SAMENVATTING INLEIDING STICHTING CABO, ACHTERGROND EN AANLEIDING DE BESCHOUWINGEN VAN DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE

Transcriptie

1 Bespreekdocument SAMENVATTING INLEIDING STICHTING CABO, ACHTERGROND EN AANLEIDING DE BESCHOUWINGEN VAN DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE CONCEPT BESLUIT PERSONEEL VEILIGHEIDSREGIO S DOELSTELLINGEN PROJECT HERINRICHTING OPLEIDINGEN EN OEFENINGEN PLAN VAN AANPAK ACTIVITEITEN EN MOGELIJKE ROL STICHTING CABO BIJLAGE: VOORSTEL VAN BC OVER UITWERKING BEDRIJFSBRANDWEREN Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 1 van 13

2 Samenvatting In 2008 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Stichting CaBO, en andere belangenbehartigers als Deltalinqs en VNCI, geconsulteerd over het concept Besluit Bedrijfsbrandweren (onderdeel concept Besluit Veiligheidsregio s) en het concept Besluit Personeel Veiligheidsregio s. In een voorliggend traject was Stichting CaBO al betrokken bij de Actualisatie van het Besluit Bedrijfsbrandweren. Beide besluiten brengen consequenties met zich mee voor de bij Stichting CaBO aangesloten bedrijven en instellingen, in het bijzonder de ontwikkelingen inzake opleidingen voor rijks- en bedrijfsbrandweer. Het bestuur van Stichting CaBO heeft overleg gevoerd met aangesloten bedrijven, andere belangenbehartigers, BZK, en (commerciële) opleidingsinstituten en adviseurs over ontwikkelingen in bedrijfsbrandweeropleidingen. Stichting CaBO wil graag betrokken zijn bij uitvoering van het traject en zal hierbij vooral aandacht vragen voor en bewaken van: de kwaliteit van opleidingen de betaalbaarheid van opleidingen gelijkwaardigheid van functionarissen organiseren van feedback (van achterban) Stichting CaBO dringt aan op aandacht voor het verloop van het proces en de betrokkenheid van bedrijven, danwel vertegenwoordigende instanties. Zij ziet het NBBe en NIFV als gesprekspartner in een verder ontwikkeltraject. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 2 van 13

3 1. Inleiding Bij de invoering van de modulaire opleidings- en examenstructuur voor brandweeropleidingen begin jaren 90 is er voor gekozen om alle brandweeropleidingen in één systeem onder te brengen. Voordien was sprake van een systeem voor de brandweeropleidingen voor de overheid en brandweeropleidingen voor bedrijfsbrandweren, die werden verzorgd onder auspiciën van de voormalige Stichting Bedrijven met een Bedrijfsbrandweer (SBB). Om de samenvoeging van de opleidingen mogelijk te maken voorzag het modulaire systeem in de invulling van specifieke modulen voor het personeel van bedrijfsbrandweren. In de loop van de tijd is slechts beperkt van deze mogelijkheden gebruik gemaakt. In principe is het personeel van de bedrijfsbrandweren opgeleid volgens de verplichte en keuzemodulen van de overheidsexamens. Bij de evaluatie van het Besluit bedrijfsbrandweren is deze situatie aan de orde gesteld. Hierbij is de wens uitgesproken om de bedrijven met een bedrijfsbrandweer opnieuw de mogelijkheid te bieden om in eigen specifieke bedrijfsbrandweeropleidingen te voorzien. In het advies van de begeleidingscommissie is in september 2007 aan de minister van BZK geadviseerd om binnen het nieuwe functiegerichte Besluit kwaliteit brandweerpersoneel (tegenwoordig Besluit Personeel Veiligheidsregio s) een aangepaste opleiding voor de bedrijfsbrandweer in te richten en deze opleiding aan te vullen met specialistische modulen. Om de herstructurering van de opleidingen van bedrijfsbrandweren mogelijk te maken zal er een nadere invulling moeten plaatsvinden van de wensen en doelstellingen van de bedrijven met een bedrijfsbrandweer. Deze startnotitie gaat hier op in en lijnt de onderwerpen uit die bij de herziening van bedrijfsbrandweeropleidingen aan de orde zijn. Deze notitie is opgesteld op basis van een verkenning met de bij Stichting CaBO aangesloten bedrijven, VNCI, Deltalinqs, Gezamenlijke Brandweer en met een opleidingsbureau ( MIT) en adviesbureau (AVD). Laatstgenoemden hebben een notitie opgesteld welke als uitgangspunt heeft gediend voor deze startnotitie. Paragraaf 2 van de notitie schetst de achtergrond van en het veld rond Stichting CaBO en geeft de aanleiding voor deze startnotitie. Paragraaf 3 van deze notitie gaat in op de beschouwingen van de begeleidingscommissie over het advies om de bedrijven weer de mogelijkheid te bieden om in eigen bedrijfsbrandweeropleidingen te voorzien. Paragraaf 4 geeft de stand van zaken bij de uitwerking van de regels over de kwaliteit van brandweerpersoneel. Paragraaf 5 beschrijft een voorstel voor de hoofddoelstelling voor de kwaliteitseisen die aan het personeel van bedrijfsbrandweren kunnen worden gesteld. Paragraaf 6 presenteert de stappen van een plan van aanpak om tot de invulling van een herzien opleidings- en oefensysteem voor bedrijfsbrandweren te komen. Paragraaf 7 formuleert de eerste voorstellen die aan de vertegenwoordigers van een bedrijfsbrandweerorganisatie worden voorgelegd. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 3 van 13

4 2. Stichting CaBO, achtergrond en aanleiding Stichting CaBO is in rechte de opvolger van de SBB, Stichting Bedrijven met een Bedrijfsbrandweer en behartigt de belangen van bedrijven en organisaties die met ernstige calamiteiten geconfronteerd kunnen worden en die over een eigen organisatie en middelen beschikken om deze effecten te beheersen. Bedrijven en organisaties kunnen zowel Seveso-bedrijven zijn als bijvoorbeeld ziekenhuizen, attractieparken, universiteiten onderdelen van defensie, etc.. Bedrijven met een (aangewezen of vrijwillige) bedrijfsbrandweer zijn een belangrijke doelgroep, maar zeker niet de enige. Het veld van bedrijven en organisaties waarvoor Stichting CaBO optreedt overlapt deels dat van andere organisaties met een vertegenwoordigende functie voor een achterban. Organisaties als: - VNCI (Vereniging Nederlandse Chemische Industrie); - Deltalinqs (Vereniging voor bedrijven in haven en industriegebied Rotterdam); - TLN (Transport en Logistiek Nederland); - VNO-NCW (Verbond Nederlandse Ondernemingen / Nederlands Christelijk Werkgeversverbond, gefuseerd in 1996); - Defensie (met bedrijfsbrandweren bij de Koninklijke Marine & Koninklijke Luchtmacht). Aanleiding Concrete aanleiding voor Stichting CaBO om actief in de opleidingsontwikkelingen te willen participeren is: 1. Naar verwachting wordt met ingang van 1 januari 2010 de Wet Veiligheidsregio s (WVr) van kracht. Hiermee wordt tegelijk de nieuwe regeling voor bedrijfsbrandweerzorg geldend (Besluit Bedrijfsbrandweren van het Besluit Veiligheidsregio s). Ook het Besluit Personeel Veiligheidsregio s wordt aan de WVr opgehangen. Deze combinatie van regelingen bepaalt het kader voor brandweeropleidingen, ook die voor bedrijfsbrandweerzorg. 2. Het niet beschikbaar zijn van opleidingen die specifiek gericht zijn op bedrijfsbrandweerzorg. De algemene brandweeropleidingen kennen twee belangrijke knelpunten voor bedrijven en organisaties: a. Ze bevatten verschillende onderdelen die bij bedrijfsbrandweerzorg (nagenoeg) niet aan de orde zijn (hulpverlening auto s, binnenaanval, schoorstenen ragen etc); b. Ze bevatten verschillende onderdelen niet die voor de industrie juist van belang zijn (concrete industriële scenario s, spill, ontploffingen etc.); 3. De nieuwe algemene opleidingsopzet voor rijksbrandweeropleidingen, die met onder meer stages en leerplekken, niet aansluit op de behoefte van bedrijven en organisaties en voor hen zeer slecht, of alleen met hoge kosten, organiseerbaar is. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 4 van 13

5 3. De beschouwingen van de begeleidingscommissie 2007 Volgens de adviezen van de begeleidingscommissie in 2007 is in de praktijk gebleken dat de opleidingseisen voor de bedrijfsbrandweer niet goed zijn afgestemd op de uit te voeren werkzaamheden op een industrielocatie. Er wordt onvoldoende aandacht besteed aan afstemming en aansluiting bij de opleiding van de brandweer, inclusief het gezamenlijk oefenen. Er is voorgesteld om te onderzoeken of het mogelijk is de opleidingseisen voor bedrijfsbrandweerpersoneel meer te baseren op maatwerk zonder dat dit ten koste gaat van de samenwerking tussen bedrijfs- en overheidsbrandweer. Voor specifieke eisen moeten waarborgen aanwezig zijn voor de kwaliteit van een andere opleiding. De opleidingen voor bedrijfsbrandweren moeten een plaats krijgen binnen het nieuwe functiegerichte Besluit kwaliteit brandweerpersoneel (Nu Besluit Personeel Veiligheidsregio s). Hierbij zijn de volgende randvoorwaarden geformuleerd: Opleidingen voor bedrijfsbrandweerpersoneel moeten zijn gebaseerd op maatwerk per bedrijfstak (afhankelijk van geloofwaardige scenario s); De opleidingen moeten samenwerking tussen bedrijfs- en overheidsbrandweer garanderen; Gekwalificeerde functionarissen van de bedrijfsbrandweer moeten op gelijkwaardige wijze kunnen samenwerken en communiceren met functionarissen van de overheidsbrandweer. De aanvullende opleiding bedrijfsbrandweer is bedoeld voor het Niveau Brandwacht en Bevelvoerder en is in de basis hetzelfde als de opleiding overheidsbrandweer. Onderdelen van de opleiding overheidsbrandweer die niet van toepassing zijn voor de bedrijfsbrandweer kunnen worden weggelaten. Dit systeem van opleidingen moet algemeen werken. Het voordeel van een dergelijk systeem is: Kwaliteitsborging (het betreft ofwel opleidingen onder BZK-verantwoordelijkheid en -toezicht ofwel gecertificeerde opleidingen gegeven door erkende opleidingscentra); Garantie dat de opleidingen aansluiten bij de overheidsbrandweer; Minder ballast dan bij de opleidingen overheidsbrandweer. Volgens het advies van de begeleidingscommissie kunnen de opleidingen voor de bedrijven met een bedrijfsbrandweer bestaan uit: 1. Basisopleiding Bedrijfsbrandweer; 2. Specialistische modulen: a. binnen het nieuwe Besluit kwaliteit brandweerpersoneel; b. buiten het nieuwe Besluit kwaliteit brandweerpersoneel; 3. Extra opleidingen en trainingen. Een karakteristiek van deze voorstellen is uitgewerkt in bijlage 1. Bij de specialistische bedrijfsbrandweeropleidingen die buiten het nieuwe Besluit kwaliteit brandweeropleidingen zijn geplaatst, is vermeld dat deze opleidingen gecertificeerd moeten zijn en door erkende opleidingsinstituten moeten worden verzorgd. B en W kunnen deze opleidingen eisen bij een aanwijzing voor een bedrijfsbrandweren. Vanuit de luchtvaartsector is aangegeven dat men ook bij het systeem van de opleidingen voor bedrijfsbrandweren wil aansluiten. Om deze reden kan ook de specialistische module "vliegtuigbrandbestrijding" in deze voorstellen worden opgenomen. Deze module is voor de luchtvaartsector van belang, waarvoor luchtvaartwetgeving geldt en het Besluit bedrijfsbrandweren niet van toepassing is. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 5 van 13

6 Voor degenen die thans beschikken over de noodzakelijke brandweerdiploma s betekent deze nieuwe opzet geen verandering. De rijksdiploma s van de modulaire opleidingsstructuur van de brandweer behouden hun waarde. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 6 van 13

7 4. Concept Besluit personeel veiligheidsregio s De aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie van het Besluit bedrijfsbrandweren komen terug in het concept Besluit personeel veiligheidsregio s (juli 2008), waarin is uitgewerkt welke functies er voor brandweerpersoneel gelden, welke rangen van toepassing zijn en aan welke rangen functies zijn gekoppeld. Het concept besluit geeft aan dat er bij elke functie een functiegerichte opleiding behoort, die wordt afgesloten met een rijksexamen. Naast de functiegerichte opleidingen zijn er aanvullende opleidingen die niet vereist zijn om aangesteld te worden in een functie. Deze aanvullende opleidingen worden ook met een rijksexamen afgesloten. Opleidingen bestemd voor de bedrijfsbrandweer vallen onder de aanvullende opleidingen. Volgens artikel 2.2, vierde lid van het besluit gaat het voor de bedrijfsbrandweer om de volgende aanvullende opleidingen, die met een rijksexamen worden afgesloten: Basisopleiding bedrijfsbrandweer brandwacht; Basisopleiding bedrijfsbrandweer bevelvoerder; Opleiding bedrijfsbrandweer vliegtuigbrandbestrijding; Opleiding bedrijfsbrandweer tankincidenten; Opleiding bedrijfsbrandweer petrochemie. Het opleiden, examineren, bijscholen en oefenen is functie- en competentiegericht. Artikel 2.6. van het concept besluit geeft aan dat er bij ministeriële regeling regels worden gegeven ten aanzien van opleiden, examineren, bijscholen en oefenen. Deze regels zijn niet van rechtspositionele aard. Het stellen van uniforme kwaliteitseisen zorgt ervoor dat het brandweerpersoneel vakbekwaam wordt (opleiden en examineren) en gedurende de gehele loopbaan vakbekwaam blijft (bijscholen en oefenen). Bij ministeriële regeling wordt per functie aangegeven wat de kerntaken zijn en worden de bijbehorende competenties beschreven. De competenties geven aan welke kennis en vaardigheden een persoon nodig heeft voor de desbetreffende functie. Per functie wordt ook aangegeven wat nodig is om vakbekwaam te worden en te blijven om de functie op een veilige wijze uit te kunnen voeren. Het gaat om minimumeisen waaraan het brandweerpersoneel moet voldoen. De regels met betrekking tot opleiden en examineren vervangen de huidige examenreglementen. In het project Kwaliteitseisen Brandweer-personeel (KBP) vindt thans de uitwerking van deze regels plaats. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 7 van 13

8 5. Doelstellingen project herinrichting opleidingen en oefeningen bedrijfsbrandweren Op basis van de aanbevelingen die de begeleidingscommissie heeft geformuleerd in de Adviezen ter verbetering van het Besluit bedrijfsbrandweren en de thans voorliggende aanvullende opleidingen met een rijksexamen voor de bedrijfsbrandweer moet een visie worden ontwikkeld over de vorm en de inhoud van het stelsel van opleidingen en oefenen, waarmee kan worden gewaarborgd dat de vakbekwaamheidseisen en competenties van het personeel van een bedrijfsbrandweerorganisatie voldoen aan de kwaliteitscriteria die de overheid en de bedrijven hieraan stellen. Een belangrijke nevendoelstelling hierbij is dat de overheid en de bedrijven met een bedrijfsbrandweer gezamenlijk bepalen aan welke kwaliteitscriteria moet worden voldaan en welke onderwerpen binnen en buiten het nieuwe Besluit Personeel Veiligheidsregio s worden vastgelegd. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 8 van 13

9 6. Plan van aanpak Een kwaliteitssysteem voor de vakbekwaamheid en competenties van brandweerpersoneel wordt opgebouwd uit de volgende onderdelen: De aanstellingseisen voor de te onderscheiden functies; De begintermen voor de aan de functies gekoppelde opleidingen; De eindtermen voor de opleidingen van de verschillende functies. Deze onderdelen vormen gezamenlijk de kwalificatieprofielen voor de verschillende functies. Het opleidings-, trainings- en oefenproces legt de brug tussen de begin- en eindtermen voor de vakbekwaamheid van een medewerker. De volgende onderwerpen leveren een essentiële bijdrage aan de vorm en inhoud van deze inspanningen: De les-, leer- en oefenstof; De vakbekwaamheid van de docenten, instructeurs en trainers; De inrichting van de les-, leer- en oefenomgeving. De instellingen die opleidingen, trainingen en oefeningen verzorgen, zijn verantwoordelijk voor de invulling van deze thema s. Een systeem met een erkenning van de kwalificaties van deze instellingen, biedt de mogelijkheid om de opleidings- en oefencentra in te schakelen bij het toetsen en beoordelen van de verrichtingen van de deelnemers aan de voorgeschreven kwaliteitscriteria. Voor de herziening van het kwaliteitssysteem van de opleidingen en oefeningen voor het personeel van bedrijfsbrandweren moeten de volgende stappen worden gezet: 1. Het vaststellen van de hoofdfuncties en specialisaties in een bedrijfsbrandweerorganisatie; 2. Het benoemen van de aanstellingseisen voor de te onderscheiden functies; 3. De nadere invulling van de begin- en eindtermen van de verschillende functies; 4. Vaststellen door wie en waar de functies en de daaraan gekoppelde aanstellingsen kwaliteitseisen worden vastgelegd (in of buiten een Besluit kwaliteitseisen brandweerpersoneel van de overheid); 5. De inrichting van de opleidings- en oefenprogramma s; 6. De nadere uitwerking van de opleidings- en oefenprogramma s door opleidingsinstituten en oefencentra; 7. De nadere uitwerking van het systeem waarmee het kwaliteitsniveau van de competenties van het personeel van een bedrijfsbrandweer gezamenlijk kan worden gewaarborgd door de betrokken bedrijfsbrandweren, overheden en opleidings- en oefencentra. Gelet op de posities van de bedrijfsbrandweren, die al dan niet door de overheid als aangewezen bedrijfsbrandweer worden beschouwd, is het niet noodzakelijk dat al de bovengenoemde stappen zelfstandig door de bedrijfsbrandweerorganisaties worden uitgewerkt. In principe kunnen de bedrijven met een bedrijfsbrandweer inhaken op de ontwikkelingen bij de overheidsbrandweer en van de beschikbare producten en diensten gebruik maken. Voordat van mede gebruik van diensten en producten van de overheid sprake kan zijn, moeten de bedrijven met een bedrijfsbrandweer een standpunt hebben ingenomen over de eerste vier stappen van het ontwikkelproces. Hierin kan Stichting CaBO, al dan niet samen met andere belangenbehartigers zoals VNCI en Deltalinqs, de rol innemen van spreekbuis namens deze bedrijven. Wanneer hierover duidelijkheid bestaat, kan in overleg met de overheidsinstanties worden bepaald: Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 9 van 13

10 Welke inspanningen men zelf (nog) moet verrichten; Door wie, hoe, waar en wanneer deze taken worden uitgevoerd; Op welke wijze en volgens welke richtlijnen de kwaliteit van de eigen inspanningen kan worden gewaarborgd. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat men bij deze nadere invulling kiest voor de praktische benadering dat men zoveel als mogelijk aansluit bij het systeem van de overheid en uitsluitend overgaat tot een zelfstandige invulling, wanneer dit voor hetzelfde kwaliteitsniveau aantoonbaar efficiency en/of financiële voordelen voor de bedrijven oplevert. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 10 van 13

11 7. Activiteiten en mogelijke rol Stichting CaBO Alvorens een standpunt te bepalen heeft Stichting CaBO in januari en februari 2009 verkennende gesprekken gevoerd met enkele andere belangenvertegenwoordigers en marktpartijen (VNCI, Deltalings, MIT met AVD, vanuit haar rol bij het project Werkwijzer Bedrijfsbrandweren- en de Gezamenlijke Brandweer) over de ontwikkelingen in rijks- en bedrijfsbrandweeropleidingen. Doelgroep Hoewel de potentiële doelgroep voor bedrijven en instellingen om zich aan te sluiten bij Stichting CaBO divers is, zijn vanuit het verleden als SBB vooral bedrijven met een bedrijfsbrandweer aangesloten bij Stichting CaBO. Gebaseerd op eerder onderzoek onder de deelnemers heeft zo n 65% van hen een brandweer op basis van enige wettelijke regeling (waarvan 40% op basis van het huidige artikel 13 Brandweerwet). Bedrijven zonder aanwijzing, maken een afweging tussen een bedrijfsbrandweer of andere hulpverleningsorganisatie. Bij vergelijking van de ledenlijsten van de drie belangenbehartigers die deel uitmaken van de verkenningsgroep (VNCI, Deltalinqs en Stichting CaBO), blijkt het merendeel van de BRZO-bedrijven, vertegenwoordigd te zijn. Vertegenwoordiging vindt enkel plaats namens de achterban van Stichting CaBO (danwel VNCI en Deltalinqs). Bedrijven voor wie vertegenwoordiging in het onderwerp bedrijfsbrandweeropleidingen van belang is, kunnen zich aansluiten. Raadpleging In januari 2009 heeft Stichting CaBO een korte raadpleging gehouden onder de bedrijven die als deelnemer aan haar verbonden zijn. Tegelijk heeft contact plaatsgevonden met het ministerie van BZK. Uit de raadpleging is gebleken dat de bevindingen van de begeleidingscommissie in 2007 nog overeind staan. Bedrijven hechten aan het feit dat hun brandweerpersoneel een rijksdiploma kan verwerven en willen de aansluiting van bedrijfsbrandweer met overheidsbrandweer niet onnodig onder druk zetten. Tegelijk zouden de opleidingen wel meer moeten aansluiten op de concrete industriële of bedrijfsbehoefte. Bedrijven uiten bezorgdheid over een (verwachte) stijging van de kosten en problemen bij de praktische uitvoering van voldoen aan de stage- en leerplekken. Veel bedrijven hebben binnen de regio veelvuldig contact over het onderwerp. Uit het contact met BZK is gebleken dat op korte termijn een traject zal starten op het gebied van bedrijfsbrandweeropleidingen. Zowel BZK als Stichting CaBO heeft hierbij aangegeven dat een actieve rol voor Stichting CaBO wenselijk en achten aansluitend een afspraak opportuun. Bestuurlijk standpunt Op basis van de in deze paragraaf beschreven punten spreekt het bestuur van Stichting CaBO uit dat ze actief wil participeren in een ontwikkeltraject voor bedrijfsbrandweeropleidingen dat door BZK wordt geïnitieerd. Stichting CaBO streeft daarbij niet naar het opzetten van een alternatieve opleidingsstructuur buiten de kaders van de bestaande rijksbrandweeropleidingen. Het NIFV en het NBBE zijn belangrijke partners in een verder ontwikkeltraject. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 11 van 13

12 Stichting CaBO wil komen tot opleidingen voor bedrijfsbrandweerzorg die voldoende aansluiting houden bij de algemene brandweeropleidingen, en tegelijk voldoende maatwerk bieden voor individuele bedrijven, organisatie en industrieën. Belangrijke pijlers hierbij zijn de kwaliteit en betaalbaarheid van opleidingen en de ballast -die iedere opleiding met zich meebrengt- zoveel als mogelijk te beperken. Stichting CaBO heeft hierbij onder meer aandacht voor: Onderzoeken en/of ontwikkelen van alternatieven voor de huidige brandweer opleidingsmethodiek waarin medewerkers langere tijd van het eigen werk moeten loskomen vanwege stages en/of leerwerkplekken; Periodieke toetsing van kennis en vaardigheden van brandweerpersoneel, naast het eenmalig behalen van een brandweerdiploma Systeemverantwoordelijkheid voor bedrijfsbrandweeropleidingen waar het kan bij bestaande instituten als het NBBe (examinering), en aanbieding van concrete opleidingen via marktwerking door commerciële aanbieders. Voorgestelde stappen Voor het starten van een proces waarin Stichting CaBO, namens haar deelnemers, een actieve rol inneemt om het opleidings- en oefenvraagstuk voor industriële brandweerzorg aan te pakken, kunnen de volgende stappen overwogen worden: Al gedaan 1. Globale verkenning over de ontwikkelingen in (bedrijfs)brandweeropleidingen. 2. Bestuurlijk standpunt bepalen ten aanzien van de omvang van de rol die Stichting CaBO wil innemen en het resultaat dat ze wil bereiken; Te doen 3. Startnotitie opstellen (aanscherpen) op basis van inzichten ad 1 en ad 2 en bespreken met NIFV en NBBe; a. Notitie aanbieden aan directeuren van beide organisaties b. Onderwerp introduceren bij NBBe; c. Gesprekken voeren met NIFV; 4. Met uitkomsten van stap 3 afspraak maken met BZK om inzichten en activiteiten van BZK en de gewenste rol en betrokkenheid van CaBO in opleidingsdossier te bespreken en te verankeren. Vragen om betrokkenheid, ondersteuning en financiële bijdrage van BZK. 5. Organiseren van feedback, bijvoorbeeld door een verkenning uit te voeren onder deelnemende bedrijven om op basis van de huidige inzichten te kunnen bepalen: - voor welke onderwerpen aansluiting kan worden gezocht bij de ontwikkelingen van de overheidsbrandweer; - welke onderwerpen de bedrijfsbrandweren zelf willen, kunnen of moeten invullen; - wat de consequenties van deze taakverdeling op de korte en lange termijn zijn; Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 12 van 13

13 Bijlage: Voorstel van BC over uitwerking bedrijfsbrandweren Opleidingen kunnen bestaan uit de volgende categorieën. I. Basisopleiding "Bedrijfsbrandweer" Er komt één basisopleiding "Bedrijfsbrandweer" voor alle partijen. Deze opleiding valt onder de categorie "aanvullende opleidingen" van het nieuwe Besluit kwaliteit brandweerpersoneel. De basisopleiding is gericht op de functies "brandwacht" en "bevelvoerder". Het diploma "Bedrijfsbrandweer" is niet gelijk aan de diploma s voor de overheidsbrandweer, afgegeven conform het Besluit kwaliteit brandweerpersoneel. Voor gelijkstelling van de diploma s voor de bedrijfsbrandweer en de overheidsbrandweer zullen de opgeleiden voor een bedrijfsbrandweer de ontbrekende onderdelen van de reguliere opleiding voor de overheidsbrandweer met goed gevolg dienen af te leggen. De bij bedrijfsbrandweer betrokken partijen stellen gezamenlijk normen en eisen op voor de opleiding en examinering: defensie, luchthavensector, Stichting CaBO, NVBR, BZK en VNG. Adviseurs zijn het NBBe en het NIFV. II. Specialistische modules A. Specialistische modules binnen het Besluit kwaliteit brandweerpersoneel Binnen het nieuwe Besluit kwaliteit brandweerpersoneel worden voor de opleiding "Bedrijfsbrandweer" de huidige specialistische modules meegenomen: bronbestrijder, tankincidenten, petrochemie, gaspakdrager. Door de betrokken partijen kunnen nieuwe modules afgesproken worden, die binnen het kader van het Besluit kwaliteit brandweerpersoneel worden ontwikkeld. B. Specialistische modules buiten het Besluit kwaliteit brandweerpersoneel Er bestaat de mogelijkheid om ook specialistische opleidingen buiten het Besluit kwaliteit brandweerpersoneel te laten volgen door personeel van de bedrijfsbrandweer. Deze opleidingen dienen gecertificeerd te zijn, via erkende opleidingsinstituten te worden gegeven en door B en W te kunnen worden geëist bij een aanwijzing voor bedrijfsbrandweren. Vanuit de luchtvaartsector is aangegeven dat men ook bij het systeem van de opleidingen voor bedrijfsbrandweren wil aansluiten. Om deze reden kan ook de specialistische module "vliegtuigbrandbestrijding" in deze voorstellen worden opgenomen. Deze module is voor de luchtvaartsector van belang, waarvoor luchtvaartwetgeving geldt en het Bbw niet van toepassing is. III. Extra opleidingen/trainingen Voor speciale bedrijfssituaties kunnen in alle gevallen door B en W bij de aanwijzing voor bedrijfsbrandweer extra eisen aan opleidingen en trainingen gesteld worden afhankelijk van de geloofwaardige scenario s. Deze opleidingen / trainingen zijn maatwerk en kunnen in onderling overleg tussen bedrijven en overheid worden afgesproken. Bespreekdocument voor BZK en leden verkenningsgroep, mei 2009 Pagina 13 van 13