Bijstelling businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) Versie 18 december 2013

Transcriptie

1 Bijstelling businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) Versie 18 december 2013

2 Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven per 1 januari 2014i Jaardoelen 2014 Inleiding Deze bijstellingen in het businessplan 2013 hebben als doel de jaardoelen voor 2014 te bepalen. De jaardoelen 2013 worden kort geëvalueerd en de jaardoelen 2014 toegelicht. Ook worden enkele samenhangende elementen uit de hoofdstukken 3.3. en 6.9 van het businessplan enigszins aangepast. Voor een goed zicht op de meerjarige ontwikkelingen worden de jaardoelen rond het beleggings- en giftenbeleid 2014 in een bredere context ( ) geplaatst. In het schematische meerjarenoverzicht van ambities, inhoud, strategie en organisatieontwikkeling komen ook de strategische toevoegingen naar voren (bij hoofdstuk 3.3 van het businessplan). De jaren 2012 en 2013 stonden voornamelijk in het teken van organisatie-, procesmatige en procedurele ontwikkelingen. Tegelijkertijd werd inhoudelijk beleid ontwikkeld en ingezet. Dat resulteerde voor het vermogensbeheer in een nieuw en voor het giftenbeleid in structurering, optimalisering en nieuwe aanzetten. Centraal in 2014 staan de invoering van het vernieuwde en de inhoudelijke doorontwikkeling van het giftenbeleid. 18 december 2013 (De bijstellingen betreffen de hoofdstukken 3.3, 3.4, 6.9 en de bijlagen.) 2 Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) 3

3 Toelichting op de jaardoelen 2013 Toelichting op de realisatie van de jaardoelen 2013 In 2013 zijn de jaardoelen gehaald, waarbij het volgende wordt opgemerkt: 1. Het inregelen van het raad van toezicht-model is gerealiseerd; 2. Het instellen van de auditcommissie is gerealiseerd. De auditcommissie start haar werkzaamheden begin 2014 met de jaarrekening 2013; 3. Vernieuwen en onroerendgoedbeleid: een nieuw is gerealiseerd. De invoering daarvan vindt plaats in Naar aanleiding van het vernieuwde statuut wordt in 2014 een aparte notitie vervaardigd rond het onroerend goed. 4. Het giftenbeleid is gestructureerd en gecommuniceerd. De oriëntatie op de pitch heeft geleid tot een externe opdracht. De pitch wordt in het voorjaar van 2014 voor het eerst uitgevoerd. De oriëntatie op het thematische programma heeft geleid tot voorstellen van de gemeente Maastricht. Specifieke beleidskaders zijn ontwikkeld. Het pijlerprogramma wordt evenals het thematische programma naar verwachting in het eerste kwartaal van 2014 vastgesteld. 5. De klankbordgroepen zijn gerealiseerd. Dit in de vorm van twee colleges van advies. 6. De nieuwe digitale omgeving (nieuwe website, digitale omgeving gebruikers, digitale omgeving interne organisatie en automatisering) is gerealiseerd en ingeregeld. Mede hierdoor is de in- en externe communicatie sterk verbeterd. De verdere invulling van de communicatiestrategie staat voor 2014 op de agenda. Toelichting op de jaardoelen Auditcommissie De auditcommissie start haar werkzaamheden in 2014 met de beoordeling van de jaarrekening zodra de jaarrekening van 2013 gereed is. 2. Invoering nieuw (centraal thema) Het nieuwe wordt in 2014 ingevoerd. Vanwege de aangebrachte wijzigingen in het vermogensbeheer is hier geruime tijd mee gemoeid. 3. Notitie onroerendgoedbeleid Naar aanleiding van het hernieuwde uit 2013 wordt een aparte en gedetailleerde notitie opgesteld rond het onroerendgoedbeleid. Jaardoelen 2014 (overzicht) De jaardoelen voor 2014 zijn samengevat in het onderstaande overzicht. 1. Aanvang werkzaamheden auditcommissie Rvt 2. Invoering nieuw (centrale doelstelling) Rvt 3. Gedetailleerde notitie onroerendgoedbeleid Rvb 4. Gedetailleerde uitwerking organisatiekosten en SLA Rvb 5. Invoering nieuwe thema s, pitch en pijlerprogramma Rvb 6. Aanvang werkzaamheden colleges van advies Rvb 7. Ontwerp communicatiestrategie Rvb 8. Doorontwikkeling inhoudelijk giftenbeleid (centrale doelstelling) Rvb 4. Kosten van de organisatie en SLA Er wordt uitvoering gegeven aan wat in het businessplan is opgenomen onder hoofdstuk Om meer duidelijkheid te krijgen over het kostenniveau vinden een interne analyse en een vergelijkend onderzoek bij andere vermogensfondsen plaats. Er wordt uitvoering gegeven aan wat in het businessplan is opgenomen onder Kostenverdelingsovereenkomst en service level (hoofdstuk 6.11). Voor intern gebruik wordt een service level agreement vervaardigd. 4 Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) 5

4 5. Invoering nieuwe thema s, pitch, pijlerprogramma en aanvang colleges van advies De thema s en het pijlerprogramma worden vastgesteld in het eerste kwartaal van Hiertoe wordt de colleges van advies om advies gevraagd. De eerste pitch op sociaal-maatschappelijk gebied vindt plaats in het eerste kwartaal van Aanvang werkzaamheden colleges van advies De colleges van advies zijn in 2013 geïnstalleerd. De advieswerkzaamheden starten in Communicatiestrategie De communicatiestrategie wordt in 2014 verder verfijnd. Deze strategie is er onder meer op gericht om teleurstellingen vanwege het niet-toekennen van bijdragen om te buigen in tevredenheid als bijdragen wel worden gehonoreerd. 8. Doorontwikkeling inhoudelijk giftenbeleid (centrale doelstelling) Ambitie Onderstaand schema schetst op hoofdlijnen de ontwikkeling van Stichting Elisabeth Strouven in de afgelopen twee jaar en brengt deze in verband met de voorgenomen ontwikkeling in 2014 en Van een relatief gesloten stichting tot 2012 ontwikkelt zich het ambitieniveau naar een relatief open instelling vanaf In 2014 wordt de omgeving steeds meer betrokken bij Stichting Elisabeth Strouven. In 2015 en de jaren die volgen wordt meer en meer samengewerkt met de omgeving. Het einddoel van de toegenomen samenwerking met de omgeving wordt ook wel aangeduid als venture philanthropy. Samen met initiatiefnemers zoekt Stichting Elisabeth Strouven naar duurzame en structurele oplossingen. Vaker ook is de stichting langere tijd betrokken en brengt ze haar financieringsvorm in lijn met de omstandigheden. Daar blijft het niet bij. Stichting Elisabeth Strouven ondersteunt ook projecten met nietfinanciële middelen. Dit bijvoorbeeld door netwerken open te stellen of door coaching en advisering van het management. Daarnaast bespreekt de stichting de voortgang van projecten en stelt ze vast of de beoogde effecten worden bereikt. Hierdoor is bijsturing mogelijk en kan de lokale samenleving daadwerkelijk worden geholpen met de steun van Stichting Elisabeth Strouven. Verder zoekt de stichting samenwerking met andere fondsen en partijen die van belang zijn om belangrijke projecten te realiseren. Structuur Door de invoering van het raad van toezicht-model in 2013 is het mogelijk geworden om efficiënter en effectiever te besturen. Ook heeft de raad van toezicht de gelegenheid om het werk van de stichting op hoofdlijnen richting te geven. Dit naast haar verantwoordelijkheid om toe te zien op een juiste en verantwoorde uitvoering. Inhoud Een van de instrumenten om inhoudelijk een professionele doorontwikkeling mogelijk te maken, is de totstandkoming en instelling van de leerstoel Filantropie en Sociale Innovaties, een samenwerkingsverband van Stichting Elisabeth Strouven en de Universiteit Maastricht. Deze leerstoel bestrijkt drie terreinen. Ten eerste draagt de leerstoel bij aan de ontwikkeling van nieuwe wetenschappelijke inzichten in filantropie. Ten tweede geeft de leerstoel inzicht in de wegen waarlangs filantropie sociale innovaties in commerciële en niet-commerciële organisaties kan initiëren of versterken. Ten derde richt de leerstoel zich op sociale innovaties in filantropische organisaties. Daarnaast draagt de leerstoel door het valoriseren van deze inzichten bij aan de ontwikkeling van een nieuw lokaal beleidsmodel waarin overheden, particulier-maatschappelijke initiatieven en marktpartijen een rol spelen. De leerstoel is maatschappelijk relevant omdat deze voorziet in een kennisbehoefte op een terrein dat maatschappelijk steeds belangrijker wordt. Ten vierde vervaardigt de leerstoelhouder een populairwetenschappelijke versie van een verhandeling over Stichting Elisabeth Strouven (laatste vijftig jaar en verder). De totstandkoming van een aan de leerstoel gelieerd European Center for Philantropy (werktitel) moet de interactie met en de vertaling van onderzoek naar de (eur)regionale praktijk veiligstellen. Hierdoor kunnen sociale innovaties ook daadwerkelijk tot stand komen. Dit vanuit de wisselwerking tussen leerstoel (onderzoek) en praktijk (Stichting Elisabeth Strouven en waar mogelijk en gewenst andere lokale fondsen). Binnen het center wordt ook aandacht besteed aan de erfenis van Via Daarnaast worden nieuwe (financierings)bronnen aangeboord voor Maastrichtse en (eur)regionale projecten op het terrein van sociaalmaatschappelijke en culturele innovatie. Verder kan het beoogde Maastrichtfonds (een lokaal gemeenschapsfonds) worden gepositioneerd. De leerstoel met daaraan gekoppeld het center is een extern samenwerkingsverband dat het werk van Stichting Elisabeth Strouven en andere (eur)regionale fondsen ondersteunt. Door deze samenwerking wordt de impact van Stichting Elisabeth Strouven op de maatschappij naar verwachting vergroot. Strategie Stichting Elisabeth Strouven handhaaft in haar vernieuwde m.i.v een defensief en gespreid beleggingsbeleid, waarbij risico s zoveel als mogelijk worden uitgesloten. Voor wat betreft het giftenbeleid tracht zij haar maatschappelijk impact te vergroten door het aanbieden van nieuwe diensten in de vorm van informatie, netwerkdeling, ondersteuning bij 6 Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) 7

5 projectplanning en bij het aanboren van mogelijk aanvullende financiering. Door samenwerkingen met derden kan de eigen organisatie relatief klein blijven. Organisatie Het uitgangspunt is om de organisatie van Stichting Elisabeth Strouven de komende jaren relatief klein te Jaar Ambitie Relatief gesloten Relatief open Betrekken omgeving Structuur Bestuursmodel Rvt-model excl. beleggingsbeleid Strategie Bestaand Meer gericht giftenbeleid Oriëntatie beleggingsbeleid Outreachend en meer proactief giftenbeleid Inhoud Beleidsplanning Zesdelig subsidie-programma Informatie (ICT) Vernieuwd houden. Dit uitgangspunt wordt getoetst en onderbouwd binnen een nadere uitwerking van de organisatiekosten. Daartoe wordt het in verband gebracht met de activiteiten van de stichting en de totstandkoming van een onderliggend service level agreement. Stichting Elisabeth Strouven wil haar expansie de komende jaren vooral realiseren door het verstrekken Rvt-model excl. beleggingsbeleid Invoering vernieuwd Informatiedeling Invoering Doorontwikkeling inhoudelijk beleid Toename venture philanthropy Rvt-model Vernieuwd Samenwerking Vergroting maatschappelijke impact van externe opdrachten, bijvoorbeeld via de organisatie van de pitch. Maar ook door het aangaan van samenwerkingsverbanden, zoals het geval is bij de eerdergenoemde leerstoel. Hierdoor nemen de kosten toe, waarbij steeds de afweging gemaakt moet worden of deze kosten ook de baten (social return on investment) voor de stichting rechtvaardigen. 6.9 Transparantie Op het gebied van transparantie hebben zich in 2013 twee ontwikkelingen voorgedaan. In de eerste plaats heeft de overheid nieuwe regels gesteld rond de ANBI-status. Deze regels schrijven een hogere mate van transparantie voor dan tot nu toe gebruikelijk was. Dat geldt ook voor vermogensfondsen zoals Stichting Elisabeth Strouven. Om hieraan te kunnen voldoen, richt de stichting een specifieke ANBI-pagina in op haar website. In de tweede plaats is het afgelopen jaar niet alleen de roep om meer informatie van de zijde van de overheid sterker geworden. Ook binnen de in- en externe omgeving van Stichting Elisabeth Strouven zijn de bereidheid en de wens toegenomen om meer gedetailleerde informatie te verstrekken of te verkrijgen. Naast de actuele informatie op de website wordt om die reden meer gedetailleerde informatie verstrekt. Daarnaast worden alle gehonoreerde projecten inclusief de toegekende bedragen gepubliceerd in de verslaggeving over het jaar En zo mogelijk ook in de loop van het jaar Organisatie Relatief klein Relatief klein Relatief klein Externe opdrachten Relatief klein Externe opdrachten Samenwerking 8 Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) 9

6 Bijlagen Bijlagen Inhoud Gereed Inhoud1 Gereed 1. Governance 1.1 Statuten November Rooster van aftreden en herbenoeming December Gedragscode FIN, de Vereniging van Fondsen in Nederland November Reglementen 2.1 Directiereglement November Directiereglement (spreadsheet) November Reglement Rvt December Reglement colleges van advies September Gronden en beleidskaders voor het subsidiebeleid 3.1 Thema s December Pijlers December Beleidskaders voor directe aanvragen December Pitch Elisabeth Strouven December %-regeling December Elisabeth Strouven Monumenten Fonds 3.2 Operationele uitwerking pitch Elisabeth Strouven 2014 November Contract NRF/Elisabeth Strouven Monumenten Fonds December Financiën 5.11 Begroting 2014 (bijstellingen businessplan) December Jaarrekening 2013 December Service level agreement/organisatiekosten Juni Monitoring consolidatierisico November Monitoring bijdragen en projecten September Beleggingen en onroerend goed 6.11 Beleggingsstatuut (vernieuwd) December Aansluitende notitie onroerendgoedbeleid Juni Diverse bijlagen 7.11 Samenstelling colleges van advies Oktober Communicatieplan Oktober Regelingen 4.1 Bijdrageregeling November Voorwaarden bij toekenning bijdrage November Richtlijnen inhoudelijke en financiële verantwoording November Bijstellingen businessplan Stichting Elisabeth Strouven (SES) 11

7 12