Vennootschapsrecht en arbitrage; en wat zou Floris daarvan vinden?
|
|
- Renske Simons
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bannier liber amicorum :33 Pagina 89 D Vennootschapsrecht en arbitrage; en wat zou Floris daarvan vinden? Harmen de Mol van Otterloo 1 De verhouding tussen vennootschapsrecht en arbitrage is in Nederland niet gemakkelijk. Terecht verwondert Kroeze 2 zich erover dat over dit onderwerp nog nooit een monografie of proefschrift verschenen is. Ik noem drie voorbeelden waaruit dat ongemak blijkt. Geval 1. In een vennootschap met aandeelhouders A, B en C wordt aandeelhouder A zodanig behandeld dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap niet meer van hem kan worden gevergd. Partijen zijn arbitrage overeengekomen maar A wil door middel van een enquêteprocedure ex artikel 2:344 BW met onmiddellijke voorzieningen een snellere oplossing afdwingen. Zijn arbiters bevoegd? Geval 2. De geldigheid van een besluit genomen door een maatschap is wel arbi - trabel, maar indien genomen door een vennootschapsorgaan niet, ongeacht of het om een openbare (beursgenoteerde) vennootschap gaat of om een besloten vennootschap met een beperkt aantal bekende aandeelhouders. Bevredigend? Geval 3. In dezelfde vennootschap als in geval 1 ontstaan de frustraties pas nadat het wetsvoorstel Flex-BV is ingevoerd. Partijen kunnen dus hun geschil als een geschil zoals bedoeld in de geschillenregeling voorleggen aan arbiters. 3 In het arbitraal beding (AB) zijn arbiters nog niet aangewezen. A wil uittreden en begint in arbitrage een geschillenregelingsprocedure tegen B maar betrekt C daar niet bij (dat behoeft A ook niet te doen). Wel moet C krachtens artikel 997a lid 2 Rv op de hoogte worden gesteld van de arbitrage. C wil zich voegen en wil ook invloed hebben op de samenstelling van het scheidsgerecht. C s vordering tot voeging zal wel worden toegewezen (zie ook hierna). Maar tot wie moet C zijn verzoek richten? Volgens artikel 1045 Rv tot het scheidsgerecht. Maar op het moment dat C van de arbitrage verneemt, is er waarschijnlijk nog geen scheidsgerecht. Wil C betrokken zijn bij de samenstelling daarvan dan moet hij partij zijn in de zin van artikel Rv. Indien alleen het scheidsgerecht over de voeging of tussenkomst 1 Mr. H.M. de Mol van Otterloo is advocaat bij Nautadutilh te Amsterdam. 2 M.J. Kroeze, WPNR 2007/6702, p Art. 2:337 lid 2 Wv-Flex BV. 89
2 Bannier liber amicorum :33 Pagina 90 Harmen de Mol van Otterloo kan oordelen, vist C wat betreft die betrokkenheid dus per definitie achter het net. Immers, voordat het scheidsgerecht is benoemd zou niet op C s verzoek tot voeging of tussenkomst kunnen worden beslist zodat C evenmin partij kan worden. Geeft artikel 1045 Rv een exclusieve bevoegdheid aan het scheidsgerecht om over voeging of tussenkomst te oordelen? Of zou de voorzieningenrechter daartoe óók bevoegd zijn? Drie gevallen waaruit blijkt dat die verhouding tussen vennootschapsrecht en arbitrage schuurt. Gevallen waarover je als advocaat, arbiter en overheidsrechter een mening kunt hebben. Als advocaat, omdat de advocaat zijn cliënt moet adviseren welke rechtsgang voor hem de beste is. Als arbiter, indien voor arbitrage is gekozen. En als overheidsrechter indien niet voor arbitrage is gekozen; en bovendien in het geval dat wél voor arbitrage was gekozen indien de wederpartij zich beroept op onbevoegdheid van arbiters vanwege non-arbitrabiliteit van het geschil: arbiters kunnen zich over het geschil in kwestie niet uitspreken. Advocaat, arbiter, overheidsrechter, drie hoedanigheden die Floris gedurende vele jaren heeft bezeten. Daar kunnen nog twee hoedanigheden aan worden toe gevoegd, namelijk deken van de Orde van Advocaten en hoogleraar advocatuur, dus thuis in alles wat met de advocatuur in welke zin dan ook te maken heeft. Over die laatste twee hoedanigheden weet ik zoveel minder dan Floris dat ik daarover niet zal beginnen. Maar zijn eerste drie hoedanigheden rechtvaardigen de vraag aan Floris wat hij van elk van deze gevallen zou vinden. Waarom ik denk dat Floris bij uitstek geschikt is om daarover een mening te geven, zal ik aan het slot toelichten. Om voor hem de drempel zo laag mogelijk te maken, en hem dus te ontlasten van bronnenonderzoek en ander voorbereidend denkwerk, ga ik eerst (kort) in op de arbitrabiliteit van vennootschapsrechtelijke geschillen in het algemeen, en vervolgens op deze drie gevallen. Eerst arbitrabiliteit en vennootschapsrecht. Dat vennootschapsrechtelijke geschillen zich lenen voor beslechting door arbiters arbitrabel zijn is niet vanzelfsprekend. Bij vennootschapsrechtelijke geschillen denk ik aan geschillen die zich binnen de vennootschap afspelen. Het debat over arbitrabiliteit van dat soort geschillen is tot nu toe toegespitst op de vraag of de geldigheid van een besluit als bedoeld in artikel 2:14-16 BW uitsluitend door de overheidsrechter of ook door arbiters kan worden beslecht. Het antwoord daarop was onzeker, totdat de Hoge Raad daaraan op 10 november in het Groenselect-arrest een einde maakte: zo n geschil kan niet door arbiters worden beslecht. Die uitspraak is behoorlijk 4 HR 10 november 2006, NJ 2007, 561 (Groenselect) m.nt. H.J. Snijders; RO 2007, 3; «JOR» 2007/5 m.nt. P. Sanders. 90
3 Bannier liber amicorum :33 Pagina 91 VENNOOTSCHAPSRECHT EN ARBITRAGE; EN WAT ZOU FLORIS DAARVAN VINDEN? bekritiseerd. 5 Ik kom daarop terug, maar behandel eerst de vraag waar precies de grens ligt tussen arbitrabiliteit en non-arbitrabiliteit. Veelal worden daartoe twee criteria genoemd, namelijk (1) exclusief verklaarde rechtsmacht van de overheidsrechter en (2) openbare orde, die aan arbitrabiliteit in de weg zou staan. 6 (1) Exclusief verklaarde rechtsmacht van de overheidsrechter? In het algemeen wordt aangenomen dat in vennootschapsrechtelijk verband geen exclusieve rechtsmacht is gegeven aan de overheidsrechter. Er moet immers aansluiting gezocht worden bij het principe van artikel 1020 lid 3 Rv: arbitrage mag (slechts) niet leiden tot rechtsgevolgen welke niet ter vrije bepaling van partijen staan. Ik volsta hier met het noemen van vindplaatsen. 7 (2) Erga omnes Voor de vraag of arbitrage ingevolge artikel 1020 lid 3 Rv is uitgesloten gaat het erom of de zaak als geheel van openbare orde is. In vennootschapsrechtelijk verband is een aanwijzing dat een zaak van openbare orde is en niet vatbaar voor arbitrage, dat aan de beslissing in die zaak erga omnes -werking ofwel: werking jegens een ieder moet toekomen. 8 De woorden een ieder zijn terug te vinden in artikel 2:16 lid 1 BW, dat gaat over de rechterlijke uitspraak die de (ver)nietig - (baar)heid van een besluit vaststelt; de nietigverklaring of vernietiging van een besluit bindt een ieder indien de rechtspersoon partij in het geding is geweest. Artikel 2:16 lid 1 BW kan dus resulteren in een inbreuk op het inter partes-karakter dat in beginsel elke rechterlijke (inclusief arbitrale) uitspraak zie ook artikel Zie voor vindplaatsen H.M. de Mol van Otterloo, Arbitrabiliteit van vennootschapsrechtelijke geschillen; het Groenselect-arrest, Ondernemingsrecht 2010, p , voetnoot 10 en alinea Sanders, Het Nederlands Arbitragerecht, Nationaal en Internationaal, 4e druk, Kluwer 2001, p. 198; Asser-Maeijer, De Rechtspersoon, 8e druk nr. 55a; Snijders, Nederlands Arbitragerecht, artikelsgewijs commentaar, derde druk, p. 76 en Burgerlijke Rechtsvordering (Kluwer, los - bladig) art. 1020, aant. 5; O.L.O. de Witt Wijnen, De herziening en het ABC, TvA 2005, 28, p. 10; P.N. Wakkie, Geschriften vanwege de Vereniging, Corporate Litigation , p. 204; Ch.E. Honée, De Naamloze Vennootschap, 1995, p H.J.M.N. Honée, Arbitrage in het vennootschapsrecht, in: Rechtspleging in het Ondernemingsrecht, Deventer, Kluwer 1997, p. 28; Wakkie, Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p. 204; Meijer, Arbitrage in het Ondernemingsrecht ; inleiding en enkele aanvullende beschouwingen, Ondernemingsrecht 2010, p. 6 en ook in Geschillen vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p. 322/323; Bulten (2011), p Snijders, Burgerlijke Rechtsvordering, art. 1020, aant. 5; Meijer, Ondernemingsrecht 2010, p. 5; Bulten t.a.p. p Meijer, Ondernemingsrecht 2010, p. 6, schaart de exclusief verklaarde rechtsmacht van de overheidsrechter als reden voor non-arbitrabiliteit ook onder de noemer openbare orde. Ik behandel die exclusiviteit los daarvan, maar denk niet dat dit praktisch veel verschil maakt. 91
4 Bannier liber amicorum :33 Pagina 92 Harmen de Mol van Otterloo Rv heeft, en dat voortvloeit uit procesrechtelijke hoofdbeginselen als hoor en wederhoor en partijautonomie. Op deze inbreuk op dat karakter heeft de Hoge Raad in Groenselect de genoemde beperking aangebracht: arbiters zijn niet bevoegd zo n uitspraak met inbreuk op het inter partes-karakter te doen, alleen de overheidsrechter is dat. De term werking erga omnes is vaag en in het verband van vennootschapsrechtelijke besluiten luidt een mogelijke definitie: werking is het hebben van rechts - gevolg; omnes zijn allen ( een ieder ) die ófwel geen deel uitmaken van het orgaan van de rechtspersoon dat het besluit heeft genomen ófwel daarvan wel deel uitmaken maar niet betrokken waren bij de procedure over de geldigheid van het besluit, hetzij omdat zij geen partij waren bij het AB, hetzij omdat zij niet deugdelijk voor de arbitrage waren opgeroepen. Deze doorbraak van het inter partes-beginsel als gevolg van de werking erga omnes speelt een cruciale rol in elk van de drie genoemde gevallen. Daarop ga ik nu in. Geval 1: is de enquêteprocedure toepasbaar in arbitrage? Laten we eerlijk zijn, het gevoel zegt nee. Maar gevoel is niet altijd een goede raadgever. Zo zou bij de vraag of de ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgens de procedure van artikel 7:685 BW ook in arbitrage kan worden gevoerd in plaats van voor de kantonrechter mijn gevoelsmatige reactie zijn: nee, dat kan niet. Dit gevoel wordt gesteund door de tekst van de tweede zin van lid 1 van dat artikel 7:685 BW, dat elk beding waardoor de bevoegdheid van de kantonrechter wordt uitgesloten of beperkt nietig is. In weerwil echter van dit gevoel, zelfs gesteund door een wetstekst (zo n steuntekst ontbreekt bij de enquêteprocedure), besliste de Hoge Raad in een uitspraak van dat die ontbinding ook door arbiters kan worden uitgesproken. In plaats van gevoel is van meer betekenis de vraag of de uitspraak, die de arbiter in de ten overstaan van hem gevoerde enquêteprocedure doet, wel of geen werking erga omnes heeft. Ik beloofde bronnenonderzoek (en volsta wat betreft mijn eigen mening met de opmerking dat een genuanceerd bevestigend antwoord op de vraag mogelijk is 10 ). Die bronnen zijn over deze vraag betrekkelijk schaars. Zie daarover P.N. Wakkie 11 (genuanceerd ja) en O.L.O. de Witt Wijnen (minder genuanceerd ja). 12 Volgens Van Solinge en Nieuwe Weme zijn arbiters naar huidig recht vooralsnog niet bevoegd. 13 In de binnenkort te verschijnen bundel 9 HR 14 december 1973, NJ 1974, 92, m.nt. PZ. 10 Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p. 203 e.v. 12 Geschriften vanwege de Vereniging Corporate Litigation , p Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme (2009), p
5 Bannier liber amicorum :33 Pagina 93 VENNOOTSCHAPSRECHT EN ARBITRAGE; EN WAT ZOU FLORIS DAARVAN VINDEN? Onderneming & ADR is over dit onderwerp een bijdrage opgenomen van mr. W.H. van Baren. 14 Floris, wat vind jij? Geval 2: de geldigheid van een besluit van een vennootschapsorgaan is niet arbi - trabel. Zoals gezegd, in het Groenselect-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat arbiters niet bevoegd zijn een besluit van een orgaan van een vennootschap nietig te verklaren of te vernietigen. Het betrof een Antilliaanse zaak, maar algemeen wordt aangenomen dat de uitkomst niet anders zou zijn geweest indien de betrokken vennootschap een Nederlandse was. 15 De feiten waren als volgt. De aandeelhoudersovereenkomst tussen de vijf ieder 20 procent aandeelhouders bevatte een AB. Gevorderd was onder meer voor recht te verklaren dat (i) bepaalde algemene vergaderingen van aandeelhouders ( ava ) en de daar genomen bepaalde ontslagen benoemingsbesluiten (een van die aangevochten ava-besluiten betrof de benoeming van Forestry N.V. tot bestuurder van Groenselect N.V.) en (ii) enige andere besluiten, van de ava én van Forestry, wier benoeming tot bestuurder dus aangevochten werd, niet rechtsgeldig zijn. In eerste instantie werd deze vordering toegewezen, maar het hof te Willemstad achtte zich onbevoegd, gelet op het AB in de aandeelhoudersovereenkomst. Dit oordeel werd door de Hoge Raad gecasseerd: de rechtsgeldigheid van al die besluiten dus ook de besluiten van Forestry als bestuurder kan slechts door de overheidsrechter worden beoordeeld. Zie het arrest r.o. 3.4 en 3.5. In 3.4 wordt de vraag 16 aan de orde gesteld of partijen de vrije beschikking hebben over de rechtsgeldigheid van de hiervoor aangeduide besluiten. In 3.5 voert de HR twee argumenten aan waarom dit niet het geval is, waardoor het geschil niet arbitrabel is. Het eerste argument: met het oog op de [uit een besluit van een rechtspersoon], zowel voor de rechtspersoon als voor derden, voortvloeiende (vaak ingrijpende) rechtsgevolgen en in verband met de rechtszekerheid. Het tweede argument: In de tweede plaats dient de rechterlijke uitspraak waarin de nietigheid van een besluit van een rechtspersoon wordt vastgesteld of die zulk een besluit vernietigt, 14 Uit te geven door het Onderzoekcentrum voor Onderneming & Recht te Nijmegen. ADR staat voor Alternative Dispute Resolution. 15 Sanders in zijn noot bij het Groenselect-arrest, Van Schilfgaarde TvA 2008, 2 onder 5, en M.J. Kroeze, WPNR 2007/6702, p Ontleend aan artikel 1020 lid 3 Rv. 93
6 Bannier liber amicorum :33 Pagina 94 Harmen de Mol van Otterloo zowel wanneer het besluit slechts interne werking heeft als wanneer het ook externe werking heeft, naar haar aard te gelden ten opzichte van een ieder en niet alleen ten opzichte van degene die de vernietiging heeft verzocht. Voor deze algemene werking is tussenkomst van de burgerlijke rechter noodzakelijk. Wat betreft vindplaatsen voor de kritiek op deze uitspraak verwijs ik naar mijn bijdrage aan het themanummer Ondernemingsrecht en Arbitrage, 17 en voorts naar J.M. Blanco Fernandez (van recenter datum). 18 Samengevat: de ene criticus gaat verder dan de ander, maar veel critici (onder wie ikzelf) plaatsen een vraagteken bij het oordeel van de Hoge Raad dat de non-arbitrabiliteit door de Hoge Raad ook wordt toegepast op besluiten met slechts interne werking, dat wil zeggen besluiten, die uitsluitend de verhoudingen binnen de corporatie regelen, dus de verhoudingen tussen bestuur en leden, en die tussen de leden onderling. 19 Wat is het bezwaar tegen arbitrabiliteit indien de rechtspersoon en alle leden van het orgaan dat het besluit genomen heeft, in het geding zijn gekomen of althans zijn geroepen, en ook partij zijn bij het AB? Indien immers de vernietigingsuitspraak een besluit betreft met slechts interne werking, is er geen sprake van een werking jegens een ieder ofwel erga omnes (door de Hoge Raad ook aangeduid met de term algemene werking 20 ), buiten de kring van degenen die partij waren, of konden zijn, in het geding waarin de vernietiging werd uitgesproken. Van Schilfgaarde en Blanco Fernandez kennen, anders dan sommige andere commentatoren, minder aarzeling om arbitrabiliteit ook mogelijk te achten bij besluiten met externe werking. Vindplaatsen en bronnen dus genoeg. Bovendien zijn in de zojuist genoemde bundel Ondernemingsrecht & ADR hierover bijdragen opgenomen uit België, Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Vooral de Duitse situatie lijkt mij interessant. 21 De Groenselect -problematiek heeft recent ook in Duitsland gespeeld en uitgemond in een arrest van het Bundesgerichtshof van 2009, waarin dat hoogste rechtscollege oordeelde dat de geldigheid van besluiten van vennootschapsorganen door arbiters kon worden beslecht mits aan bepaalde voorwaarden was voldaan (die doen denken aan de voorwaarden die volgen uit de hiervoor gegeven definitie van omnes). Floris, wat vind jij? 17 Ondernemingrecht , voetnoot 10, en alinea Arbitrabiliteit van besluiten van rechtspersonen, TvA 2010, 46 (p.116 e.v.). 19 Aldus de Parlementaire Geschiedenis, Boek 2 BW, p Zie het tweede argument. 21 Ik verwijs in het bijzonder naar de bijdrage van dr. Christian Borris en naar mijn bijdrage onder Duitsland en onder 7. Art. 2:16 lid 1 BW Is Duitsland een voorbeeld?, met name de laatste drie alinea s van dat hoofdstuk 7. 94
7 Bannier liber amicorum :33 Pagina 95 VENNOOTSCHAPSRECHT EN ARBITRAGE; EN WAT ZOU FLORIS DAARVAN VINDEN? Geval 3: geeft artikel 1045 Rv een exclusieve bevoegdheid aan het scheidsgerecht om te oordelen over het verzoek van B tot voeging of tussenkomst? Over deze vraag is volgens mij nog niets geschreven, behalve dat ik er zelf in het preadvies voor de Vereeniging Handelsrecht 2011 aandacht aan besteed. 22 Waar - om daaraan nog nooit aandacht is besteed weet ik niet, de vraag heeft zich in de praktijk misschien nooit voorgedaan. Meestal is het ook eenvoudig: A heeft een geschil met B, zij zijn arbitrage overeengekomen en A noemt in zijn arbitrage - aanvraag B als wederpartij; vervolgens zijn beiden betrokken bij de benoeming van arbiters. Maar juist bij vennootschapsrechtelijke geschillen ligt het vaak niet zo eenvoudig. Zodra er drie of meer aandeelhouders zijn en één aandeelhouder wil de geldigheid van het besluit aanvechten, bestaat het risico dat hij niet al zijn medeaandeelhouders in die procedure betrekt. Niet voor niets achtte Timmerman 23 het wenselijk dat de wet zou voorschrijven dat in zo n geval de rechts - persoon de betrokken belanghebbenden van de procedure in kennis stelt; daarmee zou zelfs de mogelijkheid van derdenverzet van artikel 376 Rv opgenomen in artikel 2:16 lid 1 BW kunnen vervallen. Een dergelijk voorschrift is echter bij procedures over de geldigheid van het besluit niet in de wet opgenomen. Misschien komt dat doordat artikel 2:16 BW ook bij openbare vennootschappen van toepassing is, maar dan had die kennisgevingsplicht tot niet-openbare vennootschappen beperkt kunnen blijven. Hoe dan ook, een vergelijkbare situatie kan zich gemakkelijk voordoen bij de geschillenregeling in arbitrage, waar A ook niet al zijn medeaandeelhouders in de procedure (arbitrage) behoeft te betrekken indien hij een procedure tegen B begint. Echter, in de geschillenregeling is wél voorzien in zo n kennisgevingsplicht. Artikel 997a lid 1 Rv verplicht de aandeelhouder die de vordering instelt een afschrift van zijn dagvaarding onverwijld aan de vennootschap te betekenen, die vervolgens op grond van artikel 997a lid 2 Rv binnen twee weken de niet gedagvaarde aandeelhouder(s) daarvan in kennis moet stellen. Die kennisgevingsplicht maakt het ook mogelijk te bepalen (zie lid 4 van artikel 997a Rv) dat het derdenverzet van artikel 376 Rv niet tegen het vonnis kan worden ingesteld, zoals Timmerman onderkende bij zijn pleidooi voor zo n kennisgevingsplicht bij de procedure over de geldigheid van een besluit. Aandeelhouder C kan zich dus voegen of daarin tussenkomen. Dat is sinds 1986 ook in arbitrage mogelijk (artikel 1045 Rv). Alsdan rijst de vraag hoe C, die niet in de arbitrageaanvraag is genoemd, betrokken kan worden bij de samenstelling van het scheidsgerecht. Dit hangt af van de vraag of artikel 1045 Rv de bevoegdheid over het verzoek tot voeging of tussenkomst van C exclusief bij het scheidsgerecht neerlegt, dan wel de mogelijkheid openhoudt dat ook de voorzieningenrechter die bevoegdheid heeft, althans in de fase voordat een scheidsgerecht is benoemd. 22 P. 128 en Pre-advies van de Vereniging Handelsrecht 1991 De nieuwe bepalingen van boek II, Zwolle 1991, p
8 Bannier liber amicorum :33 Pagina 96 Harmen de Mol van Otterloo Inhoudelijk zal de beoordeling van zo n verzoek voor de voorzieningenrechter nauwelijks een probleem zijn. Wil C zich voegen aan de kant van A, dan geeft de wet daartoe zelf al een bevestigend antwoord, namelijk in artikel 2:341 lid 1. Wil hij zich voegen aan de kant van B, of wil hij tussenkomen, dan ontbreekt zo n wettelijk antwoord. Echter, de drempel voor voeging of tussenkomst is in het algemeen al laag, C de aandeelhouder die niet bij de aanvang van de arbitrage betrokken is geweest heeft zonder twijfel enig belang zie artikel 1045 lid 1 Rv of een belang artikel 217 Rv en zijn verzoek zal wel worden toegewezen. Artikel 1045 Rv bepaalt niet met zoveel woorden dat indien er nog geen scheids - gerecht is, zo n verzoek tot voeging of tussenkomst aan de voorzieningenrechter kan worden voorgelegd. Maar evenmin wordt er exclusiviteit aan het scheids - gerecht gegeven. En waardoor zou exclusiviteit gerechtvaardigd zijn? Neem het geval dat een zittende arbiter moet worden vervangen, en dat C pas bij de arbitrage betrokken is geraakt nadat de arbiters al waren benoemd (dus het scheidsgerecht was al tot stand gekomen), onder wie deze te vervangen arbiter. C was destijds niet bij diens benoeming betrokken (en kón dat ook niet zijn indien artikel 1045 Rv een exclusieve bevoegdheid aan het scheidsgerecht geeft). Maar C wordt nu wél betrokken bij de benoeming van de nieuwe arbiter, want die derde is inmiddels tot partij gepromoveerd. Waarom mag C nu wél een stem hebben, maar níet in de fase dat er nog geen scheidsgerecht was? Kortom, volgens mij moet artikel 1045 Rv géén exclusiviteit aan het scheids - gerecht geven om te oordelen over voeging of tussenkomst maar moet de voorzieningenrechter dat óók kunnen, in de periode dat de arbitrage aanhangig is maar dat nog geen scheidsgerecht is benoemd. Ook nu weer de vraag aan Floris: wat vind jij? Waarom is Floris bij uitstek geschikt over deze drie gevallen een mening te geven? Ik noemde dat hij gedurende vele jaren advocaat, arbiter en overheidsrechter (als raadsheer-plaatsvervanger bij het Amsterdamse hof) is geweest. Hij heeft dus royale praktijkervaring. Moet men een erkende expert in het vennootschapsrecht zijn wil men op deze drie vragen een gezaghebbend antwoord geven? Toegegeven, Floris heeft weliswaar veel gepubliceerd, met name over de advocatuur in het algemeen en over belangrijke facetten daarvan zoals het tuchtrecht en ook over meer juridisch-inhoudelijke onderwerpen zoals het documentair krediet, maar niet veel over het vennootschapsrecht. Toch weet hij daar veel van af. Dat heb ik gemerkt in al die jaren dat ik, vanaf 1993, bij hem in de sectie heb gezeten. Sterker, wij hebben samen in 2000 de sectie corporate litigation van ons kantoor in Amsterdam opgericht. Ook de arbitrage- en de rechterspraktijk kent hij door en door. Gezag komt hem dus zeker toe. En is het wel nodig om op een bepaald gebied veel gepubliceerd te hebben, wil men over dat gebied met gezag iets kunnen zeggen? Ik betwijfel dat in het algemeen, en in het bijzonder bij Floris. In het algemeen, omdat bijvoorbeeld ook in 96
9 Bannier liber amicorum :33 Pagina 97 VENNOOTSCHAPSRECHT EN ARBITRAGE; EN WAT ZOU FLORIS DAARVAN VINDEN? de rechterlijke macht nog steeds aarzeling bestaat om tot gespecialiseerde rechters op een bepaald gebied te komen. Zie de diversiteit van uitspraken die dezelfde leden van de Hoge Raad plegen te doen. Dit heeft een lange traditie want al in de middeleeuwen, in Frankrijk, Engeland en de Lage Landen, was de advocaat vooral om namens de procederende partij tot de rechter te spreken, de cliënt te verdedigen en de rechter het recht uit te leggen. Die rechter was juridisch vaak een leek en de rechtsgeleerde advocaat was dus absoluut onmisbaar. 24 Bij de persoon van Floris heb ik al helemaal geen twijfel. Begonnen in de advocatuur op 3 januari 1966 legde hij zich toe op de natte praktijk. Daar kwamen spoedig andere, aanverwante terreinen bij zoals verzekeringsrecht, het documentair krediet en dergelijke. Toen ik in 1978 op kantoor kwam, was Floris op die terreinen de onbetwiste expert van ons kantoor. Daarnaast deed hij, zoals velen van zijn generatie, algemene praktijk waaronder de commerciële. Dan kom je ook al gauw met het vennootschapsrecht in aanraking. Nat droogde op en toen ik na een verblijf van enige jaren elders in 1993 terugkwam op ons Amsterdamse kantoor, bij Floris in de sectie, was Floris inmiddels een vooraanstaand advocaat op het gebied van wat wij nu noemen corporate en commercial litigation. Dat getuigde al van een grote lenigheid van geest en een onbevangen benadering van de stof, overigens zonder een spoor van naïviteit. Bevooroordeeldheid en hokjes denken zijn hem vreemd. Die lenigheid en onbevangen benadering legde hij aan de dag ook als het ging om de aard van zijn cliënten: een bonte mengeling uit de gevestigde orde en van daar buiten, met een even kleurrijk palet aan soorten zaken. Altijd vriendelijk en beleefd, maar daarop verkeek men zich gemakkelijk, want ook steeds doortastend en scherp en vooral: nooit bang, voor niemand en evenmin om zwakke zaken aan te nemen. Een uitstekende litigator (modern Nederlands) dus. Diezelfde lenige en onbevangen geest kwam hem goed van pas toen hij zich met de advocatuur als zodanig ging bemoeien, aanvankelijk als lid van de Amsterdamse raad van toezicht, al spoedig daarna als Amsterdams deken en weer later als hoogleraar in de advocatuur. Om dat allemaal te doen, en goed te doen, zijn alle genoemde eigenschappen nodig. Floris beschikt daarover in ruime mate. Juist dat maakt hem ook geschikt om met gezag de drie door mij opgeworpen vragen te beantwoorden. Juist dat is ook de reden dat ik naar zijn antwoorden daarop met grote belangstelling uitkijk. Floris, ik hoop dat het daarvan mag komen en ik hoop je uiteraard nog heel veel te zien. 24 Zie voor dit alles de rede uitgesproken door Floris bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap op 7 mei 2004, p
Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond
HOOFDSTUK 1 Essentie 1.1 Inleiding en achtergrond In dit onderzoek staat de arbitrabiliteit van vennootschappelijke besluiten centraal. Vennootschappelijke besluiten zijn de beslissingen genomen door organen
Nadere informatieMasterscriptie Ondernemingsrecht
Masterscriptie Ondernemingsrecht Toepassen van arbitrage in het ondernemingsrecht Hoe staan de grenzen van arbitrabiliteit, die de HR heeft getrokken in de uitspraken inzake Groenselect en Silver Lining
Nadere informatieONDERNEMING EN ADR, EEN TE OVERWEGEN ALTERNATIEF?
ONDERNEMING EN ADR, EEN TE OVERWEGEN ALTERNATIEF? Carla J.M. Klaassen 1 Een gewaarborgde toegang tot de overheidsrechter is een groot goed. Er zijn echter ook alternatieven voor de gang naar de overheidsrechter
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieOp welke wijze kan een Deadlock ex artikel 2:230 BW het beste worden opgelost?
Op welke wijze kan een Deadlock ex artikel 2:230 BW het beste worden opgelost? M r. E. A. M. M e e u s e e n m r. L. B. J. L e u n i s s e n * Inleiding Deadlock-situaties komen in de praktijk veelvuldig
Nadere informatieOK. Enquête. Mondelinge uitspraak. Impasse
Jurisprudentie in Nederland november 2014, afl. 9 «JIN» Ondernemingsrecht 192 het hof het ernstig verwijt -criterium aan en stelt het aan de hand van de omstandigheden van het geval vast dat daarvan bij
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,
Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.
Nadere informatieinachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.
Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming
Nadere informatieAfdeling GIW: de Stichting Garantie Instituut Woningbouw te Rotterdam.
Arbitragereglement GIW, versie september 2003 Definities Afdeling 1 1.1 GIW: de Stichting Garantie Instituut Woningbouw te Rotterdam. 1.2 Geschil: - elk geschil dat volgens een desbetreffend arbitraal
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatieJAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure
JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieSchriftelijke vragen. Inleiding door vragenstelster.
Gemeenteraad Schriftelijke vragen Jaar 2014 Datum akkoord college van b&w van 2 december 2014 Publicatiedatum 5 december 2014 Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.D.
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieHof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:
Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 12/32 KG De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan door mr. J.A.I. Wendt, griffier, heeft op 23 oktober
Nadere informatieLezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans
Lezing symposium 13 december 2013 mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Plaats van arbitrage in ons rechtsbestel Verbetering van buitengerechtelijke procedures. Innovatieagenda MvT wetsvoorstel modernisering arbitragerecht
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatie6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding
6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op
Nadere informatieCOMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013
COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,
Nadere informatiecollegebanken Het grensoverschrijdend GAT/LUK en ROCHE Prof. Willem A. Hoyng
Leiden Revisited: een middag terug in de collegebanken Het grensoverschrijdend verbod in IE zaken na GAT/LUK en ROCHE Prof. Willem A. Hoyng Crossborders Historie Tot 1986 Octrooi (IE recht) is geldig voor
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 OKTOBER 2014 C.13.0164.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0164.N BESTLEASE bvba, met zetel te 8670 Koksijde, Goudbloemstraat 8, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat
Nadere informatieNetherlands Commercial Court
Netherlands Commercial Court Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Waarom
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:2305. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 18/01202
ECLI:NL:HR:2018:2305 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14122018 Datum publicatie 14122018 Zaaknummer 18/01202 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:11208,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/09/2017
Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum
Nadere informatieVoorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),
Hoofdstuk 5 Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht DEEL A 2016 2017 Voorwoord Beste student(e), Bij dezen ook het ontbrekende hoofdstuk 5 van het boek Compendium, dat voorgeschreven is in week 1
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 APRIL 2013 C.12.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0285.F M. L. Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. H. Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie.
Nadere informatieNetherlands Commercial Court
Netherlands Commercial Court 1 Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Paleis
Nadere informatieREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 Inhoudsopgave Afdeling 1: Algemene Bepalingen Afdeling 2: Geschillenbeslechting Bindend Advies Afdeling 3: Slotbepalingen Reglement geschillencommissie
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN
ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 - ALGEMEEN 1.1. Saul Advocaten B.V., hierna te noemen Saul Advocaten, is een besloten vennootschap, die zich ten doel stelt het uitoefenen of doen oefenen van de rechtspraktijk,
Nadere informatieJIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823
JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS
Nadere informatieDit artikel uit Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor M.H. de Boer
Kronieken Arbitragerecht De vorige kroniek, die verscheen in TCR 2006, p. 52 e.v., was geheel gewijd aan de eisen die gesteld worden aan de motivering van arbitrale vonnissen en bindende adviezen. Op het
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieGerechtshof Amsterdam , ECLI:NL:GHAMS:2015:1124, (Fondel Development)
commentaar op Gerechtshof Amsterdam 25-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1124, (Fondel Development) datum 24-01-2017 auteur J. van Bekkum Gerechtshof Amsterdam 25-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1124, (Fondel Development)
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieGEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT
GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,
Nadere informatieCurrence ideal B.V. B.V.Currence ideal B.V. TOELATINGSREGLEMENT ideal
Currence ideal B.V. B.V.Currence ideal B.V. TOELATINGSREGLEMENT ideal Versie: 3.51 Datum: februari 2015 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Procedure... 3 Artikel 2 Aanvraagprocedure... 3 Artikel 3 Beoordelingsprocedure...
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522
ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 MEI 2011 C.10.0407.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0407.F A. T., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen AXA BELGIUM nv, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof
Nadere informatieOntevreden over uw advocaat?
Ontevreden over uw advocaat? Natuurlijk probeert u eerst om in overleg met uw advocaat tot een oplossing te komen. Heel wat kantoren hebben tegenwoordig ook een interne klachtenregeling. Die houdt in dat
Nadere informatieRechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen
Uitgifte Vonnisnummer Repertoriumnummer 2015 / Datum van uitspraak 18 november 2015 Rolnummer A / 15 / 3831 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Kohandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Tussenvonnis
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 NOVEMBER 2013 C.12.0405.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0405.F C. B., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. X. D. en, 2. V. B, Mr. Michèle Gregoire, advocaat
Nadere informatieprof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.
GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie
Nadere informatieHof van Cassatie van België
8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieECLI:NL:RBZWO:2002:AE6600
ECLI:NL:RBZWO:2002:AE6600 Instantie Rechtbank Zwolle Datum uitspraak 16-08-2002 Datum publicatie 09-09-2002 Zaaknummer 02/859 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige
Nadere informatieHof van Cassatie van België
17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft
Nadere informatieHof van Cassatie van België
14 DECEMBER 2012 C.12.0018.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0018.N JACKY AUSSEMS nv, met zetel te 3740 Bilzen, Natveld 11, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat
Nadere informatie- OVEREENKOMST - INZAKE HANDELSAGENTUUR
- OVEREENKOMST - INZAKE HANDELSAGENTUUR ONDERGETEKENDEN: De rechtspersoon (of eenmanszaak, v.o.f., c.v.)... gevestigd te..., ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te... onder
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 MAART 2008 C.05.0476.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0476.F CLINIQUES UNIVERSITAIRES SAINT-LUC, vereniging zonder winstoogmerk, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie,
Nadere informatieTurbo-liquidatie en de bestuurder
Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten
Nadere informatieToelichting op de Regeling voor.nl-domeinnaamarbitrage
Toelichting op de Regeling voor.nl-domeinnaamarbitrage SIDN, 18 december 2002 Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) registreert op verzoek domeinnamen onder het country code toplevel domein.nl.
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieAansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers
Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann
Nadere informatieGeschillenreglement (Servicehuis Parkeer- en verblijfsrechten)
COOPERATIE SERVICEHUIS PARKEER- EN VERBLIJFSRECHTEN U.A. PANTHEON 2 7521 PR ENSCHEDE TELEFOON: 06 2012 7854 E-MAIL: INFO@SHPV.NL WWW.SHPV.NL KVK: 50 371 371 Geschillenreglement (Servicehuis Parkeer- en
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 MAART 2015 C.14.0247.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0247.N HONDA MOTOR EUROPE LIMITED, vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk, met zetel te SL3 BQY Berkshire (Verenigd
Nadere informatiePARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS
PARLEMENTAIRE GESCHIEDENIS HERZIENING VAN HET BURGERLIJK PROCESRECHT VOOR BURGERLIJKE ZAKEN, IN HET BIJZONDER DE WIJZE VAN PROCEDEREN IN EERSTE AANLEG Wetsvoorstel 26 855 en gedeelten uit de wetsvoorstellen
Nadere informatieDe rechtspersoon als enquêtegerechtigde
De rechtspersoon als enquêtegerechtigde M r. S. C. v a n G e n d t * Inleiding Het enquêterecht is een belangrijk instrument voor de beslechting van conflicten binnen ondernemingen. De Ondernemingskamer
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 31/01/2013
Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/06/2015
Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum
Nadere informatieHof van Cassatie van België
4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat
Nadere informatieRolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T
Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door
Nadere informatieDe statutaire arbitrageclausule in het licht van artikel 2:81 en 2:192 BW
Olivier Oost 1Artikelen De statutaire arbitrageclausule in het licht van artikel 2:81 en 2:192 BW In de statuten van een rechtspersoon kan worden opgenomen dat geschillen zullen worden onderworpen aan
Nadere informatieAan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling
Nadere informatieDe nieuwe Belgische arbitragewet
Belgisch Nederlands Colloquim Zee en Vervoersrecht 25/09/2014 De nieuwe Belgische arbitragewet door Sigrid Van Rompaey 14/10/2014 1 I. Historiek II. België een UNCITRAL land III. Arbitreerbaarheid IV.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,
Nr. 33.933 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen A., hierna te noemen de adviseur, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.
Nadere informatieNIEUWSBRIEF 21 juni 2011
MR. J.B.H. THIEL Ondernemingsrechtadviseur NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Op 12 mei 2011 heeft de Koningin aan de Tweede Kamer aangeboden 'een voorstel
Nadere informatie"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67
vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2012 Datum publicatie 28-12-2012 Zaaknummer 200.115.609/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieHeeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieVaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie
Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieCONSULTATIEVERSIE JULI 2014
CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP
Nadere informatieReglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1
Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK september 2013 Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1 Colofon Dit reglement is een uitgave van: Koninklijke Nederlandse Zwembond Wattbaan
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BM1303
ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieAanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen
Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatieGecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.
Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen
Nadere informatiemeest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &
meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & De 10 meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam & Colofon De Gier Stam & Advocaten Lucasbolwerk 6 Postbus 815 3500 AV UTRECHT t: (030)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/06/2012
Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden van Hundscheid Advocaten
Algemene Voorwaarden van Hundscheid Advocaten De algemene voorwaarden van Hundscheid Advocaten zijn van toepassing op alle met Hundscheid Advocaten te sluiten en gesloten overeenkomsten en op alle rechtsbetrekkingen
Nadere informatieREGLEMENT VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE LUCHTVAART
REGLEMENT VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE LUCHTVAART Begripsomschrijving Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: stichting: de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie: de Geschillencommissie
Nadere informatie