Nota van B&W. onderwerp Toegankelijkheid sociale huursector

Transcriptie

1 gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Portefeuillehouder dr. Tom Hom Collegevergadering 4 november 2014 inlichtingen Jan Vijfhuizen ( ) Registratienummer Samenvatting Vooral door het geringe woningaanbod worden we geconfronteerd met een grote spanning tussen de vraag en het aanbod in de sociale huursector. Dat leidt tot lange wachttijden voor de woningzoekenden, maar ook de huisvesting van de bijzondere doelgroepen als de uitstromers uit instellingen, de stadsvernieuwingsurgenten en de statushouders wordt problematisch. Aan achterliggende oorzaken als de scheefheid en de verhuurdersheffing kunnen wij niets doen. Wel kunnen wij veelal samen met Ymere met een aantal maatregelen en voorzieningen zorgen voor wat meer lucht in de sociale huursector. Onze inspanningen zijn daarbij enerzijds gericht op het verruimen van het aanbod voor de reguliere woningzoekenden en anderzijds op het bieden van meer huisvestingsmogelijkheden voor de semi -urgenten: woningzoekenden, die op korte termijn geholpen zijn met tijdelijke huisvesting. Inleiding De afgelopen tijd is de toegankelijkheid van de sociale huursector een schrijnend probleem geworden. Niet alleen moeten de woningzoekenden lang wachten op een woning, maar ook de huisvesting van bijzondere doelgroepen als de stadsvernieuwingsurgenten, de statushouders en de uitstromers uit instellingen zoals de maatschappelijke opvang, wordt een knelpunt. Op papier zou het aantal sociale huurwoningen in onze gemeente voldoende moeten zijn om de doelgroep, huishoudens met een inkomen beneden de ,- te huisvesten. Zolang ongeveer een derde van die woningen bewoond wordt door huishoudens die niet tot die doelgroep behoren, zal er echter een spanning blijven bestaan tussen de vraag en het aanbod. Dat vraagstuk van de zogeheten scheefheid kunnen wij op lokaal niveau niet oplossen en wij willen ons vooral richten op het daadwerkelijk beschikbare aanbod voor de woningzoekenden. Met een aantal maatregelen en voorzieningen willen wij niet alleen zien te bereiken dat er meer woningen beschikbaar komen voor de woningzoekenden, maar ook meer mogelijkheden komen om een tijdelijk onderdak te bieden. De toegankelijkheid van de sociale huursector zou ook een van de onderwerpen zijn in de Woonagenda, die wij nog dit jaar gaan opstellen. Gezien de ernst van de problematiek hebben wij besloten dit onderwerp naar voren te halen en los te koppelen van de Woonagenda.

2 Volgvel 2 Context De huidige problematiek komt vooral voort uit het in relatie tot de vraag geringe aanbod. Weinig nieuwbouw en weinig doorstroming hebben de afgelopen jaren geleid tot een duidelijke afname van het aantal vrijkomende woningen in de sociale huursector. Daar is recent de verhuurdersheffing voor de corporaties bijgekomen. Deze heffing houdt in dat een corporatie jaarlijks de huuropbrengst van twee maanden aan het Rijk moet afdragen. Ymere is daardoor gedwongen om vrijkomende huurwoningen of te verkopen of daarvan de huurprijs te verhogen tot boven de huurtoeslaggrens. In beide situaties worden deze woningen - in 2013 waren dat er in totaal zo'n onttrokken aan het daadwerkelijke aanbod. Het zal duidelijk zijn dat het vooral de eengezinswoningen en de ruime appartementen zijn die verkocht of geliberaliseerd worden. Dat heeft daarmee niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin gevolgen voor het aanbod voor de woningzoekenden. Niet alleen komen er nu jaarlijks nog geen 500 woningen per jaar beschikbaar, terwijl dat in de hoogtijdagen van de VINEX regelmatig meer dan 1000 waren, maar bestaat het aanbod ook nog eens grotendeels uit kleine gestapelde woningen. Voor 2013 ging het om de volgende aantallen en dit jaar is het beeld niet veranderd. Aanbod sociale huur Haarlemmermeer 2013 gestapelde woningen beschermd wonen totaal Aan de vraagkant zijn de ontwikkelingen minder spectaculair. Het aantal actieve woningzoekenden uit onze gemeente - dat zijn de woningzoekenden die reageren op woningen aangeboden via WoningNet - schommelt de laatste jaren rond de Naast die vraag zijn er ook de zogeheten bijzondere doelgroepen die op de sociale huursector zijn aangewezen, zoals de statushouders, de stadsvernieuwingsurgenten en de uitstromers uit instellingen zoals de Maatschappelijke Opvang. In 2013 betrof dat met 115 verhuringen 24 % van het totaal aantal verhuringen. bijzondere verhuringen Haarlemmermeer 2013 eengezinswoningen jongerenwoningen seniorenwoningen stadsvernieuwingsurgenten statushouders urgenten uitstroom instellingen overige totaal Nieuwe wetgeving Voordat wij met de voorstellen komen, willen wij allereerst op een tweetal ontwikkelingen in de wetgeving ingaan. Ten eerste wordt met ingang van 1 januari 2015 met een overgangstermijn van 6 maanden de nieuwe Huisvestingswet van kracht. Die houdt in dat de woonruimteverdeling alleen nog maar publiekrechtelijk (met een verordening) en niet meer privaatrechtelijk (met een convenant) geregeld kan worden. Of dat een gemeentelijke verordening of een (sub)regionale verordening zal worden, is afhankelijk van of de Stadsregio Amsterdam haar status als WGR+ -gebied verliest en zo ja, wat daarvoor in de plaats zal komen. Ten tweede staat er een belangrijke wijziging met betrekking tot de huurwetgeving op stapel. Die wijziging zal inhouden dat het binnenkort mogelijk wordt om tijdelijke huurcontracten voor maximaal twee jaar af te sluiten. Dat was al mogelijk bij woningen die zich naar aard en

3 Volgvel 3 gebruik leenden voor tijdelijke bewoning, maar dat wordt dan mogelijk bij alle woningen ongeacht type, huurprijs etc. Daarmee wordt niet alleen wat flexibiliteit op de huurmarkt bereikt, maar dat geeft ook meer armslag om, als bij bijvoorbeeld een dreigende dakloosheid een structurele oplossing niet mogelijk is, wel voor een tijdelijke oplossing te kunnen zorgen. Maatregelen Gezien de ernst van de situatie willen wij komen met een aantal maatregelen, die meer ruimte in de sociale huursector moeten opleveren. Sommige van die maatregelen kunnen wij zelf treffen, voor andere zullen wij in overleg met Ymere moeten treden. De voorgestelde maatregelen zijn gerubriceerd onder het verruimen van het aanbod, het beter benutten van het bestaande aanbod en het beter verdelen van het aanbod. Aanbod verruimen Nieuwbouw Aangezien wij op korte termijn meer aanbod willen hebben, ligt het verruimen van het aanbod middels nieuwbouw niet voor de hand. Dat duurt veelal te lang voordat die woningen er daadwerkelijk staan. Bovendien zijn de corporaties beperkt in hun investeringsvermogen als gevolg van de verhuurdersheffing, zodat ook om die reden een uitbreiding van het aanbod met nieuwbouw niet realistisch is. Voor de komende tijd staan drie nieuwbouwprojecten in de sociale huursector op stapel: Tudorpark, 1 e fase (37 woningen), Eijkenhove (87 seniorenwoningen) en Leeghwaterkwartier (54 woningen) en daar zal het voorlopig bij blijven. Woningbouw in het derde segment (huurwoningen in de vrije sector met een huurprijs van 700,- tot 875,- per maand) kan indirect ook een bijdrage leveren aan het verminderen van de spanning in de sociale huursector. Daarvoor zijn wij afhankelijk van de investeringsbereidheid bij de beleggers. Die is volop aanwezig en onze inspanningen zijn er op gericht dat ze die investeringen in onze gemeente gaan doen, zoals we al bij de nieuwbouwlocatie Badhoevedorp Q1 bereikt hebben. Transformeren vastgoed Meer aanbod creëren kan natuurlijk ook door het transformeren van bestaand vastgoed naar woningen. Gezien alle ontwikkelingen met betrekking tot het scheiden van wonen en zorg ligt het voor hand om daarbij allereerst te denken aan het zorgvastgoed, dat immers relatief eenvoudig naar woningen omgezet kan worden. In onze gemeente is er echter geen sprake van (dreigende) leegstand van het zorgvastgoed en voor zover dat dreigde, is dat al anderszins opgelost. Op de kantorenmarkt is er wel leegstand. Een transformatie naar woningen zouden wij alleen maar toejuichen en kan op onze volle medewerking rekenen. Een dergelijke transformatie staat of valt met de bereidheid c.q. mogelijkheid van de betreffende eigenaar om z'n verlies te nemen, dus een (fors) bedrag afte boeken. Dat speelt echter veel minder bij een tijdelijke transformatie naar huurwoningen, die ook goed zou aansluiten bij de huidige problematiek. Een kantoor krijgt dan tijdelijk voor bijvoorbeeld vijf of tien jaar een woonfunctie. Daarbij is het de vraag of de huuropbrengsten opwegen tegen de kosten die gemaakt moeten worden om het pand geschikt te maken voor bewoning. Nieuwe wetgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening maken een dergelijke tijdelijke transformatie procedureel ook relatief eenvoudig. Het transformeren van kantoren hebben wij niet in eigen hand. Wel kunnen wij de kansen die zich voordoen aangrijpen. In het kader van de onderhavige problematiek willen wij ons vooral richten op het tijdelijk transformeren van leegstaande kantoren naar huurwoningen.

4 Volgvel 4 Daartoe zullen wij onder meer contacten gaan leggen met een aantal eigenaren van dat vastgoed. Mid-stay accommodatie Een uitbreiding van het aanbod waar wij wel voor kunnen zorgen is de zogeheten mid-stay accommodatie: tijdelijke woningen voor de woningzoekenden die op korte termijn geholpen zijn met woonruimte voor maximaal twee jaar. Die categorie is groot, maar wij denken daarbij vooral aan de huishoudens, waarvan de situatie niet ernstig genoeg is voor een urgentieverklaring, maar waarbij wel sprake is van een dreigende dakloosheid: de semiurgenten. Wij gaan daarbij uit van een complex van circa 20 tijdelijke woningen, dat wij in samenwerking met Ymere voor een periode van circa 10 jaar willen realiseren. De woningen zullen rechtstreeks door Ymere van de leverancier gehuurd worden, maar er is ook een constructie denkbaar dat wij tot aanschaf overgaan - Ymere heeft immers geen investeringsruimte - en wij het complex dan verhuren aan Ymere. Een voorlopige berekening heeft uitgewezen dat een dergelijke mid-stay accommodatie ook financieel haalbaar is. Dat wil zeggen dat er geen beroep op de algemene middelen hoeft te worden gedaan. Wel met de kanttekening dat er middelen uit de Bestemmingsreserve Besluit Locatiegebonden Subsidies en/of Bestemmingsreserve Wonen nodig zullen zijn. Beide reserves bieden daarvoor nog voldoende ruimte. Wij denken dat met een mid-stay accommodatie een belangrijke bijdrage kan worden geleverd aan het oplossen van de problematiek van de semi-urgenten. Op de kortst mogelijke termijn willen wij dan ook zien te komen tot de realisatie. Dat betekent dat wij allereerst het locatie-onderzoek willen afronden. Voor de verdere ruimtelijke-juridische procedure is het van belang dat bekend is hoe het complex er in grote lijnen komt uit te zien. Naast de keuze van die locatie heeft duidelijkheid daarover dan ook onze prioriteit. Als deze stappen gezet zijn, zullen wij met een nader voorstel komen. Het zal duidelijk zijn dat de nieuwe wetgeving met betrekking tot de tijdelijke huurcontracten naadloos aansluit bij de opzet van een mid-stay accommodatie. De maximale termijn van het huurcontract voor deze woningen zal dan ook twee jaar zijn. Het zal ook gaan om woningzoekenden die afgezien van hun huisvestingsprobleem zelfredzaam zijn en daarmee is een mid-stay accommodatie niet te vergelijken met de Maatschappelijke Opvang. Aanvullende middelen voor begeleiding of ondersteuning zijn dan ook niet nodig. Verkopen en liberaliseren vrijkomende woningen Wanneer Ymere minder vrijkomende woningen zou verkopen of liberaliseren, zou dat ook het aanbod verruimen. Met betrekking tot de verkoop zullen wij uitvoering geven aan de motie "Verkoop Huurwoningen", die op 28 augustus jl. door de raad is aangenomen met als strekking dat er minder woningen door Ymere verkocht moeten worden. In het licht van de huidige problematiek zullen wij vooral inzetten op nieuwe afspraken over het aantal te verkopen leeggekomen huurwoningen, omdat die verkoop in tegenstelling tot de verkoop aan een zittende huurder direct van invloed is op het beschikbare aanbod. Met de verkoop aan een zittende huurder met een inkomen boven ,-, wordt bovendien de scheefheid teruggedrongen en daar is niets op tegen. Het wordt binnenkort ook wettelijk mogelijk voor Ymere om op basis van de Leegstandswet de leegstaande woningen, die te koop staan, tijdelijk te verhuren. Met een gemiddelde leegstand van 5 1 /2 maand is het niet realistisch om er van uit te gaan dat dit in meer dan een

5 Volgvel 5 incidentele situatie een mogelijkheid zal bieden om te voorzien in de tijdelijke huisvesting van een woningzoekende. In dit verband zou ook afgesproken kunnen worden dat, als een vrijgekomen woning langer dan een bepaalde periode te koop staat, die woning weer als sociale huurwoning verhuurd gaat worden. Dergelijke (prestatie)afspraken met Ymere sluiten aan bij de in de genoemde motie opgenomen opdracht van de raad om leegstand van de te verkopen woningen te beperken. Minder liberaliseren levert natuurlijk ook meer aanbod op in de sociale huursector. Aan het liberaliseren liggen dezelfde financiële motieven ten grondslag als bij de verkoop van woningen. Wij zijn ons bewust van de financiële noodzaak bij Ymere om woningen te verkopen c.q. te liberaliseren, maar in de huidige situatie willen wij ook prestatieafspraken maken over het aantal en wellicht ook type woningen dat door Ymere geliberaliseerd wordt. Omdat het effect van het verkopen en het liberaliseren hetzelfde is - in beide gevallen worden de woningen aan het daadwerkelijke aanbod in de sociale huursector onttrokken - willen wij de afspraken over de te liberaliseren woningen in samenhang met die over de te verkopen woningen maken. Deze nieuwe prestatieafspraken moeten dan in elk geval voor het jaar 2015 gaan gelden. Bestaand aanbod beter benutten. Doorsfrom/ng Meer doorstroming in en uit de sociale huursector kan er ook voor zorgen dat er meer woningen beschikbaar komen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor Ymere. Daarover zijn wij inmiddels al in overleg met Ymere. Afgesproken is dat Ymere zich richt op twee categorieën: de ouderen en de scheefwoners. Voor beide categorieën geldt dat ze verleid moeten worden om hun huidige woning voor een andere woning achter te laten. Bij ouderen kan dat bijvoorbeeld door dat zij hun huidige huur mogen behouden bij de overstap van een grote eengezinswoning naar een kleinere woning m.a.w. als ze verhuizen van groot naar beter. Dat is nu al mogelijk, maar als dit ook gaat gelden bij (een deel van) de 54 woningen van het Leeghwaterkwartier kan dat veel doorstroming op gang brengen. Bij dit nieuwbouwproject zal volop worden ingezet op 'Van Groot naar Beter'. De scheefwoners zullen verleid moeten worden met voorlichting over de alternatieven voor een sociale huurwoning, zoals een vrije sector huur woning of koopwoning van Ymere, en wellicht ook met een financiële prikkel. In overleg met ons zal Ymere deze en andere verleidingstechnieken verder uitwerken. In de nieuwe prestatieafspraken zal er wel aan gerefereerd worden, maar daar zal bij het uitwerken niet op worden gewacht. Dure huurwoningen De dure huurwoningen van Ymere zijn niet bereikbaar en ook niet bedoeld voor de doelgroep van de sociale huursector. Sommigen daarvan kunnen en willen, bijvoorbeeld met financiële steun van de ouders, in ieder geval voor enige tijd de huur van een vrije sector woning wel opbrengen. Bij de huidige wetgeving met huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd was het voor Ymere moeilijk om zo'n dure woning aan te bieden. Met de huurcontracten voor maximaal twee jaar ligt dat makkelijker. Wij zouden ons zelfs kunnen voorstellen dat Ymere voor de duur van de betreffende tijdelijke huurovereenkomst de huurliberalisatie opschuift. Hoe het ook zij, het gaat betekenen dat, zij het altijd nog op basis van maatwerk, in meer situaties dan nu nog het geval is, een vrije sector huurwoning een tijdelijke oplossing kan bieden. Daarbij denken wij vooral aan de al eerder aangehaalde semi-urgenten.

6 Volgvel 6 Anti-kraak woningen Sinds de verzelfstandiging van het gemeentelijk woningbedrijf beschikken wij niet meer over huurwoningen, als we de woningen, die toendertijd om strategische redenen niet zijn overgedragen, buiten beschouwing laten. Qua verhuur en toewijzing gaat het bij deze woningen echter niet anders dan bij de overige woningen van Ymere. Wel beschikken wij over een aantal woningen die op anti-kraakbasis bewoond worden. Dat zijn woningen die in afwachting van sloop of een andere ontwikkeling in onze opdracht door Ad-Hoe beheerd worden. In het licht van de huidige schrijnende situatie willen wij deze woningen ook gaan inzetten om bij een (dreigende) dakloosheid op zeer korte termijn - deze woningen kunnen immers binnen een paar weken vrijgemaakt worden - met name huishoudens met kinderen een onderdak te bieden. Wij zullen inventariseren welke woningen zich daarvoor zouden lenen. Of wij één van onze anti-kraak woningen beschikbaar zullen stellen, zal op basis van maatwerk besloten worden. Belangrijke afweging daarbij zal zijn hoeveel perspectief er is dat betreffende woningzoekende binnen afzienbare termijn zelf in zijn of haar huisvesting kan voorzien. Woonruimteverdeling De woonruimteverdeling is het instrument om de spanning tussen de vraag en het aanbod enigszins te kanaliseren. Wel is het zo dat elke maatregel om een categorie woningzoekenden meer kans op een woning te geven betekent dat een andere categorie daardoor minder kans maakt. Toch zijn er binnen de woonruimteverdeling wel mogelijkheden om voor wat meer lucht te zorgen. Lokale voorrang Op dit moment kan er bij 30% van de bestaande woningen en bij 70% van de nieuwbouw voorrang gegeven worden aan woningzoekenden met een lokale binding. Die ruimte wordt momenteel nagenoeg maximaal door Ymere benut met het strategisch labellen van woningen. Als het van te voren nagenoeg zeker is dat op een woning (bijna) alleen inwoners van onze gemeente zullen reageren, heeft het weinig zin om aan die woning het label 'lokale voorrang' te hangen. Lokale voorrang kan ook specifieker ingezet worden zoals bijvoorbeeld bij projecten als 'Van Groot naar Beter', waarbij immers de doorstromers uit (een deel van) onze gemeente voorrang krijgen. In de nieuwe huisvestingswet wordt de ruimte voor lokale voorrang 25% ongeacht of het nu bestaande of nieuwbouwwoningen zijn. Daarmee wordt de ruimte kleiner dan nu, maar of het effectief minder wordt, zal pas blijken als er duidelijkheid is of de bijzondere bemiddelingen en/of de urgenten bij deze 25% meegeteld moeten worden. Ongeacht hoe groot die ruimte ook zal worden, zal de huidige lijn worden voortgezet: strategisch labellen van vrijkomende woningen en het gebruiken om al of niet bij specifieke projecten een maximaal lokaal doorstroomrendement te behalen. Met 25% van de vrijkomende woningen is de ruimte voor lokale voorrang beperkt. In het geval er om die reden een keuze gemaakt moet worden, dan hebben de genoemde specifieke doorstroom projecten onze voorkeur. In de nieuwe prestatieafspraken willen wij dit ook zo met Ymere vastleggen. Label senioren- en jongerenwoningen Momenteel worden er door Ymere om begrijpelijke redenen zowel voor jongeren ( = tot 26 jaar) als voor senioren (= vanaf 55 jaar) woningen gelabeld. Dat label houdt in dat bij de

7 Volgvel 7 betreffende woningen jongeren resp. senioren voorrang hebben boven de andere leeftijdscategorieën. In de praktijk betekent het dat die andere leeftijdscategorieën niet voor die woningen in aanmerking komen. Momenteel zijn bijna 2300 woningen van Ymere voorzien van het label seniorenwoning. Een deel van deze woningen bevindt zich in de directe nabijheid van een zorgcentrum, maar dat geldt lang niet voor alle woningen. Ook zijn het zowel appartementen als grondgebonden woningen (met een slaapkamer op de begane grond) In 2013 zijn er 198 woningen met een seniorenlabel aangeboden, waartegen over 224 senioren stonden die op deze woningen gereageerd hebben Voor de leeftijdscategorie jaar liggen de verhoudingen met 126 aangeboden woningen en 1782 actieve woningzoekenden iets anders. Het is dan ook alleszins gerechtvaardigd om een deel van de seniorenwoningen om te labelen naar een reguliere huurwoning, waarbij het om aantal van ruim 500 zal gaan. Bij een mutatiegraad van 5% betekent dat er op jaarbasis zo'n 25 woningen extra beschikbaar komen voor de woningzoekenden tot 55 jaar. Uit de bovengenoemde cijfers zal duidelijk zijn dat de slaagkans van de woningzoekenden van 55 jaar op een woning niet wezenlijk minder wordt. Bovendien hebben zij met de woonduur als volgordecriterium sowieso al een voorsprong op jongere woningzoekenden, die veelal minder woonduur zullen hebben. Bij de bijna 1000 jongerenwoningen is met 101 aangeboden jongerenwoningen en 1188 jongeren actief op zoek naar een woning het beeld wel anders dan bij de seniorenwoningen, maar ook bij deze woningen kan met het ontlabelen bereikt worden dat een groter deel van het aanbod bereikbaar is voor een grotere doelgroep. Daarbij kan eraan gedacht worden de 300 jongerenwoningen met een oppervlakte van 30 m2 of minder nog wel voor de jongeren te blijven bestemmen, maar de overige bijna 700 om te labelen naar een reguliere woning. Bij een mutatiegraad van 5 % gaat dan om jaarlijks zo'n 35 woningen. Voor de jongeren tot 26 jaar betekent dat er minder aanbod komt en hun slaagkans navenant minder wordt. Daar staat tegenover dat als ze 26 jaar zijn en nog geen woning gevonden hebben, ze dan wel meer kans hebben op een woning. Voor dit ontlabelen hoeven we de nieuw prestatieafspraken niet af te wachten en naar verwachting kan dit snel doorgevoerd worden. Urgentieregeling Binnen de woonruimteverdeling is de urgentieregeling een belangrijk instrument om woningzoekenden die dringend om woonruimte verlegen zitten, op korte termijn huisvesting te kunnen bieden. Al jarenlang wordt de urgentieregeling uitgevoerd door Ymere als uitvloeisel van de privaatrechtelijke wijze, waarop de woonruimteverdeling in onze gemeente geregeld is. De nieuwe Huisvestingswet zal echter betekenen dat per 1 juli 2015 de urgentieregeling een volledig gemeentelijke zaak zal worden. Voor die tijd zullen wij daaromtrent - en dan zal het zowel over de inhoud als de uitvoering gaan - de nodige besluiten moeten nemen. Zo ver is het echter nog niet en daarom zullen we in het kader van deze nota niet verder ingaan op de urgentieregeling. Resumé Met het samenstel van deze maatregelen, die enerzijds gericht zijn op het creëren van meer aanbod en anderzijds op meer tijdelijke huisvestingsmogelijkheden voor de semi-urgenten, zullen de problemen in de sociale huursector niet opgelost zijn. Die kunnen we gewoonweg niet oplossen. Wel kunnen wij hiermee de woningzoekenden meer perspectief op al of niet tijdelijke woonruimte bieden. Ook de doorstroming uit de maatschappelijke opvang en de huisvesting van de statushouders kan minder problematisch worden.

8 Volgvel 8 Een aantal stappen (o.a. voorbereiding mid-stay, ontlabelen, nieuwe prestatieafspraken) zullen nu al direct in gang worden gezet. Voor andere is het wachten tot de genoemde nieuwe wetgeving van kracht is. Er is echter geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat tegen die tijd de daarmee samenhangende maatregelen en voorzieningen niet meer nodig zullen zijn. Sommige maatregelen zoals die met betrekking tot de anti-kraakwoningen kunnen wij zelf nemen. Voor andere moeten afspraken met Ymere gemaakt worden. Daarover zijn wij al in overleg met Ymere. Daarnaast zullen wij de (voorgenomen) maatregelen met de VHH bespreken. In de jaarlijkse Bestuurlijke Voortgangsrapportages Wonen zullen wij over de verdere voortgang van een en ander rapporteren. In- en externe communicatie Wij zullen een persbericht laten uitgaan over ons besluit en hierover een artikel opnemen in de InforMeer. Ook zal dit onderwerp tijdens het persgesprek aan de orde komen. Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: 1. voorbereidingen te treffen tot het realiseren van een mid-stay accommodatie met circa 20 woningen; 2. de ambtelijke voorbereidingskosten van circa te dekken uit het Programma Wonen, product 820; 3. voor het jaar 2015 zien te komen tot nieuwe prestatieafspraken met Ymere over de aantallen te verkopen en te liberaliseren woningen; 4. te inventariseren welke anti-kraak woningen ingezet kunnen worden voor de tijdelijke huisvesting van huishoudens met één of meer minderjarige kinderen die niet in staat zijn om op eigen kracht voor onderdak te zorgen; 5. deze nota ter informatie te zenden aan de raad. Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens dezen, de portefeuillehouder. Horn Bijlage(n) Geen