Signaal. Rapport. De aantrekkelijke stad

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Signaal. Rapport. De aantrekkelijke stad"

Transcriptie

1 Signaal Rapport Uitgave Auteurs Informatie Onderzoek en Willem Vroege OIV, tel Integrale Vraagstukken augustus 2010 Redactieadres Internet / Intranet Gemeente Den Haag OCW-intranet/ Bibliotheek/ Postbus Onderzoeksrapporten 2500 DP Den Haag En Signalen De aantrekkelijke stad Waarom doet Maastricht het beter dan Heerlen, Groningen beter dan Emmen en Den Haag het beter dan Haarlem of Rotterdam? En wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen dat de ene stad het beter doet dan de andere? In zijn boek De aantrekkelijke stad gaat Gerard Marlet (Atlas voor Nederlandse gemeenten) op zoek naar nieuwe impulsen voor stedelijk beleid aan de hand van een aantrekkelijkheidsindex. Een studie naar het belang van economische structuur, menselijk kapitaal, woonomgeving, het ommeland en de creatieve klasse. Een zoektocht naar de juiste mix van werkstad, woonstad en creatieve stad Inleiding: het belang van de studie De economische crisis heeft Nederland weer eens met de neus op de feiten gedrukt. In plaats van integratie en veiligheid waren werkgelegenheid en sociale zekerheid de hoofdthema s in de verkiezingsstrijd voor de Tweede Kamer. De crisis heeft de vrees voor toenemende werkloosheid weer aangewakkerd. Maar steden met een sterk industrieel verleden of een anderszins eenzijdige economische structuur hebben het al geruime tijd moeilijk in hun omslag naar een moderne diensteneconomie. De crisis komt daar alleen maar bovenop. En dat terwijl veel van die steden zich toch hebben uitgeput in city marketing, het realiseren van bedrijfsterreinen (vooral aan de randen van de stad) en acquisitie. In navolging van het succes van Silicon Valley is ook in Nederland een soort valleidenken ontstaan. Maar het succes bleef uit. Het leidde in elk geval niet tot de beoogde toename van de werkgelegenheid. Het bedrijfsterreinenbeleid wortelt diep in achterhaalde locatietheorieën. Die theorieën gaan er van uit dat het voor bedrijven niet langer belangrijk is om zich te vestigen in de buurt van de natuurlijke productiemiddelen of havens. Bereikbaarheid, parkeergelegenheid en lage huisvestingslasten zouden er toe doen. Maar dan blijkt ineens dat bedrijven liever bij elkaar op schoot zitten in een duur grachtenpand in het oude centrum van Amsterdam dan in een nieuw ruim pand naast het station van Zaanstad. Dan blijken huisvestingskosten maar een klein deel van de totale bedrijfskosten te zijn en zeker niet bepalend voor de locatiekeuze. Beschikbaarheid van bedrijfsterreinen is geen voldoende 1 Gerard Marlet: De aantrekkelijke stad. VOC Uitgevers Nijmegen, 2009 (proefschrift Universiteit Utrecht). 1

2 voorwaarde voor het aantrekken van werkgelegenheid. Wonen volgt niet altijd werken. Werken volgt ook wonen. In de jaren vijftig werd in de USA voor het eerst waargenomen dat mensen bleken te gaan wonen waar ze wilden, aan de kust van Californië. Op die plekken bleek ook de werkgelegenheid te groeien. Sindsdien is er in de economische literatuur een groeiende aandacht voor het belang van het woonklimaat voor regionale economische ontwikkeling. Onder beleidsmakers is er ook in Nederland meer aandacht ontstaan voor investeren in cultuur en architectuur (aantrekkelijke binnensteden) als instrument voor het stimuleren van economische groei. Een wetenschappelijke basis voor dit nieuwe maakbaarheidsenthousiasme ontbreekt evenwel. Dat is jammer, want elke keer als iemand besluit in de stad te gaan wonen vanwege bepaalde stedelijke attracties, betekent dat een stimulans voor de economie van die stad. Waarom? Omdat mensen er een eigen bedrijf starten, omdat ze er voor zorgen dat bedrijven, op zoek naar personeel, zich in de stad vestigen, omdat ze er kennis uitwisselen en omdat ze hun geld uitgeven in horeca en theaters. Met zijn studie De aantrekkelijke stad probeert Gerard Marlet dit hiaat op te vullen. Hij volgt hierbij de klassieke wetenschappelijke weg. Hij begint met het beschrijven van enkele theorieën over de stad en ontwerpt op basis daarvan een analysemodel voor verder onderzoek. Het model bevat een aantal clusters van (elkaar beïnvloedende) indicatoren die het (economisch) succes van een stad zouden kunnen verklaren. Gedurende het onderzoek wordt dit model regelmatig bijgesteld en verfijnd. Uiteindelijk ontstaat een bruikbaar model waarmee de aantrekkelijkheid van een stad kan worden gemeten en verklaard. In de hiernavolgende paragrafen van dit rapport wordt het onderzoek van Marlet samenvattend weergegeven. Het wordt afgesloten met een korte kritische beschouwing. In een bijlage zijn de voornaamste onderzoeksresultaten voor Den Haag bij elkaar gezet. Een samenvatting van dit rapport is verschenen als Signaal. 2. Locatie- en schaalvoordelen Eind negentiende eeuw kreeg men oog voor schaalvoordelen in de economie. Als bedrijven zich concentreren in steden, wordt inkoop voordeliger (meer toeleveranciers) en de arbeidsproduc-tiviteit hoger (meer geschikte werknemers). Productie wordt goedkoper, bedrijven vestigen zich daarom graag in steden, waardoor die groeien. Daarnaast is in steden met een diverse sectorale structuur de werkloosheid over het algemeen lager en de groei hoger dan in steden met een eenzijdigere werkgelegenheidsstructuur. De klassieke locatietheorieën geven echter geen antwoord op de vraag waarom Amsterdam en Utrecht het zo veel beter doen dan Rotterdam en Den Haag. Naast de klassieke schaalvoordelen zijn er ook meer eigentijdse schaalvoordelen te noemen. Allereerst de kennisspillover die wordt verklaard vanuit de human capital theorie. Concentratie van bedrijven zorgt voor een snellere overdracht van kennis en ideeën. Steden met relatief veel hoogopgeleide inwoners zijn daarbij in het voordeel vanwege een hogere productiviteit, hogere consumptie en meer startende eigen bedrijven. Naast productie- en kennisvoordelen zijn ook consumptievoordelen van economisch belang voor de stad (de consumer city theorie). Specifiek stedelijke consumptiemogelijkheden zoals grote evenementen, een divers aanbod van cultuur, horeca, winkels e.d. bepalen de aantrekkelijkheid van steden en sturen mede de vestigingsbeslissingen van huishoudens. Bepalend is de voorraad woonattracties in een stad. Essentieel is het inzicht dat niet de bedrijven, maar huishoudens de primaire ontvangers zijn van deze schaalvoordelen. Het economisch belang van woonattracties en de voordelen van menselijk kapitaal vormen voor Marlet de kern van zijn onderzoek. Hiermee focust hij op mensen in plaats van bedrijven als voornaamste bron voor het succes van steden. Een laatste schaalvoordeel is het thuismarkteffect. Hoe groter de lokale afzetmarkt (de stad en zijn omgeving), hoe groter het thuismarkteffect: bedrijven kunnen dan relatief grootschalig dus goedkoop produceren en van daaruit exporteren. Voor huishoudens is er het voordeel van meer keuze uit producten en diensten, alsmede hogere lonen. 2

3 Naast schaalvoordelen zijn er ook schaalnadelen verbonden aan het zich vestigen in steden. Hoe groter een stad, hoe groter de druk op schaarse, locatiegebonden goederen zoals grond en gebouwen. Hogere huurprijzen voor kantoren en hogere huizenprijzen zijn het nadelige gevolg. De hogere lonen voor huishoudens zijn voor bedrijven een nadeel. Files kunnen zowel voor bedrijven als voor huishoudens een reden zijn om zich niet in de stad te vestigen. Hetzelfde geldt voor schaalnadelen als milieuvervuiling, criminaliteit en andere leefbaarheidsproblemen. 3. De woonconsument: toerist in eigen stad Van vrij recente datum (de jaren tachtig van de vorige eeuw) is het inzicht dat mensen niet alleen door werk of loon naar een stad worden getrokken maar ook door woonattracties. Woonattracties zijn voorzieningen en kenmerken van een stad waar mensen rekening mee houden bij hun woonbeslissing. Het zijn locatiegebonden, collectieve goederen. Bijvoorbeeld: alle mensen en bedrijven in een stad kunnen genieten van een fraaie historische binnenstad. Het belang ervan valt te verklaren uit grotere welvaart en meer vrije tijd, waardoor mensen meer tijd en geld hebben om te consumeren en te recreëren. Men gaat consumer city prefereren als woonplaats: woonattracties naast de deur. Die stedelijke attracties zijn bovendien belangrijke ontmoetingsplaatsen voor mensen, zowel zakelijk als privé. De gedachte dat mensen bij voorkeur in een veilige groene omgeving willen wonen, aan de kust of in de natuur, is daarmee naar de achtergrond gedrongen. Vandaag de dag lijken vooral gepensioneerden zich bij hun woonkeuze nog te laten leiden door natuurlijke woonattracties. Maar empirisch onderzoek naar het belang van stedelijke attracties leverde tot nu toe geen overtuigende bewijzen op. Bovendien blijken sommige, op zich attractieve steden de laatste tijd weer bevolking te verliezen. Doen woonattracties er echt toe bij het verklaren van verschillen tussen steden? En waarom zouden bedrijven zich eigenlijk willen vestigen in steden met veel cultuur e.d.? Hoe zou de winst van een bedrijf door de nabijheid van een opera kunnen toenemen? ICT-bedrijven geven aan, bij hun vestigingsbeslissing nauwelijks rekening te houden met woonattracties. Werknemers doen dat wel. Het is dus denkbaar dat bedrijven rekening houden met de woonvoorkeuren van hun werknemers. Het economische effect van woonattracties loopt niet rechtstreeks via de bedrijven, maar via de bevolking. Het belang van woonattracties moet niet in verband worden gebracht met werkgelegenheidsgroei, ook niet met bevolkingsgroei, maar met de ontwikkeling van de bevolking van een stad. Steden kunnen inwoners verliezen en toch aantrekkelijk worden gevonden, waardoor ze bepaalde groepen mensen aantrekken. 4. Menselijk kapitaal en de creatieve klasse De klassieke economie gaat er van uit dat mensen met een betere opleiding of meer ervaring, meer van waarde zijn voor een bedrijf dan andere mensen. Een bedrijf met veel hoogopgeleiden in dienst is productiever, winstgevender èn in staat om hogere lonen uit te betalen. Steden met de grootste human capital groeien daarom het hardst (mits ze, ruimtelijk gezien, ook echt kunnen groeien). Maar de voorraad menselijk kapitaal is niet alleen groter omdat in bepaalde steden meer mensen met een hogere opleiding wonen. Werknemers met hetzelfde niveau aan kennis en vaardigheden blijken in een grote stad productiever te zijn dan daarbuiten. Dat zou komen doordat in een stad, met z n vele voorzieningen en ontmoetingsmogelijkheden voor urban professionals, meer en intentiever kennis wordt uitgewisseld en daardoor ook het kennisniveau wordt verhoogd. 3

4 Marlet verwijst vervolgens naar Richard Florida, die recent de creatieve klasse introduceerde als aanjager van de stedelijke economie. Hierbij gaat het om wetenschappers en onderzoekers, ICT-ers, ingenieurs, architecten, tv-makers, journalisten en kunstenaars, alsmede managers, administratieve beroepen en verkopers in de creatieve en innovatieve bedrijfstakken. In heel Nederland behoort 19,4% van de totale beroepsbevolking tot die creatieve klasse. In steden waar veel mensen uit de creatieve klasse wonen, zou de werkgelegenheid meer dan gemiddeld toenemen. Mensen uit de creatieve klasse wonen vooral in steden met hoge dichtheid èn met een gevarieerd aanbod aan cultuur en horeca, alwaar men kennis en creatieve ideeën kan uitwisselen. Maar bovenal is het het creatieve arbeidsethos dat zorgt voor economische groei: een combinatie van een calvinistisch arbeidsethos (hard werken als levensdoel) en een hedonistisch levensstijl (genieten als doel). Werken is fun. Volgens Marlet introduceert Florida hiermee een betere (preciezere) indicator voor de voorraad menselijk kapitaal in een stad dan het opleidingsniveau van de bevolking. De human capital theorie gaat er van uit dat werken wonen volgt en niet omgekeerd. Niet de bedrijven, maar de mensen zijn de dragers en overdragers van kennis. Maar dat geldt niet voor alle soorten bedrijven (bijvoorbeeld niet voor de communicatiesector en de publieke sector). Wonen volgt ook nog werken. Van belang is hier het loslaten van het traditionele monocentrische beeld van de stad: bedrijven in het centrum en huishoudens in de suburbs. Werken kan wel wonen volgen, maar dat kan ook betekenen dat een bedrijf zich vestigt in de buurt van een stad waar het arbeidspotentieel woont. Een zwak punt in de human capital theorie is, dat de voorraad menselijk kapitaal van een stad als een soort historisch, bijna statisch gegeven wordt beschouwd. Alleen onderwijs zou daarin wat kunnen veranderen. Het feit dat mensen kunnen verhuizen, wordt niet meegenomen. Maar juist hoger opgeleiden en beter verdienenden kunnen het zich permitteren om een woning te zoeken en te vinden naar hun wens. En die mensen zijn ook de belangrijkste dragers van menselijk kapitaal. Naarmate zij meer verhuizen, zal er meer veranderen in de voorraad menselijk kapitaal, zowel in de steden van vertrek als in de steden van aankomst. Ook het vermijden van emigratie (het vasthouden van hoogopgeleiden en beter verdienenden voor de stad) speelt hier een rol. 5. Stad en ommeland In het traditionele model van de stad is er sprake van een centrale ligging met daaromheen een duidelijk afgescheiden agrarische omgeving. De stad was vooral marktplaats. Naarmate steeds minder mensen afhankelijk werden van wonen, werken en eten op het platteland, trokken meer mensen naar de stad. Er ontstonden daar nieuwe werksectoren, zoals cultuur, bestuur en handel overzee. In het West-Europa van de 19 e eeuw groeiden de steden door een combinatie van demografische groei, landbouwhervormingen en industriële revolutie. Mensen gingen werken in fabrieken in de stad. Later volgde een periode van suburbanisatie: vanwege stank en andere overlast verlieten de fabrieken de stad, later gevolgd door welgestelde huishoudens en de dienstensector. De stad veranderde van centrum voor werkgelegenheid in een centrum voor consumptie van cultuur, horeca en luxe producten. Niettemin is de langetermijntrend dat steden almaar belangrijker zijn geworden. Het verstedelijkingsproces blijft doorgaan. De stad blijft bestaan, maar zijn functie is steeds aan verandering onderhevig. Daarbij verandert ook steeds de relatie van de stad met het ommeland. Was dat oorspronkelijk het afgebakende platteland, vandaag de dag is er sprake van een suburbaan gebied met woonkernen, bedrijventerreinen en recreatieve voorzieningen. De grens tussenstad en ommeland is vervaagd; er is sprake van uitwisseling, o.a. in demografische zin. Marlet hanteert de volgende definitie van stad: een gebied met aaneengesloten bebouwing in hoge dichtheden, en met stedelijke samenlevingen, waarbij niet zozeer de omvang, als wel de centrumfunctie van de stad (voor werk, cultuur en luxe winkels) ten opzichte van zijn omgeving het onderscheidende criterium is. 4

5 Marlet: Onderzoek naar de aantrekkelijke stad gaat dan ook in essentie om de verschillen tussen die steden. Het gaat om de verschillen in concurrentiekracht, in aantrekkingskracht op huishoudens en bedrijven. Waarom willen mensen wel in de ene stad wonen en niet in de andere? Waarom vestigen bedrijven zich waar ze zich vestigen?. Wat de mensen betreft zijn twee migratiestromen van belang: verhuizingen tussen steden en verhuizingen tussen een stad en het eigen ommeland (inclusief gemeenten in de omgeving van een aantrekkelijke stad). Demografisch gezien is deze migratie de bepalende factor voor groei of krimp van een stad, afgezien van interne demografische processen zoals geboorte en sterfte. Het migratiesaldo (het komen naar of blijven in de stad) wordt vooral bepaald door hoger opgeleiden en mensen uit de midden- en hogere inkomensgroepen. Volgens de hierboven geschetste theorie wordt de aantrekkingskracht van de stad vooral bepaald door de aanwezige woonattracties en de beschikbaarheid van werk in de agglomeratie. 6. Onderzoeksmodel en onderzoeksvragen Op basis van zijn theoretische verkenningen (beknopt hierboven weergegeven), ontwerpt Marlet vervolgens een analysemodel voor verder onderzoek. Dit model bevat vier clusters van indicatoren: economie, bevolking, woonattracties en agglomeratie. Aan elementen uit de stedelijke economie (woonattracties), de geografische economie (agglomeratievoordelen) voegt Marlet de theorie van het menselijk kapitaal toe, als missing link in het model ter verklaring van de economische groei van een stad. Met de pijlen zijn de mogelijke verbanden weergegeven. De pijlen zonder vraagteken staan voor de gehypothetiseerde causale relaties op basis van de theorie. De pijlen met vraagteken geven mògelijke relaties weer, die zoals door Marlet verondersteld - in het empirisch onderzoek naar voren zouden kunnen komen. Schaalnadelen zijn in rood/cursief weergegeven. Economie hogere productiviteit werkgelegenheidsgroei sectorale structuur??? Agglomeratie bereikbaarheid van potentiële klanten, toeleveranciers en werknemers files en hoge grondprijzen bereikbaarheid van banen files en hoge huizenprijzen? bevolkingsgroei bevolkingssamenstelling (human capital: hoogopgeleiden en creatieve klasse) Bevolking? stedelijke attracties leefbaarheidsproblemen Woonattracties Het economisch succes van een Nederlandse stad wordt afgemeten aan de verschillen in werkgelegenheidsgroei tussen steden. Bevolkingsgroei is hierbij een van de verklarende variabelen, maar ook de bevolkingssamenstelling speelt een rol. Het aandeel hoogopgeleiden is de eerste indicator voor de voorraad menselijk kapitaal in steden. De tweede indicator voor het menselijk kapitaal is de creatieve klasse. In bovenstaand model worden hoogopgeleiden naar de stad getrokken door agglomeratievoordelen en woonattracties. Die hoogopgeleiden zorgen vervolgens voor economische groei. De creatieve klasse In de steden behoort gemiddeld 24% van de beroepsbevolking tot de creatieve klasse. Van de vier grote steden is Utrecht koploper met 38%. Hierna volgen Amsterdam (34%), Den Haag (26%) en Rotterdam (22%). In al deze steden is de omvang tussen 2007 en 2009 gestegen. Overigens moet Den Haag steden als Leiden, Groningen, Nijmegen en Delft voor laten gaan. Bron: Atlas voor gemeenten

6 Aandeel hoogopgeleiden Utrecht heeft in 2009 het hoogste percentage hoogopgeleiden als perc entage van de beroepsbevolking (56%), gevolgd door Leiden, Nijmegen en Amsterdam (50%). Den Haag zit met 38% ongeveer op het grootstedelijk gemiddelde. Rotterdam zit daar met 31% nog onder. Bron: Atlas voor gemeenten 2010 Die economische groei wordt ook verklaard vanuit de agglomeratievoordelen zelf. Als mensen een woonplek kiezen onafhankelijk van het werk, dan is de groeikans voor steden met woonattracties het grootst. Die steden profiteren bovendien van agglomeratievoordelen die het gevolg zijn van de aantrekkingskracht van de stad. Meewegende factoren zijn de bereidheid van mensen om te reizen voor werk, de vertragende werking van files en de gemiddelde reistijd naar het werk. Het blijkt dat boven de 26 minuten de wil om te pendelen exponentieel afneemt. Van alle steden blijkt Den Haag het meest last te hebben van files. Van alle 483 Nederlandse gemeenten zijn er in de spits 448 sneller per auto dan per openbaar vervoer te bereiken. De meeste werkplekken in de vier grote steden zijn echter wel beter per openbaar vervoer dan per auto te bereiken. Een tweede factor bij schaalvoordelen is de sectorale bedrijvenstructuur in een regio. Het blijkt dat steden met een gevarieerde sectorale structuur harder groeien dan steden en regio s met een gespecialiseerde economie. Kennisuitwisseling en kruisbestuiving tussen bedrijven uit verschillende sectoren is van belang voor toekomstige groei. Silicon Valley lijkt een achterhaald concept. Gespecialiseerde locaties kunnen weliswaar een tijd hard groeien, maar op de langere termijn zullen ze het minder goed doen dan steden met een historisch gegroeide, diverse en vaak ook kleinschaliger sectorale structuur. In dit verband kan ook gewezen worden op het belang van een in de stad en de lokale gemeenschap verankerde gevarieerde middenstand. De sectorale diversiteit is in Amsterdam en Rotterdam hoger dan het G50-gemiddelde. In Den Haag, Nijmegen en Leiden is de diversiteit het laagst. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn: Doen Nederlandse steden met veel woonattracties het beter dan steden die minder aantrekkelijk gevonden worden om in te wonen? En welke woonattracties doen er dan met name toe? Groeit de werkgelegenheid harder in steden met een hoogopgeleide, creatieve bevolking? En groeit de werkgelegenheid in steden waar de bevolking groeit? Groeien steden harder in een geagglomereerde regio, of zijn agglomeratienadelen wellicht toch overheersend? Als de samenstelling van de bevolking van een stad er toe doet, waar komen die verschillen in bevolkingssamenstelling dan vandaan? Groeien aantrekkelijke steden meer dan andere steden of verandert eerder de bevolkingssamenstelling? Wat is meer bepalend voor het succes van een stad: bepaalde woonattracties of toch de beschikbaarheid van werk? De eerste drie vragen betreffen de relaties van agglomeratie en van bevolking naar economie. De laatste drie vragen betreffen de relaties van agglomeratie en van woonattracties naar bevolking. De theoretische vooronderstellingen (zie het model) worden door Marlet vervolgens empirisch getoetst. Zijn uitgebreide beschrijving van het verloop van dit onderzoek blijft hier buiten beschouwing. In het laatste hoofdstuk van Marlets studie worden de De woonaantrekkelijkheidsindex theoretische implicaties èn de beleidsconsequenties Amsterdam is de stad die altijd het hoogst onder ogen gezien. In een tabel worden de Nederlandse scoort, gevolgd door Utrecht. Belangrijker dan steden gepositioneerd op basis van een deze score is evenwel de ontwikkeling die woonaantrekkelijkheidsindex. steden doormaken op deze index. Dan blijkt De woonaantrekkelijkheidsindex is volgens Marlet een dat Nijmegen de stad is met de grootste groei op deze index. Haarlem zakt weg, Rotterdam goede voorspeller voor de aantrekkingskracht van is uit de top 10 verdwenen. Den Haag is steden op economisch kansrijke bevolkings-groepen, gestegen van plaats 5 (in 2007) naar plaats 4 zoals hoogopgeleiden en de creatieve klasse, en als (in 2009). Zie ook 12. gevolg daarvan ook voor het economische succes van Bron: Atlas voor gemeenten 2008 en 2010 steden in Nederland. Het gaat bij deze index om indicatoren die meetbaar van invloed zijn op het woongedrag van Nederlandse huishoudens. Ieder jaar wordt de woonaantrekkelijkheidsindex geactualiseerd in de Atlas voor gemeenten. 6

7 7. Resultaten van het onderzoek 7.1. Bevolkingsgroei Bevolkingsgroei biedt de belangrijkste verklaring voor de verschillen in werkgelegenheidsgroei tussen Nederlandse steden. Steden die mogen groeien (in ons land een overheidsbeslissing, een exogene factor derhalve) zien niet alleen hun bevolking maar als gevolg daarvan ook hun werkgelegenheid toenemen. De coëfficiënt is groter dan 1. Dat wil zeggen dat een bevolkingsgroei van 1 procent gemiddeld leidt tot een werkgelegenheidsgroei van meer dan 1 procent. Dit effect blijkt zich in alle sectoren voor te doen. Zo zijn het niet alleen de bakkers en de slagers die op de extra klanten in nieuwbouwwijken afkomen, maar ook bedrijven in de industrie en de zakelijke dienstverlening. De aanleg van bedrijventerreinen als zodanig hangt niet significant samen met groei. Die aanleg leidt vooral tot verplaatsing van bestaande bedrijven (c.q. van bestaande werkgelegenheid). Een hoog percentage werkzoekenden in een stad is voor bedrijven evenmin een reden om daar op af te komen. Wel is het aandeel starters onder de bevolking significant hoger in steden met een hoge werkloosheid Bevolkingssamenstelling De bevolkingssamenstelling van een stad biedt een belangrijke verklaring voor werkgelegenheidsgroei. Een 1 procent grotere creatieve klasse in 1994 ging samen met 0,85% méér werkgelegenheidsgroei in de periode Het zijn niet de bedrijven die afkomen op de woonattracties van een stad. Het zijn de mensen, in het bijzonder de creatieve klasse. Niet de woonattracties als zodanig, maar de aanwezigheid van een creatieve klasse hangt significant samen met werkgelegenheidsgroei. Opvallend hierbij is, dat het effect van de creatieve klasse ophoudt bij de stadsgrenzen. Het is een typisch stedelijk fenomeen. De aanwezigheid van mensen uit de creatieve klasse in de omgeving van een stad, hangt niet significant samen met werkgelegenheidsgroei in die stad. Ook het aandeel hoogopgeleiden in een stad hangt significant samen met werkgelegenheidsgroei in die stad, maar minder dan het aandeel creatieve klasse De agglomeratie De mate van agglomeratie hangt negatief samen met de groei van werkgelegenheid. Agglomeratievoordelen wegen niet langer op tegen agglomeratienadelen zoals files. De krapte op de kantorenmarkt (c.q. hoge huurprijzen voor kantoren) is een andere verklaring voor de negatieve samenhang tussen de mate van agglomeratie en groei. Overigens hoeft dit geen blijvend fenomeen te zijn. Zo zal naar verwachting de bereikbaarheid van de Randstad de komende jaren sterk verbeteren door infrastructurele maatregele n Diversiteit Wat de sectorale diversiteit betreft: het aandeel financiële en zakelijke dienstverlening bleek als zodanig geen significante verklaring te bieden voor werkgelegenheidsgroei en het aandeel industriële werkgelegenheid hangt negatief samen met werkgelegenheidsgroei. Gespecialiseerde steden doen het economisch slechter dan steden met een grote economische diversiteit De creatieve klasse De omvang van de creatieve klasse verklaart lokale werkgelegenheidsgroei, maar dat geldt alleen voor de creatieve klasse binnen de stadsgrenzen, niet die in de omgeving van de stad. Vooral het verband tussen het aandeel creatieve klasse in een stad en de groei van werkgelegenheid in de financiële en zakelijke dienstverlening is sterk. De werkgelegenheidsgroei in de niet-commerciële dienstverlening, zoals onderwijs, zorg en overheid, is sterk afhankelijk van politieke beslissingen en hangt dan ook niet significant samen met meer creatieve mensen in de stad. De omvang van de creatieve klasse hangt ook significant samen met het aantal startende ondernemers, alsmede met het vermogen om de overgang te maken van een industriële economie naar een diensteneconomie. 7

8 De aanwezigheid van creatieve bedrijven hangt (met uitzondering van Amsterdam) niet significant samen met economische groei. Het zijn niet de bedrijven maar de creatieve mensen die het verschil maken. Mensen met creatieve ideeën waar andere mensen en bedrijven weer hun voordeel mee doen (kennisspillover). Onderzocht is voorts in hoeverre de artistieke scene (kunstenaars) en nerds (mensen met een baan in de ICT of andere technologische sectoren) verantwoordelijk zijn voor werkgelegenheidsgroei. In beide gevallen is er geen significant verband gevonden. Kunstenaars vormen niet de ultieme creatieve klasse, althans niet als aanjager van de plaatselijke economie. Dat geldt ook voor het aandeel nerds. Het bepalende segment van de creatieve klasse bestaat in Nederland uit gewone hardwerkende mensen met hoogkwalificeerd werk, die hun kennis en vaardigheden productief aanwenden voor de economie van de stad. Daarmee is het van groot belang om aan de weet te komen waar die hoogopgeleide, creatieve mensen willen wonen en waarom Woonattracties Zowel economische factoren (i.c. de beschikbaarheid van banen) als stadsspecifieke woonattracties doen er toe bij het verklaren van verschillen in aantrekkingskracht tussen steden. Woonattracties zijn locatiegebonden voorzieningen in of kenmerken van een stad waarmee mensen bij hun woonbeslissing rekening houden. Het zijn ook collectieve goederen: alle mensen en bedrijven in en stad kunnen er van genieten. Het belang van de consumptiestad is ten opzichte van de productiestad de laatste tien jaar toegenomen. Zie verder de hoofdstukken 8 en Stedelijke groei en woonattracties Alhoewel in veel vooral Amerikaanse literatuur een verband wordt verondersteld tussen de groei van een stad en zijn aantrekkelijkheid, wordt dit verband voor Nederland niet gevonden. In de periode vond de grootste bevolkingsgroei plaats in Almere, Purmerend, Zoetermeer en Lelystad. Dit zijn niet de steden met de sterkste toename van de aantrekkelijkheidsindex in die periode: dat zijn Nijmegen, Zwolle, Groningen, Tilburg en Haarlem. In Nederland worden verschillen in bevolkingsgroei tussen steden vrijwel volledig verklaard door overheidsbeslissingen in de sfeer van ruimtelijke ordening. Geen van de economische factoren en woonattracties die een stad in theorie tot een aantrekkelijke woonstad maken, hangen overtuigend samen met groei Huizenprijzen en woonattracties Een betere indicator voor (de groei van) attractiviteit dan bevolkingsgroei, zijn de prijsstijgingen op de woningmarkt c.q. huizenprijsverschillen. De aanname is dat mensen bereid zijn meer te betalen voor een huis in een aantrekkelijke stad. Het blijkt dat de helft van de huizenprijzen tussen steden wordt verklaard door de bereikbaarheid van banen, maar ook bepaalde stadsspecifieke woonattracties doen er toe. Als we het verklaringsmodel toepassen op 31 geselecteerde kernsteden, dan is de verklaringskracht van woonattracties twee keer zo groot als van baanbereikbaarheid. Toegepast op de G50 (vijftig grootste steden), dan is de verklaringskracht van woonattracties op huizenprijzen nog maar 8% groter dan van baanbereikbaarheid. Toegepast op alle gemeenten in Nederland, is de bijdrage van baanbereikbaarheid aan de verklaring van verschillen ruim twee keer zo groot als van woonattracties. 8. Woonattracties nader beschouwd Marlet onderscheidt drie schaalniveaus van woonattracties: woning & woonomgeving, stedelijke attracties en de omgeving van de stad. Binnen deze niveaus onderscheidt Marlet de volgende woonattracties: Grote huizen, koopwoningen, eengezinswoningen met tuin, vooroorlogse (historische) woningen. Parken, veiligheid, kwaliteit vo-scholen, kinderopvang. Diversiteit winkelaanbod, koopzondagen. Voetbalindex (prestaties van voetbalclubs uit ere- en eerste divisie), musicalvoorstellingen, festivals, musea. Aanbod podiumkunsten, culinaire kwaliteit, culinaire diversiteit, aantal cafés. Historische binnenstad, historische vaarwegen. Natuur, kust. Recreatiegebieden, sportvoorzieningen. 8

9 Op deze manier construeerde Marklet een waaier van woonattracties, met name op basis van woontheorieën c.q. eerdere onderzoeken in binnen- en buitenland. Meetbaar, voldoende in aantal en bruikbaar als indicator ter verklaring van het woongedrag van Nederlandse huishoudens. Daarbij is rekening gehouden met de beschikbaarheid van bruikbare data. Op grond hiervan zijn bijvoorbeeld milieuaspecten niet meegenomen in het onderzoek. De verwachting was, dat de meeste woonattracties positief van invloed zijn op de vraag of mensen in een bepaalde stad willen wonen; alleen bij geweldsmisdrijven werd uiteraard een negatief verband verwacht. 9. Conclusies m.b.t. woonattracties De conclusies uit het onderzoek waren eenduidig. Zes van bovengenoemde woonattracties hangen meetbaar samen met het woongedrag van huishoudens: het aanbod podiumkunsten de culinaire kwaliteit van restaurants in de stad de aanwezigheid van een historische binnenstad de bereikbaarheid van natuur incl. kust de aanwezigheid van een succesvolle profvoetbalclub relatief lage score geweldsmisdrijven. Het aantal concerten en theateruitvoeringen is naast de bereikbaarheid van banen de sterkst verklarende factor voor de aantrekkelijkheid van een stad. De esthetische waarde van een historische binnenstad verstrekt het culturele en culinaire aanbod in een stad. Attractief is de culinaire kwaliteit. Culinaire diversiteit is geen doorslaggevende factor, net zo min als het aantal cafés in de stad. Winkels en buitenrecreatie doen er niet toe. De verklaring is dat veel steden door een overmaat aan winkels van grote ketens een soort eenheidsworst vertonen en dat alle steden wel beschikken over een zwembad, tennisbanen, voetbalvelden e.d. (dus zich daarop niet onderscheiden). Ook festivals, musicals en musea doen er niet toe. Deze niet continu beschikbaar; ze zijn ook niet altijd exclusief op de plaatselijke bevolking gericht. De betekenis van voetbal verklaart Marlet uit het de laatste jaren steeds populairder worden van voetbal bij hoger opgeleiden. De nabijheid van natuurgebieden en de Noordzeekust hangt significant samen met verschillen in huizenprijzen. Door het belang van deze factor zijn bijv. de steden in de Noordvleugel van de Randstad meer in trek dan die in de Zuidvleugel. De aanwezigheid van parken is niet relevant, evenmin als de kwaliteit van scholen en het aanbod aan kinderopvang. De verklaring is dat deze aspecten van de directe woonomgeving vooral van belang zijn c.q. concurreren op wijkniveau en uitmiddelen op stedelijk niveau. De enige factor uit de categorie woonomgeving die er toe doet, is het aantal geweldsmisdrijven in de stad. Hoe meer geweldsmisdrijven, hoe minder de stad in trek is en hoe lager de huizenprijzen. Overigens zijn er steden waar de prijs van onveiligheid ruimschoots wordt gecompenseerd door de bereidheid van mensen om daar meer te betalen voor bepaalde woonattracties. In Amsterdam zijn zowel de onveiligheid als de huizenprijzen het hoogst in Nederland. 10. De aantrekkelijke stad De aantrekkelijkste woonstad van Nederland zou een stad zijn met veel cultuur en goede horeca in een fraaie binnenstad, gecombineerd met veel koopwoningen, weinig criminaliteit en veel werk en natuur in de omgeving van die stad. Zo n stad bestaat niet. Toch publiceert Atlas voor gemeenten jaarlijks de woonaantrekkelijkheidsindex voor steden met meer dan inwoners, samengesteld uit modellen waarbij woonattracties worden gekoppeld aan huizenprijzen en huizenprijsstijgingen. De vraag naar woningen in een gemeente is in verband gebracht met zoveel mogelijk factoren die op die vraag van invloed zouden kunnen zijn. Op die manier is onderzocht wat de factoren zijn die de aantrekkingskracht van een stad op kansrijke bevolkingsgroepen bepalen. 9

10 Woonaantrekkelijkheidsindex 2007 Woonaantrekkelijkheidsindex Amsterdam 1 Amsterdam 2 Utrecht 2 Utrecht 3 Haarlem 3 Amstelveen 4 s-hertogenbosch 4 Den Haag 5 Den Haag 5 s-hertogenbosch 6 Amersfoort 6 Nijmegen 7 Leiden 7 Haarlem 8 Nijmegen 8 Zwolle 9 Zwolle 9 Leiden 10 Rotterdam 10 Groningen N.B. De cijfers in de linkertabel komen uit de Atlas voor gemeenten Dit zijn ook de cijfers die in het proefschrift worden gebruikt. Ter actualisering zijn in de rechterkolom de cijfers uit 2009 opgenomen (bron: Atlas voor gemeenten 2010). Hoogopgeleiden lijken meer waarde te hechten aan stedelijke attracties zoals cultuur. Ze zijn daarom bereid een groter deel van hun inkomen uit te geven in theaters en horeca èn aan een huis in een stad met veel van die attracties. Ze hebben doorgaans ook een hoger inkomen, waardoor ze zich dit kunnen permitteren. Tenslotte zijn ze ook mobieler dan lager opgeleiden. De komst van hogeropgeleiden gaat niet gelijk op met de totale bevolkingsgroei van een stad, maar leidt vooral tot verdringing c.q. de toename van het aandeel hoogopgeleiden. Uit het onderzoek blijkt dat de attractiewaarde van een stad positief samenhangt met de toename van het aandeel hoogopgeleiden. De creatieve klasse bleek een nog betere verklaring te bieden voor verschillen in werkgelegenheidsgroei tussen steden dan het aandeel hoogopgeleiden. In Amerikaanse studies zijn vooral factoren als een tolerant stedelijk klimaat en esthetiek (fysieke schoonheid in en natuurlijke schoonheid in de buurt van de stad) in verband gebracht met de aantrekkingskracht van steden op de creatieve klasse. De indicatoren voor tolerantie waren: de aanwezigheid van homo s, van kunstenaars en etnische diversiteit. In Nederland blijkt er samenhang te bestaan tussen de omvang van zowel de homoscene als de artistieke scene met de omvang van de creatieve klasse. Hetzelfde geldt voor etnische diversiteit. Kijken we naar aandeel en groei van deze klasse, dan speelt tolerantie geen rol bij de aantrekkingskracht van steden op kansrijke bevolkingsgroepen. Wel hangen de factoren voor esthetiek significant samen met het aandeel hoogopgeleide en creatieve mensen in de stad. Bij de concurrentie tussen Nederlandse steden geven de beschikbaarheid van werk en de aanwezigheid van stedelijke attracties uit de categorieën avondleven en esthetiek de doorslag. Voor het woongedrag van de creatieve klasse is vooral het culturele aanbod in de stad de verklarende factor. Voor de hoogopgeleiden is dat vooral de culinaire kwaliteit van de stad. Overigens zijn niet alle culturele voorzieningen en activiteiten van gelijk belang als verklarende factor voor het woongedrag van hoogopgeleide, creatieve huishoudens. Investeringen in cultuur zijn hiertoe vooral van belang als ze kleinschalig en divers zijn, op een uitgekiende locatie in de stad liggen, continu beschikbaar zijn en gericht zijn op de plaatselijke bevolking. Musea, musicals en culturele festivals trekken wel bezoekers en zijn uiteraard wel van belang voor het cultureel leven in en stad, maar dragen niet bij aan de komst van hoogopgeleide, creatieve huishoudens naar de stad. Tenslotte is er nog de vraag of de aanwezigheid van een universiteit bijdraagt aan het aandeel hoogopgeleiden in een stad. Welke woonbeslissing neemt de student bij de keuze van zijn/haar studiestad, gaat hij/zij er ook wonen èn vooral: blijft hij/zij er na afstuderen ook nog wonen. Stedelijke woonattracties blijken een belangrijke rol te spelen. Met het oog op de toekomstige voorraad menselijk kapitaal (en vanwege de economische effecten die daarvan uitgaan), is het voor steden van groot belang om studenten aan te trekken en vast te houden, alsook om pas 10

11 afgestudeerden uit andere steden naar zich toe te trekken. Ook hiervoor geldt: beschikbaarheid van werk èn het culturele aanbod zijn doorslaggevend. 11. Conclusies en stellingen Projecteren we de onderzoeksresultaten op het analysemodel (zie 6), dan kunnen we een aantal veronderstelde relaties uit het model schrappen (niet bevestigd) en een aantal indicatoren nader specificeren. Economie starters werkgelegenheidsgroei sectorale diversiteit Agglomeratie bereikbaarheid van werknemers files bereikbaarheid van banen hoge huizenprijzen aandeel hoogopgeleiden omvang creatieve klasse Bevolking grote, vooroorlogse koopwoningen cultuur horeca voetbalevenementen historische binnenstad nabijheid natuur overlast en onveiligheid Woonattracties De finale conclusies uit het onderzoek zijn als volgt samen te vatten: De aantrekkelijke stad is de stad die werk èn woonattracties biedt. In een stad van waaruit veel banen binnen acceptabele tijd te bereiken zijn, is de voorraad menselijk kapitaal groter. Een stad met veel woonattracties zoals cultureel aanbod, historische binnenstad en hoogwaardige horeca trekt een creatieve, hoogopgeleide bevolking aan. In steden met veel human capital neemt de werkgelegenheid bij bestaande bedrijven meer toe, vestigen zich meer nieuwe bedrijven en starten meer mensen een eigen bedrijf. De samenstelling van de bevolking in een stad is de cruciale schakel tussen agglomeratievoordelen en woonattracties enerzijds, en de lokale economie anderzijds. Niet het bedrijfsleven maar de bevolking vervult in een stad een spilfunctie. Steden met een diverse sectorale structuur doen het over het algemeen economisch beter. Files hangen negatief samen met economische groei. Tenslotte formuleert Marlet tien stellingen (het blijft een proefschrift) die volgens hem kunnen dienen als input voor discussies onder beleidsmakers die zich bezighouden met de toekomst van Nederlandse steden. Kort samengevat: 1. Restrictief bouwbeleid verlaagt de welvaart. In veel steden zouden, vanwege de aantrekkingskracht, veel meer hoogopgeleide, creatieve mensen willen wonen dan mogelijk is vanwege het restrictieve bouwbeleid. Die mensen wonen nu tweede keus (bijv. Almere i.p.v. Amsterdam). 2. Almere is een geografische blunder. Almere ligt op de verkeerde plek: net te ver van Amsterdam om van de stedelijke voorzieningen aldaar te profiteren en onvoldoende verknoopt met het stedelijk netwerk van de Randstad om van het banenaanbod te kunnen profiteren. 11

12 3. De voorraad sociale huurwoningen is veel te groot. Een stad heeft sociale huurwoningen nodig, maar de voorraad daarvan overstijgt de populatie waarvoor die bedoeld is. In combinatie met het restrictieve bouwbeleid van de overheid kunnen hierdoor per saldo minder hoger opgeleide, creatieve mensen profiteren van de attracties die de stad biedt, wat weer minder economische voordelen met zich meebrengt. Het wonen in een sociale huurwoning vertegenwoordigt bovendien een waarde die het voor mensen niet aantrekkelijk maakt om voor werk te verhuizen naar een andere stad. Daardoor accepteren mensen een baan onder hun niveau of blijven ze hangen in een uitkering. Een grote voorraad sociale huurwoningen is een gelegenheid voor vrijwillige sociale daling. 4. Lokale beleidsmakers hebben last van een hoogbouwfobie. Toelichting: Er is een groot tekort aan binnenstedelijke woonruimte, maar de omvang van de binnenstad is aan grenzen gebonden. De enige mogelijkheid om het binnenstedelijke woonsegment uit te breiden, is in de hoogte te bouwen. Maar Nederlandsde beleidsmakers kiezen daar niet voor. 5. Valleidenken is een syndroom en ontbeert economische fundering. Toelichting: Schaalvoordelen van bedrijvenconcentraties ontstaan niet uit clusters van hetzelfde type bedrijven op afgelegen locaties, maar uit een diverse sectorale structuur in een stad. 6. Acquisitie van bedrijven is een achterhaald beleidsconcept. Toelichting: Bedrijven laten zich nauwelijks leiden door de overheid. Lokale belastingen en huisvestingskosten maken maar een heel klein onderdeel uit van hun bedrijfsvoering. De schaalen agglomeratievoordelen van een uitgekiende plek zijn voor een bedrijf veel belangrijker, en die zijn niet of nauwelijks maakbaar door de overheid. Steden kunnen zich beter druk maken over het woonklimaat en de woonattracties in de stad. 7. Broedplaatsenbeleid is zinloos. De relevante creatieve klasse bestaat vooral uit hoogopgeleide, hoogproductieve mensen met een goede baan, niet uit kunstenaars die (bijna) gratis woon-/werkruimte in oude fabriekspanden wordt aangeboden. Overigens zijn niet de kunstenaars als zodanig, maar wel hun culturele productie van belang voor de aantrekkingskracht van de stad. 8. Glasvezel helpt steden niet. Maar een kleine groep hoogopgeleiden ( nerds ) heeft een voorkeur voor een moderne ICT-stad zoals Zoetermeer. Maar nerds zijn niet significant van invloed op de economische prestaties van de stad waarin ze wonen. Bovendien is het een misvatting te denken dat mensen alleen maar ergens willen wonen omdat er werk is. Veel is te krijgen via internet, maar nu juist niet de binnenstedelijke atmosfeer met z n aanbod aan woonattracties. 9. Lokale referenda zijn welvaartsverlagend. Er bestaat de wens om de politiek dichter bij de burger te brengen. Maar individuele belangen vallen niet samen met het algemeen belang. In Groningen bijvoorbeeld werden plannen voor het opknappen van de Grote Markt door de bevolking stelselmatig tegengehouden. Lokale huizenbezitters hebben er belang bij om de huizenvoorraad niet te laten toenemen. Ook Nimbygedrag leidt vrijwel altijd tot afkeuring van plannen voor stedelijke woningbouw. 10. Stedelijke netwerken zijn contraproductief. Steden hebben een neiging tot samenwerking met naburige steden. Maar juist concurrentie tussen steden maakt steden sterker, en de onderlinge verscheidenheid groter. Steden zouden juist meer vrijheid moeten krijgen en nemen om zich te profileren ten opzichte van andere steden. Bijvoorbeeld met niches in stedelijke woonmilieus: moderne architectuur (Rotterdam), gratis parkeren in de binnenstad (Zoetermeer), huisdier- c.q. hondenpoepvrije wijken of wijken zonder gras voor de vele hooikoortspatiënten onder de (potentiële) stedelijke bevolking. 12. Nabeschouwing Gerard Marlet heeft een zeer boeiend proefschrift afgeleverd dat voor beleidsmakers in de sfeer van city marketing en cultuur heel wat te denken geeft. Zijn studie biedt een bruikbaar concept voor een analyse van wat een stad aantrekkelijk maakt. Marlet schuwt daarbij heilige huisjes niet, wat zijn boek - toch in de eerste plaats een uitgebreid onderzoeksverslag - prettig leesbaar maakt. 12

13 Onderzoekstechnisch bezien is Marlet voortdurend op zoek naar verbanden tussen variabelen. Zijn operationalisering leunt echter zwaar op beschikbare data. Dit heeft een belangrijke consequentie. Als een verband tussen variabelen wordt gevonden, dan mag dat zo zijn,. Maar als het niet wordt gevonden, betekent dat nog niet dat er geen verband is. Het kan ook liggen aan het tekortschieten van de definitie van de verklarende variabele. Uiteraard lees je het boek met in je achterhoofd voortdurend de vraag: wat betekent dit voor Den Haag? Daarbij stuit de lezer op enkele problemen. Dat begint al met zijn beschouwing over stad en ommeland. Zijn definitie van agglomeratie (van belang voor de schaalvoordelen) is weliswaar een complex van steden en voorsteden, maar in concreto staat er weinig in het boek wat van toepassing kan zijn op de Haagse agglomeratiegemeenten Wassenaar, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Westland. Delft speelt een figurantenrol. Zoetermeer wordt wat vaker genoemd, maar dan vooral als zelfstandige stad, niet als deel van de agglomeratie. We moeten het doen met een tweetal noties m.b.t. de agglomeratie: de aanwezigheid van werkgelegenheid en van natuur en/of kust in de regio. Beide factoren zijn, zoals we zagen, van belang voor de aantrekkelijkheid van Den Haag. Een serieus punt van kritiek op het betoog van Marlet is zijn bijna exclusieve focus op hoogopgeleiden en de creatieve klasse. Zij worden de belangrijkste dragers van menselijk kapitaal genoemd (blz. 57). Zowel in de relatie met woonattracties als met betrekking tot werkgelegenheid lijken middelbaar en laagopgeleiden er niet toe te doen. Evenmin de beroepen die niet tot de creatieve klasse behoren. Marlets betoog is overtuigend ten aanzien van het belang van hoogopgeleiden en de creatieve klasse voor een stad, maar het negeren van de betekenis van andere bevolkingsgroepen voor de stad, lijkt op z n minst een omissie, wellicht zelfs een blinde vlek. Hierbij gaat het mogelijk om andere of andersoortige belangen, maar het doen voorkomen alsof in Den Haag 60% van de bevolking er economisch of cultureel niet toe doet, lijkt wat kort door de bocht. Ook de redenering: hoe hoger de huizenprijzen, hoe aantrekkelijker de stad, lijkt op z n minst discutabel. Marlets stelling dat het contingent sociale huurwoningen te hoog is, is een serieuze overdenking waard. Jammer alleen dat de schrijver het aandeel sociale huurwoningen tevens wegzet als een indicator voor de kwaliteit van de woonomgeving: de mate van verloedering, het veiligheidsgevoel, de sociale status van de buurt of van de perceptie van de woonconsument van de kwaliteit van de buurt (blz. 293). En dat alleen omdat het aandeel sociale huurwoningen in de wijk negatief samenhangt met de prijs van koopwoningen in de omgeving. In relatie tot opleiding is het een omissie dat alleen het belang van de instroom van hoogopgeleiden van belang wordt geacht. Een instroom die gepaard zal gaan met verdringing van andere bevolkingsgroepen (blz. 305). Marlet onderbelicht hier de betekenis van het steeds hoger opgeleid zijn van de eigen bevolking, in Den Haag toch voor 48% van niet-nederlandse afkomst. Impliciet wijst hij ons wel op het grote belang hiervan. Naast de aanwezigheid van werk en van bepaalde woonattracties, lijkt toch ook het verhogen van het gemiddelde opleidingsniveau in een stad van het grootste belang voor de economische concurrentiekracht van een stad. Uit ander onderzoek weten we, dat de instroom in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen de laatste jaren flink is gestegen en dat de tweede generatie migranten een veel hoger opleidingsniveau heeft gerealiseerd dan de eerste generatie 2. Bij Marlet komt het aspect etniciteit eigenlijk alleen positief naar voren als het gaat om de stad als melting pot, als een indicator voor tolerantie. Meestal komen negatieve aspecten van migranten naar voren, zoals aan migranten gerelateerde leefbaarheidsproblemen. Daar waar Marlet in relatie tot het belang van hoogopgeleiden spreekt over de zich snel reproducerende groep laagopgeleide allochtonen met recht op een huurwoning, zal menige lezer toch de wenkbrauwen fronsen. Grosso modo zijn migranten in zijn analyse afwezig. Na lezing van bijna 400 pagina s, rijst dan toch de vraag in hoeverre het mogelijk zou zijn om te schrijven over de aantrekkelijke stad en daarbij alle bevolkingsgroepen te betrekken. 2 Jaarrapport Integratie 2009, SCP; Integratie en Participatie (Monitor Burgerschap), Den Haag OCW/OIV

14 BIJLAGE Is Den Haag een aantrekkelijke stad? Voor de Haagse lezer is Marlets studie extra interessant als het gaat om de kenmerken van en de woonattracties in de stad Den Haag. Den Haag staat op de vierde plaats in de ranglijst van de woonaantrekkelijkheidsindex (2009). Geen slecht resultaat, zeker als we bedenken dat de steden in de Zuidvleugel van de Randstad het over het algemeen slechter doen dan de steden in de Noordvleugel. Indicatie: in de Noordvleugel zijn zowel de inkomens als de huizenprijzen tussen 1990 en 2003 sterker gestegen dan in de Zuidvleugel. Anders gezegd: van de steden in de Zuidvleugel doet Den Haag het het beste. Dit ondanks het feit dan van alle steden in de Zuidvleugel, Den Haag het meeste last heeft files en een dramatisch geringe sectorale diversiteit kent. Overigens gaat het in de steden in de gehele Randstad beter dan in Limburg of Groningen. Gelet op investeringen in o.a. infrastructuur (aanpak files e.d.) mogen we verwachten dat dit verschil tussen de Randstad en andere regio s de komende jaren zal toenemen. Huizenprijzen Een typerend verschil tussen de steden in de Noordvleugel en de Zuidvleugel, is het patroon van huizenprijzen. Marlet schetst het traditionele monocentrische stadsmodel met een historische binnenstad waar de huizenprijzen het hoogst zijn. Hoe verder van het centrum, hoe goedkoper de huizen. Dit beeld gaat voor Den Haag (en Rotterdam) niet op. In deze steden zijn de huizenprijzen random over de stad verdeeld. De Randstad beslaat slechts 14,4% van Nederland, maar herbergt wel 39% van de bevolking en ruim 43% van alle banen. Hiervan bevindt zich 24% in de Noordvleugel en 19% in de Zuidvleugel. Hoogopgeleiden Werkgelegenheid Het aantal banen ten opzichte van het aantal inwoners ligt in Den Haag onder het landelijke gemiddelde van de G50. Rotterdam, Amsterdam en vooral Utrecht liggen boven dit gemiddelde. Bekijken we de ontwikkeling van het aantal banen t.o.v. de groei van het aantal inwoners, dan ligt van de G4 Amsterdam aan kop, direct gevolgd door Den Haag. Rotterdam vooral Utrecht blijven achter. In Den Haag is het aantal banen in de periode dus relatief sterker gestegen dan in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Het aandeel hoogopgeleiden als percentage van de beroepsbevolking is in Amsterdam en Utrecht opvallend groter dan in Rotterdam en Den Haag. Utrecht en Amsterdam gaan aan kop. Den Haag zit net boven het landelijk G50-gemiddelde en moet steden als Delft, Nijmegen, Leiden, Groningen en Maastricht voor laten gaan. Rotterdam zit onder het gemiddelde. De creatieve klasse Wat de creatieve klasse betreft: Utrecht is de creatieve hoofdstad van Nederland. Ruim 35% van de beroepsbevolking behoort daar tot de creatieve klasse (aandeel 2004). Het aandeel is in Den Haag 25% (net iets boven het G50-gemiddelde), na Amsterdam (32%) en voor Rotterdam (22%). Utrecht doet het ook qua ontwikkeling goed: de toename van de creatieve klasse was daar tussen 1996 en ,5%. In Den Haag was de groei 3,1%, het laagst van de G4 en ook lager dan in heel Nederland en in alle steden gemiddeld. 14

15 Kunstenaars vormen een deel van de creatieve klasse. Amsterdam spant de kroon qua aantal kunstenaars als percentage van de beroepsbevolking (ruim 5%), gevolgd door Arnhem (ong. 3%) en Utrecht (ong. 2%). Rotterdam en Den Haag schommelen rond het G50-gemiddelde van 1,6%. Qua aandeel nerds in de beroepsbevolking gaat Zoetermeer aan kop (11,3%). Utrecht is van de G4 de enige stad met een relatief hoog aandeel nerds (10,5%). Amsterdam en Den Haag schommelen rond het G50- gemiddelde van 6,5%. Overigens bieden noch kunstenaars, noch nerds een significante verklaring voor werkgelegenheidsgroei in een stad. Ze vormen niet de ultieme creatieve klasse. De woning Kenmerken van de woning en de woonomgeving vormen de eerste categorie van woonattracties waarvoor verondersteld wordt dat ze het woongedrag kunnen beïnvloeden. Wat de omvang van woningen betreft: Alle G4-steden zitten wat dit betreft onder het G50-gemiddelde. Hetzelfde geldt voor het aandeel eengezinswoningen. Qua aandeel koopwoningen scoort Utrecht goed, zit Den Haag op het G50-gemiddelde en blijven Rotterdam en Amsterdam tamelijk achter. De gemiddelde huizenprijs per m² ligt in Den Haag onder het G50-gemiddelde. Dat geldt ook voor Rotterdam. In Amsterdam is de huizenprijs per m² het hoogst. De woonomgeving malen groter dan het belang van het groen. Wat de woonomgeving betreft: we zagen zag parken en plantsoenen binnen de bebouwde kom er alleen toe deden voor de concurrentie tussen wijken binnen steden, niet tussen steden. Bekijken we het oppervlak aan parken en plantsoenen als aandeel van de bebouwde kom, dan moet Den Haag steden als Arnhem, Amsterdam en Rotterdam voor laten gaan. Den Haag zit iets boven, Utrecht iets onder het G50-gemiddelde. In de leus Den Haag, groene stad aan zee, is het belang van de kust vele Van de G4 scoort Den Haag qua onveiligheidsgevoel het beste. Amsterdam en met name Rotterdam scoren qua aantal geweldsmisdrijven per 1000 inwoners veel hoger dan Utrecht en Den Haag. We zagen ook dat de kwaliteit van vo-scholen en het kinderopvangaanbod niet significant bijdroegen aan de aantrekkelijkheid van steden. Op dit punt onderscheiden steden zich niet. Overigens heeft Den Haag van de G4 de hoogste kwaliteitscore van het secundair onderwijs. Qua aanbod van plaatsen kinderopvang scoort Amsterdam het beste, gevolgd door Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Kijken we naar de nabijheid van natuurgebieden (bossen, binnenwater en agrarisch terrein), dan scoort alleen Utrecht boven het G50-gemiddelde. Qua nabijheid van recreatievoorzieningen (dagrecreatie in de nabijheid van de stad) en van de Noordzeekust scoort Den Haag uitstekend (beste van de G4, in top-3 van de G50). Stedelijke attracties: cultuur, horeca en evenementen Stedelijke attracties bleken een belangrijke factor te zijn bij het bepalen van de aantrekkingskracht van steden. Dit geldt vooral voor het culturele aanbod en de kwaliteit van het culinaire aanbod. Het aantal uitvoeringen in de podiumkunsten (alle categorieën: van klassieke muziek en ballet tot jazz en popmuziek, musicals en cabaret) per 1000 inwoners is verreweg het hoogst in Amsterdam (17 voorstellingen per 1000 inw.), op afstand gevolgd door Utrecht, Groningen en Den Haag (8 voorstellingen). In Amsterdam is ook de culinaire diversiteit het hoogst, gevolgd door Den Haag en Rotterdam. Maastricht spant ruimschoots de kroon als het gaat om culinaire kwaliteit. Van de G4 scoort Amsterdam het beste, gevolgd door Den Haag. Rotterdam en Utrecht scoren onder het G50-15

16 gemiddelde. In Maastricht bevinden zich ook de meeste cafés per inwoners (17), gevolgd door Amsterdam (14). De Haag zit op het G50-gemiddelde (8). Op het gebied van evenementen bleek alleen de voetbalindex van belang: de stand van een profclub op de ranglijst in ere- en eerste divisie. Hier is Rotterdam de absolute koploper. Eindhoven is tweede, Amsterdam derde. Den Haag zit net boven het G50-gemiddelde. Musicals, musea en festivals bleken niet bij te dragen aan de aantrekkelijkheidsindex van steden. Ze trekken wel publiek (en genereren daarmee omzet), maar trekken geen mensen die zich om die reden blijvend in een stad willen vestigen. Amsterdam is zowel dè museumstad als dè musicalstad van Nederland, op enige afstand gevolgd door Rotterdam en Den Haag. Qua festivalachtige evenementen (aantal per inwoners) scoort Leeuwarden het hoogst. Van de G4 scoort Utrecht het hoogst, gevolgd door Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De diversiteit van het winkelaanbod bleek geen bepalende factor op de aantrekkelijkheidindex. Overigens scoren Maastricht en Amsterdam hierop het hoogst. Den Haag zit in de middenmoot van de steden die scoren boven het G50-gemiddelde. Rotterdam en Utrecht schommelen rond dit gemiddelde. Wel bepalend bleek de esthetiek van een historische binnenstad. Deze is door Marlet gemeten aan de hand van het aantal rijksmonumenten. Amsterdam heeft de meeste rijksmonumenten, gevolgd door Maastricht, Utrecht, Leiden, Haarlem en Den Haag. Kijken we naar het aantal rijksmonumenten als percentage van het aantal woningen, dan is Maastricht de koploper. Van de G4 scoort alleen Amsterdam boven het G50-gemiddelde. O Den Haag, let op u saeck Het allerlaatste gegeven dat Marlet presenteert, betreft de ontwikkeling van de aantrekkingskracht van Nederlandse steden. Is de aantrekkelijkheidindex van een stad in de periode gestegen of gedaald? De stad met de sterkst toegenomen aantrekkelijkheid blijkt Nijmegen te zijn, gevolgd door steden als Zwolle, Groningen, Tilburg en Haarlem. Van geen van de vier grootste steden is in die periode de aantrekkingskracht gestegen. Die van Amsterdam bleef gelijk, die van Den Haag daalde 3%, die van Rotterdam 6%. Kortom: wil Den Haag de positie op de ranglijst van meest aantrekkelijke steden behouden of zelfs verbeteren, dan is er werk aan de winkel. Het creëren van hoogwaardige werkgelegenheid van grotere diversiteit, het verbeteren van het opleidingsniveau (meer hoogopgeleiden) en het tenminste op peil houden van het culturele aanbod, lijken daarbij de aangewezen wegen. Rapport en Signaal over De aantrekkelijke stad zijn te vinden in de digitale bibliotheek van OCW-Intranet. Zie Intranetstartpagina > Bibliotheek > Onderzoeksrapporten en Signalen > Signalen/Onderzoeksrapporten van OIV. 16

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Foto van de Drechtsteden

Foto van de Drechtsteden Foto van de Drechtsteden Raadscommissie ABZ 3 september 2012 Sjoerd Veerman Rien Val 1 De aantrekkingskracht van de Drechtsteden Gerard Marlet 6 maart 2012 The paradox of urban triumph bereikbaarheid banen

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

De waarde van winkels

De waarde van winkels De waarde van winkels Gerard Marlet Nederlandse Raad Winkelcentra 20 januari 2015 Smart people, strong cities (Cpb) aandeel hoogopgeleiden 50,9% tot 79,2% 46,5% tot 50,9% 39,8% tot 46,5% 37,7% tot 39,8%

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2011:

Atlas voor gemeenten 2011: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2011: de positie van Utrecht en de waarde van cultuur voor de stad notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Juni 2011 Colofon uitgave

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

Deel III Ranglijsten

Deel III Ranglijsten Deel III Ranglijsten Atlas voor gemeenten 00 Ranglijsten Woonaantrekkelijkheidsindex Positie op de woonaantrekkelijkheidsindex (00) 0 0 0 0 mermeer 0 Sociaal-economische index Sociaal-economische positie

Nadere informatie

Elseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten

Elseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten Beleidsonderzoek en Geo Informatie Elseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten Op zoek naar aanknopingspunten voor beleid Er bestaan inmiddels vele benchmarkonderzoeken, waarin gemeenten met elkaar

Nadere informatie

Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE!

Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE! Rotterdam: er werken is OK, er wonen NEE! OBR onderzoek naar HBO-jongeren en de arbeidsmarkt Dick Markvoort, Guido Walraven en anderen, Hogeschool INHolland 1 HBO-studenten die wonen en studeren in de

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 Probleemwijken Groot aandeel sociale huurwoningen Slechte kwaliteit woonomgeving Afname aantal voorzieningen Toename asociaal gedrag Sociale en etnische spanningen

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Samenvatting Dit jaar is het thema van de Atlas Economie & Arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Hoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten

Hoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten Hoe leefbaar is Leiden? & Leiden in de Atlas voor Gemeenten Colofon Serie Statistiek 2010/06 juni 2010 Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Afdeling Strategie en Onderzoek Gemeente Leiden tel: 071 516 5123

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Cultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht

Cultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht Cultuur in stad en provincie De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht Cultuur in stad en provincie Eindredactie en opmaak: M Tekst & Beeld, Bunnik Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506

Nadere informatie

De ruimtelijke variatie in de relatie tussen voorzieningen en omvang is groot. Dit wijst op grote verschillen in preferenties.

De ruimtelijke variatie in de relatie tussen voorzieningen en omvang is groot. Dit wijst op grote verschillen in preferenties. De aanwezigheid van de meeste voorzieningen in gemeenten is grosso modo naar rato van de bevolkingsomvang. Dit geldt echter niet voor theaters en bibliotheken: die zijn sterk ondervertegenwoordigd in grote

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht. Onderzoeksflits Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons IB Onderzoek, 22 mei 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie. s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie. Gastvrije Stad blijkt dat het verschil van s-hertogenbosch met Breda in 2012 iets kleiner

Nadere informatie

Hoogopgeleide jongeren willen grootstedelijk wonen, de rest niet

Hoogopgeleide jongeren willen grootstedelijk wonen, de rest niet Bron: www.woningmarktnl.com, 25 maart 2016 Door: prof. mr. Friso de Zeeuw is praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten BPD en drs. Rink Drost is senior adviseur Wonen

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Duurzaamheidsfabriek: nut en noodzaak vanuit sociaaleconomisch perspectief. Ton van der Wijst, 1 mei 2015

Duurzaamheidsfabriek: nut en noodzaak vanuit sociaaleconomisch perspectief. Ton van der Wijst, 1 mei 2015 Duurzaamheidsfabriek: nut en noodzaak vanuit sociaaleconomisch perspectief Ton van der Wijst, 1 mei 2015 Invalshoeken Globalisering Technologische ontwikkelingen Demografische ontwikkelingen Rol van steden

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

Retaining Rotterdam s Elites

Retaining Rotterdam s Elites Retaining Rotterdam s Elites P5 presentatie Arjan Koster, 18 januari 2011 Inhoud van de presentatie INTRODUCTIE METHODIEK LITERATUUR ONDERZOEK PRAKTISCH ONDERZOEK CONCLUSIES & DISCUSSIE Inhoud van de presentatie

Nadere informatie

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten

Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 20 jaar de 50 grootste stedelijke

Nadere informatie

BELEIDSONDERZOEK Leidenincijfers draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

BELEIDSONDERZOEK Leidenincijfers draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming BELEIDSONDERZOEK Leidenincijfers draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2016 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 18 jaar de 50 grootste stedelijke

Nadere informatie

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015 Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking

Nadere informatie

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

De Koppeling Houten. Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen. Kantoorvestiging in de gemeente Houten De Koppeling Houten Zichtlocatie te midden van de Houtense voorzieningen Kantoorvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten de Koppeling Centrale ligging in Houten Zichtlocatie langs belangrijkste weg

Nadere informatie

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland Meest Gastvrije van Nederland 2009 Meest Gastvrije 2009 is een onderzoek van Van Spronsen Partners horeca-advies in samenwerking met VVV Nederland Top 2 Meest Gastvrije van Nederland De uitkomsten zijn

Nadere informatie

Werklandschap Meerpaal. Sport en werk centraal in Nederland. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Werklandschap Meerpaal. Sport en werk centraal in Nederland. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Werklandschap Meerpaal Sport en werk centraal in Nederland Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Werklandschap Directe aansluiting op A27 Gebiedsoppervlak van 10 ha Flexibele kavelgrootte

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I Migratie en mobiliteit Opgave 4 Binnenlandse migratie Bestudeer bron 1 die bij deze opgave hoort. Uit de bron valt een verschil op te maken tussen de noord- en de zuidvleugel van de Randstad wat betreft

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Platform31 De concurrentiepositie van Nederlandse steden. Nieuwe inzichten voor de Utrechtse economie en voor intergemeentelijke samenwerking Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling

Nadere informatie

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Rotterdam, februari 2013 Onderzoek uitgevoerd door studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam Contacten: Professor Luit Kloosterman, Bart van Putten, Tim

Nadere informatie

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten

Bedrijventerrein Meerpaal. Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten. Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Bedrijventerrein Meerpaal Ruimte en kwaliteit aan de rand van Houten Bedrijfsvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Meerpaal Directe aansluiting op A27 Goede infrastructuur op het terrein Hoogwaardige

Nadere informatie

Grondprijzen in Nederland

Grondprijzen in Nederland Vastgoedlezing 2010 Grondprijzen 2.000 tot 3.600 1.000 tot 2.000 500 tot 1.000 250 tot 500 100 tot 250 50 tot 100 25 tot 50 0 tot 25 Grondprijzen in Nederland Grondprijzen in Amsterdam 2.500 to 3.600

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) In de jaren zestig van de vorige eeuw merkte Jane Jacobs op dat steden gedijen door sociale en economische diversiteit. In haar invloedrijke boeken The Death and Life of

Nadere informatie

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland Wonen in Hilversum Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland De Nederlandse woningmarkt staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Deze aandacht heeft vooral betrekking op de ordening

Nadere informatie

Wordt de positie van steden sterker of zwakker? Hoe zit dat met Amsterdam?

Wordt de positie van steden sterker of zwakker? Hoe zit dat met Amsterdam? Wordt de positie van steden sterker of zwakker? Hoe zit dat met Amsterdam? De stad als bevolkingsmagneet dinsdag 29 januari 2013 Leo van Wissen Directeur, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut

Nadere informatie

Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad

Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad Inwoners grote steden mopperen meer over hun stad Bewoners van grote steden zijn veel kritischer over hun woonplaats dan in kleinere steden. Ze klagen met name over de onveiligheid en onrust. Ook de medebewoners

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

Atlas voor Gemeenten 2012

Atlas voor Gemeenten 2012 Juni 2012 Atlas voor Gemeenten 2012 Leiden is een aantrekkelijke woonstad: we bezetten evenals vorig jaar de 9e positie van de 50 grootste gemeenten van Nederland. Een stad is aantrekkelijk om te wonen

Nadere informatie

Volgt wonen het werken; lessen voor Brainport en focus op B5. dr. Cees-Jan Pen Lector Vastgoed/lectoraat Brainport (Lectorale rede 10-09-2013)

Volgt wonen het werken; lessen voor Brainport en focus op B5. dr. Cees-Jan Pen Lector Vastgoed/lectoraat Brainport (Lectorale rede 10-09-2013) Volgt wonen het werken; lessen voor Brainport en focus op B5 dr. Cees-Jan Pen Lector Vastgoed/lectoraat Brainport (Lectorale rede 10-09-2013) I Drijfveer - Bijdragen aan cultuuromslag vastgoedsector en

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006. Grote steden in demografisch perspectief Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno 2006 Grote steden in demografisch perspectief WPRB Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken WPRB Ingesteld door de minister van OCW Vinger aan de

Nadere informatie

Deel III Ranglijsten

Deel III Ranglijsten Deel III Ranglijsten Atlas voor gemeenten 0 Ranglijsten Woonaantrekkelijkheidsindex Score op de woonaantrekkelijkheidsindex (0) mermeer 0 mermeer 0 0 0 0 0 0 Score op de woonaantrekkelijkheidsindex (0)

Nadere informatie

Het belang van het MKB

Het belang van het MKB MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB

Nadere informatie

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam

Nadere informatie

Stadsagenda Vlaardingen

Stadsagenda Vlaardingen Stadsagenda Vlaardingen In Vlaardingen is het prettig wonen Percentage dat het (zeer) eens is met de volgende stellingen: 51% stad voor jonge gezinnen Wat voor stad is Vlaardingen? groene stad 80% 60%

Nadere informatie

Bedrijven en bevolking in beweging

Bedrijven en bevolking in beweging M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011

Nadere informatie

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016 Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet Gerard Marlet 11 oktober 2016 De triomf van de stad... 400.000 Prijs standaardwoning (in euro's) 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Gemiddelde van

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2005 Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Het inwonertal van Amsterdam is in 2004 met ruim 4.000 personen tot 742.951

Nadere informatie

De Verdeelde Triomf. Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad. 23 maart 2016 Dr. Otto #verdeeldetriomf

De Verdeelde Triomf. Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad. 23 maart 2016 Dr. Otto #verdeeldetriomf De Verdeelde Triomf Ateliersessie Trek naar de Stad Provincie Flevoland, Lelystad 23 maart 2016 Dr. Otto Raspe 1 @ottoraspe #verdeeldetriomf Trends in de regionale economie http://www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/pbl_2014_trendsin-de-regionale-economie_1374.pdf

Nadere informatie

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007

De groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007 De groei voorbij Jaap van Duijn september 2007 1 Een welvaartsexplosie Na WO II is de welvaart meer gestegen dan in de 300 jaar daarvoor Oorzaken: inhaalslag, technologische verandering en bevolkingsgroei

Nadere informatie

Nog steeds in. Helmond 77%

Nog steeds in. Helmond 77% De trends volgens de Helmonders Bijlage 4 Resultaten enquête Stadspanel Onderzoek en Statistiek Gooitske Marsman Augustus 2011 Inleiding Helmond heeft een start gemaakt met het project dat uiteindelijk

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE Stad maken donderdag 19 maart 2015 Stad maken Duiding en context De traditionele rollen binnen het ontwikkeltraject veranderen. De corporaties,

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 De sociale ambitie: Zaanstad manifesteert zich binnen de metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Brabant de toekomst, kansen en bedreigingen

Brabant de toekomst, kansen en bedreigingen Brabant de toekomst, kansen en bedreigingen Coen Teulings 2 Brabant Grondprijzen in Nederland 3 Brabant Grondprijzen in Brabant in 4 Brabant Huizenprijsstijging 5 Brabant Conclusie Grondprijzen Maximum:

Nadere informatie

De Molenzoom. Kantoorlocaties in centrum van Houten. Kantoorvestiging in de gemeente Houten

De Molenzoom. Kantoorlocaties in centrum van Houten. Kantoorvestiging in de gemeente Houten De Molenzoom Kantoorlocaties in centrum van Houten Kantoorvestiging in de gemeente Houten Kwaliteiten Molenzoom Centrale ligging in Houten Zichtlocatie langs spoorlijn Nabij centrumvoorzieningen op het

Nadere informatie

SER magazine. Gerard Marlet historicus en directeur Atlas voor gemeenten Het geheim van succesvolle steden. Kirsten Rohde.

SER magazine. Gerard Marlet historicus en directeur Atlas voor gemeenten Het geheim van succesvolle steden. Kirsten Rohde. APRIL 2015 55 e JAARGANG - NR.4 Kirsten Rohde Mensenkennis leidt tot beter beleid Medezeggenschap Brede alliantie zet zich in voor nieuwe initiatieven SER magazine Energieakkoord Verduurzaming vraagt ruimte

Nadere informatie

Regionale economische prognoses 2016

Regionale economische prognoses 2016 Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Nr. 1 s-hertogenbosch voor de derde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland 2012, en iets uitgelopen op de concurrentie

Nr. 1 s-hertogenbosch voor de derde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland 2012, en iets uitgelopen op de concurrentie Nr. 1 s-hertogenbosch voor de derde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland 2012, en iets uitgelopen op de concurrentie Gastvrije Stad blijkt dat het verschil van s-hertogenbosch in 2011 met Breda iets

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 Utrecht, 12 februari 2013 Martin Heekelaar, tel 06-23152767 Ad Baan, tel 06-55364740 1 Gemeenten kunnen (feitelijk: moeten) een MAU aanvragen als: Voldoen

Nadere informatie

De Brabantse woningmarkt

De Brabantse woningmarkt De Brabantse woningmarkt Futura 31 oktober 2011 Frits Oevering De Brabantse woningmarkt Agenda Vraag naar woningen Regionale variatie in Nederland Omvang vraag Koopkracht Macro Verstrekkingsvoorwaarden

Nadere informatie

Agenda. Het belang van cultuurorganisaties als ingredient brands voor binnensteden

Agenda. Het belang van cultuurorganisaties als ingredient brands voor binnensteden Het belang van cultuurorganisaties als ingredient brands voor binnensteden Utrecht, 7 oktober 2015 Agenda! Introductie merkonderzoeksmodel BrandAchemy! Belang van het cultuuraanbod voor binnensteden! Cultuursector

Nadere informatie

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen

Nadere informatie

Stadsfoto 2008 LEIDEN

Stadsfoto 2008 LEIDEN Stadsfoto 2008 LEIDEN Stadsfoto Leiden 2008 Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas voor gemeenten,

Nadere informatie

Ruimtelijke economische agenda en schaalvergroting

Ruimtelijke economische agenda en schaalvergroting Ruimtelijke economische agenda en schaalvergroting de bijdrage van amenities Kennis voor de stad 6 november 2009 Outline Case /vraagstelling Eric van der Kooij Reflectie ruimtelijke economie en metropolitane

Nadere informatie

Symposium Bedrijvigheid en Leefbaarheid in stedelijke woonwijken 19 april 2010 De Haagse Lobby, Den Haag

Symposium Bedrijvigheid en Leefbaarheid in stedelijke woonwijken 19 april 2010 De Haagse Lobby, Den Haag Otto Raspe Anet Weterings Martijn van den Berge Frank van Oort Gerard Marlet (Atlas voor Gemeenten) Veronique Schutjens (Economische Geografie, UU) Wouter Steenbeek (Sociologie, UU) Symposium Bedrijvigheid

Nadere informatie

Meest Gastvrije Stad 2013

Meest Gastvrije Stad 2013 Meest Gastvrije Stad 2013 Onderzoeksrapport BEREIKBAARHEID & INFORMATIE Colofon www.meestgastvrijestad.nl Samensteller: Van Spronsen & Partners horeca - advies Herenweg 83 2361 EJ Warmond T: 071-5418867

Nadere informatie

De achterkant van de stad

De achterkant van de stad De achterkant van de stad 44 Terwijl de woningmarkt in de meeste steden van Nederland oververhit is, is dat meerendeels op het platteland niet het geval. Waar je voor de gemiddelde Nederlandse woningprijs

Nadere informatie

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit 2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit Er zijn minstens vijf verklaringen voor de grote verschillen die er tussen de stedelijke gebieden bestaan in het gebruik van de auto, het openbaar vervoer

Nadere informatie

Atlas voor Gemeenten 2013

Atlas voor Gemeenten 2013 Juni 2013 Atlas voor Gemeenten 2013 is een aantrekkelijke woonstad. We bezetten, na 2 jaar lang de 9 e te hebben bekleed, de 11 e van de 50 grootste gemeenten van Nederland. Aangezien de waarden dicht

Nadere informatie

EXPERTS OP DE TOEKOMST VAN VASTGOED RESIDENTIAL INVESTMENT ATTRACTIVENESS INDEX

EXPERTS OP DE TOEKOMST VAN VASTGOED RESIDENTIAL INVESTMENT ATTRACTIVENESS INDEX EXPERTS OP DE TOEKOMST VAN VASTGOED RESIDENTIAL INVESTMENT ATTRACTIVENESS INDEX OKTOBER 2018 SCHIEDAM WONINGBELEGGERS MEESTE LEVERT RENDEMENT OP Nog nooit lag het beleggingsvolume in woningen langjarig

Nadere informatie

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort Veluwse Poort in beeld Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel van het onderzoek... 2 1.3. Probleemstelling...

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Meest Gastvrije Stad 2010

Meest Gastvrije Stad 2010 Meest Gastvrije 200 Colofon Samensteller: Lennert Rietveld Van Spronsen partners horeca-advies Herenweg 83 2362 EJ Warmond T: 07-548867 E: lennertrietveld@spronsen.com W: www.spronsen.com In samenwerking

Nadere informatie

Nederland als een snelwegpanorama tussen Emmen en Meppel

Nederland als een snelwegpanorama tussen Emmen en Meppel Nederland als een snelwegpanorama tussen Emmen en Meppel prof. dr. C.N. Teulings directeur Centraal Planbureau Macrobeeld: conjunctureel financiële crisis dollar huizenprijzen grondstofprijzen inflatie

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden.

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4149, pagina 344, 24 april 1998 (datum) De arbeidsmarkt voor informatici is krap en zal nog krapper worden. Het informatici-tekort A uteur(s): Smits, W. (auteur) Delmee, J. (auteur) Grip, A. de (auteur) De auteurs zijn werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015 Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer : december 2 Zeeuwse ondernemers blijven gunstig gestemd Winstgevendheid bouwondernemers pas volgend jaar op peil Krapte aan personeel in sectoren ICT en

Nadere informatie

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland overig niet-westers De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Welke manier van kijken doet het meeste recht aan de diversiteit naar herkomst? Hoe is de huidige situatie ontstaan?

Nadere informatie

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Agglomeratie, globalisering en regionale arbeidsmarkten Inzichten op basis van Nederlandse microdata

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Agglomeratie, globalisering en regionale arbeidsmarkten Inzichten op basis van Nederlandse microdata NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Agglomeratie, globalisering en regionale arbeidsmarkten Inzichten op basis van Nederlandse microdata Deze dissertatie onderzoekt de gevolgen van agglomeratie

Nadere informatie

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven

De Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie