tot significante verschillen in dagtemperatuur en ozonconcentratie tijdens de recruteringsperiode in de acht regio s. Het voorkomen van een aantal chronische ziekten (gebaseerd op zelfrapportering van de deelnemer) verschilde niet tussen de regio s (Tabel 6). 1% (a) rookgewoonten p =,35 8 (b) alcoholconsumptie p =,2 8% 6 Deelnemers 6% 4% 2% % deelnemers 4 2 % Antwerp. Gent Fruit Landelijk Haven Olen Albertk. V. Ovens nooit gerookt vroeger gerookt huidig roker Antw. Gent Fruit Landelijk Haven Olen Albertk. V. Ovens minstens 1 glas alcohol per week 1% (c) gewichtsklassen p=,1 7 (d) opleiding en inkomen van het gezin 8% 6 Deelnemers 6% 4% 2% % Antwerp. Gent Fruit Landelijk Haven Olen Albertk. V. Ovens ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas % deelnemers Antwerp. Gent Fruit Landelijk Havens Olen Albertk. V. Ovens hogere opleiding (man of vrouw) (p<,1) inkomen >2725 (p<,1) 1 (e) consumptie van lokale voeding 5 (f) verkeersblootstelling p =,1 8 4 % deelnemers % deelnemers Antwerp. Gent Fruit Landelijk Havens Olen Albertk. V. Ovens groenten (p<,1) fruit (p<,1) vlees (p<,1) zuivel (p<,1) Antwerp. Gent Fruit Landelijk Havens Olen Albertk. V. Ovens druk verkeer op < 5 m van woning Figuur 2: Beschrijvende statistiek van volwassenen in de acht studiegebieden. (a) rookgewoonten, (b) alcoholconsumptie, (c) gewichtsklassen*, (d) opleiding en netto- inkomen van het gezin, (e) consumptie van lokale voeding, (f) blootstelling aan verkeer Volgorde van de gebieden in x-as: Antwerpse agglomeratie, Gentse agglomeratie, fruitstreek, landelijk Vlaanderen, havens, regio Olen, Albertkanaalzone en verbrandingsovens. Definitie gewichtsklassen: Ondergewicht: BMI<18,5 kg/m²; normaal gewicht: BMI:18,5-24,9 kg/m²; overgewicht: BMI: 25-29,9 kg/m²; obesitas (zwaarlijvigheid): BMI 3 kg/m² 18

19 Tabel 6: Beschrijving van de deelnemers in de acht gebieden Totaal Antwerpse aggl. Gentse aggl. Landelijk gebied Havengebied Olen Fruitstreek Albertkanaal Aantal deelnemers Verbr. ovens P EIGENSCHAPPEN VOLWASSENEN Leeftijd (jaar) 57,6 57,8 57,5 57,6 57,3 56,9 57,5 58,3 57,6,9 % mannen 49, 49,7 47, 51,8 5,7 47,7 47,3 5, 47,5,96 BMI bij vrouwen (kg/m²) 26,6 26,3 25,9 25,8 26,3 27,4 26,4 28,1 26,5,49 BMI bij mannen (kg/m²) 27,3 27,2 27,1 26,7 27,5 27,4 27, 27,5 27,8,1 % vrouwen met actief beroep 37,2 34,1 53,5 35,4 33,3 37,6 4,4 24,7 34,4,1 % mannen met actief beroep 51,2 49,4 61, 57, 53,3 49,4 51,7 36,7 5,,12 FREQUENTIE CHRONISCHE ZIEKTEN (gebaseerd op zelfrapportering van de deelnemer) % diabetes 4, 4,8 3,7 5,9 2,1 4,7 4, 2,7 4,2,27 % osteoporose 5,3 4,8 2,7 5,9 5,2 3,7 6, 7,6 6,3,5 % hypertensie 24, 3,7 19,8 23,5 21,9 23,7 22,6 26,5 23,8,35 % schildklierziekte 5,7 7,4 4,3 6,4 6,2 8,4 5,5 4,9 2,6,32 % nierziekte 2, 2,6 2,1 3,2 2,1 1, 2, 1,1 2,1,84 KLIMAATGEGEVENS Dagtemperatuur ( C) 8,7 8,3 9,2 11, 7,8 9,3 8,6 6, 9,6 <,1 Ozonconcentratie (µg/m³) 34, 3,1 26,3 39, 35,3 31,4 42,1 35,7 32,4 <,1 Seizoenen % onderzoeken in herfst 39,6 38,1 45,4 43, 33,2 35,7 42,9 39,8 38,9,21 % onderzoeken in winter 3,5 31,5 29,3 14,5 36,2 36,7 32, 3,1 33,3 <,1 % onderzoeken in lente 29,9 3,5 25,3 42,5 3,6 27,6 25,1 3,1 27,8,6 VOEDINGSINNAME (totale inname in gram per dag) Vlees ,3 Vis 29,4 28,8 32, 24,5 28,5 33,9 32,9 24,1 3,5 <,1 Melk ,1 Ei 11,5 14,2 9,5 9,3 1,7 12,9 12,6 11,9 1,7 <,1 Groenten en fruit ,59 Brood en ontbijtgranen ,55 BMI: body-mass index = gewicht (kg) / lengte² (m). Diabetes = suikerziekte; osteoporose = botontkalking; hypertensie = hoge bloeddruk. Dagtemperatuur: 24-uurs temperatuur, gemiddelde van 7 dagen voorafgaand aan het onderzoek; Ozonconcentratie: 24-uurs metingen, gemiddelde van 7 dagen voorafgaand aan het onderzoek, voor het meetstation het dichts in de buurt van de woning van de deelnemer. 19

20 Om na te gaan of de geselecteerde deelnemers representatief zijn voor Vlaanderen, werd een vergelijking gemaakt tussen de karakteristieken van de volwassenen in de biomonitoringscampagne en de gegevens uit de gezondheidsenquête (Tabel 7). Voor rookgedrag, opleiding en BMI werden enkel de deelnemers tussen 5 en 65 jaar uit de gezondheidsenquête 21 geselecteerd, wat resulteert in een groep van 47 mannen en 395 vrouwen. Het rookgedrag in beide studies kwam zeer goed overeen; het opleidingsniveau was hoger in de biomonitoringsstudies, en ook de gemiddelde BMI lag gemiddeld ongeveer 1 eenheid hoger. Voor de prevalentie van ziekten zijn de gegevens uit de gezondheidsenquête 24 genomen en weergegeven voor de leeftijdsgroepen jaar en 65+. De groep uit de biomonitoring heeft telkens prevalentiecijfers die tussen deze 2 groepen valt, wat duidt op een goede overeenkomst. Tabel 7: Vergelijking van studiegroep met Gezondheidsenquête Vlaanderen Huidige campagne Gezondheidsenquête jaar Rookgedrag - nooit gerookt 44,6% 4,4% - ex-roker 37,2% 33,9% - huidig roker 18,3% 25,6% Opleidingsniveau - lager/secundair onderwijs 61,5% 73,8% - hoger onderwijs 38,5% 26,2% Body mass index - Mannen 27,3 kg/m² 26,5 kg/m² - Vrouwen 26,6 kg/m² 25,6 kg/m² Huidige Gezondheidsenquête 24 campagne jaar +65 jaar Frequentie chronische ziekten - diabetes 4, % 2,5% 1,6% - osteoporose 5,3 % 1,% 1,8% - hypertensie 24, % 1,2% 33,5% - schildklierziekte 5,7 % 3,4% 7,1% - nierziekte 2, % 1,5% 4,2% 2

21 2.5 Grote variaties in blootstelling binnen eenzelfde aandachtsgebied De box plots van de ruwe gegevens van iedere blootstellingsmerker geven een idee over de spreiding binnen ieder gebied (Figuur 5 a-g). Aangezien het gaat om ruwe gegevens, wordt hier nog geen rekening gehouden met leeftijd, geslacht, rookgewoonten of BMI van de volwassenen van de verschillende gebieden. In elk gebied zijn er individuen met zeer lage meetwaarden en individuen met zeer hoge meetwaarden (uitschieters) voor de verschillende vervuilende stoffen. (a) (b) 2 25 Dioxine-achtige stoffen (pg TEQ/g vet) Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens Merker PCB's (ng/g vet) Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens (c) (d) p,p'-dde (ng/g vet) Hexachloorbenzeen (ng/g vet) Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens Figuur 3: Box plots voor ruwe (= zonder correctie) gebiedswaarden van (a) dioxine-achtige stoffen, (b) serum PCB s, (c) serum p,p -DDE, (d) serum HCB Legende: zie figuur 3 (vervolg) 21

22 Bloed lood (µg/l) (e) (f) Bloed cadmium (µg/l) Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk (g) Albertkanaal Olen Verbr.ovens Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens Urinair cadmium (µg/g creatinine) Antwerpen Gent (h) 5 Fruitstreek Havens Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens 8,9 12,9 1,7 (i) 3, 1-hydroxy-pyreen (ng/g creatinine) t,t'-muconzuur (µg/g creatinine) 2,5 2, 1,5 1,,5 Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens, Antwerpen Fruitstreek Havens Gent Landelijk Albertkanaal Olen Verbr.ovens Figuur 3 (vervolg): Box plots voor ruwe (=zonder correcties) gebiedswaarden van (e) bloed lood, (f) bloed cadmium, (g) urinair cadmium, (h) PAK-merker, (i) benzeen merker De horizontale streepjes binnenin de gele blokjes geven de mediaan (5 e percentiel); de gele blokjes geven de 25 e (ondergrens) tot 75 e (bovengrens) percentiel. Stippen geven de uitschieters (> gemiddelde + 2SD). Pijltjes geven waarden van extremen aan die buiten de figuur vallen. Volgorde van de gebieden in x-as: Antwerpse agglomeratie, Gentse agglomeratie, fruitstreek, landelijk Vlaanderen, havens, regio Olen, Albertkanaalzone en verbrandingsovens. 22

23 Nota bij meting van dioxine-achtige stoffen: voor de analyse van de dioxineachtige stoffen is gebruik gemaakt van de bio-analytische methode calux. Bij deze methode worden dioxine-achtige stoffen uit het serumvet opgezuiverd en worden ze semi-kwantitatief gemeten door gebruik te maken van cellen die receptoren bezitten voor deze stoffen. Het principe van de test bestaat erin dat de cellen meer licht produceren indien er meer dioxine-achtige stoffen op de receptoren binden. Uit het serum van de volwassenen werden dioxines en furanen geëxtraheerd en de detectie ervan werd uitgevoerd door gebruik te maken van XDS-calux cellen (XDS, Durham, USA). In de campagne van de pasgeborenen werden ook dioxine-achtige stoffen gemeten in het plasma van het navelstrengbloed. Hierbij werden alle dioxineachtige stoffen opgezuiverd, dus naast dioxines en furanen ook de dioxineachtige PCB s en alle andere gelijkaardige stoffen die op de receptor binden. De gebruikte cellen waren deze van BDR-calux (BDR, Amsterdam, Nederland). Vooral het verschil in opzuiveringstechniek maakt dat de gemeten absolute gehaltes aan dioxine-achtige stoffen in het serum van de volwassenen en in het navelstrengbloed van de pasgeborenen niet zo maar te vergelijken zijn. 2.6 Referentiewaarden voor de blootstelling Op basis van de metingen bij de 1583 deelnemers uit de acht gebieden, werden twee referentiewaarden berekend: Referentiegemiddelde: geometrisch gemiddelde meetwaarde per biomerker voor alle gebieden samen. Referentie-P 9 : 9 e percentiel berekend op basis van alle meetwaarden. 9% van de deelnemers hebben een waarde die onder de P 9 ligt. Zowel het gemiddelde als de P 9 zijn populatie-gewogen waarden. De weging naar bevolkingsaantal werd uitgevoerd om een waarde te berekenen die meer aanleunt bij de meetwaarden van de gebieden waar de meeste mensen wonen. Op die manier komen de referentiewaarden in de buurt van een Vlaams gemiddelde of een Vlaamse P 9. Strikt gezien werden geen referentiewaarden voor Vlaanderen bepaald, aangezien niet alle Vlaamse regio s in de biomonitoring betrokken werden. Het gemiddelde geeft een beeld van de modale blootstelling, terwijl de P 9 iets zegt over de piekwaarden in de groep. Vanuit toxicologisch standpunt is het niet alleen belangrijk om naar het gemiddelde te kijken, maar ook naar de hoogste waarden omdat deze het hoogste gezondheidsrisico inhouden. De referentiewaarden werden gebruikt als vergelijkingsbasis voor ieder van de acht gebieden. Op die manier wordt het mogelijk om verschuivingen per regio te bekijken t.o.v. het Vlaams referentiegemiddelde. Anderzijds werd de P 9 - referentiewaarde van een biomerker gebruikt om na te gaan hoeveel percent van 23

24 de deelnemers uit een aandachtsgebied meetwaarden boven de Vlaamse P 9 hebben (verhoogde meetwaarden). Indien er geen verschillen zijn tussen de gebieden, dan heeft in elk gebied 1% van de deelnemers meetwaarden boven de P 9 -referentiewaarde. Een significant hogere P 9 in een gebied duidt op meer verhoogde meetwaarden in dat gebied dan in de gehele populatie samen. Tabel 8: Referentiewaarden voor blootstellingsmerkers (populatie-gewogen) Merker Aantal Referentiegemiddelde (95% BI) Gechloreerde persistente stoffen in serum Referentie-P 9 (95% BI) Dioxine-achtige stoffen (pg Calux TEQ/g vet) PCB s (ng/g vet) p,p -DDE (ng/g vet) HCB (ng/g vet) ,2 (18,2-2,2) 46,1 (43,3-49,) ( ) 515 ( ) ( ) 136 ( ) ,9 (55,2-58,6) 11 (14-115) Zware metalen Bloed lood (µg/l) Bloed cadmium (µg/l) Urinair cadmium (µg/g creatinine) PAK-merker (1-hydroxypyreen in ng/g creatinine) Benzeen-merker (t,t - muconzuur in µg/g creatinine) ,6 (38,4-4,9) 77,3 (73,8-8,9) 1534,42 (,4-,44) 1,3 (,96-1,9) 1535,62 (,6-,64) 1,21 (1,14-1,28) Afbraakproducten van vluchtige stoffen in urine ( ) 61 (529-69) (79-92) 331 (28-381) Dioxine-achtige stoffen (dioxines en furanen) werden bepaald met de XDS-calux assay; PCB s zijn de som van merker PCB 138, 153 en 18; p,p -DDE is een afbraakproduct van DDT; HCB is hexachloorbenzeen. BI = betrouwbaarheidsinterval. Alle merkers werden gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en roken; dioxine-achtige stoffen, PCB s, p,p -DDE en HCB werden ook gecorrigeerd voor BMI. Kleine veranderingen die voor het individu geen betekenis hebben, kunnen echter op groepsniveau wel betekenisvol worden. Vergelijken we dit met de begrippen weer en klimaat : een verschil in dagtemperatuur van 2 C is niet 24

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu en Gezondheid SAMENVATTING

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu en Gezondheid SAMENVATTING Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu en Gezondheid 2002-2006 SAMENVATTING Achtergrond De impact van milieuvervuiling wordt gewoonlijk opgevolgd door meting van polluenten in lucht, water, bodem

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Humane biomonitoring bij jongeren in Genk-Zuid Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid of wonen nabij

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Vlaamse referentiepopulatie 2007-2011 Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid de aanwezigheid van vervuilende

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Humane biomonitoring bij jongeren in de regio Menen Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid of wonen nabij

Nadere informatie

Blootstelling per gebied overzicht van resultaten

Blootstelling per gebied overzicht van resultaten Blootstelling per gebied overzicht van resultaten In onderstaande tabellen worden de gebiedsverschillen samengevat. Tabel 1: Gemiddelde (95% betrouwbaarheidsinterval) blootstelling per gebied. Deze tabel

Nadere informatie

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone. Resultaten bij jongeren 28 januari februari 2015 Steunpunt Milieu en Gezondheid

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone. Resultaten bij jongeren 28 januari februari 2015 Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane biomonitoring Gentse kanaalzone Resultaten bij jongeren 28 januari 2015 5 februari 2015 Steunpunt Milieu en Gezondheid 1 situering Onderzoeksteam = Steunpunt Milieu en Gezondheid Beleidsrelevant

Nadere informatie

Humane biomonitoring GENK-ZUID Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN

Humane biomonitoring GENK-ZUID Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN Humane biomonitoring GENK-ZUID 2016 2018 Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN 1 Wat is de humane biomonitoring Genk-Zuid 2016/2018? Waarom deden we dit onderzoek?

Nadere informatie

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone Humane biomonitoring Gentse kanaalzone Resultaten bij jongeren 27 januari 2015 Steunpunt Milieu en Gezondheid 1 situering Onderzoeksteam = Steunpunt Milieu en Gezondheid Beleidsrelevant onderzoek, in opdracht

Nadere informatie

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX,

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX, Antwerpen, postdatum Beste mevrouw XXX, Je hebt meegewerkt aan het onderzoek naar persistente organische polluenten (POP s) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvoor dank.

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie!

Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie! INHOUDSTAFEL INLEIDING Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie! Resultaten campagne volwassenen (2004-2005) Rapport bestemd voor deelnemers 1. AANPAK

Nadere informatie

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen Biomerkers van blootstelling Analyse van covariabelen De analyse van covariabelen heeft 2 doelstellingen: 1. Significante covariabelen selecteren om na te gaan welke factoren bijdragen tot de variabiliteit

Nadere informatie

Biomonitoring bij jongeren

Biomonitoring bij jongeren Biomonitoring bij jongeren Onderzoek naar milieu en gezondheid in de Gentse kanaalzone Groepsresultaten In deze brochure vind je de belangrijkste resultaten van de humane biomonitoring uitgevoerd in de

Nadere informatie

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN Ann Colles, Bert Morrens, Liesbeth Bruckers, Greet Schoeters en Ilse

Nadere informatie

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring - Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring - Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen 1 Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring - Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen Tabel 1: Blootstellingsmerkers Polluent Wat zijn de naamste bronnen Cadmium laatste 3-4 maanden

Nadere informatie

SELECTIE BIOMERKERS 4 DE STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID FLEHS IV

SELECTIE BIOMERKERS 4 DE STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID FLEHS IV SELECTIE BIOMERKERS 4 DE STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID FLEHS IV 2016-2021 ACHTERGROND SELECTIE BIOMERKERS Thema s Tijdstrends (FLEHSI 2002-2017, N=200) Gezond wonen (N=600) Gezonde voeding (N=600) Ruimtegebruik,

Nadere informatie

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde blootstellingsmetingen Polluent Cadmium Lood Chroom Nikkel - non ferro industrie, schrootverwerkende industrie - in het verleden:

Nadere informatie

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde metingen

Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde metingen Steunpunt Milieu en Gezondheid Humane Biomonitoring Overzicht van uitgevoerde metingen Polluent Lood Cadmium Mangaan Koper Thallium - loodhoudende verf - loden drinkwaterleidingen - ferro en non ferro

Nadere informatie

Humane biomonitoring Meten in de mens. Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne Antwerpen

Humane biomonitoring Meten in de mens. Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne Antwerpen Humane biomonitoring Meten in de mens Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne Antwerpen Inhoud Vlaamse humane biomonitoring Steunpunt milieu en gezondheid eerste generatie: resultaten Steunpunt

Nadere informatie

situering Pilootstudie (1999) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 1 e generatie ( ) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 2 e generatie ( )

situering Pilootstudie (1999) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 1 e generatie ( ) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 2 e generatie ( ) situering Pilootstudie (1999) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 1 e generatie (2001-06) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 2 e generatie (2007-11) Steunpunt Milieu & Gezondheid, 3 e generatie (2012-15) 1 situering

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie!

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie! Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie! Resultaten campagne pasgeborenen(2002-2003) Rapport bestemd voor deelnemers Het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma

Nadere informatie

STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID. Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine

STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID. Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID DEELSTUDIE BIJ VOLWASSENEN Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine Deze documenten geven achtergrondinformatie bij de metingen die werden uitgevoerd in bloed

Nadere informatie

Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking. Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders)

Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking. Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders) Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders) Voor elke effect merkers werden confounders gedefiniëerd op basis van de literatuur (zie analyseplan).

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie!

Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie! INHOUDSTAFEL Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie! Resultaten campagne jongeren (2003-2004) Rapport bestemd voor deelnemers Het Vlaams Humaan Biomonitoringprogramma

Nadere informatie

SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT

SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT HUMAAN BIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 LUIK GENTSE KANAALZONE SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT resultaten Gentse kanaalzone Steunpunt Milieu en Gezondheid (2012-2015) 27 januari 2015 2 In dit rapport worden

Nadere informatie

Onderzoeksplan Gentse Kanaalzone

Onderzoeksplan Gentse Kanaalzone Onderzoeksplan Gentse Kanaalzone Steunpunt Milieu en Gezondheid 2012-2015 Inhoud Factsheet: Humane Biomonitoring Gentse Kanaalzone 2 Onderzoeksvragen 3 Doelgroep 4 Onderzoeksgebied 4 Biomerkerselectie

Nadere informatie

De eerste resultaten. Een milieu-gezondheidsprofiel voor Dessel, Mol en Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby

De eerste resultaten. Een milieu-gezondheidsprofiel voor Dessel, Mol en Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby De eerste resultaten Een milieu-gezondheidsprofiel voor Deze brochure vat de eerste resultaten van de 3xG-studie samen. Van 150 moeders en pasgeboren baby s uit werden urine, bloed, navelstrengbloed en

Nadere informatie

BIOLOG: Communicatieoefening. Biomonitoring Gentse kanaalzone. Bijlagebundel. Hans Keune en Ilse Loots

BIOLOG: Communicatieoefening. Biomonitoring Gentse kanaalzone. Bijlagebundel. Hans Keune en Ilse Loots Steunpunt MILIEU & GEZONDHEID LUIK SOCIAAL EN GEZONDHEIDSECONOMISCH ONDERZOEK December 2004 Het steunpunt Milieu en Gezondheid is een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit

Nadere informatie

Steunpunt Milieu en Gezondheid

Steunpunt Milieu en Gezondheid Steunpunt Milieu en Gezondheid Onderzoeksconsortium met deelname van Vrije Universiteit Brussel Universiteit Gent Universiteit Antwerpen Katholieke Universiteit Leuven Limburgs Universitair Centrum Universiteit

Nadere informatie

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven GEWICHT, VOEDING, BEWEGEN EN ALCOHOL INFOBLAD Ongeveer 30% van kanker zou voorkomen kunnen worden. Een garantie om kanker te voorkomen is er niet. Je kan wel het risico op kanker verkleinen door een gezonde

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011. Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011. Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen 1 Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011 Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen Oktober 2012 Nik Van Larebeke, Isabelle Sioen, Elly Den Hond, Vera Nelen, Els Van de Mieroop, Tim Nawrot, Liesbeth

Nadere informatie

Hormoon verstorende stoffen

Hormoon verstorende stoffen Hormoon verstorende stoffen Dr. Vera Nelen, Directeur PIH Antwerpen Woordvoerder Steunpunt milieu en gezondheid 1-10/20/2014 Inhoud Wat zijn hormonen, Waarom zijn ze belangrijk Hormoonverstorende stoffen,

Nadere informatie

Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling

Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling Chemisch toxicologische eigenschappen van acrylonitril en medische aspecten van een blootstelling Prof. Dr. Benoit Nemery KU Leuven Prof. Dr. Christophe Stove UGent Acrylonitril: chemische eigenschappen

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie. Samenvatting van resultaten pasgeborenencampagne

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid ( ) Monitoring voor actie. Samenvatting van resultaten pasgeborenencampagne Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Milieu & Gezondheid (2002-2006) Monitoring voor actie Samenvatting van resultaten pasgeborenencampagne Het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma wordt uitgevoerd in

Nadere informatie

Waarom kunnen omgevingsfactoren een belangrijk risico op kanker inhouden?

Waarom kunnen omgevingsfactoren een belangrijk risico op kanker inhouden? Waarom kunnen omgevingsfactoren een belangrijk risico op kanker inhouden? 1.Mechanistische inzichten in belang van lage dosissen 1.1Carcinogenese berust op accumulatie van mutaties 1.2 Dosis-antwoord voor

Nadere informatie

Humane biomonitoring Genk-Zuid

Humane biomonitoring Genk-Zuid Humane biomonitoring Genk-Zuid Steunpunt Milieu en Gezondheid Infomoment stadsschouwburg Genk 29 september 2011 www.milieu-en-gezondheid.be 1 Situering studie Team: steunpunt Milieu en Gezondheid in opdracht

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/106 AANBEVELING NR 09/04 VAN 15 SEPTEMBER 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT

SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT HUMAAN BIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 LUIK REFERENTIEBIOMONITORING JONGEREN SAMENVATTING RESULTATENRAPPORT Samenvatting Kadering De derde cyclus van het humaan biomonitoringsmeetnetwerk wordt uitgevoerd

Nadere informatie

Resultaten perceptievragenlijst pasgeborenencampagne biomonitoring

Resultaten perceptievragenlijst pasgeborenencampagne biomonitoring Resultaten perceptievragenlijst pasgeborenencampagne biomonitoring Hier volgt een uitgebreid overzicht van de resultaten van het perceptieonderzoek in het kader van de pasgeborenencampagne van de biomonitoring.

Nadere informatie

Steunpunt Milieu en Gezondheid

Steunpunt Milieu en Gezondheid 1 Steunpunt Milieu en Gezondheid, 2007-2011 Kadering Uitgebreide samenvatting Het industriegebied Genk-Zuid werd als eerste prioriteit geselecteerd in de hot spot selectieprocedure van het Steunpunt 2007-2011.

Nadere informatie

MIRA 2012 Verspreiding van POP s

MIRA 2012 Verspreiding van POP s MIRA 212 Verspreiding van POP s Emissie van dioxines naar lucht dioxine-emissie (g TEQ) 6 5 4 overige** energie huishoudens 3 2 1 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211* * voorlopige cijfers ** overige: landbouw

Nadere informatie

benzo(a)pyreen of Naam, formule, eigenschappen

benzo(a)pyreen of Naam, formule, eigenschappen 006 1 Benzo(a)pyreen Benzo(a)pyreen (BaP) is in het nieuws geweest door de werkelijke of vermeende besmetting van voedingsmiddelen zoals groenten en koffie. Het is een van de ongeveer honderd bekende polycyclische

Nadere informatie

15 jaar Vlaams humaan biomonitoringprogramma: meten, weten en actie

15 jaar Vlaams humaan biomonitoringprogramma: meten, weten en actie 15 jaar Vlaams humaan biomonitoringprogramma: meten, weten en actie Dr. Ir. Karen Van Campenhout DEPARTEMENT DEPARTEMENT Vlaams Planbureau Omgeving VLAANDEREN LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE voor RUIMTE Departement

Nadere informatie

DEMOCOPHES ONDERZOEK. persoonlijke resultaten

DEMOCOPHES ONDERZOEK. persoonlijke resultaten DEMOCOPHES ONDERZOEK persoonlijke resultaten Geachte Mevrouw, Wij danken u en uw kind voor uw deelname aan de studie DEMOCOPHES 1. Hierbij bezorgen wij u uw persoonlijke resultaten. De bedoeling van het

Nadere informatie

Dessel, Mol & Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby.

Dessel, Mol & Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby. Uw regio, uw gezondheid, uw baby. Dessel, Mol & Retie U vindt het goed wonen in Dessel, Mol en Retie? Maar met een baby op komst stelt u zich toch soms vragen over de kwaliteit van ons milieu? Wilt u de

Nadere informatie

VMM-METINGEN IN MENEN

VMM-METINGEN IN MENEN VMM-METINGEN IN MENEN WAAR WORDT GEMETEN? - MN01: in woonzone (impact voedselketen) - MNO8: industriezone (impact bron) - MN13: woonzone (stopgezet in 2013) - WK01: agrarisch gebied (stopgezet in 2013

Nadere informatie

Humane biomonitoring Genk-Zuid

Humane biomonitoring Genk-Zuid Humane biomonitoring Genk-Zuid Steunpunt Milieu en Gezondheid www.milieu-en-gezondheid.be Situering studie Onderzoeksteam: steunpunt Milieu en Gezondheid: consortium i.o.v. Vlaamse overheid Onderzoeksopzet:

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

RESULTATENRAPPORT PASGEBORENEN

RESULTATENRAPPORT PASGEBORENEN VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 RESULTATENRAPPORT PASGEBORENEN Samenvatting Kadering De derde cyclus van het humaanbiomonitoringsnetwerk wordt uitgevoerd in het kader van het Steunpunt Milieu

Nadere informatie

(hoofdstuk 2) vatting Samen

(hoofdstuk 2) vatting Samen The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn

Nadere informatie

Darmkanker opsporen? Poepsimpel!

Darmkanker opsporen? Poepsimpel! Darmkanker opsporen? Poepsimpel! Dokter Luc Colemont was enkele maanden geleden te gast bij LM Limburg om zijn missie uit te dragen. Want de missie van de liberale mutualiteit en de dokter is dezelfde.

Nadere informatie

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden.

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden. Toestemmingsformulier tot deelname aan het onderzoek naar persistente organische stoffen (POPs) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) Studie uitgevoerd in samenwerking

Nadere informatie

Wat betekent dit voor. van omwonenden?

Wat betekent dit voor. van omwonenden? Emissies van chemische stoffen door ThermPhos Wat betekent dit voor de gezondheid van omwonenden? dr Joost van Rooij - toxicoloog joost.vanrooij@caesar-consult.nl Informatiebijeenkomst omwonenden 1 December

Nadere informatie

Het is een ziekte die jarenlang door verschillende factoren zich ontwikkeld. Sommige factoren kun je zelf voorkomen, een paar niet.

Het is een ziekte die jarenlang door verschillende factoren zich ontwikkeld. Sommige factoren kun je zelf voorkomen, een paar niet. Werkstuk door een scholier 1583 woorden 23 april 2011 4,9 12 keer beoordeeld Vak Zorg en welzijn KANKER: Ik ga vandaag mijn spreekbeurt houden over kanker om twee redenen. De eerste is dat iedereen kanker

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Biomerkers van effect bij het kind gebiedsvergelijking. Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders)

Biomerkers van effect bij het kind gebiedsvergelijking. Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders) Biomerkers van effect bij het kind svergelijking Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders) De statistische analyse van de gegevens gebeurt op verschillende wijze, al naargelang het gaat om een

Nadere informatie

Verslag Desk Research fase1

Verslag Desk Research fase1 Steunpunt MILIEU & GEZONDHEID ONDERZOEKSGROEP FASENPLAN November 2007 Het steunpunt Milieu en Gezondheid is een samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit Brussel, de Universiteit Gent, de Universiteit

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 bevat een algemene inleiding over coeliakie en de behandeling en een beschrijving van het doel van dit proefschrift. Coeliakie komt tot ex

Hoofdstuk 1 bevat een algemene inleiding over coeliakie en de behandeling en een beschrijving van het doel van dit proefschrift. Coeliakie komt tot ex Samenvatting 121 Hoofdstuk 1 bevat een algemene inleiding over coeliakie en de behandeling en een beschrijving van het doel van dit proefschrift. Coeliakie komt tot expressie na gluteninname bij genetisch

Nadere informatie

Voorwoord. Voorwoord

Voorwoord. Voorwoord Voorwoord 2 Voorwoord Voorwoord Dit rapport bevat de eerste resultaten van de tweede cyclus van het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma (2007 2011), luik referentiebiomonitoring. Dit biomonitoringsprogramma

Nadere informatie

Van kennis naar beleid: interpretatie, participatie en actie

Van kennis naar beleid: interpretatie, participatie en actie Van kennis naar beleid: interpretatie, participatie en actie Dr. Ir. Karen Van Campenhout Vlaams Planbureau voor Omgeving Departement Omgeving DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE DEPARTEMENT RUIMTE

Nadere informatie

Bespreking pagina 1

Bespreking pagina 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Is er een verband

Nadere informatie

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker Kanker Inleiding Ik heb dit onderwerp gekozen omdat veel mensen niet weten wat kanker precies inhoud en ik zelf er ook meer van wil weten omdat mijn oma er in de zomervakantie aan gestorven is. Dat je

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid» SCSZ/09/084 AANBEVELING NR. 09/03 VAN 28 JULI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID. Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine

STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID. Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine STEUNPUNT MILIEU EN GEZONDHEID DEELSTUDIE BIJ ADOLESCENTEN Achtergrondinformatie bij de metingen in bloed en urine Deze documenten geven achtergrondinformatie bij de metingen die werden uitgevoerd in bloed

Nadere informatie

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips Vetten 1 Onderwerpen Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips 2 Wat zijn vetten? Vetten zijn naast eiwitten en koolhydraten, een van de drie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 178 Samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1. Ouder worden is geassocieerd met een toenemend verlies van spiermassa (sarcopenie) en spierkracht, hetgeen kan bijdragen aan lichamelijke achteruitgang

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 rotterdam.nl/onderzoek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Tabellenboek Onderzoek en Business Intelligence (O&BI, Gemeente ) In dit rapport staan de belangrijkste resultaten van de Gezondheidsmonitor

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij:

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij: COLOgen-Test Dikke darmkanker Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De COLOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op dikke darmkanker te bepalen. In deze

Nadere informatie

Tabel met informatie over de gemeten vervuilende stoffen

Tabel met informatie over de gemeten vervuilende stoffen 1 Tabel met informatie over de gemeten vervuilende stoffen Tabel 1: Blootstellingsmerkers Cadmium ; maat voor blootstelling de laatste 3-4 maanden Nikkel Thallium ; termijn niet gekend - sigarettenrook

Nadere informatie

hoofdstuk één hoofdstuk twee

hoofdstuk één hoofdstuk twee Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het

Nadere informatie

Bespreking 5.2.2.2. page 1

Bespreking 5.2.2.2. page 1 Ziekten en langdurige aandoeningen (verder kortweg aandoeningen genoemd) brengen specifieke gevolgen met zich mee voor de gezondheidsbeleving, het dagelijks functioneren en het gebruik van de gezondheidszorg.

Nadere informatie

Milieu en Gezondheid in Genk-Zuid. Dirk Wildemeersch Vlaamse Gezondheidsinspectie

Milieu en Gezondheid in Genk-Zuid. Dirk Wildemeersch Vlaamse Gezondheidsinspectie Milieu en Gezondheid in Genk-Zuid Dirk Wildemeersch Vlaamse Gezondheidsinspectie Inhoud Probleemstelling Giftigheid Algemeen Specifiek voor de verhoogd gemeten stoffen Richtwaarden en normen versus Genk

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 3 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 3 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen arts 3 juli 2018 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Aantal (miljoenen) Aantal (miljoenen) VAARDIG deel 2 Figuur 1A. Het voorkomen

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA 2007-2011

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA 2007-2011 VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA 2007-2011 Resultatenrapport Resultaten van het onderzoek bij jongeren in de regio Menen Foto: Daniel Herlent januari 2012 in opdracht van de Vlaamse overheid Vlaams

Nadere informatie

Zit diabetes in de genen?

Zit diabetes in de genen? Zit diabetes in de genen? Samenvatting van de lezing door internist dr. Eric Sijbrands en arts-onderzoeker drs. Mandy van Hoek, beiden verbonden aan de polikliniek voor erfelijke hart- en vaatziekten van

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Methodologie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Methodologie Inleiding Om sociale ongelijkheden in gezondheid in kaart te brengen en om mogelijke trends in de

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 169 170 Samenvatting Samenvatting Jicht is een reumatische ziekte die wordt veroorzaakt door het neerslaan van urinezuur (in de vorm van kleine naaldvormige kristallen) in en rond de gewrichten.

Nadere informatie

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP 17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP Geïnspireerd door het verschil in O 3 -concentratie tussen werkdagen en niet-werkdagen werd het concentratieverloop van de gemiddelde week berekend. Bij de berekening van het concentratieverloop

Nadere informatie

PERSBERICHT Stichting tegen Kanker Leuvensesteenweg 479 1030 Brussel 02/743 45 75 (communicatie)

PERSBERICHT Stichting tegen Kanker Leuvensesteenweg 479 1030 Brussel 02/743 45 75 (communicatie) Bijlagen 1. RESULTATEN ENQUÊTE DEDICATED RESEARCH OMTRENT ROOKVRIJE CAFÉS 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 2. INFORMATIEFICHE PASSIEF ROKEN Passief roken = passief ziek worden Eindelijk is het zover: vanaf 1

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

6.1.1. De gezondheidstoestand

6.1.1. De gezondheidstoestand 6.1. Kernboodschap 6.1.1. De gezondheidstoestand Er is een verschuiving in het morbiditeitsprofiel in vergelijking met de gegevens over overlijden. In vergelijking met de voornaamste oorzaken van overlijden

Nadere informatie

SUMMARY. Samenvatting

SUMMARY. Samenvatting SUMMARY Samenvatting 165 166 SAMENVATTING Overgewicht en obesitas bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. Eén van de gevolgen ervan is het ontstaan van hypertensie (een te hoge bloeddruk).

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Ken je cardiovasculair risico!

Ken je cardiovasculair risico! UGP-FOLDER Ken je cardiovasculair risico! Wat zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten en welke risicofactoren zijn er? Risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn factoren die de kans op ziekten

Nadere informatie

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap?

Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? Antwoorden op veel gestelde vragen over de folder Chroom-6 en ziekten: wat is er bekend uit de wetenschap? De vragen en antwoorden zijn onderverdeeld in vijf groepen: 1 Algemene vragen over de folder...1

Nadere informatie

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 rotterdam.nl/onderzoek Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Tabellenboek gebied Onderzoek en Business Intelligence (O&BI, Gemeente Rotterdam) In dit rapport staan de belangrijkste resultaten

Nadere informatie