= 4515 t 10 = 451,5 of het gemiddeld aantal faillissementen over die tien kwartalen. En. b = y!
|
|
- Erika Mertens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 Vraag 1 Evolutie van het aantal faillissementen in het Vlaams Gewest; per kwartaal (tweede kwartaal). De cijfers betreffen alleen de faillissementen van ondernemingen met personeel. Jaar Kwartaal (trimester) Aantal faillissementen y! T! T! y! T!! , , ,5-1627,5 12, , , , , ,5-239,5 0, ,5 228,5 0, ,5 541,5 2, , , ,5 1760,5 12, , , ,5 82,5 1. Bepaal de trendlijn en voorspel hoeveel faillissementen er zullen zijn in Wanneer wij correct willen voorspellen dan is het belangrijk om ook de cijfers van het derde en vierde kwartaal van 2012 te hebben. Waarom? y = a x + b waarbij b = y! = 4515 t 10 = 451,5 of het gemiddeld aantal faillissementen over die tien kwartalen. En a = y! T! T!! = 248,5 82,5 = 3,01 of het aantal faillissementen dat er (volgens onze trendlijn) per tijdseenheid bijkomt.
3 y = 3,01 x + 451,5 En vanaf het 0- punt (tussen eerste en tweede kwartaal van 2011) tot eerste kwartaal van 2015 zijn er 16,5 kwartalen (of metingen). y = 3,01 16, ,5 = 501,2 faillissementen Wij voorspellen dus dat er in dat eerste kwartaal van 2015 zo n 501 faillissementen zullen zijn, ALS deze trend zich voortzet wel te verstaan. Dat brengt ons bij het tweede deel van de vraag. Wij hebben inderdaad braaf een voorspelling gemaakt. Sommige studenten meenden dat je gelijke intervallen moest hebben, DAT HEBBEN WE! (De metingen gebeuren per kwartaal: we schuiven dus verder in de tijd door telkens een kwartaal of trimester vooruit te gaan.) MAAR, leg de cijfertjes eens wat verder van je af. Wat zie je? Ik zie dat de grens van 500 faillissementen nooit overschreden wordt voor 2012 Ik zie vervolgens dat het eerste kwartaal in 2010 én in 2011 het hoogste aantal faillissementen heeft en zie vervolgens dat dit in 2012 NIET het geval is. Er gebeurt dus in 2012 iets eigenaardigs, dat niet strookt met de trend die ik zonder rekenen zie in 2010 én Verder zie ik ook dat de cijfers een beweging vertonen in 2010 en dat diezelfde beweging in 2011 te zien is: Een daling van het eerste kwartaal tot en met het derde kwartaal en vervolgens een stijging in het vierde kwartaal. We hebben dat o.a. ook besproken naar aanleiding van de evolutie van de werkloosheid: ook de werkloosheid volgt een beweging doorheen ELK jaar. Je moet over de werkloosheidscijfers van een vol jaar beschikken om een trend te kunnen zoeken. MAAR! 2012 begint niet alleen met veel meer faillissementen dan de jaren voordien in het tweede kwartaal zijn er ook meer faillissementen dan in het eerste kwartaal. De beweging die je ziet in 2010 én in 2011 blijkt in 2012 niet op te gaan Conclusie: elk van de vorige vaststellingen leidt tot de conclusie dat ALS deze trend zich voortzet hier niet klopt en je dus ZEKER de gegevens van het derde en het vierde kwartaal van 2012 nodig hebt om de trendlijn te kunnen bepalen en interpreteren. Je ziet dat ook duidelijk in een grafische voorstelling:
4 Evolutie van het aantal faillissementen in het Vlaams Gewest; per kwartaal (tweede kwartaal). De cijfers betreffen alleen de faillissementen van ondernemingen met personeel Kwartaal 1 Kwartaal Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal Kwartaal 2 Opgelet! Ik merkte op dat verschillende studenten in de war geraakten bij deze vraag. Sommigen lieten 2012 gewoon vallen. Anderen namen telkens het eerste (of tweede) kwartaal. Nog anderen telden de jaartotalen bij elkaar (Hier ben je natuurlijk mis, want je hebt voor 2012 maar twee metingen. Een enkele student voorspelde zelfs eerst wat de twee kwartalen in 2012 zouden zijn en berekende vervolgens de trendlijn!? Een voorspelling gebaseerd op een voorspelling?! Het enige volledig juiste antwoord is dit! Nog juister dan ikzelf waren die studenten die de vraag letterlijk namen en voorspelden hoeveel faillissementen er in het volledig jaar 2015 zouden vallen: de vier kwartalen samen dus. Helemaal goed dus! Zij hebben van mij begrip gekregen voor hun rekenwerk en verdienen een rondje van mij opgelet: Aanbod geldig tot 15/2/2013!
5 Vraag 2: Gebaseerd op de enquête! 1. Hoe zou je de onderzoeksvraag van dit onderzoek formuleren? Leeftijd 2. Bestaat er een verband? Bereken en interpreteer! 3. Stel dat wij ons baseren op een grote representatieve steekproef voor deze gegevens (dus niet de 22 personen die je hier terugvindt). Jijzelf rookt 21 sigaretten per week. Hoeveel procent van de populatie rookt dan minder sigaretten dan u? Hoeveel sigaretten rook je per week? x! x y! y (x! x) (y! y) (x! x)! (y! y)! ,64-22,82 379, , , ,64-22,82 356, , , ,64-21,82 275, , , ,64-20,82 325, , , ,64-19,82 389, , , ,64-18,82 237, , , ,64-18,82 49,6848 6, , ,64-17,82 189, , , ,64-15,82 152, , , ,36-13,82-4,9752 0, , ,36-12,82-55, , , ,36-12,82-94, , , ,64-12,82 277, , , ,36-7,82-65, , , ,36-2,82-40, ,2096 7, ,36 12,18 515, , , ,36 12,18 272, , , ,36 17,18 92, , , ,64 27,18-98, , , ,36 37,18 459, , , ,36 54,18 507, , , ,36 82, , , , , , ,2728 x = y = = 37,64 jaar = 22,82 sigaretten s! = = 15,5 jaar
6 s! = = 27,6 sigaretten r = (x i x) (y i y) n s! s! = 5301, ,5 27,6 = +0,56 0,56 ligt tussen 0 en +1: er is dus een behoorlijk positief verband (r wordt geïnterpreteerd tussen - 1 en +1. Dat betekent: hoe ouder men wordt, hoe meer men rookt! Laatste vraag(je): Stel dat je zelf 21 sigaretten per week rookt en wij ons baseren op een voldoende grote, representatieve steekproef. Dan kunnen wij de z- score berekenen. (Opgelet! Voor een correcte interpretatie van de z- score hebben wij niet alleen een kwantitatief meetniveau nodig en een voldoende grote steekproef. Bovendien moeten de resultaten ook normaal verdeeld zijn!) z = y! y 21 22,82 = = 0,07 s! 27,6 In de tabel met de z- scores kunnen wij aflezen dat dit overeenstemt met 0,4721. Dit is de proportie die onder mijn z- score ligt. Of 47,21% rookt minder dan ik.
7 Vraag 3: Gebaseerd op de enquête! Hoe zou je de onderzoeksvraag formuleren? Kan je besluiten dat er een verband is? Bereken en interpreteer de maten van samenhang. Formuleer ook duidelijk de conclusies uit deze gegevens! We kunnen hier zowel op het rijtotaal als op het kolomtotaal percenteren. Maar het is essentieel dat je ook correct weet te formuleren wat je dan vaststelt. Blijkt dat een pak studenten spontaan een bepaalde conclusie zoeken, maar toch een andere percenteerrichting kiezen. Ik heb enkele voorbeelden die ik mocht lezen toegevoegd. Horizontaal (op rijtotaal): Neem je soms slaappillen? * Rook je? Crosstabulation Rook je? ja nee Total Neem je soms slaappillen? ja Count % 56% 100% nee Count % 71% 100% Total Count In dit geval vergelijken wij (verticaal) mensen die slaappillen nemen met mensen die geen slaappillen nemen. Wij stellen vast dat er in verhouding meer mensen roken van diegenen die slaappillen nemen dan van de mensen die geen slaappillen nemen. 44% van de mensen die slaappillen neemt rookt terwijl slechts 29% van de mensen die geen slaappillen neemt rookt. Een verschil van 15 procentpunten, wat ons doet vermoeden dat er een verband is.
8 Verticaal (op kolomtotaal): Maar wij kunnen ook verticaal percenteren, op het kolomtotaal. Persoonlijk zou ik eerder hiervoor kiezen omdat je dan kijkt of roken effect heeft op de slaapkwaliteit. Dat lijkt mij logischer dan kijken of slaappillen nemen aanzet tot roken Merkwaardig is dat heel veel studenten die de vorige percentages berekenden, toch deze conclusie willen lezen! Neem je soms slaappillen? * Rook je? Crosstabulation Rook je? ja nee Total Neem je soms slaappillen? ja Count % 9,6% nee Count % 90,4% Total Count % 100% In dit geval vergelijken wij horizontaal, wij vergelijken rokers met niet- rokers. We stellen vast dat er in verhouding meer rokers slaappillen nemen dan niet- rokers. 17% van de rokers neemt slaappillen terwijl slechts 9,76% van de niet- rokers slaappillen neemt. Het feit dat de percentages verschillen (verschil van 7 procentpunten doet ons veronderstellen dat er sprake is van een verband. We berekenen chi- kwadraat en phi: (f!" e!" )! f!" e!" f!" e!" (f!" e!" )! 32 72*186/600 22,32 9,68 93,7024 4, *186/ ,68-9,68 93,7024 0, *414/600 49,68-9,68 93,7024 1, *414/ ,32 9,68 93,7024 0, , Chi- kwadraat bedraagt dus 6,91. Aangezien Chi- kwadraat geen bovengrens heeft is het als maat van samenhang niet bruikbaar. Maar kan wel gebruikt worden als toetsingsmaat. Als Chi- kwadraat groter is dan 3,841 en dat is hier het geval- kunnen wij met 95% zekerheid zeggen dat er een verband is roken en het gebruik van slaappillen. De procentuele verschillen zijn niet aan toeval te wijten. Phi wordt afgeleid van Chi- kwadraat: ϕ = χ! n = 6, = 0,11 e!" Phi is dus 0,11. Maar ook phi geeft weinig info over de grootte van het verband. Phi verloopt immers niet rechtlijnig. Wij kunnen niet zeggen waar 0,11 zich ergens bevindt tussen 0 en 1.
9 Enkele voorbeelden van de uitleg studenten geven bij deze kruistabel. Ik vraag steeds naar duidelijke conclusies en naar klare taal. Op de eerste pagina van het examen lezen wij: ü Probeer je antwoord in het Nederlands te schrijven. Zoals herhaaldelijk gezegd is het voor een sociaal werker essentieel om te kunnen ontcijferen en in bevattelijke taal omzetten van cijfergegevens. Welke uitspraak klopt volgens jullie? % horizontaal Fout? Juist? Is er een verband tussen het feit dat je rookt en het feit dat je wel/niet slaappillen neemt? 44,4% van de mensen die slaappillen nemen roken; tegen 55,6% van de niet- rokers. 29,2% van de rokers zegt geen slaappil te nemen tegen 70,8% van de niet- rokers. Heeft slaappillen nemen een verband met roken? Er is een verband. 44% van de slaappilnemers rookt en 71% van de niet- rokers gebruikt geen slaapmiddelen. Ook kunnen we zeggen dat 56% van de slaappilnemers niet rookt en dat 29% van de rokers gebruikt geen slaapmiddelen. Heeft het feit dat men slaappillen pakt effect op het rookgedrag maw: mensen die slaappillen pakken, roken zij meer dan mensen die geen slaappillen pakken? Ja! Mensen die slaappillen nemen roken meer (44,44%) in vergelijking met mensen die geen slaappillen pakken (29,17%) Zou je kunnen stellen dat er een verband is tussen roken en het gebruik van slaappillen? Ja er is een verband want 29% van de rokers neemt geen slaappillen tegenover 71% van de niet- rokers Is er een verband tussen roken en slaappillen nemen? (Iemand die rookt neemt meer pillen) = hypothese hierover. Ja er is een verband, er is een verschil als je rookt ga je 44% hebben dat ook slaappillen neemt en 29% neemt er geen. Heeft het feit dat mensen roken een invloed op het slaapgedrag? De mensen die roken nemen over het algemeen minder slaappillen. Is er een verband tussen het feit dat mensen slaappillen nemen en dat mensen roken? Gebaseerd op deze tabel zien we dat 29% van de ondervraagden die geen slaappillen neemt rookt. Bij de mensen die wel slaappillen nemen is dit 44%. Op basis van deze gegevens kunnen we besluiten dat er meer rokers zijn bij mensen die slaappillen nemen. Er is dus een verband tussen het feit dat mensen
10 slaappillen nemen en dat mensen roken. Is er een verband tussen het aantal slaappillen en roken? Bijna de helft van de rokers (44,4%) neemt ook slaappillen tegenover 29,7% van de niet- rokers de slaappillen nemen. Dus we kunnen besluiten dat er een verband is. Nemen mensen die roken vaker slaappillen dan mensen die niet roken? Is er een verband te vinden tussen of men al dan niet slaappillen neemt en roken? Ja, van de mensen die geen slaappillen nemen rookt 70% niet, terwijl dit bij de mensen die wel slaappillen nemen, duidelijk meer is. Hier rook ongeveer de helft wel en de helft niet. Zijn mensen die roken, sneller geneigd om slaappillen te nemen? Vergelijken verticaal, presenteren horizontaal. Welke uitspraken zijn juist? Welke fout? % verticaal Fout? Juist? Heeft het feit dat je rookt enig verband met het al dan niet innemen van medicatie? Het feit dat je al dan niet rookt, heeft geen invloed op of je al dan niet gebruik maakt van slaappillen. Heeft het feit dat je rookt invloed op het feit dat je al dan niet slaappillen neemt? In verhouden nemen er meer rokers 17% slaappillen dan niet rokers 9,6%. We zien dat er in verh meer mensen slaappillen gebruiken als ze roken. Er is een verschil van 7,5 procentpunten tss het gebruik van rokers & niet rokers. Niet rokers grijpen minder snel naar een slaappil. Nemen rokers doorgaans meer slaappillen dan niet- rokers? Is er een verband tussen roken en het nemen van slaappillen? We zien dat mensen die roken het percentage hoger ligt dan bij mensen die niet roken. Er is een verhouding. Mensen die niet roken nemen minder slaappillen. Nemen rokers doorgaans meer slaappillen dan niet- rokers? Is er een verband tussen roken en het nemen van slaappillen? We zien dat mensen die roken het percentage niet hoger ligt dan bij mensen die niet roken. We kunnen stellen dat er in het algemeen niet veel slaappillen worden genomen maar diegene die roken toch iets meer dan bij diegene die niet roken.
11 Er was ook één student die de beide percentages berekende en zonder uitleg over welke percentages hij sprak- het volgende wist te vertellen: Nemen mensen die niet roken meer slaappillen of niet? Uit cijfers kunnen we afleiden dat meer mensen die niet roken wel meer slaappillen nemen in verhouding met mensen die wel roken. Maar wanneer we de cijfers vergelijken van mensen die wel rokenen het aantal personen die wel slaappillen nemen, zijn er in verhouding meer mensen die geen slaappillen van de mensen die niet roken. Ik vraag jullie hierbij niet of dit fout of juist is wie dit begrijpt mag het mij laten weten en ook op welke percentages (of percenteerrichting) je je baseert!
12 Vraag 4 1. Wat kunnen wij lezen in deze grafiek? 2. De cijfers op de X- as geven de sociale uitgaven in % van het BNP weer. Leg uit. Antwoord: Dit is een puntenwolk: geeft een verband weer tussen twee (kwantitatieve) kenmerken. Elk punt is een land in een bepaald jaar. Wat zijn de twee kenmerken? Enerzijds de sociale uitgaven in % van het BNP : Wat is dat? (Vraag 2) De cijfers op de X- as zijn percentages. Ze geven de verhouding weer tussen de sociale uitgaven (gezondheidszorg, sociale zekerheid ook de lonen van heel veel sociaal werkers!) en het Bruto Nationaal Product van een land. (Dat BNP is het totaal aantal goederen en diensten die binnen een jaar geproduceerd worden in een land en is een manier om de welvaart van een land uit te drukken). Dat zijn dus relatieve cijfers en geen absolute cijfers! Ze drukken uit hoe SOCIAAL een land is: Hoe groot is het relatief gewicht van de sociale uitgaven in verhouding tot de welvaart van een land: Het BNP van de VS is veel groter dan dat van Portugal. Ook hun sociale uitgaven zullen in absolute cijfers groter zijn dan Portugal Maar zij zijn even a- sociaal in hun beleid. Anderzijds (de Y- as) krijgen wij per land het globaal armoedepeil. Hoe men tot dit armoedepeil komt wordt bij deze grafiek niet verteld. De puntenwolk geeft een lineair, negatief verband weer. De punten gaan van linksboven naar rechtsonder. Dat betekent dat hoe groter de sociale uitgaven van een land zijn (in verhouding tot hun BNP), hoe minder armoede er is in die landen. Hoe groter het relatieve deel van het BNP dat naar sociale uitgaven gaat, hoe minder armoede er in een land is. Het verband is ook vrij sterk: de lineaire beweging in de punten is heel duidelijk te zien. De grafiek begint inderdaad niet op 0 maar dat is bij een puntenwolk helemaal niet van belang! In tegenstelling tot andere grafieken.
13 Dat kunnen wij illustreren met de VS, die dus ondanks hun rijkdom uitblinken in a- sociaal beleid, en waar armoede 5keer zo groot/manifest is als in België. 25 in de VS tgo 5 in België, of 25/5= 5/1 of 5 op 1. (Zo zijn er nog veel voorbeelden te geven. Ik vind het wel belangrijk dat je kan aangeven wat je precies ziet!) Wij kunnen dat bijvoorbeeld ook illustreren met Zweden, dat heel weinig armoede kent, EN het meest sociale beleid van alle landen voert. In verhouding tot hun BNP hebben zij de grootste sociale uitgaven! SOCIALE ZEKERHEID werkt! De drie clusters komen overeen met drie zgn sociale zekerheidsmodellen: Scandinavisch, Continentaal en Angelsaksisch sociale zekerheidsmodel. Ik besef dat de cijfers gedateerd zijn, dat er ondertussen een en ander veranderd is. Maar of Obama zo n grote impact gehad heeft is een vraag. Feit is dat deze grafiek een heel scherp beeld geeft van de relatie tussen armoedeproblematiek enerzijds en de mate waarin een overheid kiest om zelf over de brug te komen met sociale uitgaven zelf in de portemonnee tast om armoede te bestrijden. Bovendien is deze grafiek heel interessant, omdat Herman De Leeck hem opnam in zijn boek over de welvaartstaat. En laat deze Herman De Leeck nu ook de man zijn die het Mattheüseffect de wereld in stuurde. 30 jaar geleden was dat één van de argumenten die gebruikt werden om die sociale zekerheid af te bouwen!
8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen
8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieMigrerende euromunten
Migrerende euromunten Inleiding Op 1 januari 2002 werden in vijftien Europese landen (twaalf grote en drie heel kleine) euromunten en - biljetten in omloop gebracht. Wat de munten betreft, ging het in
Nadere informatieStatistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn
Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel
Nadere informatieExamen HAVO. Wiskunde A1,2
Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 22 december 2015
PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014
PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieDeel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013
7.2.4 Voorbeeld van een kwantitatieve analyse (fictief voorbeeld) In onderstaand voorbeeld werken we met fictieve data. Doel van dit voorbeeld is dat je inzicht krijgt in hoe een onderzoeksrapport van
Nadere informatiewaar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen
waar of niet waar vrouwen doen beter rijexamen dan mannen Hoe weet je wat waar is? En hoe kan statistiek je daarbij helpen? Onderzoek het verschil tussen twee groepen Na de les ken je de techniek om te
Nadere informatieExponentiële Functie: Toepassingen
Exponentiële Functie: Toepassingen 1 Overgang tussen exponentiële functies en lineaire functies Wanneer we werken met de exponentiële functie is deze niet altijd gemakkelijk te herkennen. Daarom proberen
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 20 december 2013
PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 200 tijdvak tevens oud programma wiskunde C wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school
Nadere informatieBestaat er een betekenisvol verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Gebruik de Chi-kwadraattoets voor kruistabellen.
Oplossingen hoofdstuk IX 1. Bestaat er een verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Uit een aselecte steekproef van 00 leerlingen (waarvan 50% jongens en 50% meisjes) uit het basisonderwijs
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde A,2 Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieOplossingen hoofdstuk 7
Oplossingen hoofdstuk 7 1. X is normaal verdeeld met µ=5 en =2. Tussen welke grenzen liggen P Z z 0, 3 z 0, 52 P Z z 0, 7 z 0,52. a) 30, 70 De ondergrens is x30 5z30 2 50,52 2 3,96 De bovengrens isx 70
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014
PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 20 tijdvak wiskunde A (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieExamen VWO - Compex. wiskunde A1,2
wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken juli 2008
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)
Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde A, Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 007 tijdvak wiskunde A, Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Wiskunde A (oude stijl)
Wiskunde A (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school
Nadere informatieOplossingen hoofdstuk 9
Oplossingen hoofdstuk 9 1. Bestaat er een verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Uit een aselecte steekproef van 200 leerlingen (waarvan 50% jongens en 50% meisjes) uit het basisonderwijs
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2
Wiskunde A, Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk juni de scores van de alfabetisch eerste tien, maar bij voorkeur vijftien kandidaten per
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015
PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013
PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve
Nadere informatieBij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VWO 2017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit
Nadere informatieTIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS
TOETSTIP 10 oktober 2011 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouw- baarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS Wie les geeft, botst automatisch
Nadere informatieIndexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken
Wat is een? Binnen de economie vergelijken we vaak procentuele ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn in geld uitgedrukt soms lastig te doorzien. Zo wordt de economische groei van een land uitgedrukt
Nadere informatieVoorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps
Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Piet van Blokland Begrijpen van statistiek door simulaties en visualisaties Hoe kun je deze apps gebruiken bij het statistiek onderwijs? De apps van VUSTAT zijn
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 00 tijdvak oud programma wiskunde A, Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores
Nadere informatieDe regionale impact van de economische crisis
De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieToegepaste Statistiek, Week 3 1
Toegepaste Statistiek, Week 3 1 In Week 2 hebben we toetsingstheorie besproken mbt een kwantitatieve (ordinale) variabele G, en met name over zijn populatiegemiddelde E(G). Er waren twee gevallen: Er is
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 2008 tijdvak wiskunde A,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 007 tijdvak wiskunde B Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieORS. LEK EN LINGE POSTBUS AL CULEMBORG
ORS. LEK EN LINGE POSTBUS 461 4 AL CULEMBORG Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "M6mo6" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquête jaar 2017
Willemstad, april 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen... 3 Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat... 6 Conjunctuurindex... 7
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 008 tijdvak wiskunde B Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 20 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieProcenten als standaardbreuken
Procenten als standaardbreuken Groep Achtergrond De lessen zijn bedoeld om leerlingen te laten ontdekken dat het handig is om met standaardbreuken te werken als je gegevens wilt vergelijken. Wanneer leerlingen
Nadere informatieWe illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten
Hoofdstuk 8 Betrouwbaarheidsintervallen In het vorige hoofdstuk lieten we zien hoe het mogelijk is om over een ongekende karakteristiek van een populatie hypothesen te formuleren. Een andere manier van
Nadere informatieVlaams Archeologencollectief
Vlaams Archeologencollectief Resultaten enquête verloning 7 Resultaten VLAC-enquête 7 Inhoudstafel. Algemene informatie. Verdeling respondenten. Private sector. Functie. Ervaring. Brutoloon. Contract 9.
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken juni 2008
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008
Nadere informatieStatistische variabelen. formuleblad
Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete
Nadere informatieMonitor werkdruk in de kraamzorg 2018
Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2015
Correctievoorschrift VWO 205 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieEindexamen wiskunde A 1-2 vwo I
Marathonloopsters De Olympische hardloopwedstrijd met de grootste lengte is de marathon: ruim 4 kilometer, om precies te zijn 4 195 meter. De marathon wordt zowel door mannen als door vrouwen gelopen.
Nadere informatieOpdrachten Toeval Opdrachten Toeval Opdracht 1.1 (Bestaat toeval) Opdracht 1.2(toeval in de natuur)
Opdrachten Toeval 1 1 Opdrachten Toeval Opdracht 1.1 (Bestaat toeval) a) Bestaat toeval volgens jou? b) Wat is toeval volgens jou? c) Vraag aan je ouders of zij in hun leven ooit iets heel onwaarschijnlijks
Nadere informatieDe overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel
Page 1 of 6 Gepubliceerd op DeWereldMorgen.be (http://www.dewereldmorgen.be) De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel en aan wat? door Phi-Rana di, 2013-11-12 15:45 Phi-Rana Er wordt vaak gezegd
Nadere informatieEnig idee wat een uitvaart gemiddeld kost?
Verzekering Verzekeringsmaatschappijen maken op verschillende manieren reclame voor allerlei verzekeringen. Een voorbeeld daarvan vind je in figuur 1 hieronder. Daar zie je een deel van een reclamefolder
Nadere informatie67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.
Nadere informatieExamen VWO. tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2010 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde A1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te
Nadere informatieDe werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis
Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het
Nadere informatieWerkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen
De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 008 tijdvak wiskunde B, Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2013
Correctievoorschrift VWO 03 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
wiskunde A, Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO 2011
Correctievoorschrift HAVO 0 tijdvak wiskunde A (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieDocentenhandleiding Tabellen en grafieken
Docentenhandleiding Tabellen en grafieken Havo A, leerjaar 4 Dit hoofdstuk is onderdeel van het domein Formules en grafieken. Havo 4: Tabellen en grafieken Havo 4: Formules Havo 4: Lineaire verbanden Havo
Nadere informatieVeranderingen Antwoorden
Veranderingen Antwoorden Paragraaf 1 1a Waarschijnlijk hoeveel procent je energie is van je maximale hoeveelheid 1b Het gemiddelde ligt veel hoger, Bekijk de oppervlakte tussen de grafiek en de stippellijn.
Nadere informatie4. Statistische uitspraken doen
4. Statistische uitspraken doen Boekje 4 havo wiskunde A, domein E: Statistiek Uitwerkingen 1 Verantwoording 2015, SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Dit lesmateriaal is ontwikkeld
Nadere informatieLeidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I
Nadere informatieTussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2013
Correctievoorschrift VWO 203 tijdvak 2 wiskunde C Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieDe Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport
De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO-Compex. wiskunde A1,2
wiskunde A, Correctievoorschrift VWO-Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van alle kandidaten per school in het programma Wolf vul de scores in
Nadere informatieBeoordelingsmodel wiskunde A VWO 2014-I
Beoordelingsmodel wiskunde A VWO 04-I Vraag Antwoord Scores Chips maximumscore 3 Opgelost moet worden: P( X
Nadere informatieExamen VBO-MAVO-C. Wiskunde
Wiskunde Examen VBO-MAVO-C Voorbereidend Beroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 18 mei 13.30 15.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieReferentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen
Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door
Nadere informatieTentamen Wiskunde A CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 6
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde A Datum: 19 december 2018 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 6 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO. Wiskunde B1. Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak CV23 Begin
Wiskunde B Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak 00004 CV Begin Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen
Nadere informatie4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken
4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK 6 0. voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken 0. voorkennis Centrum- en spreidingsmaten Centrummaten:
Nadere informatieEindexamen wiskunde A pilot havo I
Eindexamen wiskunde A pilot havo 20 - I Beoordelingsmodel Zuinig rijden maximumscore 3 Met 35 liter rijd je in de vierde versnelling 35 9,63 690 km Met 35 liter rijd je in de vijfde versnelling 35 2,68
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 24 september 2015
PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde
Nadere informatie5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:
5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO
Correctievoorschrift HAVO 2007 tijdvak wiskunde A,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieInterfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam
Nadere informatieOpgaven hoofdstuk 11 Analyse van categorische gegevens
Opgaven hoofdstuk 11 Analyse van categorische gegevens 11.1 Een multinomiaal experiment met k = 3 cellen en n = 320 levert de gegevens die in de tabel staan. Bieden deze gegevens voldoende aanwijzingen
Nadere informatieWiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie
Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Op hoeveel verschillende manieren kun je drie zwarte pionnen verdelen over de 32 zwarte velden van een schaakbord? (Neem aan dat op elk veld hooguit één pion staat.)
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO 2015
Correctievoorschrift HAVO 205 tijdvak 2 wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieKom op tegen kanker Roken in het gezin Maart
Kom op tegen kanker Roken in het gezin Maart 2018 170515 Dit is een ingekorte versie van de resultaten van het onderzoek. De uitgebreidere versie, met nog meer resultaten, kan op aanvraag verkregen worden
Nadere informatieMeting stoppers-met-roken januari 2009
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO 2012
Correctievoorschrift VWO 0 tijdvak wiskunde A (pilot) Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieHerkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen.
Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: 3-3-2003 Tijd: 14.00-17.00, BBL 508 Dit is geen open boek tentamen. Algemene aanwijzingen 1. U mag ten hoogste één A4 met aantekeningen raadplegen.
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)
Wiskunde B (nieuwe stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de
Nadere informatieDe jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA
De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.
Nadere informatieCITO AMSTERDAMSEWEG CM ARNHEM
CITO AMSTERDAMSEWEG 13 6814 CM ARNHEM Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "Voorbeeld" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft
Nadere informatieHeel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in
Nadere informatie9. Lineaire Regressie en Correlatie
9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO
Correctievoorschrift VWO 2009 tijdvak 2 wiskunde A,2 Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels
Nadere informatieWiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur
Wiskunde A Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord
Nadere informatie<<NAAM SCHOOL>> <<ADRES SCHOOL>>
Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "V6netl$$$$" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft verstrekt.
Nadere informatieCorrectievoorschrift HAVO. Wiskunde A (oude stijl)
Wiskunde A (oude stijl) Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk 30 mei de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school op de daartoe
Nadere informatie