dr. E S. Kunnen, Sectie Ontwikkelings en Experimenteel Klinische Psychologie/RuG, Grote Kruisstraat 2/1, 9712 TS Groningen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "dr. E S. Kunnen, Sectie Ontwikkelings en Experimenteel Klinische Psychologie/RuG, Grote Kruisstraat 2/1, 9712 TS Groningen."

Transcriptie

1 dat inzet leidt tot succes, en inzicht in taakrelevante informatie wordt gestimuleerd door en stimuleert de ervaren controle. Dit onderzoek suggereert, hoewel het aantal kinderen in het onderzoek te klein is om vèrgaande uitspraken te kunnen doen, dat het programma de basis legt voor een zichzelf versterkend proces van toenemende motivatie en zelfvertrouwen bij mytylleerlingen. Problemen met motivatie en zelfvertrouwen zijn echter niet voorbehouden aan mytylleerlingen. Vergelijkbare problemen doen zich voor in alle soorten speciaal onderwijs. Om deze reden wordt momenteel gewerkt aan een algemenere vorm van het programma dat behalve voor mytylscholen geschikt zal zijn voor lom, mlk, zmok, en voor scholen voor zintuiglijk gehandicapten. LITERATUUR Blaauboer, S.A.A. (1987). Onderwijs aan (meervoudig) gehandicapte kinderen: `Zo is het nu, maar... hoe moet het in de toekomst?' Groningen: Rooien. Blatchford, P. (1992). Academica selfassessment at 7 and 11 years: Its accuracy and association with ethnic group and sex. British Journal of Educational Psychology, 62, Driesum, P. van (1991). Een motivatieinstrument voor kinderen van 6 tot 8 jaar. Projectverslag sectie Ontwikkelings- en Experimentele Klinische Psychologie. Groningen: RUG. Harter, S. (1978). Effectance motivation reconsidered. In K. Riegel (Ed.), Human development. Basel. Harter, S. (1980). A Scale of Intrinsic Versus Extrinsic Orientation in the Classroom. Denver: University of Denver. Heckhausen, H. (1982). The development of achievement motivation. In W. Hartup, I.M. Hammer & H.L. Pick (Eds.), Review of child development research (pp ). Chicago: University of Chicago Press. Kunnen, E.S. (1992a). Mastering (with) a handicap. Proefschri ft. Groningen: RUG. Kunnen, E.S. (1992b). Motivatie en controle-ervaring in de Mytylschool. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 32, Kunnen, E.S. (1995a). Stimuleren van motivatie en zelfvertrouwen. Eindverslag voor de Stichting Kinderpostzegels Nederland. Groningen: sectie O/EKP. Kunnen, E.S. (1995b). Stimuleren van motivatie en zelfvertrouwen, een programma voor de Mytylschool. Groningen: sectie O/EKP. Meichenbaum, D. (1979). Cognitieve gedragsmodificatie. Deventer: Van Loghum Slaterus. Meyer-Probst, B. (1975). Leistungsspezifische Verhaltungsweisen. In G. Gollnitz & H. Roster (Eds.), Psychologische Untersuchungen zur Entwicklung hirngeschadigter Kinder (pp ). Berlin: DEB Deutscher Verlag der Wissenschaften. Nederlands Instituut van Psychologen (1982/1992). Documentatie van tests en testresearch in Nederland. Assen: Van Gorcum. Skinner, E.A., Chapman, M., & Baltes, P.B. (1988). Control, means-ends, and agency beliefs: a new conceptualisation and its measurement during childhood. Journal of Personality and Social Psychology, 54, Skinner, E.A. (1995). Perceived control, motivation and coping. London: Sage. Verriest, M., Vanbesien, W., Bellemans, H., & Wantiez, F. (1975). Bewerking van de Devereux Schaal voor Gedragsobservaties in het basisonderwijs. (Spivack en Swift). Amsterdam. Swets & Zeitlinger. Weisz, J R. & Cameron, A.M. (1985). Individual differences in the student's sense of control. Human Development, 25, ADRES VAN DE AUTEUR dr. E S. Kunnen, Sectie Ontwikkelings en Experimenteel Klinische Psychologie/RuG, Grote Kruisstraat 2/1, 9712 TS Groningen. 498

2 M.I. GEERLINGS, W. KRAAY, A. BOUMA & J. W. VAN STRIEN* Effect woordlengte op herken- ning woorden en non- woorden bij volwassen dyslectici SAMENVATTING Dit onderzoek richt zich op de vraag in welk opzicht woordherkenning bij volwassen dyslectici verschilt van normaal lezenden. Uitgangspunt hierbij is het dual-route model van Morton (1980). In een lexicale decisietaak werd aan de proefpersonen gevraagd woorden (regelmatig en onregelmatig) te onderscheiden van non-woorden. De stimuli varieerden in woordlengte van 4, 5 en 6 letters. De taak werd afgenomen bij 25 dyslectische volwassenen en bij een aan deze groep op leeftijd, sekse en opleiding gematchte controlegroep. De resultaten van de lexicale decisietaak laten zien dat de dyslectici op alle condities tragere reactietijden vertonen en meer fouten maken dan de controlegroep. Bovendien blijken dyslectici extreem veel moeite te hebben met het herkennen van nonwoorden. Daarnaast wordt bij de dyslectici voor zowel regelmatig als onregelmatige woorden een woordlengte-effect gevonden, dit in tegenstelling tot de controlegroep, die voor beide typen woorden geen lengte-effect laten zien. Op grond van de resultaten wordt geconcludeerd dat de dyslectici, ondanks het feit dat zij ervaring hebben opgedaan met lezen, geen gebruik maken van volwassen leesstrategieën. Aangezien de grafeem-foneem correspondenties zich bij dyslectici onvoldoende ontwikkeld hebben, hebben ze in het lees-leerproces de overstap naar directe woordherkenning niet optimaal kunnen maken. Doordat het directe woordherkenningsproces nog steeds moeizaam verloopt, zijn dyslectici genoodzaakt te blijven steunen op grafeem-foneem correspondenties. 1 Inleiding Dyslexie is een ontwikkelingsstoornis die meestal in de kinderjaren gediagnostiseerd wordt en zich veelal uitstrekt tot in de volwassenheid (Bruck, 1985; Finucci, Gottfredson & Childs, 1986). Het is de vraag of dyslectische volwassenen dezelfde leesproblemen hebben als dyslectische kinderen. Volwassenen hebben immers het proces van het beginnend lezen allang achter zich en hebben meer ervaring opgedaan met lezen. Huidige modellen met betrekking tot de normale leesontwikkeling richten zich op het belang van een adequate spelling-klank correspondentie voor het verkrijgen van een goede woordherkenning (Juel, Griffith & Gough, 1986; Bruck, 1990). Ervaren lezers herkennen bekende woorden voornamelijk op * Wij willen alle mensen bedanken die hun medewerking aan dit onderzoek hebben verleend. In het bijzonder willen wij de afdelingen Noord-Holland en Zuid-Holland van de Landelijke Vereniging Woortblind' bedanken voor hun speciale bijdrage aan dit onderzoek. 499 TIJDSCHRIFT VOOR ORTHOPEDAGOGIEK, 34 (1995)

3 basis van het gehele woordbeeld. Daarnaast gebruiken ze grafeemfoneem correspondenties voor het herkennen van woorden die minder vaak voorkomen en dus minder bekend zijn (Andrews, 1982). Onvoldoende kennis van grafeemfoneem correspondenties zal de overgang naar woordherkenning op basis van het gehele woordbeeld bemoeilijken (Bruck, 1988; Jorm & Share, 1983). Onderzoek naar woordherkenning staat onder grote invloed van het dualroute model van Morton (Coltheart, 1978). John Morton heeft het dualroute model ontwikkeld om te verklaren hoe ervaren lezers geschreven en gesproken woorden begrijpen (Morton, 1980). Volgens dit model zijn er twee, door hem als onafhankelijk beschouwde, routes waarlangs woorden herkend worden: een fonologische (of indirecte) route, en een lexicale (of directe) route. Woordherkenning via de fonologische route is gebaseerd op kennis van grafeem-foneem correspondenties. Het woord wordt dan niet direct, in zijn geheel herkend, maar de letters (grafemen) of morfemen worden afzonderlijk gelezen en via het auditieve systeem herkend. Woordherkenning via de lexicale route is gebaseerd op kennis van het gehele woordbeeld. Woorden die vele malen gelezen zijn hebben een representatie in het geheugen, die geactiveerd wordt zodra deze woorden gelezen worden. Het woordbeeld is dan zo bekend geworden dat de herkenning direct plaatsvindt. Om het functioneren van de twee routes nader te onderzoeken, wordt er onderscheid gemaakt tussen herkenning van woorden en nonwoorden (= niet bestaande woorden) enerzijds en regelmatige en onregelmatige woorden anderzijds. Regelmatige woorden zijn woorden waarvan de grafemen met de fonemen corresponderen. Staat is bijvoorbeeld een regelmatig woord. Bij onregelmatige woorden komt de spelling niet overeen met de klank. Yoghurt is een voorbeeld van een onregelmatig woord. Een voorbeeld van een non-woord is gruf. Volgens het dual-route model kunnen regelmatige woorden zowel via de lexicale route als via de fonologische route herkend worden. Onregelmatige woorden kunnen uitsluitend herkend worden via de lexicale route. Non-woorden (als gruf) kunnen volgens het model alleen via de fonologische route herkend worden, omdat er in het geheugen geen directe representatie van het woordbeeld is (Ellis, 1984). Als volwassen lezers regelmatige en onregelmatige woorden even goed en even snel herkennen, dan lezen zij volgens het dual-route model via de lexicale route. Worden daarentegen regelmatige woorden beter herkend dan onregelmatige woorden (dit wordt het regelmatigheids-effect genoemd), dan wordt bij het lezen ook van de fonologische route gebruik gemaakt. Specifieke problemen met het lezen van onregelmatige woorden duiden op stoornissen in de lexicale route, terwijl specifieke problemen met het lezen van non-woorden op stoornissen in de fonologische route duiden (Ben-Dror, Pollatsek & Scarpati, 1991). Leesproblemen zijn tot nu toe vooral onderzocht bij kinderen. Het is inmiddels algemeen erkend dat dyslectische kinderen met name moeite hebben met het herkennen van losstaande woorden (Gough & Tunmer, 1986; Stanovich, 1982). De vraag is of dit ook voor volwassen dyslectici geldt. Uit onderzoek van Bruck (1990) en Ben-Dror e.a. (1991) bleek dat volwassen dyslectici bid het benoemen van woorden (regelmatig/onregelmatig) en nonwoorden moeite hadden met het benoemen van non-woorden. De 500

4 fonologische route zou volgens het dual-route model dus bid de dyslectici gestoord zijn. Op basis van het dualroute model hadden Ben-Dror e.a. (1991) de voorspelling gedaan dat naarmate de fonologische route meer gestoord zou zijn er meer gebruik gemaakt zou worden van de lexicale route. In tegenstelling tot hun verwachting, vertoonden de dyslectici ook het regelmatigheids-effect, zij benoemden regelmatige woorden beter dan onregelmatige woorden. Dit zou betekenen dat dyslectici toch gebruik maken van de fonologische route. Bovendien vonden Ben-Dror e.a. (1991) dat een sterker regelmatigheids-effect significant gerelateerd was aan de problemen om non-woorden te lezen. Op grond hiervan veronderstellen Ben-Dror e.a. dat de twee routes van het model van Morton niet onafhankelijk van elkaar functioneren, zoals door het model verondersteld wordt. In tegenstelling tot Ben-Dror e.a., stelt Bruck (1990) dat dyslectici bij het lezen gebruik maken van de fonologische route, hoewel deze niet optimaal functioneert. Zij veronderstelt dat dyslectici in het lees-leerproces de overstap van woordherkenning door middel van grafeem-foneem correspondenties naar woordherkenning door middel van het gehele woordbeeld niet gemaakt hebben. Dit verklaart waarom de dyslectici het regelmatigheids-effect vertonen en tegelijkertijd veel moeite hebben met het lezen van nonwoorden. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan in welk opzicht woorderkenning bij volwassen dyslectici verschilt van woordherkenning bij normaal lezende volwassenen. Om nader te onderzoeken of dyslectici gebruik maken van de fonologische route, en zo ja in welke mate, wordt specifiek het effect van woordlengte onderzocht bij verschillende typen woorden (regelmatige woorden, onregelmatige woorden en nonwoorden). De proefpersonen krijgen een lexicale decisietaak aangeboden waarin ze moeten aangeven of de stimulus een woord of een non-woord is. De verwachting is dat volwassen dyslectici non-woorden veel trager zullen herkennen dan een normale controlegroep. Voor beide groepen wordt een woordlengte-effect voor non-woorden verwacht, dat wil zeggen woorden zullen trager herkend worden naarmate de lengte van deze stimuli toeneemt. Tevens wordt verwacht dat dyslectici in tegenstelling tot de controlegroep regelmatige woorden sneller zullen herkennen dan onregelmatige woorden, met andere woorden er wordt alleen bij de dyslectici een regelmatigheids-effect verwacht. Met name is het van belang om na te gaan of het woordlengte-effect zal optreden bij de herkenning van regelmatige woorden. Immers, een lengte-effect wordt verwacht als regelmatige woorden via de fonologische route gelezen worden (zoals wellicht het geval is bij de dyslectici), terwijl het lengte-effect afwezig zal zijn als regelmatige woorden via de lexicale route gelezen worden (zoals verwacht wordt bij normaal lezenden). 2 Methode 2.1 PROEFPERSONEN Aan dit onderzoek deden 25 volwassen dyslectici (12 vrouwen en 13 mannen) mee, van wie bekend was dat ze sinds de kindertijd problemen met lezen en/of schrijven hadden. De meeste proefpersonen werden voor dit onderzoek geworven via verenigingen van dyslectici. Enkelen werden via de dyslectici en via bekenden geworven. Ze moesten voldoen aan de volgende criteria: leesproblemen sinds de 501 THEORIE EN ONDERZOEK

5 kindertijd, minimaal lager onderwijs, (geen gedwongen) rechtshandigheid, en geen verworven neurologische aandoening De groep varieerde in leeftijd van 23 tot en met 58 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 37.9 jaar. Het opleidingsniveau, gescoord met het herziene systeem van Verhage (Heslinga, Van de Burg & Saan, 1983), varieerde van 2 (voltooid lager onderwijs) tot en met 7 (universitair onderwijs), met een gemiddeld opleidingsniveau van 5.4. Een controlegroep werd gevormd door 25 normale lezers (12 vrouwen en 13 mannen). Allen waren (niet gedwongen) rechtshandig. De groep werd gematcht op leeftijd, sekse en opleiding aan de onderzoeksgroep. De leeftijd varieerde van 23 tot en met 59 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 37.5 jaar. De opleiding varieerde van 2 tot en met 7, met een gemiddeld opleidingsniveau van 5.4 Leeftijd en opleiding verschilden niet significant tussen beide groepen. 2.2 STIMULI EN PROCEDURE De lexicale decisietaak bestond uit twee condities. De ene conditie bestond uit 30 regelmatige woorden, samengesteld uit respectievelijk 10 woorden van 4,5 en 6 letters en 30 aan deze woorden gematchte nonwoorden van 4, 5 en 6 letters. De andere conditie bestond uit 30 onregelmatige woorden, samengesteld uit respectievelijk 10 woorden van 4, 5 en 6 letters en 30 aan deze woorden gematchte non-woorden van 4, 5 en 6 letters. De woorden werden met betrekking tot type woord (regelmatig versus onregelmatig) en lengte (4, 5 en 6 letters) aan elkaar gematcht op mate van voorstelbaarheid van het woord (Van Loon-Vervoorn, 1985) en frequentie van voorkomen (Uit den Boogaart, 1975). De mate van voorstelbaarheid was gebaseerd op scores op een 7-puntsschaal, waarbij 1 een lage voorstelbaarheid representeerde en 7 een hoge voorstelbaarheid. De non-woorden werden samengesteld door van de vier-letterige woorden één of twee, van de vijf-letterige woorden twee letters en van de zes-letterige woorden twee of drie letters te veranderen. De nonwoorden werden zodanig gematcht aan de bestaande woorden, dat het aantal klinkers en medeklinkers gelijk bleef (bijvoorbeeld wolf en flap. De stimuli werden centraal aangeboden via de monitor van een Olivetti-computer. De proefpersonen werden geïnstrueerd ongeveer 50 cm van het scherm af te gaan zitten. De proefleider gaf mondeling instructies aangaande de taak. Om te zorgen dat beide hemisferen gelijk betrokken waren bij de respons, werd de proefpersoon gevraagd middels een bimanuele respons zo snel en zo nauwkeurig mogelijk te beslissen of het aangeboden woord wel of niet een bestaand woord was. Deze respons bestond uit het gelijktijdig indrukken van een responsknop met beide wijsvingers of beide middelvingers bij het herkennen van een woord of een non-woord. De responsknoppen zaten op kastjes, die geplaatst waren onder hun linker- en rechterhand. Op elk van de twee kastjes zaten twee knoppen Een van deze kastjes was verbonden met de computer en registreerde de reactietijden en fouten. De proefleider startte iedere trial door middel van een druk op de spatiebalk (dit stelde de proefpersoon in staat om, indien nodig, tussen de stimuli te pauzeren) Een trial verliep als volgt: voorafgaande aan de stimulus klonk een waarschuwingstoon van Hz gedurende 400 msec. Onmiddellijk hierop volgend verscheen een rechthoek in het midden van het scherm gedurende msec. Daarop verscheen de stimulus in het midden van de 502

6 rechthoek. Deze bleef net zolang zichtbaar totdat de proefpersoon met beide vingers de knoppen indrukte, waarna de stimulus verdween. De rechthoek bleek na het verdwijnen van de stimulus nog gedurende msec zichtbaar. Alle stimuli werden aangeboden in hoofdletters. Elke experimentele conditie werd voorafgegaan door 12 oefentrials, die op dezelfde wijze waren samengesteld als de experimentele trials. De woorden werden in pseudorandom volgorde aangeboden, zodanig dat niet meer dan drie maal achtereen een woord van gelijke lengte en een zelfde soort woord (regelmatig woord versus non-woord/onregelmatig woord versus non-woord) werd gepresenteerd. De ene helft van de proefpersonen kreeg eerst de regelmatige woorden en bijbehorende non-woorden aangeboden en de andere helft eerst de onregelmatige woorden met bijbehorende nonwoorden. Binnen elk van deze twee groepen werd de wijze van registreren (via linker- of rechterhand) en manier van responderen (wijsvingers: woord; middelvingers: non-woord en omgekeerd) gelijk verdeeld over de proefpersonen. 3 Resultaten 3.1 DATA-ANALYSE Voor iedere proefpersoon werden per taak (regelmatig versus non-woord / onregelmatig versus non-woord) over de goede responsen de gemiddelde reactietijden berekend voor woorden en non-woorden van respectievelijk 4, 5 en 6 letters. Voor de non-woorden werden de gemiddelden over de twee taken berekend. Fouten en uitbijters werden niet in deze berekening opgenomen. Fouten werden gedefinieerd als onjuiste beslissingen op het herkennen van een woord of non-woord. Uitbijters werden gedefinieerd als de reactietijd drie (of meer) standaarddeviaties boven of onder de gemiddelde reactietijd van iedere proefpersoon lag. Van het totaal aantal responsen varieerde het percentage uitbijters over de condities van 0.4 tot 3.2, met een gemiddelde van 1.6. Een vooranalyse liet zien dat sekse als factor geen significante invloed uitoefende op de resultaten. Deze wordt daarom bij de beschrijving van de resultaten buiten beschouwing gelaten. 3.2 REACTIETIJDEN De reactietijden werden geanalyseerd met behulp van variantie-analyses (met behulp van SPSS/PC+ programma) met Groep (dyslectici en controlegroep) als tussen-proefpersonen factor en Woordtype (regelmatig woord, onregelmatig woord en non-woord) en Woordlengte (4,5 en 6 letters) als binnen-proefpersonen factoren. Met betrekking tot de hoofdfactor Woordtype, waren we primair geïnteresseerd in een tweetal effecten. Ten eerste, wat is het effect van woordbetekenis, dat wil zeggen wordt er op woorden sneller gereageerd dan op nonwoorden. En ten tweede, is er sprake van een regelmatigheids-effect, dat wil zeggen wordt er op regelmatige woorden sneller gereageerd dan op onregelmatige woorden. Om dit nader te onderzoeken, werd voor de factor Woordtype orthogonale contrasten berekend om te bepalen of a woorden (regelmatig/onregelmatig) significant verschilden van non-woorden (effect van Woordbetekenis) en b regelmatige woorden significant verschilden van onregelmatige woorden (Regelmatigheids-effect). Het effect van Woordlengte werd nader geanalyseerd met behulp van polynome contrasten. 503 THEORIE EN ONDERZOEK

7 TABEL 1 Gemiddelde reactietijden (msec) voor woorden (regelmatig en onregelmatig) en non-woorden als functie van groep en lengte Dyslectici Controlegroep M M RW ORW NW M RW = regelmatige woorden, ORW = onregelmatige woorden, NW = non-woorden, M = gemiddelde. Nagegaan werd of er bid het toenemen van de lengte van woorden sprake was van een lineaire dan wel een quadratische trend. Vooral de lineaire component van dit contrast is van belang voor dit onderzoek: neemt de reactietijd lineair toe, als ook de lengte van de woorden toeneemt. In Tabel 1 en Figuur 1 zijn de gemiddelde reactietijden (in msec) voor de verschillende typen woorden (regelmatige, onregelmatige en nonwoorden van 4, 5 en 6 letters) voor de dyslectici en de controlegroep weergegeven. De resultaten laten een significant hoofdeffect voor Groep zien, F(1,48)=31.31, p<.001. De dyslectici herkennen de stimuli beduidend trager dan de controlegroep. Wat betreft de factor Woordtype, wordt alleen een significant effect gevonden voor het contrast Woordbetekenis F(1,48)=55.38, p<.001, en is er tevens sprake van een significant interactie-effect tussen Groep en Woordbetekenis, F(1,48)=14.57,p<.001. Beide groepen herkennen non-woorden trager dan woorden, maar het verschil in reactietijd tussen non-woorden en woorden is bij de dyslectici veel groter dan bij de controlegroep. De dyslectici herkennen non-woorden zeer traag (zie Figuur 1). De regelmatigheid van de woorden blijkt geen effect te hebben op de resultaten. Voor beide groepen geldt dat regelmatige woorden even snel (of even traag) herkend worden als onregelmatige woorden. Voor Woordlengte wordt een significant lineair effect gevonden, F(1,48)=7.48,p<.009, en een significant lineair interactie-effect tussen Groep en Woordlengte, F(1,48)=12.83,p<.001. Om deze effecten nader te onderzoeken, zijn voor elk van de twee groepen aparte variantie-analyses uitgevoerd, met Woordtype en Woordlengte als binnen-proefpersonen factoren. De resultaten van de groep dyslectici laten zien dat de lineaire component van de factor Woordlengte significant is, F(1,24)=10.56,p<.003, dat wil zeggen bij dyslectici worden woorden significant trager herkend naarmate de lengte van het woord toeneemt. Bij de controlegroep is de lengte van de woorden niet van invloed op de snelheid van herkennen. Er worden verder geen significante effecten gevonden. 3.3 FOUTEN De fouten werden op dezelfde wijze geanalyseerd als de reactietijden. In Tabel 2 en Figuur 2 is het gemiddeld aantal fouten, uitgedrukt in percentages, voor de verschillende typen woorden (regelmatige, onregelmatige en non-woorden van 4, 5 en 6 letters) voor de dyslectici en de controlegroep weergegeven. De variantie-analyse laat een significant hoofdeffect zien voor Groep, F(1,48)=5.13,p<.03. Dit betekent dat de dyslectici meer fouten maken bij de herkenning van de aangeboden stimuli dan de controlegroep. Wat betre ft de factor Woordtype, wordt alleen een significant effect gevonden voor de Regelmatigheid van de woorden, F(1,48)=5.88,p<.02, en 504

8 or ta FIGUUR a 4 y.^ Y X Gemiddelde reactietijden (msec) voor woorden $RWdys ^ ORW/dys NW/dys + RWicontr ORW/contr x -4- NW/contr (regelmatig en onregelmatig) en non-woorden als functie van groep en lengte 1EF RW/dys ORW!dys x -4- NW'dys + RW contr x ORW/contr NWrcontr ^ niet voor de groep normale lezers. De dyslectici maken meer fouten bij de herkenning van onregelmatige woorden dan bij de herkenning van regelmatige woorden. Bij de controlegroep is het aantal fouten gelijk verdeeld over beide soorten woorden. Voor Woordlengte wordt naast een significant lineair effect, F(1,48)=9.14,p<.004, een significant kwadratisch effect, F(1,48)=12.38,p<.001, gevonden. Voor beide groepen geldt dat gemiddeld iets minder fouten worden gemaakt bij de herkenning van woorden van 4 letters dan van woorden van 5 letters, terwijl verreweg de minste fouten worden gemaakt bij woorden van 6 letters (zie Figuur 2). Er worden verder geen andere significante effecten gevonden TABEL 2 FIGUUR 2 Gemiddeld percentage fouten voor woorden (regelmatig/ onregelmatig) en non-woorden als functie van groep en lengte Gemiddeld percentage fouten voor regelmatige woorden, onregelmatige woorden en non-woorden als functie van groep en lengte Dyslectici Controlegroep M M RW a ORW NW M a RW = regelmatige woorden, ORW = onregelmatige woorden, NW = non-woorden, M = gemiddelde. een significant interactie-effect tussen Groep en Regelmatigheid, F(1,48)=5.14,p<.03. Aparte variantie-analyses, uitgevoerd voor elk van de twee groepen afzonderlijk, laten zien dat het Regelmatigheidseffect significant is voor de groep dyslectici, F(1,24)=6.45,p<.02, maar 4 Discussie De resultaten van de reactietijden laten zien dat de dyslectici op alle condities woorden trager herkennen dan de groep normale lezers. Dit resultaat komt overeen met de uitkomsten van onderzoek bij dyslectische kinderen. Zo vonden Van Strien, Bouma en Bakker (1993) zeer trage lexicale beslissingstijden op zowel woorden als non-woorden bij dyslectische jongens in de leeftijd van 8 tot 13 jaar. Deze traagheid was te verwachten omdat dyslectische kinderen in het algemeen langzamer lezen dan normaal-lezende kinderen. Nicolson en Fawcett (1994) hebben echter aangetoond dat leessnelheid niet de hoofdoorzaak is van de tragere reactietijden. Uit hun onderzoek bleek dat dyslectische kinderen, in vergelijking met normaallezende kinderen, trager waren op een selectieve keuze-reactietaak waarin op één van twee tonen gereageerd moest worden, maar niet op een simpele reactie-taak waarin de 505 THEORIE EN ONDERZOEK

9 dyslectici moesten reageren zodra een toon aangeboden werd. Bovendien waren dyslectici trager op een auditieve lexicale decisietaak, waarbij leessnelheid geen rol speelde. Nicolson en Fawcett concluderen dat twee factoren bijdragen aan de traagheid van dyslectische kinderen: een algemeen tekort dat weerspiegeld wordt in een trage stimulusclassificatie en een linguïstisch tekort dat weerspiegeld wordt in een tragere toegang tot het lexicon. In welke mate beide factoren bij volwassen dyslectici een rol spelen is uit de gegevens van het huidige onderzoek niet op te maken. Men dient zich echter te realiseren dat een lexicale beslissing een complex beslissingsproces is dat gebaseerd is op een combinatie van orthografische, fonologische en semantische informatie De hier vermelde reactietijden weerspiegelen niet alleen de leessnelheid maar ook dit lexicale beslissingsproces. Uit de reactietijden blijkt verder dat, zowel dyslectici als normale lezers, non-woorden trager herkennen dan woorden. Het grootste verschil tussen de twee groepen komt tot uiting in de extreem trage reactietijden die de dyslectici vertonen bij het herkennen van non-woorden. Volgens het dual-route model kunnen nonwoorden alleen gelezen worden via de fonologische route. Voor de dyslectici lijken de resultaten van het woordlengte-effect deze veronderstelling te steunen, immers, naarmate de lengte van de nonwoorden toeneemt, worden ook de reactietijden trager. Daarnaast wordt bid dyslectici ook een woordlengteeffect gevonden voor bestaande woorden. Dit is een sterke aanwijzing dat dyslectici ook deze woorden serieel, fonologisch verwerken. Het gebruik van de fonologische route door dyslectici wordt echter niet ondersteund door de afwezigheid van een regelmatigheids-effect bij deze groep. Volgens het dual-route model zou het ontbreken van dit effect er wist op wijzen dat de dyslectici lezen via de lexicale route. Mogelijk kunnen deze ogenschijnlijk tegenstrijdige resultaten verklaard worden door er van uit te gaan dat woordherkenning niet, zoals het dualroute model veronderstelt, plaatsvindt via twee onafhankelijke routes, maar dat bij de aanbieding van de stimuli beide routes parallel werken en woorden tegelijkertijd in het mentale lexicon activeren. Het lijkt erop dat dyslectici in alle gevallen zowel bij bestaande woorden als bij non-woorden de woordstimuli lezen via de seriële, fonologische route en dat ze voor de herkenning van bestaande woorden tegelijkertijd gebruik maken van de lexicale route. Het idee dat beide leesroutes niet onafhankelijk van elkaar werken is niet nieuw. Ook Ben- Dror e.a. (1991) suggereren dat bij volwassen dyslectici woorden via beide routes geactiveerd kunnen worden Zij veronderstellen dat woorden die visueel of semantisch sterk op elkaar lijken competitie met elkaar voeren; het woord dat het sterkst geactiveerd wordt zal ook het woord zijn dat uiteindelijk herkend wordt. Dyslectici zouden met name problemen hebben met dit competitieproces. De vraag die niet door Ben-Dror e.a. beantwoord wordt is waarom bij volwassen dyslectici beide routes geactiveerd worden, terwijl men bij ervaren, normale lezers zou verwachten dat woorden primair via de lexicale route gelezen worden. Van Orden e.a. (Van Orden, 1987; Orden, Penningstone & Stone, 1990, zie Van den Broeck, 1993) gaan nog een stap verder en stellen dat fonologische codering het centrale proces is bij het lezen van ieder woordtype. Bij ervaren normale lezers wordt niet zozeer verondersteld dat het proces van woordherkenning loopt via de lexicale route, als wel dat het 506

10 verificatieproces van de fonologische codering door toenemende orthografische kennis succesvoller en automatischer verloopt. Op basis van deze theorie zou je echter verwachten dat normale lezers een woordlengteeffect laten zien bij het herkennen van woorden met toenemende lengte. Dit laatste wordt in ons onderzoek echter niet gevonden. Uit de resultaten van de controlegroep blijkt immers dat zowel het woordlengte-effect als het regelmatigheids-effect bij deze groep niet optreedt. Het gebruik van de twee routes bij de volwassen dyslectici zou verklaard kunnen worden door er van uit te gaan dat bij dyslectici de kennis van grafeem-foneem correspondenties onvoldoende functioneert, waardoor de overstap van woordherkenning op basis van het gehele woordbeeld niet optimaal plaats heeft gevonden (zie ook Bruck, 1990). Anders gezegd, dyslectici kunnen woorden weliswaar herkennen via de lexicale route, maar, doordat herkenning op basis van het gehele woordbeeld zich onvoldoende ontwikkeld heeft, blijven ze bij het lezen van woorden waarschijnlijk om het leesproces extra te ondersteunen gebruik maken van de seriële, fonologische route. Dat de dyslectici, in vergelijking met normale lezers, trager reageren op woorden, zou toegeschreven kunnen worden aan het gebruik van de seriële, fonologische route. Het gebruik van deze `extra' route kost meer tijd dan wanneer de stimuli alleen via de lexicale route verwerkt worden. Een opvallend resultaat is dat dyslectici extreem lange reactietijden voor non-woorden vertonen. De aard van de taak is mogelijk verantwoordelijk voor deze trage reacties. Een lexicale decisietaak vereist echter niet alleen herkenning van woorden, maar ook een beslissing of de aangeboden stimulus een woord of non-woord is. Om tot de beslissing `non-woord' te komen dient de proefpersoon zijn mentale lexicon geheel te doorlopen, hetgeen langer duurt dan om tot de beslissing `woord' te komen. In het laatste geval kan de respons gegeven worden zodra een bestaand woord in het lexicon gevonden wordt. De lange reacties voor non-woorden bij dyslectici zouden erop kunnen wijzen dat ook dit beslissingsproces extreem traag verloopt voor deze groep. Bij de controlegroep verloopt dit proces veel sneller. De resultaten laten voorts zien dat bij de dyslectici het verschil in reactietijd tussen woorden en nonwoorden voor alle woordlengtes ongeveer gelijk is (voor geen van beide groepen wordt een significante interactie gevonden tussen woordtype en woordlengte). De extra tijd die een `non-woord'-beslissing kost wordt dus niet beïnvloed door de regelmatigheid van de woorden of woordlengte Dit zou erop kunnen wijzen dat eerst de woordstimuli (woorden en nonwoorden) gelezen worden om vervolgens een lexicale beslissing te genereren. De resultaten van de fouten tonen aan dat de dyslectici meer fouten maken dan de controlegroep. Dyslectici zijn dus niet alleen trager dan normale lezers, ze lezen ook onnauwkeuriger. Opmerkelijk is dat er niet meer fouten gemaakt worden bij het herkennen van non-woorden dan van woorden, terwijl non-woorden wel veel trager worden herkend. Deze resultaten wijzen er op dat de nauwkeurigheid van het beslissingsproces `woord' of `nonwoord' niet hetzelfde is als de snelheid waarmee deze beslissingen genomen worden. Ook de resultaten met betrekking tot het regelmatigheidseffect en het woordlengte-effect duiden erop dat nauwkeurigheid en snelheid van reageren tot verschillende resultaten kunnen leiden. Zo wordt bij de dyslectici geen regelmatigheidseffect gevonden voor de snelheid van 507 THEORIE EN ONDERZOEK

11 reageren, maar wel voor de nauwkeurigheid van de waarneming. Bij de normale lezers wordt geen regelmatigheids-effect gevonden, noch voor de snelheid van lezen noch voor de nauwkeurigheid van het lezen. Het feit dat bij dyslectici onregelmatige woorden minder goed herkend worden dan regelmatige woorden ondersteunt de gedachte dat de fonologische route, ook in de volwassen periode, nog steeds niet optimaal functioneert om onregelmatige woorden accuraat te herkennen. Wat het lengte-effect betreft, worden gemiddeld de meeste fouten gemaakt bij de herkenning van woorden van 5 letters. Beide groepen maken gemiddeld de minste fouten bij het herkennen van stimuli van zes letters. Bid het lezen op basis van het gehele woordbeeld kan profijt getrokken worden uit het feit dat stimuli van zes letters meer redundante informatie bieden om te beslissen of het een woord of een nonwoord betreft. De dyslectici lijken ook gebruik te maken van de redundante informatie die stimuli van zes letters bieden. De extra informatie die stimuli van zes letters opleveren, verhogen bij de dyslectici weliswaar de nauwkeurigheid, maar gaat wel ten koste van de snelheid. Het verschil in reactietijd tussen stimuli van vijf en zes letters is bij de dyslectici aanzienlijk groter dan tussen stimuli van vier en vijf letters. Zoals reeds eerder naar voren kwam, wijst deze lineaire toename van reactietijd op het gebruik van de fonologische route. Geconcludeerd kan worden dat dyslectici tot in de volwassenheid problemen met het lezen blijven houden. Het lijkt er op dat volwassen dyslectici, ondanks het feit dat ze ervaring hebben opgedaan met het lezen, de overstap van beginnend lezen naar gevorderd lezen niet goed hebben gemaakt, waardoor ze nog steeds langzaam en spellend lezen De gebrekkige kennis van grafeemfoneem correspondenties heeft geleid tot inadequate leerervaringen, waardoor volwassen dyslectici niet voldoende orthografische kennis hebben kunnen opbouwen om woorden te herkennen op basis van het woordbeeld alleen. Juist doordat woordherkenning op basis van het gehele woordbeeld bij dyslectici nog steeds moeizaam verloopt, zijn ze genoodzaakt te blijven steunen op kennis-klank correspondenties. De opvatting dat bij dyslectici de overstap naar directe woordherkenning onvoldoende heeft plaats gevonden, is in overeenstemming met modellen die het belang benadrukken van adequate grafeem-foneem correspondenties voor het verkrijgen van goede woordherkenning (Duel e.a., 1986). Andrews, S. (1982). Phonological recoding: Is the regularity effect consistent? Memory & Cognition, 10, Ben-Dror, I, Pollatsek, A., & Scarpati, S. (1991). Word identification in isolation and in context by college dyslexic students. Brain and language, 40, Broeck, W. van den (1993). Theorieën van woordherkenning en praktische implicaties. Tijdschrift voor O rthopedagogiek, 32, Bruck, M. (1985). The adult functioning of children with specific learning disabilities. In I. Sigel (Ed.), Advances in applied developmental psychology (pp ). Norwood, NJ: Ablex. Bruck, M. (1988). The word recognition and spelling of dyslexic children. Reading Research Quarterly, 23, Bruck, M. (1990). Word-recognition skills of adults with childhood diagnoses of dyslexia. Developmental Psychology, 26, Coltheart, M. (1978). Lexical access in 508

12 simple reading tasks. In G. Underwood (Ed.), Strategies of information processing (pp ). London: Academic Press. Ellis, A.W. (1984). Reading, writing and dyslexia: A cognitive analysis. London: Lawrence Erlbaum associates. Finucci, J.M., Gottfredson, L.S., & Childs, B. (1986). A follow-up study of dyslexic boys. Annals of dyslexia, 35, Gough, P., & Tunmer, W. (1986). Decoding, reading, and reading disability. Remedial and Special Education, 7, Heslinga, H., Van de Burg, W., & Saan, R.J. (1983). Het coderen van het opleidingsniveau. Groningen: Neuropsychologie, RUG. Jorm & Share (1983). Phonological recoding and reading acquisition. Applied Psycholinguistics, 4, Juel, C., Griffith, P., & Cough, P. (1986). Acquisition of literacy: A longitudinal study of children in first and second grade. Journal of Educational Psychology, 78, Loon-Vervoorn, W.A. van (1985). Voorstelbaarheidswaarden van Nederlandse woorden. Lisse: Swets & Zeitlinger. Morrison, C.M., & Ellis, A.W. (1995). Roles of word frequency and age of acquisition in word naming and lexical decision. Journal of Experimental Psychology, 21, Morton, J. (1980). The logogen model and orthographic structure. In U. Frith (Ed.), Cognitive processes in spelling (pp ). London: Academic Press. Nicolson, R.I., & Fawcett, A.J. (1994). Reaction times and dyslexia. The Quarterly Journal of Experimental Psychology, 47A, Orden, G.C. van (1987). A rows is a rose: spelling, sound, and reading. Memory and Cognition, 15, Orden, G.C. van, Pennington, B.F., & Stone, G.D. (1990). Word identification in reading and the promise of subsymbolic psycholinguistics. Psychological Review, 97, Stanovich, K.E. (1982). Individual differences in the cognitive processes of reading: 1. Word decoding. Journal of Learning Disabilities, 15, Strien, J.W. van, Bouma, A., & Bakker, D.J. (1993). Lexical decision performances in P-type dyslexic, L-type dyslexic, and normal reading boys. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 15, Uit den Boogaart, P.C. (Red.) (1975). Woordfrequenties in geschreven en gesproken Nederlands. Utrecht: Scheltema & Holkema. ADRES VAN DE AUTEURS drs. M.I. Geerlings, drs. W. Kraay, dr. A. Bouma & dr. J.W. van Strien, p/a Vakgroep Klinische Psychologie vu, De Boelelaan 1109, 1081 HV Amsterdam. 509 THEORIE EN ONDERZOEK

Stimuleren van motivatie en zelfvertrouwen

Stimuleren van motivatie en zelfvertrouwen E.S. KUNNEN* Stimuleren van motivatie en zelfvertrouwen Het effect van een programma voor de mytylschool SAMENVATTING Dit artikel beschrijft een evaluatie-onderzoek van het voor mytylscholen ontwikkelde

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie

Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Research Institute of Child Development and Education Over oude en nieuwe oorzaken van dyslexie Peter F. de Jong Brussel, Juni 2014 Overzicht Belang van kennis over oorzaken Belangrijkste oorzaken Enkele

Nadere informatie

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Zeguers Het menselijke brein is waarschijnlijk niet uitgerust

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 1

Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 Flitsend Spellen en Lezen 1 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden, om te beginnen bij de klanklettercombinaties. Doelgroep Flitsend

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do children read words? A focus on reading processes.

Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do children read words? A focus on reading processes. UvA-DARE (Digital Academic Repository) How do children read words? A focus on reading processes van den Boer, M. Link to publication Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do

Nadere informatie

Wetstreit, wedstreid of wedstrijd: Het spel tussen fonologie en orthografie Hanneke Ensink

Wetstreit, wedstreid of wedstrijd: Het spel tussen fonologie en orthografie Hanneke Ensink Wetstreit, wedstreid of wedstrijd: Het spel tussen fonologie en orthografie Hanneke Ensink scriptie voor het doctoraal examen orthopedagogiek begeleiding Dr. A.T.M. Bosman Nijmegen, augustus 1997 Wetstreit,

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2011-2012 Naam student: Brigitte van Meerten Adres: de Meesterstraat

Nadere informatie

Dyslexie en Engels als tweede taal

Dyslexie en Engels als tweede taal Dyslexie en Engels als tweede taal De rol van ervaring bij het lezen van Engelse woorden Lieke Koelen en Saskia Visser Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie Januari 2010 Samenvatting Uit recent

Nadere informatie

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie Eva Staels 1 Verklarende theorieën Specificiteitsparadox Specifiek Algemeen Pag. 2 Verklarende theorieën Specifiek Achterliggend defect

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S.

The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S. UvA-DARE (Digital Academic Repository) The phonological representations hypothesis of dyslexia : consequences for the formation of associations Messbauer, V.C.S. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort

Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort Early Identification and Intervention in Children at Risk for Reading Difficulties A.G.F.M. Regtvoort Samenvatting Leren lezen is een proces dat zich voor de meeste kinderen volgens een vast patroon over

Nadere informatie

Dyslexie als algemeen magnocellulair deficit!? Resultaten van recent onderzoek

Dyslexie als algemeen magnocellulair deficit!? Resultaten van recent onderzoek Dyslexie als algemeen magnocellulair!? Resultaten van recent onderzoek Prof. Dr. Pol Ghesquière & Dr. Bart Boets Centrum voor Orthopedagogiek i.s.m. Prof. Dr. Jan Wouters & Prof. Dr. Astrid Van Wieringen

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21792 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Timmer, Kalinka Title: A cross-linguistics investigation of the onset effect in

Nadere informatie

Prof. dr. A. M. T. Bosman. www.annabosman.eu. Radboud Universiteit Nijmegen Sectie Orthopedagogiek van Leren en Ontwikkeling

Prof. dr. A. M. T. Bosman. www.annabosman.eu. Radboud Universiteit Nijmegen Sectie Orthopedagogiek van Leren en Ontwikkeling Prof. dr. A. M. T. Bosman Radboud Universiteit Nijmegen Sectie Orthopedagogiek van Leren en Ontwikkeling www.annabosman.eu Studievereniging Emile, RU Leiden 24-09-2009 ª Vermoedelijk een biologische eigenschap

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Rapportage voor Koning Willem I. College Opleiding Manager/ondernemer horeca van de Middelbare Horecaschool (MHS) HOGESCHOOL UTRECHT Wenja Heusdens, MSc

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 3

Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 Flitsend Spellen en Lezen 3 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden. Het programma heet Flitsend spellen en Lezen omdat veelvuldig gebruik

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Het trainen van leesvloeiendheid. Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen

Het trainen van leesvloeiendheid. Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen Het trainen van leesvloeiendheid Patrick Snellings, Universiteit van Amsterdam, Rudolf Berlin Center voor leerproblemen D. (8 jaar) Ik ga het niet doen, want ik kan het toch niet H. (7 jaar) Ben ik al

Nadere informatie

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS NATIONALE DYSLEXIECONFERENTIE 3 APRIL 2013 Wilma Jongejan w.jongejan@vu.nl Onderwijscentrum VU (OCVU) DYSLEXIE: GEEN GEÏSOLEERD PROBLEEM Secundaire

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Lezen is een essentiële vaardigheid om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Eén van de belangrijkste taken van het basisonderwijs is dan ook om alle kinderen te

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk?

Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? Cognitieve achteruitgang: ook verlies van het persoonlijk netwerk? M. J. Aartsen, TG. van Tilburg, C. H. M. Smits Inleiding Veel mensen worden in hun dagelijks leven omringd door anderen waarmee ze een

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Workshop Dyslexie. Opbouw. Dyslexie- wat is dyslexie en hoe signaleer je het? Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Toeleiding naar vergoede zorg.

Workshop Dyslexie. Opbouw. Dyslexie- wat is dyslexie en hoe signaleer je het? Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Toeleiding naar vergoede zorg. Workshop Dyslexie Nina Willemse nwillemse@hetabc.nl Opbouw Dyslexie- wat is dyslexie en hoe signaleer je het? Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Toeleiding naar vergoede zorg. Zorg op niveau 3; leestechnieken

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Zichtbaar reinigen en beleving

Zichtbaar reinigen en beleving Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst

De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst De relatie tussen leesprocessen, cognitieve vaardigheden onderliggend aan woordlezen en de leesuitkomst Masterscriptie Orthopedagogiek, Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen, Universiteit van

Nadere informatie

Training in woordidentificatie : effecten van oefenprocedures

Training in woordidentificatie : effecten van oefenprocedures Training in woordidentificatie : effecten van oefenprocedures K. van den Bosch, W.H.J. van Bon en R. Schreuder Samenvatting Accuraat, automatisch en snel identificeren van woorden is van essentieel belang

Nadere informatie

Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen?

Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen? Welk neuro-anatomisch netwerk ligt aan de basis van lezen en leesproblemen? Dr. Maaike Vandermosten Prof. Dr. Pol Ghesquière Prof. Dr. Jan Wouters Dyslexia Collaboration KU Leuven (DYSCO) OVERZICHT 1.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen

Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen Fonemisch bewustzijn, benoemsnelheid en leren lezen P. de Jong en G. Wolters Samenvatting Benoemsnelheid wordt de laatste jaren, naast fonemisch bewustzijn, steeds meer gezien als een belangrijke determinant

Nadere informatie

Leesproblemen en dyslexie

Leesproblemen en dyslexie Leesproblemen en dyslexie Bijeenkomsten Bijeenkomst 1- dyslexie- wat is dyslexie en hoe signaleer je het? Bijeenkomst 2- groep 1-2 : signaleren en begeleiden van potentiele zwakke lezers Bijeenkomst 3:

Nadere informatie

De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie

De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie De neurobiologische basis van leren lezen en dyslexie ONL congres juni 2011 Anniek Vaessen Literacy and Numeracy group Universiteit Maastricht Lezen en spellen in onze maatschappij LEZEN EN SPELLEN: -school/opleiding

Nadere informatie

De rol van doeloriëntaties

De rol van doeloriëntaties Paul Preenen, Annelies van Vianen en Irene de Pater Uitdaging en motivatie: De rol van doeloriëntaties Als medewerkers uitdaging in hun werk ervaren, heeft dit positieve gevolgen voor henzelf en voor de

Nadere informatie

Waarom spellen moeilijker is dan lezen

Waarom spellen moeilijker is dan lezen Waarom spellen moeilijker is dan lezen Over de asymmetrische relatie tussen lezen en spell en ANNA M.T. BOSMAN EN ANNETTE M.B. DE GROOT Inleiding Twijfelen over de spelling van tweifelen (of twijfelen)

Nadere informatie

Accessing Word Meaning: Semantic Word Knowledge and Reading Comprehension in Dutch Monolingual and Bilingual Fifth-Graders M.

Accessing Word Meaning: Semantic Word Knowledge and Reading Comprehension in Dutch Monolingual and Bilingual Fifth-Graders M. Accessing Word Meaning: Semantic Word Knowledge and Reading Comprehension in Dutch Monolingual and Bilingual Fifth-Graders M. Cremer Samenvatting in het Nederlands Woordkennis is een van de factoren die

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs?

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs? Opgesteld door: José van der Hoeven Vraagsteller: docent voortgezet onderwijs Geraadpleegde experts: dr. Elise de Bree (UvA), dr. Madelon van den Boer (UvA) Referentie: Kennisrotonde. 2017. Wat is er bekend

Nadere informatie

Mastermogelijkheden. Hoe verder na een bachelor Psychologie? NL Klaas Visser 2014. mastermogelijkheden psychologie

Mastermogelijkheden. Hoe verder na een bachelor Psychologie? NL Klaas Visser 2014. mastermogelijkheden psychologie Mastermogelijkheden Hoe verder na een bachelor Psychologie? 1 Doel vandaag Beeld geven van Bachelor Master in Nederland Toegespitst op Psychologie Verschillen en overeenkomsten tussen opleidingen Psychologie

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker

Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker Gebruiken mensen informatie uit hun omgeving? Onthullingen met behulp van de eyetracker Bachelorproject Nienke van Tellingen, 1162926 Begeleiders: Prof. dr. Niels Taatgen & MSc Jelmer Borst Samenvatting:

Nadere informatie

Tijdschrift voor Orthopedagogiek mei 1990 nummers. Com puterondersteu nd onderwijs

Tijdschrift voor Orthopedagogiek mei 1990 nummers. Com puterondersteu nd onderwijs Tijdschrift voor Orthopedagogiek mei 1990 nummers Com puterondersteu nd onderwijs Met bijdragen van E. C. D. M. van Lieshout K. van den Bosch W. H. J. van Bon R. Schreuder A. van der Leij J. H. M. Hamers

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma

Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Bilingualism and Cognition: The Acquisition of Frisian and Dutch Mw. E. Bosma Nederlandse samenvatting Tweetaligheid en cognitie: de verwerving van het Fries en het Nederlands Deze dissertatie is het resultaat

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6 Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.62578

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.62578 Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.62578 File ID Filename Version uvapub:62578 Belangrijke begrippen final SOURCE

Nadere informatie

Flitsend Spellen en Lezen 2

Flitsend Spellen en Lezen 2 Flitsend Spellen en Lezen 2 Flitsend Spellen en Lezen 2 is gericht op het geven van ondersteuning bij het leren van Nederlandse woorden. Het programma heet Flitsend spellen en Lezen omdat veelvuldig gebruik

Nadere informatie

Alain Van Hiel en Bart Duriez

Alain Van Hiel en Bart Duriez Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011 Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op

Nadere informatie

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Congres Nieuwe wetenschappelijke inzichten in dyslexie Brussel, 5 juni 2014 De ontwikkeling van leesvloeiendheid

Congres Nieuwe wetenschappelijke inzichten in dyslexie Brussel, 5 juni 2014 De ontwikkeling van leesvloeiendheid Congres Nieuwe wetenschappelijke inzichten in dyslexie Brussel, 5 juni 2014 De ontwikkeling van leesvloeiendheid Cognitieve processen betrokken bij de ontwikkeling van leesvloeiendheid bij kinderen met

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier

Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier Onderzoek naar Leessnelheid, Leesbegrip en Onderliggende Vaardigheden Masterscriptie Orthopedagogiek Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 9 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Waarom spellen moeilijker is dan lezen

Waarom spellen moeilijker is dan lezen Waarom spellen moeilijker is dan lezen Over de asymmetrische relatie tussen lezen en spellen ANNA M.T. BOSMAN EN ANNETTE M.B. DE GROOT Inleiding Twijfelen over de spelling van tweifelen (of twijfelen)

Nadere informatie

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller gaat. Om bij te blijven met deze veranderingen in de

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19074 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Suwannalai, Parawee Title: ACPA response in evolution of rheumatoid arthritis

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling

Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling In elke klas zitten wel een aantal kinderen die veel moeite hebben met het leren lezen en spellen. Voor een groot deel

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

De relatie tussen presentatie modaliteit en verbaal leerprestatie in kinderen van 5 tot 16 jaar. Celeste Meijs Inge van der Wurff

De relatie tussen presentatie modaliteit en verbaal leerprestatie in kinderen van 5 tot 16 jaar. Celeste Meijs Inge van der Wurff De relatie tussen presentatie modaliteit en verbaal leerprestatie in kinderen van 5 tot 16 jaar Celeste Meijs Inge van der Wurff Pagina 2 Verbale leertaak Pagina 3 Verbale leertaak Pagina 4 Verbale leertaak

Nadere informatie