Bloonboekje van ... Spelling. Middenbouw

Transcriptie

1 loonboekje van... Spelling Middenbouw

2 Week Afspraak Week Afspraak 1 mmkm /u/ m, wolk / jurk 19 -je -pje -tje -etje 2 mmmkm, strip 20 au ou 3 sch(r) 21 sch(r) 4 ng/nk 22 ng nk 5 f/v s/z 23 f/v s/z, f>v, s>z 6 be- ge- ver- 24 be- ge- ver- 7 -e -en -er -em -el 25 -e -en 8 ei ij 26 -er -em -el -enen -eren -elen -emen 9 ooi aai oei 27 ei ij 10 "driehoek" 28 ch cht 11 eer oor eur 29 -d/-t 12 ch cht 30 eeuw uw ieuw 13 -d/-t (-b/-p) 31 "ezel" 14 eeuw uw ieuw 32 "kikker" 15 "ezel" 33 eer oor eur eren oren euren 16 "kikker" 34 "driehoek" 17 -a -o -u -ee 35 -a -o -u -ee 18 - ig -lijk 36 -ig -lijk

3 AD VR SPEIG Categorie: 1, mkm Afspraak: net als poes de bek dik dun het hok de kip de mol ik pak de boom de haas laat mee de muur hij eet jij bijt het dier de koe de muis de neus de poes de uil

4 AD VR SPEIG Categorie: 2, mmkm Afspraak: net als draak de bloem bruin de draak drie de fluit het gras groen knap de slak smal de snuit de spin de stal stil de troep twee ik klap ik krijg ik plaag hij praat

5 AD VR SPEIG Categorie: 2, mkmm Afspraak: net als muts als het beest de buurt haast de heks juist kort de laars de lamp meest de mens de mist de muts naast niets ons paars soms hij loopt hij woont

6 AD VR SPEIG Categorie: 3, mmkmm Afspraak: net als krant dwars de grens de klant de krant de kwast de plant de prins de slurf de staart sterk trots twaalf hij bromt hij brult hij gromt ik klets hij knikt hij krijgt hij snapt hij speelt

7 AD VR SPEIG Je hoort wolluk / jurruk, je schrijft wolk / jurk. Categorie: 4, mmkm m, ongeschreven tussenklank Afspraak: net als wolk / jurk elf de elf de film hij helpt de golf hij durft half hij werkt het kalf de twaalf de melk de dwerg de wolf de slurf de wolk elk ik help de arm de berg het dorp erg de jurk de kerk het park warm ik durf ik merk ik werk

8 AD VR SPEIG Categorie: 5, mmmkm Afspraak: net als strip de straat hij fietst strak hij kletst de strip hij verft de struik de sproet hij spreekt de sprong de arts straks de helft de streep de herfst de strik de kunst de stroom de markt hij springt Turks de angst de worst de borst zelfs links hij botst rechts hij danst hij harkt hij helpt hij schaatst hij werkt hij zorgt

9 AD VR SPEIG Je hoort sg / sgr, maar je schrijft het nooit zo! Categorie: 6, sch-, schr- Afspraak: net als schaap / schrik de schaal hij schuift het schaap hij schijnt de schaar het schrift de schat hij schroeft scheef de schaats de schelp de schort scherp hij schenkt het schip hij schept de schoen de school schoon de schoot de schurk de schuur ik schaats hij schiet hij schopt het schrift hij schrikt hij schrijft

10 AD VR SPEIG ngk! Categorie: 7, ng / nk Afspraak: net als slang / bank bang de angst het ding langzaam eng hij vangt de gang dankbaar jong hij bedankt het kreng hij bedenkt de kring de botsing lang de koning de long de staking de ring de woning de slang bange streng de gangen de tang de hanger de tong de hengel de wang jonge langs de jongen hij brengt de lengte hij hangt de slinger hij springt de vinger hij zingt

11 AD VR SPEIG ngk! Categorie: 7, ng / nk Afspraak: net als slang / bank de bank janken dank dronken flink de klank de pink de plank de stank de vink de inkt links hij denkt hij drinkt het klinkt het stinkt hij schenkt de enkel flinke slanke de winkel hinken

12 AD VR SPEIG v of z nooit aan het eind van een woord of lettergreep. Categorie: 8, f / v, s / z Afspraak: net als smoes / ziek het feest het fruit de fiets lief de fles straf de friet hij geeft fris de vacht hij fluit verf hij flopt vuist de boef hij vecht de brief ik beef vaak de sjaal vast de stem veel hij stopt vier hij sist vies de zeep de vis zelf vlug de zus hij vliegt de zwaan hij voelt hij zorgt hij vraagt

13 AD VR SPEIG v of z nooit aan het eind van een woord of lettergreep. Categorie: 8, f / v, s / z Afspraak: net als smoes / ziek slim de smoes snel de spin stom ik slaap ik snap hij snikt eens vals zes ziek zoet de bron zuur zwaar zwart zij zegt hij ziet hij zoekt

14 AD VR SPEIG Categorie: 9, -je, -tje, -pje Afspraak: net als eendje het eendje een eindje het grapje het kunstje het plekje een poosje een stukje een tijdje een ijsje het visje een beetje het meisje het boompje het geheimpje het raampje het buitje het broertje het diertje het eitje een uurtje

15 AD VR SPEIG Je hoort /u/, je schrijft e. Categorie: 10, be-, ge-, ver- -e, -en, -er, -em, -el Afspraak: net als begin / verdriet het begin bekend het bezoek beroemd hij bedenkt het beroep hij bedoelt beslist hij begrijpt hij beschermt hij bekijkt hij bestaat het gedicht hij betaalt het geluk het gebied gemeen het gesprek genoeg het gevaar gewoon het gevoel het gezicht het gezin hij gebruikt hij gelooft hij geniet verbaasd het verdriet het verkeer het verhaal hij verdeelt het verschil hij vergeet hij versiert hij verkoopt hij vertelt hij verzint hij verzint gezond

16 AD VR SPEIG Je hoort /u/, je schrijft e. Categorie: 10, be-, ge-, ver- -e, -en, -er, -em, -el Afspraak: net als leuke / moeder / bliksem de aarde anders beste de dokter de derde eerder kleine elke de lente ergens leuke de groente sterke de hamster de tante de laatste de verte welke zwarte de meeste buiten minder de keuken nergens de morgen paarse het noorden de schilder het oosten sterker het westen telkens het zuiden verse buigen vreemde knijpen warme snurken

17 AD VR SPEIG Je hoort /u/, je schrijft e. Categorie: 10, be-, ge-, ver- -e, -en, -er, -em, -el Afspraak: net als leuke / moeder / bliksem de boeken de deksel bruine de duivel goede de heuvel groene het meubel de groepen de sleutel ieder de spiegel de kleuter de vleugel het kuiken de wortel liever de bliksem de schoenen stiekem schuine de ander de woede donker zoete de moeder huilen het monster krijgen onder kijken verder liegen vroeger roepen de winter ruilen de zolder zoeken zonder

18 AD VR SPEIG Weetwoord. Categorie: 11, ei / ij Afspraak: net als ei het ei mei de reis ze reist de trein het sein het plein hij dreigt de eik kleinst mei de prei het feit hij zei de geit de dweil de wei de meid de kei het eind de hei de keizer de klei het eiland het zeil de pleister zij breit het geheim klein eigen hij eist de aardbei het weiland

19 AD VR SPEIG Weetwoord. Categorie: 11, ei / ij Afspraak: net als ijs bij het krijt blij het lijf fijn de lijn hij mij het ijs de prijs jij rijp kwijt de rijst mijn stijf de pijn de wijn de rij hij hijgt rijk de buikpijn vijf gelijk vrij het ontbijt wij vijftien wijs hij bijt zij altijd zijn het bedrijf hij blijft dichtbij hij krijgt het gordijn hij kijkt de leeftijd de lijst het spijt mij wijd hij verdwijnt

20 AD VR SPEIG Categorie: 12, ooi, aai, oei Afspraak: net als kooi de kraai fraai saai de moeite hij aait knoeien hij draait snoeien hij kraait stoeien het waait de haai hij zwaait het lawaai het hooi aaien de kooi draaien mooi kraaien nooit zwaaien ooit de fooi hij gooit het hooi hij strooit mooiste oei de prooi hij bloeit de rotzooi hij groeit gooien hij knoeit fooi zij loeit het geknoei zij roeit de gloeilamp de koeien

21 AD VR SPEIG Categorie: 13, samenstellingen Afspraak: net als driehoek de afspraak dankbaar daarin langzaam de driehoek de afspraak ervoor de afwas de glimlach daarom hoeveel erin het kunstwerk de koelkast maandag omdat omhoog de rookworst de onzin de slagroom opnieuw de steelpan opzij de zondag piepklein rechtop het vierkant vrijdag zestien zichzelf de zijkant zondag

22 AD VR SPEIG Categorie: 13, samenstellingen Afspraak: net als driehoek ermee de landweg linksaf naartoe omlaag het ontwerp het onweer de oorzaak opeens de opzet rechtdoor de snelweg het stoomschip de stoomtrein het stoplicht het vliegtuig het vliegveld vooraan voorbij de voorrang

23 AD VR SPEIG Categorie: 14, -eer, -oor, -eur Afspraak: net als beer / soort / deur de beer alweer eerst het geweer keer de heer meer de peer neer het onweer de veer het verkeer het weer weer hij leert de ijsbeer door hij smeert de koorts daardoor het oor doordat de soort vooraan het spoor vooral voor voorbij hij hoort voordat de beurt de voorpoot de deur waarvoor de kleur de voordeur hij scheurt het gebeurt hij zeurt hij kleurt

24 AD VR SPEIG Categorie: 14, -eer, -oor, -eur Afspraak: net als beren / soorten / deuren veertien de beren de voorkant de keren de zeurpiet de kleren de meren de veren leren smeren de oren de sporen boren horen storen de deuren de kleuren de scheuren sleuren speuren treuren de speren zeuren

25 AD VR SPEIG Categorie: 15, -a, -u, -o, -ee Afspraak: net als hoera bijna ha hoera ja na de oma de opa de sla de foto ho hoezo het stro zo nu u mee nee de slee twee de zee

26 AD VR SPEIG Weetwoord. Categorie: 16, au / ou Afspraak: net als pauw blauw hij kauwt de pauw gauw nauw de klauw zij snauwt de saus de snauw flauw de dauw wauw rauw de pauze grauw benauwd lauw de auto miauwt de wenkbrauw

27 AD VR SPEIG Weetwoord. Categorie: 16, au / ou Afspraak: net als kou de fout ouders het hout de schouder jou houden de kou trouwen de kous de inhoud nou het gebouw stout koude het zout de rouw jouw hij vertrouwt de mouw de bout het touw de buurvrouw de vouw de fouten de vrouw de mevrouw hij bouwt het oerwoud hij sjouwt oud hij trouwt de juffrouw hij vouwt het bouwwerk ik hou hij wou hij zou

28 AD VR SPEIG Categorie: 17, ch / cht Afspraak: net als pech / lacht ach de autopech toch het gelach zich de kachel de pech het lichaam ik lach och acht juichen de bocht lachen dicht achter echt het bericht het licht dichtbij de lucht de ochtend de nacht de opdracht recht prachtig slecht rechter de tocht rechtop zacht slechte hij bracht vannacht hij lacht vechten hij wacht vluchten hij zucht wachten

29 AD VR SPEIG Maak het woord langer, dan weet je of het een d of t moet zijn! Categorie: 18, -d / -t (-p / -b) Afspraak: net als hond / kat de baard de afstand het bed de avond het geld breed de hand het geluid de hoed koud de hond het strand het hoofd verkeerd het kind de wind de mond het zand de vriend de zeehond de fout geschikt de kaart de hut de kast kapot de kist de landkaart de klant het moment de poot de plaat de snuit het riet de staart de rust de straat de sloot het paard want

30 AD VR SPEIG Maak het woord langer, dan weet je of het een d of t moet zijn! Categorie: 18, -d / -t (-p / -b) Afspraak: net als hond / kat de krab de slab het web ik heb de hap de klap de knoop sloop de trap de held iemand het lied niemand het woord apart onverwacht het portret de tekst het tijdschrift het loket

31 AD VR SPEIG Categorie: 19, eeuw / uw / ieeuw Afspraak: net als leeuw / duw / kieuw de duw ruwe ruw de schaduw schuw schuwe uw sluwe hij duwt de zwaluw de eeuw duwen de leeuw waarschuwen de meeuw eeuwenlang de schreeuw eeuwig de sneeuw de leeuwen hij schreeuwt de sneeuwbal het sneeuwt de sneeuwvlok de kieuw de spreeuw nieuw geeuwen het nieuws schreeuwen sluw benieuwd de sneeuwpop nieuwe opnieuw de nieuwslezer hij geeuwt het nieuwtje huwen het huwelijk

32 AD VR SPEIG Hoor je een lange klank, dan schrijf daarna 1 medeklinker. Categorie: 20, open eerste lettergreep Afspraak: net als ezel later de kamer de namen de manier rare het water samen laten de tranen praten plagen de hemel beter zeven deze negen even spelen de ezel boven eter de motor hoge de vogel open komen over stromen rode de vuren de zomer zure de buren duren de muziek sturen de ruzie turen de uren

33 AD VR SPEIG Hoor je een korte klank, dan schrijf daarna 2 medeklinkers. Categorie: 21, gesloten eerste lettergreep Afspraak: net als kikker alleen hallo wakker wanneer de herrie lekker bellen de kikker de middag liggen zitten de koffer de koffie de trommel stoppen jullie het nummer tussen zullen de letter

34 AD VR SPEIG Categorie: 22, f > v, s > z Afspraak: net als lieve, rozen de boeven de brieven de dieven lieve blijven geven hoeven leven schrijven verven boze grijze de huizen de keuze onze de prijzen de rozen kiezen wijzen

35 AD VR SPEIG Je hoort /u/, je schrijft e. Categorie: 23, -eren, -emen, -elen, -enen Afspraak: net als kinderen wij schilderen hamsteren de kinderen meubelen sleutelen wij spiegelen de eieren de kalveren bliksemen hinderen de anderen verminderen verwilderen zij priegelen wij giechelen gisteren balsemen wapperen

36 AD VR SPEIG Je hoort een -ug of -luk, je schrijft -ig of -lijk. Categorie: 24, -lijk, -ig Afspraak: net als handig / vrolijk aardig bezig giftig grappig handig lastig nodig rustig twintig zuinig eerlijk gevaarlijk heerlijk kwalijk lelijk moeilijk natuurlijk pijnlijk sierlijk vrolijk

37 Mijn moeilijke woorden: Mijn moeilijke woorden:

38 Mijn moeilijke woorden: Mijn moeilijke woorden:

39

40 Ik beheers de: r Afspraak Ik kan het: r Afspraak Ik kan het: 4 mmkm /u/ m 14 eer oor eur 5 mmmkm 14 eren oren euren 6 sch(r) 15 -a -o -u -ee 7 ng/nk 16 au ou 8 f/v s/z 17 ch cht 9 -je -pje -tje -etje 18 -d/-t (-b/-p) 10 be- gever- 19 eeuw uw ieuw 10 -e -en -er -em -el 20 "ezel" 11 ei ij 21 "kikker" 12 ooi aai oei 22 f>v, s>z 13 "driehoek" 23 -enen -eren -elen -emen 24 - ig -lijk