Tevredenheid en attitude van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tevredenheid en attitude van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten"

Transcriptie

1 Tevredenheid en attitude van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten Onderzoeker: Tine Van Wijnsberghe Promotor: Roy Remmen, Huisartsgeneeskunde Co-promotor: Hilde Philips, Huisartsgeneeskunde Opleidingspraktijk: Herman Nuyts, Balansstraat 10, 2018 Anwerpen Staco: Bart Van Balen Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde 1

2 Tevredenheid en attitude van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten Haio: Tine VAN WIJNSBERGHE Universiteit Antwerpen Promotor: Roy REMMEN Co-promotor: Hilde Philips Praktijkopleider: Herman Nuyts Context: Momenteel wordt in Vlaanderen de wachtdienst voor ongeveer 10 à 15% van de bevolking georganiseerd via een huisartsenwachtpost, een initiatief om het werk van de huisartsen buiten de kantooruren beter te organiseren. De huisartsen zijn doorgaans tevreden over de huisartsenwachtposten. Op dit moment is er weinig bekend over mogelijke verschillen in attitude van huisartsen die wacht lopen in wachtposten met huisartsen die wacht lopen in traditionele wachtdiensten. Dit kan belangrijk zijn omdat er een flinke demografische verandering van de huisartsengroep voor de deur staat. Onderzoeksvraag: Hoe is de attitude en tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten? Hoe vinden huisartsen dat wachtdiensten in de toekomst georganiseerd moeten worden? Methode (literatuur & registratiewijze): Een vragenlijst werd opgesteld, zo werden algemene gegevens bevraagd en werd gepeild naar attitude en tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten door middel van stellingen met antwoordmogelijkheden volgens een 4-punten Likert schaal. Deze vragenlijst werd voornamelijk via aangeboden aan huisartsen en HAIO s in regio s met een huisartsenwachtpost en in regio s zonder huisartsenwachtpost in Vlaanderen. Er werd een beschrijvende analyse en statistische verwerking van de data uitgevoerd. Resultaten: De data van 401 deelnemers konden verwerkt worden. Gedurende het weekend wordt een huisartsenwachtpost wel als meerwaarde ervaren (79,90%) terwijl er geen nood aan blijkt te zijn tijdens de week. De meerderheid (90.47%) vindt het de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten. 93,49% vindt dat er een heroriëntering van de eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst kan plaatsvinden, maar 69,46% vindt niet dat een huisartsenwachtpost op een ziekenhuiscampus gelokaliseerd moet worden % vindt dat er één centraal telefoonnummer moet komen om alle huisartsenwachtposten te bereiken. Slechts een minderheid (28,28%) is voor het systematisch toepassen van derdebetalersregeling tijdens wachtdiensten. Conclusies: In dit onderzoek vindt de meerderheid van de huisartsen een huisartsenwachtpost een meerwaarde. Er is nog discussie over de vorm en geografische specifieke noden. Deze positieve waardering ligt hoger onder artsen die ervaring hebben met een wachtpost. Huisartsenwachtposten verminderen te hoge werkdruk, vergroten het gevoel van veiligheid tijdens de wachtdienst en leiden tot het als minder belastend ervaren van wachtdiensten op familiaal en sociaal vlak. Een aandachtspunt van de wachtposten is dat het oneigenlijk gebruik van de wachtdienst toeneemt. Er is noodzaak tot verduidelijking van het begrip triage. Triage blijkt een belangrijk aspect als men nagaat welke verbeteringen er mogelijk zijn op de wachtpost. tinevw@yahoo.com Trefwoorden: wachtdiensten, huisartsenwachtposten, attitude en tevredenheid van huisartsen 2

3 Inhoudstafel: Abstract Inhoudstafel Inleiding Motivatie Doelstelling Onderzoeksvraag Literatuuronderzoek Onderzoeksmethodiek Opstellen en distributie vragenlijst Ethische aspecten en deontologische beschouwingen Analysemethode Resultaten Demografische gegevens Resultaten alle deelnemers Vergelijking: wel of geen ervaring hebben met een huisartsenwachtpost Vergelijking: wel en niet wacht lopen in een huisartsenwachtpost Welke huisartsen vinden een huisartsenwachtpost een meerwaarde? Welke huisartsen vinden het de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen? Wat zijn de effecten van oneigenlijk gebruik van de wachtdienst? Wat zijn de effecten van een te hoge werkbelasting tijdens de wachtdienst? Bespreking Demografische gegevens Aantal deelnemers Leeftijd Geslacht Praktijkvorm HAIO s (Huisartsen in opleiding) Wachtregeling via huisartsenwachtpost? Overzicht: Welke factoren zijn verantwoordelijk voor een selectiebias? Attitude en tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten De grote meerderheid beschouwt het als de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen Ondersteuning tijdens de wachtdienst De grote meerderheid vindt een huisartsenwachtpost een meerwaarde voor de huisarts De opening van wachtposten gedurende de week blijkt niet gewenst

4 Is heroriëntering van eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst mogelijk? Oneigenlijk gebruik van de wachtdienst Werkbelasting tijdens wachtdiensten De meerderheid voelt zich veilig tijdens de wachtdienst De meerderheid vindt wachtdiensten een zware belasting De meeste huisartsen lopen niet graag wachten Varia Tevredenheid van huisartsen over hun beroep Hoe vinden huisartsen dat wachtdiensten in de toekomst georganiseerd moeten worden? Sterke kanten en beperkingen van het onderzoek Conclusies Referenties..28 Bijlage 1: Informatieformulier (inleiding vragenlijst)...30 Bijlage 2: Vragenlijst. 31 Bijlage 3: Overzicht aantal deelnemers per wachtpost...33 Bijlage 4: Resultaten..34 Tabel 1: Resultaten alle deelnemers 34 Tabel 2 : Vergelijking: wel of geen ervaring hebben met een huisartsenwachtpost...35 Tabel 3: Vergelijking: wel en niet wacht lopen in een huisartsenwachtpost Tabel 4: Welke huisartsen vinden een huisartsenwachtpost een meerwaarde?...39 Tabel 5: Welke huisartsen vinden het de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten?...40 Tabel 6: Effecten van oneigenlijk gebruik van de wachtdienst...41 Tabel 7: Effecten van een te hoge werkbelasting tijdens de wachtdienst Dankwoord

5 Tevredenheid en attitude van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten 1. Inleiding Er zijn de voorbije jaren in Vlaanderen in een aantal regio s huisartsenwachtposten opgericht. In het Verenigd Koninkrijk 1, Denemarken 2-3 en Nederland 4 werd al eerder door verschillende initiatieven getracht om het werk van de huisartsen buiten de kantooruren beter te organiseren en zo de werkbelasting te verlichten. De eerste huisartsenwachtpost in Vlaanderen is opgericht in juni 2003 in de regio Deurne-Borgerhout. Dit project werd positief geëvalueerd 5-6 en kende navolging. Ondertussen zijn er (minimum) 17 huisartsenwachtposten in Vlaanderen. Momenteel wordt de wachtdienst voor ongeveer 10 à 15% van de bevolking georganiseerd via huisartsenwachtposten. Deze reorganisatie biedt de mogelijkheid de noodzaak tot persoonlijke beschikbaarheid van de huisarts te verminderen. Dit is van belang gezien de toenemende vergrijzing van de beroepsgroep en de veranderende houding van jonge artsen, met name de vervrouwelijking van het beroep, de tendens om deeltijds te werken en de verminderde bereidheid om als individu alleen voor continuïteit van zorg in te staan. Ook qua veiligheid van de huisartsen biedt de wachtpost voordelen. Deze huisartsenwachtposten worden georganiseerd door huisartskringen en gesubsidieerd door de overheid. De huisartsenwachtposten hebben gelijkaardige kenmerken, zoals de infrastructuur (consultatieruimtes, een ontspanningsruimte, slaapkamers voor de artsen,...), onthaalmedewerkers, doorgaans een chauffeur voor de huisbezoeken, een beperkte duur van de wachten (12 uur), een georganiseerd rapporteringssysteem van de patiëntencontacten... Toch heeft iedere wachtpost een individuele werking, zo zijn er onderling verschillen in openingsuren en aanwezigheid van ondersteunende personeelsleden (zoals baliebediende en chauffeur). Door middel van een overlegstructuur werden er in 2007 randvoorwaarden gesteld 7. De huisartsen zijn doorgaans tevreden over de huisartsenwachtposten 5-6, 8, 11, 12,14. Op vlak van inkomsten werd er echter niet positief beoordeeld: de huisartsen vonden deze te laag 5-6. De betalingssystemen zijn verschillend per wachtpost: meestal wordt de arts per prestatie betaald, soms wordt een vast bedrag per wacht uitbetaald. Tevredenheid blijkt vooral gerelateerd aan de werkbelasting en of men continuïteit tijdens avonden, nachten en weekends een kerntaak van de huisarts vindt 9. Een verschil in attitude, mentale gezondheid en werk gerelateerde stress bij huisartsen die al dan niet in een wachtpost werken kon alsnog niet aangetoond worden Motivatie In eerste instantie dacht ik een onderzoek te doen naar burn-out en mogelijke preventie bij huisartsen. Het leek echter interessanter om een beperkt gedeelte van de tevredenheid van huisartsen in hun beroep na te gaan. Ik was zelf zeer onder indruk van de organisatie van de huisartsenwachtpost waar ik wachten loop. Ik kan me 5

6 voorstellen dat wacht lopen met of zonder wachtpost enorm verschillend kan zijn, zo kan het mogelijk ook een impact hebben op tevredenheid van huisartsen over de wachtdiensten Doelstelling Op dit moment is er weinig bekend over mogelijke verschillen in attitude van huisartsen die wacht lopen in wachtposten met huisartsen die wacht lopen in traditionele wachtdiensten. Dat kan belangrijk zijn omdat er een flinke demografische verandering van de huisartsengroep voor de deur staat. Dit onderzoek kan bijdragen aan het beeld van hoe huisartsen staan tegenover wachtdiensten en hoe zij wensen dat wachtdiensten in de toekomst georganiseerd worden. De wens tot uitbreiding van huisartsenwachtposten naar meer regio s of werking gedurende de weeknachten wordt geëvalueerd. Er wordt ook nagegaan of er nood is aan en mogelijkheid tot verbetering van bepaalde aspecten van de huisartsenwachtposten Onderzoeksvraag Hoe is de attitude en tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten? Hoe vinden huisartsen dat wachtdiensten in de toekomst georganiseerd moeten worden? 2. Literatuuronderzoek Ik heb volgende PICO opgesteld: Patient: huisarts (general practice, family practice, general practitioner, primary health care) Intervention: huisartsenwachtpost (out-of-hours services/care, after hours care, GP co-operatives) Comparision: geen huisartsenwachtpost (out-of-hours services/care, after hours care, GP co-operatives) Outcome: attitude en tevredenheid van de huisarts over wachtdiensten (satisfaction) Voor het literatuuronderzoek heb ik meerdere databanken geraadpleegd: (via CEBAM) Medline, Cochrane systematic reviews, Minerva en Huisarts Nu. De artikels werden naast relevantie eveneens geselecteerd op beschikbaarheid in Engels of Nederlands. In de Cochrane Library ging ik met de zoektermen van de pico op zoek naar review artikels. Een geavanceerde zoekactie met de termen satisfaction in Title, Abstract or Keywords and after hours in Title, Abstract or Keywords and family practice in Title, Abstract or Keywords in "Database of Abstracts of Reviews of Effects" leidde 6

7 tot meerdere resultaten, waarvan 1 bruikbare review (11). Andere combinaties van de zoektermen hebben hier niet tot bruikbare resultaten geleid. In Medline via Ovid heb ik via advanced search aan de hand van de trefwoorden uit de pico gezocht. Zo leidde bijvoorbeeld het gebruik van de zoektermen out-of-hours care and satisfaction (in focus) tot 40 resultaten, waarvan er 5 relevant bleken (4, 9,11,12,13). In de database van Minerva, tijdschrift van Evidence Based Medicine, leidde de zoekactie met de termen huisartsenwachtpost, wachtpost, huisartsenpost niet tot resultaten. Via Domus Medica vond ik in het archief van Huisarts Nu verscheidene relevante artikels (gebruikte zoektermen huisartsenwachtpost, wachtpost, huisartsenpost ). Ook werden door Dr. H. Philips, mijn co-promotor, relevante artikels aangereikt (8), waarvan ook enkele referenties interessant bleken te zijn voor dit onderzoek. Het recent gepubliceerde doctoraat van mijn co-promotor, Out-of-hours Primary Care in Belgium (10), was uiteraard ook een interessante studie. 3. Onderzoeksmethodiek 3.1. Opstellen en distributie vragenlijst Er werd een bondige vragenlijst opgesteld. Als basis werd de vragenlijst ter evaluatie van de huisartsenwachtpost Deurne Borgerhout 6-7 gebruikt. Deze werd op sommige punten aangepast. De gebruikte vragenlijst is terug te vinden in bijlage 2. De uitleg voorafgaand aan de vragenlijst staat in bijlage 1. De vragenlijst werd aangeboden in regio s met een huisartsenwachtpost en in regio s zonder huisartsenwachtpost in Vlaanderen. Er werden een aantal stellingen geponeerd, waarover de huisartsen hun mening moesten geven volgens een Likert scale, met volgende antwoordmogelijkheden: helemaal / / niet / helemaal niet. Nadien kon men de antwoorden toelichten of bemerkingen maken. Eerst werden algemene gegevens bevraagd: de leeftijd, hoelang men aan het werk was als huisarts, het geslacht, de praktijkvorm, of men in een huisartsenwachtpost werkt en zo ja, welke. Er werd gepeild naar de attitude van huisartsen over wachtdiensten, de tevredenheid over de wachtdiensten en de tevredenheid over hun beroep. Huisartsen en huisartsen in opleiding (HAIO s) werden geïncludeerd, in regio s met en zonder huisartsenwachtposten. De vragenlijsten werden anoniem ingevuld en verwerkt. De link naar de online vragenlijst (deze is opgesteld op met een korte toelichting is via verstuurd naar de verantwoordelijken van de 7

8 huisartsenkringen in Vlaanderen (via via het ICHO (Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding) naar praktijkopleiders en huisartsen in opleiding en via de vakgroep huisartsgeneeskunde van de Universiteit Gent naar de stagebegeleiders. Tenslotte zijn er in de huisartsenwachtpost van Antwerpen Centrum (HAWAC) papieren versies uitgedeeld aan de huisartsen die er wacht liepen Ethische aspecten en deontologische beschouwingen Er werd kort uitleg over het doel gegeven, voorafgaand aan de vragenlijst (zie bijlage 1). Men kan vrijwillig en anoniem deelnemen. Als men de vragenlijst heeft ingevuld, wordt ervan uitgegaan dat men toestemt in deelname aan het onderzoek. De commissie medische ethiek UA heeft dit onderzoek goedgekeurd (nummer goedkeuring UA A10-33) Analysemethode Er werd een beschrijvende analyse van de data uitgevoerd. Zo werd voornamelijk nagegaan wat de attitude is van de hele groep deelnemers. Daarnaast werd er eveneens statistische verwerking van de verkregen gegevens uitgevoerd aan de hand van SPSS versie 18.0 (via descriptive statistics aan de hand van Crosstabs en Pearson s Chi-Square test). De vergelijking is gemaakt tussen huisartsen en HAIO s die ervaring hebben met een huisartsenwachtpost (de artsen die wachten lopen in een huisartsenwachtpost of dat in het verleden hebben gedaan) en artsen die hier geen ervaring mee hebben. Dit kan een beeld geven over de mogelijke verschillen in de attitude van huisartsen over wachtdiensten. Daarnaast is de vergelijking gemaakt tussen huisartsen en HAIO s die wel of niet op een huisartsenwachtpost wacht lopen. Deze vergelijking is voornamelijk interessant om mogelijke verschillen in de tevredenheid over wachtdiensten en het beroep na te gaan. De statistisch significante verschillen werden hier verder bekeken. Er is eveneens nagegaan welke verschillen er zijn tussen huisartsen die een huisartsenwachtpost wel en niet een meerwaarde vinden. De vergelijking tussen de artsen die het wel of niet de taak vinden van de huisarts om continuïteit te voorzien tijdens avonden, nachten en weekends werd ook gemaakt. Er is eveneens nagegaan welke verschillen er zijn tussen soloartsen en artsen die in een duo- of groepspraktijk werken. Tenslotte werd een logistische regressie analyse uitgevoerd, met huisartsenwachtpost is een meerwaarde als afhankelijke variabele. Deze leidde echter niet tot nieuwe significante resultaten en leverde geen nieuwe significante gegevens op. 8

9 4. Resultaten De enquête werd door 405 deelnemers ingevuld, hiervan werden er 4 geëxcludeerd omdat zij geen actieve huisarts bleken te zijn of niet werkzaam waren in Vlaanderen. Uiteindelijk konden de resultaten van 401 deelnemers verwerkt worden Demografische gegevens De gemiddelde leeftijd bedraagt 41,15 jaar. 295 (74,1%) huisartsen en 104 huisartsen in opleiding ( 25,9%) hebben deelgenomen. De huisartsen zijn gemiddeld 20,08 jaar werkzaam als huisarts (dit cijfer geldt enkel voor de huisartsen en niet voor de huisartsen in opleiding). 45,36% van de deelnemers is man. 45,85% van de deelnemers werkt in een groepspraktijk, 22,80% werkt in een duopraktijk en 31,35% werkt in een solopraktijk. 40,40% duidde aan in een praktijk met huisarts in opleiding te werken, 17,46% duidde aan niet in een praktijk met een huisarts in opleiding te werken. Het overige percentage deelnemers heeft deze vraag niet ingevuld. De wachtregeling verloopt bij 46,35% via een huisartsenwachtpost, 53,75% loopt geen wachten in een huisartsenwachtpost. Een deel van de artsen die geen wacht lopen via een huisartsenwachtpost (10,39 %) heeft ooit wel in een huisartsenwachtpost gewerkt, terwijl de overige 89,61% geen ervaring heeft met een huisartsenwachtpost. Er werd eveneens bevraagd in welke wachtpost de huisartsen werkten. Het overzicht van deze resultaten is toegevoegd als bijlage Resultaten alle deelnemers De volledige resultaten staan in tabel 1 (bijlage 4) Attitude van huisartsen over wachtdiensten De meerderheid (90.47%) vindt het de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten. Een receptioniste is meestal gewenst (82.16%), een chauffeur is gewenst bij 69,78%. Over triage zijn de meningen verdeeld. Gedurende het weekend wordt een huisartsenwachtpost wel als meerwaarde ervaren (79,90%) terwijl er geen nood aan blijkt te zijn tijdens de week Organisatorische aspecten De meerderheid (93,49%) vindt dat er een heroriëntering van de eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst kan plaatsvinden, maar de meeste artsen (69,46%) vinden niet dat een huisartsenwachtpost op een ziekenhuiscampus gelokaliseerd moet worden % vindt dat het best druk mag zijn tijdens wachtdiensten % vindt dat er één centraal telefoonnummer moet komen om alle huisartsenwachtposten te bereiken. 9

10 Slechts een minderheid (28,28%) is voor het systematisch toepassen van derdebetalersregeling tijdens wachtdiensten % geeft de voorkeur aan wachtdiensten van 12 uur Tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten De meeste artsen lopen niet graag wacht: 85,32% zegt niet graag wacht te lopen tijdens weekavonden en nachten, 71,57% loopt niet graag wacht tijdens het weekend. 64,56% ervaart wachtdiensten als een zware belasting voor het familiaal en sociaal leven. Toch zegt 68,10% dat ze graag werken of graag zouden werken in een huisartsenwachtpost % geeft aan tijdens een wachtdienst veel patiënten te zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst. De werkbelasting wordt meestal niet te hoog of te laag bevonden en de meerderheid (83.08%) voelt zich veilig. Volgens de meeste artsen (76.58%) verloopt de samenwerking met de spoeddienst vlot Tevredenheid van huisartsen over hun beroep De overgrote meerderheid (98,75%) doet zijn werk als huisarts graag en heeft de laatste tijd niet overwogen om van werk te veranderen (89,25%). Voor de verdere bespreking van de resultaten beperken we ons tot de variabelen die significante verschillen opleveren Vergelijking tussen huisartsen die wel of geen ervaring hebben met een huisartsenwachtpost Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in tabel 2 (bijlage 4) Attitude van huisartsen over wachtdiensten Huisartsen die ervaring hebben met een huisartsenwachtpost vinden significant vaker dan huisartsen zonder ervaring met een wachtpost dat: - men tijdens een wachtdienst moet worden bijgestaan door een chauffeur (86,5% tegenover 54,1%) en receptionist (94,8% tegenover 70,2%). - er triage moet plaatsvinden door een medisch secretariaat (47,2% tegenover 34,5%). - wachtdiensten ideaal 12 uur duren (80,4% tegenover 60,5%). - een huisartsenwachtpost een meerwaarde voor de huisarts is (92,6% tegenover 68,0%) (zie figuur 1: Huisartsenwachtpost: een meerwaarde?). - huisartsenwachtenposten gelokaliseerd moeten worden op een ziekenhuiscampus (36,0% ten opzichte van 25,5%). 10

11 Tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten: Huisartsen die ervaring hebben met een huisartsenwachtpost antwoorden positiever op de stelling Ik werk graag of ik zou graag werken in een huisartsenwachtpost (77,0% is, tegenover 59,8% onder de huisartsen zonder ervaring met een wachtpost). Zij vinden de werkbelasting minder vaak te hoog tijdens wachtdiensten (90,6% tegenover 76,1%). Zij vinden de werkbelasting dan weer eerder te laag (29,2% tegenover 15,2%). Huisartsen met ervaring met een huisartsenwachtpost voelen zich veiliger tijdens wachtdiensten (90,6% tegenover 76,1%), ook ervaren zij wachtdiensten minder als een zware belasting voor het familiaal en sociaal leven (57,5% tegenover 71,3%) Vergelijking tussen huisartsen die wel en niet wacht lopen in een huisartsenwachtpost Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in tabel 3 (bijlage 4). Opnieuw worden enkel de significante resultaten vermeld Attitude van huisartsen over wachtdiensten Huisartsen die wachten lopen in een huisartsenwachtpost vinden vaker dat ze moeten worden bijgestaan door een chauffeur (86,9,7%) dan huisartsen die geen wachten lopen in een huisartsenwachtpost (54,9%). Ook zijn ze vaker van mening dat ze moeten worden bijgestaan door een receptionist (95,7% tegenover 70,4%). Zij zijn eveneens vaker voorstander van triage door een medisch secretariaat (70,7% tegenover 36,0%). Ze geven vaker de voorkeur aan wachtdiensten van 12 uur (82,2% tegenover 60,1%). Huisartsen die wacht lopen in een huisartsenwachtpost staan positiever tegenover huisartsenwachtposten: 93,9% vindt dit een meerwaarde (tegenover 67,8% van de artsen die niet wacht lopen via een huisartsenwachtpost). Zij zijn minder vaak van mening dat huisartsenwachtposten ook geopend moeten zijn tijdens avonden en nachten in de week (39,1% tegenover 60,9%). Wel vinden ze vaker dat huisartsenwachtenposten gelokaliseerd moeten worden op een ziekenhuiscampus (36,7% tegenover 25,0%) Tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten Huisartsen die wacht lopen in een huisartsenwachtpost, antwoorden vaker positief op de stelling: Ik werk graag of ik zou graag werken in een huisartsenwachtpost (76,4% tegenover 60,8%). Zij duiden vaker aan dat ze veel patiënten zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst (68,5% tegenover 57,5%) (zie figuur 2: Oneigenlijk gebruik van wachtdiensten). 11

12 Zij ervaren de werkbelasting minder vaak als te hoog (14,6% tegenover 34,6%), maar wel eerder als te laag(28,6% tegenover 16,4%). Huisartsen die wacht lopen in een huisartsenwachtpost voelen zich veiliger tijdens wachtdiensten (91,8% tegenover 75,6%) en ervaren wachtdiensten minder als een zware belasting op het familiaal en sociaal leven (57,1% tegenover 71,4%) (zie figuur 3: Gevoel van veiligheid tijdens wachtdiensten en 4: Wachtdiensten: een zware belasting?) Welke huisartsen vinden een huisartsenwachtpost een meerwaarde? Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in Tabel 4 (a & b) (bijlage 4). Vrouwen vinden een huisartsenwachtpost vaker een meerwaarde (84,0%) dan mannen (74,7%). Huisartsen in duo- en groepspraktijken vinden significant vaker een wachtpost een meerwaarde (87,5%) dan soloartsen (62,5%). HAIO s staan hier ook positiever tegenover: 93,1% vindt een wachtpost een meerwaarde tegenover 75,3% van de huisartsen. Huisartsen met ervaring met een wachtpost vinden een wachtpost eveneens vaker een meerwaarde (92,6% tegenover 68,0%). Ook huisartsen die het de taak van de huisarts vinden om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten zijn vaker van mening dat een huisartsenwachtpost een meerwaarde is (82,8% tegenover 51,4%) Welke huisartsen vinden het de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten? Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in Tabel 5 (a & b) (bijlage 4). Huisartsen die in een solopraktijk werken vinden het significant minder de taak van de huisarts van continuïteit te garanderen (84,4% tegenover 93,1%). Daarnaast vinden huisartsen (88,1%) dit ook significant minder de taak van de huisarts dan HAIO s (97,1%). 12

13 Huisartsen die continuïteit is niet als de taak van de huisarts zien, vinden de wachtpost minder vaak een meerwaarde, zij lopen minder graag wacht (zowel in het weekend als tijdens de week) en ervaren de wachtdienst vaker als een zware belasting op het familiaal en sociaal leven Wat zijn de effecten van oneigenlijk gebruik van de wachtdienst? Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in Tabel 6 (bijlage 4). Huisartsen die aangeven veel patiënten te zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst, lopen significant minder graag wachten, zowel tijdens de weekavonden en -nachten (43,1% tegenover 66,3%) als tijdens het weekend (50,0% tegenover 67,6%). Bij deze artsen worden wachtdiensten vaker als een zware belasting voor het familiaal en sociaal leven ervaren (69,3% tegenover 50,4%) Wat zijn de effecten van een te hoge werkbelasting tijdens de wachtdienst? Deze volledige resultaten zijn terug te vinden in Tabel 7 (bijlage 4). Huisartsen die de werkbelasting als te hoog ervaren, lopen significant minder graag wachten tijdens het weekend (7,9% tegenover 16,7%) en de week (18,2% tegenover 32,2%). Zij ervaren wachtdiensten vaker als een zware belasting voor hun familiaal en sociaal leven (84,8% tegenover 57,9%). 5. Bespreking 5.1. Demografische gegevens Aantal deelnemers De resultaten van 401 deelnemers werden verwerkt. Dit is ongeveer 5 % van de erkende huisartsen en HAIO s in Vlaanderen. Ter vergelijking: Op 31/12/2009 telde Vlaanderen 7995 erkende huisartsen en 258 huisartsen in opleiding (jaarstatistieken FOD gezondheidszorgberoepen 16 ). Slechts een deel van de aangeschreven huisartsen hebben effectief deelgenomen. Dit geeft mogelijk een verminderde representativiteit. Deze mogelijke selectiebias moet in rekening gebracht worden bij de analyse en interpretatie van de onderzoeksresultaten. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat huisartsen en HAIO s met interesse voor wachtposten eerder geneigd waren om de vragenlijst in te vullen. Daarnaast zijn ook niet alle huisartsen aangeschreven. Enkel huisartsen en HAIO s in Vlaanderen zijn aangeschreven, maar het was slechts mogelijk om een deel van hen te bereiken. Zo waren niet steeds de contactgegevens van de kringverantwoordelijke ter beschikking en werd de vraag ook niet steeds doorgestuurd naar de huisartsen van de desbetreffende kring. Het is moeilijk in te schatten hoeveel huisartsen er effectief zijn aangeschreven. In de huisartsenwachtpost van Antwerpen centrum zijn er papieren versies verspreid, maar verder is de uitnodiging tot de vragenlijst uitsluitend via verstuurd, wat mogelijk ook tot een bepaalde selectie kan hebben geleid. 13

14 Leeftijd Mogelijk ligt de gemiddelde leeftijd van deelnemers aan dit onderzoek (41,15 jaar) hier lager ten gevolge van het grote aantal huisartsen in opleiding dat deelgenomen heeft en het feit dat de uitnodiging tot de vragenlijst grotendeels via verspreid werd. De gemiddelde leeftijd van de erkende huisartsen in Vlaanderen op 31/12/2009 bedroeg 52,9 jaar (FOD Volksgezondheid, Jaarstatistieken 2009) 16. Dit kan een minder representatief beeld geven van de attitude van gemiddelde huidige huisarts. Anderzijds kan dit net een beter beeld geven van de huisartsen die over enkele jaren aan het werk zijn en het merendeel van de actieve groep huisartsen zal uitmaken. Deze groep is uiteraard zeer belangrijk indien men bekijkt hoe wachtdiensten in de toekomst best georganiseerd worden Geslacht Van de deelnemers is de minderheid (45,36%) man en de meerderheid (54,64%) vrouw. In vergelijking met de totale huisartsenpopulatie, hebben aan dit onderzoek veel meer vrouwen deelgenomen. Ter vergelijking: op 31/12/2009 waren er in Vlaanderen 68,29% mannen en 31,71% vrouwen onder de erkende huisartsen (jaarstatistieken FOD gezondheidszorgberoepen 16 ). Uit deze statistieken blijkt dat in de leeftijdscategorie 25 tot 45 jaar er een duidelijk overwicht is van vrouwelijke huisartsen, terwijl in de leeftijdscategorie 45 jaar en ouder de mannelijke huisartsen het overwicht hebben. Daar de leeftijd lager ligt dan gemiddeld, is het logisch dat onder de deelnemers in verhouding meer vrouwen zijn. Ook hier geldt dat dit een beeld geeft van de huisartsen die over enkele jaren aan het werk zullen zijn Praktijkvorm: De meerderheid van de deelnemende huisartsen (in opleiding) werkt in een duo- of groepspraktijk (respectievelijk 44,85% en 22,80%, opgeteld is dit 67,65%). Slechts een minderheid (31,35%) werkt in een solopraktijk. Eind 2010 was 30,9% van de huisartsen in België aan het werk in een huisartsengroepering. Vermoedelijk ligt dit cijfer hoger voor Vlaanderen. Toch zijn er dus onder de deelnemers relatief veel huisartsen werkzaam in een duo-of groepspraktijk. Dit kan verklaard worden door de gemiddeld jongere leeftijd van de deelnemers: jongere huisartsen werken immers vaker in samenwerkingsverband. Daarnaast waren soloartsen mogelijk minder geneigd om deel te nemen HAIO s (Huisartsen in opleiding) Ongeveer een kwart van de deelnemers (25,9%) is huisarts in opleiding. Dit is te verklaren door het feit dat de enquête verstuurd is door het ICHO (Interuniversitair Centrum voor Huisartsenopleiding) met tot gevolg een grote respons van huisartsen in opleiding. 14

15 Op te merken is dat een uitnodiging tot een deelname aan een onderzoek te verspreiden via het ICHO tot een grote respons heeft geleid, dit blijkt een effectieve manier om veel huisartsen en HAIO s te bereiken of te rekruteren Wachtregeling via huisartsenwachtpost? Relatief gezien namen veel huisartsen die wacht lopen in een huisartsenwachtpost (46,25%) deel. In Vlaanderen lopen momenteel naar schatting ongeveer 10 % van de huisartsen wacht via een huisartsenwachtpost. Het is moeilijk om hierover exacte cijfers te bekomen. Om een idee te geven: in de provincie Antwerpen zijn er 24 huisartsenkringen, 4 hiervan beschikken over een wachtpost, daarnaast worden er nog 3 wachtposten binnenkort opgestart (waarvan sommige een samenwerkingsverband zijn tussen meerdere huisartsenkringen). De enquête is specifiek verdeeld in de huisartsenwachtpost HAWAC in Antwerpen centrum. Daarnaast is er mogelijk een verschil in de distributie van de vraag tot deelname aan de enquête in wachtkringen met en zonder een huisartsenwachtpost. Niet alle gegevens van de verantwoordelijken van de wachtkringen waren beschikbaar, het zou kunnen dat deze vaker ter beschikking zijn bij kringen met wachtposten (door de nood tot betere organisatie). Anderzijds kan het zijn dat verantwoordelijken van een kring met of zonder wachtpost meer of minder geneigd zijn om deze vraag door te spelen aan hun leden. Eveneens is het mogelijk dat huisartsen die wacht lopen in huisartsenwachtposten eerder geneigd waren om deel te nemen. Dit kan verklaren dat er hier in verhouding relatief veel huisartsen met een wachtregeling via de huisartsenwachtpost bevraagd werden. Van de huisartsen die momenteel niet werken in een huisartsenwachtpost (231), heeft een klein deel (24 deelnemers, dit komt overeen met 10,39%) wel al in een wachtpost gewerkt. Waarschijnlijk gaat het hier voornamelijk om huisartsen die recent van praktijk veranderd zijn, waaronder veel huisartsen in opleiding en recent afgestudeerde huisartsen. Welke huisartsenwachtpost? (zie bijlage 3) Artsen van 16 verschillende huisartsenwachtposten hebben deelgenomen. De meeste deelnemers liepen wacht bij HAWAC (52), daarnaast hebben ook veel artsen van de huisartsenwachtpost Deurne Borgerhout deelgenomen (36). Van de 125 artsen die wacht lopen in de wachtpost Antwerpen Centrum (HAWAC): hebben 52 artsen deelgenomen aan deze studie. Dit komt overeen met 42% Overzicht: Welke factoren zijn verantwoordelijk voor een selectiebias? Distributie: Dit is voornamelijk via gebeurd en mede verspreid door het ICHO, waardoor er vooral jongere huisartsen en huisartsen in opleiding werden aangesproken. 15

16 Zo zijn er relatief veel vrouwelijke deelnemers en veel artsen die in een duo- of groepspraktijk werken. De enquête is in kringen met een wachtpost mogelijk beter doorgespeeld aan de leden en daarnaast is de enquête ook specifiek in de huisartsenwachtpost in Antwerpen centrum verdeeld, met tot gevolg relatief veel deelnemers die wacht lopen in een huisartsenwachtpost. Motivatie: Mogelijk was de motivatie onder huisartsen en HAIO s met interesse voor wachtposten groter om de vragenlijst in te vullen. Het zou kunnen dat soloartsen minder gemotiveerd waren om deel te nemen. Samengevat is de gemiddelde huisarts in Vlaanderen ten opzichte van de gemiddelde deelnemer aan dit onderzoek ouder, vaker man, vaker soloarts, minder vaak werkzaam in een huisartsenwachtpost en mogelijk minder geïnteresseerd in huisartsenwachtposten. Anderzijds lijken de karakteristieken van onze onderzoekspopulatie de mogelijkheid te bieden om in te schatten hoe de attitudes en verwachtingen over de komende jaren zullen evolueren Attitude en tevredenheid van huisartsen over wachtdiensten en huisartsenwachtposten Citaten van deelnemers uit de vrije tekstvelden worden schuingedrukt weergegeven De grote meerderheid (90,47%) van de deelnemers beschouwt het als de taak van de huisarts om continuïteit te garanderen tijdens avonden, weekenden en nachten. Huisartsen in een solopraktijk blijken het minder vaak de taak van de huisarts te vinden om continuïteit te garanderen dan huisartsen die in een duo- of groepspraktijk werken. Eveneens blijken erkende huisartsen het minder vaak de taak van de huisarts te vinden om continuïteit te voorzien dan huisartsen in opleiding. De huisartsen die het niet als hun taak zien continuïteit te garanderen, vinden wachtposten minder vaak een meerwaarde. Ze lopen minder graag wachten en ervaren de wachtdiensten vaker als een zware belasting op het familiaal en sociaal leven. Rekening houdend met de mogelijke bias, met name de hier ondervertegenwoordigde soloartsen en oververtegenwoordigde HAIO s, is het goed mogelijk dat onder alle huisartsen in Vlaanderen minder huisartsen vinden dat het niet de taak van de huisarts is om continuïteit te garanderen. Enkele artsen bemerkten dat s nachts de continuïteit door spoeddiensten moet gegarandeerd worden of dat externe artsen ingeschakeld zouden moeten worden. Wachtposten zouden bemand moeten kunnen zijn door externe artsen, die niet perse een praktijk in het wachtgebied hebben. Zij zouden bijvoorbeeld de wachtpost als bron van inkomsten kunnen zien en dat vind ik prima. ik vind niet dat je als huisarts een meerwaarde krijgt van je beroep door wachten te doen. Uiteraard moet er wel continuïteit zijn en zal ik steeds mijn verantwoordelijkheid hiervoor nemen. 16

17 Er werd opgemerkt dat er een herwaardering van het beroep huisarts moet gebeuren: Als huisartsen overdag beschouwd worden als coachers en behandelaars van mineure acute pathologie en administratie, dan zie ik niet in waarom daar 's nachts continuïteit voor nodig is.... Om huisartsen gemotiveerd te houden, kan herwaardering van het beroep een belangrijke factor zijn. Bij het herorganiseren van de wachtdiensten dient extra aandacht besteed te worden aan bevordering van de kwaliteit van familiale en sociale leven. Bovendien moet de huisarts in het algemeen meer profiel krijgen. Een duidelijke taakverdeling dient zich aan Ondersteuning tijdens de wachtdienst Het merendeel van de artsen (69,78%) vindt dat men moet kunnen beschikken over een chauffeur. Wel dient hier rekening gehouden worden met verschillende omgevingen: zo kunnen de voordelen van een chauffeur in stedelijke gebieden groter zijn, vooral omdat zo het parkeerprobleem opgevangen wordt. Een opmerking hier is dat de huisarts zou moeten beslissen of een huisbezoek gerechtvaardigd is, onder andere omwille van het ecologische aspect. Arts zelf mee laten beslissen over nut/zin van huisbezoeken (Ecologie). Hoewel 82,16% van de huisartsen vindt dat men moet worden bijgestaan door een receptionist, vindt slechts ongeveer de helft (51,88%) dat er triage moet plaatsvinden door een medisch secretariaat. Nog minder huisartsen (42,75%) vinden dat triage moet gebeuren door een verpleegkundige. Hieruit kan geconcludeerd worden dat veel artsen de receptie blijkbaar los van de triage bekijken, dit blijkt nog niet ingeburgerd te zijn. Wel werd er opvallend veel op de vraag wat er beter kan op de wachtpost geantwoord: triage. Dit blijkt toch een belangrijk aspect als men nagaat welke verbeteringen er mogelijk zijn op de wachtpost. Omdat er in de nabije toekomst waarschijnlijk een tekort aan huisartsen zal ontstaan is het volgens mij belangrijk om alle niet-huisartsentaken te delegeren. Vandaar dat een triage door verpleegkundige of receptionist nuttig zou zijn. Het nut van triage blijkt uit de toepassing in meer georganiseerde gezondheidssystemen, zoals in Nederland 15. Als we het verschil tussen huisartsen met en zonder ervaring met een huisartsenwachtpost bekijken, zijn de huisartsen met ervaring met een wachtpost significant meer dat ze moeten bijgestaan worden door een chauffeur, een receptionist en dat er triage moet plaatsvinden door een medisch secretariaat. Hieruit blijkt dat eens men bijgestaan wordt door dit ondersteunend personeel, dit als positief ervaren wordt. Mogelijk geldt hier onbekend is onbemind : huisartsen zonder ervaring met een wachtpost, zijn minder vertrouwd zijn met medisch secretariaat met gevolg dat dit minder geliefd is. 17

18 Het is waarschijnlijk voor veel artsen niet helemaal duidelijk wat ze onder triage juist moeten verstaan. Het wettelijk kader is evenmin duidelijk. De term triage werd in onze enquête ook niet gedefinieerd. Elke huisarts kan er een verschillende interpretatie aan gegeven hebben. Er zijn namelijk meerdere niveaus van triage mogelijk. Het is interessant om op te nemen in de research agenda wat huisartsen juist weten van triage en aan welke vormen van triage ze nood hebben. Dit blijkt ook uit een andere studie 10. Met de nakende demografische verandering van de huisartsenpopulatie, waardoor men toch wel extra aandacht moet besteden aan huisartsenwachtdiensten, lijkt het zeer belangrijk de mogelijkheid tot triage te optimaliseren, met zeker een verduidelijking van het wettelijk kader. Er bleek geen significant verschil tussen de huisartsen met en zonder ervaring in een wachtpost over de stelling dat triage moet gebeuren door een verpleegkundige. Een mogelijke verklaring voor het lage percentage huisartsen dat vindt dat triage moet gebeuren door verpleegkundigen, is dat huisartsen in Vlaanderen hier niet mee vertrouwd zijn. Deze cijfers zullen ten gevolge van de selectiebias bij de gemiddelde Vlaamse huisarts verschillen: waarschijnlijk vindt deze minder vaak dat een chauffeur, een receptionist en triage nodig zijn. Veel huisartsen merken op dat het er niet zoveel toe doet wie de triage juist doet. De voorkeur gaat vaak uit naar de opleiding medisch secretariaat. Medisch secretariaat versus verpleging bij triage van patiënten: Momenteel bestaat de opleiding Medisch secretariaat, dacht ik, niet. Dit zou nochtans een meerwaarde betekenen. Voorlopig zou de triage dan inderdaad door verpleging kunnen gebeuren. Ook andere taken zouden zij op de wachtpost kunnen uitvoeren (vb verbanden leggen, wondzorg, IM medicatie toedienen,...) De grote meerderheid van de deelnemers (79,90%) vindt een huisartsenwachtpost een meerwaarde voor de huisarts. De meeste huisartsen (68,10%) werken graag of zouden graag willen werken in een huisartsenwachtpost. Deze positieve evaluatie van de huisartsenwachtpost komt overeen met andere 5-6, 8, 11, 12,14 studies. Huisartsen die ervaring hebben in een huisartsenwachtpost zijn significant meer (92,6%) met de stelling dat een huisartsenwachtpost een meerwaarde is voor de huisarts dan huisartsen die geen ervaring hebben in een huisartsenwachtpost (68,0%). Dit kan als een overtuigend argument gebruikt worden: men staat positiever tegenover een wachtpost, indien men er ervaring mee heeft. Ook vinden vrouwelijke artsen, HAIO s, en artsen in een duo- of groepspraktijk een huisartsenwachtpost vaker een meerwaarde. Dat soloartsen minder voorstander zijn van huisartsenwachtposten, wordt mogelijk verklaard doordat zij anders tegenover samenwerking staan. 18

19 Huisartsen die het als de taak van de huisartsen zien om continuïteit te garanderen, staan ook significant positiever tegenover een huisartsenwachtpost. Een Nederlandse studie 8 stelde ook vast dat deze factoren samenhangen. Ook hier is er waarschijnlijk een selectiebias opgetreden: de gemiddelde Vlaamse huisarts, die minder vaak ervaring heeft met een wachtpost dan de deelnemers in dit onderzoek, vaker soloarts en minder HAIO is, zal vermoedelijk wat minder positief staan tegenover huisartsenwachtposten. Opgemerkt wordt dat huisartsenwachtposten minder gemakkelijk te organiseren zijn in bepaalde streken. In onze streek is een wachtpost bijna niet haalbaar (financieel) wegens uitgestrektheid en lage bevolkingsdichtheid. Daarnaast brengen de grotere regio s ook grotere verplaatsingen met zich mee. De wachten op verplaatsing (lees huisartsenwachtpost en niet in eigen kabinet) doen, heeft als nadeel dat patiënten zich veel verder moeten verplaatsen eer ze een arts bereiken. De werkregio wordt immers veel groter. Hetzelfde geldt voor een arts die op huisbezoek moet. Door de grotere afstanden duurt het veel langer eer je bij de patiënt bent en hulp kan bieden. Een vaak genoemd nadeel aan huisartsenwachtposten is dat men tussendoor niet thuis bij het gezin kan zijn en niet in eigen bed kan slapen. Ik zou het liefste mijn wachtdienst vanuit thuis blijven doen zoals het vroeger was. Zelf je bed moeten opmaken in een zeer ongezellige ruimte vind ik niet gezellig. Als er geen patiënten zijn zit ik ook liever thuis bij mijn vrouw dan op een steriele wachtpost. Voordelen van een huisartsenwachtpost die genoemd worden in de bemerkingen zijn dat men efficiënter kan werken (door een betere structuur en organisatie), meer veiligheid, betere zorg voor de patiënt, gemakkelijk bereikbaar doordat dit op een vaste plaats is, meer quality time voor de arts, mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek en meer sociaal contact met collega-huisartsen. De huisartsenwachtpost biedt de mogelijkheid om de wachtdienst van een huisarts, die toch een belasting is voor het gezin, aangenamer en rustiger en veiliger te laten verlopen voor de wachtdoende arts. De wachtposten verbeterden mijn levenskwaliteit, maar het blijft een echte opdracht. De meeste artsen vinden 12 uur de ideale duur van de wachtdienst. Huisartsen met ervaring met een wachtpost zijn significant meer van mening dat de ideale duur van de wachtdienst 12 uur bedraagt. Wachten van 12 uur blijken niet zo aantrekkelijk als men een andere duur van de wachten gewoon is, maar eens de wachtduur 12 uur bedraagt, draagt dit toch de voorkeur weg. Een groot voordeel aan wachtdiensten van 24 uur is uiteraard dat men minder wachten moet lopen. Er werd ook geopperd om in een systeem van wachten van 12 uur de keuze te laten om 2 x 12 uur aaneensluitend wacht te kunnen lopen. De bemerking bij diensten van 8u is dat er dat men dan meer wachten moet lopen. 19

20 De opening van wachtposten gedurende de week blijkt niet gewenst. Een kleine meerderheid (55,02%) is tegen een opening van de wachtposten gedurende de week. Huisartsen die ervaring hebben in een wachtpost zijn significant minder van mening dat huisartsenwachtposten geopend moeten zijn tijdens avonden en nachten in de week (40,4% tegenover 49,3%). Dit strookte niet met de op voorhand verwachte resultaten, aanvankelijk werd eerder het tegenovergestelde verwacht. Mogelijk schuilt een verklaring in een geregelde weekwacht, indien dit goed verloopt, ervaart men misschien minder noodzaak om de wachtregeling te veranderen. Of er een geregelde weekwacht is, is echter niet bevraagd in het onderzoek. Dit blijft bijgevolg een onbekende factor. Een andere verklaring hiervoor kan zijn dat zij meer op de hoogte zijn van wat een wachtpost exact inhoudt, zij hebben een beter zicht op wat dit organisatorisch inhoudt, mogelijk zijn zij zich ook bewuster van de kosten. In tegenstelling tot het artikel Huisartsenwachtpost Deurne-Borgerhout: Hoe tevreden zijn de huisartsen? 6 is hier geen significant verschil tussen de soloartsen en de artsen die in een duo- of groepspraktijk werken. In dit artikel bleken vooral soloartsen vragende partij voor een opening gedurende de weekavonden en nachten. Slechts een zeer kleine minderheid (4,00%) van de artsen zijn voorstander van een opening van de huisartsenwachtposten tijdens de week overdag. Hier wordt opgemerkt dat dit een complete reorganisatie zou zijn van de gezondheidszorg. Velen zien dit praktisch onmogelijk organiseerbaar: welke artsen hier dan verantwoordelijk voor zouden moeten zijn? Er wordt ook gevreesd dat dit shoppen door patiënten kan bevorderen. Er wordt eveneens bemerkt dat dit tegenstrijdig kan zijn met de bevordering van het GMD Is een heroriëntering van de eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst mogelijk? Echelonering doorduwen, we weten al jaren dat de overheid miljoenen zal besparen als ze de spoedgevallen reserveren voor verwezen patiënten. Ziekenhuizen moeten meewerken om de gezondheidszorg betaalbaar te houden en bij duidelijk niet-dringende aanmeldingsklachten verwijzen naar een eerstelijnsarts ( al dan niet aanwezig op de campus ) in plaats van onmiddellijk het hele technisch arsenaal aan te wenden. De overgrote meerderheid (93,49%) van de deelnemers vindt dat er mits goede afspraken met spoeddiensten een heroriëntering van de eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst kan plaatsvinden. Toch vindt de meerderheid (69,46%) niet dat een huisartsenwachtpost gelokaliseerd moet worden op een ziekenhuiscampus. Sommigen merken op dat dit niet absoluut hoeft, maar wel mogelijk is. 20

21 Daarnaast vindt de grote meerderheid van de deelnemers (85,50%) dat het best druk mag zijn tijdens wachten. Werken in een wachtpost leidde niet tot significante verschillen. Er werd opgemerkt dat het s nachts bij voorkeur rustig is. Overdag mag het druk zijn, maar s nachts is het bij voorkeur rustig. Eveneens is de meerderheid (77,95%) te vinden voor één centraal telefoonnummer om alle huisartsenwachtposten te bereiken (bijvoorbeeld 118). Sommigen opperen vanaf het centrale nummer 112 ook triage naar huisartsen (wachtposten) te organiseren. Een huisartsenwachtpost op een ziekenhuiscampus zou een stap kunnen zijn ter bevordering van de heroriëntatie. De meeste huisartsen koppelen deze elementen echter niet aan elkaar. Mogelijk is dit minder populair omdat een huisartsenwachtpost op een ziekenhuiscampus gezien kan worden als een discrepantie met de heroriëntering naar eerstelijnsgeneeskunde. Factoren die deze heroriëntering van eerstelijnspathologie naar de huisartsenwachtdienst mee ondersteunen zijn dat huisartsen vinden dat een wacht best druk mag zijn en voorstander zijn voor een centraal telefoonnummer. Wat ook nog deze heroriëntering kan bevorderen zijn het duidelijk herkenbaar en kenbaar maken van de huisartsenwachtpost. Er werd bemerkt dat een huisartsenwachtpost een soort voorpost zou kunnen zijn. Er is een tekort aan spoedartsen. Teneinde hier een mouw aan te passen zouden de wachtposten moeten gelinkt worden aan elk ziekenhuis met een 100 post, zodat de huisartsenwacht fungeert als voorpost. Dit zou ook het werk van de spoed verlichten en in échte urgenties wordt geen tijd verloren. De meeste artsen (76,58%) zijn van mening dat de samenwerking met de spoeddienst vlot verloopt. 23,32% vindt dat dit niet vlot verloopt, het kan bijgevolg toch belangrijk zijn om te kijken of hier eventueel ruimte voor verbetering is, zeker indien men een heroriëntering van spoeddiensten naar 1 e lijn wil nastreven. Hier blijkt geen significant verschil tussen de verschillende groepen te zijn Oneigenlijk gebruik van de wachtdienst Patiënten beschouwen wachtdiensten steeds meer als een verlengde van de gewone consultaties in de week (cf. de nachtwinkel ). De meerderheid van de deelnemers (62,72%) geeft aan tijdens een wachtdienst veel patiënten te zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst. Huisartsen die op een huisartsenwachtpost werken duiden significant vaker aan (68,5%) dat ze veel patiënten zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst dan huisartsen die geen wacht lopen in een wachtpost (57,5%). Hieruit kan afgeleid worden dat een huisartsenwachtpost het oneigenlijk gebruik van de wachtdienst kan doen toenemen. 21

22 De huisartsen die aangeven veel patiënten te zien die onterecht gebruik maken van de wachtdienst, lopen significant minder graag wachten. Ze ervaren wachtdiensten ook vaker als een zware belasting op hun familiaal en sociaal leven. Oneigenlijk gebruik geeft geen significant verschil op hoe graag ze hun werk doen. Oneigenlijk gebruik van de wachtdienst heeft dus duidelijk een effect: het maakt de wachtdiensten onaangenamer. Het is bijgevolg belangrijk om het oneigenlijk gebruik van de wachtdiensten te beperken. Mogelijke oplossingen hiervoor zijn: triage (met opleiding van onthaalmedewerkers), duidelijk aflijnen en communiceren in welke situaties de wachtdienst gebruikt kan worden (publieke informatie campagnes, informatie via huisarts, apotheker, media,...), educatie patiënten (met motivatie tot zelfzorg, er wordt vaak te snel professionele hulp gezocht), niet over medicaliseren (medicatie voorschrijven kan beschouwd worden als een bevestiging dat het noodzakelijk was om de dokter te consulteren), Om consequent te zijn moeten deze maatregelen gedurende de week ook gevolgd worden. Betere opvoeding van de gewone burger over hun lichaam: gezondheidsopvoeding op school / werk, via televisie meer infocampagnes over antibioticagebruik / wat te doen bij (buik)griep / koorts bij kinderen... Ik vrees dat -hoewel een wachtpost geen drempel mag hebben- de drempel voor een gedeelte van onze bevolking té laag wordt, wat tot misbruik leidt. Duidelijke afspraken onder de artsen en betere samenwerking met spoeddiensten kunnen hier helpen. Systematische derdebetalersregeling zal anderzijds misbruik doen toenemen. Het is eveneens belangrijk om bij beslissingen over derdebetalersregeling en aanpassingen van het remgeld te bewaken dat dit niet leidt tot een toename van het oneigenlijk gebruik van de wachtdienst. Zo mag het niet financieel aantrekkelijker zijn voor de patiënt om tijdens de wachturen een huisarts van wacht te consulteren dan tijdens de week de eigen huisarts te consulteren. Derdebetalersregeling heeft maar zin als ook de consulten bij de huisarts via derde betaler worden afgehandeld. Anders krijg je het perverse resultaat dat het goedkoper is voor de patiënt om te wachten tot de huisartswachtpost de deuren opent! Er wordt bemerkt dat men hoger remgeld zou moeten kunnen vragen bij oneigenlijk gebruik en patiënten zou moeten kunnen weigeren. Differentiële terugbetaling aan de patiënt naargelang het al dan niet terecht gebruik maken van de wachtdienst : A volledige terugbetaling, B 75% terugbetaling, C 50% terugbetaling, D 25% terugbetaling en E geen terugbetaling. Hoger remgeld, of beter nog consequent weigeren niet dringende zaken te behandelen op de wachtpost en op abnormale uren, en even consequent deze door te sturen naar de eigen huisarts tijdens de normale uren. Dit vereist echter wel een forfaitaire betaling van de wacht-arts (!) en een strenger beleid. De grote meerderheid (71,72%) van de deelnemers is tegen het systematisch toepassen van de derdebetalersregeling tijdens wachtdiensten. Hier werd geen significant verschil gevonden tussen de verschillende groepen artsen. 22

Kwalitatieve analyse bij de huisarts van de noden, de verwachtingen en de houding betreffende de wachtdienst van nu en in de toekomst.

Kwalitatieve analyse bij de huisarts van de noden, de verwachtingen en de houding betreffende de wachtdienst van nu en in de toekomst. Kwalitatieve analyse bij de huisarts van de noden, de verwachtingen en de houding betreffende de wachtdienst van nu en in de toekomst. Jacob Merckx, K.U.Leuven Promotor: Patrik Vankrunkelsven, K.U.Leuven

Nadere informatie

De huisarts als nachtwinkel. Hilde Philips Zeewolde 9 april 2013

De huisarts als nachtwinkel. Hilde Philips Zeewolde 9 april 2013 De huisarts als nachtwinkel Hilde Philips Zeewolde 9 april 2013 Google afbeeldingen: WACHTPOST 2 Voting system 1. Geslacht: 1. Vrouw 2. Man 2. Ik ben momenteel werkzaam als huisarts: 1. Ja 2. Neen 3. Ik

Nadere informatie

Tevredenheid van huisartsen in opleiding (HAIO) over hun wachtdiensten

Tevredenheid van huisartsen in opleiding (HAIO) over hun wachtdiensten Tevredenheid van huisartsen in opleiding (HAIO) over hun wachtdiensten Dogu Ahmed, Vrije Universiteit Brussel Promotor: Prof. Dr. Johan Vansintejan, Vrije Universiteit Brussel Co-promotor: Dr. Ines Van

Nadere informatie

Dr. Stefan Teughels Voorzitter WP Vlaanderen

Dr. Stefan Teughels Voorzitter WP Vlaanderen Dr. Stefan Teughels Voorzitter WP Vlaanderen De pro en contra s van een wachtpost Moeilijkheden en uitdagingen Mogelijkheden van Wachtposten (in) Vlaanderen Dalend aantal artsen Vergrijzing makkelijker

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"!

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet burnt out! Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"! Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg maakte een interessante studie over de performantie van de Belgische gezondheidszorg.

Nadere informatie

ORGANISATIE EN FINANCIERING VAN SPOEDDIENSTEN IN BELGIË:

ORGANISATIE EN FINANCIERING VAN SPOEDDIENSTEN IN BELGIË: ORGANISATIE EN FINANCIERING VAN SPOEDDIENSTEN IN BELGIË: Aanbevelingen van het KCE-rapport KOEN VAN DEN HEEDE, CÉCILE DUBOIS, STEPHAN DEVRIESE, NATALIE BAIER, OLIVIER CAMALY, EVELINE DEPUIJDT, ALEXANDER

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Bart Huber & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst

Nadere informatie

DR. VERDICKT MARINO - PRAKTIJKOPLEIDER

DR. VERDICKT MARINO - PRAKTIJKOPLEIDER DR. VERDICKT MARINO - PRAKTIJKOPLEIDER info@deoudelanden.be De Beukelaerlaan 51 tel: 03/ 542.11.64 2180 Ekeren (Antwerpen) fax: 03/541.12.62 VOORSTELLING VAN DE OPLEIDINGSPRAKTIJK huisartsenpraktijk de

Nadere informatie

De beantwoordbare vraag (PICO)

De beantwoordbare vraag (PICO) 4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Het project /03/2014. Situering van het project. Situering van het project 18/03/2014

Het project /03/2014. Situering van het project. Situering van het project 18/03/2014 Het project 1733 18/03/2014 2 Situering van het project Debatten rond oneigelijk gebruik van spoedgevallen, Huisartsen wachtdiensten steeds moeilijker te organiseren. Vooral Nacht en WE 3 Situering van

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning

Nadere informatie

Informatiebrochure voor hulpverleners

Informatiebrochure voor hulpverleners Informatiebrochure voor hulpverleners Hoe ervaren vrouwelijke moslimpatiënten en hulpverleners de zorg in kraamafdelingen in het Vlaamse ziekenhuis? Een interviewstudie over de ethische aspecten van interculturele

Nadere informatie

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013

kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Executivee summary - Juni 2013 1 COLOFON Opdrachtgever van de studie: FOD Volksgezondheid, Cel Planning Gezondheidsberoepen

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten Postprint 1.0 Version Journal website Pubmed link DOI http://www.vvocm.nl/algemeen/vakblad-beweegreden Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten D.T.P. VAN HASSEL; R.J. KENENS Marktwerking

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Arnoud Hansma & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst

Nadere informatie

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele

Nadere informatie

samenwerking tussen artsen in een huisartsenwachtpost

samenwerking tussen artsen in een huisartsenwachtpost samenwerking tussen artsen in een huisartsenwachtpost een evaluatie van de samenwerkingsaspecten opgenomen in de huishoudelijke reglementen van huisartsenwachtposten Eva Wittevrongel, Universiteit Gent

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Rapport Safe Surgery 2016

Rapport Safe Surgery 2016 Rapport Safe Surgery 2016 Kennis, attitude en druk bij het gebruik van de safe surgery checklist in Belgische Augustus 2017 Cel Kwaliteit en Patiëntveiligheid FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen

Nadere informatie

Oprichten van een groepspraktijk vanuit bestaande solopraktijken: met welke factoren moet men rekening houden?

Oprichten van een groepspraktijk vanuit bestaande solopraktijken: met welke factoren moet men rekening houden? Oprichten van een groepspraktijk vanuit bestaande solopraktijken: met welke factoren moet men rekening houden? Dr. Liesbet Schoonis, Universiteit Antwerpen Promotor: Prof. Dr. Jan De Lepeleire, Katholieke

Nadere informatie

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven Literatuur De cijfers en survey Evoluties in de samenleving

Nadere informatie

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad?

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad? Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen. 20.02.2016 Welke maatregelen voorziet de stad? Liesbet Meyvis liesbet.meyvis@stad.antwerpen.be Dienst Gezondheid Stad Antwerpen Toegang

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

Bevolkingstevredenheidsonderzoek

Bevolkingstevredenheidsonderzoek Bevolkingstevredenheidsonderzoek Lokale Politie Politiezone Erpe-Mere/Lede Korpsleiding Administratief Centrum 2 9340 Lede T +32 53 60 64 64 1 Inleiding Met het oog op de gemeenschapsgerichte politiezorg

Nadere informatie

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Tom Vandersteegen Wim Marneffe Tom De Gendt Irina Cleemput UHasselt Symposium Patiëntveiligheid en Medische

Nadere informatie

Dit document bevat 5 delen:

Dit document bevat 5 delen: Faculteit Geneeskunde en Farmacie Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Chronische Zorg Department of Family Medicine and Chronic Care Gebouw K, 2 e verdieping Laarbeeklaan 103 B-1090 Brussel Tel: Fax: Mail:

Nadere informatie

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens April 2016 Gemeente Elburg Gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Deel 1. Inleiding 3 Deel 2. Motivatie afval scheiden 4 Deel 3. Afval

Nadere informatie

PERSDOSSIER Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart

PERSDOSSIER Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart PERSDOSSIER 08.05.18 Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen in kaart Is er een tekort aan huisartsen in Brussel? Het Brussels Gewest brengt zijn huisartsen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014

Onderzoeksrapport. Wachttijden 2014 Onderzoeksrapport Wachttijden 2014 Inhoudsopgave 1. Abstract 2. Inleiding 3. De Geneeskundestudent 4. Methode 5. Resultaten - Enquête algemeen - Enquête Wachttijden 6. Conclusie 7. Referenties 8. Contactgegevens

Nadere informatie

Samenwerking tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallen in Gent

Samenwerking tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallen in Gent Samenwerking tussen huisartsenwachtposten en spoedgevallen in Gent Huisartsenvereniging Gent, vzw HVG Dr. Bart Van de Velde, lid raad van bestuur en werkgroep wachtdiensten Huisartsen wachtdiensten Gent

Nadere informatie

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak Burnout bij huisartsen preventie en aanpak P. Jonckheer (KCE), S. Stordeur (KCE), G. Lebeer (METICES, ULB), M. Roland (CUMG-ULB), J. De Schampheleire (TESA-VUB), M. De Troyer (METICES, ULB), N. Kacenelenbogen

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Stella Zonneveld & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW De landelijke enquête 4000 huisartsen Binnen 2 weken 1400 open reacties

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

AFSPRAKENPLAN HUISARTSEN - SPOED

AFSPRAKENPLAN HUISARTSEN - SPOED AFSPRAKENPLAN HUISARTSEN - SPOED Van Abdissen en Graafheren. MACHT? INVLOEDSSFEER? VOORDEEL SAMEN? GELD? Van Huisartsen en Ziekenhuis Herkenrode HA : 112 88 Hasselt Diepenbeek - Zonhoven JESSA Ziekenhuis

Nadere informatie

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN Evidence-Based Nursing Bart Geurden, RN, MScN Trends in Verpleegkunde Jaren 1980: Systematisch werken Focus op proces Jaren 1990: Verpleegkundige diagnostiek Focus op taal Aandacht verschuift van proces

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015 dr. Kaatje Van Roy en prof. dr. Sara Willems Februari 2016 In opdracht van

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts 5 februari 2018, FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN Dr. Luc Herry, huisarts In dit financieel onderzoek van de audit van KPMG zullen we de term forfaitaire huizen gebruiken. Gewoonlijk

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

IMPULSEO I. Gert Merckx Kennisdomeinverantwoordelijke huisartsenkringen Leuven - 8 november 2016

IMPULSEO I. Gert Merckx Kennisdomeinverantwoordelijke huisartsenkringen Leuven - 8 november 2016 IMPULSEO Als steunpunt voor Impulseo helpt Domus Medica u met uw aanvraag. Voor meer informatie: mail naar annemie.verwilt@domusmedica.be of surf naar http://www.domusmedica.be/impulseo IMPULSEO I Gert

Nadere informatie

Afsprakenplan STREVEN NAAR MEER SAMENWERKING TUSSEN HUISARTSEN EN ZIEKENHUIZEN/SPOEDDIENSTEN

Afsprakenplan STREVEN NAAR MEER SAMENWERKING TUSSEN HUISARTSEN EN ZIEKENHUIZEN/SPOEDDIENSTEN Afsprakenplan STREVEN NAAR MEER SAMENWERKING TUSSEN HUISARTSEN EN ZIEKENHUIZEN/SPOEDDIENSTEN Samenwerking Spoed en huisartsenwachtposten: evolutie Conventie 2015: Stelde al een samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Uitkomsten van de peiling van 1 januari 2016 L.F.J. van der Velden R.J. Kenens J. Hansen R. Batenburg NIVEL POSTBUS 1568-3500 BN UTRECHT TELEFOON: 030-27

Nadere informatie

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens BIJLAGE 2, nr. 248011 Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens April 2016 Gemeente Elburg Gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Deel 1. Inleiding 3 Deel 2. Motivatie afval

Nadere informatie

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van

Onderzoek naar. levenskwaliteit. bij colorectale (ex-)kankerpatiënten. Basisrapport. Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Met financiële steun van Onderzoek naar levenskwaliteit bij colorectale (ex-)kankerpatiënten Basisrapport Auteurs: De Gendt

Nadere informatie

Dokter van wacht nodig?

Dokter van wacht nodig? Dokter van wacht nodig? 1733 Gisteren vandaag en morgen 06/10/2018 3 pilootprojecten GISTEREN Waarom 1733? 1 Situering van het project Permanentie van de zorg komt in het gedrang Wachtdiensten niet ingevuld,

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige.

74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige. Een zorgzame start Resultaten enquête zelfstandige zorgverstrekkers 2014 74% is niet klaar om na de opleiding te starten als zelfstandige. Met het begeleidingsprogramma Een zorgzame start wilt de Federatie

Nadere informatie

80% Als patiënt moet ik zelf actief om informatie vragen of zelf informatie opzoeken, als ik vragen heb (N=1048)

80% Als patiënt moet ik zelf actief om informatie vragen of zelf informatie opzoeken, als ik vragen heb (N=1048) Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M.J.P. van der Maat en J.D. de Jong. Hoe kijken patiënten zelf aan tegen hun plichten en verantwoordelijkheden ten opzichte

Nadere informatie

INFORMATIEBLAD PATIENTEN WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM DE ZILVEREN KNOOP VZW WELKOM IN ONS WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM

INFORMATIEBLAD PATIENTEN WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM DE ZILVEREN KNOOP VZW WELKOM IN ONS WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM INFORMATIEBLAD PATIENTEN WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM DE ZILVEREN KNOOP VZW WELKOM IN ONS WIJKGEZONDHEIDSCENTRUM In deze folder vind je informatie over de werking van het wijkgezondheidscentrum Aarzel niet om

Nadere informatie

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016 Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 1. BASISGEGEVENS In werden 19326 begeleidingen pakket 1 en 6415 begeleidingen pakket 2 beëindigd. Uiteindelijk hebben 18901 klanten (pakket 1) en 6287

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Beschikbaarheid voor terminale patienten. Vraagstelling onderzoek database SHDA. PACT project PALLIATIEVE ZORG PROJECT

Beschikbaarheid voor terminale patienten. Vraagstelling onderzoek database SHDA. PACT project PALLIATIEVE ZORG PROJECT PACT project PALLIATIEVE ZORG PROJECT Palliatieve zorg buiten kantooruren door een huisartsenpost : De patiënten, en de rol van informatieoverdracht Bart Schweitzer Literatuuronderzoek Focusgroepen Webenquete

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 01 JANUARI 2006 TOT 31 OKTOBER 2006 - COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van

Nadere informatie

De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer

De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer Holebi s & transgenders als collega s DIENST DIVERSITEITSBELEID Resultaten online enquête Om de situaties van homo s, lesbiennes, biseksuelen (holebi

Nadere informatie

Vervangartsen en het vervangplatform. Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november

Vervangartsen en het vervangplatform. Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november Vervangartsen en het vervangplatform Huisartsenconferentie 6 oktober Wegwijs voor starters 13 november Waarom vervangartsen? Veel nood aan: zwangerschapsverlof, ziekte, tijdelijke verhoging patiëntenstroom,

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË QUO VADIS, GEZONDHEIDSZORG? 1 INHOUDSTAFEL 1. SITUERING BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG 2. DE ZIEKENHUIZEN 3. DE AMBULANTE ZORG EN DE THUISZORG 4. DE HUISARTSGENEESKUNDE

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts

Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts Praktijkassistentie: perceptie van de Vlaamse huisarts Dr. Lynn Seghers, K.U. Leuven Dr. Stien Vandenberghe, K.U. Leuven Promotor: Prof. Dr. Birgitte Schoenmakers Co-promotor: Dr. Frédéric De Coninck Master

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

Maatschappelijke Participatie

Maatschappelijke Participatie Maatschappelijke Participatie Marjolein Kolstein September 2016 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 1.3 Opzet van het onderzoek

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008

OPROEP TOT KANDIDATEN EVALUATIE VAN HET VINCA-PROJECT. Brussel, 11 maart 2008 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Cel Informatica, Telematica en Communicatie in de Gezondheidszorg Eurostation Bloc II 1ste verd. bureau 01D269 Victor Horta Plein 40/B10

Nadere informatie

EVALUATIE BEWONERSPLATFORM RENINGELST

EVALUATIE BEWONERSPLATFORM RENINGELST EVALUATIE BEWONERSPLATFORM RENINGELST REALISATIES VAN HET BEWONERSPLATFORM RENINGELST Informatie Bewoners geven aan dat er via de stadskrant van Poperinge al heel wat informatie wordt doorgegeven aan de

Nadere informatie

RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 -

RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 - RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 - Uitgevoerd: september 2007 Onderzoekers: drs. Herman Kiesel, drs. Lic. Rick Coone,

Nadere informatie

De kennis van apothekersassistenten over het EPD en het LSP

De kennis van apothekersassistenten over het EPD en het LSP Onderzoeksartikel 5 juni 2014 De kennis van apothekersassistenten over het EPD en het LSP M.R.L. Nass; onderzoekstudent Farmakunde Abstract Doelstelling: Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL...

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL... Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel In dit rapport leest u de laatste ontwikkelingen rondom het donateursvertrouwen

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Op zoek naar wetenschappelijke literatuur?

Op zoek naar wetenschappelijke literatuur? Op zoek naar wetenschappelijke literatuur? VERONIQUE DESPODT I N F O R M AT I E M E D E W E R K E R K C G G V E R O N I Q U E. D E S P O D T @ U G E N T. B E BLITS INFORMATIESESSIE - 21/04/2017 Blits?

Nadere informatie

Gemeente Breda. Proef met LED-verlichting. SSC Onderzoek en Informatie. Achtervang, Bijvang en Uitvang

Gemeente Breda. Proef met LED-verlichting. SSC Onderzoek en Informatie. Achtervang, Bijvang en Uitvang Gemeente Breda SSC Onderzoek en Informatie Proef met LED-verlichting Achtervang, Bijvang en Uitvang Publicatienummer: 1493 Datum: Juli 2008 In opdracht van: Gemeente Breda, Directie Buitenruimte afd. technisch

Nadere informatie