Bijlage 1 Interviews met educatie medewerkers

Transcriptie

1 Bijlage 1 Interviews met educatie medewerkers Verslag gesprek met Inge Hekman, medewerker kunsteducatie Afdeling Educatie, Fries Museum Dinsdag 16 februari 2010 Introductie: Als eerste wat mij opvalt in de bespreekkamer zijn een paar maquettes van het nieuwe museum aan het Zaailand. De verwachting is dat het gereed zal zijn in We bekijken de maquettes van het nieuwe museum en Inge geeft uitleg over de entree en de indeling. Het wordt een hele onderneming om te verhuizen naar de toekomstige nieuwe locatie maar Inge heeft ervaring vanuit het Groninger museum. Visie: Missie van het nieuwe museum is het inspireert Friezen en niet-friezen door kunst, cultuur en geschiedenis van en in Friesland te laten leven. De visie van het Fries Museum vloeit voort uit het belang van de regiofunctie. Inge stelt duidelijk dat het Fries museum een grote regiofunctie heeft en vanuit die visie ook handelt. Het Fries Museum is dynamisch en betrokken. Afdeling educatie: De afdeling educatie is behoorlijk uitgebreid sinds 8 jaar geleden toen Inge kwam. Het aantal educatieve medewerkers is sinds die tijd van 1 naar 3 gegaan. Educatie is een integraal onderdeel van een geheel dat mede gevormd wordt door marketing/communicatie, collecties en presentatie en facilitair. De invloed van educatie op het tentoonstellingsbeleid is dus evenredig met de andere afdelingen. Bij het tot stand komen van een project zijn alle afdelingen betrokken. Er wordt gewerkt volgens een projectmatige, integrale aanpak. Alle onderdelen vormen uiteindelijk een geheel waarbij als het nodig is externe expertise wordt ingeschakeld. 1

2 Didactiek: De educatieve medewerkers hebben in principe een kunstzinnige maar ook een didactische achtergrond. Bij sommige projecten worden ook docenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) ingezet. Ook worden stagiaires van de NHL en andere (kunst)opleidingen ingezet. PABO, Leisure Management, Geschiedenis. Er zijn ook educatieve medewerkers met juist een PABO achtergrond, dit is goed om op verschillend publiek zo goed mogelijk in te kunnen spelen en passend educatief materiaal te maken. Het beleid van educatie: Educatie is gebaseerd om de belangrijkste 4 doelgroepen te bedienen: Leerlingen uit het primair onderwijs Friezen toeristen cultuurliefhebbers Educatie is bij het Fries museum gericht op kunsteducatie en erfgoededucatie. (Voor erfgoededucatie is een lessenserie nodig om het goed in te bedden en duidelijk te maken.) Het is wenselijk bij goede educatie dat de voorbereiding op scholen gebeurt voorafgaand aan het museumbezoek. Educatie in het museum is gebaseerd op interactie met leerlingen. Door de leerlingen actief te betrekken bij de tentoonstelling komt het over. Er moet sprake zijn van een veelheid en verscheidenheid zodat de leerlingen verwonderd raken. Een goed voorbeeld hiervan is de tentoonstelling Windows waarbij de educatie gebaseerd is op intermenselijk, interactief bezig zijn met leerlingen. De educatie bij dit project gaat uit van de actieve bijdrage van leerlingen waarbij het waardevol is wat de leerling te melden heeft. Medewerkers educatie: De afdeling educatie bestaat uit 3 vaste medewerkers, met daarnaast museumdocenten (die vaak via stages in het bestand komen), werkzaam via een uitzendbureau. Deze museumdocenten hebben soms ook een andere achtergrond dan een beeldende, zo is er ook een docent drama met een afgeronde opleiding PABO. 2

3 Samenwerking scholen: Communicatie is hierbij het sleutelwoord. Niet de individuele leerling maar de docenten van verschillende scholen worden benaderd en het probleem is dat die moeilijk te bereiken zijn. Misschien ligt hier een taak voor Keunstwurk om dat te verbeteren want heel vaak verloopt de communicatie niet goed. Docenten van scholen krijgen wel bericht maar lezen het niet of hebben geen tijd voor museumbezoek en extra dingen. De docenten in het museum laten komen is ook geen optie, dit is in het verleden wel geprobeerd maar werkte niet. Het museum moet misschien wel zelf de boer op, naar scholen toe en daar hun verhaal doen. PABO-studenten gaan wel zelf naar het museum toe. Contact met de scholen is van wezenlijk belang. School en museum moeten met elkaar in gesprek! Vanuit het primair onderwijs wordt de basis gelegd en als dat goed gebeurt komt die leerling later weer terug in het museum. Evaluatie van kunsteducatieve aanpak: Kunstmenu-groepen krijgen een schriftelijke evaluatie. Evaluatie gebeurt vaak direct mondeling na het bezoek van de tentoonstelling in korte na-gesprekken met leerkrachten/docenten. Ook geven de museummedewerkers feedback op elkaar na groepsbezoek en verbeteren waar nodig. Nawoord: Ik vond het een heel informatief gesprek en zeer plezierig om eens vanuit een andere invalshoek te kijken naar museumeducatie. Het is mij duidelijk geworden dat scholen en het museum nauwer moeten samenwerken om een gemotiveerde leerling in het museum te krijgen. Het Fries Museum heeft duidelijk ingezet op actieve betrokkenheid van de leerling in het museum. 3

4 Verslag gesprek met Pauline Kick, museumcoördinator, hoofd educatie Afdeling Educatie, Museum Opsterland, Gorredijk Donderdag 18 februari 2010 Introductie: Het is opvallend dat het museum toegankelijk is ingedeeld. Beneden is een tentoonstelling waarbij een aantal personen met een door hen gekozen voorwerp centraal staan. De foto van de bewuste persoon hangt aan de muur en om het voorwerp heen is een historische situatie neergezet die een goed beeld geeft van de tijd waarin het voorwerp gebruikt werd. Visie: Het museum functioneert onder een stichting en krijgt subsidie van de gemeente. Het beleid van het museum is gericht op het cultureel erfgoed van de omgeving. Dit wordt op verschillende manieren aangepakt door bijvoorbeeld materiaal vanuit de omgeving te gebruiken en dit te integreren in het historische streekgebonden erfgoed. Ook wordt werk tentoongesteld van kunstenaars uit de omgeving. Het kan ook voorkomen dat een kunstenaar elders uit het land benaderd wordt met werk dat een relatie heeft met de omgeving. Daarnaast worden er tentoonstellingen georganiseerd met een thematische aanpak, waarbij een link wordt gelegd tussen het heden en het verleden. Bijvoorbeeld een tentoonstelling met het thema De Adel, deze gaat over de adel uit de omgeving. Afdeling educatie: De afdeling educatie bestaat uit Pauline als museumcoördinator / hoofd educatie en vier vaste medewerkers op vrijwillige basis. Deze zijn een dag in de week beschikbaar. Pauline maakt een agenda voor een jaar en gaat daarna met de medewerkers om de tafel. Het gezamenlijk doel wordt per tentoonstelling met alle medewerkers besproken. 4

5 Didactiek: De didactiek wordt gekoppeld aan de tentoonstelling. Als eerste wordt de tentoonstelling ingericht en daarna wordt de educatie er bij ontwikkeld door alle educatiemedewerkers. Een goed voorbeeld hiervan is het Hidde en Hiske project. Dit zijn twee kinderen uit het verleden, die in de buurt woonden en waarvan de vader zilversmid was. Het project wordt geïntroduceerd op school door middel van een leskist en een verhaal. De juffen en meesters uit het verhaal staan later echt in het museum. De leerlingen zijn zo al goed voorbereid op school door middel van verhalen en komen daarna in het museum zelf ervaren in wat voor tijd Hidde en Hiske leefden. Door de leerlingen zelf een aantal activiteiten te laten uitvoeren van vroeger ervaren ze goed hoe het geweest moet zijn in het verleden. Ik vind het een goed voorbeeld van ervaringsgericht aanbieden van een tentoonstelling. De leerlingen kunnen actief beleven hoe de tijd van het verhaal er uit zag. Het beleid van educatie: Het beleid van educatie is echt gericht op het doen en het ervaren. De aanpak van het aanbod van de verschillende tentoonstellingen is vooralsnog gericht op basisschool leerlingen. Ook richt het museumaanbod zich op toeristen, die geïnteresseerd zijn in de historie van de regio, de Friese cultuur en het socialisme dat zo n belangrijke rol heeft gespeeld in dit gebied. Er komt in de nabije toekomst een nieuwe afdeling bij waardoor er een reorganisatie zal plaatsvinden, met de volgende doelstellingen: Groter accent op het belang van het socialisme in de geschiedenis van de streek. Inrichten van een bibliotheek en zoekmogelijkheden om informatie te vinden over het streekgebied. Realisatie van een nog meer ervaringsgerichte en actiegerichte aanpak van de educatie Verbetering van de samenwerking met de scholen, met name het middelbaar onderwijs. Inrichten van een afzonderlijke educatieruimte en filmruimte Verbetering van de catering 5

6 Medewerkers educatie: Zoals al genoemd zijn de medewerkers educatie vrijwilligers al dan niet uit het onderwijs. Ze werken parttime in het museum. Samenwerking scholen: De samenwerking met vooral het middelbaar onderwijs wil het museum verbeteren. Verschillende mogelijkheden worden genoemd zoals het bij elkaar laten komen van de cultuurcoördinatoren in het museum. Het meest wenselijke wordt gevonden om de museummedewerkers en de docenten van verschillende scholen bij elkaar te zetten en te gaan brainstormen over deze problematiek. Ook vindt Pauline het een optie om met de verschillende Friese musea om de tafel te gaan zitten en de verbeteringen te bespreken. Tevens is een mogelijkheid om vanuit de verschillende musea naar de scholen toe te gaan. Meer en betere communicatie tussen musea en scholen is een speerpunt en wordt wenselijk geacht. Nawoord: Het was een prettig en informatief gesprek met een aantal genoemde wensen en speerpunten naar het onderwijs toe die voor verbetering vatbaar zijn. 6

7 Verslag gesprek met Susan van den Berg Hoofd Communicatie en Educatie Museum Belvédère te Heerenveen Dinsdag, 23 maart 2010 Introductie: Het geplande gesprek ging wat moeilijk van start doordat er op hetzelfde moment een recensent van de Leeuwarder Courant onaangekondigd verscheen die rondgeleid moest worden. Op dit moment is er een tentoonstelling van werk van Andre de Jong. Het zijn houtskool- en krijttekeningen op groot formaat. Deze expositie duurt van 20 maart tot 9 mei. Naast deze wisselende tentoonstellingen biedt het museum een permanente collectie van moderne en hedendaagse kunst van Friese kunstenaars en hun geestverwanten uit binnen- en buitenland. Visie: Het museum is het eerste en enige museum voor moderne kunst in Friesland. Voor de permanente collectie ligt het accent op werk van kunstenaars uit de noordelijke provincies en met name op Friese kunstenaars. De samenstelling van de tijdelijke tentoonstellingen is een mix tussen thema- of solotentoonstellingen van Nederlandse en Vlaamse kunstenaars en soms groepstentoonstellingen. Museum Belvédère krijgt geen subsidie want het is geen gemeentelijke instelling maar een particulier initiatief. Wel zijn er een aantal sponsoren vanuit het bedrijfsleven en eenmalige schenkingen. Tevens is bestaat er de stichting Vrienden van Museum Belvédère met de Algemeen Nut Beogende Instelling status. Door lid te worden van de stichting steunt men het museum en ontvangt een passe-partout waarmee men samen met een introducé het museum het hele jaar door gratis kan bezoeken. Men krijgt daardoor ook een uitnodiging voor de openingen van de wisselende exposities en korting op culturele activiteiten als concerten en lezingen die in het museum gehouden worden. Ieder lid ontvangt 4 keer per jaar het MB, het tijdschrift van museum Belvédère. De kosten bedragen tenminste 55,00 per jaar. Het geld wordt meer en meer een probleem volgens Susan want er moeten nodig nieuwe sponsoren gevonden worden in het bedrijfsleven en er moet gelobbyd worden bij de provincie en het OCW. Er moeten politiek en landelijk nieuwe sponsoren gezocht worden. 7

8 Afdeling educatie: De afdeling educatie bestaat uit een team van 4 mensen waarvan 3 vrijwilligers. Een van de vrijwilligers is directeur geweest van een school voor voortgezet onderwijs en een ander teamlid is ook werkzaam in het museum het Princessehof in Leeuwarden. Susan is hoofd van de afdeling communicatie en educatie en is 3 dagen aanwezig in het museum. Zij is afgelopen januari begonnen in het museum. Daarvoor was zij werkzaam als docente beeldende vorming in het voortgezet onderwijs. De tijdsverdeling is zo ingericht dat er 2 dagen voor communicatiewerkzaamheden gereserveerd zijn en een dag voor educatie. Susan geeft direct aan dat een dag natuurlijk veel te weinig is om een goed programma voor educatie te ontwikkelen. De werkzaamheden bij communicatie omvatten een hoop PR-activiteiten waar ook veel tijd in gaat zitten. Didactiek: Het budget voor educatie is zeer beperkt. De vormgeving van de kijkwijzers en speurtochten als educatiemateriaal wordt verbeterd en aangepast daardoor is het geld al bijna op. Goede museumeducatie in Belvédère wordt door Susan zeker als een gemis ervaren en ze wil dit veel beter op de kaart gaan zetten. Bij de huidige tentoonstelling Eb en Vloed is er tijdens de voorjaarsvakantie iedere dag een kunstenaar aanwezig geweest die met de aanwezige kinderen ging schilderen naar aanleiding van de expositie. Dit was een gevolg van het thema met pake en beppe de vakantie door. Het publiek bestond uit basisschoolleerlingen. Educatiemateriaal voor typisch VMBO-publiek is er nauwelijks, alleen de kijkwijzers. Als er leerlingen komen uit het voortgezet onderwijs doet de voormalig directeur uit het voortgezet onderwijs de rondleiding door vertellen en vragen te stellen aan de leerlingen. Beleid van educatie: Dit moet heel anders volgens Susan en er moeten veel dingen verbeterd worden. Heerenveen is een sportstad, hoe kun je sport en cultuur beter bij elkaar brengen. Er moet veel meer samenwerking komen tussen scholen en het museum. Er moet meer geld komen om goede educatie te realiseren. Scholen moeten bezocht worden om leerlingen te enthousiasmeren voor het museum. Tentoonstellingen moeten meer appelleren op ervaren en beleven door leerlingen. 8

9 Leerlingen moeten actief bezig kunnen zijn bij het bezoeken van het museum. Er moet een gemeenschappelijk plan komen samen met de andere Friese musea om betere samenwerking te realiseren met het voortgezet onderwijs. Ideeën van scholen en museum bundelen in een op een elkaar afgestemde aanpak. Er moeten veel meer jongeren naar het museum komen, het publiek bestaat momenteel voornamelijk uit de leeftijdsgroep van 30 tot 50 jaar. en ook veel 55- plussers. Het museum wil de cateringruimte een belangrijker rol laten spelen. Er zijn incidenteel wel eens voorstellingen vanuit het Posthuis theater en er worden lezingen gegeven. De wens is er om dit uit te gaan breiden door meer activiteiten naar het museum toe te halen. Wel wordt geconstateerd dat het geldprobleem en bemanning steeds het probleem blijft. Susan heeft al heel lang het idee om voor jongeren een soort drive-in te realiseren met projecties buiten op de muur. Medewerkers educatie: Zoals genoemd bestaat het educatieteam uit Susan als hoofd van de afdeling, tevens hoofd communicatie. Zij is voor een dag beschikbaar voor educatie. Daarnaast bestaat het educatieteam uit 3 vrijwilligers. Susan komt vanuit het voortgezet onderwijs, gaf les in beeldende vorming. Een vrijwilliger is directeur geweest van middelbare school. Samenwerking scholen: De wens is duidelijk aanwezig om veel meer activiteiten met scholen samen te doen, alleen hoe en wat. Ook is duidelijk dat er veel meer jongeren naar het museum moeten komen. Er moet nog een hoop opgestart en verbeterd worden waarbij de factor geld zeer bepalend is. Susan is ervan overtuigd dat er veel meer moet gebeuren op het gebied van educatie en een bestaande visie hierover is er eigenlijk nog niet. Zij wil dit zelf graag vorm gaan geven en houdt zich aanbevolen voor samenwerking met scholen en ideeënontwikkeling met mensen uit het onderwijs om dit te realiseren. Nawoord: Het was een prettig gesprek waarbij veel ideeën over en weer over de tafel gingen. Misschien dat het een en ander nog een gevolg gaat krijgen. 9

10 Bijlage 2: Vragenlijst en antwoorden van leerlingen naar aanleiding van het museumbezoek 1. Vertel in eigen woorden wat je hebt bezocht. 2. Vertel in eigen woorden waar het over ging. 3. Welke dingen vielen op in het verhaal van de rondleider. 4. Vond je door de rondleiding alles duidelijker en beter te begrijpen. 5. Geef je mening over wat je gezien hebt in je eigen woorden. 6. Is de rondleiding in haar verhaal duidelijk geweest en wat heb je eventueel gemist en wat kon beter. 7. Is een rondleiding met uitleg in het museum nodig, en vertel waarom. 8. Had je zelf dingen willen doen zoals schilderen of fotograferen in het museum zodat je zelf actiever bent. 9. Wat voor ideeën heb jij om museumbezoek aantrekkelijker te maken. 10. Moet op school al meer voorbereiding gegeven worden. 11. Zou je zelf mee willen helpen om een tentoonstelling in te richten in het museum. 12. Zou je zelf kinderen rond willen leiden in het museum. 13. Zou je je eigen werkstukken in het museum willen zien hangen. 14. Moet het museum meer digitale middelen gebruiken zoals film, i-pod, enz. 15. Zou je zelf actiever willen zijn in het museum. 16. Wat maakt museumbezoek wel boeiend en aantrekkelijk. Beschrijf een aantal voorwaarden. 17. Moeten de onderwerpen veranderen en zo ja, wat moet er dan te zien zijn in het museum. 18. Moet de tentoonstelling iets te maken hebben met je praktische werk van Beeldende Vorming, zodat het duidelijker wordt wat je ziet. 19. Moet er een kunstenaar aanwezig zijn om een schilderij uit te leggen. 20. Als je nu een eigen tentoonstelling mocht maken waar zou die dan over gaan. 10

11 Antwoorden per vraag van alle leerlingen: Vraag 1: We hebben het Fries museum bezocht en toen gingen we naar de tentoonstelling Windows. We zijn naar een expositie geweest genaamd Windows en het ging over moderne kunst in Friesland of door Friezen. We hebben het Fries museum bezocht en het heette Windows. We zijn naar het Fries museum geweest en daar hebben we de expositie Windows bezocht. We zijn naar het Fries museum geweest daar hebben we de expositie Windows gezien. Dat was een ruimte met allemaal schilderijen, 2 filmpjes, foto s en er lag een groot tapijt op de grond waar je op verschillende plekken op kon staan zodat er een muziekje kwam. We hebben het Fries museum bezocht Windows vensters, 2 verschillende afbeeldingen van schilderijen maar ook foto s, filmpjes, muziek en een tapijt waar muziek onder zit. Vraag 2: De expositie Windows ging over schilderijen, filmpjes en foto s die bij elkaar hoorden. Het ging vooral over duo s van schilderijen, filmpjes, foto s. Ze hadden 2 dingen naast elkaar gehangen die met elkaar te maken hadden. We moesten eerst een schilderij samen bekijken en daarna moesten we zelf aan de gang met schilderijen bij elkaar te zoeken. Het ging over de kunst van verschillende kunstenaars die totaal verschillend zijn maar toch bij elkaar horen. Vraag 3: De rondleider vertelde alles wel duidelijk en wist ook wel veel. Ze vertelde veel dingen, dat vond ik wel leuk want dan kom je meer te weten waar het schilderij over gaat. We moesten meteen op een bank zitten met spullen maar daar kreeg je geen uitleg over. De rondleidster vertelde het goed en interessant. Het viel op dat ze ook veel aan ons vroeg over hoe wij het allemaal deden op school met Beeldende Vorming. De rondleidster wist veel van de kunstenaars en de gedachte erachter. Maar het was ook leuk dat ze ons vroeg hoe wij er over dachten en dat ze onze opmerkingen belangrijk vond. 11

12 Vraag 4: Ik vond het door de rondleiding wel duidelijker want als ik zonder uitleg in het museum was zou ik niet weten waar het over ging. Door de rondleiding begreep ik alles veel beter en het was ook duidelijk genoeg en de manier waarop de rondleidster het vertelde was echt interessant. Ik vond door de rondleiding alles duidelijker en beter te begrijpen want ik weet nu wat de schilderijen voorstellen. Sommige dingen begrijp ik beter door de rondleiding zoals het meisje op het ijs in het IJsselmeer. We moesten wel meteen zitten en ik had het beter gevonden als we zelf eerst even hadden mogen rondkijken. Door de rondleiding begreep ik alles wel beter en ook door het verhaal wat achter ieder schilderij zit. Ik had wel zelf wel liever even willen rondkijken in plaats van meteen te moeten zitten. Vraag 5: Ik vond het interessant wat we gezien hebben en ik vond het ook goed om er met een doel heen te gaan om te beschrijven wat wij van de rondleiding vonden. Ik heb allerlei soorten schilderijen gezien en ik vond ze erg mooi. We hebben schilderijen, foto s en voorwerpen gezien. Toen we in het museum kwamen keken we eerst naar een vrouw die met haar blote voeten op het ijs staat en daarnaast hadden ze golven gemaakt; dat vond ik een leuk verschil. De kunstwerken die in het museum hangen vond ik echt heel mooi en de duo s die bij elkaar hingen pasten meestal ook heel goed bij elkaar. Ik vond sommige dingen wel wat gemakkelijk, maar je moet maar op het idee komen; toen we op het Kijkeiland zaten moesten we allemaal iets pakken uit een vakje maar daar hebben we verder niks mee gedaan. Vraag 6: De rondleiding is wel duidelijk geweest en wat we vroegen wist ze ook allemaal. Haar rondleiding was wel duidelijk maar ze vertelde alleen maar over 1 foto en 1 filmpje; ik miste het verhaal over de andere kunstwerken. Ik vond het wel goed want ze legde iets uit wat niet heel lang duurde en toen mochten we zelf dingen doen. De rondleider was wel duidelijk en ze betrok iedereen goed in haar verhaal. Het werd duidelijker doordat ze het ging uitleggen. 12

13 Wat wel super was is dat de rondleidster ons ook dingen vroeg hoe wij er over dachten; ik denk ook dat het komt omdat we wat ouder zijn en wat langer kunnen luisteren. Vraag 7: Een rondleiding is wel nodig omdat je dan iets opsteekt en als je vragen hebt; je hoort ook iets over de achtergrond maar je moet wel de gelegenheid krijgen om zelf ook rond te neuzen. Een rondleiding vind ik wel nodig want als je zelf in het museum loopt weet je bepaalde dingen niet en nu kun je dat gewoon vragen. Een rondleiding is wel leuk als ze je zelf ook dingen laten doen en je erbij betrekken. Ik vind een rondleiding goed want dan hoor je wat bepaalde schilderijen voorstellen. Een rondleiding is wel nodig voor kinderen maar voor volwassenen is het niet echt nodig. Ik vind een rondleiding echt nodig want nu kun je dingen vragen en anders loop je alleen maar wat rond. Vraag 8: Ik had zelf wel graag dingen willen doen want alleen maar luisteren wordt op het laatst een beetje saai. We moesten duo s bij elkaar zoeken die nog niet bij elkaar hoorden; ik had nog wel iets anders leuks willen doen bijvoorbeeld schilderen, dan leer je nog meer. Alleen een verhaal wordt snel saai. Dit was wel goed want hier moesten we ook zelf dingen doen. Dit was goed alleen het Kijkeiland hoeft niet. Vraag 9: Het is belangrijk hoe iets gepresenteerd wordt. Zelf opdrachten uitvoeren en zelf iets schilderen. Mensen meer betrekken in verhalen en dingen laten doen. Niet alleen maar achter iemand aanlopen maar zelf dingen doen. Een speurtocht door het museum en kinderen laten schilderen. Zelf een schilderij of foto s maken zodat je zelf bezig bent want daar wordt het aantrekkelijker van om naar een museum te gaan want alleen luisteren is op het laatst een beetje saai. 13

14 Vraag 10 : Op school wel iets vertellen waar het over gaat maar niet te uitgebreid. Een voorbereiding op school en naar het museum met een doel. Niet teveel op school vertellen want je krijgt het al te zien in het museum. Niet teveel op school vertellen want als het heel leuk is is het een verrassing. Wel voorbereiding want dan weet je tenminste waar het over gaat. Wel een beetje voorbereiding en vertellen waarom en het doel van het museumbezoek. Vraag 11: Lastige vraag want hoe het museumbezoek nu was richt je eigenlijk zelf ook al in; het was interessant omdat het fries was en van deze tijd. Wel zelf meehelpen want dan wordt het aantrekkelijker voor jongeren. Het ligt er aan wat voor tentoonstelling het is en wat voor stukken er moeten worden opgebouwd. Wel meehelpen want dan kan je het zelf leuk maken. Wel meehelpen want doordat je zelf jong bent weet je precies wat jongeren leuk vinden en kun je inrichten zoals jongeren het leuk vinden. Leuk om samen met een klasgenoot in te richten want dan ben je zelf meer met kunst bezig. Vraag 12 : Je moet dan wel zelf veel weten van kunst. Dat zou ik wel willen want je doet het dan in je eigen taalgebruik dus begrijpelijker. Niet rondleiden want ik weet dan niet waar ik over moet vertellen. Wel rondleiden als het maar leuke en enthousiaste kinderen zijn en een beetje van kunst weten en het moet een tentoonstelling zijn die kinderen aanspreekt. Het lijkt me wel leuk want dan kun je uitleggen zonder moeilijk taalgebruik. Ik zou dat wel willen als ik er maar veel van weet. Vraag 13: Eigen werk mag wel in het museum maar dan moet ik er wel trots op zijn. Het lijkt me heel leuk want ik maak aparte dingen. Lijkt me leuk maar de kwaliteit verschilt per opdracht. Het zou heel leuk zijn. Mijn werk mag er wel hangen want dan het publiek zien hoe creatief kinderen kunnen zijn. Het zou leuk zijn maar alleen als ik mijn werk zelf ook erg mooi vind. 14

15 Vraag 14: Het museum zou wel meer digitale middelen mogen gebruiken. Ik denk dat het voor jongeren wel interessanter is. Ik denk wel dat het dan leuker wordt. Ik vind wel want dan spreekt het jongeren meer aan. Dat hoeft niet want dan is het niet echt een museum meer. Dat doet het museum al en dat vind ik heel goed. Vraag 15: Dat weet ik niet zo goed. Dat hoeft niet. Ja maar het verschilt wel per museum. Nee, ik vind 2 keer per jaar een museum bezoeken wel genoeg. Ja, ik wel omdat je dan veel meer leert. Vraag 16: Het wordt aantrekkelijk om naar een museum te gaan door de schilderijen die er hangen en door er zelf dingen te doen met een goed en interessant verhaal erbij. Meer moderne kunst en niet alles van vroeger. Als je veel dingen in het museum kunt doen wordt het aantrekkelijker. Technieken van nu en van vroeger laten zien en meer dingen die je zelf kunt doen. Zelf opdrachten uitvoeren en zelf schilderen in het museum. Door een goed verhaal en geen lappen tekst. Het moet modern zijn en het verhaal moet interessant zijn. Het moet je interesseren en je moet dingen kunnen doen en bedenken. Vraag 17: Meer schilderijen laten zien. Ik vind oude kunst wel interessant. Voor die hele oude schilderijen moeten ze maar een aparte afdeling voor maken en er moeten meer voorwerpen van nu komen. Veel mensen vinden oude voorwerpen wel mooi dus moet dat niet veranderen. Veel meer kunst van nu laten zien en afwisselend ook van vroeger en van ook werk van middelbare school- leerlingen. Meer moderne kunst en werk van ons zodat er ander publiek komt in het museum. 15

16 Vraag 18: Goed als werk in het museum te maken heeft met Beeldende Vorming omdat je dan meer ideeën krijgt en weet wat je tekent of schildert. Je kunt dan ook dingen weer gebruiken in je tekening en je krijgt een beeld hoe de kunstenaars het hebben gedaan. Je krijgt inspiratie. Je krijgt allemaal ideeën. Je bent dan al met het onderwerp bezig en je bent dan ook meer gemotiveerd. We zijn nu bezig met portretten dus zou het ook leuk zijn als er nu een tentoonstelling zou zijn over portretten. Je krijgt dan meer ideeën. Vraag 19: De kunstenaar hoeft niet aanwezig te zijn want de rondleidster vertelt het wel. Je kunt de mensen zelf laten bedenken wat de kunstenaar bedoelt. De mensen die rondleiden kunnen dat ook wel. Ik zou het wel leuk vinden als de kunstenaar het zelf allemaal vertelt. Vraag 20: Als ik zelf een tentoonstelling zou mogen maken dan zou het gaan over dingen die we bij Beeldende Vorming hebben gemaakt en bij het vak CKV omdat je dat weet. Een eigen tentoonstelling zou gaan over kunstwerken van mij, kunstwerken van VMBO-leerlingen, kunstwerken van vroeger en kunstwerken van deze moderne tijd. Ik denk niet dat het meer over oude dingen zou gaan maar over dingen van deze tijd. De tentoonstelling zou gaan over dingen die nu nieuw zijn in vergelijking met wat vroeger nieuw was. De tentoonstelling zou gaan over abstracte tekeningen want dat vind ik op dit moment interessant. Een tentoonstelling over Friese landschappen. 16